Door: Keith
Datum: 31-10-2021 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 9180
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 45 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 45 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 188
Zaterdagochtend… thee op bed, even knuffelen en toen opstaan. We trokken oude kleren aan: het huis moest toch even in orde gebracht worden voor de gezellige avond met Backoffice & partners. Tijdens het ontbijt keek ik even op m’n smartphone.
Een appje van Derk: “Kees en Fred: gisteren geen tijd gehad om naar jullie toe te komen. Sorry dat ik jullie niet gebeld heb. Bel mij even als jullie tijd hebben. Groet, Derk.” Ik keek op m’n horloge: nee, nog niet. Het was nét half acht. Tien uur is vroeg genoeg.
Na het ontbijt gingen we aan de slag: Joline ging aan de slag in de logeerkamers, ik begon met de ramen. Binnen- en buitenkant, terrras weer klaar maken voor de zomer, dus de plantenbakken weer ontdoen van bedekking, snoeien waar nodig, mest aanvullen… Ik besloot dat er nieuwe planten bij moesten komen; wat meer planten met bloemen. Dus ook even langs de bloemisterij straks. De tuinstoelen uit de berging beneden waren nodig als aanvulling op het gewone meubilair. Even tellen… Erica, Denise, Gonnie, Ingrid, Fred, Angelique en Marion… 7 collega’s, allemaal met partner en wijzelf nog: 16 mensen. Alle tuinstoelen dus vanuit de berging naar boven, dan had iedereen een plekje.
Nadat ik de kamer had gedweild en gezogen zette ik alle meubels in een grote kring. Tafeltjes op reik-afstand… Prima zo. Joline kwam binnen, bekeek de opstelling en knikte. “Prima zo, Kees. Gezellig, ik heb er zin in.” Ik keek haar aan. “Heb jij de logeerdouche klaargemaakt voor Fred en Wilma?” Ze trok haar neus op. “Die maken ze zelf maar klaar. Zal ik een pakje condooms kopen bij de drogist en dat er suggestief neerleggen?” “Ik weet niet of de drogist Fred z’n maat heeft, schat…”
Ze keek nieuwgierig. “Is het zó erg?” Ik grinnikte. “Ik heb Fred nog nooit in opperste staat van opwinding gezien, maar zijn apparaat was ‘in ruste’ ook nogal imponerend. Wij hadden het wel eens over Fred z’n derde arm…” Joline trok een gezicht. “Ik heb, met terugwerkende kracht, medelijden met Wilma. Zo’n apparaat in je poes en dan nog 110 kilo Fred bovenop je… Arme meid.” “Ga maar eens met haar praten op jullie vrijgezellenfeest. Welke standjes…” Verder kwam ik niet: ik kreeg een stomp. “Hou je kop! Je bent een vreselijke vent!” Haar ogen lachten echter.
Samen namen we nog even onze eigen slaap- en badkamer onder handen. “Stel dat het bezoek nieuwsgierig is waar wij ons moede hoofd te ruste leggen… Dan moet de echtelijke sponde er een beetje netjes uitzien, Kees!” Ik knikte. “Natuurlijk. Zal ik dan ook een stukje ducktape over Balou z’n snuit plakken? Als dat beest gaat vertellen wat hij hier allemaal heeft meegemaakt, durf jij aanstaande maandag je neus niet meer in Gorinchem te laten zien. Ik trouwens ook niet.”
Joline pakte Balou op. “Dat doet mijn lieve beer niet. Bovendien was mijn beer wel wat gewend, zelfs voordat ik hier kwam wonen.” Ze giebelde. “Mevrouw Boogers… U houdt wat voor mij achter! Vertel!” Ze trok me op bed, keek me aan en bloosde.
“In Malden heb ik me ook best wel regelmatig liggen verwennen, Kees. Een paar jaar geleden gingen Pa en Ma twee weken op vakantie. In de herfstvakantie. Ik had geen college en kon door de week op het huis passen. In het weekend kwam Ton thuis. En de dagen dat ik alleen thuis was, heb ik mezelf best wel uitgebreid liggen verwennen… Nadat ik alle buitendeuren grondig op slot had gedaan, met de sleutels in het slot, zodat ik niet verrast kon worden. Eerst mezelf lekker optutten, sexy kleren aan, plastic over het bed heen, heel veel water drinken en dan…” Ze bloosde.
“Had me gebeld, schat. Dan had ik lekker meegedaan.” Ze giechelde weer. “Dan was jij rennend het huis uit gevlucht, Kees. Ik viel toen nog niet binnen jouw interesses: techniek, klassieke muziek en hardlopen. Maar Balou heeft er misschien wel van genoten. Maar hij heeft beloofd dat hij z’n berenbek er nooit over open doet. Op straffe van een langzame verstikkingsdood met behulp van een ultrafijne panty…”
Ik grinnikte. “Op een of andere manier komt dat me bekend voor. Balou, we moeten eens praten, knul.” Een bromstem antwoordde: “Ik kijk wel uit, Kees. Voorlopig nog geen zin om in de vuilnisbak te eindigen.” Joline knuffelde de beer. “Goed zo, Balou. Brave beer.” Ze keek me aan. “Denk er maar eens aan Kees, hoe ik wijdbeens, de steel van een haarborstel in m’n poesje, mezelf lekker kletsnat lag te verwennen. Lekkere dunne lingerie aan, nylons…”
Haar blik werd verleidelijk en ondeugend. “Dat gaan we eens overdoen, Jolientje. En dan geen haarborstel in je poesje, maar je vriendje op batterijen… En ik ga kijken!” Ze trok me tegen zich aan. “Lekker…” Een lange zoen volgde. “Geile meid van me. Ik weet volgens mij nog lang niet alles van jou.” Haar ogen begonnen te lachen. “Pas nadat je bij het kruisje hebt getekend, Kees. Tijdens onze huwelijksreis zal ik je voorzichtig een en ander vertellen. Niet eerder. En nu weer verder gaan met werken meneer. Anders weet ik waar dit onderonsje eindigt: tussen de lakens. Jij moet nog boodschappen doen: planten, drank, knabbels en het eten voor morgen en maandag. Húp!” Ze trok me overeind.
“Eerst even Derk bellen, schat. Het is nu half elf, zal hij z’n bed wel uit zijn. En anders speel ik wel voor wekker.” Ik belde. “Goedemorgen Kees… Sorry voor het verstek laten gaan gisteren. We hadden een ongeval hier. Kostte nogal wat tijd.” “Dat is oké, Derk. Dat soort zaken gaan voor. Maar wat wilde je bespreken?” Hij kuchte. “Ik loop even naar m’n bureau. Anders hoor je de hond blaffen tijdens ons gesprek…
Kees, ik wilde jullie indelen bij 1 CIMIC-bataljon in Apeldoorn. Als het goed is heb je van de commandant een uitnodiging gekregen voor een symposium daar.” “Klopt. En ik heb teruggemaild dat Fred en ik komen.”
Hij zuchtte. “Precies. En sinds dat mailtje is de commandant van dat bataljon er mordicus op tegen dat jullie bij hem geplaatst worden. Zijn letterlijke tekst luidde: ‘Derk, ik wil die twee onruststokers hier niet. Dat geeft binnen 5 minuten gillende heibel.’ Kees, kan jij dat uitleggen?”
Ik voelde dat ik woedend werd, maar beheerste me. “Ja, dat kan ik. Bij 1 CIMIC werkt een zekere reserve-kapitein: Adema. Hij verstuurde de uitnodiging voor dat symposium namens zijn commandant naar de prive-mailadressen van Fred en mij. Maar Fred en ik kénnen meneer de reserve-kapitein. Hij heeft gedurende een week of drie bij Developing Technics gewerkt als kwaliteits-functionaris. Ik zal niet in details gaan, maar hij is, na een aantal bijzondere nare incidenten, op staande voet ontslagen bij DT. Fred en ik hebben hem, op verzoek van onze directeur, de deur uitgewerkt. Déze meneer stuurde de uitnodigingsmail naar onze privé mailadressen. Die kende hij niet; we hadden alleen gemaild per mail van DT. En zowel de adressen van Fred als van mij zijn moeilijk aan ons te linken. Fred en ik mailden de bevestiging terug en, heel gemeen natuurlijk, met onze volledige naam en vroegere rang. We waren stiekem wel benieuwd naar de gezichtsuitdrukking van deze kapitein als hij onze retourmails zou lezen..."
Het was even stil aan de andere kant. Toen klonk er een fluitje. “Er vallen nu een paar puzzelstukjes op z’n plaats, Kees. In eerste instantie was de bataljonscommandant blij dat jullie zouden komen; gisteren was hij als een blad aan een boom omgedraaid. Ik denk dat iemand hem iets heeft ingefluisterd.”
“Dat denk ik ook. En laat me raden: meneer de reserve-kapitein werkt nu fulltime voor het bataljon?” “Ehh…. Volgens mij wel ja. Hoezo?” Ik grinnikte cynisch. “Meneer is ergens in November bij DT ontslagen. Was dus werkloos en heeft vervolgens waarschijnlijk geroepen dat hij meer tijd ter beschikking had om zijn diensten in te zetten in Apeldoorn. Waar men, gezien het aantal vacatures bij de Landmacht, waarschijnlijk best blij mee was. En hij had een fulltime inkomen... Heb ik gelijk of niet?”
Even was het stil. “Weet ik zo niet. Maar ik ga in Apeldoorn eens wat inlichtingen inwinnen, Kees. Hoe dan ook: ik zorg dat jullie volgende week woensdag welkom zijn. Die kapitein neem ik wel voor m’n rekening, reken daar maar op.” “Oké… Zal ik dit verhaal aan Fred doorgeven?”
Hij lachte. “Graag. Scheelt mij pijn aan m’n oren. Als die vent lacht… Sjongejonge. Alsof er een Leopardtank langskomt.” “Ik zal het hem zeggen. Maar nu laat ik je met rust; zien wij jou woensdag in Apeldoorn?”
“Ik ga het proberen. Ik ga hoe dan ook, vóór woensdag even met de bataljonscommandant praten. Dan weet hij van de hoed en de rand.” “Prima… Dan wens ik je alvast een prettig weekend. Bedankt voor dit belletje, Derk!” “Graag gedaan Kees. Groeten!”
Ik hing op. Zo... Meneer Adema had dus waarschijnlijk wat verhalen lopen rondstrooien in Apeldoorn… Daar zou hij ernstig spijt van krijgen. Ik was niet wraakzuchtig en Fred ook niet, maar dit ging vér over de schreef. Ik vertelde het verhaal aan Joline. “Verlaag je niet zijn niveau, Kees. Doe exact hetzelfde als Angelique en Henry met hem deden na zijn gespioneer: draai hem demonstratief de rug toe. En als die commandant wil weten wat er in Gorinchem gebeurd is: laat hem het verhaal vertellen. Waar jullie bij zijn. En als hij ook maar één komma van de waarheid afwijkt, vertel je jullie versie van het verhaal. Laat hem z’n eigen kuil graven en er zelf indonderen.”
Ik knikte langzaam. “Misschien wel de beste optie, schat. Je bent nog steeds een hartstikke slimme vrouw.” Ik omarmde haar. Even later duwde ze me weg. “Vanavond is hij géén gespreksonderwerp, Kees. Ook niet als onderonsje tussen Fred en jou. Morgenochtend vertel je het hem pas. Niet eerder. Anders beheerst die flapdrol nog een deel van de avond en daar heb ik geen zin in. We houden het vanavond gezellig.” Ze meende het en ik knikte. “Roger madam.”
Ze tikte op mijn neus. “Mooi. Dan gaan we nú boodschappen doen. En ja, ik ga mee, anders koop jij alleen maar vette zoutjes en niks gezonds voor bij de borrel.” “Hoho mevrouw… Ik ga wel degelijk groenvoer kopen, hoor. Niet alleen de groenten voor zondag, maar ik wil ook nog een aantal nieuwe planten voor buiten kopen. En nieuwe potaarde en wat mest. Nou ja, plantenvoeding voor vaste planten dus. Vanmiddag even het terras even opleuken. Het is lente en dan moet er wel wat groeien hier.” Joline knikte. “Goed plan. Als de tent straks maar niet naar verse mest ruikt.” “Dan nodigen we jou Pa toch gewoon ook uit? Voelt hij zich thuis…” Een opgetrokken neus was haar reactie. “Kom, tassen pakken en boodschappen doen!”
Tien minuten later stonden we in de supermarkt. Bier was niet nodig; we hadden nog een bijna vol krat. Ik kocht wat ‘laffe mixdrankjes’ voor de dames, een aantal flessen fris, zoutjes, bloemkool, kleine worteltjes en selderiestengels. De laatsten waren ook voor bij de borrel; niet vet, wel lekker. Koekjes voor bij de koffie, eten voor zondag… Met een redelijk volgeladen winkelwagentje kwamen we de winkel weer uit. Vervolgens naar het tuincentrum voor viooltjes, plantenvoeding en een paar zakken tuinaarde. Kortom: de achterbak van de Volvo lag op de terugweg best vol.
Overdreven zuchtend sleurde ik de zakken tuinaarde de lift in. “Onze volgende woning wordt gelijkvloers, Joline. Met een terras van betontegels rondom het huis.” Ze trok een wenkbrauw op. “Waarom? Ons huidige huis is ook gelijkvloers. Met een terras. Maakt geen moer uit; je sjouwt toch wel met tuinaarde.” Ze lachte liefjes. “En wees blij dat er een lift is in dit appartementencomplex, Kees Jonkman! Anders had je die drie zakken tuinaarde alle negen verdiepingen omhoog moeten zeulen!” Ik zuchtte overdreven. “Ik krijg al spierpijn als ik er aan denk. De volgende keer dat ik planten koop zijn ze van plastic. Eén keer in de twee weken de hogedrukspuit er op en klaar…” Een sarcastisch lachje was Joline’s reactie.
’s Middags waren we best wel druk: hapjes klaar maken, kopjes klaar zetten, ik was bezig met de plantenbakken… Voordat we het wisten was het vier uur. Maar toen waren we ook klaar. “Zo Kees. Nog even douchen en omkleden. Dan zitten, een kop koffie en wachten tot het bezoek komt.” Onder de douche knuffelden we even. “Hé mooie naakte vrouw… Heb je er zin in?” “Altijd Kees, dat weet je toch?” Joline keek ondeugend en ik zuchtte. “Ik had het niet over je activiteiten met de steel van je haarborstel schat. Ik had het over de gezellige avond die nu komt.” Ze keek teleurgesteld. “Ohhhh… Jammer, ik had al wat klaargelegd.”
Ze pakte de borstel die we voor onze ruggen gebruikten en masseerde de steel nogal suggestief. “Dat is bluf, mevrouw Boogers. Honderd procent bluf.” De steel van het ding was nogal wat dikker dan mijn paal. “Bovendien: als je die in je poesje steekt, rek je uit en ben je niet meer zo lekker nauw als je nu bent.”
Ze speelde teleurstelling. “Jammer… Het had me wel lekker geleken. En denk jij er aan dat, mochten we ooit kinderen krijgen, ik daarna waarschijnlijk ook niet meer ‘zo lekker nauw’ ben als nu?” Ze keek me fronsend aan.
“Ja, dat klopt. Maar je hebt je mondje nog, meisje Boogers…” Péts! Mijn oor deed pijn. “Smeerlap! Sexistische, vrouw-onvriendelijke rotzak! Ga je schamen!” Haar ogen vlamden even, toen begon ze te lachen. “Zo, die had je te pakken. Ga er maar uit, om te voorkomen dat er nu andere zaken in mijn lieve poesje komen. En vanavond ben jij héél lief voor me, anders zwaait er wat!” Ik swingde even met mijn heupen, zodat mijn paal ook heen en weer ging. “Er zwaait nu al wat, mevrouw…”
Ze wees. “Er uit, vieze man! Het valt me mee dat je geen lange regenjas draagt!” “Dan helpt het douchen niet zoveel, mevrouw…” Gniffelend stapte ik de douche uit, droogde me af en hielp Joline even later ook met afdrogen. “Wat trek je aan, Kees?” “Nette broek, overhemd. Geen stropdas, schat. Het moet gezellig zijn. Niet formeel.” Ze dacht even na. “Oké. Dan trek ik een simpel rokje aan en een leuke blouse. En platte schoenen, geen hoge hakken.”
Ik trok een vragend gezicht en Joline verklaarde: “Hoge hakken zijn een van de vele wapens van de dames om een vent te verleiden. Heb ik vanavond geen zin in.” Ondeugend voegde ze er aan toe: “De vent die ik wilde verleiden staat hier al.” Ik knikte met een treurig gezicht. “Ja. Diep in je netten verstrikt…” Joline lachte, deed een stap naar me toe en kuste me. “Klopt. En in m’n nylons en panty’s. Nóg zo’n wapen van de dames.” We grinnikten als samenzweerders. “Kom, meneer Jonkman. Aankleden. Voor hetzelfde geld staat er al een stelletje op de stoep die er heel veel zin in heeft en een half uur te vroeg is. Zelfs dan wil ik gewoon mezelf zijn en er netjes uitzien.” Joline trok inderdaad een rok aan: dezelfde als op onze eerste afspraak in Den Bosch.
“Hé dame… Dit rokje brengt goede herinneringen boven! Van de grachtengordel in Den Bosch en een donkere parkeergarage in dezelfde stad. Ik weet niet of ik je vanavond met rust kan laten…” Ik streelde haar billen. “Je beheerst jezelf maar, Kees. Totdat iedereen de deur uit is en we zeker weten dat Fred Wilma aan het verwennen is in de logeerdouche. Of omgekeerd, maar dat mogen ze zelf bepalen. Niet eerder.”
Ze ging onaangedaan verder met aankleden en ik dus ook maar. En om kwart voor vier waren we gereed om het bezoek te ontvangen. Ik sloeg m’n armen om Joline heen. “Hé schat… En nu zonder dollen: heb je er zin in?” Ze knikte. “Ja. Sowieso heb ik een heel fijn team om mee te werken en ik wil ze nu ook eens met partners zien en daarmee kennismaken. Gelachen wordt er zeer zeker, Kees.” “Dat denk ik ook, schat. Laten we ervan genieten!”
Een lange zoen volgde, die onderbroken werd door de bel. Joline liep naar de intercom. Angelique en Henry stonden voor de buitendeur. “Kom maar boven!” De minuten daarna ging de bel met regelmaat, totdat iedereen binnen was. We hadden twee grote thermoskannen met koffie op de bar gezet.
Toen iedereen zat, stond Joline op. “Beste mensen… Kees en ik zijn blij dat we Backoffice nu eens compleet hier konden uitnodigen. Inclusief partner, want die moeten ook weten waarom ze jullie elke avond intensieve trauma-begeleiding moeten geven…” Een lachbui volgde. “We hebben in dit huis een paar regels”, vervolgde Joline. “Straks komt een cateraar het eten brengen. Om acht uur komt hij de restjes ook ophalen, dus zorg ervoor dat je voor acht uur genoeg gegeten hebt. Eten en drinken is zelfbediening; als je vanavond hongerig dit pand verlaat is het je eigen stomme schuld. Kees en ik willen vanavond ook gewoon gezellig met iedereen kletsen in plaats van in een schortje rondrennen om te vragen wat je wil drinken.”
“Het zou Kees best wel charmant staan, Joline…” Ingrid lachte zachtjes en ik keek haar aan. “Ik zal je straks een modeshow geven, goed?” Ze knipoogde. Joline ging met een glimlach verder. “Als Kees de Chippendale wil uithangen… Liever hier dan in Gorinchem. Maar goed, waar was ik gebleven? Oh ja… Als er rokers onder jullie zijn: prima, maar graag buiten op het terras. Daar staan ook een paar asbakken. Ook als je niet rookt mag je op het terras vertoeven; de temperatuur is nu nog redelijk, straks wordt het frisser. En verder kennen we hier geen vaste zitplaatsen. Ga in de loop van de avond gerust ergens anders zitten om met iemand anders te kletsen. Wel zo gezellig. En wees niet bang om ons met een enorme afwas achter te laten: sowieso haalt de cateraar de borden, het bestek, schaaltjes en warmhoudspullen op, maar de glazen, kopjes en bakjes die we de rest van de avond gebruiken gaan vanavond rechtstreeks de afwasmachine in. En morgenochtend mogen Kees en Fred die er liefdevol uithalen, glimmend wrijven en opruimen. In hun schortjes, als Wilma en ik ons nog eens lekker omdraaien.”
Fred en ik keken elkaar aan. “Dáár ga je spijt van krijgen, Jo…” hoorde ik Fred brommen. De rest schoot in de lach. “Daar zou ik wel bij willen zijn… Fred in een schortje. Zal je bééldig staan!” Angelique lachte hem uit. “Kijk je uit, kleintje? Anders hang je straks in een lamp of zo. Ik weet waar Kees z’n tiewraps bewaart…” Ze stak haar tong uit.“Dan haalt Wilma me er wel uit. Die is daar lief en lang genoeg voor…”
Joline stak haar hand op. “Mensen: wij zijn bijzonder blij dat jullie hier zijn, da’s alles wat ik verder wil zeggen. Maak er samen een gezellige avond van, eentje waarop we straks met een goed gevoel op terug kunnen kijken. Ook namens Kees: dank je wel voor jullie komst.”
Een applausje klonk en al gauw was iedereen druk met elkaar in gesprek. Om tien voor vijf belde de cateraar en waren Fred en ik even druk om alles op de bar uit te stallen. Ik had Joline beloofd dat zij zich daar niet druk over hoefde te maken. Toen de cateraar vertrok tikte ik even op een pan.
“Dames en heren… Fred en ik zijn even bezig geweest met het eten klaar te zetten. Vooraf is er groentesoep. En die is beduidend beter dan dat gekleurde hete water in Gorinchem. Vervolgens kunt u kiezen uit drie hoofdgerechten: pasta, hutspot met draadjesvlees of stamppot rauwe andijvie met spekjes. Fred heeft het al voorgeproefd en goed bevonden.” Ik wachtte expres even op commentaar en natuurlijk kwam dat.
“Vind je het gek? Fred vind alles goed als het maar te eten is…” “Fred heeft voorgeproefd? Is er nog wat over?”
Ik grinnikte. “Ik merk dat jullie Fred ondertussen al een beetje kennen. Als iedereen genoeg hoofdgerecht heeft gehad: het dessert bestaat uit een mooie ijsschotel, dus hou daar een plekje voor over. En nogmaals: om tien voor acht wordt u verzocht klaar te zijn met eten, anders komt de cateraar uw bord van uw schoot halen. En of er nog wat op ligt, boeit die jongens niet zo, geloof ik. Eet smakelijk.”
Al gauw was het wat stiller in de kamer: iedereen was lekker aan het eten. Ik schoof naast Denise en Gonnie. “Hé dames… vinden jullie het een beetje gezellig hier?” Denise knikte. “Hoi Kees. Ja, ’t is gezellig. Even je collega’s zien in een andere setting. En prima eten… Mij hoor je niet klagen, hoor!” “Mij ook niet”, vulde Gonnie aan. “En onze mannetjes ook niet, die vinden het al lang prima dat ze niet hoeven af te wassen.” Ik wist dat beide dames al een tijdje getrouwd waren; Gonnie had twee kinderen, Denise eentje. “Die twee koters van mij hebben een prima babysitter: een nichtje van mij. Schat van een meid. Allebei de kinderen zijn dol op haar en zij op hen. Al zouden we haar niets betalen, komt ze toch wel oppassen. En vanavond blijft ze lekker bij ons slapen, anders moet ze vannacht op de fiets naar huis. Dwars door Gorinchem heen. Vonden we niet verantwoord.”
“En jouw zoontje, Denise? Wordt die ook vakkundig opgevangen?” Ze lachte. “Nee hoor. Jeroen is twaalf en dopt z’n eigen boontjes wel. We hebben ‘m beloofd dat, als wij resten aantreffen van feesten of partijen als wij niet thuis zijn, hij de rest van het jaar z’n mountainbike én z’n skateboard vaarwel kan zeggen. Die kijkt wel uit. Hij mocht zelf uitzoeken wat hij wilde eten; dat werd pizza. Verder heeft hij een fles cola en een zak chips. Daar vermaakt hij zich wel mee. Hoeven we niet naar om te kijken. Gelukkig.”
Ze zuchtte even en ik keek vragend.
“Een zus van me heeft ook een zoon in dezelfde leeftijd. En die moet ze bijna aan de tafelpoot vastbinden als zij eens een avondje weg gaan. Vriendjes over de vloer, een enorme bende in huis… We hebben dat jong tijdens de kerstvakantie een paar dagen te logeren gehad; Het was binnen één avond al oorlog in huis.
Ik ben geen voorstander ervan om een kind te meppen, maar ik heb het die dagen een paar keer gedaan. Het jong keek de eerste keer of hij water zag branden. Maar als iemand de kast met koekjes en chocola leegrooft en glashard staat te liegen terwijl er nogal wat ‘wettig en overtuigend bewijs’ tegen hem is, mép ik.
En toen hij weg was beseften we dat wij best wel mazzel hebben met onze Jeroen. Ondanks dat hij soms ook best lastig kan zijn, is het een lief jong.”
Ik knikte. “Ja, je hebt het niet voor het uitkiezen als je kinderen krijgt…” Ze keek me aan. “Kees, alles staat of valt met opvoeding. Als je je kind laat flierefluiten en aan zijn of haar lot overlaat dan krijgt je vroeg of laat de rekening. Meestal vroeg.”
Ik grinnikte. “Alsof ik de moeder van Joline hoor… ‘One oorvijg a day keeps the police away’, was haar motto… En dat hebben Joline’s broers en zijzelf behoorlijk ondervonden.” Ik keek even sip. “En ikzelf een paar keer. Als ik haar aanspreek met ‘aanstaande schoonmoeder’ weet ik dat ik meteen moet wegduiken, want ze heeft een bloedhekel aan dat woord. En ik plaag haar nogal graag…”
“Aha… nu weten we ten minste waar Joline haar capaciteiten vandaan heeft als het gaat om oorvijgen uitdelen”, lachte Gonnie. “We hebben daar in November iets van gezien. En gehoord. Hij schalde door de gang!” Ik knikte. “Je bedoelt onze vorige KAM-coördinator? Ja, die hoorde ik ook. Was vlak bij m’n kantoor. Maar die schertsfiguur zou vandaag geen onderwerp van gesprek zijn, hebben Joline en ik elkaar beloofd. Dus… Ander onderwerp graag.”
Denise knikte. “Ja graag. Ik wil genieten van dit eten. Die hutspot is heerlijk. Zo meteen haal ik nog een portie, denk ik.” “Kijk je uit, Denise? Anders ga ik onze sportloopjes wat intensiveren, hé?” Ze stak haar tong uit.
“Je bent een rotzak, Kees…” “Hé maat, jij zit toch niet mijn lieve collega’s te plagen hé?” Fred stond plotseling achter me. “Nee hoor. We constateerden juist dat we het over een paar dingen eens waren. Onder andere dat Jo een schat was. En een vakvrouw, volgens de meiden.” Fred bromde. “Daar sluit ik me volledig bij aan. En de rest van Backoffice ook. Zeker weten.” Gonnie en Denise knikten. “Ja. En laat deze meisjes nu maar even alleen, Kees. Kunnen we lekker kletsen over mode en zo…”
Fred wenkte. “Kom, Kees. Ik moest nog een portie pasta halen voor Ingrid. Gauw doen, anders heeft mevrouw weer commentaar.” Ik lachte hem uit. “Zit je zó onder de plak bij haar?” Hij bromde. “Het monstertje… Honderd procent het tegenovergestelde van haar voorganger. Heerlijk, om haar erbij te hebben.” “Laat die voorganger van haar nu geen gespreksonderwerp zijn, Fred. Alsjeblieft. Zoals Gonnie net nog zei: ik wil genieten van dit eten. Dus… Pasta halen voor Ingrid!”
Joline was, samen met Wilma met de vriend van Ingrid in gesprek, dus ik schoof bij Ingrid aan. “Zo… Heeft die maat van mij je van voldoende voer voorzien, Ingrid?” Ze knikte. “Ja. Zeldzaam, maar hij is in een galante bui. Zal wel door Wilma komen. Mooi stel, die twee.” Ik knikte. “Ja. Een héél mooi stel. Daarom gaan wij ook samen met hen trouwen.”
Ze keek me aan. “Ik weet dat jullie vrienden zijn. En samen naar Afghanistan zijn geweest. En een paar keer samen hier problemen uit de weg hebben geruimd. Letterlijk. Maar hij wil er niet over praten en de meiden houden ook hun mond er over. ‘Moet je van hemzelf horen’, zei Erika een tijdje terug. Kees, even recht voor z’n raap: waarom gaan jullie samen trouwen? Mag ik dat weten?”
Ik dacht even na. “Ja, dat mag je best weten… Kom, we lopen even naar buiten. Neem je pasta maar mee. Ik pak je jas wel, het begint fris te worden.” Op het terras keek ze even rond. “Mooi hier…” Ik wees haar op de diverse plekjes, tot ze me aankeek. “Je geeft geen antwoord op mijn vraag, Kees. Klets er niet omheen.”
Ik wees. “Dáár ligt de Oirschotse Heide. Militair oefenterrein. Daar hebben Fred en ik elkaar voor het eerst leren kennen. Ja, hij zat in mijn groep op de kazerne, maar je leert elkaar pas goed kennen als je met min zeven graden midden in de nacht samen in een tentje ligt. In een, voor Fred, véél te kleine slaapzak, waar dan ook je mitrailleur bij moest. Wij waren buddy’s. En een aantal maanden later liepen we in Afghanistan rond. Met 30 kilo uitrusting op je nek, je wapen geladen in de hand, ogen op steeltjes, want elk onschuldig ogend jochie kon een informant van Taliban zijn. Die vent die op vijftig meter afstand rustig zijn strootje rookt, kan de ontsteker van een bermbom onder zijn kleding hebben. Kortom: best wel spannend bij tijd en wijle.
Ik was sergeant, groepscommandant van 10 kerels, Fred was mijn mitrailleurschutter. Dáár heeft Fred mijn leven gered. En ik het zijne. En samen met de groep hebben we een paar heftige gevechten tegen Taliban gevoerd. Dat schept een band die hier in Nederland niet mogelijk is. En toen Fred bij DT kwam werken hebben we samen jouw voorganger de deur uitgetrapt en samen een rijke familie bestreden die dacht het Nederlands recht wel even met voeten te treden. Pa, ma, en zoonlief zitten nu voor een aantal jaren achter tralies, inclusief een paar vriendjes van hen. Dat hebben we, Joline, Wilma, Fred en ik samen gedaan, Ingrid.”
Ik keek haar aan. “Begrijp je het nu een beetje?” Ze knikte. “Ik denk het wel. Maar Kees… en ik wurg je als je het aan hem verteld: ik mag die grote beer héél graag.” Ik knikte. “Dat weet hij al lang, schoonheid. Overigens ben ik niet zo bang voor wurging, hoor. Als ik weer iets geflikt heb wat Joline niet zint, dreigt ze me te wurgen met een van haar panty’s. Dus…” Ze giechelde. “Dat dreigement zal ze wel moeten gebruiken dan, denk ik…” Ik keek dreigend. “Pas jij een beetje op? Heb je braaf je bordje leeg? Mooi, dan is het nu tijd voor een stukje dessert. Binnen, want het begint toch wat fris te worden.”
Ook de rest van het gezelschap begon aan het dessert; de pasta was op, evenals de hutspot. Alleen van de stamppot rauwe andijvie was nog behoorlijk wat over. Ik schepte die over in een eigen schaal. “Ik zie net dat ik morgen niet hoef te koken…” Fred keek me aan. “Ik heb net met Wilma afgesproken dat wij hier morgen tot het eten blijven, maatje.” “Leugenaar! Je bent gewoon te beroerd om morgen in de keuken te staan!” Wilma’s ogen vlamden en Fred grinnikte. Toen de catering al hun spullen hadden opgehaald, schoven we de stoelen in een wat kleinere kring. Het was gezellig. De gesprekken gingen uiteraard grotendeels over het werk; dat was niet verwonderlijk.
Ik schoof bij Henry en Andre aan. Die kletsten over het team van Miranda, wat ondertussen helemaal compleet was. “Ik had in het begin wel wat moeite om alle koppen dezelfde richting in te krijgen, Henry, maar na een paar weken draaide het team vrijwel net als de Piraten. Heerlijk! Een paar goeie gesprekken met Henk gehad, wat tips and tricks van hem gekregen… Werkt prima!”
Ik gaf hem een klap op zijn schouder. “Je doet ’t prima, Andre. Hoor ik ook van Miranda.” Hij grijnsde. “Fred en jij mogen twee handen op één buik zijn, Mir en ik zijn dat ook, hoor.” Henry keek vals. “En welke buik is dat dan, Andre?” Marion, die aan de andere kant van Andre zat, snibde: “Die van Andre natuurlijk. Al die pindakaas… Ik moet twee potten in de week kopen, want als de pindakaas op is, is meneer niet te genieten.”
We lachten. “En jouw jongens, Andre? Komen die nog steeds een keer in de twee weken bij jullie?” Hij knikte. “Ja. En dat is gezellig. Ze hebben Marion helemaal geaccepteerd.” Marion knikte. “Wat overigens niet helemaal zonder slag of stoot ging; ze hebben me behoorlijk uitgeprobeerd. Maar nu zijn we de beste maatjes. En het huis is weliswaar niet zo groot, maar ze hebben een kamer voor henzelf, ze kunnen in de tuin ravotten en achter de tuin is een stuk openbaar bos waar ze zich úren in kunnen vermaken, samen met hun vriendjes.”
Andre grinnikte. “Ze hebben zich wel wat moeten aanpassen hoor. Deze dame hier naast me houdt er een nogal streng regime op na. Exact half één en half zes eten. Ben je te laat, dan is dáár de broodtrommel. Zonder beleg. Kamers zijn schoon en opgeruimd voordat er gespeeld kan gaan worden. Vuile kleren meteen in de wasmand, anders zijn ze niet schoon en droog voor zondagavond. Want dan gaan ze weer terug richting Gorinchem, naar m’n ex.”
Ik fronsde. “Jouw voormalige echtgenote heeft toch een naam, Andre? Waarom gebruik je die niet?” Hij keek me somber aan. “Kees, we zijn met gierende ruzie uit elkaar gegaan. Na de scheiding hield ze zich, op een paar incidentjes na, gedeisd. Had haar handen vol aan een aantal nieuwe lovers-voor-een-week. Maar toen ze er achter kwam dat Marion en ik een relatie hadden, begon ze me het leven weer zuur te maken. De jongens proberen op te stoken tegen mij en Marion, elke maand miepen dat de alimentatie nog niet was overgemaakt, terwijl dat wél zo was, roddelen over ons in onze vriendengroep… De trut is gewoon stinkend jaloers. Elke week is er wel wát, en het slaat nergens op. Ik ben in staat om naar haar toe te gaan en haar…”
Marion legde een hand op zijn knie. “We hadden afgesproken dat je dat niet ging doen, Andre.” Hij keek me aan. “En zo zit ik dus nu onder de plak…” Ik wees. “Weet Angelique hiervan? Wellicht dat die wat dingetjes kan regelen. Dit begint op stalking en laster te lijken.” Hij schudde zijn hoofd. “An is, ondanks dat ze een schat van een meid is, juriste van DT, Kees. Niet van ons.”
Ik boog me naar hem toe. “Stommeling. An is niet alleen juriste van DT, maar ook een goeie vriendin van die dame naast je. En als jullie je verhaal vertellen en de feiten zijn zoals jullie het vertellen, kan An daar wel iets mee.” Henry knikte. “Ben ik het volledig mee eens. Je bent een enorme lul als je An niet wat dingen voor je laat regelen.” En met een blik op Marion: “Pardon, mevrouw.”
Andre zuchtte. “Oké… We gaan volgende week eens bij Angelique op consult. Ik hoop dat ’t helpt. Wij zijn dolgelukkig met elkaar, maar dit is iets wat aan ons vreet.” “Nou, doe er dan wat aan. Je bent voormalig piraat; die helpen elkaar.” Henry keek vastbesloten en toen grijnsde hij gemeen. “Dan hebben wij in augustus ten minste wat extra mankracht… bij de verbouwing van het huis van Angelique’s moeder, Gien.”
Ik knikte. “Oh ja… Daar had je het een tijd geleden over… Hoe staat het met die verbouwing?” “De tekeningen zijn klaar en goedgekeurd door de gemeente. Aan de achterzijde wordt de woonkamer uitgebouwd, daarboven een extra kamer. Het dak wordt voorzien van een dakkapel aan de voorzijde en aan de achterkant een dubbele deur zodat je op het dak kunt. Al met al bijna een verdubbeling van ruimte! En dat gaan we in Augustus doen, dus dan heb ik een stelletje bouwvakkers nodig.”
Ik keek verwonderd. “Maar… Jullie huis is toch een huurhuis?” Henry schudde zijn hoofd. “Niet meer. Gien kreeg een paar jaar geleden al een aanbod van de woningcoöperatie om het te kopen, maar dat kon ze toen niet. Vier maanden geleden hebben we de koppen eens bij elkaar gestoken, de makelaar van de woningbouw gebeld en gezegd dat we het huis wel wilden kopen. Op een paar voorwaarden.”
Hij gniffelde.
“Die makelaar hanteerde een vaste prijs: 230.000 euro. Onderhandelen was niet mogelijk. Take it or leave it. Angelique heeft toen eens wat juridisch gezeik er op losgelaten…” An onderbrak hem meteen trap op zijn voeten. “Dat anderen zo over mijn beroep praten is tot daar aan toe, meneer Claassen. Maar van u pik ik dat niet, begrepen?”
Henry vervolgde onaangedaan: “… en ik ben eens op de bouwkundige toer gegaan.
Dakpannen: 45 jaar oud.
Verfwerk buiten: is de laatste tien jaar nooit iets aan gedaan.
Verwarming draait op een nul-rendements combiketeltje van 20 jaar oud, waar ook de laatste 6 jaar niet naar omgekeken is. Heel Waardenburg werd verwarmd als Gien de CV aanzette.
Enkel glas in alle kozijnen.
En zo waren er nog wat dingetjes. Kortom: men heeft zijn plichten als verhuurder de afgelopen jaren gewoon laten liggen. An heeft daar wat jurisprudentie over opgezocht en ik heb een lijst met gebreken opgesteld.
Samen met een paar andere bewoners van het rijtje zijn we naar de coöperatie gegaan en hebben dat onder de neus van de waarnemend directeur geschoven. En hem verteld dat de makelaar voet bij stuk hield qua prijs, en in de folder voor geïnteresseerden het deed voorkomen alsof men paleis Soestdijk kocht. En dat Gien als huurder gedurende meer dan 15 jaar wel voor een redelijke coulance-regeling in aanmerking zou mogen komen.
Kortom: een week later stond er een technisch opzichter van de woningbouw bij ons binnen; de man schrok zich kapot. En een week daarna lag er een bod van de woningbouw zelf; ze hadden afscheid genomen van de makelaar. Het bod was 60.000 euro lager. Uiteindelijk heeft Gien het huis kunnen kopen voor 150.000 euro. En kunnen we de verbouwing betalen, samen met de buren links en rechts, die hetzelfde doen.”
Ik floot. “Mooi man… Heeft Gien wel verdiend, na al die jaren armoe troef en koud douchen.” Hij knikte. “An en ik zijn dolblij dat we iets voor haar konden terug doen. Als het huis klaar is, slapen wij achter en zij gaat voor slapen. Die twee kamertjes aan de voorkant verbouwen we tot één grote slaap/zitkamer. De natte groep tussen haar en onze slaapkamer, zodat iedereen wat privacy heeft.” Hij grijnsde. Andre en ik grinnikten mee. “Ja, daar hebben we beeld bij, geloof ik.”
Andre sloeg Henry op zijn schouder. “En wij gaan jullie meehelpen!” Ik knikte. “Joline en ik ook. En wie weet, kunnen we nog wat dagen ‘bouwvakkersverlof’ van onze directeur lospeuteren…” Henry lachte. “Dank jullie wel. Het meeste kan ik zelf wel, hoor. Als vakantiewerk heb ik vier jaar lang bij een bouwbedrijf gewerkt. Op de steiger, tussen de jongens. Veel geleerd.”
Andre zei: “Joh, het zal me een zorg zijn wat ik moet doen… Al moet ik alleen maar opperen, dan doe ik dat.” “Opperen?” vroeg ik. “Met een kruiwagen de stenen naar boven sjouwen, Kees. Of, als je pech hebt: zonder kruiwagen en zonder bouwlift. Ik weet uit ervaring dat je ’s avonds dan helemaal gesloopt bent.”
Henry grinnikte veelbelovend.
Andre en Henry gingen verder over de bouw. Ik liep naar de bar, stal een zoentje van Joline en begon een gesprek met de vriend van Ingrid. Die stond een beetje alleen naar buiten te kijken. Een vrij jonge knul, Roland heette hij. Ik vroeg hem wat hij in het dagelijks bestaan deed. “Ik zit nog op school, Kees. Net als Ingrid: Integrale Veiligheid in de Hogeschool Utrecht. Ingrid lag een jaar op me voor.” “En welke kant ga je op na je opleiding? Ook richting Arbo of Kwaliteitszorg?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee. Ik wil meer de cyberkant uit. Geen Safety, maar Security. Interessanter.”
Ik wees. “Dan moet je eens met Fred gaan praten. Die zit tot over z’n oren in die business.” “Heb ik al gedaan… Ik stond er net over te denken of ik nóg vijf jaar naar school wil. Want als je je een beetje in cyber wil verdiepen, wordt het een academische opleiding… En ik weet niet of ik Ingrid dat aan kan doen. Ze werkt zich nu al te pletter…”
Ik keek vragend. “Nou, als ik thuiskom van school, moet ik meteen aan de slag met huiswerk en m’n scriptie. Zij komt thuis en is klaar met werk. En gaat dus koken en doet de was en zo…” Ik keek blijkbaar zeer afkeurend, want hij zei: “Wat is daar mis mee?” Ik schoof de deur naar het terras open. “Even hier buiten kletsen, Roland.” Ik sloot de deur achter ons. “Ik kan natuurlijk alleen voor onszelf spreken, Roland, maar… Joline en ik wonen sinds 9 maanden samen. Joline studeert ook. Is Bachelor, maar gaat door met haar Master. Ik studeer niet, behalve op de bugel, maar da’s hobby. Maar wij doen SAMEN het huishouden. Kortom: ga je ook eens verdiepen in de programma’s van de wasmachine. Kun je koken? Ga dan koken als je meissie eens moe thuiskomt na een dag op Backoffice gezeten te hebben. Samen dingen doen. En meer zeg ik er niet over; denk er maar eens over na. En nu weer naar binnen; het is fris buiten.”
Rond een uur of elf gingen de gasten weg. Bedankjes klonken en men was het er over eens: dit moeten we elk jaar een keer doen. Om half twaalf zaten Fred, Wilma, Joline en ik in een kringetje rond de tafel. Met een borrel voor ons. “Héhé… Best vermoeiend hoor, zo’n etentje. Maar vreselijk gezellig!” Joline knikte. “Gelijk heb je, Wilma. Ik ken nu de partners van onze collega’s en dat is leuk. Dan kun je één en ander plaatsen als er eens een opmerking wordt gemaakt.”
Ze gaapte. “Maar… nu wil ik onder de wol. Het was me het dagje weer wel. Jullie hoeven geen ontbijt te maken; we zien wel wanneer we er uit komen, oké?” Fred knikte, Wilma ook. “Ik zal even de bank uittrekken, jongens. En een paar matjes voor Fred pakken.” Even later sloten we de deur van de slaapkamer. “Zo, die zijn ook onder zeil. Nu wij nog, schat.”
Joline trok haar rok uit, gevolgd door haar blouse.”Lekker slapen, Kees… Ze trok een nachthemdje aan en kroop in bed. Zonder haar tanden te poetsen. “Ben ik te duf voor…” was haar antwoord toen ik er naar vroeg. Ik kroop even later naast haar. “Het was gezellig, schat.” “Hmmm….” klonk als antwoord. Die was al bijna vertrokken. Dan ik ook maar. En dat duurde niet lang.
Een appje van Derk: “Kees en Fred: gisteren geen tijd gehad om naar jullie toe te komen. Sorry dat ik jullie niet gebeld heb. Bel mij even als jullie tijd hebben. Groet, Derk.” Ik keek op m’n horloge: nee, nog niet. Het was nét half acht. Tien uur is vroeg genoeg.
Na het ontbijt gingen we aan de slag: Joline ging aan de slag in de logeerkamers, ik begon met de ramen. Binnen- en buitenkant, terrras weer klaar maken voor de zomer, dus de plantenbakken weer ontdoen van bedekking, snoeien waar nodig, mest aanvullen… Ik besloot dat er nieuwe planten bij moesten komen; wat meer planten met bloemen. Dus ook even langs de bloemisterij straks. De tuinstoelen uit de berging beneden waren nodig als aanvulling op het gewone meubilair. Even tellen… Erica, Denise, Gonnie, Ingrid, Fred, Angelique en Marion… 7 collega’s, allemaal met partner en wijzelf nog: 16 mensen. Alle tuinstoelen dus vanuit de berging naar boven, dan had iedereen een plekje.
Nadat ik de kamer had gedweild en gezogen zette ik alle meubels in een grote kring. Tafeltjes op reik-afstand… Prima zo. Joline kwam binnen, bekeek de opstelling en knikte. “Prima zo, Kees. Gezellig, ik heb er zin in.” Ik keek haar aan. “Heb jij de logeerdouche klaargemaakt voor Fred en Wilma?” Ze trok haar neus op. “Die maken ze zelf maar klaar. Zal ik een pakje condooms kopen bij de drogist en dat er suggestief neerleggen?” “Ik weet niet of de drogist Fred z’n maat heeft, schat…”
Ze keek nieuwgierig. “Is het zó erg?” Ik grinnikte. “Ik heb Fred nog nooit in opperste staat van opwinding gezien, maar zijn apparaat was ‘in ruste’ ook nogal imponerend. Wij hadden het wel eens over Fred z’n derde arm…” Joline trok een gezicht. “Ik heb, met terugwerkende kracht, medelijden met Wilma. Zo’n apparaat in je poes en dan nog 110 kilo Fred bovenop je… Arme meid.” “Ga maar eens met haar praten op jullie vrijgezellenfeest. Welke standjes…” Verder kwam ik niet: ik kreeg een stomp. “Hou je kop! Je bent een vreselijke vent!” Haar ogen lachten echter.
Samen namen we nog even onze eigen slaap- en badkamer onder handen. “Stel dat het bezoek nieuwsgierig is waar wij ons moede hoofd te ruste leggen… Dan moet de echtelijke sponde er een beetje netjes uitzien, Kees!” Ik knikte. “Natuurlijk. Zal ik dan ook een stukje ducktape over Balou z’n snuit plakken? Als dat beest gaat vertellen wat hij hier allemaal heeft meegemaakt, durf jij aanstaande maandag je neus niet meer in Gorinchem te laten zien. Ik trouwens ook niet.”
Joline pakte Balou op. “Dat doet mijn lieve beer niet. Bovendien was mijn beer wel wat gewend, zelfs voordat ik hier kwam wonen.” Ze giebelde. “Mevrouw Boogers… U houdt wat voor mij achter! Vertel!” Ze trok me op bed, keek me aan en bloosde.
“In Malden heb ik me ook best wel regelmatig liggen verwennen, Kees. Een paar jaar geleden gingen Pa en Ma twee weken op vakantie. In de herfstvakantie. Ik had geen college en kon door de week op het huis passen. In het weekend kwam Ton thuis. En de dagen dat ik alleen thuis was, heb ik mezelf best wel uitgebreid liggen verwennen… Nadat ik alle buitendeuren grondig op slot had gedaan, met de sleutels in het slot, zodat ik niet verrast kon worden. Eerst mezelf lekker optutten, sexy kleren aan, plastic over het bed heen, heel veel water drinken en dan…” Ze bloosde.
“Had me gebeld, schat. Dan had ik lekker meegedaan.” Ze giechelde weer. “Dan was jij rennend het huis uit gevlucht, Kees. Ik viel toen nog niet binnen jouw interesses: techniek, klassieke muziek en hardlopen. Maar Balou heeft er misschien wel van genoten. Maar hij heeft beloofd dat hij z’n berenbek er nooit over open doet. Op straffe van een langzame verstikkingsdood met behulp van een ultrafijne panty…”
Ik grinnikte. “Op een of andere manier komt dat me bekend voor. Balou, we moeten eens praten, knul.” Een bromstem antwoordde: “Ik kijk wel uit, Kees. Voorlopig nog geen zin om in de vuilnisbak te eindigen.” Joline knuffelde de beer. “Goed zo, Balou. Brave beer.” Ze keek me aan. “Denk er maar eens aan Kees, hoe ik wijdbeens, de steel van een haarborstel in m’n poesje, mezelf lekker kletsnat lag te verwennen. Lekkere dunne lingerie aan, nylons…”
Haar blik werd verleidelijk en ondeugend. “Dat gaan we eens overdoen, Jolientje. En dan geen haarborstel in je poesje, maar je vriendje op batterijen… En ik ga kijken!” Ze trok me tegen zich aan. “Lekker…” Een lange zoen volgde. “Geile meid van me. Ik weet volgens mij nog lang niet alles van jou.” Haar ogen begonnen te lachen. “Pas nadat je bij het kruisje hebt getekend, Kees. Tijdens onze huwelijksreis zal ik je voorzichtig een en ander vertellen. Niet eerder. En nu weer verder gaan met werken meneer. Anders weet ik waar dit onderonsje eindigt: tussen de lakens. Jij moet nog boodschappen doen: planten, drank, knabbels en het eten voor morgen en maandag. Húp!” Ze trok me overeind.
“Eerst even Derk bellen, schat. Het is nu half elf, zal hij z’n bed wel uit zijn. En anders speel ik wel voor wekker.” Ik belde. “Goedemorgen Kees… Sorry voor het verstek laten gaan gisteren. We hadden een ongeval hier. Kostte nogal wat tijd.” “Dat is oké, Derk. Dat soort zaken gaan voor. Maar wat wilde je bespreken?” Hij kuchte. “Ik loop even naar m’n bureau. Anders hoor je de hond blaffen tijdens ons gesprek…
Kees, ik wilde jullie indelen bij 1 CIMIC-bataljon in Apeldoorn. Als het goed is heb je van de commandant een uitnodiging gekregen voor een symposium daar.” “Klopt. En ik heb teruggemaild dat Fred en ik komen.”
Hij zuchtte. “Precies. En sinds dat mailtje is de commandant van dat bataljon er mordicus op tegen dat jullie bij hem geplaatst worden. Zijn letterlijke tekst luidde: ‘Derk, ik wil die twee onruststokers hier niet. Dat geeft binnen 5 minuten gillende heibel.’ Kees, kan jij dat uitleggen?”
Ik voelde dat ik woedend werd, maar beheerste me. “Ja, dat kan ik. Bij 1 CIMIC werkt een zekere reserve-kapitein: Adema. Hij verstuurde de uitnodiging voor dat symposium namens zijn commandant naar de prive-mailadressen van Fred en mij. Maar Fred en ik kénnen meneer de reserve-kapitein. Hij heeft gedurende een week of drie bij Developing Technics gewerkt als kwaliteits-functionaris. Ik zal niet in details gaan, maar hij is, na een aantal bijzondere nare incidenten, op staande voet ontslagen bij DT. Fred en ik hebben hem, op verzoek van onze directeur, de deur uitgewerkt. Déze meneer stuurde de uitnodigingsmail naar onze privé mailadressen. Die kende hij niet; we hadden alleen gemaild per mail van DT. En zowel de adressen van Fred als van mij zijn moeilijk aan ons te linken. Fred en ik mailden de bevestiging terug en, heel gemeen natuurlijk, met onze volledige naam en vroegere rang. We waren stiekem wel benieuwd naar de gezichtsuitdrukking van deze kapitein als hij onze retourmails zou lezen..."
Het was even stil aan de andere kant. Toen klonk er een fluitje. “Er vallen nu een paar puzzelstukjes op z’n plaats, Kees. In eerste instantie was de bataljonscommandant blij dat jullie zouden komen; gisteren was hij als een blad aan een boom omgedraaid. Ik denk dat iemand hem iets heeft ingefluisterd.”
“Dat denk ik ook. En laat me raden: meneer de reserve-kapitein werkt nu fulltime voor het bataljon?” “Ehh…. Volgens mij wel ja. Hoezo?” Ik grinnikte cynisch. “Meneer is ergens in November bij DT ontslagen. Was dus werkloos en heeft vervolgens waarschijnlijk geroepen dat hij meer tijd ter beschikking had om zijn diensten in te zetten in Apeldoorn. Waar men, gezien het aantal vacatures bij de Landmacht, waarschijnlijk best blij mee was. En hij had een fulltime inkomen... Heb ik gelijk of niet?”
Even was het stil. “Weet ik zo niet. Maar ik ga in Apeldoorn eens wat inlichtingen inwinnen, Kees. Hoe dan ook: ik zorg dat jullie volgende week woensdag welkom zijn. Die kapitein neem ik wel voor m’n rekening, reken daar maar op.” “Oké… Zal ik dit verhaal aan Fred doorgeven?”
Hij lachte. “Graag. Scheelt mij pijn aan m’n oren. Als die vent lacht… Sjongejonge. Alsof er een Leopardtank langskomt.” “Ik zal het hem zeggen. Maar nu laat ik je met rust; zien wij jou woensdag in Apeldoorn?”
“Ik ga het proberen. Ik ga hoe dan ook, vóór woensdag even met de bataljonscommandant praten. Dan weet hij van de hoed en de rand.” “Prima… Dan wens ik je alvast een prettig weekend. Bedankt voor dit belletje, Derk!” “Graag gedaan Kees. Groeten!”
Ik hing op. Zo... Meneer Adema had dus waarschijnlijk wat verhalen lopen rondstrooien in Apeldoorn… Daar zou hij ernstig spijt van krijgen. Ik was niet wraakzuchtig en Fred ook niet, maar dit ging vér over de schreef. Ik vertelde het verhaal aan Joline. “Verlaag je niet zijn niveau, Kees. Doe exact hetzelfde als Angelique en Henry met hem deden na zijn gespioneer: draai hem demonstratief de rug toe. En als die commandant wil weten wat er in Gorinchem gebeurd is: laat hem het verhaal vertellen. Waar jullie bij zijn. En als hij ook maar één komma van de waarheid afwijkt, vertel je jullie versie van het verhaal. Laat hem z’n eigen kuil graven en er zelf indonderen.”
Ik knikte langzaam. “Misschien wel de beste optie, schat. Je bent nog steeds een hartstikke slimme vrouw.” Ik omarmde haar. Even later duwde ze me weg. “Vanavond is hij géén gespreksonderwerp, Kees. Ook niet als onderonsje tussen Fred en jou. Morgenochtend vertel je het hem pas. Niet eerder. Anders beheerst die flapdrol nog een deel van de avond en daar heb ik geen zin in. We houden het vanavond gezellig.” Ze meende het en ik knikte. “Roger madam.”
Ze tikte op mijn neus. “Mooi. Dan gaan we nú boodschappen doen. En ja, ik ga mee, anders koop jij alleen maar vette zoutjes en niks gezonds voor bij de borrel.” “Hoho mevrouw… Ik ga wel degelijk groenvoer kopen, hoor. Niet alleen de groenten voor zondag, maar ik wil ook nog een aantal nieuwe planten voor buiten kopen. En nieuwe potaarde en wat mest. Nou ja, plantenvoeding voor vaste planten dus. Vanmiddag even het terras even opleuken. Het is lente en dan moet er wel wat groeien hier.” Joline knikte. “Goed plan. Als de tent straks maar niet naar verse mest ruikt.” “Dan nodigen we jou Pa toch gewoon ook uit? Voelt hij zich thuis…” Een opgetrokken neus was haar reactie. “Kom, tassen pakken en boodschappen doen!”
Tien minuten later stonden we in de supermarkt. Bier was niet nodig; we hadden nog een bijna vol krat. Ik kocht wat ‘laffe mixdrankjes’ voor de dames, een aantal flessen fris, zoutjes, bloemkool, kleine worteltjes en selderiestengels. De laatsten waren ook voor bij de borrel; niet vet, wel lekker. Koekjes voor bij de koffie, eten voor zondag… Met een redelijk volgeladen winkelwagentje kwamen we de winkel weer uit. Vervolgens naar het tuincentrum voor viooltjes, plantenvoeding en een paar zakken tuinaarde. Kortom: de achterbak van de Volvo lag op de terugweg best vol.
Overdreven zuchtend sleurde ik de zakken tuinaarde de lift in. “Onze volgende woning wordt gelijkvloers, Joline. Met een terras van betontegels rondom het huis.” Ze trok een wenkbrauw op. “Waarom? Ons huidige huis is ook gelijkvloers. Met een terras. Maakt geen moer uit; je sjouwt toch wel met tuinaarde.” Ze lachte liefjes. “En wees blij dat er een lift is in dit appartementencomplex, Kees Jonkman! Anders had je die drie zakken tuinaarde alle negen verdiepingen omhoog moeten zeulen!” Ik zuchtte overdreven. “Ik krijg al spierpijn als ik er aan denk. De volgende keer dat ik planten koop zijn ze van plastic. Eén keer in de twee weken de hogedrukspuit er op en klaar…” Een sarcastisch lachje was Joline’s reactie.
’s Middags waren we best wel druk: hapjes klaar maken, kopjes klaar zetten, ik was bezig met de plantenbakken… Voordat we het wisten was het vier uur. Maar toen waren we ook klaar. “Zo Kees. Nog even douchen en omkleden. Dan zitten, een kop koffie en wachten tot het bezoek komt.” Onder de douche knuffelden we even. “Hé mooie naakte vrouw… Heb je er zin in?” “Altijd Kees, dat weet je toch?” Joline keek ondeugend en ik zuchtte. “Ik had het niet over je activiteiten met de steel van je haarborstel schat. Ik had het over de gezellige avond die nu komt.” Ze keek teleurgesteld. “Ohhhh… Jammer, ik had al wat klaargelegd.”
Ze pakte de borstel die we voor onze ruggen gebruikten en masseerde de steel nogal suggestief. “Dat is bluf, mevrouw Boogers. Honderd procent bluf.” De steel van het ding was nogal wat dikker dan mijn paal. “Bovendien: als je die in je poesje steekt, rek je uit en ben je niet meer zo lekker nauw als je nu bent.”
Ze speelde teleurstelling. “Jammer… Het had me wel lekker geleken. En denk jij er aan dat, mochten we ooit kinderen krijgen, ik daarna waarschijnlijk ook niet meer ‘zo lekker nauw’ ben als nu?” Ze keek me fronsend aan.
“Ja, dat klopt. Maar je hebt je mondje nog, meisje Boogers…” Péts! Mijn oor deed pijn. “Smeerlap! Sexistische, vrouw-onvriendelijke rotzak! Ga je schamen!” Haar ogen vlamden even, toen begon ze te lachen. “Zo, die had je te pakken. Ga er maar uit, om te voorkomen dat er nu andere zaken in mijn lieve poesje komen. En vanavond ben jij héél lief voor me, anders zwaait er wat!” Ik swingde even met mijn heupen, zodat mijn paal ook heen en weer ging. “Er zwaait nu al wat, mevrouw…”
Ze wees. “Er uit, vieze man! Het valt me mee dat je geen lange regenjas draagt!” “Dan helpt het douchen niet zoveel, mevrouw…” Gniffelend stapte ik de douche uit, droogde me af en hielp Joline even later ook met afdrogen. “Wat trek je aan, Kees?” “Nette broek, overhemd. Geen stropdas, schat. Het moet gezellig zijn. Niet formeel.” Ze dacht even na. “Oké. Dan trek ik een simpel rokje aan en een leuke blouse. En platte schoenen, geen hoge hakken.”
Ik trok een vragend gezicht en Joline verklaarde: “Hoge hakken zijn een van de vele wapens van de dames om een vent te verleiden. Heb ik vanavond geen zin in.” Ondeugend voegde ze er aan toe: “De vent die ik wilde verleiden staat hier al.” Ik knikte met een treurig gezicht. “Ja. Diep in je netten verstrikt…” Joline lachte, deed een stap naar me toe en kuste me. “Klopt. En in m’n nylons en panty’s. Nóg zo’n wapen van de dames.” We grinnikten als samenzweerders. “Kom, meneer Jonkman. Aankleden. Voor hetzelfde geld staat er al een stelletje op de stoep die er heel veel zin in heeft en een half uur te vroeg is. Zelfs dan wil ik gewoon mezelf zijn en er netjes uitzien.” Joline trok inderdaad een rok aan: dezelfde als op onze eerste afspraak in Den Bosch.
“Hé dame… Dit rokje brengt goede herinneringen boven! Van de grachtengordel in Den Bosch en een donkere parkeergarage in dezelfde stad. Ik weet niet of ik je vanavond met rust kan laten…” Ik streelde haar billen. “Je beheerst jezelf maar, Kees. Totdat iedereen de deur uit is en we zeker weten dat Fred Wilma aan het verwennen is in de logeerdouche. Of omgekeerd, maar dat mogen ze zelf bepalen. Niet eerder.”
Ze ging onaangedaan verder met aankleden en ik dus ook maar. En om kwart voor vier waren we gereed om het bezoek te ontvangen. Ik sloeg m’n armen om Joline heen. “Hé schat… En nu zonder dollen: heb je er zin in?” Ze knikte. “Ja. Sowieso heb ik een heel fijn team om mee te werken en ik wil ze nu ook eens met partners zien en daarmee kennismaken. Gelachen wordt er zeer zeker, Kees.” “Dat denk ik ook, schat. Laten we ervan genieten!”
Een lange zoen volgde, die onderbroken werd door de bel. Joline liep naar de intercom. Angelique en Henry stonden voor de buitendeur. “Kom maar boven!” De minuten daarna ging de bel met regelmaat, totdat iedereen binnen was. We hadden twee grote thermoskannen met koffie op de bar gezet.
Toen iedereen zat, stond Joline op. “Beste mensen… Kees en ik zijn blij dat we Backoffice nu eens compleet hier konden uitnodigen. Inclusief partner, want die moeten ook weten waarom ze jullie elke avond intensieve trauma-begeleiding moeten geven…” Een lachbui volgde. “We hebben in dit huis een paar regels”, vervolgde Joline. “Straks komt een cateraar het eten brengen. Om acht uur komt hij de restjes ook ophalen, dus zorg ervoor dat je voor acht uur genoeg gegeten hebt. Eten en drinken is zelfbediening; als je vanavond hongerig dit pand verlaat is het je eigen stomme schuld. Kees en ik willen vanavond ook gewoon gezellig met iedereen kletsen in plaats van in een schortje rondrennen om te vragen wat je wil drinken.”
“Het zou Kees best wel charmant staan, Joline…” Ingrid lachte zachtjes en ik keek haar aan. “Ik zal je straks een modeshow geven, goed?” Ze knipoogde. Joline ging met een glimlach verder. “Als Kees de Chippendale wil uithangen… Liever hier dan in Gorinchem. Maar goed, waar was ik gebleven? Oh ja… Als er rokers onder jullie zijn: prima, maar graag buiten op het terras. Daar staan ook een paar asbakken. Ook als je niet rookt mag je op het terras vertoeven; de temperatuur is nu nog redelijk, straks wordt het frisser. En verder kennen we hier geen vaste zitplaatsen. Ga in de loop van de avond gerust ergens anders zitten om met iemand anders te kletsen. Wel zo gezellig. En wees niet bang om ons met een enorme afwas achter te laten: sowieso haalt de cateraar de borden, het bestek, schaaltjes en warmhoudspullen op, maar de glazen, kopjes en bakjes die we de rest van de avond gebruiken gaan vanavond rechtstreeks de afwasmachine in. En morgenochtend mogen Kees en Fred die er liefdevol uithalen, glimmend wrijven en opruimen. In hun schortjes, als Wilma en ik ons nog eens lekker omdraaien.”
Fred en ik keken elkaar aan. “Dáár ga je spijt van krijgen, Jo…” hoorde ik Fred brommen. De rest schoot in de lach. “Daar zou ik wel bij willen zijn… Fred in een schortje. Zal je bééldig staan!” Angelique lachte hem uit. “Kijk je uit, kleintje? Anders hang je straks in een lamp of zo. Ik weet waar Kees z’n tiewraps bewaart…” Ze stak haar tong uit.“Dan haalt Wilma me er wel uit. Die is daar lief en lang genoeg voor…”
Joline stak haar hand op. “Mensen: wij zijn bijzonder blij dat jullie hier zijn, da’s alles wat ik verder wil zeggen. Maak er samen een gezellige avond van, eentje waarop we straks met een goed gevoel op terug kunnen kijken. Ook namens Kees: dank je wel voor jullie komst.”
Een applausje klonk en al gauw was iedereen druk met elkaar in gesprek. Om tien voor vijf belde de cateraar en waren Fred en ik even druk om alles op de bar uit te stallen. Ik had Joline beloofd dat zij zich daar niet druk over hoefde te maken. Toen de cateraar vertrok tikte ik even op een pan.
“Dames en heren… Fred en ik zijn even bezig geweest met het eten klaar te zetten. Vooraf is er groentesoep. En die is beduidend beter dan dat gekleurde hete water in Gorinchem. Vervolgens kunt u kiezen uit drie hoofdgerechten: pasta, hutspot met draadjesvlees of stamppot rauwe andijvie met spekjes. Fred heeft het al voorgeproefd en goed bevonden.” Ik wachtte expres even op commentaar en natuurlijk kwam dat.
“Vind je het gek? Fred vind alles goed als het maar te eten is…” “Fred heeft voorgeproefd? Is er nog wat over?”
Ik grinnikte. “Ik merk dat jullie Fred ondertussen al een beetje kennen. Als iedereen genoeg hoofdgerecht heeft gehad: het dessert bestaat uit een mooie ijsschotel, dus hou daar een plekje voor over. En nogmaals: om tien voor acht wordt u verzocht klaar te zijn met eten, anders komt de cateraar uw bord van uw schoot halen. En of er nog wat op ligt, boeit die jongens niet zo, geloof ik. Eet smakelijk.”
Al gauw was het wat stiller in de kamer: iedereen was lekker aan het eten. Ik schoof naast Denise en Gonnie. “Hé dames… vinden jullie het een beetje gezellig hier?” Denise knikte. “Hoi Kees. Ja, ’t is gezellig. Even je collega’s zien in een andere setting. En prima eten… Mij hoor je niet klagen, hoor!” “Mij ook niet”, vulde Gonnie aan. “En onze mannetjes ook niet, die vinden het al lang prima dat ze niet hoeven af te wassen.” Ik wist dat beide dames al een tijdje getrouwd waren; Gonnie had twee kinderen, Denise eentje. “Die twee koters van mij hebben een prima babysitter: een nichtje van mij. Schat van een meid. Allebei de kinderen zijn dol op haar en zij op hen. Al zouden we haar niets betalen, komt ze toch wel oppassen. En vanavond blijft ze lekker bij ons slapen, anders moet ze vannacht op de fiets naar huis. Dwars door Gorinchem heen. Vonden we niet verantwoord.”
“En jouw zoontje, Denise? Wordt die ook vakkundig opgevangen?” Ze lachte. “Nee hoor. Jeroen is twaalf en dopt z’n eigen boontjes wel. We hebben ‘m beloofd dat, als wij resten aantreffen van feesten of partijen als wij niet thuis zijn, hij de rest van het jaar z’n mountainbike én z’n skateboard vaarwel kan zeggen. Die kijkt wel uit. Hij mocht zelf uitzoeken wat hij wilde eten; dat werd pizza. Verder heeft hij een fles cola en een zak chips. Daar vermaakt hij zich wel mee. Hoeven we niet naar om te kijken. Gelukkig.”
Ze zuchtte even en ik keek vragend.
“Een zus van me heeft ook een zoon in dezelfde leeftijd. En die moet ze bijna aan de tafelpoot vastbinden als zij eens een avondje weg gaan. Vriendjes over de vloer, een enorme bende in huis… We hebben dat jong tijdens de kerstvakantie een paar dagen te logeren gehad; Het was binnen één avond al oorlog in huis.
Ik ben geen voorstander ervan om een kind te meppen, maar ik heb het die dagen een paar keer gedaan. Het jong keek de eerste keer of hij water zag branden. Maar als iemand de kast met koekjes en chocola leegrooft en glashard staat te liegen terwijl er nogal wat ‘wettig en overtuigend bewijs’ tegen hem is, mép ik.
En toen hij weg was beseften we dat wij best wel mazzel hebben met onze Jeroen. Ondanks dat hij soms ook best lastig kan zijn, is het een lief jong.”
Ik knikte. “Ja, je hebt het niet voor het uitkiezen als je kinderen krijgt…” Ze keek me aan. “Kees, alles staat of valt met opvoeding. Als je je kind laat flierefluiten en aan zijn of haar lot overlaat dan krijgt je vroeg of laat de rekening. Meestal vroeg.”
Ik grinnikte. “Alsof ik de moeder van Joline hoor… ‘One oorvijg a day keeps the police away’, was haar motto… En dat hebben Joline’s broers en zijzelf behoorlijk ondervonden.” Ik keek even sip. “En ikzelf een paar keer. Als ik haar aanspreek met ‘aanstaande schoonmoeder’ weet ik dat ik meteen moet wegduiken, want ze heeft een bloedhekel aan dat woord. En ik plaag haar nogal graag…”
“Aha… nu weten we ten minste waar Joline haar capaciteiten vandaan heeft als het gaat om oorvijgen uitdelen”, lachte Gonnie. “We hebben daar in November iets van gezien. En gehoord. Hij schalde door de gang!” Ik knikte. “Je bedoelt onze vorige KAM-coördinator? Ja, die hoorde ik ook. Was vlak bij m’n kantoor. Maar die schertsfiguur zou vandaag geen onderwerp van gesprek zijn, hebben Joline en ik elkaar beloofd. Dus… Ander onderwerp graag.”
Denise knikte. “Ja graag. Ik wil genieten van dit eten. Die hutspot is heerlijk. Zo meteen haal ik nog een portie, denk ik.” “Kijk je uit, Denise? Anders ga ik onze sportloopjes wat intensiveren, hé?” Ze stak haar tong uit.
“Je bent een rotzak, Kees…” “Hé maat, jij zit toch niet mijn lieve collega’s te plagen hé?” Fred stond plotseling achter me. “Nee hoor. We constateerden juist dat we het over een paar dingen eens waren. Onder andere dat Jo een schat was. En een vakvrouw, volgens de meiden.” Fred bromde. “Daar sluit ik me volledig bij aan. En de rest van Backoffice ook. Zeker weten.” Gonnie en Denise knikten. “Ja. En laat deze meisjes nu maar even alleen, Kees. Kunnen we lekker kletsen over mode en zo…”
Fred wenkte. “Kom, Kees. Ik moest nog een portie pasta halen voor Ingrid. Gauw doen, anders heeft mevrouw weer commentaar.” Ik lachte hem uit. “Zit je zó onder de plak bij haar?” Hij bromde. “Het monstertje… Honderd procent het tegenovergestelde van haar voorganger. Heerlijk, om haar erbij te hebben.” “Laat die voorganger van haar nu geen gespreksonderwerp zijn, Fred. Alsjeblieft. Zoals Gonnie net nog zei: ik wil genieten van dit eten. Dus… Pasta halen voor Ingrid!”
Joline was, samen met Wilma met de vriend van Ingrid in gesprek, dus ik schoof bij Ingrid aan. “Zo… Heeft die maat van mij je van voldoende voer voorzien, Ingrid?” Ze knikte. “Ja. Zeldzaam, maar hij is in een galante bui. Zal wel door Wilma komen. Mooi stel, die twee.” Ik knikte. “Ja. Een héél mooi stel. Daarom gaan wij ook samen met hen trouwen.”
Ze keek me aan. “Ik weet dat jullie vrienden zijn. En samen naar Afghanistan zijn geweest. En een paar keer samen hier problemen uit de weg hebben geruimd. Letterlijk. Maar hij wil er niet over praten en de meiden houden ook hun mond er over. ‘Moet je van hemzelf horen’, zei Erika een tijdje terug. Kees, even recht voor z’n raap: waarom gaan jullie samen trouwen? Mag ik dat weten?”
Ik dacht even na. “Ja, dat mag je best weten… Kom, we lopen even naar buiten. Neem je pasta maar mee. Ik pak je jas wel, het begint fris te worden.” Op het terras keek ze even rond. “Mooi hier…” Ik wees haar op de diverse plekjes, tot ze me aankeek. “Je geeft geen antwoord op mijn vraag, Kees. Klets er niet omheen.”
Ik wees. “Dáár ligt de Oirschotse Heide. Militair oefenterrein. Daar hebben Fred en ik elkaar voor het eerst leren kennen. Ja, hij zat in mijn groep op de kazerne, maar je leert elkaar pas goed kennen als je met min zeven graden midden in de nacht samen in een tentje ligt. In een, voor Fred, véél te kleine slaapzak, waar dan ook je mitrailleur bij moest. Wij waren buddy’s. En een aantal maanden later liepen we in Afghanistan rond. Met 30 kilo uitrusting op je nek, je wapen geladen in de hand, ogen op steeltjes, want elk onschuldig ogend jochie kon een informant van Taliban zijn. Die vent die op vijftig meter afstand rustig zijn strootje rookt, kan de ontsteker van een bermbom onder zijn kleding hebben. Kortom: best wel spannend bij tijd en wijle.
Ik was sergeant, groepscommandant van 10 kerels, Fred was mijn mitrailleurschutter. Dáár heeft Fred mijn leven gered. En ik het zijne. En samen met de groep hebben we een paar heftige gevechten tegen Taliban gevoerd. Dat schept een band die hier in Nederland niet mogelijk is. En toen Fred bij DT kwam werken hebben we samen jouw voorganger de deur uitgetrapt en samen een rijke familie bestreden die dacht het Nederlands recht wel even met voeten te treden. Pa, ma, en zoonlief zitten nu voor een aantal jaren achter tralies, inclusief een paar vriendjes van hen. Dat hebben we, Joline, Wilma, Fred en ik samen gedaan, Ingrid.”
Ik keek haar aan. “Begrijp je het nu een beetje?” Ze knikte. “Ik denk het wel. Maar Kees… en ik wurg je als je het aan hem verteld: ik mag die grote beer héél graag.” Ik knikte. “Dat weet hij al lang, schoonheid. Overigens ben ik niet zo bang voor wurging, hoor. Als ik weer iets geflikt heb wat Joline niet zint, dreigt ze me te wurgen met een van haar panty’s. Dus…” Ze giechelde. “Dat dreigement zal ze wel moeten gebruiken dan, denk ik…” Ik keek dreigend. “Pas jij een beetje op? Heb je braaf je bordje leeg? Mooi, dan is het nu tijd voor een stukje dessert. Binnen, want het begint toch wat fris te worden.”
Ook de rest van het gezelschap begon aan het dessert; de pasta was op, evenals de hutspot. Alleen van de stamppot rauwe andijvie was nog behoorlijk wat over. Ik schepte die over in een eigen schaal. “Ik zie net dat ik morgen niet hoef te koken…” Fred keek me aan. “Ik heb net met Wilma afgesproken dat wij hier morgen tot het eten blijven, maatje.” “Leugenaar! Je bent gewoon te beroerd om morgen in de keuken te staan!” Wilma’s ogen vlamden en Fred grinnikte. Toen de catering al hun spullen hadden opgehaald, schoven we de stoelen in een wat kleinere kring. Het was gezellig. De gesprekken gingen uiteraard grotendeels over het werk; dat was niet verwonderlijk.
Ik schoof bij Henry en Andre aan. Die kletsten over het team van Miranda, wat ondertussen helemaal compleet was. “Ik had in het begin wel wat moeite om alle koppen dezelfde richting in te krijgen, Henry, maar na een paar weken draaide het team vrijwel net als de Piraten. Heerlijk! Een paar goeie gesprekken met Henk gehad, wat tips and tricks van hem gekregen… Werkt prima!”
Ik gaf hem een klap op zijn schouder. “Je doet ’t prima, Andre. Hoor ik ook van Miranda.” Hij grijnsde. “Fred en jij mogen twee handen op één buik zijn, Mir en ik zijn dat ook, hoor.” Henry keek vals. “En welke buik is dat dan, Andre?” Marion, die aan de andere kant van Andre zat, snibde: “Die van Andre natuurlijk. Al die pindakaas… Ik moet twee potten in de week kopen, want als de pindakaas op is, is meneer niet te genieten.”
We lachten. “En jouw jongens, Andre? Komen die nog steeds een keer in de twee weken bij jullie?” Hij knikte. “Ja. En dat is gezellig. Ze hebben Marion helemaal geaccepteerd.” Marion knikte. “Wat overigens niet helemaal zonder slag of stoot ging; ze hebben me behoorlijk uitgeprobeerd. Maar nu zijn we de beste maatjes. En het huis is weliswaar niet zo groot, maar ze hebben een kamer voor henzelf, ze kunnen in de tuin ravotten en achter de tuin is een stuk openbaar bos waar ze zich úren in kunnen vermaken, samen met hun vriendjes.”
Andre grinnikte. “Ze hebben zich wel wat moeten aanpassen hoor. Deze dame hier naast me houdt er een nogal streng regime op na. Exact half één en half zes eten. Ben je te laat, dan is dáár de broodtrommel. Zonder beleg. Kamers zijn schoon en opgeruimd voordat er gespeeld kan gaan worden. Vuile kleren meteen in de wasmand, anders zijn ze niet schoon en droog voor zondagavond. Want dan gaan ze weer terug richting Gorinchem, naar m’n ex.”
Ik fronsde. “Jouw voormalige echtgenote heeft toch een naam, Andre? Waarom gebruik je die niet?” Hij keek me somber aan. “Kees, we zijn met gierende ruzie uit elkaar gegaan. Na de scheiding hield ze zich, op een paar incidentjes na, gedeisd. Had haar handen vol aan een aantal nieuwe lovers-voor-een-week. Maar toen ze er achter kwam dat Marion en ik een relatie hadden, begon ze me het leven weer zuur te maken. De jongens proberen op te stoken tegen mij en Marion, elke maand miepen dat de alimentatie nog niet was overgemaakt, terwijl dat wél zo was, roddelen over ons in onze vriendengroep… De trut is gewoon stinkend jaloers. Elke week is er wel wát, en het slaat nergens op. Ik ben in staat om naar haar toe te gaan en haar…”
Marion legde een hand op zijn knie. “We hadden afgesproken dat je dat niet ging doen, Andre.” Hij keek me aan. “En zo zit ik dus nu onder de plak…” Ik wees. “Weet Angelique hiervan? Wellicht dat die wat dingetjes kan regelen. Dit begint op stalking en laster te lijken.” Hij schudde zijn hoofd. “An is, ondanks dat ze een schat van een meid is, juriste van DT, Kees. Niet van ons.”
Ik boog me naar hem toe. “Stommeling. An is niet alleen juriste van DT, maar ook een goeie vriendin van die dame naast je. En als jullie je verhaal vertellen en de feiten zijn zoals jullie het vertellen, kan An daar wel iets mee.” Henry knikte. “Ben ik het volledig mee eens. Je bent een enorme lul als je An niet wat dingen voor je laat regelen.” En met een blik op Marion: “Pardon, mevrouw.”
Andre zuchtte. “Oké… We gaan volgende week eens bij Angelique op consult. Ik hoop dat ’t helpt. Wij zijn dolgelukkig met elkaar, maar dit is iets wat aan ons vreet.” “Nou, doe er dan wat aan. Je bent voormalig piraat; die helpen elkaar.” Henry keek vastbesloten en toen grijnsde hij gemeen. “Dan hebben wij in augustus ten minste wat extra mankracht… bij de verbouwing van het huis van Angelique’s moeder, Gien.”
Ik knikte. “Oh ja… Daar had je het een tijd geleden over… Hoe staat het met die verbouwing?” “De tekeningen zijn klaar en goedgekeurd door de gemeente. Aan de achterzijde wordt de woonkamer uitgebouwd, daarboven een extra kamer. Het dak wordt voorzien van een dakkapel aan de voorzijde en aan de achterkant een dubbele deur zodat je op het dak kunt. Al met al bijna een verdubbeling van ruimte! En dat gaan we in Augustus doen, dus dan heb ik een stelletje bouwvakkers nodig.”
Ik keek verwonderd. “Maar… Jullie huis is toch een huurhuis?” Henry schudde zijn hoofd. “Niet meer. Gien kreeg een paar jaar geleden al een aanbod van de woningcoöperatie om het te kopen, maar dat kon ze toen niet. Vier maanden geleden hebben we de koppen eens bij elkaar gestoken, de makelaar van de woningbouw gebeld en gezegd dat we het huis wel wilden kopen. Op een paar voorwaarden.”
Hij gniffelde.
“Die makelaar hanteerde een vaste prijs: 230.000 euro. Onderhandelen was niet mogelijk. Take it or leave it. Angelique heeft toen eens wat juridisch gezeik er op losgelaten…” An onderbrak hem meteen trap op zijn voeten. “Dat anderen zo over mijn beroep praten is tot daar aan toe, meneer Claassen. Maar van u pik ik dat niet, begrepen?”
Henry vervolgde onaangedaan: “… en ik ben eens op de bouwkundige toer gegaan.
Dakpannen: 45 jaar oud.
Verfwerk buiten: is de laatste tien jaar nooit iets aan gedaan.
Verwarming draait op een nul-rendements combiketeltje van 20 jaar oud, waar ook de laatste 6 jaar niet naar omgekeken is. Heel Waardenburg werd verwarmd als Gien de CV aanzette.
Enkel glas in alle kozijnen.
En zo waren er nog wat dingetjes. Kortom: men heeft zijn plichten als verhuurder de afgelopen jaren gewoon laten liggen. An heeft daar wat jurisprudentie over opgezocht en ik heb een lijst met gebreken opgesteld.
Samen met een paar andere bewoners van het rijtje zijn we naar de coöperatie gegaan en hebben dat onder de neus van de waarnemend directeur geschoven. En hem verteld dat de makelaar voet bij stuk hield qua prijs, en in de folder voor geïnteresseerden het deed voorkomen alsof men paleis Soestdijk kocht. En dat Gien als huurder gedurende meer dan 15 jaar wel voor een redelijke coulance-regeling in aanmerking zou mogen komen.
Kortom: een week later stond er een technisch opzichter van de woningbouw bij ons binnen; de man schrok zich kapot. En een week daarna lag er een bod van de woningbouw zelf; ze hadden afscheid genomen van de makelaar. Het bod was 60.000 euro lager. Uiteindelijk heeft Gien het huis kunnen kopen voor 150.000 euro. En kunnen we de verbouwing betalen, samen met de buren links en rechts, die hetzelfde doen.”
Ik floot. “Mooi man… Heeft Gien wel verdiend, na al die jaren armoe troef en koud douchen.” Hij knikte. “An en ik zijn dolblij dat we iets voor haar konden terug doen. Als het huis klaar is, slapen wij achter en zij gaat voor slapen. Die twee kamertjes aan de voorkant verbouwen we tot één grote slaap/zitkamer. De natte groep tussen haar en onze slaapkamer, zodat iedereen wat privacy heeft.” Hij grijnsde. Andre en ik grinnikten mee. “Ja, daar hebben we beeld bij, geloof ik.”
Andre sloeg Henry op zijn schouder. “En wij gaan jullie meehelpen!” Ik knikte. “Joline en ik ook. En wie weet, kunnen we nog wat dagen ‘bouwvakkersverlof’ van onze directeur lospeuteren…” Henry lachte. “Dank jullie wel. Het meeste kan ik zelf wel, hoor. Als vakantiewerk heb ik vier jaar lang bij een bouwbedrijf gewerkt. Op de steiger, tussen de jongens. Veel geleerd.”
Andre zei: “Joh, het zal me een zorg zijn wat ik moet doen… Al moet ik alleen maar opperen, dan doe ik dat.” “Opperen?” vroeg ik. “Met een kruiwagen de stenen naar boven sjouwen, Kees. Of, als je pech hebt: zonder kruiwagen en zonder bouwlift. Ik weet uit ervaring dat je ’s avonds dan helemaal gesloopt bent.”
Henry grinnikte veelbelovend.
Andre en Henry gingen verder over de bouw. Ik liep naar de bar, stal een zoentje van Joline en begon een gesprek met de vriend van Ingrid. Die stond een beetje alleen naar buiten te kijken. Een vrij jonge knul, Roland heette hij. Ik vroeg hem wat hij in het dagelijks bestaan deed. “Ik zit nog op school, Kees. Net als Ingrid: Integrale Veiligheid in de Hogeschool Utrecht. Ingrid lag een jaar op me voor.” “En welke kant ga je op na je opleiding? Ook richting Arbo of Kwaliteitszorg?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee. Ik wil meer de cyberkant uit. Geen Safety, maar Security. Interessanter.”
Ik wees. “Dan moet je eens met Fred gaan praten. Die zit tot over z’n oren in die business.” “Heb ik al gedaan… Ik stond er net over te denken of ik nóg vijf jaar naar school wil. Want als je je een beetje in cyber wil verdiepen, wordt het een academische opleiding… En ik weet niet of ik Ingrid dat aan kan doen. Ze werkt zich nu al te pletter…”
Ik keek vragend. “Nou, als ik thuiskom van school, moet ik meteen aan de slag met huiswerk en m’n scriptie. Zij komt thuis en is klaar met werk. En gaat dus koken en doet de was en zo…” Ik keek blijkbaar zeer afkeurend, want hij zei: “Wat is daar mis mee?” Ik schoof de deur naar het terras open. “Even hier buiten kletsen, Roland.” Ik sloot de deur achter ons. “Ik kan natuurlijk alleen voor onszelf spreken, Roland, maar… Joline en ik wonen sinds 9 maanden samen. Joline studeert ook. Is Bachelor, maar gaat door met haar Master. Ik studeer niet, behalve op de bugel, maar da’s hobby. Maar wij doen SAMEN het huishouden. Kortom: ga je ook eens verdiepen in de programma’s van de wasmachine. Kun je koken? Ga dan koken als je meissie eens moe thuiskomt na een dag op Backoffice gezeten te hebben. Samen dingen doen. En meer zeg ik er niet over; denk er maar eens over na. En nu weer naar binnen; het is fris buiten.”
Rond een uur of elf gingen de gasten weg. Bedankjes klonken en men was het er over eens: dit moeten we elk jaar een keer doen. Om half twaalf zaten Fred, Wilma, Joline en ik in een kringetje rond de tafel. Met een borrel voor ons. “Héhé… Best vermoeiend hoor, zo’n etentje. Maar vreselijk gezellig!” Joline knikte. “Gelijk heb je, Wilma. Ik ken nu de partners van onze collega’s en dat is leuk. Dan kun je één en ander plaatsen als er eens een opmerking wordt gemaakt.”
Ze gaapte. “Maar… nu wil ik onder de wol. Het was me het dagje weer wel. Jullie hoeven geen ontbijt te maken; we zien wel wanneer we er uit komen, oké?” Fred knikte, Wilma ook. “Ik zal even de bank uittrekken, jongens. En een paar matjes voor Fred pakken.” Even later sloten we de deur van de slaapkamer. “Zo, die zijn ook onder zeil. Nu wij nog, schat.”
Joline trok haar rok uit, gevolgd door haar blouse.”Lekker slapen, Kees… Ze trok een nachthemdje aan en kroop in bed. Zonder haar tanden te poetsen. “Ben ik te duf voor…” was haar antwoord toen ik er naar vroeg. Ik kroop even later naast haar. “Het was gezellig, schat.” “Hmmm….” klonk als antwoord. Die was al bijna vertrokken. Dan ik ook maar. En dat duurde niet lang.
Lees verder: Mini - 190
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10