Door: Francisca02
Datum: 27-02-2022 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 7049
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 37 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Erotiek, Leerling, Leraar, School, Vrouwvriendelijk,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 37 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Erotiek, Leerling, Leraar, School, Vrouwvriendelijk,
Vertrouw Me
Verteld door Julia
Vrijdagochtend kwam ik het schoolplein op rijden op m’n skates. Mevrouw Montou en meneer Boonstra, die geschiedenis gaf, stonden samen bij de deur te kletsen. Ik ging op het bankje zitten aan de picknicktafel die links op het plein stond en wisselde mijn skates om voor een paar bruine laarzen die ik over mijn blauwe spijkerboek heen droeg. Bij het optillen van mijn armen werd mijn rode hemd zichtbaar omdat mijn wijdde rode trui te kort was. Mijn haar had ik maar in een nonchalante vlecht gedaan. Ik liep met m’n skates in mijn handen en m’n tas om mijn schouder naar de deur, achter de meute aan. Mevrouw Montou groette me. “Goedemorgen Julia. Sportief hoor, op je skates.” Ze lachte breed naar me. Haar begroeting beantwoorde ik met alleen een “hmhm”. Gelukkig had mevrouw Montou weinig tijd om daar iets van te vinden want Najara begroette onze docent vrolijk en begon uitgebreid te kletsen.
Ik had een kutnacht gehad. Na het appgesprek met mevrouw Montou was ik in slaap gevallen om een half uur later wakker gebeld te worden met de mededeling dat ik zo snel mogelijk moest komen. Die nacht hadden we weer een patiëntje verloren en er was niks wat ik had kunnen doen. Je kunt nog zoveel geld hebben en nog zoveel kennis maar soms sta je gewoon aan de zijlijn en dan pas besef je hoe nietig je eigenlijk bent. Mijn humeur was dus niet al te best.
Mijn skates borg ik in mijn kluisje op en ging naar m’n eerste les. Engels van mevrouw Stone. Daarna had ik wiskunde en gym. Ik deed gewoon wat verwacht werd van me, wat niet veel was. In de pauze liep ik langs de lerarenkamer die open stond. Ik draaide mijn hoofd zodat ik vluchtig naar binnen kon kijken, niemand zag me. Ik liep met mijn ogen dicht door. Mevrouw Montou zat aan een kopje thee met honing, dat had ik geroken. Kamillethee. Meneer Boonstra had een broodje eiersalade mee en mevrouw Stones, zat aan de koffie. Zwart. Zelf nam ik een hap van mijn half opgegeten appel.
In de middag waren de lessen geschrapt. Blijkbaar had mijn kaarttrucje over het vertrouwen in iemand hebben en je leven in iemands handen durven leggen, meneer van Lammeren geïnspireerd. Hij had het bedrijf van zijn zwager ingehuurd die, normaal gesproken bij werknemers de teamspirit even kwam aanwakkeren, de gymzaal had omgetoverd tot een waar hindernisparcours. Onze bovenbouwgroep en een onderbouwgroep werden samen met een aantal van de leerkrachten van harte welkom geheten door een kleine man, genaamd Leroy. Leroy was van middelbare leeftijd en zag er alles behalve atletisch uit. We moesten op de banken gaan zitten die tegen de muur aanstonden waarna we uitleg kregen. Ik had hier helemaal geen zin in.
De bedoeling was dat de leerkracht geblinddoekt het parcours moest afleggen met behulp van twee leerlingen. Wie dat ook nog het snelste was gelukt, had gewonnen. Al onze namen waren op een briefje geschreven en in twee zakken gedaan. Meneer van Lammeren zat uiterst trots te vertellen dat dat zijn werk was geweest. Bravo, dacht ik bij mezelf. Mijn dochter van bijna zeven had dat zelfs kunnen doen. In de ene zak zaten de namen van de boven bouwers en in de andere zak de namen van de onder bouwers. Elke leerkracht mocht uit iedere zak een naam trekken maar nog niet bekijken. Er werd om me heen druk gepraat, gelachen en gewenst. Want iedereen had toch wel stiekem een favoriete docent of docente.
Ook ik had natuurlijk een favoriet, hoewel ik er uiteindelijk geen zeggenschap over had. Hier was ik de sub en moest ik doen wat me gezegd werd.
We kregen daarna uitleg over het parcours wat me nogal vrij duidelijk leek. Je moest beginnen bij een rode streep, vanaf daar moest je over een bank die horizontaal was neergezet heenstappen. Vervolgens lagen er hoepels op de grond in twee rijen tegen elkaar aan zodat je tijdens het lopen in een soort zigzagpatroon liep. Een mat was door twee hoepels heen geschoven waar doorheen gekropen moest worden om daarna aan te komen bij een hoge stellage waar een bank van de ene naar de andere kant overheen lag. Daar moest men overheen lopen maar kruipen mocht ook. Pionnen met staven erin moesten al slalommend doorkruist worden om bij het hoogtepunt aan te komen. Twee banken waren schuin tegen de kast gezet met een mat erover. Eenmaal op de kast moest men met een touw naar de overkant slingeren. Het gat ertussen was weliswaar niet heel groot maar toch groot genoeg om er tussen te vallen. Als je veilig aan de overkant was gekomen moest je met een trappetje naar beneden en weer terug lopen naar de rode streep. Ik zag de spoedeisende hulp al voor me met ten minste één van deze leerkrachten als patiënt. Want met zo’n parcours vroeg je er toch gewoon om?
Meneer Boonstra was als eerste aan de beurt. Stijn een jongen met blonde krullen, blauwe ogen en een lach op zijn gezicht had de eer om onze klas te vertegenwoordigen. Een meisje uit de onderbouw met een slotjesbeugel en haar haar in een staart was Stijns partner.
Er werd “Klaar voor de start!” geroepen en meneer Boonstra was begonnen. Met aanmoedigingen van zijn helpers en met hier en daar een hand of sturing deed hij het niet slecht. Bij de schuine mat gleed hij bijna uit maar al met al zette hij een mooie tijd neer zonder iets te breken.
Daarna was mevrouw Stone aan de beurt. Hoewel ze al wat ouder was, bleek ze verrassend snel te zijn. Niet zo snel als meneer Boonstra, de hoepels bleven niet op zijn plaats liggen en ze had hier en daar wat spiekmomentjes maar ook zij kwam heelhuids weer over de rode streep.
Na nog een andere leerkracht was mevrouw Montou aan de beurt. Ze had mijn naam getrokken en die van een jongen met donkerblond stekeltjeshaar en bruine ogen. Ik wilde net van mijn plaats op staan toen de jongen heel zelfverzekerd riep: “Ik red het wel alleen, blijf jij maar zitten! Kom maar mevrouw Montou, ik help u wel.” Ik keek naar mevrouw Montou om te zien of ze dat wel goed vond. Die stond twijfelachtig te lachen maar nog voor ze er iets van kon zeggen werd de blinddoek bij haar omgedaan. Leroy, van het feestcomité bemoeide zich er ook niet mee. Ik stond toch op, dit was een opdracht voor twee personen. De stopwatch werd ingedrukt en de jongen begon heel hard te schreeuwen: “lopen! Lopen! Lopen!” zonder ook maar enige aanwijzing te geven. Mevrouw Montou was zichtbaar in de war en was begonnen met rennen. Hierdoor vergat ze het bankje waar ze vervolgens met haar scheenbeen tegenaan kwam. Ik liep naar haar toe maar de onder bouwer versperde mijn weg en in plaats van Montou te helpen schreeuwde hij alleen maar: “Kom op, zo winnen we nooit! U moet lopen!” “Misschien moet je haar even helpen.” Zei ik boos tegen hem. Hij hielp haar uiteindelijk over de bank heen. De hoepels gingen ook niet geheel vlekkeloos en ze lag bijna op de grond, zijn geschreeuw maakte haar alleen maar nerveus. Toen ze uiteindelijk bij de mat aankwam waar ze doorheen moest kruipen zag ik aan haar dat ze bang en gedesoriënteerd was want ze stond met haar rug naar het publiek toe terwijl de mat achter haar lag en haar hoofd bewoog alle kanten op maar ze kon natuurlijk niks zien. Haar handen had ze voor haar uit gestrekt en ze probeerde te tasten waar ze was. Ik duwde de jongen ruw aan de kant en liep in een rechte streep naar haar toe. Genoeg geweest! Dacht ik boos. Ik legde mijn hand in haar rug waardoor ze schrok. “Ik ben het. Ik heb u.” Ik ging voor haar staan, verwijderde de blinddoek en keek in twee angstige helderblauwe ogen. Ik drukte haar stevig tegen me aan met beide armen om haar heen. Ze greep me vast en haar lichaam trilde. “Ik heb u.”
“Wat doe je nou! Dit kost ons tijd!” schreeuwde de jongen.
Ik keek hem kwaad aan en zei, wijzend naar de banken tegen de muur: “zitten jij.” Hij keek me geschrokken aan. Ik was woest op hem. Mijn hart ging tekeer en mijn ademhaling was krachtig. “Je red het helemaal niet, je hebt namelijk geen idee wat je aan het doen bent. Straks breekt mevrouw Montou haar nek nog. Bovendien schreeuw je alleen maar zonder iets nuttigs te zeggen.”
Ik aaide haar op en neer over haar rug met mijn handen om haar te kalmeren. Ze snikte zachtjes. Haar ene hand had ze om me heen geslagen en op mijn schouderblad gelegd. Haar andere hand lag op mijn rug om mijn middel, haar kin lag op mijn schouder. “U bent veilig mevrouw Montou.” Zei ik zachtjes tegen haar, ik had het bloedheet van woede.
Na eventjes zo gestaan te hebben kwam ze weer voorzichtig van me los, keek me met haar helderblauwe ogen aan en glimlachte iets. Ik knikte.
Als mosterd na de maaltijd, kwam meneer van Lammeren aangelopen. “Nou, dat was niet helemaal zoals het moest. Gaat het Rosalie?” Mevrouw Montou wreef snel haar tranen weg en knikte met een flauw lachje naar hem. Meneer van Lammeren legde bemoedigend zijn hand even op haar schouder. De jongen was gaan zitten en kreeg van sommige leerlingen commentaar. Er waren ook leerlingen die vonden het de schuld van mevrouw Montou dat die jongen nu geen kans had om te winnen. Er ontstond een discussie die snel door mevrouw Stone gesust werd toen we met z’n drieën weer plaats namen.
Als laatste wisten nog twee leerkrachten het parcours gelukkig veilig te leggen.
“Oké dat was het dan!” Riep Leroy. “Jullie hebben goed je best gedaan allemaal dan is het nu tijd voor….”
“Ik wil eigenlijk nog wel een keer, als het mag.” Mevrouw Montou was opgestaan. Ik keek verbaasd in haar richting.
“Weet u dat zeker?” Vroeg Leroy.
Ze streek haar haar uit haar gezicht, trok haar vest recht en knikte.
De jongen met het donkerblonde stekeltjeshaar wilde niet met mij samen werken en weigerde op te staan.
Mevrouw Montou keek naar mij. “Prima.” Zei ik en stond op. Ik deed mijn schoenen en sokken uit, mijn broekpijpen iets omhoog en mijn haar in een knot. Omdat ik het nogal warm had en het waarschijnlijk makkelijker bewegen was zonder trui, deed ik die ook uit. Ik stond nu in mijn rode hemd met mijn rode kanten bh eronder.
Mevrouw Montou kwam naar me toegelopen. Ik zag dat ze me snel opnam met haar ogen. Ze droeg een lang grijs vest wat ik bij haar uit deed. Ze had er een shirt onder met korte mouwen en een laag gesneden V-hals. “Zou u uw schoenen en sokken willen uitdoen en uw broekspijpen omhoog willen rollen zoals ik?” Ze keek me even vragend aan maar zonder iets te zeggen begon ze te doen wat ik haar vroeg. “En nu?” Vroeg ze. Ik glimlachte naar haar. Ik pakte haar pols vast en trok haar zachtjes mee naar de rode streep. “Wilt u met of zonder blinddoek?”
Ze staarde me aan en onze ogen leken elkaar niet meer los te willen laten.
“Met.”
“Weet u dat zeker?”
“Ja.”
Mijn dappere prinses, dacht ik en een warm gevoel schoot door mijn borstkas.
“Prima.”
Ik deed de blinddoek rustig bij haar om. Vervolgens ging ik naast haar staan, met mijn arm tegen haar arm en met mijn gezicht naar het publiek terwijl zij met haar rug er naar toe stond. Ik pakte haar pols beet en voelde haar hartslag. Die was onrustig.
“Wat doe je?”
“Uw hartslag voelen.”
“Oh.”
“Waarom lopen we op blote voeten Julia?”
“Dan voelt u beter waar u bent, wat er zich onder u bevind. En het geeft u grip zodat u niet uitglijd.”
“En starten maar!” Riep Leroy onze kant op en drukte overdreven op het knopje van zijn stopwatch. Ik schonk er verder geen aandacht aan.
Mevrouw Montou wilde al een stap zetten maar ik hield haar tegen door haar arm vast te houden.
“Waar gaat u naar toe?”
“Moeten we niet…? De tijd is toch ingegaan?”
“Nee hoor, we hebben alle tijd. We gaan eerst gewoon even kletsen. Rustig worden. Bedenken wat we gaan doen.”
“Wil je niet winnen dan?”
“Uw vertrouwen. Meer niet.”
Ze was even stil. “Er liep gisteren een lieveheersbeestje over mijn raam.”
Ik was even verrast door de verandering van het onderwerp. Blijkbaar wilde ze dat graag even kwijt.
“Ah. En hoeveel stippen had het beestje?” Vroeg ik om maar iets te vragen.
“Ik geloof zeven.”
“Hm, dat is een veelvoorkomende soort hier in Nederland.”
“Wist jij dat de stippen niks over de leeftijd zegt?”
Ik moest lachen.
“Klopt, ze leven maar ongeveer een jaar. Wist u dat het zevenstippelig lieveheersbeestje soms wordt gezien als brenger van geluk?”
“Nee dat wist ik niet.”
We zwegen even. Ze was in gedachten verzonken, ik voelde haar hartslag in haar pols rustiger worden. Waar zou ze aan denken?
“Weet jij hoe je kunt zien of het een mannetje of vrouwtje is?” Vroeg ze zacht.
“Het mannetje is kleiner. Maar dat zie je pas goed als ze paren, dan zit hij bovenop haar.”
“Oh, nee deze was alleen.” Ze klonk alsof ze medelijden had met het lieveheersbeestje.
“Stom hè dat ik daar ineens over begin.”
“Nee hoor, helemaal niet. Het beestje heeft blijkbaar indruk op u gemaakt.”
“Ja, misschien wel. Hij… of zij natuurlijk, liep helemaal van beneden naar boven op het raam. En ik dacht nog, dat is een flink stuk met zulke kleine pootjes.”
“Klein maar sterk.”
Ze glimlachte.
“Daarna vloog het weg. Waarom zou je eerst helemaal naar boven wandelen als je gewoon weg kan vliegen?”
“Omdat soms juist de weg die niet zo vanzelfsprekend lijkt, je uiteindelijk een beter gevoel op kan leveren. Meer voldoening kan geven.”
We zwegen weer.
“Ik ga zo meteen naast u of achter u staan met mijn hand op uw schouder om u te sturen. Weet u nog wat de eerste hindernis is?”
“De bank.” Zei ze zachtjes.
“Hmhm. Bent u daar bang voor?”
“Niet echt, als ik maar niet weer mijn scheenbeen stoot.”
“Dat zal niet gebeuren, dat beloof ik u. Wat komt er daarna?”
“De hoepels.”
Ze had haar hoofd recht vooruit, Ik had mijn hoofd opzij, haar kant op gedraaid.
Haar borsten gingen rustig op en neer, in haar shirtje, met haar ademhaling mee en haar huid stootte warmte af tegen mijn arm.
“Bent u daar bang voor?”
“Misschien dat ik met blote voeten op de randen stap.”
“U gaat gewoon rechtdoor lopen in een tempo die ik u aangeef en ik stuur u wel. Helpt dat?”
“Ja.”
“Prima. Wat krijgen we dan?”
“Jullie zitten al op zes minuten dames!”
Ik begon geïrriteerd te raken van die vent. Beetje ons opjutten. Ik bepaal zelf wel hoe of wat.
“Wacht even, ik ben zo terug.” Ik liet haar los en beende naar Leroy en zijn stopwatch.
Ik trok hem uit zijn handen, drukte hem op stop en legde hem met een klap op de bank naast hem.
“Als u die weer aandrukt terwijl wij bezig zijn zal de radioloog raar opkijken als die uw röntgenfoto ziet, begrepen.” Zei ik kwaad.
Hij keek me niet begrijpend aan maar naast hem moesten een aantal leerlingen grinniken.
Ik liep weer terug naar mevrouw Montou en ging weer naast haar staan.
“Waar waren we?”
“Dat was niet zo netjes van je Julia.” Fluisterde ze.
“Kan me niet schelen, hij gaat onze tijd niet bepalen.” Ik zuchtte.
“Gaat het wel goed met je? Je lijkt zo boos.”
“Ik ben ook boos, maar niet op u.”
“Kan ik je ergens mee helpen Julia?”
“Nee….. Dank u wel.” Ik dacht aan de reebruine ogen, zij had hier graag bij willen zijn.
“Nou wat kwam er na de hoepels?”
“Ehum… Dat weet ik even niet meer.”
“Dat geeft niet. Dan komt er een mat die in twee hoepels zit, daar moet u doorheen kruipen. Bent u daar bang voor?”
“Nee.”
“Mooi. Daarna komt de hoge bank waar u overheen moet. Bent u daar bang voor?”
“Ja.”
“Waarom?”
“Ik heb hoogtevrees en ik ben bang dat ik eraf val.”
“Kunt u me zeggen hoe ik u kan helpen?”
“Ehum…. Zorgen dat ik niet val.” Zei ze half vragend.
“Ik laat u niet vallen. Kan ik u nog op een andere manier helpen?”
“Ehum….” Haar hartslag ging wat sneller en haar arm werd nog warmer.
“Helpt het als ik met u mee loop en u vasthoud?”
“Ja, dat zou fijn zijn.”
“Prima. Dan krijgen we de pionnen waar u slalommend omheen moet lopen. Bent u daar bang voor?”
“Nee.”
“De schuine mat?”
“Ook niet.”
“Het touw?”
“Ja dat wel.”
“Hoe kan ik u daarbij helpen?”
“Ik zou het niet weten.” Haar stem trilde een beetje en ik zag dat ze nerveus bewoog.
“We kunnen de blinddoek dan afdoen, dan kunt u het touw en de overkant zien.”
“Nee, dat lijkt me eng. Dan zie ik hoe hoog het is.”
“Helpt het als ik aan de overkant ga staan om u op de vangen?”
Ze twijfelde zichtbaar, ze beet op haar onderlip en haar hand balde ze tot een krampachtige vuist.
“U kunt het onderdeel ook overslaan hoor. Niets moet.”
“Mag ik het tegen die tijd bekijken als we zover zijn?”
“Prima. Ontspan mevrouw Montou. Ik weet nu waar u bang voor bent en ik zal u helpen. Er kan u niets gebeuren, echt niet.”
Haar hand die ik bij haar pols vast had maakte ze los uit mijn greep en haar vingers vouwde ze tussen mijn vingers. Was ze niet bang dat iemand ons zo zag?
“Dank je Julia.”
“Ik heb nog niks gedaan.”
“Jawel, dat heb je wel.” Ik werd er even stil van en kreeg een warm gevoel in mijn buik.
“Dan graag gedaan mevrouw Montou. Zullen we beginnen?”
“Ja, dat is goed.”
Ze liet me los, ik draaide me om en deed een stapje achteruit. Plaatste mijn linkerhand op haar rechterschouder en duwde haar iets naar voren. Voorzichtig zette ze een stap naar voren. “Goed zo, loop maar door.”
Nog twee passen was ze verwijderd van de bank waar ze overheen moest.
Vlak ervoor trok ik haar iets naar achteren aan haar schouder zodat ze wist dat ze moest stoppen. “De bank staat nu voor u, til uw been eens op. Nog iets hoger. Prima, nu iets naar voren buigen. Zo inderdaad. En zet hem maar rustig neer.”
Haar voet raakte de bovenkant van de bank en ik hoorde haar opgelucht zuchtten. “Nou, zet uw gewicht maar op uw been en til uzelf omhoog. Blijf op één been staan.”
Een beetje met aarzelen deed ze wat ik zei. Ik kwam naast haar op de bank staan. “Nu uw vrije been naar voren buigen, juist. En dan met het been waar u op staat langzaam door de knie zakken. Verder, verder, verder. Bijna. Goed zo.”
Ze stond weer met één been op de grond snel zette ze haar andere been ernaast.
“Zie, niks aan de hand.”
Ze moest lachen.
“Kent u het liedje: 1, 2 ,3 ,4 , hoedje van papier?”
“Ja, die ken ik.” Zei ze met een glimlach.
“Kunt u hem zingen?”
“Wat? Nu?”
“Hmhm. Alleen het begin stukje.”
“Ik kan niet zo goed zingen hoor.”
“Dat geeft niet.”
“1, 2, 3, 4, hoedje van, hoedje van… 1, 2, 3, 4, hoedje van papier.” Zong ze zachtjes.
Ik moest glimlachen. “Heel goed. Nou, als u dat liedje zo weer zingt wil ik graag dat u op 1, 2, 3, 4, hoed je van, hoed je van, een stap zet. Denkt u dat dat lukt?”
“Ja, dat denk ik wel.”
“Dat is het loop tempo.”
“Prima.” En ze glimlachte breed toen ze dat zei.
“Begin maar.” Ze begon te zingen en ik duwde met mijn hand haar schouder op tijd naar links of naar rechts. Er konden twee passen in elke hoepel en al snel lagen de hoepels achter ons.
“Dat waren de hoepels mevrouw Montou.”
“Wat? Nu al?”
Ik moest lachen.
“Nu zijn we bij de mat.”
Ik duwde haar schouder naar beneden en ze begreep dat ze op haar knieën moest gaan zitten. Ik ging er op mijn hurken naast zitten en legde mijn hand op haar arm.
“Als u uw handen naar voren doet, kunt u de hoepels voelen en weet u waar u precies in moet.”
Ze voelde de hoepels en knikte. Zelfstanding ging ze plat op haar buik liggen en kroop ze laag op handen en knieën door de mat. Aan de andere kant wachtte ik haar op. Ze kwam met haar hand op mijn voet terecht en ze voelde uitgebreid aan mijn tenen, enkel en mijn kuit. Ze kneep er even in en ik voelde mijn oren warm worden. Ik pakte haar handen vast, trok haar iets verder over de grond zodat ze helemaal eruit was en hielp haar overeind.
Ze boog haar hoofd naar me toe en fluisterde: “Je hebt warme voeten, je huid voelt zijdezacht aan en je kuiten zijn fijn gespierd.” Mijn hartslag ging weer omhoog maar dit keer niet door woede.
“Dank u.” Zei ik zacht en een beetje onwennig.
“Nu zijn we bij de hoge bank. Ontspan mevrouw Montou. Ik laat u echt niet vallen.”
“Dat is fijn.” Zei ze en ze blies een zucht uit.
Ik pakte haar heupen voorzichtig vast en duwde haar tegen de bank aan, die kwam iets boven haar billen, in haar rug, uit.
“Ik ga u optillen zodat u op de bank zit. Daarna kom ik er naast zitten en help u verder omhoog.”
“Je bedoelt staand?” Vroeg ze benauwd.
“Hmhm. Ik ga u nu optillen. U mag mijn armen anders wel vasthouden als u het eng vind.”
En dat deed ze. Een gilletje kwam uit haar mond toen ik haar optilde en haar naar achteren schoof. “Zit u goed.” Haar benen bungelde een stuk van de grond af.
“Ja, ik denk het wel.”
“Ik kom eraan.” Ik liet haar los, nam een aanloopje, sprong, zette mijn handen op de bank en tilde mezelf op in de handstand. Ik liet mijn ene been naar links vallen zodat ik met mijn platte voet op de bank stond en ging toen op mijn hurken zitten. Ik pakte de hand van mevrouw Montou.
“Kunt u uw ene been over de bank schuiven naar de andere kant? Zodat u net als uw prins op het witte paard komt te zitten zeg maar.”
Ze liet een geluidje van ongenoegen horen en ik grinnikte. Ze tilde haar been naar de andere kant terwijl ik haar beide handen vast hield.
“Kunt u nu uw voet van uw sterkste been op de bank zetten zodat u zich daarmee af kan zetten terwijl ik u omhoog til.”
“Oké” Zei ze een beetje angstig. Haar rechtervoet plantte ze neer en ik liet mijn armen onder haar bovenarmen glijden, trok haar rustig op totdat ze rechtop voor me stond.
“Zie, niks om bang voor te zijn. Ik heb u vast.”
Ze knikte.
“Dit is een beetje zoals in Perenbomen bloeien wit vind u niet? Die jongens die het spelletje zwart spelen met hun ogen dicht, later wordt de jongste echt blind en moet voor altijd zwart spelen. Alleen verdronk hij zichzelf in de sloot, maar ik laat u niet in de sloot lopen hoor. En al helemaal niet in zeven sloten tegelijk.”
Ze moest lachen. “En als ik nou juist wil zwemmen?”
“Dan gaan we naar de zee.”
“Leuk.”
“Hmhm.”
Ik trok zachtjes aan haar armen en stapje voor stapje liep ze over de bank.
“Nou, mevrouw Montou….” Zei ik uitdagend. “Durft u nu op één been te balanceren met uw andere been naar achteren?”
“Eh…..” De paniek sloeg weer toe, haar hals werd rood en ik voelde dat haar handen klam werden.
“Ik heb u.”
“Oké.” Ze pufte even. “Hier ga ik.”
“Daar gaat u. Heel goed.”
Ze kneep in mijn onderarmen, tilde langzaam met enige aarzeling haar linkerbeen naar achteren omhoog, maakte zelfs een buiging en kneep haar lippen op elkaar.
“Strek uw rechterbeen eens helemaal. En nou ontspannen ademen.”
Ze begon te giechelen.
“Ziet u nou wel. Angst zit in uw hoofd. U staat hier met uw hoogtevrees op iets meer dan een meter van de grond, op één been te balanceren. Had u dat vanochtend gedacht ooit te durven doen?”
“Nee.” Zei ze lachend. Ze kwam weer op twee benen staan.
“Goed zo.”
“Nou jij.”
“Nou ik?”
“Ja. Voor wat hoort wat.” Zei ze plagerig. Ze schoof haar blinddoek iets omhoog, knipperde een paar keer met haar ogen tegen het licht en keek me aan. Hoewel ik het niet wilde, voelde ik mijn vagina iets nat worden.
“Dan moet ik u loslaten.”
“Prima.” Zei ze met een glimlach. Een wee gevoel maakte me een beetje duizelig.
“Prima.” Zei ik kort. Ik liet haar langzaam los. Ze bleef naar mijn ogen kijken.
Ik deed een stapje naar achteren en boog eerst achterover op mijn handen, deed de handstand, deed mijn benen in de split, kwam op één been neer en balanceerde erop. Mijn andere been wees naar het plafond, hoog in de lucht. Mijn gezicht had ik omlaag gericht naar mijn voet en mijn handen achter mijn rug gevouwen. Daarna ging ik met gestrekte benen in een hoek van negentig graden staan, mijn linkerbeen recht naar achteren en mijn rechterbeen gestrekt en mijn romp maakte een buiging voor de prinses. Ik tilde vervolgens mijn linkerbeen opzij en hield hem naast mijn oor waar ik hem vast hield met één hand. Mijn andere hand had ik naast me opzij gestrekt om balans te kunnen houden. Mijn ogen gericht naar de zee in twee kleine rondjes die me vol bewondering en genegenheid aankeken. Ik ging weer normaal staan en lachte naar haar. Vanaf de tribune kreeg ik applaus maar dat negeerde ik.
“Zo goed mevrouw?”
Ze knikte: “Ik wist niet dat je zo lenig was.”
“Er is wel meer wat u niet van me weet.” Zei ik geheimzinnig, ik voelde me met de minuut natter worden. Haar wangen kregen een kleurtje en ze perste haar lippen op elkaar met een glimlach. Ik schoof langzaam de blinddoek weer voor haar ogen en pakte haar weer bij haar polsen terwijl zij mijn polsen vasthield. Het liefste had ik haar willen kussen en mijn tong met haar tong willen laten spelen als twee blije puppy’s die kwispelen van plezier.
Ik trok haar weer naar voren en toen ik het einde van de bank met mijn voet voelde hield ik haar tegen. “We zijn nu bij het einde van de bank. Kunt u weer op uw hurken gaan zitten?”
“Ja, dat is goed.”
Langzaam zakte ze naar beneden en even verloor ze bijna haar evenwicht waardoor ze naar rechts dreigde te vallen. Ze schrok en ze schoot gelijk in paniek. Maar ik trok haar snel en voorzichtig weer recht. “Niks aan de hand, gewoon een beetje wiebelig vindt u niet?”
“Ja, dat denk ik.” Zei ze met een opgelucht lachje.
Ze zat weer met haar benen wijd en ik bedacht me hoe sexy het was als ze nu geen onderbroek aan zou hebben.
“Doet u uw benen maar naar een kant. Ik klim er vast af.”
Ik sprong er af en landde netjes recht op mijn voeten als een ware gymnast.
Ze zat weer met haar rug naar het publiek toe, haar benen bungelend over de bank.
“Kunt u uw armen voor uw strekken en uw lichaam iets naar voren buigen?”
Ik pakte haar heupen vast en mijn ogen bleven even rusten op haar mooie ronde borsten in haar shirtje, die zachtjes op en neer gingen. Ik kon haar adem jammer genoeg niet voelen.
“Julia?”
“Hmhm?”
“Gaat het?”
“Ik was even afgeleid.”
“Waardoor?”
“Uw borsten.”
“Keek je naar mijn borsten?”
“Hmhm.”
“Waarom?” Vroeg ze verbaasd maar met een glimlach.
“Waarom niet?” Zei ik nonchalant.
Ze deed haar mond open om iets te zeggen, bedacht zich blijkbaar en sloot hem weer.
“Ik ga u eraf tillen. Als u het eng vindt dan kunt u mijn armen of hoofd of haar vasthouden als u wilt.”
Ze grinnikte. Ik trok haar iets naar voren, ze sloot haar benen rond mijn middel heen en ik tilde haar eraf. Ik voelde haar benen die strak rond me heen geslagen waren, haar armen om mijn nek en mijn neus zat tussen haar borsten. Ik dacht dat ik gek werd. Ik kreunde zachtjes.
“Ben ik te zwaar?” vroeg ze geschrokken.
“Nee, absoluut niet.”
Ik liet haar benen van me afglijden zodat ze goed op de grond stond. Even stonden we zo aan de grond genageld.
“Julia?” fluisterde ze.
“hmm?”
“Moeten we niet verder?”
“Waarmee?”
“Met het parcours.”
“Het parcours, prima.”
Waarom liet ik me zo afleiden? Dat was helemaal niet de bedoeling. Hoofd erbij houden, gevoel op een laag pitje. Ik had een vaste regel: Ik werd nooit verliefd op de sub. Als de sub verliefd geworden was op mij dan maakte ik die altijd heel goed duidelijk dat ik daar niet van gediend was en dat ik dan onze samenwerking moest beëindigen. Bovendien kon ik niet verliefd zijn op mevrouw Montou, zij was immers een prinses en ik een heks. En er is geen sprookje geschreven waarbij de heks en de prinses samen nog lang en gelukkig leefden.
“Ik durf die pionnen wel alleen, als jij me er even naar toe wilt brengen.”
“Prima.” Mijn stem sloeg over.
“Gaat het wel goed Julia?”
“Er is niks vervelends aan de hand mevrouw Montou. Kom, ik zal u de weg wijzen!”
Ik legde mijn hand weer op haar schouder en manoeuvreerde haar naar de pionnen met staven erin. Ik pakte haar hand vast en legde die tegen een staaf zodat ze kon voelen waar ze was.
“Mocht u in paniek raken, ik sta naast u.”
“Dank je wel.”
Onhandig maar wel zelfstandig liep ze voorzichtig met haar armen gestrekt voor zich uit al slalommend door het pionnenstukje.
“Heel goed mevrouw Montou.”
Ze glimlachte en haar mooie witte tanden werden daarbij ontbloot. Ik zou haar tanden een voor een af willen likken en op haar kiezen willen trommelen met mijn tong. FOCUS JULIA! Doe niet zo achterlijk! Ik liet teveel mijn gevoel de vrije loop. Ik moest niets voelen. Ik mocht niets voelen van mezelf. Geen pijn, geen angst, geen liefde, geen hoop, gewoon niets.
“De schuine mat, mevrouw Montou. Wilt u naar boven of houden we het voor gezien, wat ook een hele mooie prestatie is. U heeft de angst voor pijn uw koninkrijk uitgejaagd, de hoogtevreesdraak een kopje kleiner gemaakt en als een ridderes de pionnen een lesje geleerd.”
Ze moest nu harder lachen. “Jij malle meid. Nee, laten we maar verder gaan. Dan kan ik nooit achteraf denken wat als…”
“Uitstekend!” Ik leidde haar naar de mat en draaide haar om.
“Wat gaat we doen?” Vroeg ze verbaasd.
“Als u er achteruit tegenop loopt, voelt u het minder in uw kuiten. Ik heb u vast.”
Stapje voor stapje liep ze iets de mat op, zodra ze door had dat het niet eng was verhoogde ze het tempo en voor ze het wist waren we boven.
“Je had inderdaad gelijk, Julia.”
“Tuurlijk.” Zei ik koeltjes.
“Het touw, gaat u die met uw handen wurgen?”
Ze kneep haar beide handen even tot een vuist en zuchtte. “Ja, ik vertrouw jou dus ik weet dat het goed komt.”
“Dat is lief van u. Hoe kan ik u helpen?”
“Wil je mij het touw aangeven en aan de overkant op me wachten?”
“Uw wens is mijn bevel.”
Ik zette haar zo neer dat ze niet helemaal bij de rand stond maar er nog iets vanaf. Haar benen gespreid en het touw er hangend tussen, die ze vasthad met haar beide handen.
Ik moest op mijn tong bijten toen ik haar daar zo zag staan, zo iets naar voren gebogen met haar benen wijd. En stelde me weer voor dat ze geen onderbroek aan had.
“Als u zo naar de overkant slingert, pak ik u daar vast. Als ik dan los! Zeg, moet u direct loslaten. Is dat duidelijk?”
“Duidelijk.”
“Prima. Dan ziet u me zo.”
“Oh Julia?”
“Wat is er mevrouw Montou?”
“Wat als je misgrijpt?”
“Ik grijp niet mis. Tot aan de overkant.”
Ik nam een aanloopje en sprong naar de overkant. Ik kwam gehurkt op mijn beide voeten plat neer en veerde omhoog. Ik kreeg weer applaus maar dat kon me niet schelen. Ik moest zorgen dat mevrouw Montou veilig over zou komen.
“Spring maar als u er klaar voor bent!” Riep ik naar haar.
Ik zag haar twijfelen en piekeren. “Kom op u kunt het!”
De andere leerlingen en leraren begonnen haar aan te moedigen vanaf de banken en dat scheen te werken. Ze nam een korte aanloop en met een gil zwaaide ze naar mij toe. Ik greep haar om haar middel vast en riep: “Los!” Ze liet het touw los en viel in mijn armen. Er werd geklapt en gefloten. “Hoort u dat? Het is u gelukt.” Ik gaf haar een vlugge kus op haar wang.
“U heeft de slang gewurgd terwijl u de gracht van het kasteel over zwaaide. Ik ben trots op u.” Ze lachte ongelovig en hield haar handen voor haar mond terwijl ik mijn armen nog om haar middel had geslagen zodat ik zeker wist dat ze er niet af zou vallen.
“Ik heb het gedaan.” Fluisterde ze. “U heeft het gedaan.” Ik schudde haar zachtjes door elkaar. Ze slaakte weer een gilletje maar nu van blijdschap en ik was ook blij voor haar.
“Nu de koninklijke trap nog af en dan bent u weer vrij.”
“En wat als ik niet vrij wil zijn?” Vroeg ze zacht.
Ik was een beetje van stuk gebracht door die vraag. Wat bedoelde ze daarmee? Wilde ze dat ik haar nooit meer los zou laten? Wilde ze misschien dat ik haar vast zou binden? Of wilde ze zich binden op een andere manier? Ik wilde het haar niet hier en nu vragen.
Ik liep achteruit de trap af terwijl ik haar handen vast had. Het waren maar een paar treden. Eenmaal beneden was er weer gejuich en geklap. Ik deed de blinddoek af, het kon me niet schelen dat we nog niet bij de rode streep waren. “Hoe voelde dat?”
“Goed.”
“Dat is fijn.”
“En lekker.”
Ik grijnsde. “Dat is wat bdsm is lieverd” fluisterde ik in haar oor, net voordat er leerlingen naar ons toe kwamen gerend. Ook de andere leraren waren enthousiast. Ik staarde kort in de helderblauwe ogen van mevrouw Montou waar een fonkeling in kwam.
Ze was helemaal beduusd en kreeg een kleur van alle aandacht om haar heen.
“U ruikt naar zweet.” Zei Stijn heel subtiel. Mevrouw Montou wist niet zo goed of ze nou beschaamd of beledigd moest zijn maar uiteindelijk moest ze lachen. “En bedankt hè, Stijn.” “Alstublieft mevrouw.”
Leroy sloot het feest af en deelde bij de uitgang visitekaartjes uit maar ik liep snel naar de wc. Ik was boos op mezelf want ik was zo geil als wat.
Vrijdagochtend kwam ik het schoolplein op rijden op m’n skates. Mevrouw Montou en meneer Boonstra, die geschiedenis gaf, stonden samen bij de deur te kletsen. Ik ging op het bankje zitten aan de picknicktafel die links op het plein stond en wisselde mijn skates om voor een paar bruine laarzen die ik over mijn blauwe spijkerboek heen droeg. Bij het optillen van mijn armen werd mijn rode hemd zichtbaar omdat mijn wijdde rode trui te kort was. Mijn haar had ik maar in een nonchalante vlecht gedaan. Ik liep met m’n skates in mijn handen en m’n tas om mijn schouder naar de deur, achter de meute aan. Mevrouw Montou groette me. “Goedemorgen Julia. Sportief hoor, op je skates.” Ze lachte breed naar me. Haar begroeting beantwoorde ik met alleen een “hmhm”. Gelukkig had mevrouw Montou weinig tijd om daar iets van te vinden want Najara begroette onze docent vrolijk en begon uitgebreid te kletsen.
Ik had een kutnacht gehad. Na het appgesprek met mevrouw Montou was ik in slaap gevallen om een half uur later wakker gebeld te worden met de mededeling dat ik zo snel mogelijk moest komen. Die nacht hadden we weer een patiëntje verloren en er was niks wat ik had kunnen doen. Je kunt nog zoveel geld hebben en nog zoveel kennis maar soms sta je gewoon aan de zijlijn en dan pas besef je hoe nietig je eigenlijk bent. Mijn humeur was dus niet al te best.
Mijn skates borg ik in mijn kluisje op en ging naar m’n eerste les. Engels van mevrouw Stone. Daarna had ik wiskunde en gym. Ik deed gewoon wat verwacht werd van me, wat niet veel was. In de pauze liep ik langs de lerarenkamer die open stond. Ik draaide mijn hoofd zodat ik vluchtig naar binnen kon kijken, niemand zag me. Ik liep met mijn ogen dicht door. Mevrouw Montou zat aan een kopje thee met honing, dat had ik geroken. Kamillethee. Meneer Boonstra had een broodje eiersalade mee en mevrouw Stones, zat aan de koffie. Zwart. Zelf nam ik een hap van mijn half opgegeten appel.
In de middag waren de lessen geschrapt. Blijkbaar had mijn kaarttrucje over het vertrouwen in iemand hebben en je leven in iemands handen durven leggen, meneer van Lammeren geïnspireerd. Hij had het bedrijf van zijn zwager ingehuurd die, normaal gesproken bij werknemers de teamspirit even kwam aanwakkeren, de gymzaal had omgetoverd tot een waar hindernisparcours. Onze bovenbouwgroep en een onderbouwgroep werden samen met een aantal van de leerkrachten van harte welkom geheten door een kleine man, genaamd Leroy. Leroy was van middelbare leeftijd en zag er alles behalve atletisch uit. We moesten op de banken gaan zitten die tegen de muur aanstonden waarna we uitleg kregen. Ik had hier helemaal geen zin in.
De bedoeling was dat de leerkracht geblinddoekt het parcours moest afleggen met behulp van twee leerlingen. Wie dat ook nog het snelste was gelukt, had gewonnen. Al onze namen waren op een briefje geschreven en in twee zakken gedaan. Meneer van Lammeren zat uiterst trots te vertellen dat dat zijn werk was geweest. Bravo, dacht ik bij mezelf. Mijn dochter van bijna zeven had dat zelfs kunnen doen. In de ene zak zaten de namen van de boven bouwers en in de andere zak de namen van de onder bouwers. Elke leerkracht mocht uit iedere zak een naam trekken maar nog niet bekijken. Er werd om me heen druk gepraat, gelachen en gewenst. Want iedereen had toch wel stiekem een favoriete docent of docente.
Ook ik had natuurlijk een favoriet, hoewel ik er uiteindelijk geen zeggenschap over had. Hier was ik de sub en moest ik doen wat me gezegd werd.
We kregen daarna uitleg over het parcours wat me nogal vrij duidelijk leek. Je moest beginnen bij een rode streep, vanaf daar moest je over een bank die horizontaal was neergezet heenstappen. Vervolgens lagen er hoepels op de grond in twee rijen tegen elkaar aan zodat je tijdens het lopen in een soort zigzagpatroon liep. Een mat was door twee hoepels heen geschoven waar doorheen gekropen moest worden om daarna aan te komen bij een hoge stellage waar een bank van de ene naar de andere kant overheen lag. Daar moest men overheen lopen maar kruipen mocht ook. Pionnen met staven erin moesten al slalommend doorkruist worden om bij het hoogtepunt aan te komen. Twee banken waren schuin tegen de kast gezet met een mat erover. Eenmaal op de kast moest men met een touw naar de overkant slingeren. Het gat ertussen was weliswaar niet heel groot maar toch groot genoeg om er tussen te vallen. Als je veilig aan de overkant was gekomen moest je met een trappetje naar beneden en weer terug lopen naar de rode streep. Ik zag de spoedeisende hulp al voor me met ten minste één van deze leerkrachten als patiënt. Want met zo’n parcours vroeg je er toch gewoon om?
Meneer Boonstra was als eerste aan de beurt. Stijn een jongen met blonde krullen, blauwe ogen en een lach op zijn gezicht had de eer om onze klas te vertegenwoordigen. Een meisje uit de onderbouw met een slotjesbeugel en haar haar in een staart was Stijns partner.
Er werd “Klaar voor de start!” geroepen en meneer Boonstra was begonnen. Met aanmoedigingen van zijn helpers en met hier en daar een hand of sturing deed hij het niet slecht. Bij de schuine mat gleed hij bijna uit maar al met al zette hij een mooie tijd neer zonder iets te breken.
Daarna was mevrouw Stone aan de beurt. Hoewel ze al wat ouder was, bleek ze verrassend snel te zijn. Niet zo snel als meneer Boonstra, de hoepels bleven niet op zijn plaats liggen en ze had hier en daar wat spiekmomentjes maar ook zij kwam heelhuids weer over de rode streep.
Na nog een andere leerkracht was mevrouw Montou aan de beurt. Ze had mijn naam getrokken en die van een jongen met donkerblond stekeltjeshaar en bruine ogen. Ik wilde net van mijn plaats op staan toen de jongen heel zelfverzekerd riep: “Ik red het wel alleen, blijf jij maar zitten! Kom maar mevrouw Montou, ik help u wel.” Ik keek naar mevrouw Montou om te zien of ze dat wel goed vond. Die stond twijfelachtig te lachen maar nog voor ze er iets van kon zeggen werd de blinddoek bij haar omgedaan. Leroy, van het feestcomité bemoeide zich er ook niet mee. Ik stond toch op, dit was een opdracht voor twee personen. De stopwatch werd ingedrukt en de jongen begon heel hard te schreeuwen: “lopen! Lopen! Lopen!” zonder ook maar enige aanwijzing te geven. Mevrouw Montou was zichtbaar in de war en was begonnen met rennen. Hierdoor vergat ze het bankje waar ze vervolgens met haar scheenbeen tegenaan kwam. Ik liep naar haar toe maar de onder bouwer versperde mijn weg en in plaats van Montou te helpen schreeuwde hij alleen maar: “Kom op, zo winnen we nooit! U moet lopen!” “Misschien moet je haar even helpen.” Zei ik boos tegen hem. Hij hielp haar uiteindelijk over de bank heen. De hoepels gingen ook niet geheel vlekkeloos en ze lag bijna op de grond, zijn geschreeuw maakte haar alleen maar nerveus. Toen ze uiteindelijk bij de mat aankwam waar ze doorheen moest kruipen zag ik aan haar dat ze bang en gedesoriënteerd was want ze stond met haar rug naar het publiek toe terwijl de mat achter haar lag en haar hoofd bewoog alle kanten op maar ze kon natuurlijk niks zien. Haar handen had ze voor haar uit gestrekt en ze probeerde te tasten waar ze was. Ik duwde de jongen ruw aan de kant en liep in een rechte streep naar haar toe. Genoeg geweest! Dacht ik boos. Ik legde mijn hand in haar rug waardoor ze schrok. “Ik ben het. Ik heb u.” Ik ging voor haar staan, verwijderde de blinddoek en keek in twee angstige helderblauwe ogen. Ik drukte haar stevig tegen me aan met beide armen om haar heen. Ze greep me vast en haar lichaam trilde. “Ik heb u.”
“Wat doe je nou! Dit kost ons tijd!” schreeuwde de jongen.
Ik keek hem kwaad aan en zei, wijzend naar de banken tegen de muur: “zitten jij.” Hij keek me geschrokken aan. Ik was woest op hem. Mijn hart ging tekeer en mijn ademhaling was krachtig. “Je red het helemaal niet, je hebt namelijk geen idee wat je aan het doen bent. Straks breekt mevrouw Montou haar nek nog. Bovendien schreeuw je alleen maar zonder iets nuttigs te zeggen.”
Ik aaide haar op en neer over haar rug met mijn handen om haar te kalmeren. Ze snikte zachtjes. Haar ene hand had ze om me heen geslagen en op mijn schouderblad gelegd. Haar andere hand lag op mijn rug om mijn middel, haar kin lag op mijn schouder. “U bent veilig mevrouw Montou.” Zei ik zachtjes tegen haar, ik had het bloedheet van woede.
Na eventjes zo gestaan te hebben kwam ze weer voorzichtig van me los, keek me met haar helderblauwe ogen aan en glimlachte iets. Ik knikte.
Als mosterd na de maaltijd, kwam meneer van Lammeren aangelopen. “Nou, dat was niet helemaal zoals het moest. Gaat het Rosalie?” Mevrouw Montou wreef snel haar tranen weg en knikte met een flauw lachje naar hem. Meneer van Lammeren legde bemoedigend zijn hand even op haar schouder. De jongen was gaan zitten en kreeg van sommige leerlingen commentaar. Er waren ook leerlingen die vonden het de schuld van mevrouw Montou dat die jongen nu geen kans had om te winnen. Er ontstond een discussie die snel door mevrouw Stone gesust werd toen we met z’n drieën weer plaats namen.
Als laatste wisten nog twee leerkrachten het parcours gelukkig veilig te leggen.
“Oké dat was het dan!” Riep Leroy. “Jullie hebben goed je best gedaan allemaal dan is het nu tijd voor….”
“Ik wil eigenlijk nog wel een keer, als het mag.” Mevrouw Montou was opgestaan. Ik keek verbaasd in haar richting.
“Weet u dat zeker?” Vroeg Leroy.
Ze streek haar haar uit haar gezicht, trok haar vest recht en knikte.
De jongen met het donkerblonde stekeltjeshaar wilde niet met mij samen werken en weigerde op te staan.
Mevrouw Montou keek naar mij. “Prima.” Zei ik en stond op. Ik deed mijn schoenen en sokken uit, mijn broekpijpen iets omhoog en mijn haar in een knot. Omdat ik het nogal warm had en het waarschijnlijk makkelijker bewegen was zonder trui, deed ik die ook uit. Ik stond nu in mijn rode hemd met mijn rode kanten bh eronder.
Mevrouw Montou kwam naar me toegelopen. Ik zag dat ze me snel opnam met haar ogen. Ze droeg een lang grijs vest wat ik bij haar uit deed. Ze had er een shirt onder met korte mouwen en een laag gesneden V-hals. “Zou u uw schoenen en sokken willen uitdoen en uw broekspijpen omhoog willen rollen zoals ik?” Ze keek me even vragend aan maar zonder iets te zeggen begon ze te doen wat ik haar vroeg. “En nu?” Vroeg ze. Ik glimlachte naar haar. Ik pakte haar pols vast en trok haar zachtjes mee naar de rode streep. “Wilt u met of zonder blinddoek?”
Ze staarde me aan en onze ogen leken elkaar niet meer los te willen laten.
“Met.”
“Weet u dat zeker?”
“Ja.”
Mijn dappere prinses, dacht ik en een warm gevoel schoot door mijn borstkas.
“Prima.”
Ik deed de blinddoek rustig bij haar om. Vervolgens ging ik naast haar staan, met mijn arm tegen haar arm en met mijn gezicht naar het publiek terwijl zij met haar rug er naar toe stond. Ik pakte haar pols beet en voelde haar hartslag. Die was onrustig.
“Wat doe je?”
“Uw hartslag voelen.”
“Oh.”
“Waarom lopen we op blote voeten Julia?”
“Dan voelt u beter waar u bent, wat er zich onder u bevind. En het geeft u grip zodat u niet uitglijd.”
“En starten maar!” Riep Leroy onze kant op en drukte overdreven op het knopje van zijn stopwatch. Ik schonk er verder geen aandacht aan.
Mevrouw Montou wilde al een stap zetten maar ik hield haar tegen door haar arm vast te houden.
“Waar gaat u naar toe?”
“Moeten we niet…? De tijd is toch ingegaan?”
“Nee hoor, we hebben alle tijd. We gaan eerst gewoon even kletsen. Rustig worden. Bedenken wat we gaan doen.”
“Wil je niet winnen dan?”
“Uw vertrouwen. Meer niet.”
Ze was even stil. “Er liep gisteren een lieveheersbeestje over mijn raam.”
Ik was even verrast door de verandering van het onderwerp. Blijkbaar wilde ze dat graag even kwijt.
“Ah. En hoeveel stippen had het beestje?” Vroeg ik om maar iets te vragen.
“Ik geloof zeven.”
“Hm, dat is een veelvoorkomende soort hier in Nederland.”
“Wist jij dat de stippen niks over de leeftijd zegt?”
Ik moest lachen.
“Klopt, ze leven maar ongeveer een jaar. Wist u dat het zevenstippelig lieveheersbeestje soms wordt gezien als brenger van geluk?”
“Nee dat wist ik niet.”
We zwegen even. Ze was in gedachten verzonken, ik voelde haar hartslag in haar pols rustiger worden. Waar zou ze aan denken?
“Weet jij hoe je kunt zien of het een mannetje of vrouwtje is?” Vroeg ze zacht.
“Het mannetje is kleiner. Maar dat zie je pas goed als ze paren, dan zit hij bovenop haar.”
“Oh, nee deze was alleen.” Ze klonk alsof ze medelijden had met het lieveheersbeestje.
“Stom hè dat ik daar ineens over begin.”
“Nee hoor, helemaal niet. Het beestje heeft blijkbaar indruk op u gemaakt.”
“Ja, misschien wel. Hij… of zij natuurlijk, liep helemaal van beneden naar boven op het raam. En ik dacht nog, dat is een flink stuk met zulke kleine pootjes.”
“Klein maar sterk.”
Ze glimlachte.
“Daarna vloog het weg. Waarom zou je eerst helemaal naar boven wandelen als je gewoon weg kan vliegen?”
“Omdat soms juist de weg die niet zo vanzelfsprekend lijkt, je uiteindelijk een beter gevoel op kan leveren. Meer voldoening kan geven.”
We zwegen weer.
“Ik ga zo meteen naast u of achter u staan met mijn hand op uw schouder om u te sturen. Weet u nog wat de eerste hindernis is?”
“De bank.” Zei ze zachtjes.
“Hmhm. Bent u daar bang voor?”
“Niet echt, als ik maar niet weer mijn scheenbeen stoot.”
“Dat zal niet gebeuren, dat beloof ik u. Wat komt er daarna?”
“De hoepels.”
Ze had haar hoofd recht vooruit, Ik had mijn hoofd opzij, haar kant op gedraaid.
Haar borsten gingen rustig op en neer, in haar shirtje, met haar ademhaling mee en haar huid stootte warmte af tegen mijn arm.
“Bent u daar bang voor?”
“Misschien dat ik met blote voeten op de randen stap.”
“U gaat gewoon rechtdoor lopen in een tempo die ik u aangeef en ik stuur u wel. Helpt dat?”
“Ja.”
“Prima. Wat krijgen we dan?”
“Jullie zitten al op zes minuten dames!”
Ik begon geïrriteerd te raken van die vent. Beetje ons opjutten. Ik bepaal zelf wel hoe of wat.
“Wacht even, ik ben zo terug.” Ik liet haar los en beende naar Leroy en zijn stopwatch.
Ik trok hem uit zijn handen, drukte hem op stop en legde hem met een klap op de bank naast hem.
“Als u die weer aandrukt terwijl wij bezig zijn zal de radioloog raar opkijken als die uw röntgenfoto ziet, begrepen.” Zei ik kwaad.
Hij keek me niet begrijpend aan maar naast hem moesten een aantal leerlingen grinniken.
Ik liep weer terug naar mevrouw Montou en ging weer naast haar staan.
“Waar waren we?”
“Dat was niet zo netjes van je Julia.” Fluisterde ze.
“Kan me niet schelen, hij gaat onze tijd niet bepalen.” Ik zuchtte.
“Gaat het wel goed met je? Je lijkt zo boos.”
“Ik ben ook boos, maar niet op u.”
“Kan ik je ergens mee helpen Julia?”
“Nee….. Dank u wel.” Ik dacht aan de reebruine ogen, zij had hier graag bij willen zijn.
“Nou wat kwam er na de hoepels?”
“Ehum… Dat weet ik even niet meer.”
“Dat geeft niet. Dan komt er een mat die in twee hoepels zit, daar moet u doorheen kruipen. Bent u daar bang voor?”
“Nee.”
“Mooi. Daarna komt de hoge bank waar u overheen moet. Bent u daar bang voor?”
“Ja.”
“Waarom?”
“Ik heb hoogtevrees en ik ben bang dat ik eraf val.”
“Kunt u me zeggen hoe ik u kan helpen?”
“Ehum…. Zorgen dat ik niet val.” Zei ze half vragend.
“Ik laat u niet vallen. Kan ik u nog op een andere manier helpen?”
“Ehum….” Haar hartslag ging wat sneller en haar arm werd nog warmer.
“Helpt het als ik met u mee loop en u vasthoud?”
“Ja, dat zou fijn zijn.”
“Prima. Dan krijgen we de pionnen waar u slalommend omheen moet lopen. Bent u daar bang voor?”
“Nee.”
“De schuine mat?”
“Ook niet.”
“Het touw?”
“Ja dat wel.”
“Hoe kan ik u daarbij helpen?”
“Ik zou het niet weten.” Haar stem trilde een beetje en ik zag dat ze nerveus bewoog.
“We kunnen de blinddoek dan afdoen, dan kunt u het touw en de overkant zien.”
“Nee, dat lijkt me eng. Dan zie ik hoe hoog het is.”
“Helpt het als ik aan de overkant ga staan om u op de vangen?”
Ze twijfelde zichtbaar, ze beet op haar onderlip en haar hand balde ze tot een krampachtige vuist.
“U kunt het onderdeel ook overslaan hoor. Niets moet.”
“Mag ik het tegen die tijd bekijken als we zover zijn?”
“Prima. Ontspan mevrouw Montou. Ik weet nu waar u bang voor bent en ik zal u helpen. Er kan u niets gebeuren, echt niet.”
Haar hand die ik bij haar pols vast had maakte ze los uit mijn greep en haar vingers vouwde ze tussen mijn vingers. Was ze niet bang dat iemand ons zo zag?
“Dank je Julia.”
“Ik heb nog niks gedaan.”
“Jawel, dat heb je wel.” Ik werd er even stil van en kreeg een warm gevoel in mijn buik.
“Dan graag gedaan mevrouw Montou. Zullen we beginnen?”
“Ja, dat is goed.”
Ze liet me los, ik draaide me om en deed een stapje achteruit. Plaatste mijn linkerhand op haar rechterschouder en duwde haar iets naar voren. Voorzichtig zette ze een stap naar voren. “Goed zo, loop maar door.”
Nog twee passen was ze verwijderd van de bank waar ze overheen moest.
Vlak ervoor trok ik haar iets naar achteren aan haar schouder zodat ze wist dat ze moest stoppen. “De bank staat nu voor u, til uw been eens op. Nog iets hoger. Prima, nu iets naar voren buigen. Zo inderdaad. En zet hem maar rustig neer.”
Haar voet raakte de bovenkant van de bank en ik hoorde haar opgelucht zuchtten. “Nou, zet uw gewicht maar op uw been en til uzelf omhoog. Blijf op één been staan.”
Een beetje met aarzelen deed ze wat ik zei. Ik kwam naast haar op de bank staan. “Nu uw vrije been naar voren buigen, juist. En dan met het been waar u op staat langzaam door de knie zakken. Verder, verder, verder. Bijna. Goed zo.”
Ze stond weer met één been op de grond snel zette ze haar andere been ernaast.
“Zie, niks aan de hand.”
Ze moest lachen.
“Kent u het liedje: 1, 2 ,3 ,4 , hoedje van papier?”
“Ja, die ken ik.” Zei ze met een glimlach.
“Kunt u hem zingen?”
“Wat? Nu?”
“Hmhm. Alleen het begin stukje.”
“Ik kan niet zo goed zingen hoor.”
“Dat geeft niet.”
“1, 2, 3, 4, hoedje van, hoedje van… 1, 2, 3, 4, hoedje van papier.” Zong ze zachtjes.
Ik moest glimlachen. “Heel goed. Nou, als u dat liedje zo weer zingt wil ik graag dat u op 1, 2, 3, 4, hoed je van, hoed je van, een stap zet. Denkt u dat dat lukt?”
“Ja, dat denk ik wel.”
“Dat is het loop tempo.”
“Prima.” En ze glimlachte breed toen ze dat zei.
“Begin maar.” Ze begon te zingen en ik duwde met mijn hand haar schouder op tijd naar links of naar rechts. Er konden twee passen in elke hoepel en al snel lagen de hoepels achter ons.
“Dat waren de hoepels mevrouw Montou.”
“Wat? Nu al?”
Ik moest lachen.
“Nu zijn we bij de mat.”
Ik duwde haar schouder naar beneden en ze begreep dat ze op haar knieën moest gaan zitten. Ik ging er op mijn hurken naast zitten en legde mijn hand op haar arm.
“Als u uw handen naar voren doet, kunt u de hoepels voelen en weet u waar u precies in moet.”
Ze voelde de hoepels en knikte. Zelfstanding ging ze plat op haar buik liggen en kroop ze laag op handen en knieën door de mat. Aan de andere kant wachtte ik haar op. Ze kwam met haar hand op mijn voet terecht en ze voelde uitgebreid aan mijn tenen, enkel en mijn kuit. Ze kneep er even in en ik voelde mijn oren warm worden. Ik pakte haar handen vast, trok haar iets verder over de grond zodat ze helemaal eruit was en hielp haar overeind.
Ze boog haar hoofd naar me toe en fluisterde: “Je hebt warme voeten, je huid voelt zijdezacht aan en je kuiten zijn fijn gespierd.” Mijn hartslag ging weer omhoog maar dit keer niet door woede.
“Dank u.” Zei ik zacht en een beetje onwennig.
“Nu zijn we bij de hoge bank. Ontspan mevrouw Montou. Ik laat u echt niet vallen.”
“Dat is fijn.” Zei ze en ze blies een zucht uit.
Ik pakte haar heupen voorzichtig vast en duwde haar tegen de bank aan, die kwam iets boven haar billen, in haar rug, uit.
“Ik ga u optillen zodat u op de bank zit. Daarna kom ik er naast zitten en help u verder omhoog.”
“Je bedoelt staand?” Vroeg ze benauwd.
“Hmhm. Ik ga u nu optillen. U mag mijn armen anders wel vasthouden als u het eng vind.”
En dat deed ze. Een gilletje kwam uit haar mond toen ik haar optilde en haar naar achteren schoof. “Zit u goed.” Haar benen bungelde een stuk van de grond af.
“Ja, ik denk het wel.”
“Ik kom eraan.” Ik liet haar los, nam een aanloopje, sprong, zette mijn handen op de bank en tilde mezelf op in de handstand. Ik liet mijn ene been naar links vallen zodat ik met mijn platte voet op de bank stond en ging toen op mijn hurken zitten. Ik pakte de hand van mevrouw Montou.
“Kunt u uw ene been over de bank schuiven naar de andere kant? Zodat u net als uw prins op het witte paard komt te zitten zeg maar.”
Ze liet een geluidje van ongenoegen horen en ik grinnikte. Ze tilde haar been naar de andere kant terwijl ik haar beide handen vast hield.
“Kunt u nu uw voet van uw sterkste been op de bank zetten zodat u zich daarmee af kan zetten terwijl ik u omhoog til.”
“Oké” Zei ze een beetje angstig. Haar rechtervoet plantte ze neer en ik liet mijn armen onder haar bovenarmen glijden, trok haar rustig op totdat ze rechtop voor me stond.
“Zie, niks om bang voor te zijn. Ik heb u vast.”
Ze knikte.
“Dit is een beetje zoals in Perenbomen bloeien wit vind u niet? Die jongens die het spelletje zwart spelen met hun ogen dicht, later wordt de jongste echt blind en moet voor altijd zwart spelen. Alleen verdronk hij zichzelf in de sloot, maar ik laat u niet in de sloot lopen hoor. En al helemaal niet in zeven sloten tegelijk.”
Ze moest lachen. “En als ik nou juist wil zwemmen?”
“Dan gaan we naar de zee.”
“Leuk.”
“Hmhm.”
Ik trok zachtjes aan haar armen en stapje voor stapje liep ze over de bank.
“Nou, mevrouw Montou….” Zei ik uitdagend. “Durft u nu op één been te balanceren met uw andere been naar achteren?”
“Eh…..” De paniek sloeg weer toe, haar hals werd rood en ik voelde dat haar handen klam werden.
“Ik heb u.”
“Oké.” Ze pufte even. “Hier ga ik.”
“Daar gaat u. Heel goed.”
Ze kneep in mijn onderarmen, tilde langzaam met enige aarzeling haar linkerbeen naar achteren omhoog, maakte zelfs een buiging en kneep haar lippen op elkaar.
“Strek uw rechterbeen eens helemaal. En nou ontspannen ademen.”
Ze begon te giechelen.
“Ziet u nou wel. Angst zit in uw hoofd. U staat hier met uw hoogtevrees op iets meer dan een meter van de grond, op één been te balanceren. Had u dat vanochtend gedacht ooit te durven doen?”
“Nee.” Zei ze lachend. Ze kwam weer op twee benen staan.
“Goed zo.”
“Nou jij.”
“Nou ik?”
“Ja. Voor wat hoort wat.” Zei ze plagerig. Ze schoof haar blinddoek iets omhoog, knipperde een paar keer met haar ogen tegen het licht en keek me aan. Hoewel ik het niet wilde, voelde ik mijn vagina iets nat worden.
“Dan moet ik u loslaten.”
“Prima.” Zei ze met een glimlach. Een wee gevoel maakte me een beetje duizelig.
“Prima.” Zei ik kort. Ik liet haar langzaam los. Ze bleef naar mijn ogen kijken.
Ik deed een stapje naar achteren en boog eerst achterover op mijn handen, deed de handstand, deed mijn benen in de split, kwam op één been neer en balanceerde erop. Mijn andere been wees naar het plafond, hoog in de lucht. Mijn gezicht had ik omlaag gericht naar mijn voet en mijn handen achter mijn rug gevouwen. Daarna ging ik met gestrekte benen in een hoek van negentig graden staan, mijn linkerbeen recht naar achteren en mijn rechterbeen gestrekt en mijn romp maakte een buiging voor de prinses. Ik tilde vervolgens mijn linkerbeen opzij en hield hem naast mijn oor waar ik hem vast hield met één hand. Mijn andere hand had ik naast me opzij gestrekt om balans te kunnen houden. Mijn ogen gericht naar de zee in twee kleine rondjes die me vol bewondering en genegenheid aankeken. Ik ging weer normaal staan en lachte naar haar. Vanaf de tribune kreeg ik applaus maar dat negeerde ik.
“Zo goed mevrouw?”
Ze knikte: “Ik wist niet dat je zo lenig was.”
“Er is wel meer wat u niet van me weet.” Zei ik geheimzinnig, ik voelde me met de minuut natter worden. Haar wangen kregen een kleurtje en ze perste haar lippen op elkaar met een glimlach. Ik schoof langzaam de blinddoek weer voor haar ogen en pakte haar weer bij haar polsen terwijl zij mijn polsen vasthield. Het liefste had ik haar willen kussen en mijn tong met haar tong willen laten spelen als twee blije puppy’s die kwispelen van plezier.
Ik trok haar weer naar voren en toen ik het einde van de bank met mijn voet voelde hield ik haar tegen. “We zijn nu bij het einde van de bank. Kunt u weer op uw hurken gaan zitten?”
“Ja, dat is goed.”
Langzaam zakte ze naar beneden en even verloor ze bijna haar evenwicht waardoor ze naar rechts dreigde te vallen. Ze schrok en ze schoot gelijk in paniek. Maar ik trok haar snel en voorzichtig weer recht. “Niks aan de hand, gewoon een beetje wiebelig vindt u niet?”
“Ja, dat denk ik.” Zei ze met een opgelucht lachje.
Ze zat weer met haar benen wijd en ik bedacht me hoe sexy het was als ze nu geen onderbroek aan zou hebben.
“Doet u uw benen maar naar een kant. Ik klim er vast af.”
Ik sprong er af en landde netjes recht op mijn voeten als een ware gymnast.
Ze zat weer met haar rug naar het publiek toe, haar benen bungelend over de bank.
“Kunt u uw armen voor uw strekken en uw lichaam iets naar voren buigen?”
Ik pakte haar heupen vast en mijn ogen bleven even rusten op haar mooie ronde borsten in haar shirtje, die zachtjes op en neer gingen. Ik kon haar adem jammer genoeg niet voelen.
“Julia?”
“Hmhm?”
“Gaat het?”
“Ik was even afgeleid.”
“Waardoor?”
“Uw borsten.”
“Keek je naar mijn borsten?”
“Hmhm.”
“Waarom?” Vroeg ze verbaasd maar met een glimlach.
“Waarom niet?” Zei ik nonchalant.
Ze deed haar mond open om iets te zeggen, bedacht zich blijkbaar en sloot hem weer.
“Ik ga u eraf tillen. Als u het eng vindt dan kunt u mijn armen of hoofd of haar vasthouden als u wilt.”
Ze grinnikte. Ik trok haar iets naar voren, ze sloot haar benen rond mijn middel heen en ik tilde haar eraf. Ik voelde haar benen die strak rond me heen geslagen waren, haar armen om mijn nek en mijn neus zat tussen haar borsten. Ik dacht dat ik gek werd. Ik kreunde zachtjes.
“Ben ik te zwaar?” vroeg ze geschrokken.
“Nee, absoluut niet.”
Ik liet haar benen van me afglijden zodat ze goed op de grond stond. Even stonden we zo aan de grond genageld.
“Julia?” fluisterde ze.
“hmm?”
“Moeten we niet verder?”
“Waarmee?”
“Met het parcours.”
“Het parcours, prima.”
Waarom liet ik me zo afleiden? Dat was helemaal niet de bedoeling. Hoofd erbij houden, gevoel op een laag pitje. Ik had een vaste regel: Ik werd nooit verliefd op de sub. Als de sub verliefd geworden was op mij dan maakte ik die altijd heel goed duidelijk dat ik daar niet van gediend was en dat ik dan onze samenwerking moest beëindigen. Bovendien kon ik niet verliefd zijn op mevrouw Montou, zij was immers een prinses en ik een heks. En er is geen sprookje geschreven waarbij de heks en de prinses samen nog lang en gelukkig leefden.
“Ik durf die pionnen wel alleen, als jij me er even naar toe wilt brengen.”
“Prima.” Mijn stem sloeg over.
“Gaat het wel goed Julia?”
“Er is niks vervelends aan de hand mevrouw Montou. Kom, ik zal u de weg wijzen!”
Ik legde mijn hand weer op haar schouder en manoeuvreerde haar naar de pionnen met staven erin. Ik pakte haar hand vast en legde die tegen een staaf zodat ze kon voelen waar ze was.
“Mocht u in paniek raken, ik sta naast u.”
“Dank je wel.”
Onhandig maar wel zelfstandig liep ze voorzichtig met haar armen gestrekt voor zich uit al slalommend door het pionnenstukje.
“Heel goed mevrouw Montou.”
Ze glimlachte en haar mooie witte tanden werden daarbij ontbloot. Ik zou haar tanden een voor een af willen likken en op haar kiezen willen trommelen met mijn tong. FOCUS JULIA! Doe niet zo achterlijk! Ik liet teveel mijn gevoel de vrije loop. Ik moest niets voelen. Ik mocht niets voelen van mezelf. Geen pijn, geen angst, geen liefde, geen hoop, gewoon niets.
“De schuine mat, mevrouw Montou. Wilt u naar boven of houden we het voor gezien, wat ook een hele mooie prestatie is. U heeft de angst voor pijn uw koninkrijk uitgejaagd, de hoogtevreesdraak een kopje kleiner gemaakt en als een ridderes de pionnen een lesje geleerd.”
Ze moest nu harder lachen. “Jij malle meid. Nee, laten we maar verder gaan. Dan kan ik nooit achteraf denken wat als…”
“Uitstekend!” Ik leidde haar naar de mat en draaide haar om.
“Wat gaat we doen?” Vroeg ze verbaasd.
“Als u er achteruit tegenop loopt, voelt u het minder in uw kuiten. Ik heb u vast.”
Stapje voor stapje liep ze iets de mat op, zodra ze door had dat het niet eng was verhoogde ze het tempo en voor ze het wist waren we boven.
“Je had inderdaad gelijk, Julia.”
“Tuurlijk.” Zei ik koeltjes.
“Het touw, gaat u die met uw handen wurgen?”
Ze kneep haar beide handen even tot een vuist en zuchtte. “Ja, ik vertrouw jou dus ik weet dat het goed komt.”
“Dat is lief van u. Hoe kan ik u helpen?”
“Wil je mij het touw aangeven en aan de overkant op me wachten?”
“Uw wens is mijn bevel.”
Ik zette haar zo neer dat ze niet helemaal bij de rand stond maar er nog iets vanaf. Haar benen gespreid en het touw er hangend tussen, die ze vasthad met haar beide handen.
Ik moest op mijn tong bijten toen ik haar daar zo zag staan, zo iets naar voren gebogen met haar benen wijd. En stelde me weer voor dat ze geen onderbroek aan had.
“Als u zo naar de overkant slingert, pak ik u daar vast. Als ik dan los! Zeg, moet u direct loslaten. Is dat duidelijk?”
“Duidelijk.”
“Prima. Dan ziet u me zo.”
“Oh Julia?”
“Wat is er mevrouw Montou?”
“Wat als je misgrijpt?”
“Ik grijp niet mis. Tot aan de overkant.”
Ik nam een aanloopje en sprong naar de overkant. Ik kwam gehurkt op mijn beide voeten plat neer en veerde omhoog. Ik kreeg weer applaus maar dat kon me niet schelen. Ik moest zorgen dat mevrouw Montou veilig over zou komen.
“Spring maar als u er klaar voor bent!” Riep ik naar haar.
Ik zag haar twijfelen en piekeren. “Kom op u kunt het!”
De andere leerlingen en leraren begonnen haar aan te moedigen vanaf de banken en dat scheen te werken. Ze nam een korte aanloop en met een gil zwaaide ze naar mij toe. Ik greep haar om haar middel vast en riep: “Los!” Ze liet het touw los en viel in mijn armen. Er werd geklapt en gefloten. “Hoort u dat? Het is u gelukt.” Ik gaf haar een vlugge kus op haar wang.
“U heeft de slang gewurgd terwijl u de gracht van het kasteel over zwaaide. Ik ben trots op u.” Ze lachte ongelovig en hield haar handen voor haar mond terwijl ik mijn armen nog om haar middel had geslagen zodat ik zeker wist dat ze er niet af zou vallen.
“Ik heb het gedaan.” Fluisterde ze. “U heeft het gedaan.” Ik schudde haar zachtjes door elkaar. Ze slaakte weer een gilletje maar nu van blijdschap en ik was ook blij voor haar.
“Nu de koninklijke trap nog af en dan bent u weer vrij.”
“En wat als ik niet vrij wil zijn?” Vroeg ze zacht.
Ik was een beetje van stuk gebracht door die vraag. Wat bedoelde ze daarmee? Wilde ze dat ik haar nooit meer los zou laten? Wilde ze misschien dat ik haar vast zou binden? Of wilde ze zich binden op een andere manier? Ik wilde het haar niet hier en nu vragen.
Ik liep achteruit de trap af terwijl ik haar handen vast had. Het waren maar een paar treden. Eenmaal beneden was er weer gejuich en geklap. Ik deed de blinddoek af, het kon me niet schelen dat we nog niet bij de rode streep waren. “Hoe voelde dat?”
“Goed.”
“Dat is fijn.”
“En lekker.”
Ik grijnsde. “Dat is wat bdsm is lieverd” fluisterde ik in haar oor, net voordat er leerlingen naar ons toe kwamen gerend. Ook de andere leraren waren enthousiast. Ik staarde kort in de helderblauwe ogen van mevrouw Montou waar een fonkeling in kwam.
Ze was helemaal beduusd en kreeg een kleur van alle aandacht om haar heen.
“U ruikt naar zweet.” Zei Stijn heel subtiel. Mevrouw Montou wist niet zo goed of ze nou beschaamd of beledigd moest zijn maar uiteindelijk moest ze lachen. “En bedankt hè, Stijn.” “Alstublieft mevrouw.”
Leroy sloot het feest af en deelde bij de uitgang visitekaartjes uit maar ik liep snel naar de wc. Ik was boos op mezelf want ik was zo geil als wat.
Lees verder: Rosalie Krijgt Een Beurt - 6: De Regels
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10