Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 01-03-2022 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 8700
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 45 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 210
En toen was het plotseling zaterdagochtend. Ik keek op de wekker: 07:10. Dat was vrij vroeg voor een zaterdagochtend, maar goed… Wakker was ik toch al. Joline maar lekker laten slapen; die had zich lekker uitgeleefd tijdens het dansen en zou wel eens wat spierpijn kunnen hebben. En ik had daar ook wat last van… Hmmm. Maar eens even een stukje rennen.
Ik trok een schoon trainingspak uit de kast en kleedde me op de badkamer aan. Voorzichtig liep ik door de slaapkamer heen en de kamer in. Even een kop thee en twee boterhammen, daarna rennen. Niet overdreven ver, maar wel lekker de spieren losmaken. Ik ging aan tafel zitten en schreef een briefje voor Joline.
‘Goedemorgen schat! Ik ben even een stukje rennen op het Cooperparcours. 08:15 terug. Xxx Kees.’
Op het moment dat ik m’n naam schreef hoorde ik de deur van de zussen achter me opengaan. “Goedemorgen, Kees! Lekker geslapen?” Margot. In een nachtpon.
“Hé schoonheid. Prima geslapen, dank je wel. En jullie?” Ze keek ondeugend. “Het tijdstip ‘naar bed gaan’ was niet hetzelfde als het tijdstip ‘slapen gaan’, Kees.” Ik grinnikte. “Da’s toevallig. Bij ons ook niet.” We gniffelden samenzweerderig. “Maar zit jij er sportief bij… Nog niet genoeg gesport de afgelopen dagen?”

Ik schudde m’n hoofd. “Wat spierpijn. En die moet ik eruit lopen, anders heb ik er de hele dag last van.” Ze keek nadenkend. “Heb je bezwaar tegen gezelschap? Ik heb ook wel trek in een stukje rennen. Tenminste… als dat op gewoon oppervlak is. Niet in een militair oefenterrein met greppels vol water en zo.” Ik knikte. “Prima… En Lot?” Margot trok een wenkbrauw op. “Ik zal eens kijken of mevrouw mijn zus er toe in staat is en zin heeft. En Joline?” Ik schudde mijn hoofd. “Die is nog bewusteloos. En is niet zo’n fan van ’s ochtends hardlopen. Ochtendsport is bij haar ‘zwemmen’. Maar dame, als jij mee wilt lopen…”
Margot onderbrak me. “…dan doe ik wel wat anders aan, hoor.” Ik zuchtte. “Dat bedoel ik niet, tutje. Als jij en Lot mee gaan lopen, dan eerst een kop thee en een paar boterhammen. Ik zet wel wat water op, als jij je ondertussen omkleed… En Lot ook, als ze wil…”

Margot verdween in hun kamer. Ik zette een pot thee en veranderde het briefje even. Streepte ‘ik’ door en zette ‘wij’ ervoor in de plaats. En vulde onderaan het geheel met de namen van de zussen aan. En toen kwamen de dames Bongers binnen, beiden in trainingspak. “Goedemorgen Lot. Lekker geslapen?” Ze knikte. “Het slapen beviel wel, maar het wakker worden had iets sympathieker gemogen. Door je eigen zus uit bed geramd worden met de mededeling dat je moet gaan rennen… Een kop thee was liever geweest.”
Ik wees op tafel. “Alstublieft mevrouw… Een bakje thee naar eigen recept. En vier boterhammen met hagelslag. Mogen jullie onderling verdelen, maar ze zijn op voordat we gaan rennen. Heb je nodig.” Beide meiden gingen zitten en we aten samen. Toen de bordjes leeg waren stond ik op. “Let’s go. We gaan met de trap naar beneden, dan rustig inlopen tot bij de cooperbaan. Dáár gaan we los. Twee kilometer, redelijk tempo. Dan terug dribbelen en omhoog gaan we met de lift. Even uitzweten met een sapje, douchen, ontbijten.” De dames knikten en we liepen de trap af. Toen richting de cooperbaan.

Bij het startpunt zei ik: “Jullie geven het tempo aan. Maar als het te traag gaat, neem ik het over en dan zijn jullie nog niet jarig, dames…” Margot snoof. “Als jij denkt ons in te kunnen halen op de twee kilometer…” Ik grijnsde. “Make my day, ladies.”
Ze begonnen te rennen, en ik ging er achteraan. Ze liepen net als Joline: een flink sprint-tempo en ze liepen snel uit. Ik hield mijn gewone duurloop-tempo aan. Minder snel, maar ik kon dat lang volhouden. En jawel, na twee rondjes begon ik in te lopen; was de achterstand eerst ruim honderd meter, na drie rondjes was die gereduceerd tot nog geen twintig meter. Lot keek om en stootte Margot aan en beiden versnelden. Even. Toen kakte hun tempo weer in en na drie-en-een-half rondje passeerde ik hen.
“Kom op meiden… Nog ruim tweehonderd meter. Die moeten jullie toch wel voor mij kunnen blijven? Jullie hebben een stuk minder mee te zeulen dan ik…” Ik verwachtte een snauw te horen, maar behalve gehijg hielden de dames zich in. Ik vertraagde iets, zodat ze vlak achter me de finish passeerden. Toen klapten ze dubbel: met de handen op de knieën stonden ze te hijgen.

“We gaan nóg eens met jou lopen, Kees…” “Kom dames, niet piepen. Overeind en héél rustig naar huis dribbelen. In de lift even het melkzuur laten zakken.” Vier verwonderde grijze ogen. “In de lift?” Ik knikte. “Ja. De ligt gaat omhoog. Als jullie het melkzuur nu alvast uit je spieren halen, kan dat op de begane grond blijven als wij naar boven gaan.” Een tweevoudige zucht volgde. De lift rook even daarna behoorlijk naar zweet, toe we boven uitstapten. Eenmaal binnen schonk ik een glas sap in. “Zo. Even het balkon op, in de luwte opdrinken. Anders ruikt het binnen ook naar zweet en daar heb ik geen zin in.”
We stonden op het balkon, voor onze slaapkamer rustig te drinken toen de schuifdeur openging. “Goede morgen, fanatiekelingen! Lekker gehobbeld?” Joline stak haar hoofd uit de deuropening. “Hé schat! Ja, even de spierpijn uit m’n systeem gerend.” Achter me hoorde ik Margot mopperen: “Ja, en bij ons er in, verdorie…” “Dat zijn er vijf, Margootje…” Joline keek plagend langs me heen en ik hoorde een diepe zucht. Even later waren onze bekers leeg. “Kom dames, douchen. Daarna lekker ontbijten. Hebben jullie nodig.”

Ik stond even later ook onder de douche. Joline kwam erbij. “Lekker gelopen met die twee, Kees?” Ik knikte. “De dames dachten Kees er even uit te kunnen lopen op de twee kilometer… Begonnen te sprinten, maar na zeventienhonderd meter kakten ze behoorlijk in en ging ik ze voorbij.” “Arme meiden. Zo vroeg in de morgen het snot voor je ogen lopen…”
“Hé, ze wilden zelf hoor! Joline knuffelde me. “Snap ik. Zo’n lekker kontje voor je…” Ik zuchtte. “Schatje, het grootste deel van het parcours liepen ze voor mij uit hoor.” Een spottend “Afzien voor je, zeker?” klonk naast me. Ik draaide de warme kraan dicht. “Rotmeid. Altijd het slechte van mij denken.” Joline sprong de douche uit. “Rotvent. Met je kouwe plens.” Haar ogen lachten echter. Even later stond ik me ook af te drogen. “Lekker ontbijten zo. Heb ik wel zin in.”
En na een kwartier riep ik richting logeerkamer: “Dames! Over vijf minuten ontbijten!” “We komen er aan Kees!” Tijdens het ontbijt vroeg Joline: “Wat gaan jullie vandaag doen, meiden?” “Studeren. In Groot-Ammers studeerden we minimaal drie uur per dag, dat halen we hier niet. Dat gaan we vandaag even inhalen. Morgen weer naar de kerk en op zondag studeren we niet. Zondag willen we echt tot een ‘vrije dag’ maken. Niks moet en veel mag.” Joline knikte. “Prima principe. Hanteren wij ook. Er kan veel, zolang je geen mensen met extra werk opzadelt.” Margot zei: “Dat was in Groot-Ammers wel even anders. Daar ‘mocht’ niks op zondag en we ‘moesten’ naar de Koninkrijkszaal. Voor de rest was het doodsaai. En om exact middernacht moesten we aan het werk, want om vijf uur gingen de eerste vrachtwagens de poort uit en moesten de papieren wel klaar zijn. En daarna naar Utrecht…”

Joline keek hen met afgrijzen aan. “Wát? Vertellen jullie ons nu dat jullie de hele nacht van zondag op maandag niet sliepen? En vervolgens naar de universiteit gingen? Dat jullie dáár niet in slaap gedonderd zijn…” Charlotte giebelde. “We gingen zondagmiddag of –avond wel een paar uurtjes slapen, hoor.” Joline mopperde: “Dan nog…” Na het eten ruimden we het appartement nog even op. Stofzuigen, afwas opruimen, wasjes draaien… Om twaalf uur eten, omkleden en om één uur zaten Joline en ik in de auto, op weg naar Betty en haar kinderen.
Toen we voor haar deur stopten, stond de Volvo achter de Landrover van Fred. We stapten uit en meteen ging de voordeur open. Wilma, de dochter van Betty stond in de deuropening. “Hoi Kees, hoi Joline!” We gaven haar een hand en ik keek haar oplettend aan.
“Jij ziet er goed uit, dame!” Ze kleurde. “Ik ben het laatste half jaar bijna tien kilo afgevallen. Meer sporten en minder snaaien.” Joline knikte en zei droogjes: “Oh ja, ik ken dat…” Ik wees naar haar en zei: “Ze moet wel, anders past ze niet in haar bruidsjurk. Speciaal een paar maatjes te klein gekocht.”
Joline keek me doordringend aan. “Jij bent een enorme bluffert, Kees Jonkman. Je hebt mijn bruidsjurk nog nooit gezien en als jij zo doorgaat, gaat dat ook niet gebeuren, begrepen?” Wilma giechelde. “Zo, jij zit lekker onder de plak, Kees.” Ik keek zielig en Joline snoof. “Is regelmatig nodig, Wilma.” Lachend liepen we de huiskamer in. Betty was bezig met de thee.
“Eén momentje, mensen… Eerst dit afmaken.” We gaven Adri een hand. Ik wees op Fred en Wilma. “Die twee geven we geen hand hoor. Gisteravond nog gezien.” “Ja. En geroken. Je zweette aardig na de dansles, Kees.” Ik keek Fred aan.
“Hoe weet jij dat nou? Ik heb niet met jou gedanst hoor.” Hij knikte. “Klopt. Maar Joline rook aardig naar jouw sokken. En die geur ken ik maar al te goed, vriend.”

Joline ontplofte! “Zeg stuk onbehouwen lompheid! Hou jij je een beetje in? We zijn hier in een net gezelschap, er zijn twee jeugdige en onschuldige jongelui bij, dan mag jij je wel eens gedragen, meneer van Laar! Anders kun jij aanstaande vrijdag de dans met mij wel op je buik schrijven, begrepen?”
“Nou, gebruik dan gerust een hele dikke watervaste stift, Joline… Ruimte zat op die buik van ‘m.” Het was héél even stil en we keken richting keuken. Betty glimlachte liefjes. Daarna schoten we allemaal in een lachstuip, Fred net zo goed. “Ma! Schitterend!” Adri zat met een hele grote smile naar zijn moeder te kijken en Wilma, de dochter stak, gierend van het lachen, twee duimen omhoog.
“Zo. Die heb je te pakken, Fredje. Dank je wel voor het terechtwijzen van deze lomperd, Bettty!” “Ik ken ‘m langer dan vandaag, aanstaande mevrouw van Laar.” Betty kwam naar voren met een dienblad met thee. “Zo, de toon is weer gezet, geloof ik…”
Ze zette het blad neer en gaf Joline een knuffel en mij ook. “Fijn dat jullie er zijn, mensen. Inderdaad even bijkletsen, want aanstaande vrijdag zullen jullie het druk hebben! Hoeveel mensen komen er?” Even later zaten we over de bruiloft te kletsen en Joline liet op haar mobiel wat foto’s zien van het zilveren huwelijksfeest van haar ouders. “Ruimte genoeg, Betty”, zei Joline. “En toen hebben we vreselijk veel plezier gehad; dat wordt aanstaande vrijdag niet anders, dat weet ik zeker!” “En denk er aan: Jullie zijn onze eregasten! Vanaf half elf in Malden welkom; rond een uur of elf hopen beide bruidsparen daar compleet te zijn en rond half twaalf rijden we richting ‘Klein Heumen’ alwaar het burgerlijk huwelijk wordt voltrokken. Enfin, de rest staat op de uitnodiging.”

“En jouw vriend, Betty? Komt die mee?” Ze schudde het hoofd. “Nee. Is afgevallen als ‘vriend’. En verder wil ik er niets over kwijt.” Ik kende haar niet zó goed, maar meende een bitter trekje bij haar mond te bespeuren. Even was het stil, toen zei ik simpel: “Sorry voor de vraag, Betty.” “Kon jij niet weten, Kees. Ik neem je niets kwalijk.”
Het was even stil, tot Fred zijn grote hand uitstak en die op die van Betty legde. “Volgens mij ben jij van het type ‘Keep a stiff upper lip’, Betty. Heb jij hier al eens met iemand over gesproken?” Ze keek hem aan, eerst duidelijk afwijzend, daarna aarzelend.
Fred keek zoals ik hem nog nooit had zien kijken: zijn bruine ogen stonden vriendelijk, bijna verontschuldigend, maar hij bleef haar aankijken. In Betty’s ogen kwamen tranen. “Vertel het maar, Mama.” Bij hen kan het.” Adri kwam naast haar zitten en keek haar aan. Betty ademde diep in, keek hem aan en knikte. Toen keek ze Fred aan. “Op één voorwaarde Fred. Wat ik vertel blijft hier. Ik voelde me zó stom…”
Wij knikten. “Toe maar, Mama. En je bent niet stom; iemand anders was er ook in getrapt.” Betty knikte. “Weet ik rationeel ook wel, jongen. Emotioneel zit het anders.” Ze ademde een paar keer diep in en uit.

“Ik was er bijna ingestonken. Na acht jaar wilde ik niet meer alleen zijn. Ik had vrienden, familie, deze twee kanjers hier, maar ik… Ach, verrek ook maar: ik miste intimiteit. Een brede schouder om tegen aan te leunen. Een warm bed, een arm om me heen. Dus ik ging voorzichtig op zoek. En via-via leerde ik een man kennen. Iets jonger dan ik, aardige vent. De eerste kennismaking was leuk! Het klikte vrijwel meteen.
Enfin, we gingen elkaar vaker zien en na een paar weken zoenden we elkaar voor het eerst. Vlinders in mijn buik… Ik liep over rose wolken! Ja, Peter was op de achtergrond nog wel aanwezig, maar ik dacht dat hij het ook goed zou vinden als ik verder met m’n leven ging.
We gingen voorzichtig plannen maken: hij wilde zo snel mogelijk trouwen. Dat ging mij wat te snel; ik had nog niets van zijn familie en vrienden gezien. Hij zei dat hij in onmin leefde met z’n familie en daardoor ook z’n vriendenkring was kwijtgeraakt. En dat geloofde ik.
Op een avond zaten we weer over trouwen te praten en toen liet hij zich ontvallen dat hij in gemeenschap van goederen wilde trouwen. En dat wilde ik niet; dit huis is van mij, ik heb een aardig spaarpotje; dat wilde ik niet delen. Hij begon te miepen. Of ik niet van hem hield, of hij voor niets zoveel in me geïnvesteerd had…
En ik werd kribbig. Financieel verstandig zijn heeft weinig te maken met ‘houden van’. Kortom: de conversatie liep nogal hoog op. En dat hoorden deze twee schatten.” Wilma, de dochter knikte.
“Ik hoorde hen boven ruziën. En haalde Adri erbij. Op mijn kamer zit een gat in de vloer; daar liep vroeger een verwarmingsbuis doorheen. Daar kan je prima luistervinken, maar dat wist Mama niet; ik had er een prop in gedaan en er lag een kleedje overheen. Enfin, we haalden die prop er uit en lagen samen op de vloer van mijn kamer te luisteren. En werden steeds kwader. Hij zette mama zwaar onder druk; chanteerde haar bijna…”
Betty keek haar kinderen lief aan en vertelde verder. “Enfin, op een gegeven moment was ik het beu en vroeg hem te vertrekken. Ik was veel te geëmotioneerd voor een redelijk gesprek. Hij wilde eerst de garantie dat we in gemeenschap van goederen zouden trouwen, anders ging het niet door. En hij bleef zitten. En toen kwamen die twee hier naar beneden…”
Ze drukte een kus op Wilma’s hoofd en toen eentje bij Adri. Adri grijnsde gemeen. “En toen heb ik meneer verteld dat hij de keuze had: of zelfstandig op eigen kracht het huis verlaten, of vliegend.” “En ik zou meehelpen”, zei Wilma nogal strijdlustig. Hij koos eieren voor zijn geld en vertrok; “We praten wel verder zonder deze twee, Betty!” riep hij op het tuinpad. Waarop ik zei dat ‘deze twee’ part of the deal zouden zijn, dus dat zij ook mee zouden beslissen.
Enfin, hij heeft me nog één keer gebeld. Om te vertellen dat de deal niet doorging. Ja, zo zei hij dat: ‘de deal’. En ondertussen wist ik, dankzij mijn lieve zoon en dochter al wat voor vlees ik in de kuip had: meneer stond bekend als oplichter. Met name dames in mijn positie waren zijn doelwit. En kwam hij binnen met mooie praatjes, wilde trouwen en als dat geen optie was, had hij een allegaartje aan smoezen om mensen geld uit de zak te kloppen.
Zijn naam en gezicht staan nu op diverse Facebook-sites in de wijde omgeving. De politie wilde niets doen met mijn verhaal; ik was nog geen slachtoffer. Behalve wat koffie, een etentje en een dagje uit heb ik nauwelijks iets aan hem uitgegeven.” Ze keek voor zich uit. “Maar mijn gevoel van eigenwaarde had wel een enorme dreun gekregen…”

Fred keek haar aan. “Dank voor je verhaal Betty.” Hij keek vervolgens naar Adri en Wilma: “En jullie dank je wel dat jullie je moeder behoed hebben om met die vent in zee te gaan. Hoe…” Adri grinnikte. “Ik zit vlak voor m’n eindexamen MBO ICT. Software-kant. Ik heb een beetje de hacker uitgehangen. Kan ik goed. De week na jullie bruiloft beginnen m’n examens en ik denk dat er daar wel voor slaag. Met een negen of meer.”
Fred keek geïnteresseerd. “En dan? Een baan zoeken?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee. HBO. Ik wil hier beter in worden.” Fred knikte. “Als jij over vier jaar een baan zoekt, makker: bel me. Zo’n slimme gast als jij…”
Wilma, de dochter, giechelde. “En ik dan? Ik sloeg alarm, hoor!” Fred keek naar haar. “Vertel het maar, dame. Wat studeer jij?” Ze bleef giechelen. “Volgend jaar hoop ik HBO–V te gaan doen. Verpleegkunde dus.”
Fred keek Joline en mij aan. “Hebben we bij DT nog emplooi voor een Hbo-opgeleide verpleegkundige?” Joline knikte liefjes. “Zeker weten! We moeten onze kinderen toch aan iemand toevertrouwen? Jullie twee drielingen en onze drie tweelingen?”
Betty schoot in de lach. “Ja, dan heb je wel een verpleegkundige nodig! Al was het alleen maar om dat tuig uit elkaar te halen en pleisters te plakken.” Ik keek verongelijkt. “Hé, niet zo over ons nageslacht, mevrouw! Anders zoek ik een stel eierstokken om mee te slaan!” “Je houdt je maar mooi bij je eigen eierstokken, Kees Jonkman. Maar van die van mij blijf je af”, bitste Wilma en Joline vulde aan: “En van die van mij ook! Ben je helemaal…” Betty lachte. “Stelletje malloten. Peter schreef in een van z’n laatste brieven…” Ze haperde even. “… dat hij zojuist kennis had gemaakt met de bud van Kees. Hoe schreef hij dat ook alweer?
‘Een reus van een vent; de mitrailleur leek een klappertjespistool in zijn handen. Maar een prima match met Kees. Die twee als groepscommandant en plaatsvervanger: daar had een pelotonscommandant geen omkijken naar.’ En volgens mij geldt dat nog steeds, jongens.” Fred en ik keken elkaar aan. “Zeker weten Wilma. En dank voor het doorgeven van dit enorme compliment. Zeker uit zijn mond.” Ik keek naar het portret van Peter, op de schoorsteenmantel en knipoogde.

“Wij, Fred en ik, gaan donderdag een grote bos bloemen bij zijn graf leggen, Betty. Als dank voor wat hij heeft bijgedragen aan onze vorming. En ‘m vertellen dat wij nu, mede daardoor, recentelijk zijn bevorderd tot reserve-majoor.” Ze keek verrast. “Maar jullie zijn toch allebei de dienst uit? En Fred, jij was toch al lang majoor?” We keken haar aan. “Ik was sergeant-majoor, Betty. Zelfde rang als Peter. Maar we zijn nu majoor. Hoofdofficier. De Landmacht zocht knappe koppen, want ze hebben last van een braindrain. Dus gooien ze het over een andere boeg: ze huren personeel in. Reservisten. Lui zoals wij; een HBO of een academische opleiding. Die bieden ze een contract aan als reservist. En worden ingezet als er ergens behoefte is aan hun specifieke deskundigheid. En krijgen een rang die bij hun opleiding past; in ons geval dus majoor.”
Joline zei heel zachtjes: “De Landmacht zocht knappe koppen? Ze hadden dus nog nooit een foto van jullie samen gezien…” Fred gromde, Wilma keek héél gemeen naar haar en ik boog me naar haar toe. “Schatje… Wij hadden een afspraakje samen. Dat we elkaar niet in het openbaar zouden afzeiken, weet je nog? Nu doe uitgerekend jij dat wel, en neemt mijn bud maar even mee. Weet je dat dat héél gevaarlijk is? Fred is niet zo goed met oorvijgen, maar Wilma zit haar nagels al te slijpen, heb je dat ik de gaten?”
Ze gaf me een snel zoentje. “En ik dan? Ik ben ook beledigd, dus…” Fred keek afwachtend. Joline stak haar tong uit en Betty, Adri en dochter Wilma lachten. Toen keek Wilma op haar horloge. “Zeg dame en heren… Wij moeten richting Rhenen. De heren gaan koken en voor die tijd moeten er ook nog boodschappen gedaan worden…” Betty keek ons aan. “Dank voor jullie luisterende oren, jongens. En we zien elkaar volgende week! Ik heb er zin in! En dat meen ik!” We stonden op, namen afscheid en even later stapten we in de auto’s. Nog een zwaai en we reden weg.
“Dat was even heftig, Kees…” Ik knikte. “Ja. Maar zag je die blik in Fred z’n ogen toen hij tegen Betty zei dat ze hier wel kon spuien? Die blik kende ik bij hem nog niet…” “Ook onze bureau-gorilla is een beregoeie vent, Kees.” “Dat wist ik al lang schat. Alleen deze kant van hem kende ik nog niet…” Een zachte lach was de reactie en even later zei Joline: “Ik mag aannemen dat Wilma die blik wél kent…” “Ik denk het wel, Joline. We zien het volgende week wel, als ze ‘Ja, ik wil!’ zegt.” “Ik ga er op letten, Kees. Maar nu even m’n ogen dicht doen.” “Is goed beauty. Lekker dommelen. Ik zal netjes rijden.”

Eenmaal bij Fred en Wilma thuis liep Wilma naar de keuken. “Even de voorraad inspecteren. ten slotte wil ik vanavond wel fatsoenlijk eten. En nu zeker, met twee eters meer…” Na een paar minuten vroeg ze Joline: “Ga je mee? Gaan we gezellig samen boodschappen doen.” Even later waren de dames verdwenen, gewapend met twee grote tassen.
Fred keek me over zijn mok thee aan. “Wat wil je volgende week donderdag doen, Kees?” Hij keek serieus. “In ieder geval geen woest vrijgezellenfeest, Fred. Ik wil sowieso naar Peter. Bij hem een grote bos bloemen neerleggen en hem bedanken voor hetgeen ik nu ben. Zonder zijn lessen hadden we misschien hier niet gezeten.” Fred knikte. “Ik heb niet zo veel met hem te maken gehad, maar de keren dat ik ‘m gesproken heb leek het me een prima vent. Niet zo’n dienstklopper, maar recht voor z’n raap. No-nonsense. Maar altijd oog voor zijn kerels.”
“Klopt. Maar ‘de dienst’ stond écht wel hoog in zijn vaandel, hoor. Alleen uitte hij dat op een andere manier. En inderdaad: zijn kerels stonden voor hem op plaats één. Niemand kwam daar aan, want dan kwam de compagnies-sergeant-majoor even onbarmhartig om de hoek kijken.
En of dat een officier was of een soldaat maakte hem geen lor uit. Ik heb ‘m één keertje, ongewild, een pelotonscommandant op z’n nummer horen geven; de man wist niet wat hem overkwam.” Ik grinnikte. “Wellicht dat het ook meespeelde dat hij een paar jaar als sergeant op de KMA les had gegeven. Hij wist hoe je de heren officieren naar rechts moest richten.”
Fred grijnsde. “Had hij aan ons nu een paar dankbare slachtoffers gehad, denk ik…” Ik schudde mijn hoofd. “Néé Fred. Jij en ik weten hoe het is om onderaan de hiërarchie te bengelen en alleen maar uitvoerend bezig te zijn. Sommige officieren hebben daar geen flauw benul van. Net als sommige managers in het bedrijfsleven: die denken dat het geven van een opdracht het enige is wat hoeven te doen en hun personeel gaat rennen. Maar ze vergeten dat ‘leiderschap’ heel iets anders is. Dat ‘voorbeeldfunctie’ en ‘integriteit’ een onlosmakelijk deel uitmaken van leiderschap.

We kennen ondertussen daar een paar voorbeelden van. Mijn vriendje de ex-projectmanager patrouilleschepen bij Damen was zo'n voorbeeld. Richting Maleisië knippen en buigen als een scheermes toen die met technisch onmogelijke eisen kwamen en vervolgens die eisen bij Allard en z’n ontwerpteam neerplempen met de opdracht: “Regel het!” Geen wonder dat Allard en zijn team de vent z’n bloed wel konden drinken. Onze collega Klaas, in iets mindere mate net zo’n voorbeeld. Tenminste: een jaar geleden…”
Hij fronste. “Klaas? Niks van gemerkt…” Ik schrok even. “Sorry, misschien niet zo fijn om het zó over een collega te hebben, maar… Klaas was een jaar geleden heel anders dan nu, Fred. Kwam vijf minuten voor tijd DT binnen en vertrok vijf minuten over tijd. En zijn team werkte net zo veel over als de Piraten. Ik heb ‘m daar eens op aangesproken, toen hij tegen mij een opmerking maakte dat ik een uurtje eerder wegging dan normaal…” Ik moest ondanks alles grijnzen.

“Dat was op een donderdagmiddag. Joline en ik hadden nét een paar dagen een relatie en ze zou een lang weekend in Veldhoven doorbrengen. Ik wilde een uurtje eerder naar huis, spullen klaarzetten, een bloemetje halen enfin, je kent het wel. Dus ik liep rond vier uur het pand uit en hij sprak me aan over mijn vertrektijd. En toen heb ik hem nogal bot op zijn werktijden gewezen én het feit dat hij z’n team liet overwerken terwijl hij exact op tijd naar huis ging… Pál voor de desk van Joline, die toen nog receptioniste van het gebouw was. Een aantal mensen hebben dat ook gehoord. Niet zo netjes van me, maar ik was nogal over de pis. Na een aantal weken van meer dan 60 werkuren.
Enfin, even later, ik zat al in de auto en kreeg toen een appje van Joline dat mijn opmerkingen nogal hard bij Klaas waren binnengekkomen… De maandag daarop kwam hij z’n excuses maken en zei dat ik ‘m een spiegel had voorgehouden. En dat hij daar nogal van geschrokken was.
En in de weken daarna ging de sfeer in zijn team met sprongen vooruit. Hij werkte óók over, en na een maand had hij, net als ik, zijn team plus echtgenotes ook uitgenodigd voor een gezellige avond bij hem thuis. En nu draait Klaas z’n team prima. Dus Klaas is ook bekeerd.” Fred knikte. “Nooit iets van gemerkt, Kees.” “Klopt en dat is maar goed ook. Dit speelde voordat hij bij DT kwam. Gelukkig maar voor Klaas…”
We ginnegapten samen. “Er is in ieder geval eentje die absoluut geen last heeft van omhooggevallen managers-gedrag, Kees. En dat is Theo.” Ik humde instemmend. “Gelukkig maar. En dat is een van de redenen waarom ik het zo naar m’n zin heb bij DT, maat. Gewoon ‘one of the guys’ die toevallig wat meer te vertellen heeft dan een ander. Maar bijna altijd op een prettige manier…
Maar vertel eens makker: heb jij het naar je zin bij de firma?” Hij keek me aan. “Heb jij je ogen in je kont zitten, Kees? Man, ik geniet al als ik het parkeerterrein op rij. Wéér een dag met die gekken van DT… En met de dames op het bureau. Ze werken hard, maar tussen de bedrijven door hebben we enorm veel lol met elkaar. Zelfs met ons KAM-prinsesje Ingrid…”
Hij grijnsde weer. “Die meid gaat het nog ver schoppen, Kees.” Maar plotseling betrok zijn gezicht. “Tenminste… als ze haar privéleven weer een beetje op orde heeft.” “Hoezo? Was ist los?” Hij dacht even na. “Vorige week zat ze een beetje te sniffen op het bureau. De meiden bonjourden mij vervolgens de deur uit. “Meidendingen, Fred. Ga maar even ergens iets ICT-achtigs doen.”
Nou ja, ik dus weg. Kwam een half uur later terug. Geen Ingrid. Op mijn vraag wat er aan de hand was vertelden ze me dat zij haar vriend een paar dagen daarvoor de bons had gegeven. Ze woonden sinds driekwart jaar samen in haar appartement in Sleeuwijk; hij was bij haar ingetrokken. Dat ging eerst prima, maar hij stak geen poot uit in het huishouden.
En toen Ingrid hier kwam werken, moest ze, als ze thuiskwam nog de boodschappen doen, koken, afwassen, wassen, enfin: het hele huishouden doen zeg maar. En daar hadden ze al een paar keer woorden over gehad. Kortom: vorige week barstte de bom en heeft ze hem de deur gewezen. Alle zooi van hem buiten gezet. En dat moest ze even kwijt aan de meiden. En die hebben haar daarna naar huis gestuurd.
En de volgende dag kwam ze opgewekt weer opdraven; hoofdstuk ‘vriendje’ definitief afgesloten.” Ik keek Fred aan. “Verdomme. Ik heb dat jong er tijdens die avond van Backoffice bij ons thuis op aangesproken. Hij had met jou gesproken over een vervolgopleiding, maar zat er over te dubben of hij nóg vier jaar wilde studeren… Ik heb ‘m gezegd dat hij zich eens moest verdiepen hoe een wasmachine werkte, dat afwassen geen straf van God is en de stofzuiger niet het privilege van vrouwen is… Heeft de lummel zich dus niks van aangetrokken. Wat een prutser om zo’n meid in de steek te laten.”

Het was even stil. “En hoe is het nu met Ingrid?” Fred zei droog: “Ze werkt op Backoffice. Need I say more?” “Oh… Elke dag is het weer feest voor het arme kind, dus.” “Moet wel hé? Met zo’n chef… Enfin, daar weet jij alles van natuurlijk.” Zo zaten we nog even te geinen tot de dames weer binnen kwamen. Beladen met boodschappen. “Héhé… ik ga nog een keer met jou winkelen, Wilma. We hadden beter de auto kunnen nemen.” Joline plofte haar tassen op de grond. “Moet wel, Jo. Met zo’n… gezonde eter in huis.” “Gezonde eter, zegt ze…” Joline wendde zich tot mij. “Even brood voor het weekend en maandag pakken, zegt mevrouw. En laadt vervolgens zes volkorenbroden in het winkelwagentje…” “Wees blij dat jij niet hoefde af te rekenen, schat.” Joline snoof en ging Wilma helpen. Daarna ploften ze in een stoel.
“Zo Fredje… Ik heb boodschappen gedaan, jij mag koken!” “Hij koken? Dan is er niks meer over als het eten klaar is, Wilma!” Fred boog zich naar mij toe. “Wil jij niet mijn goeie naam verzieken hier, meneer Jonkman? Ze zou zich eens kunnen bedenken…” Wilma stond op en liep naar Fred toe. “Ik dacht het niet, aanstaande echtgenoot. Ik ga volgende week met je trouwen. Wát er ook gebeurd. Zo’n nachtje in zo’n mooi kasteel laat ik me niet door m’n neus boren. En jou neem ik dan wel op de koop toe. Met je gesnurk. En nu: koken jij. Mét je vriendje. Dan gaan de meisjes even lekker kleppen. Húp, in de benen!”
Overdreven zuchtend stonden we op. “Ja schatten. Jullie hebben gelijk schatten. Gaan we doen, schatten…” Op het aanrecht lagen aardappels, spruitjes en een plak rundvlees. “Gelukkig zijn de piepers al geschild, dat scheelt.” Fred lachte. “Ja, anders zijn we een uur kwijt aan het schillen. Hebben we één keer gedaan, toen waren we genezen. Wie doet wat, Kees?”
“Ik neem het vlees wel voor m’n rekening, Fred. Weet ik wel wat leuks voor. Mag ik een braadpan en de snelkookpan?” Ik schroeide het vlees snel en hard dicht. Toen, met wat water, uitje en wat kruiden in de snelkookpan. “Zo. Laat die maar een half uurtje sudderen. Hebben jullie custardpoeder? Dan ontferm ik me over het dessert. Want ijs met Bailey’s gaat ‘m niet worden vanavond; wij moeten nog terugrijden.” Even later stond er een liter melk op het vuur en ging ik met de mixer tekeer in een mengsel van een beetje melk, custardpoeder en suiker.
Fred keek nieuwsgierig. “Waarom zó, Kees?” “Dan loop je geen kans op klonten in je pudding, maat. Mijn meissie is daar nogal gevoelig voor. Dan scheldt ze je met veel liefde bereidde dessert uit voor ‘bonkjespudding’. Een erfenisje uit huize Boogers.” Toen de melk bijna kookte, goot ik de mix er in en roerde het spul door totdat het kookte. Vier soepkommen, een koekje op de bodem; de pudding er in en wat koekgruis er bovenop. “Tegen vel-vorming. Persoonlijk vind ik zo’n onderjurk op m’n pudding niet zo’n succes.”
Uit de woonkamer kwam een kreet van Joline. “Elders zeker wel, hé Kees?” Wilma schoot in de lach. “Ja, vertel eens, Kees…” Ik liet de pudding in de steek. “Lieve schat van mijn bud: ik ga hier niet uitweiden over de plekjes waar ik al dan niet een onderjurkje wil aantreffen. Behalve: niet op mijn pudding.” “Goed zo, Kees. Netjes verwoord. Je leert het nog wel eens. Ik zat al klaar voor een draai om je oren.” Joline lachte. “Ik wist ’t schat. En dank voor je oplettendheid.”
Ik liep weer terug richting keuken en zuchtte. “En die dames maar klagen dat wij telkens sexistische opmerkingen maken…”

Even later gingen de aardappels en de spruitjes in de pan. “Zo. Nu nog even tafeldekken… Dames, over een kwartiertje kunnen we aan tafel! Als u zich voor het diner nog wilt optutten, is dit het moment.” Een dubbele spottende blik kwam mijn kant uit. “Je doet het er maar mee, Kees”, zei Joline. Ik kon het niet laten, liep naar haar toe en knielde voor haar neer. Ik pakte een voet, trok haar schoen uit en kuste haar tenen.
“Wát moet ik waarmee doen, schatje?” Wilma gierde van het lachen en Fred keek nieuwsgierig. “Nou, ik ben benieuwd waar dit toe leidt… Moeten wij even gaan douchen of willen jullie eerst?” Joline griste haar pump uit mijn hand en gaf me met de hak een tik op mijn hoofd. “Idioot! Dit doe je maar op een camping in Frankrijk.” “Ja schat. Zeker schat. Maar we gaan naar Noorwegen sch.. AU!”
Een tweede tik kwam harder op mijn hoofd en Joline keek me strijdlustig aan. “Opstaan jij en netjes handjes wassen voor je gaat eten. Je hebt net aan mijn poezelige voetjes zitten morrelen, maar die zijn best wel een beetje bezweet van al dat shoppen.” Ze trok haar schoen weer aan en ik hielp haar overeind. Een kort zoentje volgde. “Maar ik hou toch van je, schat. Ondanks die klappen met je schoen.” Ze snoof. “Gelukkig draag jij niet zo vaak pumps, kleintje”, zei Fred. “Klopt. Maar met mijn gewone schoenen kan ik ook wel meppen, Fredje.” Hij mopperde: “Ja, dat zal best… Maat negenenveertig-met-pijn.” “Klopt. En die pijn is voor jou, meneer van Laar! Als je niet heel goed oppast… En nu eten!”

Wilma ging zitten en even later waren we lekker aan het eten. “Dit vlees is heerlijk, Kees! Hoe maak je dat zo mals? Het valt op je bord al bijna uit elkaar…” “Gewoon, Wilma. Snel dichtschroeien in een goed hete bakpan, daarna in de snelkookpan met een beetje water, een gesneden uit, kruiden naar keuze en dan drie kwartier tot een uur lekker laten sudderen. Klaar. En het vocht wat in de pan achterblijft gebruik je in de jus. Beter dan uit zo’n pakje of flesje.” Ook het dessert ging er goed in en daarna leunden we even achterover. “Wij wassen wel af, jongens. Gaan jullie maar lekker zitten.” “Niks ervan mevrouw bijna-van-Laar. Wij hebben de rommel in de keuken veroorzaakt, dan ruimen wij die ook op. Al was het alleen maar om te voorkomen dat jullie straks lopen te mopperen dat mannen z’n slagveld in de keuken maken. Als wij klaar zijn, mogen jullie je over de koffie ontfermen.” Een luchtkusje kwam mijn kant uit en een seconde later ging er eentje richting Fred. “Lief…” “Niks ‘lief’ schat. Eigenbelang.”

En een halfuurtje later zaten we boven, voor een van Fred’s grote beeldschermen te kijken naar het draaiboek wat we hadden opgesteld. Heel simpel: een paar kolommen in een Word-document. Helemaal links de tijd, de kolom er naast de activiteit, daarna de ‘spelers’ oftewel wie wat moest doen, een kolom ‘bijzonderheden’ en dat was het. Anderhalf A-4tje, niks meer. Zelfs de reistijden had hij er in verwerkt, met een ruime marge voor eventuele files of omleidingen. “Bovendien: we rijden in colonne; de achterste mensen blijven altijd een beetje achter, moeten nog een parkeerplaats zoeken, iemand moet plassen of zo…”
Joline knikte. “Ja, da’s wel een dingetje inderdaad. Dat gaat ons best veel tijd kosten.” Ik keek haar onschuldig aan. “Dan ga ik toch gewoon even mee om je te helpen, schatje? Hoeven mijn lieve zusjes dat niet te doen. Want die slaan natuurlijk steil achterover van jouw, speciaal voor je bruidegom uitgezochte, pikante lingerie…” Wilma schoot gierend in de lach. “Ja… en mijn broers mij helpen, natuurlijk... Zie je het voor je? Die krijgen dan zo’n rooie kop dat ze in Arnhem denken dat er brand is in Nijmegen…”
“Die pikante lingerie bewaar ik voor in Doorwerth, meneer.” Joline keek me vermanend aan. “Want na al die dansen die wij moeten gaan doen, denk ik dat ik later op de avond niet meer mijn normaal oh zo frisse zelf ben. In Doorwerth eerst douchen, dan pas andere dingen.” “Kan ook gecombineerd worden, Joline. Hebben we bij jullie bewezen. In jullie logeerdouche.”
Fred grinnikte en Joline zuchtte maar eens diep. “Luister goed meneer van Laar: we hadden afgesproken dat onze wegen zich zouden scheiden op de drempel van de bruidsuites. Wil jij je dus niet bemoeien wat er in onze bruidsuite gaat gebeuren?” Ik voelde hem al aankomen en jawel… “Maar… Het is toch ónze bruidsuite?” Joline trok een schoen uit. “Wilma… Mag ik?”
“Op z’n hoofd wel, Jo. Liever niet op andere plaatsjes. Wil ik nog een tijdje plezier van hebben.” Ze giebelde. “Onder een douche, bijvoorbeeld.” We lachten Joline uit die triest terugkeek. “Smeerlappen zijn jullie. Alle drie!” Ze trok haar schoen weer aan. “Goed… Verder met dit schema…” We discussieerden nog een uurtje, maar er veranderde niets aan het schema. Zag er prima uit. “Ik print ‘m wel een aantal keren klein uit, dames en Kees. En dan geven we dat als een soort hand-out aan de gasten in Villa Klein Heumen.” Hij grijnsde gemeen. “Voor die sukkels die hun uitnodiging thuis hebben laten liggen…”

Na nóg een kop koffie en wat plagerijtjes stonden we op. “Jongens, het is bere-gezellig, maar morgen moeten we om tien voor tien in de kerk in Eindhoven zitten. En graag niet slapend.” Joline legde haar hand op de mijne. “We ‘moeten’ niks. We ‘mogen’ in de kerk zitten, Kees.” Die kwam aan. Zonder spot zei ik: “Ja. Je hebt gelijk. Sorry.”
Wilma knikte nadenkend en Fred humde instemmend. We namen binnen afscheid. “Hiernaast woont een gezin met jonge kinderen. Als we lekker luidruchtig buiten afscheid nemen… Het is over tienen. Niet netjes.” We knikten. Wilma en Joline knuffelden elkaar even, Fred en ik gaven elkaar een hug en toen had ik Wilma in m’n armen.
“Hé Kees… De volgende keer dat we elkaar zien draag ik een witte jurk…” Ik knikte. “Ja. En ik een jaquet. En dan gaan we trouwen, schoonheid. Ik heb er zin in!” We hoorden een grom en een corrigerend kuchje achter ons. “Ik geloof dat de andere aanwezigen zich niet helemaal kunnen vinden in ons besluit, Kees.”
Ik haalde m’n schouders op. “Boejuh… We gaan lekker trouwen, mooie dame. Ik zie er naar uit om jou in een trouwjurk te zien!” Héél zachtjes klonk achter me: “Maar niet in pikante lingerie, Kees Jonkman! Want dan heb jij iets uit te leggen…” Ik knipoogde. “Dat bewaren we dan voor de volgende ochtend, Wilma…”
En met een brede glimlach liepen Joline en ik de deur uit. Zachtjes reed ik weg. Eenmaal op de snelweg zag ik dat Joline naar me zat te kijken. “Jij bent een ondeugd geworden naar andere meisjes toe, Kees Jonkman. Jij bent écht geen ijsberg meer.”
“Met Wilma kan dat, schat. Dat weet jij net zo goed als ik. En jij zit ook redelijk vaak met Fred te flirten, als we zo bij elkaar zijn. En ook dat kan, heb ik niks op tegen.” Ze legde haar hand op mijn arm. “Nee, met hun kán het. Heerlijke lui. Met dezelfde voorkeur voor flauwe grappen. Het wordt een knalfeest, volgende week, Kees.” Ik knikte en ze legde haar hoofd tegen mijn schouder. “Mag ik weer even onder zeil gaan?” “Jij wel, beauty. Als ik af en toe naar je mooie benen mag kijken…”
Ze glimlachte, pakte een kussentje van de achterbank en legde dat onder haar hoofd. Toen trok ze haar rokje wat omhoog. “Nu alleen kijken, schatje. Af en toe. En misschien wat strelen. Thuis mag je andere dingen doen. Als je wilt.” Ik keek haar even aan en Joline knikte. “Ja. Ik wil vanavond lekker met jou vrijen. Hoe, daar ga ik nog even over denken. Dus: rustig en netjes rijden…” Ik schudde mijn hoofd. ‘La donna mobilé’… ‘De vrouw is veranderlijk’. Giuseppe Verdi had gelijk.In dit geval had ik geen bezwaar tegen. Integendeel...
Lees verder: Mini - 212
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...