Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Datum: 12-03-2022 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 3829
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 51 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Romantiek, Vrouwvriendelijk,
Visite
Verteld door Rosalie, Kasper en Julia

De deurbel ging. De honden begonnen te blaffen. “Af! Niks aan de hand.” Hoorde ik Kasper zeggen terwijl hij de deur open deed “Goedemiddag mevrouw Montou! Hoe is het met u?”

“Goed.” Haar stem klonk broos.

“Ehum, ik wilde dit voor Julia even namens de klas afleveren.”

“Julia! Visite voor je!” riep mijn vriend naar boven.

Ik had hoofdpijn en was enorm misselijk. Toch vond ik het stiekem fijn dat Rosalie was gekomen. Sinds de brand hadden we elkaar nog niet gesproken “Vraag of ze ook soep lust!” Schreeuwde ik naar beneden om het vervolgens uit te kreunen van de pijn. Mijn gebroken ribben deden zeer. “En of ze de soepstengels mee naar boven wil nemen!” Schreeuwde Emma erachter aan. Samen lagen we al de hele dag in bed. Hoewel ik bijna de hele dag had geslapen had Emma toch de moeite gedaan om me voor te lezen en gezellig bij me gelegen om te kletsen. Helaas voor mijn dochter was ik dus in slaap gevallen en had Emma vooral zichzelf moeten vermaken.

“Komt u verder. U hoeft niet bang te zijn voor de honden, die bijten alleen op commando.”

“Ehum, weet je zeker dat ik niet ongelegen kom?” Hoorde ik Rosalie vragen.

“Welnee, het monster is net wakker! En zoals u kon horen is het tweekoppig.”

“Monster?”

“Ja, ze is nogal chagrijnig. Maar misschien klaart haar humeur wel op door uw bezoek. Heeft u ook zin in een kommetje erwtensoep mevrouw Montou?”

“Zeg maar Rosalie hoor, Kasper was het toch?”

“Dat klopt helemaal Rosalie! Kasper met een K. Tot uw dienst.”

"Je neus ziet er alweer beter uit."

"Ja, en hij doet het ook nog! Dat is wel belangrijk anders kan ik de erwtensoep niet ruiken."

Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Kasper was altijd zo’n charmeur. Iedereen mocht hem, hij wist met zijn charmes iedereen te betoveren.

“Erwtensoep klinkt goed, lekker. Zou ik misschien eerst even naar de wc mogen?”

“Natuurlijk. Ruimte maken voor de soep is heel verstandig! Deze deur moet u hebben.”

“Dank je.”

Zelf voelde ik ook dat ik nodig moest plassen. Mijn hoofd duizelde bij het overeind komen maar het was niet anders, ik had geen zin om te wachten tot Kasper tijd had. Ik sloeg het dekbed terug en tilde mijn benen over de rand van het bed. Met mijn ogen dicht wachtte ik tot de kamer niet meer draaide. “Wat ga je doen mama?”

Mijn voeten schoof ik in mijn sloffen en stond op. “Ik ga even naar de wc Emma. Ik ben zo weer terug. Wankelend liep ik naar de overloop. Ik hoorde Rosalie tegen Kasper zeggen: “Leuke foto van Emma op het ijs.”

“Emma? Oh. Nee dat is haar moeder.” Lachte hij.

“Julia?”

“Jazeker! Onze ijsprinses!”

“Hoe oud was ze daar?”

“Ehum, zo’n jaar of vijf dacht ik.”

Pijn is een apart iets. Je kunt zowel emotionele pijn hebben van herinneringen die opgehaald worden als ook pijn die je voelt omdat er fysiek iets mis is. Bij bdsm spel kon ook pijn gebruikt worden, als straf of als opwarmertje. De grens tussen pijn en plezier is dun omdat je bij beide het lekkere stofje endorfine aanmaakt samen met adrenaline wat er voor zorgt dat je voelt dat je leeft. Die stofjes waren nu beide in mijn lijf ver te zoeken. Dat was ook niet verwonderlijk, een klap op je bil of een ruk aan je tepel voelt iets anders aan dan van een paar meter hoog naar beneden storten. En hoewel ik een hoge pijngrens had, koos ik toch voor pijnstilling om mezelf niet helemaal te verliezen in de pijn.

Eenmaal op de badkamer deed ik mijn pyjamabroek en onderbroek met veel gedoe met één hand naar beneden en plofte op de wc. Een zucht van verlichting gevolgd door pijnsteken in mijn zij. Bij elke ademhaling voelde het of ik met een mes in mijn zij gestoken werd. Mijn hoofd leek als een opzichzelfstaand gezwel te bonken en zelfs met alle alcohol op de wereld was ik waarschijnlijk nooit zo draaierig geworden als dat ik nu was. Voetstappen op de trap kondigde het bezoek aan.


“Emma, waar is je moeder?” Ik keek naar het lege bed.

“In de badkamer, plassen. Of misschien wel poepen! Dat weet ik niet.” Zei ze met een glimlach.

“Ga lekker zitten Rosalie.” Ik wees naar de stoel die naast het bed stond. Aan het voeteneind stond een verrijdbaar tafeltje waar ik de soep op zette. Zelf nam ik even plaats op de bedrand.

“Mon Chou!” Riep Emma lachend naar Rosalie.

“Hoi Emma, hoe is het met jou?” Rosalie leek niet helemaal op haar gemak te zijn.

“Goed hoor en met jou?”

“Prima, dank je.”

“Ken je dit boek?” Vroeg Emma en hield haar grote boek omhoog.

“Nee, ik ken niet dát boek, maar ik ken wel andere sprookjesboeken.”

“Het zijn allemaal sprookjes met prinsessen en prinsen en heksen en draken!” Emma zette grote ogen op. “Die moeten de prinsen verslaan om de prinses te redden. Maar niet allemaal hoor. Sommige sprookjes hebben geen draken of prinsessen of prinsen of heksen.”

Rosalie glimlachte. “En welk sprookje vind je het mooist?” vroeg ze liefelijk.

“Ik heb ze nog niet allemaal gelezen…” Emma keek bedenkelijk. “Maar ik vond de Chinese nachtegaal wel mooi.

“De Chinese nachtegaal! Die herinner ik me een beetje. Wat vind je daar mooi aan dan?”

“Het gaat over een nachtegaal die gaat zingen voor een Chinese keizer. En dan wordt de keizer zo blij dat hij moet huilen. En dan wil hij de nachtegaal houden en beloond hem met goud en juwelen en diamanten! Maar dat wil de nachtegaal allemaal niet. En dan en dan, en dan wordt hij op een dag vervangen voor een neppe nachtegaal!” Emma werd er helemaal opgewonden van en begon op en neer te wippen op bed. “En toen was de Chinese keizer helemaal de echte nachtegaal vergeten. Die had hij niet meer nodig. En toen ging de neppe vogel na een tijdje stuk, kapot helemaal kaduuk! Niemand kon hem maken.” Emma hield haar handen tegen haar wangen aangedrukt. Rosalie moest lachen.

Ik was ondertussen bij de deurpost gaan staan om te luisteren hoe het met Julia ging.

“Toen werd de keizer heel ziek want hij miste de muziek van de nachtegaal. En toen kwam de dood.” Emma keek heel bedrukt. “Dat is een enge gedaante, een skelet! Maar dan komt de echte vogel weer terug om te zingen en dan wordt de keizer weer helemaal beter!” Emma’s ogen straalde. “Einde!” Ze gooide haar armen in de lucht.

Rosalie lachte: “Dat heb je mooi verteld Emma. En wat was je favoriete stuk dan?”

“Dat de echte nachtegaal….”

Ineens klonk er een klap, een bonk gevolgd door glasgerinkel.

“Juul!” Met twee grote passen was ik bij de deur van de badkamer en deed die open.

De douchewand was versplinterd en Julia lag half op de grond tussen de splinters glas.

“Jezus Juul!”

Ze probeerde overeind te komen, ik stak mijn arm uit en trok haar voorzichtig omhoog. Ze kreunde. “Wat? Hoe? Waarom?” Ik zuchtte en keek haar in de ogen waar zich tranen in opwelde. “Oh, had dan even gewacht dan had ik je kunnen helpen mijn koningin.”

“Niks aan de hand.” Julia klonk boos en verdrietig. “Ruim ik straks wel op, als de kamer stilstaat.”

“Niets daarvan, jij gaat nu in bed liggen en je komt er de rest van de dag niet meer uit!”

“Hmm.”

“Ja, Hmm. Kom hier. Pas op voor het glas.”

“Ik moet mijn handen nog wassen.”

“Prima kom maar.” Ik ging achter haar staan en hield haar vast met mijn armen voorzichtig om haar heen. Ze leunde met haar hoofd tegen mijn borst en ik zag in de spiegel dat ze het moeilijk had. “Klaar?”

“Hmm.”

“Mooi, kom hier jij.” Ik tilde haar voorzichtig op en droeg haar terug naar haar slaapkamer.

“Ik kan prima zelf lopen.” Zei ze nukkig.

“Dat zal best, maar niet vandaag.”

Weer kreunde ze.

“Nou, hier is de prinses op de erwt hoor!” Ik legde haar teder in bed en sloeg het dekbed terug over haar benen.

“Rosalie. Dank je, Kasper.”

“Graag gedaan, uwe hare nukkigheid. Kijk eens, die bloemen heb je van Rosalie.” Ik wees naar het dressoir aan het einde van haar voeteneind tegen de muur aan. Rosalie had een bos witte lelies gegeven.

“Hier je soep. Eten jij!”

“Ik wacht even.” Ze hield haar hand op dat ze niet hoefde. “Dank je wel, dat is lief van je Rosalie.”

“Graag gedaan, dat is wel het minste wat ik kan doen.”

“Rosalie, laat je soep niet koud worden meis!” Ik schoof het tafeltje met de kommetjes soep naar Rosalie toe.

“Nee, dat zou zonde zijn, dank je wel!” Rosalie roerde in haar soep.

“Ehum, Kasper…”

“Ja?”

“Ehum… ik wil niet vervelend zijn maar ik zie dat de soep romig is. Ehum…”

“Je zal er niet dood aan gaan, Rosalie.” Zei Julia nukkig.

Ik keek even onwetend van de een naar de ander. “Heb ik iets gemist?”

“Rosalie heeft een koemelkallergie.” Bromde Julia.

Rosalie keek nogmaals in de soep en leek te twijfelen.

Geruststellend legde ik een hand op haar schouder, bracht mijn mond naast haar oor en zei zachtjes: “zit er daar nog eentje die geen melkproducten eet.” Ik wees naar mijn vriendin die het altijd voor elkaar kreeg om mensen te laten schrikken. “Daarom gebruik ik altijd sojaroom.” Ik gaf haar een schouderklopje.

“Ben jij ook allergisch Julia?”

“Nee, ik eet het uit principe niet.”

“Ik ook niet!” Riep Emma trots.

Rosalie knikte. Roerde haar soep nog een keertje door en nam voorzichtig een hap.

“Oh, wat lekker zeg!” En ze nam snel nog een hap.

“Mmm, voor ik het vergeet Julia…” Rosalie zette de soep terug op het tafeltje en hield een mand vol appels voor zich waarna ze dat voorzichtig op Julia haar nachtkastje zette.

“Die heb je van de klas.” Zei ze glimlachend.

“Nou, je kunt je voorlopig beroepen op je zwijgrecht met zoveel appels!” Grapte ik.

"Het zijn niet alleen appels hoor, er zitten ook cadeautjes in die je vrienden voor je gekocht hebben."

“Wil je de klas bedanken namens mij? Heel lief van ze.” Ze lachte even naar Rosalie maar haar gezicht vertrok zich door een pijnscheut.

“Maar mama, je moet toch steeds spugen als je een appel eet?”

Rosalie keek Julia mistroostig aan. Ik zag dat Rosalie het moeilijk had. De een lag zichtbaar in de kreukels, de ander droeg haar pijn op een andere manier - dacht ik bij mezelf.

“Dat klopt Emma, maar misschien kunnen we er lekker appelmoes van maken.” Zei ik om de boel op te vrolijken.

Emma’s ogen glunderde. “Ik wil een soepstengel!” Riep ze en ze probeerde over haar moeder heen te klauwteren om bij de soepstengels op het tafeltje te komen.

“Aaah, Emma!” Julia kromp ineen van de pijn en hield Emma met een hand tegen. Ze gromde: “Wat vraag je dan?” Julia keek naar haar dochter een bewoog haar hoofd de kant van Rosalie op. Emma keek haar moeder niet begrijpend aan. “Die soepstengels zijn toch van mij?”

“Volgens mij heb ík die soepstengels gekocht en heeft Rosalie hier, ze voor jou mee naar boven genomen. Dus wat vraag je dan aan haar?”

“Mag ik een soepstengel mevrouw?”

Julia knikte en kreunde terwijl ze beide armen om haar middel had geslagen.

“Maar natuurlijk lieve Emma, kijk eens.” Rosalie gaf de doos soepstengels aan het meisje.

“Eet smakelijk Rosalie.”

“Dank je, Julia.” Rosalies stem trilde.

Julia haar groene ogen kruiste even mijn blik. Ze knikte. Ik aaide Rosalie even kort over haar rug.

“Kan ik nog iets doen voor uwe bazigheid?” Vroeg ik aan mijn prinses en ging daarna op de rand van het bed zitten. Met mijn hand op het dekbed leunde ik over haar benen heen, die onder het dekbed lagen.

“Nee hoor Kasper.”

“Kan ik even boodschappen gaan doen dan?”

“Dat kan jij vast wel, je bent een grote jongen. En als je de weg terug niet weet dan neem je maar van hier brood mee om kruimels te strooien.” Ze keek me vals aan.

“Julia heeft mij kennis laten maken met sprookjes.” Verklaarde ik aan een verbaasd kijkende Rosalie.

“En sindsdien denkt hij dat het hele leven een groot fantastisch sprookje is.”

Ik negeerde Julia’s opmerking. “Vind je het erg als ik even boodschappen ga halen Rosalie?”

“Nee, natuurlijk niet. Ga gerust je gang. Ik wil jullie plannen niet verstoren. Als ik weer moet gaan mag je dat gerust zeggen hoor.”

“Oh, nee zo bedoel ik het niet.” Ik lachte. Eet maar rustig je soep op hoor. Ik bedoel, zou jij het erg vinden om dan bij onze dramaqueen te blijven tot ik terug ben? Als je dat niet uitkomt geeft het niks, ik wil Julia liever niet alleen aan haar lot over laten.” Voorzichtig aaide ik Julia over haar benen.

“Als Julia dat niet erg vindt, dan wil ik dat met alle plezier doen.”

“Nou, ik weet niet of Julia altijd heel plezierig te noemen is.”

Julia had haar ogen dicht gedaan en ademde zwaar. Ze had pijn dat was duidelijk te zien.

“Wist je, Rosalie, dat de meeste sprookjes eigenlijk als horrorverhaaltjes waren geschreven voor volwassenen maar in plaats daarvan sloeg het enorm aan bij kinderen. Dus toen hebben de Gebroeders Grimm de sprookjes wat kind vriendelijker herschreven. En Disney heeft de sprookjes daarna kindvriendelijk verfilmt.” Zei ik en keek naar Rosalie.

“Nee, dat wist ik niet.”

“Wat je kindvriendelijk noemt.” Bromde Julia.

“Kan ik misschien wat voor uwe slechtheid meenemen uit de winkel?”

“Ik zou het niet weten.”

“Salamanderogen of alruinwortel voor de toverdrankjes?”

Ze lachte flauwtjes. “Niet nodig.”

“Mooi zo! Want je zult altijd zien dat die juist net uitverkocht zijn.” Ik gaf Rosalie een knipoog. De deurbel ging weer. “Oma!” Riep Emma blij met een soepstengel in haar hand. Ze wilde bijna weer over haar moeder heen klauwteren maar bedacht zich nog net op tijd en verliet het bed aan de andere kant. Haar soepstengel brak af en ze zocht op het bed naar de andere helft. Daarna hobbelde ze naar de trap. “Ben zo terug.” Zei ik en liep met Emma mee.

Ik roerde stilletjes door mijn soep. Het had me erg lekker geleken, een kommetje erwtensoep, toen het me was aangeboden. Maar nu voelde het alsof mijn maag in een knoop leek te liggen. Ik kon het nog steeds maar moeilijk verkroppen dat Julia er met een gebroken arm, een paar gebroken ribben, hoofdpijn en blauwe plekken bij lag terwijl ik zelf geen enkele schram had. Sinds de brand had ik vaak wakker gelegen en mezelf in slaap gehuild. Dankzij Julia leefde ik nog maar ik had het idee dat ik dat niet verdiende. Vooral omdat ik vlak daarvoor nog zo lullig tegen haar was geweest.

“Als je het niet lekker vindt hoef je het niet op te eten hoor Rosalie.”

Ik schrok op uit mijn gedachten.

“Oh, nee. Ik vind het echt lekker.” Ik glimlachte flauwtjes.

Julia keek me aan met die donkergroene ogen van haar. Die ogen die ik elke avond weer voor me zag. Een brok bleef in mijn keel hangen dus staarde ik snel weer naar de soep.

“Rosalie, kom eens hier.” Julia schoof met zacht gekreun en wat gehijg op en klopte daarna met haar hand op de plek die ze had vrijgemaakt.

Ik keek Julia aan terwijl ik een traan eenzaam over mijn wang voelde rollen. “Julia ik…” Maar de woorden bleven hangen in de lucht.

Julia gebaarde weer dat ik op het bed moest komen zitten. Ze had haar ogen dicht en leunde met haar hoofd op twee kussens die tegen het hoofdeinde stonden. Ik schraapte mijn keel, die was droog. Ik schoof het tafeltje opzij en wreef met mijn hand onder mijn neus. Voorzichtig ging ik op de rand van het bed zitten, bang dat ik Julia pijn zou doen. Julia pakte mijn arm gelijk vast, zoals ze dat ook gedaan had toen ze me uit de brandende school had gered. Voor Julia wat kon zeggen kwamen Kasper en Emma weer naar boven. Ik hoorde de stem van de oude dame die ik in het ziekenhuis had gezien. Mijn arm haren gingen overeind staan en mijn spieren verstijfde. Snel veegde ik mijn ogen droog en liet Julia los. Ik draaide me om naar het gezelschap zodat ik met mijn rug naar Julia zat. Een zachte hand kroop voorzichtig onder mijn jasje door en wreef heen en weer over mijn rug. Ik voelde me warm worden van binnen. Een diepe zucht ontsnapte mijn longen. “Niks aan de hand lieve Rosalie, ontspan. Omi blaft wel maar bijt niet.” Hoorde ik Julia zachtjes achter me zeggen.

“Ah, kijk onze prinses eens prinsesheerlijk liggen. Beetje saai of niet?” Ze lachte arrogant. Kasper was naar de badkamer gelopen met stoffer en blik.

Ik snapte niet waarom die oude dame zo gemeen was tegen Julia. De warme hand verdween, wat ik jammer vond. Julia maakte een bitse opmerking terug naar Omi: “Ik vermaak me anders prima met de paarse paardjes die over mijn muur heen lopen.”

Emma kwam vrolijk naar me toegelopen. “Ik ga bij mijn oma logeren zodat mama een beetje rust heeft en we gaan allemaal leuke dingen doen!”

Ze had mijn hart beroerd. Die kleine vrolijke meid die op school naar mij op zoek was geweest. “Wat leuk en gezellig. Veel plezier.”

Emma gaf me een knuffel. Een warm gevoel ontstond in mijn buik. Wat had ik het leuk gevonden om een dochter zoals zij te hebben. “Tot de volgende keer!” Zei de kleine meid.

“Dag mama! Tot over twee dagen.”

“Dag lieverd, veel plezier. Ik hou van jou.”

Emma rende om het bed heen en klom naar haar moeder toe. Gaf haar voorzichtig een kusje en hield diens hoofd tussen haar armpjes. “Ik ook van jou hoor! Heel veel!”

Ik voelde weer tranen opwellen en keek vlug naar de grond.

“Hoe gaat het met jou Rosalie?” Vroeg Omi aan me.

Ik keek op en stammelde “Goed hoor.”

“Ja, dat leek mij ook wel. Jij zit ten minste niet zo in de kreukels hè.”

Een pijnsteek schoot door mijn borstkas. “Nee.” Zei ik zachtjes.

“Gelukkig maar! Eentje is meer dan genoeg. Hoe is het op school? Al een nieuwe locatie gevonden? Ben je al weer aan het werk?” Ik kreeg de kans niet om te antwoorden.

“Tyler en ik zijn met Emma naar school geweest. Mooi nieuw gebouw.” Kasper stond in de deuropening met het stoffer en blik vol glasscherven.

“Hopelijk wat brandveiliger.” Bromde Omi.

“Ik mocht bij haar in de klas zitten! Ze is ook juf, ja toch?” Emma keek me aan. Het viel me nu pas op dat Emma grijsblauwe ogen had. Ik knikte met mijn handen in mijn schoot.

“Ik moet het je nageven Julia, je hebt nu wel ten minste één van je twee problemen opgelost. En op zo’n originele manier ook, van het dak van een schoolgebouw springen. Was hij erg boos?”

“Hij draait wel bij. We waren er vroeg bij, ik zie niet in waarom het niet alsnog door kan gaan.” Bromde Julia achter me.

“Ja, dus.” Omi lachte met pret in haar ogen.

Ik had geen idee waar ze het over hadden.

“Nou, ik ga jullie eruit gooien!” Kasper opende zijn armen en gebaarde dat Omi en Emma moesten gaan.

“Mag ik niet bij mijn kleindochter op bezoek soms?”

“Ik heb al visite. Bovendien zou ik niet willen dat je je verplicht zou voelen om hier gezellig bij mijn bed te komen zitten. Ik weet dat dat heel moeilijk voor je is.”

“Je hebt gelijk, er is niks aan nu jij onder de medicatie zit. Je bent veel te traag en niet zo scherp meer.” Zei ze bits. “Ik wil jou even onder vier ogen spreken…” Ze wees naar me en keek me streng aan.

Ik slikte. “Niet bang zijn Rosalie, ze doet niks.” Julia had makkelijk praten, je kunt een dreun in je maag krijgen met een vuist of zoals Omi eerder bij me had gedaan, met haar woorden. Het doet allebei zeer.

Ik stond langzaam op en liep achter de oude dame mee de gang op. Ik dacht dat we daar zouden praten maar ze nam de trap naar beneden en verwachtte dat ik haar volgde. Ze deed de voordeur open en ik was in de veronderstelling dat ze me het huis uit zou zetten maar ze liep zelf eerst naar buiten en wachtte daar op me. Ik volgde haar en ze deed de deur achter ons dicht. Ze liep het tuinpad af naar de stoep, de straat over. Ik volgde haar stilletjes en vroeg me af wat ze van plan was. Zou ze me soms iets aan doen wat het daglicht niet verdragen kon? Zou ze soms mensen hebben ingehuurd om me bang te maken? Allerlei ongure gedachtes gingen door mijn hoofd waardoor ik bijna tegen haar aan botste. Ze stond stil bij een bankje bij een speeltuintje. Ze ging zitten en gebaarde me dat ik naast haar moest komen zitten.

“Ik hoorde van de verpleging dat je na mijn waarschuwing toch bleef komen…” Ze sprak ijzig en ik wist niet zo goed wat ik daarop moest zeggen.

“Dat had ik eerlijk gezegd niet verwacht, goed voor jou.” Ze keek de andere kant op terwijl ze sprak. Ik voelde me erg opgelaten en onprettig.

“Wat zijn je intenties met mijn kleindochter?” Vroeg ze terwijl ze haar hoofd mijn kant op had gedraaid maar ze me niet aankeek.

Ik begreep haar even niet: “Sorry?” Stamelde ik.

“Waarom ben je zo geïnteresseerd in mijn kleindochter? En zeg niet omdat ze je leerlinge was want dat is ze niet meer.”

“Ze heeft mijn leven gered.”

Omi schudde haar hoofd, “de waarheid Rosalie!”

Ik begreep haar echt niet, wat wilde ze horen?

“Is het haar geld? Ben je daar soms op uit?” Vroeg ze boos.

Ik kon mijn oren niet geloven.

“Hm? Of is het haar supergeheugen? Wil je daar soms misbruik van maken?”

“Nee, nee natuurlijk niet.” Mijn stem sloeg over.

“Nee? Wat is het dan?” Ze keek naar me en ik ging zo zitten dat ik haar aan kon kijken.

“Julia is een hele leuke en lieve meid waar ik graag mee praat en gezellig mee thee drink. Niets anders.” Ik probeerde mijn angst te verbergen.

“Niets anders hè? Weet je dat zeker?” Ik knikte.

“Lieg niet! Daar kijk ik dwars door heen.”

Ik kreeg het benauwd en warm toch gaf die vrouw me de rillingen.

“Nou?”

“Ze was mijn domina.” Zei ik zachtjes en ik keek naar beneden. Het bankje had graffiti woorden en ik kon nog net de P en H lezen die onder de benen van Omi verdwenen.

Ze ging weer recht zitten en zei niks.

Na een tijdje begon ze: “Julia geeft altijd te veel van zichzelf zonder iets te terug te vragen…”

“Oh maar we hebben regels ik…”

“Mond dicht! Laat me uitpraten.” Ze zuchtte. “Ik bedoel niet op seksueel gebied Rosalie, wat jullie samen doen moeten jullie zelf weten. Ik bedoel in het algemeen. Ze helpt altijd iedereen zonder daar wat voor terug te vragen of terug te verwachten. Kijk maar naar jou, ze heeft je gered uit een brandend gebouw met gevaar voor eigen leven…En ze is nog te koppig om hulp te vragen bij het naar de wc gaan…”

We keken samen naar een moeder die langs liep met een buggy en twee kinderen die er naast liepen.

“Er is door veel mensen al misbruik gemaakt van Julia en dat vergeef ik mezelf nooit. Ik had haar moeten beschermen maar dat kon ik niet, dat mocht ik niet want het was niet mijn kind.”

“Maar u bent toch haar oma?” Bracht ik zachtjes verbaasd uit.

“Nee. Ik was een vriendin van haar oma en hoewel we Julia even in ons huis hebben gehad konden we haar niet adopteren. Maar daar ga ik het verder niet over hebben want dat is niet aan mij om te vertellen. Ik kan dat nooit meer goed maken en die pijn draag ik elke dag bij me…” Ze was even stil en leek in gedachten. Haar ademhaling reutelde weer en was onregelmatig. Ik kreeg er bijna zelf een hoestkriebel van.

“Julia heeft soms moeite om mensen te vertrouwen… Zou je misschien niet zeggen maar neem het maar van mij aan. Het feit dat ze achter je aan gesprongen is betekend meer dan jij misschien denkt. Een aantal jaar geleden zou ze namelijk zelf niet gesprongen zijn, ongeacht achter wie aan.”

Ze keek me weer aan, haar ogen stonden anders. Moe en verdrietig. Haar gezicht had sporen van ouderdom. “Dank je wel.” Ik wist niet zo goed wat ik gedaan had. “Hier.” Ze gaf me een oranje doosje in plastic folie. “Voor na het theedrinken.” Ze grijnsde. Op het doosje stond: Openhartig, Classic – Originele vragen en uitdagingen om elkaar (nog) beter te leren kennen!

“Je zult wel geduld met haar moeten hebben, ze is geen open boek en zal niet snel zomaar alles prijsgeven. Vooral niet met appels in de buurt. Maar misschien kom jij verder dan haar psychologe, die bakt er namelijk niks van. Die zegt dat Julia soms in raadsels spreekt omdat haar communicatieve vaardigheden wat achter loopt, dat ze zich niet goed zou kunnen verwoorden of de vraag soms niet begrijpt. Maar jij en ik weten allebei dat dat niet waar is, dat is wat Julia de psychologe voorhoudt. Julia is niet dom, ze ziet het als een spelletje om mensen te testen. Om te kijken hoever ze door durven te vragen. Als ik jou vraag welke kleur heeft dat doosje? Dan zeg je oranje. Julia zou zeggen dat dat voor iedereen verschillend is. De kunst is om dan door te vragen. Welke kleur zie jij?”

Ik keek naar het doosje in mijn hand, verwachtte ze nou dat ik Julia zou proberen te laten praten. Dat ik het werk deed van de psychologe om vervolgens de informatie aan Omi zelf door te geven?

“Dank u. Maar ik vind het niet mijn plaats om Julia zo te pushen om te moeten praten.”

“Eerder had je daar anders geen enkele moeite mee.” Zei ze bits.

“Ze heeft je leven gered, ik vraag je alleen hetzelfde te doen voor haar. Om haar te helpen. Voor jou doet ze blijkbaar alles en hoewel zij nooit iets zal terug vragen doe ik het nu voor haar. Het gaat mij er niet om wat ze je vertelt Rosalie, het gaat mij erom dat ze het durft je te vertellen. Bovendien leert het haar ook weer mensen te vertrouwen en dat niet alle mensen slecht zijn.”

Ik voelde me gevleid toch verdrietig bij het idee dat er een kans was geweest dat Julia niet eens gesprongen zou zijn. Ze had hier en daar wel dingen gezegd zoals dat sorry niks voor haar betekende maar ik had me tot nu toe nooit gerealiseerd dat er zoveel pijn en gevoel achter zat. “Als ik er toch achter kom dat je andere intenties had dan weet ik je te vinden. En zoals ik al zei, ik ga ver voor mijn kleindochter… heel ver… Een gevangenisstraf ver… Duidelijk.”

Ze keek me weer streng aan en haar blik boorde dwars door mijn ziel heen. Ik knikte.

“Mooi. Ik ga mijn klein-kleindochter ophalen en ik geloof dat jij nog soep hebt om op te eten.”

Ik liep weer achter haar aan naar Julia haar huis. Toen we weer boven waren wilde ik op de stoel plaatsnemen maar Julia klopte met haar hand op haar bed dus ik ging weer op de bedrand zitten met mijn rug naar haar.

“Tot ziens Rosalie, goed je even gezien te hebben. Fijn dat het wel goed met jou gaat.”

Zei Omi alsof ons gesprek nooit had plaatsgevonden.

“Tot ziens.” Zei ik. Omi verliet lachend samen met Emma de kamer. Kasper zei ook gedag en liep achter hun aan. Ik voelde Julia’s warme hand weer omhoog kruipen op mijn rug. Het voelde fijn aan en een rilling ging door mijn lijf die zich zichtbaar uitte. Met haar platte hand draaide ze rondjes over mijn rug. Ik durfde me niet te bewegen, bang dat ze zou stoppen. Kasper kwam vlug de trap weer op gespurt. “Als er wat is, bellen!” Zei hij gewichtig tegen me. “Maak je geen zorgen, we zullen elkaar niet bijten.” Zei Julia met spot achter me.

“Ik zal goed op haar passen.” Beloofde ik hem. Kasper keek een beetje verontrustend maar verliet uiteindelijk toch de kamer weer. We hoorde de honden weer blaffen en wat gestommel van beneden komen. Daarna een deur die dichtgeslagen werd. Stilte.

Ik voelde dat Julia met haar nagels over mijn rug bewoog. Ik ontspande. Ik had haar hand gemist, ik had haar gemist, ik had ons gemist. Ik ging met mijn gezicht naar Julia toe zitten en probeerde te glimlachen. Ze pakte mijn arm weer vast. “En? Heeft ze je gebeten?” Ik schudde mijn hoofd. Nog niet – dacht ik.


Hoewel mijn hoofd via mijn ogen weinig licht konden verdragen deed ik ze toch open om naar Rosalie te kunnen kijken. Ze staarde met gebogen hoofd naar onze handen die elkaar vasthielden. Ik kneep twee keer zachtjes kort in haar hand.

“Zou je iets voor me willen doen?”

Ze keek me aan met die helderblauwe ogen van haar, ze stonden verdrietig. Ik wist dat ze een schuldgevoel had dat zij geen zichtbaar letsel had opgelopen.

“Tuurlijk, alles Julia, ik wil alles voor je doen.”

“Prima. Wil je me dan eerlijk vertellen hoe je je voelt.” Ik had haar hand bij haar pols gepakt.

Ze schraapte haar keel en boog haar hoofd weer. Toen ze haar hoofd weer optilde zei ze: “Vast beter dan dat jij je voelt.”

“Dat weet je niet. Je weet niet hoe ik me voel.” Zei ik nors.

Ze knikte en keek omlaag.

“Je vroeg me in het ziekenhuis waarom.”

Haar ogen stonden ineens groot en lichte paniek kon ik van haar gezicht aflezen.

“Zoals Maaike al zei, ik hoorde alles.” Zei ik met een grimas.

Ze bleef stil en staarde naar onze handen. Mezelf door de pijn heen slepend ging ik met meer gekreun dan ik wilde rechtop zitten. Met een moeilijk gezicht keek ze me aan. “Ik weet het niet Julia.” Zei ze zachtjes. “Dat is gewoon iets dat je je op zo’n moment afvraagt.” Onze ogen stonden nu op gelijke hoogte. “Dat je je wat afvraagt?” Vroeg ik krampachtig. Haar ogen werden vochtig, als een helderblauwe waterpoel. Ze zuchtte diep: “gewoon Julia. Waarom? Waarom heb ik niks en lag jij daar in een coma? Waarom had ik jou niet er als eerste vanaf geduwd? Waarom deed niemand wat? Waarom moest je me zo nodig komen redden? Waarom deed je nou zo ongelooflijk stom, je had wel dood kunnen zijn!” Met hortte en stoten kwamen de vragen eruit. Ik hield haar pols stevig vast en keek haar streng in de ogen. “Ik zal je zeggen waarom Rosalie. Als ik het niet gedaan had, als ik je niet was komen halen dan was jij zéker dood geweest. Hoor je me.”

“Je hebt een dochter, die had haar moeder kunnen verliezen.” Snikte ze.

Het liefste wilde ik schreeuwen maar de pijn in mijn ribben hield me tegen. Het rechtop zitten koste me veel kracht merkte ik. De wereld draaide nog steeds maar ik was nog niet klaar om te gaan liggen.

“Rosalie, ik hou met heel mijn hart van Emma en ik weet dat ze heel veel verdriet zou hebben als ik er niet meer ben. Maar ik zou niet met mezelf hebben kunnen leven wetende dat ik geen enkele poging gedaan had om je te redden. Jouw leerlingen, je weet wel die kinderen die jij onder je vleugels hebt genomen, wisten niet waar ze het zoeken moesten. Ze zagen hun mentrix, hun favoriete docente vast zitten in een brandende school en opgeslokt worden door de rook. Een paar leerlingen vielen flauw van de spanning. Stijn en Najara hielden elkaar zo stevig vast dat het één persoon met twee hoofden leek.

Ilse en Ferry hielden elkaar vast maar keken omhoog naar jou in plaats van in elkaars ogen zoals ze dat altijd doen. Er vloeide zoveel tranen dat ze daarmee makkelijk de brand hadden kunnen blussen. Meneer van Lammeren liep te vloeken en te tieren naar de brandweermannen dat ze godverdomme hun werk moesten doen.”

Rosalie probeerde los te laten maar ik was nog niet klaar. Dit moest ze horen. Al was het maar om haar te laten inzien dat het niet zo goed met haar ging als ze zelf dacht, of voor deed komen.

“Mevrouw Stone probeerde dapper wat onder bouwers te troosten maar huilde uiteindelijk net zo hard met ze mee.

Meneer Boonstra hielp meneer Figaroa om een plattegrond te tekenen om te bedenken hoe ze het makkelijkste bij je konden komen. Toen ik Wolf om zijn sjaal vroeg en zei dat ik niet kon garanderen dat hij hem terug zou krijgen zei hij dat ik gek was. Rosalie ik was je enige hoop op dat moment en als ik het weer moest doen dan deed ik dat.”

Ik sloeg mijn armen, voor zover dat met mijn arm in het gips kon, om haar heen toen ze brak. Ze greep mijn pyjamashirtje van achteren vast en dikke krokodillentranen rolde van haar wangen mijn haar in.

“Ik heb je lieve Rosalie, ik heb je. Je bent veilig, je bent geliefd lieverd. Het is goed.” Haar lichaam schudde. Mijn lichaam deed immens veel pijn maar ik liet het niet merken. “Je bent een geliefd docente bij al je leerlingen, je bent een gewaardeerde collega bij je collega’s, je bent vast een lieve zus voor je broer en ik weet zeker dat je op een dag een hele leuke en lieve moeder zult kunnen zijn voor je kinderen en dat wil niemand moeten missen Rosalie. Helemaal jij niet. Mijn leven is niet meer of minder waard dan dat van jou. Daarom heb ik je gered.”

Ik hield haar stevig vast ook temeer omdat ik me aan iets vast wilde grijpen anders dan de pijn. De kamer draaide en ik moest mijn hoofd op haar schouder leggen om niet misselijker te worden dan ik al was. Mijn morfinepleister moest zo vervangen worden wat een hele uitdaging zou worden met een gebroken arm. Maar eerst moest Rosalie uitgehuild zijn. “Ik heb je Rosalie. Ik laat je niet vallen. Dat beloof ik je.” Fluisterde ik. Mijn ademhaling was te zwak geworden om nog hardop te kunnen praten. “Het is goed lieverd.”

Met mijn ogen dicht en mijn hoofd op haar schouder kon ik het niet helpen dat ik begon te kreunen. Mijn lichaam gaf aan dat ik er, met alle goede bedoelingen die ik had om Rosalie te troosten, teveel van vroeg. “Rosalie.” Zei ik een beetje paniekerig. Ik duwde haar iets weg. Ze schrok en liet me los om me aan te kunnen kijken. “Ik moet spugen.” Ze greep de emmer die naast mijn bed stond en hield die onder mijn kin. De pijn werd me teveel en ik begon bij elke kokhalzing harder te kreunen. Tranen vonden hun weg uit mijn ogen naar buiten langs mijn wangen de emmer in. Er kwam niet veel uit, wat logisch was aangezien ik meer over gegeven had dan dat ik had gegeten de afgelopen dagen. Mijn lichaam begon te trillen en ik begon te zweten van de inspanning. Rosalie was met haar rug tegen mijn hoofdeind gaan zitten en hield mijn haar naar achteren vast. Ze had een hand op mijn rug gelegd maar wreef gelukkig niet.

Toen het kokhalzen over leek te zijn was ik ook gebroken. Niet emotioneel maar fysiek. Mijn hele lichaam leek uit elkaar te gaan vallen. Rosalie pakte het emmertje af en liep er mee weg. Ik had geen energie om er te zwaar aan te tillen dat ik in het bijzijn van haar vieze geluiden had gemaakt en dat zij het resultaat daarvan nu stond op te ruimen. Ik was moe, mijn hoofd bonkte en mijn ribben leken alles behalve op hun plaats te zitten.

Rosalie kwam terug met de schone emmer. Zette hem aan de andere kant op mijn bed neer zodat ik er makkelijk bij kon en ging weer zitten met haar gezicht naar mij toe. Ze had een washandje met koud water natgemaakt en depte daarmee mijn gezicht en mijn nek.

Mijn ademhaling was zwaar en ik kreunde zachtjes. Soms heb je gewoonweg geen controle over je eigen lichaam. Hoe graag je dat ook zou willen. Ik schaamde me niet, maar echt makkelijk voelde ik me niet om daar zo in het bijzijn van haar te liggen kreunen.

“Je bent een eigenwijze, eigenzinnige, betweterige, koppige wijsneus Julia. Maar laat niemand en dan bedoel ik ook echt niemand je vertellen dat je moet veranderen of je mond moet houden. Hoor je me.”

Ik lag met mijn ogen dicht. Ze klonk ver weg. “Ik zal het proberen.” Hoorde ik een stem zeggen. Ik had het gevoel dat ik wegzakte en in zekere zin deed ik dat ook want alle inspanning van daarnet zorgde dat mijn hoofd en lichaam even afstand van elkaar namen. Ik voelde niks meer alsof ik zweefde zonder zorgen. Mijn hoofd was niet waar mijn lichaam zich bevond. Ik zag Tyler, zijn lichtgroene ogen met gele slierten, de eerste keer dat ik hem ontmoette. Ik zag de reebruine ogen die me vragend aankeken, voorbij zweven. Ik zag de grijze ogen van Wolf lachend als een puppy. Ik zag Emma haar fonkelende grijsblauwe ogen als ze weer eens net zo bijdehand was als ik kon zijn. Ik zag Omi haar oude okerkleurige ogen met haar lachrimpeltjes. Ik zag twee karamelbruine ogen die altijd vrolijk stonden en vaak omlijnd waren met zwarte eyeliner. Ik zag twee helderblauwe ogen die me bezorgd aankeken. Ik zag twee ijsblauwe ogen, de eerste herinnering die ik had. En ten slotte zag ik twee donkergroene ogen die naar me staarde en die ik gek genoeg het minste vertrouwde.


Julia had het zwaar. Ze reageerde niet meer op mijn stem en ik raakte licht in paniek. Was ze in slaap gevallen? Was het haar hoofd te veel geworden was ze flauw gevallen misschien? Of was er misschien iets veel ernstiger aan de hand? Ik hield haar hand vast zoals ze bij mij gedaan had, bij haar pols. Ze had een litteken bijna helemaal over haar onderarm lopen. Met mijn vinger veegde ik er bij haar pols voorzichtig over. Misschien had ze ooit eerder zelfmoord proberen te plegen. Mijn hart kromp samen bij dat idee. “Ik heb je lieve Julia, ik heb je.” Ik boog me voorover naar haar voorhoofd en gaf haar een kus. Ze kreunde, ze was dus niet helemaal weg. Haar ademhaling werd gelukkig rustiger ze klonk minder zwaar. Ze was zo lief voor me geweest, ik vroeg me af waaraan ik dat verdient had. Ik nam me voor om er alles aan te doen om haar vertrouwen te verdienen en haar terug te geven wat ze mij had gegeven. Ik wist dat ze vond dat ik haar niks schuldig was maar ik zag het als mijn levensdoel nu om haar zo goed als ik kon te helpen. We vragen ons allemaal wel eens af waarom we hier op aarde zijn. Na de dood van mijn tweeling vroeg ik me dat elke dag weer af. Wat had leven nog voor nut, dacht ik toen. Weinig wist ik toen hoe een knappe, leuke en lieve meid me zo gigantisch zou gaan irriteren en uiteindelijk mijn leven zou redden. Wat kon het leven toch raar lopen.

Ze bleef wel een half uur onbewogen liggen. Ik kon niks en wilde niks anders dan naar haar blijven kijken. Het liefste had ik haar in mijn armen genomen of tegen me aan gelegd maar dat zou haar teveel pijn doen. Dus ik bleef gewoon naar haar kijken. En luisteren. Luisteren naar haar ademhaling. Ik voelde nu ook voor het eerst haar hartslag in haar pols. Ik voelde haar.

Ze kreunde weer en haar ogen gingen open om ook meteen weer dicht te vallen. Ze grijnsde: “Ik zag jou.” Zei ze. Ik moest ongemakkelijk lachen. “Ik zie jou.” Zei ik. Ze probeerde weer overeind te komen maar ik hield haar tegen. Ze keek me nukkig aan. “Je moet rusten jij, anders wordt je nooit beter.” Maar zo eigenwijs als ze was liet ze zich niet tegenhouden en ging wat rechterop zitten. Ik schudde met mijn hoofd en drukte mijn lippen op elkaar.

“Wil je wat voor me doen?” Vroeg ze. Ik antwoorde niet, ze wist al dat ik alles voor haar wilde doen. “Zou je mijn morfinepleister willen vervangen?”

Ik knikte. “Ik heb het alleen nog nooit gedaan.” Bekende ik.

“Je bent nooit te oud om te leren.” Zei ze met haar ogen dicht en een glimlach verscheen op haar gezicht. Ik aaide haar kort over haar bovenarm. “Dat klopt.”

“Hij ligt in het bovenste laatje van mijn nachtkastje.”

Ik keek op de plek waar ze had gezegd en zag een doosje liggen met kleine vierkante verpakkinkjes die me deden denken aan die van condooms.

“Deze?” Ik hield het doosje omhoog. Ze knikte, met haar linkerhand probeerde ze haar oude pleister eraf te halen. Zonder het te vragen duwde ik voorzichtig haar hand weg en duwde mijn hoofd onder haar kin om te ruiken. Haar blik was een mengeling van verbazing en verschrikking. “*Zo’n pleister stinkt inderdaad” zei ik droog en begon hem eraf te pulken. Even leek ze in de war toen ze zachtjes begon te grinniken om vervolgens te kreunen van de pijn. “Zei ik toch.” Bracht ze met een zucht uit.

Ik had de pleister er bijna af toen ze streng zei: “Kijk uit dat je hem alleen aan het buitenste randje vast houdt, ook de nieuwe pleister. Niet met je vinger in het midden komen. Dat heeft niets te maken met het steriel houden ervan, maar omdat jij anders in één keer een dosering morfine binnen krijgt en jij dan hiernaast me kan gaan liggen.”

Onwillekeurig moest ik lachen. “Lijkt je dat niet gezellig dan.”

“Snurk je? Want je zult dan voornamelijk slapen wat ook gezellig kan zijn maar niet als je snurkt.”

“Nee, ik snurk niet.”

De pleister was eraf en ik vouwde hem voorzichtig dubbel. “Ik leg hem even op je nachtkastje, kan dat?”

“Hmhm”

“En jij dan, snurk jij?” Ik keek even naar haar.

“Nee.” Haar ogen volgde elke beweging die ik deed. Niet dat ik dat vervelend vond maar ik vroeg me af waarom.

“Ik ben meer een woeler in bed. Wat ook onhandig is om naast te liggen. Heb ik van andere gehoord.”

“Ah, en wanneer woel jij dan?”

“Op bepaalde dagen.” Ze bleef stil en sloot haar ogen, ik hoorde Omi in mijn hoofd zeggen dat ik door moest durven vragen. “Op maandag misschien?” Ze opende haar ogen en keek me aan. “Niet? Dinsdag dan?” Het bleef stil. “Woensdag? Woensdag lijkt me wel echt een woeldag.”

“Op de dagen dat ik nachtmerries heb.”

Ik keek haar aan. Het liefst had ik willen weten wat voor nachtmerries en hoe dat kwam. Maar ik wilde haar niet gelijk afschrikken. “Dat is vervelend meis.”

Voorzichtig maakte ik de verpakking van de nieuwe pleister open. “Moet ik je huid nog schoonmaken met iets?” Ik vond het knap van mezelf dat ik me dat nog herinnerde van de EHBO cursus die ik nog niet zo lang geleden weer opnieuw had gedaan. Zoiets moet je eens in de zoveel jaar bijhouden. Ze schudde haar hoofd.

“Zou je hem aan de andere kant willen plakken net onder mijn sleutelbeen?”

Ik legde eerst mijn vinger op de plek waar ik dacht dat ze bedoelde. “Hier?”

Ze pakte mijn hand en schoof hem iets meer naar het midden. Haar lichaam begon licht te trillen, ze was duidelijk verzwakt door het spugen en de pijn. Ik plakte de pleister op en wreef er voorzichtig overheen zodat hij goed vast bleef plakken. Vlak bij de plek waar ik de pleister had geplakt had ze kleine ronde littekens en een wat langere over haar linkerborst lopen. Die had ik ook gezien toen we onder de douche samen stonden.

“Nog bedankt voor het voorlezen.”

“Niets te danken Julia.”

Ik hield de verpakking waar ik de oude pleister maar had in gedaan, vast terwijl ik naar haar keek. Ik moest een neiging onderdrukken om haar voorhoofd te gaan aaien. Ze had haar ogen gesloten en vroeg: “nog vragen?”

Ik snapte haar even niet. “Eh,”

“Geen vragen meer? Dan ben je wat mij betreft geslaagd voor het vervangen van een morfinepleister.”

“Grapjas.” Lachte ik.

“Waar kan ik dit laten?”

“Het zijn altijd dezelfde die na het vragenrondje nog vragen hebben”, ze grijnsde.

“Zou je die alsjeblieft het prullenbakje op de badkamer willen weggooien?”

“Nou vooruit dan maar. Kan ik nog iets anders voor je doen? Wil je wat drinken misschien, of eten?”

“Een beetje water zou fijn zijn.”

Op haar nachtkastje stond een leeg glas. Ik nam het mee naar de badkamer, gooide de pleisterresten in het kleine prullenbakje naast de wc en vulde het glas met water bij de wasbak. Ik keek even in de spiegel. Twee helderblauwe ogen staarde me aan. Ik had een beetje wallen onder mijn ogen en mijn make-up had ik zo goed als helemaal weggeveegd nadat ik het emmertje was gaan schoonmaken. Ik zag er niet uit vond ik. Maar het was niet anders.

Ik liep terug en gaf Julia haar glas. “Was een rietje niet handiger geweest?” Vroeg ik omdat het haar zoveel pijn en moeite koste om overeind te komen.

“Houdt me in beweging Rosalie.” Ze nam een slok en keek me daarna aan met haar mooie donkergroene ogen. “Je ziet er niet uit.” Zei ze.

“Jij ook niet.” Het floepte er uit voor ik er erg in had. Ik had gelijk spijt maar ze lachte naar me. “Dank je.”

Ze had haar glas halfleeg gedronken toen ze het zelf probeerde terug te schuiven op haar nachtkastje maar de draai die ze met haar bovenlichaam daarvoor moest maken deed haar zichtbaar pijn en ik nam snel het glas van haar over.

“Je mag me gewoon vragen om je te helpen hoor, in plaats van je eerst aan te stellen.”

Ze keek me met grote ogen aan en ik kreeg het gevoel dat ik te ver was gegaan. Ik wilde net mijn excuses aanbieden toen haar ogen die fonkeling kregen die ze had als ze op iets zat te broeden. Die fonkeling die ik zo gemist had. “Kan ik ook van jou zeggen…” Ze hield zich in. Ze keek opzij naar de appels en beet op haar tong. Ik duwde met de binnenkant van mijn hand tegen haar gezicht aan zodat ik weer in haar ogen kon kijken. “Nou wat wilde je zeggen?” Zei ik. Ik had mijn hand weer op mijn schoot gelegd. “Mij maak je niet bang hoor. Ik ben niet bang voor jou Julia. Ze keek me aan en iets in haar blik veranderde alsof er een onzichtbaar masker afviel. “Ik ben niet bang voor jou Julia, hoor je me.” Zei ik weer. “Dus zeg gerust wat je op je tong hebt, of zeg het niet. Maakt mij niet uit.” Ik pakte een appel en nam een hap.


*zie deel 3: straf voor Rosalie.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...