Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Datum: 10-03-2022 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 4304
Lengte: Lang | Leestijd: 33 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Leerling, Lerares, School, Vrouwvriendelijk, Ziekenhuis,
Emma
Verteld door Rosalie en Julia

”Hoe kon je in godsnaam zoiets doen Juul? Je had wel dood kunnen zijn! DOOD! Hoor je me?!”

“Ik ben blij dat je weer wakker bent en kijk eens wat een cadeaus en bloemen je hebt gekregen. Zelfs een heel groot boeket namens school!” Kasper rook eraan. De ziekenhuiskamer was versierd met slingers en ballonnen. Er stonden een aantal boeketten op de tafel tegen de muur en in het vensterbank hadden de jongens de knuffels en andere cadeautjes die ik had gekregen neergezet. Chocolaatjes stonden op mijn nachtkastje en op het prikbord aan de muur tegenover mijn bed hingen de verschillende beterschapskaarten die mij toegestuurd waren.

Ik lag in een ziekenhuisbed op verpleegafdeling C1. Mijn hoofd was wazig en mijn zicht dubbel waardoor er twee Tylers bij mijn voeteneind stonden de schreeuwen.

Hij had zijn handen in zijn haar: “Wat ging er in godsnaam in dat hoofd van je om hmm? Je hebt me beloofd Juul, je hebt me godverdomme beloofd dat je geen zelfmoord zou plegen.

“Dit was geen zelfmoordpoging, dit was…”

“Het meest stomme wat je ooit gedaan hebt! Je hebt haar onder je huid laten kruipen. Ze heeft je gehersenspoeld! Je bent gek geworden!”

“Tyler, we hebben het hier wel over een gewone vrouw wiens leven op het spel stond.” Probeerde Kasper zijn vriend te sussen.

“Ik zag haar angst Tyler, ik moest wel.”

“Je zag haar… Wat dacht je van mijn angst dan hmm? Dacht je niet dat ik bang was? Bang om mijn vriendin te verliezen? Bang om mijn zus te verliezen? Heb je daar eigenlijk wel aan gedacht?" Hij werd steeds bozer.

"Is dat überhaupt in dat superbrein van je opgekomen? Heb je wel aan mij gedacht Juul? Heb je fucking aan mij gedacht?!” Schreeuwde hij kwaad, het bliksemde in zijn ogen en hij sloeg met zijn vuist op het voeteneinde van het ziekenhuisbed.

“Nee Tyler, daar heb ik niet aan gedacht toen ik Rosalie aan het redden was.”

Hij gooide zijn hoofd in zijn nek en schudde. Hij begon uit wanhoop te lachen: “Oh, dus je geeft meer om haar dan om mij.”

“Je weet dat je nu maar wat staat te lullen.”

“Godverdomme Juul! Jij denkt altijd maar dat je iedereen moet helpen, moet redden. Wanneer ga je jezelf eens redden? Wanneer ga je fucking inzien dat sommige mensen je dood zullen worden? Niet iedereen is te vertrouwen, dat moet jij toch weten!”

“Ik vertrouw Rosalie.”

“Oh ja? Vertrouw je haar? Echt waar Juul? Is dat waarom je haar hebt verteld wat de reden is dat je bij de psychologe loopt? Of waarom je de havo doet met een superbrein die menig professor jaloers maakt?”

Ik hield wijs mijn mond en keek naar hem terwijl hij door de kamer ijsbeerde. Kasper was op de stoel naast mijn bed gaan zitten.

“Dat bedoel ik! Ik wil niet dat je haar nog ziet, begrepen! Ze maakt je kapot! En als je dat niet inziet dan weet ik gewoon dat het al te laat is!”

Kasper keek met een bedrukt gezicht naar Tyler, hij zag zijn vriend tieren en razen en onzin uitkramen. Tyler zat in een psychose en daar konden we op dit moment weinig aan doen. Bij mij waren de nachtmerries heviger geworden sinds we samen iets begonnen waren, bij hem waren de herinneringen ook weer boven gekomen en uitte zich dat in waanideeën.

“Ik heb de verpleging al gewaarschuwd dat ze niet bij je in de buurt mag komen, ik wil het niet hebben!”

“Tyler…” zei ik streng.

“Nee, ik bescherm je. Ik bescherm je tegen het kwaad, die trut, die vuile vieze hoer die ons slaat en vernederd en misbruikt!” Hij had tranen over zijn wangen lopen maar zijn ogen stonden woedend.

“Tyler, Rosalie is niet je moeder. Ze slaat jou niet, ze misbruikt jou niet en mij ook niet.”

Hij liep zonder nog wat te zeggen de kamer uit. Ik hoorde hem schreeuwen en vloeken op de gang. Ik keek naar Kasper, zijn vrolijkheid was verdwenen als sneeuw voor de zon en hij keek zorgelijk.

“Ik mag misschien vandaag naar huis.” Zei ik om de stilte te doorbreken.

“Dat is mooi. Fijn…”

“Ik kon haar niet niet redden Kasper.” Zuchtte ik.

“Dat weet ik Juul. En dat weet Tyler ook wel… hoop ik.”

Ik was moe en deed mijn ogen dicht.

“Ga maar lekker slapen, ik kom straks nog wel even.”

“Zou je mijn tekenspullen mee willen nemen?”

“Je arm zit in het gips.”

“Dus?”

“Ik zal het meenemen voor je.”

“Dank je.”

Ik voelde een kus op mijn voorhoofd gedrukt worden.

“Moet ik de verpleging informeren over Rosalie?”

“Nee, ik wil het niet erger maken voor Tyler. Ik heb Rosalie al gered, nu Tyler nog van zichzelf.”

“Ja.”


Het was nu twee weken geleden dat ik voor het laatst Julia had gezien. Ik stond voor de spiegel en keek naar mezelf. Mijn blonde haren had ik in een staart gedaan, ik had een lange zomerse jurk aan die mijn taille accentueerde en bruine leren sandalen met iets een hakje. Dankzij de slaappillen die ik via de huisarts had gehad, had ik de laatste tijd heerlijk geslapen en ik had er zin in om weer aan het werk te gaan. De leerlingen hadden twee weken vrij gehad om even bij te komen en dat had Maarten van Lammeren de tijd gegeven om met de gemeente te overleggen over een nieuwe plek.

Toen ik aan kwam rijden op mijn fiets viel me als eerste op dat het een enorm gebouw was. Het gebouw telde maar liefst vijf verdiepingen, ik hoopte dat mijn kantoortje op de begane grond zou zitten. Ik kreeg het alweer benauwd bij het idee. Het bleek een voormalige mbo-school te zijn geweest. De oude vlaggen met het ROC logo hingen stil aan hun stok. Ik parkeerde mijn fiets in de grote, ruime fietsenstalling en begaf me naar de ingang. In de hal liep ik recht tegen de balie aan waar Manu al zijn plekje had gevonden. Er stond een pot dropjes rechts op de balie en links een plantje in een lichtblauwe pot. “Goedemorgen Rosalie. Je ziet er goed en gezond uit!” Zei hij vrolijk.

“Goedemorgen Manu, dank je. Poeh groot gebouw zeg.” Ik keek om me heen, rechts een eind verderop bevond zich de trap naar boven. Daar achter zag ik allemaal deuren van verschillende ruimtes.

“Zeg dat wel, maar we delen het met nog een andere school.”

“Ah, daar is het inderdaad groot genoeg voor. Zeg, weet jij wat vandaag de bedoeling verder is?”

“Ik geloof dat Maarten een toespraak gaat geven in de aula en daarna kun je met je mentorgroep even apart zitten in een lokaal zodat er met elkaar gesproken kan worden over wat er gebeurd is.”

Ik knikte en glimlachte, “waar kan ik de aula vinden?”

“Hier naar links, de gang door, dan naar rechts en dan is het aan je rechterhand. Kan niet missen want Maarten is de microfoon aan het testen!”

“Dank je wel!”

Ik hoefde inderdaad alleen maar op het geluid af te gaan.

“Test… 1…2..3, Ah Rosalie!” schalmde het door de ruimte.

“Wat goed dat je….!” Hij legde de microfoon onhandig aan de kant en liep mijn kant op. “Wat goed dat je er bent. Hoe is het? Weet jij hoe het met Julia is toevallig?”

“Nee, ik weet het niet. Ik ehm… ik werd verzocht door haar oma om even uit de buurt te blijven.”

“Huh, waarom dat dan?” Vroeg Adeline aan me en ze gaf me een knuffel en een zoen. Adeline Stone gaf Engels en ze was een stuk ouder dan dat ik was. Ze zag er altijd tip top verzorgd uit en was al lang in het vakgebied actief.

“Ik denk dat ze verdriet heeft dat haar kleindochter in het ziekenhuis ligt en dat ik er zonder schrammen vanaf ben gekomen. Zou ik ook zijn als het mijn dochter of kleindochter was geweest.” Zei ik een beetje stug. Ik had eigenlijk geen zin om erover te praten. Ik was elke dag terug gegaan om te voorlezen maar Julia was helaas niet wakker geworden in mijn bijzijn. Volgens Maaike was dat normaal geweest, dat het soms een paar dagen duurde voordat iemand wakker werd. Toen ik daar op een dag weer kwam was Julia weg, overgeplaatst naar een andere afdeling. Ze was wakker geworden en maakte het redelijk goed. Ik was naar die andere afdeling gelopen en had me bij de balie gemeld. Ze hadden mijn naam gevraagd en gezegd dat ze me er niet door mochten laten op verzoek van de familie. Ik was kwaad geworden, niet op hun maar op die oude heks. Waarom hield ze mensen bij Julia weg die van haar hielden? Wat was dat voor een harteloos persoon. Maar ik had niks kunnen doen, ik was verzocht om weg te gaan.

Ik kon Julia niet vergeten en tegelijkertijd stond ik machteloos.

Het leek me daarom fijn om weer aan het werk te kunnen dan had ik wat afleiding.

“Weet je zeker dat je wel weer aan het werk wilt?” Vroeg Kris me die vanachter aangelopen kwam. Hij omhelsde me wat fijn was.

“Ja, beetje afleiding. En de kinderen zullen misschien wel een vertrouwenspersoon kunnen gebruiken, niet?”

“Goed om te horen Rosalie! Fijn dat het goed met je gaat! Je ziet er mooi uit, als ik dat mag zeggen. Nou, de kinderen komen zo. Ik wil even een paar woorden zeggen, vragen beantwoorden en zo en dan kan ieder van jullie met zijn of haar mentorklas naar een lokaal. Manu wijst jullie wel de weg. Hadden jullie nog iets wat je zeggen wilde tegen de groep?”

We schudde allemaal ons hoofd en keken elkaar aan. “Nee eigenlijk niet”, zei Kris.

“Mooi! Dat is dan duidelijk. Ah daar komen de eerste paar al.”

“Mooie ruimte hoor!” Zei Stijn goedkeurend om hem heen kijkend.

Maarten stond te glunderen bij het compliment.

“Nou ik weet nu al wat mijn smoesje is om te laat te komen.” Grijnsde Ferry.

“En dat is?” Vroeg ik hem nieuwsgierig.

“Och, sorry mevrouw Montou maar ik was verdwaald.” Hij lachte.

“Jaja, dat is alleen geldig in de eerste week hoor. Nou ga maar even zitten allemaal.” Gebood Maarten de leerlingen.

Toen iedereen goed en wel zat – mijn collega’s en ik stonden achteraan naast elkaar – pakte meneer van Lammeren de microfoon en begon te spreken:

“Allereerst welkom allemaal! Het is goed om jullie weer zo fris en fruitig te zien. En in het bijzonder welkom natuurlijk onze eigen docente Nederlands mevrouw Montou, die we bijna hadden moeten missen.” Er klonk gejuich en applaus en iedereen draaide mijn kant op. Ik voelde dat ik bloosde en mijn oren werden warm.

“Nou zoals jullie kunnen zien missen we de heldin nog die mevrouw Montou met gevaar voor eigen leven gered heeft en…” vanuit mijn ooghoeken zag ik dat er een klein meisje met mooie zwarte kleine krulletjes tot net op haar schouders, de aula kwam binnen gelopen terwijl meneer van Lammeren nog aan het praten was. Ik verstond niet meer wat hij zei want ik was geboeid door het kleine meisje en volgde haar met mijn ogen. Het was precies Julia maar dan klein. Ik kreeg kriebels in mijn buik en moest glimlachen. Ze keek om zich heen en ging uiteindelijk als een soort soldaatje naast meneer van Lammeren staan, een paar meter van hem af. Hij had het niet in de gaten dus ik was even bang dat het een spookbeeld was die alleen ik zag. Maar gelukkig hoorde ik de leerlingen hier en daar grinniken en fluisteren: “aah…”, “moet je eens kijken…”, “wie is dat?” “Meneer van Lammeren heeft niks in de gaten en lult gewoon door.”

Ondertussen werden er vragen geroepen:

“Hoe is het met Julia?”

“Dat weet ik helaas niet.”

“Is ze al thuis?”

“Ik heb geen idee jongens.”

“Kunnen we haar opzoeken? Of misschien een kaart sturen?”

“Dat moet ik even navragen, dat weet ik zo niet.” Hij zuchtte.

“Ik hoorde dat we deze school met nog een school delen, hoe doen we dat in de pauze dan? Want deze aula is te klein voor twee scholen!”

“Daar moet ik nog even over nadenken dat weet ik nu nog niet.”

Het kleine meisje telde op haar vingers, ze was al bij vier. Ik vroeg me af wat ze aan het tellen was. Misschien wel het aantal leerlingen, dan zou ze nog wel even bezig zijn en handen tekort komen. Ze moest lachen, Stijn hing met zijn hoofd schuin en trok waarschijnlijk een gekke kop.

Maarten merkte nu ook het meisje op. Hij keek even naar haar, ze was naar Najara aan het zwaaien die vrolijk terug zwaaide.

“Is iemand toevallig een zusje kwijt?” Vroeg hij lachend en verbaasd door de microfoon.

Ze keek hem aan en glimlachte. Hij ging voorovergebogen naar haar toe staan, hij had de microfoon nog in zijn hand.

“Ben jij je mama kwijt?”

“Nee hoor, die is thuis.” Zei het meisje vrolijk.

“En waar is je papa dan?”

“Dood.”

Maarten schrok zichtbaar en keek bedenkelijk.

“Hoe heet je?”

“Emma, Emma van Eeckeren.” Ze stak haar kleine handje uit.

“Hoi Emma, ik ben Maarten. Ben je hier met iemand Emma?”

“Ja, met Kasper en met Tyler. Die zitten nog in de auto, die hadden een beetje ruzie. Ik hou niet van ruzie dus ik ben maar vast hier heen gelopen.”

Maarten knikte. “Wilde je soms wat vragen?”

“Ja, eigenlijk wel maar mmm…” haar lipjes perste ze op elkaar en ze twijfelde. Haar ogen schoten even vlug naar de deur.

“Kan ik je ergens mee helpen misschien?”

Ze stond op haar teentjes om in de microfoon te spreken: “nou… ehum… u weet niet zo veel hè….” Er werd hard gelachen en een aantal leerlingen begon te klappen. Het hoofd van onze directeur kleurde rood.

Hij kwam overeind en gebaarde hulpeloos met zijn armen in de lucht.

Emma wenkte met haar handje dat hij weer moest bukken. Ze bracht haar mond naar de microfoon en zei: “U heeft al vier keer gezegd dat u het antwoord niet wist. Dus ik ben bang dat u dat van mij ook niet weet.” Ze had inmiddels de microfoon van hem overgenomen.

“Maar dat geeft niet hoor! Mijn juf zegt altijd: Emma, als je iets niet weet grijp dan je kans om het te leren. Mijn mama is het daar niet helemaal mee eens, die zegt dat ik nog niet alles hoef te weten.”

Maarten wist niet goed of hij haar nou leuk vond of irritant.

“Mogen we haar houden?” Riep Stijn door de zaal.

Maarten vroeg iets aan haar en ze hield hem de microfoon voor als een verslaggeefster.

“Hoe is het met je moeder Emma?”

“Mama slaapt veel en spuugt alle appels uit en Kasper noemt haar zijn boze koningin.” Ze glimlachte breed.

“Laatst hebben Kasper en ik ons verkleed. Ik was een heks en hij mijn hulpje en ik liet hem een jurk aan doen!” Ze begon in de microfoon te giechelen en mijn hart werd warm.

“Maar dat vindt hij niet erg hoor, hij trekt soms ook een jurk van mama aan.” De kinderen moesten lachen. “Ssst, niet zeggen dat ik dat gezegd heb hoor.” Fluisterde Emma in de microfoon. En ze keek de aula met een brede grijns rond.

Maarten was weer rechtop gaan staan en boog zijn rug naar achteren terwijl hij zijn handen in zijn onderrug had gezet.

“Soms doet mama ook mee en dan mag ik haar opmaken. Maar nu kan dat even niet want mama heeft veel pijn. Hier.” Ze wees met haar wijsvingertje op haar ribben. “Maar ik kan haar wel voorlezen.” Er ging een steek door mijn borstkas. Het idee dat Julia met pijn lag en ik gewoon hier stond maakte me misselijk.

Ze keek weer naar Maarten en vroeg: “Weet u waar ik Mon Chou kan vinden?”

“Waarschijnlijk bij de bakker,” bromde hij een beetje geïrriteerd in de microfoon.

Er kwam een jongen aangerend, gekleed in een net, wit, damesblouseje op een zwarte spijkerbroek met scheuren erin en kettingen eraan. Zijn haar zat in een losse staart. Hij rende naar Emma en verontschuldigde zich bij Maarten. Die deed net of hij het niet erg had gevonden dat ze hem zo voor paal had gezet.

“Ik heb Mon Chou nog niet gevonden Kasper!” Riep Emma met een boos gezichtje. Kasper had Emma horizontaal onder zijn arm vast en Emma had de microfoon nog in haar handjes geklemd. Kasper zei iets tegen Maarten en die wees naar mij.

Emma werd weer lachend neergezet en Kasper stond achter haar gebukt met zijn kin op haar hoofd. “Daar is mevrouw Montou, niet Mon Chou.” Wees hij. “Hoe kwam je daar eigenlijk bij?”

Ze haalde haar schouders op en zei in de microfoon: “Ik had zin in taart.” Er werd gelachen en ik kon ook een lach niet onderdrukken. Ze keek naar me en riep “Mon Chou!” terwijl ze haar handjes met de microfoon de lucht in gooide. De microfoon raakte hard de neus van Kasper en we hoorde een knak door de aula galmen. Er werd gelijk “oeoeoeh….” geroepen en iedereen voelde Kasper z’n pijn. Hij was overeind gevlogen en hield zijn neus met twee handen vast. Emma keek verschrikt achterom. Meneer van Lammeren hielp Kasper die een bloed neus bleek te hebben en stond te druppen. Kris kwam eraan gesneld en keek mee. Er werd geknikt en gepraat maar ik kon het niet verstaan.

“Emma, ik ga even met Tyler naar het ziekenhuis. Je hebt mijn neus waarschijnlijk gebroken. Als je mama belt zeg maar dat ik even op de wc zit. Ik kom zo snel mogelijk terug. Je kunt bij meneer van Lammeren blijven tot ik terug ben. Is dat afgesproken?” Klonk het door de aula.

“Mag ik niet mee?”

“Nee jij blijft even hier, je moeder vermoord me als ze dit hoort.”

“Kusje erop?” Ze tuitte haar lipjes naar voren en een paar meisjes riepen “aaah…”

Kris begeleide de jongen naar buiten.

Emma wipte naar voren en achteren op haar voeten en had de microfoon voor haar buik vast. Ze keek vrolijk om zich heen en stal de show.

Maarten was even mee gelopen naar buiten en kwam weer terug de aula in op een drafje. De kinderen waren druk aan het praten en probeerde Emma naar hun toe te lokken maar die bleef lachend staan waar ze stond. Ze had een zwart rokje aan op een rode panty en zwarte gympen. Haar shirtje was rood met zwarte hartjes. Ze had een fel roze rugzakje op haar rug. Ik vond haar erg schattig om te zien en mijn hart was gesmolten.

Er klonk muziek uit haar rugzakje en hoewel Maarten zijn hand uitreikte zodat ze hem de microfoon kon geven, hield ze het ding onder haar oksel toen ze een mobieltje uit haar rugzakje haalde.

“Dat is mijn mama” Legde ze aan Maarten uit terwijl iedereen het kon horen.

“Hoi mama! Ja die hebben we gevonden kijk maar!” Ze zwaaide naar me en ik zwaaide met een glimlach terug. “Mmm… nee Kasper is er even niet… Hij is naar de wc in het ziekenhuis… Nee met Tyler… Oh… moet ik even vragen wacht even…” Ze keek naar Maarten en hield haar mobieltje van haar oor. “Mama vraagt waar ik ben, weet u hoe deze ruimte heet?”

“Een aula. Mag ik je moeder even spreken?” Hij stak zijn hand uit maar Emma schudde hard haar koppie en haar krullen vlogen van links naar rechts heen en weer.

“Ik ben in een aula mama… met Maarten… Weet je dat zeker?” Ze keek onzeker naar hem.

“Mama zegt dat u de baas bent, klopt dat.” Maarten was zichtbaar gevleid door dit compliment en knikte.

Ze fluisterde: “weet je dat echt zeker? Hij weet niet zoveel hoor… Hij wist vijf keer het antwoord niet”, in de telefoon die ze bij de microfoon hield. Ze zuchtte. Het hele tafereel was komisch om te zien.

“Ik moet hem op speaker zetten van mama.”

“Emma…” Mijn hart begon sneller te kloppen bij het horen van haar stem en ik voelde de adrenaline door mijn lichaam stromen. Er werd gelijk geklapt en gejoeld. “Ze leeft nog! Whoop whoop!” “Julia hoe is het met je!” schreeuwde Najara en Stijn door elkaar.

“Ssst…” Emma hield haar vingertje voor haar mondje. Ze keek streng en de leerlingen hielden grinnikend hun mond. Ik glimlachte door mijn tranen heen, ze was echt net haar moeder.

“Emma, wat is de hoofdstad van Gambia?” Julia haar adem klonk zwaar.

“Weet ik toch niet!” Grinnikte het meisje.

“Hoe reken ik de oppervlakte van de aula waar jij nu in staat uit Emma?”

“Ik weet het niet mama.”

“Hoeveel oude koeien moet je spreekwoordelijk uit de sloot halen?” Ze klonk streng.

“10.”

“Als je chicory besteld in een Engels restaurant, wat eet je dan?” Die vraag wist ik zelfs niet eens te beantwoorden.

“Pasta?”

“Als je een lamp gaat vervangen wat moet je dan als eerste doen?”

“Kijken waar het lichtknopje zit?”

“Dat was vijf Emma, vijf keer wist je het antwoord niet. Ben jij dom Emma?”

Het meisje was even stil en zichtbaar aangeslagen.

“Emma, ik vroeg je wat.”

“Nee, mama.”

“Meneer van Lammeren, die de baas is wist die antwoorden wel en hij weet nog van veel meer vragen de antwoorden Emma. Daarom is hij ook de baas.”

“Wist jij de antwoorden ook?”

“Dat doet er niet toe Emma. Wat zeg je dan tegen meneer van Lammeren?”

“Waarom ben jij hier de baas niet?”

“Omdat ik de baas thuis al ben, nou wat zeg je tegen meneer van Lammeren Emma. Hup.”

“Sorry meneer.” Emma klonk sipjes.

Maarten knikte en keek met enige medelijden naar haar.

“Mama?”

“Hmhm.” Julia kreunde en ik had medelijden met zowel moeder als dochter.

“Wanneer ben ik de baas?”

Het was even stil… Iedereen zat aandachtig te luisteren en te kijken naar het meisje wat zomaar onze leven was komen binnenwandelen en ons aan het lachen had gemaakt.

“Als mensen je hele lastige vragen gaan stellen waarvan je steeds moet zeggen dat je het antwoord niet weet en dat diezelfde mensen er dan toch op vertrouwen dat je het juiste voor ze doet Emma.”

“Dat snap ik niet helemaal.”

“Dat geeft niet, daarom ben jij de baas nog niet. Ik wil dat je luistert naar meneer van Lammeren, begrepen. Ik ga Kasper bellen en hem even door de telefoon heen trekken.”

Emma moest lachen: “dat kan toch helemaal niet!”

“Ik zie je straks weer lieverd.”

“Oh, mama?”

“Hmmm.”

“Mag ik straks taart als toetje?”

“Nee.”

“Waarom niet?”

“Omdat ik de baas ben.”

“Morgen dan?”

“Ik ga ophangen. Ik hou van jou.”

“Ik ook van jou!” Emma gaf de telefoon een kusje.

Ik had nog geen kans gehad om Emma te spreken, die was met Manu meegelopen die scheen ze te kennen. Ik zat met mijn mentor klas in een klein lokaal op de benedenverdieping. Vanaf mijn plek voorin de klas kon ik de deur zien die links tegenover me aan het eind van het lokaal zat. De leerlingen van klas B5 waren met elkaar aan het praten en ik was net in gesprek met Stijn en Najara toen Maarten met Emma in de deuropening stond. Maarten stond er met een verhit gezicht bij en keek me haast smekend aan. Ik liep naar ze toe. “Rosalie, zou jij het heel erg vinden om Emma even bij je te hebben? Ik ehum… ik moet nog even andere dingen doen en dat gaat niet zo makkelijk met ehum… nou ja, bovendien was ze eigenlijk naar jou op zoek…”

“Nee, geen probleem. Hoi Emma, ik ben Rosalie.” Ik glimlachte en stak mijn hand uit. Ze schudde hem met haar kleine zachte warme handje en lachte terug.

“Kom maar verder, wil je op mijn stoel zitten?”

Ze liep naar voren en klauterde op een stoel naast Najara, de stoel was te hoog voor haar en haar beentjes bungelde boven de grond. Ze wilde dus niet op mijn stoel zitten, wat ook goed was. “Hoe heet jij?” “Ik heet Najara.” Stijn kwam erbij zitten en begon weer gekke bekken te trekken. “Zo ben je heel lelijk.” Zei Emma droog. Najara schoot in de lach en ik ook. “Ja, Stijn zo ben je heel lelijk. Doe eens normaal man.” Zei Najara. “Hebben jullie verkering?” Vroeg Emma aan ze. Ik vroeg me af hoe ze dat wist maar ik dacht gelijk aan Julia, ze zal het wel van haar moeder hebben. Die zag ook gelijk dingen. Zou Emma ook een supergeheugen hebben?

“Mevrouw Montou?”

“Ja, Wolf wat is er?”

“Nou, ik zat te denken… Kunnen we niet iets doen voor Julia? Iets om haar op te vrolijken ofzo?”

Er werd bevestigend geknikt. “Ja, haar een mand met cadeautjes brengen of misschien kan ze via skype meedoen met de les of gewoon gezellig kletsen? Dan heeft ze wat afleiding.”

“Ja en een verrassingsfeest als ze terug komt!” Riep Willemijn van achter uit de klas.

“Goed idee van de cadeautjes Najara, maar luister jongens Julia komt niet meer terug op school.”

“Wat? Waarom niet?” Vroeg wolf verbaasd.

“Ze is er mee gestopt vanwege privé redenen.” Zei ik rustig.

“Wat voor redenen dan?” Wilde Stijn weten.

“Luister je wel man, mevrouw Montou zei toch privé redenen, das dus privé hè slimmerd.” Zei Najara en ze gaf haar vriendje een klap tegen zijn achterhoofd.

Emma stak haar vingertje op waardoor ik gelijk moest glimlachen.

“Ja, Emma wat wil je zeggen meis?”

“Bent u een juf?”

“Ja, ik ben inderdaad een soort juf, heel slim van jou. Maar hier heet dat een docente.” Ze knikte en stak weer haar vingertje op.

“Zeg het maar Emma.”

“Ik heb ook een juf, bij ons heet dat gewoon een juf. We hebben ook meesters. Meester Ben en meester Wim. Zijn hier ook meesters?”

“Nee, wij hebben docenten. Een man heet hier een docent en een vrouw een docente.”

Ze keek even bedenkelijk: “En iemand die geen man of vrouw is?”

Ik stond even met mijn mond vol tanden van verbazing. “Dat weet ik niet Emma.”

Ze haalde haar schoudertjes op: “Ik ook niet.”

“Hé Emma, hoe oud ben jij eigenlijk?” Vroeg Wolf.

“Zeven! Ik ben in de vakantie jarig geweest op zaterdag.” Dat was de dag nadat Paula haar verjaardag had gevierd – dacht ik bij mezelf.

“Toen mocht ik een feestje geven en we gingen een speurtocht doen en taart eten en ik kreeg heel veel kadoows.” Haar onderlipje kwam ver naar voren toen ze het woord kadoows uitsprak.

“En hoe heet jij?” Vroeg ze aan Wolf terwijl ze zich op haar knietjes omdraaide op haar stoel.

“Ik heet Wolf en ik ben zestien jaar.”

Emma lachte, “dat is mama’s lievelingsdier!”

Ik bedacht me ineens dat dit een uitgelezen kans was om meer over Julia te weten te komen via Emma.

“Zeg Emma, kun ons misschien vertellen waar je mama van houdt en wat ze leuk vindt?” Vroeg ik, ik was op mijn hurken gaan zitten bij haar tafeltje en keek haar aan.

“Ehum…. Mama houdt van lezen, en heule moeilijke puzzels en raadsel en ehum… even denken hoor…”

“Welke bloemen vind je moeder bijvoorbeeld mooi?” Vroeg ik om haar op weg te helpen.

“Witte lelies!” Zei ze stralend.

“En wat vindt ze lekker om bijvoorbeeld te snoepen?”

“Appels en komkommer en thee en nootjes en ow ik weet het weer!” Riep ze helemaal glunderend.

“Mama is gek op ijs!” Dat was jammer, ijs was niet zo handig om mee te nemen in een cadeautjesmand. Misschien kon ik er nog wat op verzinnen. Ik was in ieder geval weer iets wijzer. “Dat is handig om te weten Emma.”

“Maar mama houdt niet van verrassingen hoor, niet van verrassingsfeestjes zeg maar.”

Ik knikte.

De deur ging met een zwaai open en een donker geklede jongen kwam binnen gestormd. Ik stond op. Hij had een hele donkere huidskleur, zwart kort kroeshaar en lichtgroene ogen. Hij was stijlvol gekleed in een donkerblauw shirt met v hals op een kakikleurige broek en nette donkerbruine schoenen. “Kom Emma.” Hij keek me kwaad aan. De leerlingen van klas B5 keken allemaal naar hem. “Oké!” Zei het kleine meisje en ze sprong van haar stoel af.

“Doeg!” Zwaaide ze naar ons. “Dag Emma! Groetjes aan je moeder!” De jongen sleurde haar aan haar armpje mee het lokaal uit. Ik stond er even radeloos bij. Dat moest Tyler geweest zijn maar waarom hij nou zo boos was, dat was me een raadsel.

Ik had met mijn leerlingen nog wat nagepraat over de cadeau mand voor Julia. We zouden allemaal twee appels en wat leuks of lekkers er bij doen. Dit mocht van alles zijn, ik wist nog niet zo goed wat ik erbij zou doen. Daar wilde ik even goed over nadenken.

Maarten kwam nog binnengelopen en gaf me een stapel roosters en voor elke leerling een plattegrond. Mijn nieuwe kantoortje was gelukkig op de begane grond vlak achter de balie bij Manu. Nadat alle leerlingen weer richting huis waren gegaan liep ik er even naar toe om te kijken. Het was nog wat kaal, er stond niet veel meer in dan een bureau met een stoel en een kast. De ruimte was wel groter dan ik eerst had gehad.

Er werd op de deur geklopt: “Binnen!” Riep ik vrolijk.

Manu zijn gezicht verscheen om de rand van de deur en hij lachte vrolijk naar me. Hij deed vervolgens de deur helemaal open, “nog een beetje kaal niet?”

“Ja, ik weet het”, zuchtte ik om me heen kijkend.

“Ik kwam je dit even brengen, die donkere jongen had het mee en gaf het aan me.”

“Tyler? Oh?!” Ik was gelijk nieuwsgierig. Wel raar dat hij het niet zelf aan me gegeven had – dacht ik.

Manu had me een bruine lange koker overhandigd. Hij bleef met verwondering in zijn ogen staan kijken terwijl ik de koker open maakte. Er zat een lang opgerold groot vel papier in. Manu hielp me, door de koker vast de houden zodat ik het papier eruit kon trekken. Samen rolde we het af. Het was een mooi getekende poster met daarop twee groen getekende kikkers die samen in een plas water aan het dansen waren in het zonlicht die de plas deed doen weerkaatsen. Het regende mooi geketende regendruppels en achter de kikkers was een vage regenboog zichtbaar. Bovenaan de tekening stond de tekst: When life gets stormy, learn how to dance in the rain. Onderaan in de rechterhoek stonden de letters TJ. Ik wist niet wat dat betekende maar ik kon wel raden van wie ik dit had gekregen en ik kreeg opslag tranen in mijn ogen.

“Nou, dat fleurt de boel al gelijk een beetje op niet?” Manu hield de poster tegenover het bureau, tegen de muur aan. “Hier ophangen?”

Ik ging met mijn billen tegen het bureau aan staan, keek naar de poster en lachte door mijn tranen heen. “Heel graag Manu. Heel graag.”
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...