Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 22-03-2022 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 10103
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 69 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 213
Toen de deur achter Joline dichtgevallen was, overviel de stilte me behoorlijk. Niet eerder had ik er zo’n last van dat haar vrolijke lach, het getik van haar hakjes, haar complete persoonlijkheid niet in huis was. Ik ging wat lezen, maar kon me niet ‘verliezen’ in het verhaal.
Om half vijf hield ik het niet meer uit. De zussen en Fred zouden over een uur pas komen, kortom: het was onbehaaglijk stil in huis. Verdomme… Ik moest iets doen, anders ging ik gekke dingen doen. Oké Kees, trek je sportkleren aan en ga lopen. Even de spieren moe maken en alleen maar naar je lichaam luisteren. Een kwartier daarna stond ik bij het beginpunt van het cooperparcours. Een goed moment om me helemaal het snot voor de ogen te lopen…

Onwillekeurig dacht ik aan de zaterdagmiddag nadat ik Joline thuisgebracht had in Ter Aar, nu bijna een jaar geleden. Toen cirkelden mijn gedachten ook constant om haar, en was ik het appartement als een dolle gaan schoonmaken. En daarna was ik gaan lopen. En tijdens dat loopje belde ze op om een afspraak te maken voor een lunch in Den Bosch… En toen was het begonnen. Onwillekeurig moest ik glimlachen. Begonnen met een onverwachte kus van Joline op een boot in een tunneltje onder de huizen van Den Bosch.
Ik begon te dribbelen. Eerst maar eens een rondje warmlopen, daarna vol gas gaan. Rustig dribbelend kwam ik op het startpunt terug. Ik zette mijn stopwatch op 12 minuten en begon nu écht te lopen. Ik was al wat opgewarmd, dus meteen op snelheid! Verdomme, Kees en nu doorlopen! Geen reserves, nu gewoon alles geven. Je hoeft met niemand rekening te houden, dus… gaan met die banaan!
Mijn gedachten gingen op ‘uit’ en ik concentreerde me nu alleen maar op het perfecte loopritme en eventuele oneffenheden op het parcours. Na 11 minuten zette ik er hijgend nog een paar tandjes bij en de laatste 30 seconden perste ik er nog een stuk voluit rennen uit. En toen mijn stopwatch begon te gillen klapte ik bijna dubbel. Strompelend liep ik naar het eerstvolgende 25-meterpaaltje en ging daar, bijna dubbel gebogen, uithijgen. Zo… 3.325 meter eruit geperst… Niet verkeerd voor een vent van bijna 30.

Ik bleef nog even staan tot ik m’n adem weer onder controle had, toen dribbelde ik rustig richting huis. Toen ik bij de buitendeur van het appartementencomplex aan kwam hoorde ik een bekende claxon: de Volvo kwam aanrijden met Lot en Margot er in. In de hal wachtte ik even op hen en we gingen samen de lift in. “Wat heb je in vredesnaam gedaan, Kees? Het zweet loopt in straaltjes over je gezicht…” “Coopertest, Margot. Even alles eruit lopen.”
Charlotte keek nieuwsgierig. “Hoeveel?” “3.350 meter.” “Je bent gek”, klonk het verwijtend. “Dat moet je niet in je uppie doen. Loop dan in ieder geval samen met iemand.” Ik grinnikte vermoeid. “Dan moet ik die persoon eerst zoeken, Lot. Er zijn niet zoveel lui die ik ken die me dan bij kunnen houden.” Ze snoof. “Er zijn ook lui die gewoon ergens op het parcours langs de kant kunnen staan en je in de gaten houden, hoor.” Nu giebelde ze. “Wij zijn daar bijvoorbeeld erg goed in. Jij gaat zo meteen rechtstreeks onder de douche! Morgen stinkt deze lift nog steeds naar jouw zweet.”
Eenmaal boven dronk ik eerst een glas sap en toen werd ik naar de douche verbannen. “Straks komt Fred hier en denkt hij dat wij jou hebben lopen afknijpen… Willen we niet.” “Het valt me mee dat je niet zegt ‘hebben líggen afknijpen’, Charlotte…” Margot maakte een dreigend gebaar. “Douchen jij! En je zorgt maar dat je fris bent als je weer in de kamer komt!” “Alsof ik Jolien hoor. Bitch!”, mopperde ik. Een dubbel lachje klonk toen ik de deur van de slaapkamer achter me sloot. Douchen!

Een kwartiertje later, ik was me nog aan het aankleden, hoorde ik de bulderlach van Fred. Mooi, die was dus ook binnen. Gelukkig, afleiding. Toen ik de kamer binnenkwam zat hij op de bank te kletsen. “Zo, ouwe boef. Jij hebt even je frustratie er uit gelopen?” Ik keek hem verbluft aan. “Wat…” Hij glimlachte. “Ik ken jou een beetje, maat. Laat me raden: Joline is naar Malden, en jij liep hier je kop tegen de muren aan te bonken. En toen ben je maar even gaan rennen. Of het ik het mis?”
Ik gromde. “Verdomme, jij kent me veel te goed…” Een hand met vijf vingers verscheen. “Nu, Kees.” Zuchtend drukte ik me vijf keer op. “Mooi zo. Wil je nog wat drinken, Kees? We eten over een kwartier.” “Geef mij maar een sapje, Margot. Ben ik wel aan toe.” Fred keek me aan. “Ik hoorde iets over 3300 meter op de coopertest, Kees?” “3350 meter, makker.” Hij gromde. “Wordt jij nou nooit wijzer? Dat moet je niet in je uppie doen. Sukkel.” “Wij hebben hem ook al op z’n falie gegeven, Fred. Maar ja…” Charlotte lachte liefjes. Ik liep even naar de keuken om nog een beker water te pakken. Ondertussen fluisterde ik Charlotte wat in. Even later zaten we te kletsen over DT en na een half uur klonk er uit de keuken: “Heren! Kunnen jullie de bar even dekken? We gaan eten!”

Even later zaten we gezellig rond de bar te eten. Hachee met aardappelen en doperwten. “Dat gaat er prima in, dames”, zei Fred toen hij z’n eerste bordje leeg had. Hij pakte de pan hachee en keek teleurgesteld. Er zat nog maar een bodempje in. “Wil er nog iemand een portie?” Zowel Lot, Margot als ik knikten en hij keek teleurgesteld. “Nou, dat wordt vanavond toch een bliksembezoek aan de frietkraam, Kees.” “Je doet het er maar mee, meneer veelvraat”, bitste Charlotte. “Maar we zullen je matsen. Je mag het restje opeten. Wij zijn wel wat gewend op het gebied van weinig eten en Kees heeft z’n maag nog vol zitten met water.” Gretig schraapte Fred de pan uit. “Dit is lekker, meiden…”
“Ja, dat vonden wij ook al. Daarom hebben wij nog een pannetje vol”, zei Charlotte met een gemeen lachje. We schoten in de lach en Fred keek triest. “Wat zijn jullie een stelletje…” Het tweede pannetje kwam tevoorschijn uit de oven en we schepten nog een beetje op. Ook dit pannetje mocht Fred opmaken. “Zo heren, jullie beurt om de vaatwasser te vullen en koffie te maken!” Beide dames gingen demonstratief op de bank zitten en Fred en ik gingen aan de slag in de keuken.

“Kees… Wordt dit ons voorland als we getrouwd zijn? Dan ga ik er nog even over denken, denk ik.” Uit de voorkamer kwam een streng: “Ik dacht het niet! Jullie gaan vrijdag netjes trouwen, denk er aan! Want zo’n feest met aansluitend een nacht in een echt kasteel laten we niet aan onze neus voorbij gaan!” “Nou, je hoort het, makker. We zitten er aan vast.” Fred keek sip. “Ja. Gelukkig gaan we niet trouwen met die twee in de voorkamer. Anders zaten we écht met ketting aan het keukenblok vast.” “Ja, wees er maar blij om”, hoorden we Charlotte zeggen. “Dat zijn wij ook. Scheelt ons een uur in de keuken zitten als we aardappels voor jullie zouden moeten schillen.” Fred keek mij aan. “Hoorde jij ook een lama boeren?” Ik schudde mijn hoofd. “Niet doen makker. Lief zijn voor de dames, ten slotte zijn ze overmorgen onze chauffeuses.”
Een grom klonk. “Jullie wilden ook een kop koffie, dames? Of gaan jullie aan de thee?” “Koffie!” klonk het bits vanaf de bank. Even later zaten we gezellig aan de koffie. “Zo. Héhé… Waar is Wilma nu, Fred?” “Bij haar vader en haar broers. Ook daar zal wel veel gelachen worden, denk ik.”

“Vader? Geen moeder?” Margot keek vragend.
“Nee, geen moeder. Gelukkig. Ze zijn gescheiden, anderhalf jaar geleden en dat was maar goed ook. Het enige goeie aan mijn aanstaande schoonmoeder was haar rug. Want die zag je als ze verdween. Ze komt ook niet op de bruiloft; dat benul had ze gelukkig. Binnen een kwartier zou ze de sfeer compleet verziekt hebben. En meer zeg ik er niet over. Mijn schoonvader is een prima vent, mijn zwagers ook. Zij zijn de getuigen van Wilma.” Hij keek de zussen aan. “En zo heeft ieder huisje zijn kruisje, meiden.”
“En jouw ouders, Fred? En broers of zussen?” “Mijn ouders zijn gelukkig en nog steeds bij elkaar. Wonen in een verbouwde boerderij achter Elburg en hebben het daar prima naar hun zin. Een hond, een paar katten, kippen en een paard. Altijd wel iets te doen. En ik ben enig kind; toen ik ter wereld kwam had mijn moeder het nogal moeilijk.” Margot zei droogjes: “Ik heb er beeld bij…” en we proestten het uit. Fred keek haar somber aan. “Jij moet goed zo doorgaan, dame. Denk er aan: je blonde beschermengel is er even niet!” “Nee, maar Kees wel. Die beschermt ons wel. Toch, Kees?”
Ik keek haar lang aan. “Als jullie mijn bud in de mangel willen nemen? Ik dacht het niet, meiden.” Zo zaten we nog even te geinen, tot Fred zei: “Wat gaan wij morgen doen, Kees?” “Morgen wil ik eerst mijn pak ophalen; dat hangt in een winkel in Eindhoven. Daarna wil ik naar Loenen, een bos bloemen bij Peter brengen. Hier warm eten, anders duiken de dames weer de patatzaak in. En ’s avonds naar Greet. Even alles van me af blazen.” Hij keek me aan. “Naar Peter ga ik mee, makker. Maar mag ik ook mee als jij staat te blazen?” Ik knikte. “Natuurlijk. Deze dames gaan ook mee. En ik denk dat Greet en jij prima met elkaar overweg kunnen. Ze lijkt wel een beetje op Miranda: recht voor z’n raap. Als ze je niet mag, ben jij de eerste die het weet. En oh ja: ze is lesbisch. Heeft al jaren een relatie met Anita, in haar eigen woorden ‘de liefde van m’n leven’. Ook een leuk mens trouwens.”

Fred bromde: “Of iemand lesbisch is of niet maakt me geen drol uit, Kees. Dat weet jij net zo goed als ik.” Ik knikte. “Weet ik. Maar ik waarschuw je maar even. Voordat je jouw subtiele grappen op haar loslaat. Ik weet er het fijne niet van en dat hoef ik ook niet te weten, maar ze heeft in ieder geval één rot-ervaring met een vent gehad. Dus…” “Goed om te weten. Zal ik rekening mee houden. En na jouw blazen weer terug hierheen, Kees. Dan trekken we een fles drank open en zuipen we ons weer eens ouderwets toeterlampion!” “Ik dacht het niet, meneer van Laar!” Charlotte klonk streng. “Waarom denkt u dat wij hier zitten? Om jullie een beetje in de gaten te houden. Opdracht van onze blonde beschermengel. Letterlijk zei ze: ‘Houden jullie die twee kerels een beetje in de gaten? Ik heb geen zin in een naar whisky stinkende bruidegom!”
Fred en ik wisselden een blik. “Dan wordt het Jägermeister, Fred.” “Niks er van! Jullie gaan fris aan de start verschijnen, anders krijgen wij op ons kop.” Fred knipoogde. “Dacht jij nou werkelijk dat Kees en ik ons helemaal vol zouden laten lopen op de avond voor wij gaan trouwen? Echt niet, dame. Wij mogen af en toe een beetje gek doen, maar we zijn het niet, hoor. Wij zijn uiterst nette ingenieurs van een gerenommeerd bedrijf in Gorinchem.” Twee ironische blikken gingen onze kant uit en er klonk een tweestemmig en honend: “Jaja…”

We zaten nog een uurtje gezellig te kletsen met z’n vieren. Wellicht dat de drank ons wat losser had gemaakt, maar op een zeker moment vroeg Fred: “Meiden, als ik er niks mee te maken heb, moeten jullie dat gewoon zeggen, maar…” Hij zweeg even, een beetje met zichzelf in de knoop. “Zég het maar, Fred”, zei Charlotte liefjes. Ik had een vermoeden van wat komen ging. “Volgens mij zijn jullie méér dan zussen van elkaar. Of heb ik het mis?” Margot en Charlotte keken elkaar snel aan en Margot vroeg: “Fred, weet jij bij benadering wat wij hebben doorgemaakt?” Hij bromde: “Ik heb een paar dingen gehoord, de rest kan ik wel aanvullen met m’n fantasie.”
“Dan moet je een nogal brede en vooral morbide fantasie hebben. Maar dat terzijde. Elke keer als wij thuis gestraft werden, hadden we alleen elkaar om troost bij te zoeken. Toen we jong waren bestond die troost uit huilpartijen op elkaars schouder.
Toen we een jaar of zestien waren merkten we dat we elkaar ook op een andere manier konden ‘troosten’ en dat dat heel prettig was. En de paar keer dat we met een vent naar bed moésten, sterkte ons in de overtuiging dat sex met een vent het nooit zou kunnen halen bij hetgeen wat wij met elkaar deden…” Ze legde haar hand op die van Charlotte. “Wij houden van elkaar, slapen bij en soms met elkaar en dat is heerlijk. Maar ondertussen zijn we er ook achter gekomen dat niet alle kerels egoïstische rotzakken zijn.
Bij DT keken we de eerste dagen onze ogen uit als Joline jou of Kees op z’n nummer zette. Of Gonnie even iemand van een van de teams op het matje riep voor een foute berekening. Denise snauwde op een van onze eerste dagen Klaas af dat hij z’n urencalculatie nog niet had ingeleverd. En Klaas maakte braaf z’n excuses. En hoe Angelique met Theo omging… De dames konden ongestraft de heren op hun nummer zetten!”
Fred gromde. “Ja. Dan zou verboden moeten worden…”

Margot ging verder. “En toen we hier woonden merkten we dat Joline ook Kees regelmatig moest terechtwijzen. Héél anders dan in ons vorige milieu. Een vrouw was daar gewoon altijd ondergeschikt aan de man. En zat nog net niet letterlijk aan het aanrecht vast. Hier hebben we geleerd dat dit niet normaal was.” Charlotte vulde zachtjes aan: “En we hebben een keertje meegekregen dat sex tussen man en vrouw ook heerlijk is…” Fred trok z’n wenkbrauwen op, maar zei niets.
Margot giechelde en wees naar mij. “Joline en Kees hadden ’s avonds een raam open laten staan. En wij ook. En toen hoorden we dat Kees haar wel héél erg aan het verwennen was…” Ik keek Margot aan. “En wij hoorden even later hetzelfde bij jullie, meiden!” Ze bloosden. “Zo zit het dus, Fred. Ja, we houden van elkaar, hebben soms heerlijke sex met elkaar en dat mag hier, maar een paar dagen geleden zeiden we ook tegen elkaar dat een lieve vent ook welkom was. Liefst twee.”

Fred zweeg even en zei toen zachtjes: “Dank jullie wel. Voor het vertrouwen. Dit verhaal blijft hier.” Charlotte knikte. “Dat wisten we, Fred. Anders hadden we het niet verteld. Kees en Joline weten het al wat langer, maar ja, da’s logisch als…” Fred onderbrak haar droog. “… de ramen open staan.” We schoten in de lach. “Ja, dat ook”, zei Charlotte. Ze pakte Margot’s hand.
“Hé zus, ga je mee? Wij moeten er morgen weer vroeg uit. Zij kunnen op hun luie gat blijven liggen…” Margot stond ook op. “Mogen wij de aanstaande bruidegoms een welterusten-knuffel geven? ’t Is natuurlijk niet te vergelijken met een knuffel van Wilma of Joline, maar…” Even later hadden we allebei drie zoenen van de zussen gekregen. “Welterusten mafkezen. Slaap lekker.” In de deuropening draaide Charlotte zich om. “We zullen de ramen wel dichtdoen vannacht. We willen jullie niet in verlegenheid brengen…” “Trút!” Een onderzettertje vloog haar kant uit en ze kon nét op tijd de deur sluiten.

Fred pakte de fles Jägermeister. “Kijkglas moet vol zijn, Kees. Afleveren zonder luchtbellen.” Ik knikte. “Ja, da’s prima, maar dit is wel de laatste, vriend.” Zwijgend zaten we naast elkaar. “Kees…” “Hmm?” “Dat zijn twee prima meiden.” “Ben ik met je eens’, bromde ik. “En ik ben blij voor hen dat ze elkaar hebben.” “Ja. Maar op kantoor hebben ze ook steun. Van de andere dames, van Joline, zelfs van Theo… Die meiden zitten nu prima in hun vel.” “Vlak jezelf niet uit, Fred. Het is niet voor niets dat ze dit verhaal ook aan jou vertelden.” Het was even stil. “Dat vat ik dan maar op als compliment, Kees.” “Dat is het ook, Fred. En een heel groot compliment ook. En nu, voor we sentimenteel worden: ook wij gaan gestrekt, Fred. Het zal wennen worden om weer naast jou te meuren, maar je hebt mazzel.” Hij keek me vragend aan. “Mazzel? Hoezo?” “Zul je zo wel zien. Ideetje van Joline, om je een beetje een ‘thuisgevoel’ te laten voelen.”
Hij keek wantrouwend en bromde wat. Ik stond op. “Kom, je weet ondertussen de slaapkamer wel te vinden. Even wassen, tandjes poetsen en dan gestrekt. Net als vroeger, op de Oirschotse Hei.” Joline had een extra éénpersoons dekbed op bed gelegd. Toen Fred z’n tanden aan het poetsen was, haalde ik de buksen van Joline en mij uit de kast, ontlaadde ze en zette ze naast het bed. Fred kwam terug en zag de buksen staan. “Wat moet dat met die wapens, Kees?” “Dat was dat ideetje van Joline. Ze dacht dat je niet zou kunnen slapen zonder je militaire liefje als ik naast je lag te snurken…” “Is die bruid van jou helemaal bedonderd… Wég met dat ding! Slapen naast jou is al genoeg uitdaging.”
Grommend zette hij de buks weg. “Gelukkig is die beer verdwenen, da’s ten minste nog iets…” “Die beer ligt momenteel bij Joline in haar bedje. En soms zou ik wel eens met dat beest willen ruilen.” Fred lachte sarcastisch. “De komende weken zou die beer misschien wel met jou willen ruilen, maat. Welterusten.” “Ik hoop dat ’t lukt, Fred. Ik doe wel oordoppen in.” Vijf minuten later lag Fred naast me te zagen. Ik gaf hem een por zodat hij zich omdraaide. Toen werd het wat rustiger…

Donderdag.
Ik werd wakker doordat iemand naast me zich nogal ruw omdraaide. De wekker gaf half zes aan, de normale tijd om op te staan. Nou, wakker was ik al en slapen ging niet meer; Fred snurkte. Oké, dan maar er uit en met de zussen samen ontbijten. Broek en slippers aan en ik ging richting keuken. Theewater opzetten, brood uit de vriezer en in de rooster…
“Goedemorgen, vroege vogel! Vanwaar deze service?” Charlotte kwam de kamer in. “Morgen, Lot. En deze service is uit nood geboren.” Ze trok een wenkbrauw op. “Hoezo?” Ik wenkte haar en deed de deur van de slaapkamer op een kiertje open. Het geronk van Fred drong in de kamer door. “En kun jij daarnaast slapen? Allemachtig… Alsof er een Scania staat warm te draaien.” Ik sloot de deur weer. “Als het te erg wordt, geef ik hem een dreun, dan draait hij zich om en is het tijdelijk wat minder. Maar meneer slaapt het liefst op z’n rug, dan zakt je tong tegen je huig aan en start de motor.”
Even later zaten de zussen en ik aan de bar, toen de deur van de slaapkamer openging. “Hé, wat is dat? Jullie lekker eten en mij er buiten houden? Da’s niet conform afspraak!” “Jij lag net nog lekker te zagen, Fred.” Hij snoof. “Als ik lig te slapen en ik ruik vers brood, word ik héél snel wakker, Margot.” Hij pakte zes boterhammen uit de broodtrommel en gooide er twee in de rooster. “Zo. Even een bodempje leggen, anders haal ik het einde van de dag niet.” De zussen stonden een kwartiertje later op. “Zij die gaan werken, groeten u! Zorgen jullie ervoor dat het eten op tijd klaar staat?” Margot keek pesterig.
“Tút! Doe de groeten aan die lui in Gorinchem. Tot vanavond, meiden.” Ze liepen de deur uit en Fred keek me aan. “Zo. Laatste dag als vrije jongens, Kees. Wat gaan we doen? Amsterdam onveilig maken en de Hootersbar induiken? Of de Wallen?” Ik keek hem aan. “Soms vraag ik me wel eens af waar jouw verstand zit, Fred. Als je me morgen met een enorm schuldgevoel opgezadeld wilt hebben, moeten we dát gaan doen. Ben jij gek…
We zijn rond tien uur welkom bij de zaak waar ik mijn trouwpak gekocht heb. Dan kan ik het passen en worden de laatste oneffenheden gladgestreken. Voor het eerst dat ik een maatkostuum heb laten maken. Kost een vermogen, maar dan heb je ook wat.” “Klinkt bekend. Die van mij zal wel duurder geweest zijn Zat wat meer stof aan.”, zei hij droogjes.
“Tot die tijd ga in m’n laatste spullen inpakken en controleren of ik niks vergeten ben, Fred.” Hij knikte. “Ik ga nog even aan het werk. Van hieruit kan ik een update voor het netwerk van DT installeren.” Hij pakte z’n laptop en grijnsde. “Ik zal ‘m pas om tien uur laten draaien; dan zit iedereen toch aan de koffie. Ik stuur ze wel een mail om te zorgen dat iedereen z’n spulletjes opgeslagen heeft…” Zijn vingers vlogen over de toetsen van zijn Ipad.

Om tien uur liepen we de herenmodezaak in waar ik het pak besteld had. En na een kop koffie paste ik het. Het zag er goed uit en zat lekker. Na nog wat kleine dingetjes te hebben gecorrigeerd, zei de eigenaar van de zaak: “Trekt u het kostuur maar weer uit, meneer Jonkman. Dan hang ik het netjes op een hangertje en gaat er een nette hoes overheen.” “Een moment nog. Even aan de ballotagecommissie laten zien.” Ik liep de winkel in. “Fred… Jouw keurend oog graag.” Hij stond op en liep om me heen. “Niks meer aan doen, Kees. En morgen je buks meenemen.”
Ik keek vragend en hij grijnsde: “Alle vrouwelijke aanwezigen willen je bespringen. Je ziet er prima uit, dat zie ik zelfs.” “Nou, er is er eentje die dat mag. De rest huilt zichzelf morgenavond maar in slaap. En om te voorkomen dat ik op straat aangerand wordt, doe ik dit kostuum nu maar uit.” Voorzichtig trok ik het pak in de kleedkamer uit en hing het op de kleerhanger. Toen mijn ‘eigen’ broek en trui weer aan. Even later zat het kostuum netjes in een stofhoes en rekende ik af. Creditcard, handtekening… en er was weer een behoorlijk bedrag van mijn bankrekening verdwenen.
“Ik zal, als het ter sprake komt, uw zaak aanbevelen. Ik heb nog twee aanstaande zwagers.” De eigenaar van de winkel lachte. “Dat zou ik bijzonder op prijs stellen! Nou, in ieder geval een hele mooie dag morgen en alvast veel geluk in uw huwelijk!” En met het pak over de arm liepen we de zaak uit, richting auto. “Zo. Dat was dat. Pak past prima.” We legden het kostuum in de auto en stapten in.

“En nu naar Peter, Kees.” Ik knikte. “Als we ergens nog een bloemenzaak zien… Oh, wacht even: in Loenen weet ik nog eentje.” Rustig reden we noordwaarts. De A50 op, een stukje A12, weer de A50, bij de afslag Loenen rechtsaf… In het dorp gingen we een bloemenzaak in en kochten een groot boeket bloemen. “Kaartje erbij, heren?” Ik knikte. “Ja. En zet er maar op: ‘Dank voor al je wijze lessen en je mentorschap, Peter.’ Daarna willen wij onze namen er op zetten” De verkoopster keek ons onderzoekend aan. “Gaat u naar het Ereveld?” Ik knikte. “Naar het graf van een goede vriend van ons. Bijna negen jaar geleden in Afghanistan gesneuveld.” “Bent u ook veteraan?” We knikten. “Dan doe ik 50% van de prijs af, heren. Meer zeg ik er niet over.”
Zwijgend keken we hoe zij de bloemen nauwkeurig schikte, een stuk oase om de stelen stak en het geheel mooi inpakte. Ze schreef het kaartje, wij ondertekenden en het kaartje hing ze eraan. Ze sloeg inderdaad de helft van de prijs aan en ik rekende af.
Fred bromde: “De andere helft doe ik hierin, Kees.” Er stond een miniatuur hondenhok op de toonbank. “Stichting Hulphond leidt ook honden op voor mensen met PTSS. Daar dragen Wilma en ik sinds een half jaar aan bij. Ik heb in Doorn zo’n dier zien werken, samen met z’n baas. En die baas was Libanon-veteraan met PTSS. Héél indrukwekkend.”
De verkoopster keek ons aan. “Sterkte en namens Stichting Hulphond: dank jullie wel.” Eenmaal weer in de auto gromde Fred: “Goeie meid, Kees. Die begreep het.” “Ze zal wel vaker bloemstukken voor het Ereveld gemaakt hebben. Maar ze is in ieder geval betrokken en ziet het niet alleen als moneymaker.” Vijf minuten later stonden we op de parkeerplaats van het Ereveld.

We pakten de bloemen en zetten onze baret op. De ingang in, links van de kapel langs, linksaf en doorlopen tot aan het hek. Dáár waren de graven van de gesneuvelden in Afghanistan. Zoals altijd was het graf van Dennis van Uhm, zoon van de voormalige Bevelhebber der Strijdkrachten, versierd met militaire frutsels. Ik keek er altijd even naar; soms een feest van herkenning met militaire humor. Twee graven er naast: Peter. Zijn steen: schoon, maar leeg. We legden de bloemen samen neer en ik legde mijn hand op de steen en noemde zijn naam hardop.
“Zo, makker, we zijn er weer eens. Om je te melden dat we morgen gaan trouwen. Fred en ik samen met de liefste vrouwen die er hier rondlopen. En Betty en je kinderen zijn erbij. Als eregasten, zoals we ook jou als eregast hadden verwelkomt…”
Ik hoorde Fred naast me grinniken. “Maar ja, dat doen we nu maar niet, want die steen is veel te zwaar om de hele dag mee te zeulen…” Ondanks alles schoot ik in de lach. “Idioot!” “Ook hier moet een geintje kunnen, Kees.” Ik knikte. Even bleef ik nog zitten, toen voelde ik Fred z’n arm om me heen.
“Kom, Kees. We nemen netjes afscheid van ‘m.” Ik stond op en Fred nam de houding aan. “Geeft… acht! Brengt… eregroet!” Ik kon het niet tegenhouden: tranen gleden weer over m’n wangen en in gedachten zag ik de Hercules weer met z’n vleugels wiegen als afscheid. De commando’s van Fred bracht me weer bij m’n positieven. “In de houding… staat! Op de plaats… rust!”

Hij gaf me na een paar momenten stilte een zakdoek. “Ik dacht wel dat je weer zou gaan janken, snottebel. Ken je langer dan vandaag. En nee, die zakdoek hoef ik niet terug, nu jij je neus er in heb gesnoten. Over drie weken mag je ‘m teruggeven, gewassen en gestreken graag.” Hij knipoogde en ik gaf hem een dreun. “Dank je wel. En niet alleen voor je zakdoek, maat.” “Daar zijn we buds voor.” Rustig liepen we terug naar de auto. “En nu, Kees? Het is bijna één uur… Ik lust wel een hapje!” Ik dacht even na.
Waar konden we hier in de buurt fatsoenlijk eten? Ja! Mendel, op de weg vanaf de A50 naar Beekbergen. Vlotte bediening en goeie, forse porties eten. We reden weg en met een rare slinger reden we even later het viaduct over de A50 over, een stukje parallel er aan en kwamen we bijna recht tegenover Mendel uit. “Hier leggen we even aan, Fred.” Een half uur later reden we weer over de A50 zuidwaarts. “Daar ga ik vaker eten, Kees. Ze hebben ten minste fatsoenlijke porties.” “Ja, dat is wel nodig als je als truckersrestaurant wil blijven bestaan. En de bediening en de keuken is snel; niet onbelangrijk in die business.”

Om half vier waren we thuis. “Zo. Nu nog een bak koffie, en dan ga ik me eens aan het eten wijden. En ik heb goed nieuws: we eten goulash.” Fred’s ogen begonnen te glimmen. “Die goulash van je schoonmoeder? Lekker, man! Zorg maar dat er genoeg is!” “Wil meneer van Laar er even aan denken dat zijn trouwpak morgen ook nog moet passen? En dat ik morgen niet van jouw bruid op m’n donder wil hebben omdat ik je heb vetgemest? Ik kook een normale hoeveelheid voor vier personen, vriend. Je knijpt je zelf maar een beetje af, de dag voor je bruiloft. Bovendien heb je een uur geleden een dikke uitsmijter naar binnen geschoven.” Hij gromde. “Nou ja, die twee meiden zullen niet zoveel eten, dat scheelt alvast.”
Ik zette de koffie voor hem neer. “Die twee meiden eten de laatste tijd best behoorlijk, hoor. Zijn ondertussen al bijna 6 kilo aangekomen.” Hij knikte bedachtzaam. “Ja. En dat is te zien. Zijn niet meer die sprieten die ze een maand geleden waren.” We zaten nog even te kletsen en toen ging ik de keuken in. “Als ik moet helpen, hoor ik het wel, Kees!” “Ja. Tot nader order hoor jij niks. Ik ken dat ‘helpen’ van jou ondertussen wel. Ga je liefje maar appen of zo.”

Hij grinnikte en ging op z’n telefoon bezig. En ik ging koken. Vlees in de snelkookpan, uien, paprika en kruiden erbij, wekkertje op een uur en laat maar sudderen. Aardappels schillen, groente snijden, sla maken, dessert… Wat voor dessert? Oh, ijsbolletjes, altijd goed. En lekker makkelijk. Met de aardappels bijna gaar hoorde ik de zussen binnenkomen. “Zo! Weeeeekend!” Margot zong het bijna. En Charlotte snoof. “Het ruikt hier heerlijk, heren!”
“Dames, over tien minuten kunnen we aan tafel. Als jullie je nog een beetje willen opfrissen, kan dat.” Ze verdwenen in hun slaapkamer, om er tien minuten later weer uit te komen. Broeken aan, platte schoenen en bloesjes met een trui er overheen. “Sorry heren. We gaan nu geen korte rokjes en hoge hakjes dragen; we zouden jullie zomaar op verkeerde gedachten kunnen brengen, een dag voor je bruiloft.”
Fred gromde. Laag en gemeen. “Daar sluit ik me volledig bij aan, makker. Jullie zijn boeven, meiden! Maar… Keurig op tijd. Aan tafel!”

De goulash viel in de smaak. “Dit is heerlijk, Kees. Hoe maak je dat?” Charlotte keek nieuwsgierig en ik trok een strak gezicht. “Dienstgeheim. Recept van mijn lieve aanstaande schoonmoeder; ze heeft het geruild voor mijn recept van een uiterst smakelijk lendenbiefstukje.” Toen ik de ijsbolletjes uit de vriezer haalde, klaarde Fred op. “Oh, lekker… Meiden, ik moet jullie afraden om hiervan te eten. Levensgevaarlijk voor jullie ondertussen best fraaie figuurtjes.” Ze keken hem fronsend aan. “Jaja… en jij de hele handel naar binnen werken, meneer van Laar? Dat dachten wij niet, vriend. We verdelen het netjes.”
Margot telde even. “Ieder vijf bolletjes, Fred. Denk er aan!” Fred bromde. “Alsof ik getrouwd ben, verdorie…” Vijf vingers, en Fred ging zich opdrukken. Daarna gingen de ijsbolletjes, met de diverse sausjes, er goed in. “Wij gooien het spul wel in de afwasmachine, Kees. Als Fred nou eens koffie maakt, kun jij lekker uitbuiken.” “Ik ga m’n bugel even onderhanden nemen. En die koffie klinkt goed, Lot!” “Als die bugel van jou vanavond maar net zo goed klinkt, maat. Anders krijg je van je docente op je donder.” Ik schudde mijn hoofd. “Vanavond krijg ik geen les, Fred. Vanavond ga ik, samen met Greet én Derk gewoon lekker ontspannen blazen. Was haar voorstel en ik vond het een prima plan. Dus…”

Een uurtje later vertrokken we met Fred z’n Landrover naar de kerk. Charlotte reed. Greet en Derk zaten in de hal aan de koffie. Ik hoefde Fred niet voor te stellen Greet had ‘m al herkend. “Zo… Nog zo’n nieuwbakken majoor. Hoi Fred. Twee vrijgezellen op hun laatste vrije avond…” Greet lachte liefjes. “En hun chaperonnes. Hard nodig zeker?” Margot knikte. “Als wij er niet geweest waren, hadden de heren nu in een kroeg gezeten en hadden ze zich laten vol lopen, denk ik.”
Ik keek Fred aan en hij mij. “Kunnen jullie gedachten lezen? Vanmorgen hadden we het er even over om Amsterdam in te gaan en een bezoekje te brengen aan ‘Hooters’. Toch maar niet gedaan.” Greet en Derk schoten in de lach en Charlotte keek vragend. “Wie of wat is Hooters?” “Dat is een bar in Amsterdam, onderdeel van een internationale keten. De uiterst charmante, uitsluitend vrouwelijke bediening loopt daar rond op gymschoentjes, in panty, strakke oranje hotpants en een wit T-shirt met beide ‘O’s van de naam van het etablissement op twee nogal in het oog lopende plaatsen. Aan de voorzijde van hun bovenlichaam.” Greet leunde naar voren. “En hoe weet jij dat zo goed, majoor Jonkman?”
Ik keek onschuldig. “Internet…” Ze bromde iets onverstaanbaars. “Koffie op? Mooi. Overste, majoor: naar boven. Wij gaan mooie muziek maken. We maakten gedurende een uurtje ontspannen mooie muziek. En dat gaf me enorm veel energie. “Geen Hooters, maar toeters, heren…” Derk en ik schoten in de lach. “Zeker weten, Greet!” Ze knikte tevreden. “Kom, naar beneden. Geen koffie, maar een groot glas water en daarna wat fris.” Ze keek ons beurtelings aan. Beneden wachtten de zussen en Fred op ons.
Na wat drinken en nog wat geinen gingen we de kerk weer in. Greet keek ons aan. “Rompe Sprezza.” Dat liep lekker; Derk speelde de partij voor de sopraan, ik die voor koper. “Goed gespeeld. Allebei.” Greet keek ons lachend aan en schakelde het orgel uit. “Dank je wel, Greet. Ik kon even lekker alles van me afblazen. Heerlijk.” Ze legde een hand op mijn arm. “Ik had al zo’n vermoeden, Kees. Maar gelukkig heb je je bud en de twee zussen bij je. En nu gaan beide vrijgezellen richting huis. Morgen een zware dag!”
Ze knipoogde. “En een nog zwaardere nacht, als ik jullie bruiden goed inschat…” “Dank voor je empathie, Greet. Tot morgen!” “Maak er wat moois van, heren.” Derk gaf ons een hand en we vertrokken, met Charlotte achter het stuur van de Landrover.
“Kees… Ik meur vannacht wel op een paar matjes in de kamer. Stel dat ik weer lig te snurken… Jij moet ook goed slapen en ik heb vannacht expres op m’n zij gelegen om juist niet te snurken. Maar daardoor ook niet zo goed geslapen.” “Je kan ook op de bank maffen, Fred.” Hij schudde het hoofd. “Nee. Die is me te zacht. Twee matjes zijn prima.” Zo gezegd, zo gedaan: de zussen gingen hun slaapkamer in, Fred lag op twee matjes en onder zijn dekbedje in de huiskamer en ik lag even later op het grote bed.
Voor het eerst sinds een paar maanden weer alleen het grote bed. Wanneer was de laatste keer? Oh ja, het ‘meidenweekend’ van Joline in Wageningen… Ik had de zonwering opengelaten en keek omhoog, naar de sterren. De grote beer was te zien, de Poolster net niet. Andere sterrenstelsel kende ik niet. Een smalle maansikkel was nét zichtbaar aan de linkerkant van het raam. Op m’n rug, kijkend naar de sterren lag ik nog een tijdje te denken over het afgelopen jaar. Het was nu 1 juni… Verrek! Vorig jaar op 1 juni was ik bij DT begonnen… En nu, een jaar en één dag later, gingen we trouwen. Ik ging op m’n rug liggen. Ontspannen, Kees. Spieren aanspannen en stuk voor stuk loslaten… En weer opnieuw: aanspannen, loslaten. Bij de vierde keer zakte ik weg…

Vrijdag 2 Juni. Trouwdag! Tegen mijn verwachting in was ik niet al te vroeg wakker. Om 08:05 deed ik mijn ogen open. Hmmm…. Gisteren had er toch aardig ingehakt. Nou ja, beter zo dan een enorme kater als herinnering van een uit de hand gelopen vrijgezellenparty. Opstaan, trainingspak aan en koffie maken. Ook Fred kwam overeind. “Morgen Kees. Ik kleed me even hiernaast aan.” En hij verdween in de slaapkamer. Ik hoorde zachte voetstappen achter me. “Goedemorgen Kees! Heb jij nog geslapen, of heb je tot diep in de nacht op je nagels liggen bijten?” Charlotte leunde in haar pyjama tegen de bar.“Hé… goedemorgen Lot. Ik heb prima geslapen hoor. Zelfs zonder een fles Jägermeister leeg te zuipen. Slapen wanneer je slapen kan hé?”
Ze lachte gemeen. “Vast. Want komende nacht zal daar niet veel van komen, vrees ik.” En ik trok een gezicht. “Ja. Vreselijk afzien. Ik zie er als een berg tegenop.” “Je liegt dat je zwart ziet, Kees Jonkman”, klonk het achter me. Margot was de keuken binnengelopen. Ook in pyjama. “En schiet eens op met die koffie… Heb ik zin in.” “Zeker mevrouw. De aankomende weken zult u het toch echt zelf moeten zetten, mevrouw.”

Even later zaten we aan de bar met een kop koffie voor ons. “Hoe laat wil je weg, Kees?” “Ik wil rond half tien weg. Fred een kwartier eerder. Naar Malden rijden duurt een uur, zonder files. Om elf uur moeten we bij Joline’s ouders voor de deur staan. Een beetje veiligheid inbouwen. En zijn we te vroeg, kunnen we altijd nog langs een Mc Donalds en daar een kwartiertje blijven hangen met een McFlurry.” Weer vieze gezichten. Douchen, ontbijten, aankleden en vertrekken. Bruidsboeket ophalen en richting Malden.” Ik knikte. Schenk dan nog maar een bak koffie in voor dat kleintje, die komt zo.” “En ik ga even douchen.”
Ik verdween in de badkamer. Snel douchen, haren wassen, scheren…” Fred loste mij af en ik trok snel een trainingspak aan. Goed advies van de meiden. Eerst eten, daarna pas omkleden. Eenmaal aan tafel stapelde Fred zijn zes boterhammen op z’n bordje. “Zo. Even een bodempje leggen. Het zal wel een tijdje duren voordat ik weer kan eten.” “Doe maar een paar boterhammen in een zakje en leg die straks maar in de Landrover. Dan kun je onderweg naar de foto-locatie nog wat naar binnen werken.”
Fred keek Margot aan. “Jij mag blijven.” Charlotte vulde aan: “En als je die boterhammen nou met kaas belegd, dan loop je geen risico op jam op je goeie pak.” Hij draaide zich naar haar om. “Jij mag ook blijven. Slimme meiden! Joline had gelijk.” Na het ontbijt liepen we richting slaapkamer om ons aan te kleden.

“Fred…” “Hmmm?” “Dank je wel dat we dit samen kunnen doen, maat.” Hij keek me vragend aan. “We hebben ons wel eens vaker samen aangekleed, Kees.” Ik zuchtte. “Nee, lul. Samen trouwen. Het wordt vandaag een prachtige dag, dat weet ik zeker.” Hij deed een paar stappen naar me toe en legde een hand op mijn schouder. “Kees… Vorig jaar rond deze tijd zat ik er al over te denken om Wilma’s hand te vragen. Maar ik hikte er steeds tegenaan, zag er tegenop. Na de sessies op het Veteranen Instituut was ik over die drempel heen. En jullie hebben me erheen gestampt. Dank.” “En dit is het resultaat er van, maat.” “We gaan ervan genieten, Kees.” Meer zeiden we niet; we begrepen elkaar compleet.
Even later waren we aangekleed en zoals we vaker gedaan hadden inspecteerden we elkaar. Fred droeg ook blauw, maar donkerder dan mijn pak. En zijn pak stond ook prima. We prikten de veteranenspeld bij elkaar op. “Zo, majoor van Laar… Bent u er klaar voor?” Hij grijnsde. “Zeker weten, majoor Jonkman… Zakdoek bij je?” Ik keek hem aan. “Zakdoek? Ik ga écht niet staan janken, hoor…” “Doe toch maar wel. Ik heb er ook eentje bij me. Is het niet voor mezelf, dan wel voor onze bruiden.”
Ik bromde. “Die meiden hebben toch altijd zo’n handtasje bij zich? Waar meer troep in zit dan wij in onze rugzak hadden zitten? Ze regelen het maar…” Ondanks mijn protest pakte ik een witte zakdoek uit de kast en deed die in m’n jasje. We liepen de kamer in, waar een minuut later Charlotte en Margot ook binnen kwamen. Ik floot en Fred ook.
“Zoooo… Wat een knappe dames! Als jullie me vanochtend zo uitgedost de koffie op bed hadden gebracht… Ik weet niet of ik me dan had kunnen beheersen!” Beide dames droegen een zwierige lange jurk, die hun mooie figuurtjes prima uit liet komen. Ze waren prachtig opgemaakt en hadden hun lange haren in een mooie staart gevlochten. Die van Charlotte hing links van haar hoofd omlaag, die van Margot rechts. “Geen hoge hakken, dames?” Lot schudde haar hoofd. “Heb jij wel eens met hoge hakken een auto bestuurd, Kees? Nee zeker? Onze nette schoentjes liggen zo meteen in de auto’s, hoor. Don’t worry.”
Ik knikte. “Natuurlijk. Niet aan gedacht. Kom, nog een bak koffie en dan rijden.” Margot schudde haar hoofd. “Nee heren. Tot nader order geen koffie of iets anders te drinken meer. Gegarandeerd dat dat over je pak vliegt. Neem maar een flesje water mee of zo.” “Jullie sluiten af, meiden. Margot liep het huis door en controleerde nauwkeurig alle deuren en ramen, gas, stelde alarm in en trok toen de deur achter zich dicht en draaide de sleutel om. “Zo. Point of no return. Je kunt niet meer terug, Kees.” “Heb ik ook geen trek in, schoonheid.” Buiten zei Fred tegen ons: “Nou, tot straks. Wij melden ons wel bij de poort van Joline’s ouderlijk huis.”
Met een zwaai namen we afscheid; zijn Landrover stond voor de flat, de Volvo stond in de garage. Margot deed de deuren open en gebaarde. “Stapt u maar in, meneer de bruidegom.” Even later reden we richting winkelcentrum voor het bruidsboeket. Dat lag al klaar: rode rozen, witte rozen, blauwe fresia’s en gipskruid. “Een hele fijne dag meneer en mevrouw!” Grinnikend stapten we in de auto. “Die dacht dat jij de bruid was, Margootje…” Ze lachte. “Ja. En ik heb het maar even zo gelaten.” Ze keek me ondeugend aan. “Kan ik alvast wennen.”

Eenmaal op de A50 keek ik haar aan. “Je zei ‘wennen’, Mar. Hoe…” Ze keek even vlug opzij. “Kees, ondanks dat Lot en ik vreselijk veel van elkaar houden en van elkaar genieten… Wij allebei zien de toekomst niet samen. Ook wij willen een lieve vent, daarmee trouwen. We hebben Clara en Melissa gezien; ook twee meiden die enorm van elkaar houden, maar allebei met een lieve kerel naast zich. Dat is ons toekomstbeeld.” Haar stem klonk vastbesloten. “En onze toekomstige echtgenoten moeten er maar aan wennen dat wij soms samen dingen doen. We zijn een tweeling, weliswaar niet eeneiig zoals Claar en Mel, we kunnen niet van rol wisselen zoals die twee zussen van je, maar we zijn minstens even close.”
“Dat hadden we al gemerkt. En daar waren Joline en ik heel blij mee. Jullie hadden elkaar. En we hopen van harte dat jullie allebei een lieve vent tegen het lijf lopen. Liefst met niet al te veel tussenpozen. Scheelt ons heel veel brood…” Daarna was het een tijdje stil in de auto. Ik zat in gedachten, Margot was bezig met rijden.

Vlakbij Malden keek ze me aan. “We zijn mooi op tijd, Kees.” Ik knikte. “Zet de kar aan het begin van de straat maar even in de berm. Dan bel ik Fred even, waar zij ondertussen uithangen.” Ze knikte. Even later klonk de stem van Fred. “Kom jij melden dat je auto ergens in de berm in de kreukels staat, Kees?” “Nou, in de berm klopt, in de kreukels nog niet. Wij staan aan het begin van de straat van Joline’s ouderlijk huis. Waar hangen jullie uit?” Wij rijden nét Malden in. Vijf minuten dan zijn we aangesloten.” “Mooi, dan wachten wij wel tot we die modderbak van jou in het vizier hebben.”
Ik hoorde Charlotte roepen. “Modderbak? Gisteren door de wasstraat gehaald, verdorie! En gezogen!” “Dat zijn er vijf voor jou, Lotje…” Ik hing op. En inderdaad: drie minuten daarna sloot de Landrover aan en reden we samen de laatste driehonderd meter naar de bekende poort in de heg. Ik stapte uit en drukte op de bel van de intercom. Rob Sr. beantwoordde de oproep. “Hé, ik zie een knappe vent aan de poort. Jij komt zeker voor mijn lieve dochtertje?” Ik grinnikte. “Ja. En de kroketten vanmiddag natuurlijk. En die Landrover achter de Volvo bevat een compleet bruidspaar. Die willen ook mee.” “Nou dan zal ik de poort maar opendoen.” De poort zwaaide open en we reden naar binnen en omhoog, de helling op.

Exact voor de voordeur stopte Margot. “Nou Kees, het feest gaat beginnen. Maak er iets moois van.” Ze knipoogde. “Dank je wel, Margot.” De voordeur ging open. Rob Sr., Tony, Pa en Ma kwamen naar buiten, gevolgd door Rob en Mel en Ton en Claar. Ton keurig in ceremonieel tenue, de rest mooi in pak of lange jurk. Daarna een drietal heren die ik niet kende, maar aan de lengte te zien de pa en broers van Wilma. En de ouders van Fred. Die kende ik wél. En Betty, dochter Wilma en zoon Adri. De Volvo reed door en ik draaide me om naar de Landrover. Op het grasveld stond Marion, die druk foto’s aan het maken was. Ook de Landrover stopte keurig voor de deur. Charlotte stapte uit en deed de deur linksachter open.
Een witte wolk werd zichtbaar en Wilma stapte voorzichtig uit. Fred rende om de auto heen en hielp haar. Toen haakte zij haar arm in de zijne. “Zo. Meneer van Laar en mevrouw Lierop zijn er klaar voor. Hé Kees, jij ook hier?” Wilma lachte lief. “Wat gezellig…” “Wilma, je ziet er prachtig uit. Met jou wil ik samen trouwen.” Ze schoot in de lach en Fred ook. “Da’s prima. Maar… Waar is jouw liefje?”

“Hier!” klonk Joline’s stem. Ze kwam langzaam om het huis heen gelopen, Bengel naast zich. “Dág lieve Kees…” Ik kon even niets zeggen. Mijn meisje zag er prachtig uit: een witte, lange en wijde rok en een mooie witte blouse, strak op haar bovenlichaam. Gelukkig zonder lange sleep. Een bescheiden decolleté, met haar collier om haar mooie hals. Een sluier over haar hoofd, waar een lange vlecht onderuit kwam.
Ik liep naar haar toe. “Nog niet zoenen, Kees. Straks, na de plechtigheid, dan mag het.” Ze keek ondeugend en ik zag haar blauwe ogen flitsen. “Dan probeer ik je om te kopen met deze bloemen, mooie vrouw. Wil je die van me aannemen?” Ze glimlachte, legde even haar hand op mijn arm en bekeek de bloemen. “Mooi, Kees. Dank je wel.”

Rob Sr. verhief zijn stem. “Lieve bruidsparen, familie, vrienden… U heeft uw corsages al op; beide bruidsparen nog niet. Daar gaan we nu wat aan doen.” Tony liep op me af. “Ik doe ‘m bij jou op, Kees. En Chantal bij Joline.” “Lief, Tony. Dank je wel.” Fred’s vader speldde bij Wilma de bloemen op haar jurk, Wilma’s vader deed dat bij Fred. Toen de corsages op hun plaats zaten ging Rob verder. We gaan zo meteen richting villa “Klein Heumen”. Het adres heeft u. Beide bruidsparen komen daar om 11:25 aan. U mag iets eerder zijn. Parkeerplaatsen genoeg, dus geen paniek. Het is van hieruit een kwartiertje rijden. We zien beide bruidsparen daar graag weer.”

Een paar mensen begonnen al richting auto te lopen maar ik riep ze terug. “Ik wil heel graag onze eregasten van vandaag aan jullie voorstellen. Betty, Wilma en Adri… Jullie staan zo bescheiden op de achtergrond… Kom eens naar voren!” Naast me hoorde ik Joline zachtjes zeggen: “Prima, Kees.” Blozend kwamen ze naar voren en ik hoorde Marion's camera klikken. “Lieve mensen… Voor het geval jullie ze nog niet kennen: Dit is Betty. Betty’s man was Peter, mijn mentor en loopmaatje in Afghanistan. Helaas daar gesneuveld, maar niet voordat hij me gedurende twee maanden een aantal hele wijze lessen had bijgebracht. Mede door die lessen ben ik die ik ben. Wilma en Adri zijn hun kinderen. Twee fijne jongelui die Betty heel veel steun hebben gegeven in een hele moeilijke tijd. Betty, Wilma en Adri zijn onze eregasten vandaag, net als Peter onze eregast geweest zou zijn. Laat hen zich vandaag thuisvoelen bij ons!”
Ik boog me naar Betty en gaf haar een zoen, vervolgens Wilma en Adri een hand. Joline volgde, toen Fred en Wilma. “Willen beide bruidsparen een beetje aan de kant gaan? De auto’s van de gasten moeten er langs!” Melissa wierp zich op als verkeersregelaar. Joline gniffelde. “Kijk… mevrouw de zuster is nu ook op andere gebieden actief! Goed bezig, Mel!”
Even later waren vrijwel alle auto’s de tuin uit en kwam de Landrover voorrijden. Fred en Wilma stapten achterin. Marion voorin, naast Charlotte. De Volvo volgde. Margot deed de deur open. “Dág Joline. Wat zie jij er prachtig uit…” “Dank je wel, Margot. Heb je goed op Kees en Fred gepast?” Ze knikte lachend. “Ze hebben zich gisteren niet ladderzat gezopen, als je dat bedoelt. Maar stap maar in, dan rijden we naar een plek waar je elkaar wél mag zoenen.” “Nou, gas op die lollie dan, Margot! Het kan me niet snel genoeg gaan!” Ze lachte me uit. “Kalm aan, Kees. Geen zin in krassen op de lak.” Joline riep de hond. "Bengel! Hier... Car!" Ze opende de achterklep en Bengel sprong er zonder aarzelen in. Haar kop tussen Joline en mij in, nieuwsgierig snuffelend in de voor haar vreemde auto.

Rustig reed Lot richting Nijmegen. Scheidingsweg in, en meteen rechtsaf, de oprit van “Klein Heumen” op. De Landrover van Fred stopte meteen na de ingang. “Hier moesten we stoppen”, zei Margot. “En jullie uitstappen.” Rob senior stond naast de auto. “Mag ik mijn dochter nog even van je overnemen, Kees? Dan mag jij alvast naar binnen.” Ik grinnikte. “Niet hard wegrennen, Rob.” “Wij brengen Joline netjes naar binnen, Kees. Bengel en ik. De hond kwispelde. “Braaf, Bengel. Goed op Joline passen, vandaag.” Ik kreeg een lik, toen liep ik, samen met Fred richting de villa.
Langs de kant stonden al wat meer mensen: Greet, Derk en Eric Loermans in uniform, Anita, Hendrik en Wendy, de collega’s van DT… Als in een waas trokken er gezichten voorbij. Een van de gastvrouwen leidde ons naar een grote tent achter de villa. Daar stond de ambtenaar van de burgerlijke stand. Aardige vent; tijdens onze gesprekken met hem was er veel gelachen.

“Welkom heren. Ervaring leert dat het nog even kan duren voordat de bruid binnenschrijdt, dus…” Hij verhief zijn stem. “Dames en heren, gaat u nog maar even zitten. De bruid moet in de gelegenheid gesteld worden om afscheid te nemen van haar vader. Altijd een emotioneel momentje. En aangezien we twee bruiden hebben vandaag, zal het wel dubbel zolang duren…” Er werd gelachen en Fred bromde: “Als het te lang duurt gaan we naar de broodjes, Kees.” Ik keek hem aan. “Bluffert…”
Na een tijdje begon er muziek te spelen: geen bruiloftsmars, maar ‘Somebody to love’ van Queen. Die hadden we met z’n vieren uitgekozen. De deuren van de villa gingen open, iedereen ging staan en Wilma kwam binnen aan de hand van haar vader. Beiden lang, pa van Lierop trots kijkend, Wilma lief lachend naar haar vrienden en bekenden. Hij bracht Wilma naar Fred, gaf Wilma een handkus en legde toen haar hand in die van Fred. “Wees lief voor haar, Fred.”
Fred legde zijn hand op die van hem. “Zeker weten, pa.” Ze draaiden zich wat om en weer gingen de deuren open. Ik hield m’n adem in. Daar kwam Joline met een trotse Rob aan de ene kant en Bengel keurig aan de andere kant. Zonder riem bleef de hond keurig naast Joline lopen, af en toe naar haar omhoog kijkend.
Rob deed hetzelfde als Wilma’s vader: hij legde Joline’s hand in die van mij. Hij zei niets; keek me alleen maar aan en glimlachte. “Dank je wel, Pa.” Joline sloeg haar armen om hem heen. “Dank je wel, lieverd”, hoorde ik haar fluisteren. Bengel bleef naast Joline staan.
“Brave hond, Bengel. Zit.” Ze gehoorzaamde. De ambtenaar van de burgerlijke stand glimlachte. “Dames en heren u hoorde de bruid: u mag gaan zitten.” Gegrinnik klonk, daarna geroezemoes van schuivende stoelen. De ambtenaar keek even rond.

“Goedemiddag, lieve bruidsparen, geachte familie en vrienden… Ik zal me netjes voorstellen: ik ben Arnold Liersma, en doe vandaag dienst als ambtenaar der burgerlijke stand van de Gemeente Heumen. Beide bruidsparen verzochten om in onze gemeente te trouwen. En wel samen. Gezien de… nogal aparte geschiedenis van beide paren was dat voor ons een grote eer. En er zijn momenten in het leven dat ik er bepaald geen spijt van heb dat ik dit vrijwilligerswerk uitvoer: wij zijn hier samen op een hele mooie locatie, iedereen is netjes uitgedost, het is prachtig weer, dus…
Maar eerst even wat formaliteiten. U heeft uw getuigen zelf meegebracht; dat moet ik even checken. Voor het bruidspaar van Laar – Lierop zijn dat: de broers van de bruid, de heren Paul en Peter van Lierop?” De broers van Wilma stonden op. “U mag dáár plaatsnemen. En voor de bruidegom is dat mevrouw Angelique Jacobs? U mag daar plaatsnemen, mevrouw.” Ze ging schuin achter Fred zitten. “Zo. Ook geregeld…”
Toen keek hij naar Joline en mij. De getuigen voor het aanstaand echtpaar Jonkman – Boogers: voor de bruid zijn dat haar beide broers, de heren Robert en Antonius Boogers… Aha, die staan al op. Heren, u mag hier plaatsnemen, schuin achter de bruid. Voor de bruidegom zijn dat zijn zussen, dames Clara en Melissa Jonkman…” De zussen stonden op en de ambtenaar zei droogjes: “En ik geloof dat ik aan een nieuwe bril toe ben; volgens mij zie ik dubbel.”
Mel en Claar lachten liefjes en gingen op de aangewezen plaatsen zitten. Joline zei met een lachje: “Als u ze wilt identificeren: Dat kunt u aan mijn broers overlaten. Dat lukt hen feilloos.”

Gelach alom. “Bruidsparen, geachte aanwezigen: dit is voor mij een unicum, dus enige consideratie als ik hier een daar een uitglijer maak. Ik wil eerst overgaan tot het voltrekken van het burgerlijk huwelijk van mevrouw Lierop met de heer van Laar, daarna het burgerlijk huwelijk van mevrouw Boogers met de heer Jonkman. Als dat zonder obstakels achter de rug is, wil ik enige woorden tot de beide echtparen richten, als dat mag. Vanaf nu word ik dus even formeel, als u mij toestaat.” Hij zweeg even.
“Dan verzoek ik mevrouw Wilma Lierop en de heer Frederik van Laar op te staan en elkaar de rechterhand te geven.” Dat duurde even, door de lange sluier van Wilma. Toen zette hij zijn bril op en sloeg inderdaad een wat formelere toon aan.

“Wilma en Fred: jullie zijn voor mij, ambtenaar van de burgerlijke stand der gemeente Heumen verschenen, om, in tegenwoordigheid van ons allen te verklaren dat je bereid bent je aan de wettelijke verplichtingen te houden. Ik verzoek jullie elkaar de rechterhand te geven en mijn vragen te beantwoorden:
Frederik van Laar: verklaart u, Wilma Lierop aan te nemen tot uw wettige echtgenote en belooft u getrouw alle plichten te zullen vervullen, die door de Wet aan de huwelijkse staat worden verbonden? Wat is daarop uw antwoord?”


Ik hield Fred scherp in de gaten. Hij keek Wilma aan en zei met een hoofdknik:“Ja.”

De ambtenaar vervolgde:
“Wilma Lierop. Verklaart u Frederik van Laar aan te nemen tot u wettige echtgenoot en belooft u getrouw alle plichten te zullen vervullen, die door de Wet aan de huwelijkse staat worden verbonden? Wat is daarop uw antwoord?”

Zachtjes, maar overduidelijk antwoordde Wilma: “Ja”

”Als ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heumen verklaar ik, dat Frederik van Laar en Wilma Lierop vanaf dit moment door de echt aan elkaar zijn verbonden.”

Even hield hij stil. Toen verzocht hij het bruidspaar het trouwboekje te tekenen, daarna de getuigen. “En aangezien jullie geen kerkelijke plechtigheid laten volgen, verzoek ik jullie elkaar de ringen om te doen.” Angelique deed een paar stappen naar voren met een kussentje waar hun ringen op lagen. Wilma deed Fred met een lieve glimlach zijn ring om, Fred schoof even later de ring om Wilma’s vinger. Met weer die zachte blik in zijn ogen. “Nu dit formele deel is afgelopen: beide echtelieden mogen elkaar een kus geven.” Fred tilde Wilma’s sluier op en ze gaven elkaar een zoen. De aanwezigen klapten en maakten lawaai en ik keek Joline even aan. Ze knipoogde en dat stelde me op m’n gemak. Stiekem was ik best wel nerveus.

De ambtenaar keek in zijn aantekeningen en vervolgens ons aan. “Mag ik mevrouw Joline Boogers en de heer Cornelis Jonkman verzoeken op te staan en elkaar de rechterhand te geven?” We stonden op, en Bengel ging ook staan. Ze keek verwachtingsvol naar Joline. “Bengel: stay.”

“Joline en Kees: jullie zijn voor mij, ambtenaar van de burgerlijke stand der gemeente Heumen verschenen, om, in tegenwoordigheid van ons allen te verklaren dat je bereid bent je aan de wettelijke verplichtingen te houden. Ik verzoek jullie elkaar de rechterhand te geven en mijn vragen te beantwoorden:
Cornelis Jonkman: verklaart u, Joline Boogers aan te nemen tot uw wettige echtgenote en belooft u getrouw alle plichten te zullen vervullen, die door de Wet aan de huwelijkse staat worden verbonden? Wat is daarop uw antwoord?”


Ik keek in twee hemelsblauwe, lieve ogen. “Ja.” De ambtenaar vervolgde:

“Joline Boogers: verklaart u Cornelis Jonkman aan te nemen tot u wettige echtgenoot en belooft u getrouw alle plichten te zullen vervullen, die door de Wet aan de huwelijkse staat worden verbonden? Wat is daarop uw antwoord?”

Joline’s antwoord was een duidelijk en helder: “Ja”, terwijl ze me in de ogen bleef kijken.

” Als ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heumen verklaar ik, dat Cornelis Jonkman en Joline Boogers vanaf dit moment door de echt aan elkaar zijn verbonden.”

Weer hield hij even stil. “U mag het trouwboekje tekenen, daarna uw getuigen. Dan kan ik me er meteen van overtuigen wie van de vrouwelijke getuigen Clara en wie Melissa Jonkman is.” Er klonk gegrinnik. Claar en Mel, Rob en Ton kwamen naar voren en tekenden. “Ook u mag elkaar de ringen omdoen.” Mijn Pa kwam naar voren met het kussen waar de ringen op lagen. “Dank je wel… Pa”, zei Joline zachtjes. Ze pakte de ring en schoof hem aan mijn rechter ringvinger, terwijl ze me aankeek. Daarna pakte ik haar ring, en schoof hem op de tast aan haar slanke vinger. We bleven elkaar aankijken. “Beide echtelieden mogen elkaar kussen. En daarna het mede-bruidspaar.” “Doe m’n sluier maar af, Kees”, zei Joline zachtjes. “Die heb ik niet meer nodig.” De sluier zat met een smalle haarband op haar hoofd. En met haar sluier af, kuste ik de mooie vrouw die zojuist ‘Ja!’ had gezegd op de vraag of ze mij als man wilde…” “Dank je wel, Joline.” Een glimlach kwam retour. “Jij ook, Kees."
Onze lippen raakten elkaar nog even, toen lieten we elkaar los en draaiden ons naar Fred en Wilma. Fred omarmde mij en ik hem, Wilma en Joline omhelsden elkaar ook. “Hé maat… Proficiat”, hoorde ik tegen me aan brommen. Ik keek omhoog. “Jij ook, bud. Mag ik je lieve vrouw een zoen geven?” Hij knikte. Joline en Wilma hielden elkaar nog vast, één grote wolk van sluiers en witte jurken.
“Dames… Mogen we even inbreken in een intiem momentje?” Ze lieten elkaar los en ik omhelsde Wilma. Ik kreeg een stevige omhelzing en een zoen op mijn mond. “Gefeliciteerd, Kees.” “Jij ook, Wilma. Pas goed op die bud van me.” Ze knikte. “En jij op mijn vriendin.” “Gaat lukken, schat.” En met een beetje stemverheffing zei ik: “En nou rap terug naar je eigen vent, anders vinden ze er hier nog wat van!”
De ambtenaar schoot in de lach, degenen die dichtbij zaten ook. Even later zaten we weer netjes naast elkaar, mijn hand stevig in die van Joline.

“Geachte bruidsparen, familie, vrienden… Het is goed gebruik dat de ambtenaar der burgerlijke stand nog een paar woorden tot het bruidspaar richt. En aangezien we nu twee bruidsparen in ons midden hebben, veroorloof ik me wat meer zendtijd…”
Langzaam verdween de stem van de ambtenaar naar de achtergrond en was ik me alleen nog maar bewust van Joline’s hand. De toespraak zou ik nog wel eens goed beluisteren op de video, nu telde alleen maar een warme, lieve hand die af en toe in de mijne kneep… Bijna exact een jaar geleden had ik Joline voor het eerst gezien. Ik was op 1 juni bij DT begonnen en toen had ze geen vroege dienst gehad, dat wist ik zeker. Ik had me bij Chantal gemeld. De dag erna? Had Joline de dag erna dienst gehad? Dat zouden we eens moeten uitzoeken. Zij kon het waarschijnlijk feilloos opzoeken… De stem van de ambtenaar drong weer tot me door. “… en daarom, geachte aanwezigen, zitten hier nu twee bruidsparen voor ons, om samen te vieren dat ze met elkaar verder gaan. Niet alleen als bruidsparen, maar ook als, ik gebruik de militaire term maar even: ‘buds’. En niet alleen de heren, maar ook de dames. Daarmee rond ik mijn toespraakje af; u heeft waarschijnlijk vandaag nog wat meer dingen op het programma staan. Maar ik maak graag gebruik van jullie uitnodiging om straks de receptie bij te wonen. Dat doe ik nooit, maar bij deze gelegenheid: graag. En nu draag ik de regie over aan mevrouw Boogers, de moeder van een van de bruiden.”

Tony stond op en draaide zich naar ons toe. “Lieve Wilma, Fred, Joline en Kees. Jullie gaan zo dadelijk mooie foto’s maken; over een uurtje verwachten we jullie bij ons thuis. Niet eerder komen, dan krijgen jullie ruzie. Met mij.” Ze knipoogde en ik greep naar een oor bromde: “Dat gaan we niet willen…” Gelach in de zaal. Margot en Charlotte liepen de zaal uit. "Wij rijden het vervoer even voor!" Even later stonden ze weer in de deuren van de villa en wenkten. En door een lange haag van familie en vrienden liepen we er naartoe, Bengel nu tussen ons in.
Ik was een stuk meer ontspannen dan de heenweg, en dat voelde Joline feilloos aan.
“Genieten, Kees. Dit is ons feestje. Van ons vieren.” Ik keek naar Bengel. “In feite ons vijven, schat. Jammer dat je Balou niet mee hebt genomen.” Ze giechelde. “Balou weet teveel. Te groot risico dat hij, met een paar neuten in z’n zaagsel, z’n berenbek voorbij praat.”
Ik schoot in de lach. Even later zaten we in de auto, Bengel weer achterin. Ik keek naar Joline, maar kreeg meteen een hondentong over m'n gezicht. Marion was bij Fred en Wilma ingestapt, met twee koffers vol cameraspullen bij zich.
Margot draaide zich naar ons om. “En hoe voelt dat nou, getrouwd zijn?” Joline giechelde. “Wil je het politiek correcte antwoord of de waarheid?” Margot draaide zich om. “Laat maar. Ik zal de binnenspiegel niet al te veel gebruiken.” Rustig reed ze de uitrit af, rechtsaf richting Heumensoord…
Lees verder: Mini - 215
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...