Door: P.D. Vile
Datum: 02-09-2023 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 2742
Lengte: Lang | Leestijd: 17 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Toekomst,
Lengte: Lang | Leestijd: 17 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Toekomst,
Vervolg op: Wederzijdse Bescherming - 4
Hoofdstuk 16: Jacht
En toen stond Melvin op, draaide zich om, en liep weg. Elke keer dat hij over zijn schouder keek, stond ze daar gewoon, armen in haar zij, benen gespreid, schouders recht, vertrouwen uit te stralen. Hij wist dat het goed zou komen met haar. Ze had een moment van zwakte gehad, en hij had haar getroost. Nu was ze weer sterk. En uiteindelijk kwam het moment dat hij omkeek en haar niet meer zag. De afstand was te groot, er waren te veel planten en bomen die haar aan het zicht onttrokken. En waarschijnlijk zat ze nu gehurkt naast de struiken bessen te plukken.
Melvin liep door. Hij wist niet wat hij moest verwachten. 'Totdat je de lucht voelt', had ze gezegd. Hij had geen idee wat ze bedoelde. Hij voelde altijd de lucht. Het was warm, fijn. Warm genoeg dat hij ook zo, zonder kleren, nog comfortabel was; koel genoeg dat hij niet zweette.
En toen, opeens, voelde hij het. Van de ene stap op de andere voelde de lucht zwaar. Het brandde in zijn longen. De zon, die warm en aangenaam had gevoeld, was ondraaglijk heet. Het was alsof er opeens blaren ontstonden op zijn huid. Zijn longen vochten om lucht, hij kon nauwelijks ademen.
Met zijn laatste kracht worstelde Melvin om weer wat controle over zijn lichaam te krijgen. Hij draaide zich om, en viel meer dan dat hij liep terug naar waar hij vandaan kwam.
En direct voelde hij zich weer goed.
Twee diepe ademteugen later kon Melvin alweer opstaan. Hij verstopte zich achter een paar struiken, hield het pistool in de aanslag, en hield toen stil. Hij had zonet veel lawaai gemaakt. Het zou een tijdje duren voordat de dieren weer uit hun schuilplaatsen zouden durven komen.
Het duurde lang, maar toen zag hij toch een klein, konijnachtig dier verschijnen. Maar hij bleef wachten. Het pistool was een snelvuurmodel. Het dier was vrij klein. Er één neerschieten zou nauwelijks genoeg vlees opleveren voor één of twee dagen. Hij wilde wachten tot er meer dieren in zicht waren, en dan proberen er een paar neer te schieten voordat ze weer vluchtten.
Het duurde lang. Melvin begon al te twijfelen aan zijn aanvankelijke theorie, dat dit een kuddedier was, en dat dit eerste dier een verkenner was, uitgezonden om te controleren of de kust weer veilig was voordat de rest zou volgen. Maar toen, net toen hij op het punt stond zijn lot te aanvaarden en slechts één klein dier te schieten, verscheen er een tweede. En een derde. En daarna nog meer, totdat er tientallen van deze kleine knaagdiertjes in zicht waren.
Melvin ademde langzaam en geluidloos. Hij probeerde zijn zenuwen te kalmeren. Net als de schietbaan, hield hij zichzelf voor, al wist hij dat hij daar alleen maar beelden zag die door de computer werden gegenereerd. Maar hij wist ook dat de natuursimulaties bijzonder realistisch waren.
Hij richtte op een zeer groot exemplaar dat dicht bij een paar anderen stond. Dat was zijn eerste doelwit.
“BENG!!!”
Het schot resoneerde luid door het landschap, terwijl het dier dood op de grond viel, en alle andere dieren in een wilde razernij alle kanten op begonnen te springen.
“BENG!!! BENG!!! BENG!!! BENG!!! BENG!!!”
Nog vijf schoten. Melvin wist dat hij meer kogels had, maar de dieren waren weg. Ze waren haastig weggerend, terug in hun schuilplaatsen. Hij wist dat hij er nog twee had geraakt, de andere schoten hadden gemist. Of misschien wel raak, maar alleen een wond, en die dieren waren alsnog ontsnapt.
Toch drie dieren in totaal. Iole en hij zouden genoeg vlees hebben voor de komende dagen.
En toen bedacht hij dat ze één ding waren vergeten in het plan. De lijken waren buiten bereik. Eén stap buiten Ioles beschermende gebied had hem al bijna het leven gekost. Deze dieren waren enkele tientallen meters verwijderd. Hij zou het vlees niet kunnen halen.
Maar toen hoorde hij iets achter zich, een ritselend geluid. Hij keek om, en daar was Iole.
“Ik hoorde de schoten, dus ik kwam naar je toe, zodat we het lijk kunnen halen. Heb je er één kunnen raken?”
“Eén? Ik heb er zelfs drie!”
Hoofdstuk 17: Vloek
Eenmaal terug in de grot begon Iole direct de dieren te villen. Daarna haalde ze het vlees van de botten, sneed het in reepjes, en hing die boven het vuur om te drogen.
Maar daarna hadden ze tijd om te ontspannen. Terwijl ze wat van de vers geplukte bessen aten, zij aan zij naast het vuur gezeten, hadden ze tijd om te praten.
Melvin vertelde Iole over zijn leven, veilig Binnen in Basis. En over zijn werk: de tech Buiten monitoren, en naar Buiten gaan als er iets kapot ging. Hij wist nog steeds niet wat er was gebeurd, hoe zijn Kruiper van het pad was geraakt.
“Ik denk dat mensen van mijn stam het hebben gedaan. Mijn voormalige stam.”
Ze zweeg even en Melvin merkte dat ze iets moest wegslikken.
“Ze proberen altijd voertuigen van Oudvolk in de val te lokken. Normaal lukt dat nooit, op een of andere manier merken jullie het altijd. Maar misschien is het deze keer wel gelukt, en hebben zij je van het pad af geduwd, in het ravijn.”
Zwijgend liep Melvin in zijn hoofd zijn acties van die fatale dag na, toen hij naar de zonnepanelen ging. Fatale dag? Geschrokken realiseerde hij zich dat het nog maar drie dagen geleden was. En twee van die drie dagen had hij op een grasbed gelegen, slapend, terwijl Iole over hem waakte.
Hij had alle systemen gecontroleerd. Hij had de juiste bestemming voor de automatische piloot ingesteld. Hij had gecontroleerd of ze op de goede weg waren. Hij had …
Kut!
Hij was vergeten het zogenaamde mutant-alarm te activeren, een eenvoudige infrarooddetector die hem zou hebben gewekt bij het detecteren van warmtebronnen die groot genoeg waren om een mens te kunnen zijn. Of, beter gezegd, mutant te kunnen zijn. Waarschijnlijk zelfs een aantal mutanten, als Iole gelijk had. Nee, een aantal Nieuwvolk. Woorden maken verschil.
“Maar hoe zit het dan met jou?” vroeg hij toen, “Waarom ben je hier, helemaal alleen? En waarom had je het over je voormalige stam?”
Geschrokken zag Melvin hoe het gezicht van de jonge vrouw betrok, hoe een traan opwelde in haar oog. Maar deze keer huilde ze niet. Ze snoof, veegde haar ogen af, en rechtte toen haar schouders.
“Sorry. Het gaat weer. En ik zal het uitleggen.”
En toen vertelde ze over hoe de mensen van haar stam hadden geleden onder haar gave. Of vloek, zoals zij het noemden. Hun jagers kwamen steeds met lege handen terug. Hoeveel kogels ze ook in een roofdier schoten, of speren, of welk ander wapen dan ook, het genas altijd op wonderbaarlijke wijze, en ontkwam. Tenzij ze vér weg gingen van hun normale jachtgebied, waar de krachten van Iole niet meer werkten. Maar dat was gevaarlijk terrein, en ze hadden al twee jagers verloren door tegenaanvallen van gevaarlijke dieren.
“Maar waarom deden ze het dan niet zoals ik het vandaag deed?”
“Nieuwvolk is aangepast. De lucht is niet gevaarlijk voor ons. Mijn mensen voelen niet waar mijn bescherming stopt.”
“Hoe wist je dat ik dat wel zou merken?”
“Ik … ik wist dat niet echt. Maar ik verwachtte het. En ik had gelijk. Maar laat me nu verder vertellen.”
De laatste druppel was minder dan twee weken geleden. Een tijgerleeuw was het kamp binnengedrongen. De mannen schoten erop, gooiden hun speren, en deden alles wat ze konden om het te verwonden, te doden, of op zijn minst weg te jagen. Maar het was alsof het dier wist dat het veilig was. Het bleef ongestoord doorlopen, tot het het huis van de pasgeborenen vond, binnendrong, en daar zijn prooi vond en doodde.
Opnieuw vloeiden Ioles tranen, terwijl ze het moment herbeleefde dat ze daar zat, wanhopig de overblijfselen van een baby tegen elkaar drukte, probeerde haar krachten te focussen, probeerde een leven te herstellen dat was vernietigd, terwijl jagers tegen haar schreeuwden, ouders haar vervloekten, en ouderlingen dreigden haar te verdrijven als ze niet in staat was om voor één keer was haar vloek ten goede te gebruiken in plaats van ten kwade. Niemand die nog dacht aan de vele gewonde stamleden, die alleen dankzij haar hadden overleefd. Niemand die zich de vele zieken herinnerde die zij had genezen.
Haar bestaan bracht de stam in gevaar. Ze bracht de jagers in gevaar, en nu had ze de dood van een pasgeborene veroorzaakt. Ze moest gaan. Ze werd verbannen.
Hoofdstuk 18: Overleven
“Totdat ik jou redde, leefde ik van het eten dat ik mocht meenemen. Het was al bijna op. Ik kon water bijvullen, en had al eerder bessen geplukt. En ik had wel geprobeerd om te jagen, maar … nou ja.”
Ze tikte tegen haar hoofd en hart, in een intussen vertrouwde beweging.
“Dit is de eerste keer dat ik vers vlees heb.”
“Wat zou er dan zijn gebeurd als je me niet had gevonden?”
Ze haalde haar schouders op.
“Dat heb ik je al gezegd. Je zou dood zijn gegaan.”
“Ja, dat weet ik. Maar ik bedoel, met jou. Op alleen bessen kun je toch niet overleven?”
Iole haalde opnieuw haar schouders op.
“Ik zou ook dood zijn gegaan, denk ik. Mijn kracht zou me lang in leven houden, zelfs terwijl ik verhonger. Maar uiteindelijk was ik dood gegaan.”
“Zie je wel? Het was wel het lot. Ik had gelijk. Ik zou zijn gestorven zonder jou. Jij zou zijn gestorven zonder mij. Samen kunnen we leven. Wij beschermen elkaar. Dit was zo bedoeld.”
Iole haalde alleen maar haar zijn schouders op.
“Toeval, Melvin. Puur toeval. Er is geen lot.”
En toen stond ze op en pakte strook na strook van het nu volledig gedroogde vlees, om die in haar rugzak te stoppen. Melvin stond ook op om te helpen.
“Maar het is waar dat we alleen samen kunnen overleven. Jij kan niet ademen zonder mij. Ik kan niet jagen zonder jou.”
Ze namen de laatste reepjes vlees terug naar hun plek bij het vuur, en Melvin ging weer zitten.
“Dus we moeten bij elkaar blijven? Voor altijd?”
“Wie kent de toekomst?” antwoordde het meisje, terwijl ze op Melvins schoot ging zitten, haar zachte billen zachtjes tegen zijn lul gedrukt, die onmiddellijk begon te reageren, “maar op dit moment wel.”
Het was duidelijk dat ze voelde hoe Melvins geslacht tegen haar kont drukte. Met één hand bleef ze het vlees vasthouden waar ze aan knabbelde, maar haar andere ging naar beneden, vond zijn mannelijkheid, en begon hem direct heerlijk te masseren.
“Ik hoop dat je het niet erg vindt dat je bij me moet blijven?” vroeg ze op verleidelijke toon.
Hij grijnsde. Hij at zijn vlees op en sloeg toen zijn armen om haar heen, waarbij hij met één hand zachtjes haar linkertepel masseerde, en met de andere hand lichtjes haar schaamlippen streelde.
“Helemaal niet. Ik kan me geen beter lot wensen.”
“Toeval, geen lot!”
“Oké. Ik kan me geen beter toeval wensen.”
En toen pakte hij haar lichte lichaam op, en droeg haar moeiteloos naar het grote grasbed.
Hoofdstuk 19: Smaak
Voorzichtig legde Melvin Ioles slanke lichaam op het grasbed. Zijn plan was duidelijk. Hij wilde nog eens tussen die prachtige benen duiken, haar schoonheid proeven, eerst met zijn ogen en daarna met zijn tong, zoals hij haar heerlijke nectar zou oplikken, rechtstreeks uit de bron.
Maar Iole had andere plannen. Met een kracht die hij niet had verwacht van zo'n kleine vrouw, duwde ze Melvin op zijn rug. Hij had zich kunnen verzetten als hij had gewild, maar hij besloot mee te spelen, om te kijken wat haar plannen waren. Hij dacht dat hij het wist, toen haar hand vastberaden zijn al half stijve lul pakte, en hem liefdevol tot volledige hardheid streelde.
Maar toen verraste Iole hem, toen ze naar beneden schoof, naast hem knielde, voorover boog, en hem zonder enige aarzeling tussen haar zachte lippen nam.
Melvin kreunde goedkeurend toen hij de tedere lippen van zijn jonge minnares over zijn lengte voelde glijden. Haar tong streelde zachtjes het gevoelige topje. Diepe kuilen vormden in haar wangen, terwijl ze haar mond vacuüm zoog, waardoor hij nog meer genoot.
Melvin was in de hemel. Hij was wel vaker gepijpt, en dat was meestal erg fijn geweest. Maar nooit zoals nu. Was het omdat zijn partner zoveel jonger was dan hij? Was het vanwege haar ongelooflijk sexy lichaam? Was het het compromisloze enthousiasme waarmee ze haar hoofd gretig op en neer bewoog over de lengte van zijn staf? Was het de deskundige manier waarop ze haar tong gebruikte om zijn plezier te vergroten, of de zachte kriebeling van haar vingernagels op zijn balzak? Waarschijnlijk een combinatie van dit alles.
Hij wilde dat het lang zou duren. Hij wilde zijn plezier verlengen. Maar het lukte niet. De gevoelens die door zijn lichaam raasden, de heerlijke tinteling, beginnend in zijn penis en zich van daaruit door zijn hele lichaam verspreidend, was teveel. Hij voelde zijn orgasme naderen.
“Ik kom bijna klaar!” riep hij uit, terwijl hij haar hoofd van zijn op springen staande pik duwde.
“Goed zo!” glimlachte ze.
Ze duwde toen zijn handen weg en daalde snel weer neer op zijn lul. Ze gebruikte haar handen om de onderkant van zijn lul te masseren, waarbij ze de huid op en neer trok, tegelijk met het op en neer gaan van haar hoofd, terwijl haar tong opnieuw zijn magische dans op zijn gevoelige eikel deed.
En toen barstte Melvins orgasme los. Hij schreeuwde van genot, toen zijn pik straal na straal van zijn kleverige sperma in Ioles mond afvuurde. Ze slikte, zoog, slikte nog eens, en deed dat perfect synchroon met Melvins spuiten. Geen enkele druppel kwam uit haar mond, ze ving al zijn sperma op, slikte het allemaal door.
Uiteindelijk zakte Melvin in elkaar op het bed, uitgeput van dit heerlijke orgasme. Enkele lange minuten lag hij daar, zachtjes over Ioles zachte huid aaiend, terwijl ze zijn steeds kleiner wordende lul streelde, en de laatste druppels eraf likte.
“Waarom deed je dat?” vroeg hij eindelijk, toen hij weer voldoende op adem was.
“Deed ik wat? Je pijpen?”
Iole haalde haar schouders op.
“Ik hou van pijpen. Pijpen voelt lekker voor jou. Ik vind het fijn om je een lekker gevoel te geven.”
“Ja, nou, oké. Dat snap ik. Maar dat bedoel ik niet. Ik gaf je een waarschuwing. Ik duwde je hoofd weg, zodat je het niet in je mond zou krijgen. Maar toen nam je het toch in je mond. En je slikte het door. Dat was niet nodig. Het is oké als je dat niet wil.”
Iole keek Melvin aan, haar ogen groot van verbazing.
“Jullie Oudvolk zijn echt raar. Slim genoeg om tech te gebruiken. Maar dan zo dom dat je zoiets zegt.”
“Hoezo? Wat bedoel je?”
“Vanochtend, toen je mij likte. Vond je dat fijn? Vond je de smaak van mijn sapjes lekker? Heb je het ingeslikt?”
“Ja! O god, ja! Het was geweldig om je te laten klaarkomen, en je smaakt daar heerlijk!”
“Hoe kun je dan zeggen dat je mij graag proeft, en tegelijkertijd niet begrijpen dat ik jou graag proef?”
Melvin keek haar aan. Opnieuw verbijsterd door de effectiviteit van haar naïeve logica. Er was niets dat hij er tegenin kon brengen. Het was gewoon logisch.
Iole wachtte niet op een antwoord. Ze klom bovenop hem, schrijlings op hem, er liet haar kletsnatte kut op zijn slappe lul zakken.
“Je kan hem maar beter snel weer hard maken, vreemdeling Melvin! Ik wil je in mij!”
En tot zijn verbazing voelde Melvin hoe de vochtige hitte van Ioles strakke kut zijn pik weer overeind liet komen.
“Tot uw dienst, juffrouw Iole,” grapte hij, terwijl hij bij haar naar binnen gleed.
En toen stond Melvin op, draaide zich om, en liep weg. Elke keer dat hij over zijn schouder keek, stond ze daar gewoon, armen in haar zij, benen gespreid, schouders recht, vertrouwen uit te stralen. Hij wist dat het goed zou komen met haar. Ze had een moment van zwakte gehad, en hij had haar getroost. Nu was ze weer sterk. En uiteindelijk kwam het moment dat hij omkeek en haar niet meer zag. De afstand was te groot, er waren te veel planten en bomen die haar aan het zicht onttrokken. En waarschijnlijk zat ze nu gehurkt naast de struiken bessen te plukken.
Melvin liep door. Hij wist niet wat hij moest verwachten. 'Totdat je de lucht voelt', had ze gezegd. Hij had geen idee wat ze bedoelde. Hij voelde altijd de lucht. Het was warm, fijn. Warm genoeg dat hij ook zo, zonder kleren, nog comfortabel was; koel genoeg dat hij niet zweette.
En toen, opeens, voelde hij het. Van de ene stap op de andere voelde de lucht zwaar. Het brandde in zijn longen. De zon, die warm en aangenaam had gevoeld, was ondraaglijk heet. Het was alsof er opeens blaren ontstonden op zijn huid. Zijn longen vochten om lucht, hij kon nauwelijks ademen.
Met zijn laatste kracht worstelde Melvin om weer wat controle over zijn lichaam te krijgen. Hij draaide zich om, en viel meer dan dat hij liep terug naar waar hij vandaan kwam.
En direct voelde hij zich weer goed.
Twee diepe ademteugen later kon Melvin alweer opstaan. Hij verstopte zich achter een paar struiken, hield het pistool in de aanslag, en hield toen stil. Hij had zonet veel lawaai gemaakt. Het zou een tijdje duren voordat de dieren weer uit hun schuilplaatsen zouden durven komen.
Het duurde lang, maar toen zag hij toch een klein, konijnachtig dier verschijnen. Maar hij bleef wachten. Het pistool was een snelvuurmodel. Het dier was vrij klein. Er één neerschieten zou nauwelijks genoeg vlees opleveren voor één of twee dagen. Hij wilde wachten tot er meer dieren in zicht waren, en dan proberen er een paar neer te schieten voordat ze weer vluchtten.
Het duurde lang. Melvin begon al te twijfelen aan zijn aanvankelijke theorie, dat dit een kuddedier was, en dat dit eerste dier een verkenner was, uitgezonden om te controleren of de kust weer veilig was voordat de rest zou volgen. Maar toen, net toen hij op het punt stond zijn lot te aanvaarden en slechts één klein dier te schieten, verscheen er een tweede. En een derde. En daarna nog meer, totdat er tientallen van deze kleine knaagdiertjes in zicht waren.
Melvin ademde langzaam en geluidloos. Hij probeerde zijn zenuwen te kalmeren. Net als de schietbaan, hield hij zichzelf voor, al wist hij dat hij daar alleen maar beelden zag die door de computer werden gegenereerd. Maar hij wist ook dat de natuursimulaties bijzonder realistisch waren.
Hij richtte op een zeer groot exemplaar dat dicht bij een paar anderen stond. Dat was zijn eerste doelwit.
“BENG!!!”
Het schot resoneerde luid door het landschap, terwijl het dier dood op de grond viel, en alle andere dieren in een wilde razernij alle kanten op begonnen te springen.
“BENG!!! BENG!!! BENG!!! BENG!!! BENG!!!”
Nog vijf schoten. Melvin wist dat hij meer kogels had, maar de dieren waren weg. Ze waren haastig weggerend, terug in hun schuilplaatsen. Hij wist dat hij er nog twee had geraakt, de andere schoten hadden gemist. Of misschien wel raak, maar alleen een wond, en die dieren waren alsnog ontsnapt.
Toch drie dieren in totaal. Iole en hij zouden genoeg vlees hebben voor de komende dagen.
En toen bedacht hij dat ze één ding waren vergeten in het plan. De lijken waren buiten bereik. Eén stap buiten Ioles beschermende gebied had hem al bijna het leven gekost. Deze dieren waren enkele tientallen meters verwijderd. Hij zou het vlees niet kunnen halen.
Maar toen hoorde hij iets achter zich, een ritselend geluid. Hij keek om, en daar was Iole.
“Ik hoorde de schoten, dus ik kwam naar je toe, zodat we het lijk kunnen halen. Heb je er één kunnen raken?”
“Eén? Ik heb er zelfs drie!”
Hoofdstuk 17: Vloek
Eenmaal terug in de grot begon Iole direct de dieren te villen. Daarna haalde ze het vlees van de botten, sneed het in reepjes, en hing die boven het vuur om te drogen.
Maar daarna hadden ze tijd om te ontspannen. Terwijl ze wat van de vers geplukte bessen aten, zij aan zij naast het vuur gezeten, hadden ze tijd om te praten.
Melvin vertelde Iole over zijn leven, veilig Binnen in Basis. En over zijn werk: de tech Buiten monitoren, en naar Buiten gaan als er iets kapot ging. Hij wist nog steeds niet wat er was gebeurd, hoe zijn Kruiper van het pad was geraakt.
“Ik denk dat mensen van mijn stam het hebben gedaan. Mijn voormalige stam.”
Ze zweeg even en Melvin merkte dat ze iets moest wegslikken.
“Ze proberen altijd voertuigen van Oudvolk in de val te lokken. Normaal lukt dat nooit, op een of andere manier merken jullie het altijd. Maar misschien is het deze keer wel gelukt, en hebben zij je van het pad af geduwd, in het ravijn.”
Zwijgend liep Melvin in zijn hoofd zijn acties van die fatale dag na, toen hij naar de zonnepanelen ging. Fatale dag? Geschrokken realiseerde hij zich dat het nog maar drie dagen geleden was. En twee van die drie dagen had hij op een grasbed gelegen, slapend, terwijl Iole over hem waakte.
Hij had alle systemen gecontroleerd. Hij had de juiste bestemming voor de automatische piloot ingesteld. Hij had gecontroleerd of ze op de goede weg waren. Hij had …
Kut!
Hij was vergeten het zogenaamde mutant-alarm te activeren, een eenvoudige infrarooddetector die hem zou hebben gewekt bij het detecteren van warmtebronnen die groot genoeg waren om een mens te kunnen zijn. Of, beter gezegd, mutant te kunnen zijn. Waarschijnlijk zelfs een aantal mutanten, als Iole gelijk had. Nee, een aantal Nieuwvolk. Woorden maken verschil.
“Maar hoe zit het dan met jou?” vroeg hij toen, “Waarom ben je hier, helemaal alleen? En waarom had je het over je voormalige stam?”
Geschrokken zag Melvin hoe het gezicht van de jonge vrouw betrok, hoe een traan opwelde in haar oog. Maar deze keer huilde ze niet. Ze snoof, veegde haar ogen af, en rechtte toen haar schouders.
“Sorry. Het gaat weer. En ik zal het uitleggen.”
En toen vertelde ze over hoe de mensen van haar stam hadden geleden onder haar gave. Of vloek, zoals zij het noemden. Hun jagers kwamen steeds met lege handen terug. Hoeveel kogels ze ook in een roofdier schoten, of speren, of welk ander wapen dan ook, het genas altijd op wonderbaarlijke wijze, en ontkwam. Tenzij ze vér weg gingen van hun normale jachtgebied, waar de krachten van Iole niet meer werkten. Maar dat was gevaarlijk terrein, en ze hadden al twee jagers verloren door tegenaanvallen van gevaarlijke dieren.
“Maar waarom deden ze het dan niet zoals ik het vandaag deed?”
“Nieuwvolk is aangepast. De lucht is niet gevaarlijk voor ons. Mijn mensen voelen niet waar mijn bescherming stopt.”
“Hoe wist je dat ik dat wel zou merken?”
“Ik … ik wist dat niet echt. Maar ik verwachtte het. En ik had gelijk. Maar laat me nu verder vertellen.”
De laatste druppel was minder dan twee weken geleden. Een tijgerleeuw was het kamp binnengedrongen. De mannen schoten erop, gooiden hun speren, en deden alles wat ze konden om het te verwonden, te doden, of op zijn minst weg te jagen. Maar het was alsof het dier wist dat het veilig was. Het bleef ongestoord doorlopen, tot het het huis van de pasgeborenen vond, binnendrong, en daar zijn prooi vond en doodde.
Opnieuw vloeiden Ioles tranen, terwijl ze het moment herbeleefde dat ze daar zat, wanhopig de overblijfselen van een baby tegen elkaar drukte, probeerde haar krachten te focussen, probeerde een leven te herstellen dat was vernietigd, terwijl jagers tegen haar schreeuwden, ouders haar vervloekten, en ouderlingen dreigden haar te verdrijven als ze niet in staat was om voor één keer was haar vloek ten goede te gebruiken in plaats van ten kwade. Niemand die nog dacht aan de vele gewonde stamleden, die alleen dankzij haar hadden overleefd. Niemand die zich de vele zieken herinnerde die zij had genezen.
Haar bestaan bracht de stam in gevaar. Ze bracht de jagers in gevaar, en nu had ze de dood van een pasgeborene veroorzaakt. Ze moest gaan. Ze werd verbannen.
Hoofdstuk 18: Overleven
“Totdat ik jou redde, leefde ik van het eten dat ik mocht meenemen. Het was al bijna op. Ik kon water bijvullen, en had al eerder bessen geplukt. En ik had wel geprobeerd om te jagen, maar … nou ja.”
Ze tikte tegen haar hoofd en hart, in een intussen vertrouwde beweging.
“Dit is de eerste keer dat ik vers vlees heb.”
“Wat zou er dan zijn gebeurd als je me niet had gevonden?”
Ze haalde haar schouders op.
“Dat heb ik je al gezegd. Je zou dood zijn gegaan.”
“Ja, dat weet ik. Maar ik bedoel, met jou. Op alleen bessen kun je toch niet overleven?”
Iole haalde opnieuw haar schouders op.
“Ik zou ook dood zijn gegaan, denk ik. Mijn kracht zou me lang in leven houden, zelfs terwijl ik verhonger. Maar uiteindelijk was ik dood gegaan.”
“Zie je wel? Het was wel het lot. Ik had gelijk. Ik zou zijn gestorven zonder jou. Jij zou zijn gestorven zonder mij. Samen kunnen we leven. Wij beschermen elkaar. Dit was zo bedoeld.”
Iole haalde alleen maar haar zijn schouders op.
“Toeval, Melvin. Puur toeval. Er is geen lot.”
En toen stond ze op en pakte strook na strook van het nu volledig gedroogde vlees, om die in haar rugzak te stoppen. Melvin stond ook op om te helpen.
“Maar het is waar dat we alleen samen kunnen overleven. Jij kan niet ademen zonder mij. Ik kan niet jagen zonder jou.”
Ze namen de laatste reepjes vlees terug naar hun plek bij het vuur, en Melvin ging weer zitten.
“Dus we moeten bij elkaar blijven? Voor altijd?”
“Wie kent de toekomst?” antwoordde het meisje, terwijl ze op Melvins schoot ging zitten, haar zachte billen zachtjes tegen zijn lul gedrukt, die onmiddellijk begon te reageren, “maar op dit moment wel.”
Het was duidelijk dat ze voelde hoe Melvins geslacht tegen haar kont drukte. Met één hand bleef ze het vlees vasthouden waar ze aan knabbelde, maar haar andere ging naar beneden, vond zijn mannelijkheid, en begon hem direct heerlijk te masseren.
“Ik hoop dat je het niet erg vindt dat je bij me moet blijven?” vroeg ze op verleidelijke toon.
Hij grijnsde. Hij at zijn vlees op en sloeg toen zijn armen om haar heen, waarbij hij met één hand zachtjes haar linkertepel masseerde, en met de andere hand lichtjes haar schaamlippen streelde.
“Helemaal niet. Ik kan me geen beter lot wensen.”
“Toeval, geen lot!”
“Oké. Ik kan me geen beter toeval wensen.”
En toen pakte hij haar lichte lichaam op, en droeg haar moeiteloos naar het grote grasbed.
Hoofdstuk 19: Smaak
Voorzichtig legde Melvin Ioles slanke lichaam op het grasbed. Zijn plan was duidelijk. Hij wilde nog eens tussen die prachtige benen duiken, haar schoonheid proeven, eerst met zijn ogen en daarna met zijn tong, zoals hij haar heerlijke nectar zou oplikken, rechtstreeks uit de bron.
Maar Iole had andere plannen. Met een kracht die hij niet had verwacht van zo'n kleine vrouw, duwde ze Melvin op zijn rug. Hij had zich kunnen verzetten als hij had gewild, maar hij besloot mee te spelen, om te kijken wat haar plannen waren. Hij dacht dat hij het wist, toen haar hand vastberaden zijn al half stijve lul pakte, en hem liefdevol tot volledige hardheid streelde.
Maar toen verraste Iole hem, toen ze naar beneden schoof, naast hem knielde, voorover boog, en hem zonder enige aarzeling tussen haar zachte lippen nam.
Melvin kreunde goedkeurend toen hij de tedere lippen van zijn jonge minnares over zijn lengte voelde glijden. Haar tong streelde zachtjes het gevoelige topje. Diepe kuilen vormden in haar wangen, terwijl ze haar mond vacuüm zoog, waardoor hij nog meer genoot.
Melvin was in de hemel. Hij was wel vaker gepijpt, en dat was meestal erg fijn geweest. Maar nooit zoals nu. Was het omdat zijn partner zoveel jonger was dan hij? Was het vanwege haar ongelooflijk sexy lichaam? Was het het compromisloze enthousiasme waarmee ze haar hoofd gretig op en neer bewoog over de lengte van zijn staf? Was het de deskundige manier waarop ze haar tong gebruikte om zijn plezier te vergroten, of de zachte kriebeling van haar vingernagels op zijn balzak? Waarschijnlijk een combinatie van dit alles.
Hij wilde dat het lang zou duren. Hij wilde zijn plezier verlengen. Maar het lukte niet. De gevoelens die door zijn lichaam raasden, de heerlijke tinteling, beginnend in zijn penis en zich van daaruit door zijn hele lichaam verspreidend, was teveel. Hij voelde zijn orgasme naderen.
“Ik kom bijna klaar!” riep hij uit, terwijl hij haar hoofd van zijn op springen staande pik duwde.
“Goed zo!” glimlachte ze.
Ze duwde toen zijn handen weg en daalde snel weer neer op zijn lul. Ze gebruikte haar handen om de onderkant van zijn lul te masseren, waarbij ze de huid op en neer trok, tegelijk met het op en neer gaan van haar hoofd, terwijl haar tong opnieuw zijn magische dans op zijn gevoelige eikel deed.
En toen barstte Melvins orgasme los. Hij schreeuwde van genot, toen zijn pik straal na straal van zijn kleverige sperma in Ioles mond afvuurde. Ze slikte, zoog, slikte nog eens, en deed dat perfect synchroon met Melvins spuiten. Geen enkele druppel kwam uit haar mond, ze ving al zijn sperma op, slikte het allemaal door.
Uiteindelijk zakte Melvin in elkaar op het bed, uitgeput van dit heerlijke orgasme. Enkele lange minuten lag hij daar, zachtjes over Ioles zachte huid aaiend, terwijl ze zijn steeds kleiner wordende lul streelde, en de laatste druppels eraf likte.
“Waarom deed je dat?” vroeg hij eindelijk, toen hij weer voldoende op adem was.
“Deed ik wat? Je pijpen?”
Iole haalde haar schouders op.
“Ik hou van pijpen. Pijpen voelt lekker voor jou. Ik vind het fijn om je een lekker gevoel te geven.”
“Ja, nou, oké. Dat snap ik. Maar dat bedoel ik niet. Ik gaf je een waarschuwing. Ik duwde je hoofd weg, zodat je het niet in je mond zou krijgen. Maar toen nam je het toch in je mond. En je slikte het door. Dat was niet nodig. Het is oké als je dat niet wil.”
Iole keek Melvin aan, haar ogen groot van verbazing.
“Jullie Oudvolk zijn echt raar. Slim genoeg om tech te gebruiken. Maar dan zo dom dat je zoiets zegt.”
“Hoezo? Wat bedoel je?”
“Vanochtend, toen je mij likte. Vond je dat fijn? Vond je de smaak van mijn sapjes lekker? Heb je het ingeslikt?”
“Ja! O god, ja! Het was geweldig om je te laten klaarkomen, en je smaakt daar heerlijk!”
“Hoe kun je dan zeggen dat je mij graag proeft, en tegelijkertijd niet begrijpen dat ik jou graag proef?”
Melvin keek haar aan. Opnieuw verbijsterd door de effectiviteit van haar naïeve logica. Er was niets dat hij er tegenin kon brengen. Het was gewoon logisch.
Iole wachtte niet op een antwoord. Ze klom bovenop hem, schrijlings op hem, er liet haar kletsnatte kut op zijn slappe lul zakken.
“Je kan hem maar beter snel weer hard maken, vreemdeling Melvin! Ik wil je in mij!”
En tot zijn verbazing voelde Melvin hoe de vochtige hitte van Ioles strakke kut zijn pik weer overeind liet komen.
“Tot uw dienst, juffrouw Iole,” grapte hij, terwijl hij bij haar naar binnen gleed.
Lees verder: Wederzijdse Bescherming - 6
Trefwoord(en): Toekomst,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10