Door: Keith
Datum: 01-01-2024 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 4558
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 46 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 46 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 290
Dinsdag. Tijdens het ontbijt piepte de mobiel van Lot. Ze keek er op en bloosde. “Een lief appje van Rogier”, verklaarde ze. “Hij appte zeker dat hij altijd bereikbare dienst had, Lot… voor jou!” Joline keek plagend en Lot stak haar tong uit. “Pestkop!”
Zonder al te veel bijzonderheden kwamen we een uur later bij DT aan. De zussen waren wat opgewonden en vertelden dat ze vanmiddag een auto zouden kopen. “Hoho dames… We gaan een auto bekijken. En een proefrit maken. En als het ding bevalt, gaan we eens in onderhandeling over de koop.” Joline keek streng.
Fred keek de dames aan. “Moet ik meegaan, meiden? Om de prijs een beetje te drukken, zeg maar?” Joline katte: “Dan ga je zeker op de verkoper zitten? Ja, die is dan wel gedrukt, ja. In elkaar.” Fred schudde zijn hoofd. “Wat denkt u weer slecht van mij, geliefde leidinggevende.” “Ik ken je langer dan vandaag, nederig ondergeschikte.” Joline lachte nu en Fred bromde: “Kees, doe er iets aan! Je vrouw zit je bud in de maling te nemen. Dat laat jij toch niet toe?”
Ik moest even denken over een passend antwoord. “Vriend… tien jaar geleden lagen wij naast elkaar in zo’n piepklein tentje. Toen had ik je wellicht verdedigd. Nu lig ik echter naast die blonde dame daar. En niet in gescheiden slaapzakken met een Diemaco en ‘zo’n vervloekte mitrailleur’ er in, maar gezellig onder één dekbedje. Begrijp je dat mijn belangstelling sinds die tijd een tikje veranderd is?” Hij keek me vanuit de hoogte aan. “Fijne bud ben jij. Ruilt me gewoon in voor een of andere blo…” Verder kwam hij niet.
“Fred van Laar! Kijk uit!” Joline’s ogen spuwden vuur. “Dekking zoeken, Fred! Zo meteen smijt ze met haar handtasje. En ik zag daar vanochtend een nogal fors strijkijzer inzitten…” Hij gniffelde en sloeg een arm om Joline heen. “Dat doet de dame niet waarmee ik samen getrouwd ben… Toch?” Joline giechelde. “Fred, het is dat iedereen hier weet dát we samen getrouwd zijn, anders hadden mensen er iets van gevonden. Mooie vent. Wanneer gaan weer eens samen dansen?” Fred bromde. “Over twee weken, mevrouw. Dan zijn Carlos en Juanita weer terug en mag ik je eindelijk weer eens in je billen knijpen.” Meteen veranderde de gezichtsuitdrukking van Joline. “Nog niét misschien, meneer van Laar! Dat doe je maar bij je eigen bruid. Die met die witte schoentjes, begrepen?” Haar ogen stond op scherp en Fred lachte haar uit. “Háp…”
Joline zuchtte. “Kees, doe er iets aan. Hij zit me te pesten!” Ik schudde mijn hoofd. “Nee schat. Hij staat.” Ze zuchtte. “Aan jou heb ik ook al niks. Mooie praatjes heb je, maar inhoudelijk… Theo had gelijk: je bent een kletsmajoor.” ‘In mijn geval een ‘tekenmajoor’, lieve echtgenote. Daar verdien ik m’n geld mee. En dat ga ik nú doen!” Joline zuchtte. “Bengel, kóm. Mee naar Backoffice, aan ’t werk!” Ik verdween naar mijn kantoortje, maar niet nadat ik haar een knipoog had gegeven. PC aan, nog even de mail bekijken voordat ik met de Piraten zou overleggen… Een kort mailtje van Theo waarin hij aangaf dat de bespreking van vandaag was uitgesteld; prima. Geen stress om op tijd terug te zijn. Hé... ook een mailtje van mevrouw van den Akker, aan Angelique geschreven en doorgestuurd naar mij.
‘Geachte mevrouw, u heeft niets te maken met het feit of en hoe ik mijn personeel uitbetaal. Juffrouw van den Hurk heeft in de drie weken in mijn bedrijf feitelijk niets gepresteerd. Bemoeit u zich met uw eigen zaken.’
Wát een trut… Straks even met An overleggen hoe we dit vrouwelijke varken konden knippen en scheren. Vrouwelijk varken… Hoe noemde je zo’n beest ook alweer? Oh ja: een zeug. Paste wel bij haar… Nu eerst andere zaken. Om tien uur, na een wat uitgelopen meeting met de Piraten, kroop ik weer achter m’n eigen PC. Lekker tekenen, Kees. Geen economisch gedoe of managements-zaken. Heerlijk!
Ik was verdiept in een schema voor een boorplatform toen ik de stem van An achter me hoorde. “Hoi Kees. Heb je even?” Ik sloeg de tekening op en draaide me om. “Voor de juriste van DT altijd, mevrouw. Helaas staan hier geen directiekoekjes op tafel…” Ze lachte. “Die biets ik wel even bij Theo. Een bak koffie erbij?” Ik knikte. “Dan haal ik die wel, dan kun jij onze directeur beroven van een paar koekjes.” Snel liep ik richting koffie-automaat. Eén beker zwart, één beker zwart met suiker. Terug op het bureau ging ik zitten. “Alstublieft, Meester Jacobs. Een bakje asfalt naar plaatselijk recept.” “Hé, ik heet geen Rob Boogers, hoor. Hier, jij een koekje. Eerlijk ruilen”
Ze keek me aan. “Wat gaan we doen met mevrouw van den Akker, Kees? Tenminste… heb je haar mailtje gezien?” Ik knikte. “Ja. Lompe trut. En ze heeft Irene gewoon laten zwemmen. Als ik zie wat die meid bij ons doet…” An knikte. “Ja. Superslim, een keiharde werker en altijd vrolijk.” “We gaan mevrouw van den Akker eens kennis laten maken met stookruimte 13 van de hel, An. Ze is familie van mevrouw de Rooij en via haar wil deze fijne club hun gram halen. Ik ga in de middagpauze wel even bij haar op bezoek.” Ik dacht even na. “Kun jij met me meegaan?”
Ze knikte, breed lachend. “Ik wil die stookruimte wel een keertje zien opengaan, Kees.” “Nou, trek dan gerust hittebestendige kleding aan, want het is daar nogal warm. Twaalf uur even die kant uit? We hoeven niet te rennen vandaag…” Ze knikte. “Zullen we Irene meenemen?” Ik keek twijfelend. “Ik weet niet of het verantwoord is om dat lieve meisje voorbij de poorten van de hel te laten kijken…” Angelique giebelde. “Misschien wel een lesje voor haar. ‘Maak Kees en Angelique nooit kwaad’. Wellicht handig.”
Ze deed één stap buiten de deur. “Irene, kun je even komen?” Toen die binnen was, zei Angelique: “Kees en ik gaan om twaalf uur even bij mevrouw van den Akker langs om te praten over jouw salaris. We willen graag dat jij mee gaat. Dus niet lopen vanmiddag, maar iemand even op een beschaafde manier op haar plaats zetten.” Irene keek van de een naar de ander. “Maar… wat is mijn meerwaarde dan?”
An glimlachte. “Simpel, Irene. Mevrouw van den Akker beweert dat jij drie weken lang niets hebt gepresteerd. Jij mag haar gaan vertellen wat je ondertussen hier gedaan hebt, dus dat de feitelijke schuld bij haar ligt; ze heeft je gewoon de kans niet gegeven om te laten zien wat je kunt. Maar sowieso los daarvan: onder jouw arbeidsovereenkomst, inclusief je veel te lage salaris, staat haar handtekening en de jouwe. Jij moet je aan bepaalde zaken houden, zij ook. Inclusief salaris. En dat mag je haar fijntjes gaan vertellen.
Bereid dat dus even voor. Zet het op papier, repeteer het een paar keer, bereid je voor op stekelige opmerkingen en bereid je antwoorden daarop ook voor. Dan pak je één post-it, zet daar een paar steekwoorden op en vanaf die post-it hou je je toespraakje. En zo min mogelijk spieken. Je hebt nu nog een uur en drie kwartier de tijd; tijd zat.”
Irene werd wat rood. “Een toespraak tegen haar? Binnen een halve zin word ik afgebekt.” Ik schudde mijn hoofd. “Ik zorg er wel voor dat dat niet gaat gebeuren, Irene. Ik weet wat dingetjes van mevrouw; die gaat zich echt wel koest houden. En vanavond heb jij je achterstallig salaris op je rekening staan, dat weet ik zeker. Húp, aan ’t werk, kwart voor twaalf in de startblokken!” Met een verlegen lachje verdween ze. “Komt goed, Kees. Die is niet dom, daar komt een aardig toespraakje uit. En waarschijnlijk zonder spiekbriefje, want onze vriendin Irene heeft een prima werkend geheugen.” “We gaan het zien, An. Maar vanavond heeft ze haar salaris binnen, ander wordt Kees écht onaangenaam.”
An deed twee stappen richting deur en zei toen plagend: “Is er een verschil met normaal dan?” Ik zuchtte maar weer eens. “Opbokken jij. Ga maar kleine lettertjes bestuderen of zo.” “Tot straks, Kees…” Ik liep even naar Theo, om hem in te lichten. Die knikte. “Hard op haar bek laten gaan, Kees. Iemand die mijn bedrijf probeert te hacken en een van mijn medewerksters financieel benadeelt… Geen medelijden mee. Neem je Fred mee?” “Nee. Angelique. Veel gevaarlijker.” Hij schoot in de lach. “Op haar gebied wel, ja. Succes!” Hup, terug naar m’n eigen werk…
Om kwart voor twaalf stond Irene in de deuropening. “Kees…” Ik stond op. “Ja, we gaan. Angelique kwam ook aan lopen “Ik heb Joline al gezegd wat we gingen doen, Kees.” Shit… compleet vergeten. “Dank je wel An. Irene… heb jij je toespraakje gereed?” Die knikte. “Mooi. Instijgen, dames.” Eenmaal bij ‘Token design’ aangekomen, liepen we het gebouw binnen. Niemand achter de balie; een briefje met: ‘Bezoek éénmaal bellen s.v.p.’ Met een belletje er naast.
Dus… Na een paar seconden dook mevrouw van den Akker op. En haar gezicht stond meteen op storm. “Wat doen jullie hier?” Ze liep op Irene af en gaf haar een duw richting deur. “Ik heb gezegd dat ik je nooit meer wil zien, trut!” Ik beet haar toe: “Dan doet u de ogen maar even dicht, mevrouw! Maar blijf met je handen van een collega van mij af!” Ze keek me aan. “En jou wil ik ook nooit meer zien!”
“We zijn nog steeds niét aan tutoyeren toe, mevrouw. En u weet ondertussen donders goed wie ik ben en wat ik doe als ik nijdig ben, dus mond dicht en luister bijzonder goed naar wat mijn collega te vertellen heeft.” Ik knikte naar Irene en die begon. Uit haar hoofd, zonder spiekbriefje!
“Mevrouw van den Akker, ik heb hier drie weken gewerkt…” “Gewerkt? Niets zitten doen achter…” Verder kwam ze niet. “Mevrouw, u laat mijn collega uitspreken en onderbreekt haar niet nog een keer, anders word ik nijdig. U weet wie ik ben, u weet waartoe ik in staat ben. En kom me niet aan met ‘bedreigingen’, want de eerste die fysiek werd tegen mijn collega Irene was u. En meteen een waarschuwing: probeert u dat nog een keertje dan kunt u op eenzelfde behandeling als uw lieve nichtje Eugenie rekenen. En nu mond dicht en goed luisteren naar wat mevrouw van den Hurk te vertellen heeft.”
Ze keek me schichtig aan en Irene begon opnieuw. Vertelde in het kort dat ze had aangegeven veel meer te kunnen en willen doen dan alleen maar de deur openmaken en plantjes water geven, maar dat mevrouw dat geweigerd had. Irene besloot heel simpel, maar bijzonder effectief. “…Wij, Token Design en ik, hadden een arbeidsovereenkomst, mevrouw. Daarin staan mijn taken en verantwoordelijkheden. En mijn salaris. Aan geen van die zaken heeft u zich gehouden; ik was goed genoeg om de deur open te maken, koffie te zetten en neuzeldingetjes te doen. De rest mocht ik niet.
Dat ontslaat u echter niet van uw plicht als werkgever: salaris uitbetalen over de tijd dat ik hier gewerkt heb. Als u ontevreden over mijn werk was, had u dat in een functioneringsgesprek kenbaar moeten maken; dat heeft u niet gedaan. Uw keuze, mevrouw.
Maar ik eis van u: het salaris wat u mij schuldig bent, zijnde 954,85 netto, staat vanavond nog op mijn bankrekening. U mag het ook contant aan me geven, dan schrijf ik wel een kwitantie. Die liggen nog ergens achter de balie hier.”
De mond van mevrouw van den Akker was een beetje open gevallen. “En dat eis jij? Wie denk je wel dat je bent? Snotaapje!” Ik deed een stap naar voren. “Mevrouw, kijk uit wat u zegt. U heeft het tegen een bijzonder gewaardeerde collega van Developing Technics. Mevrouw van den Hurk heeft zich in de paar weken dat ze bij ons werkt, méér dan waargemaakt.
Ze beheert ons grote archief, is receptioniste, helpt ons Backoffice met een stukje boekhouding en ja, ze geeft soms ook de plantjes water. U had van haar kennis en kunde gebruik kunnen maken; u verkoos om dat niet te doen. Maar zoals mevrouw van den Hurk net terecht zei: dat ontslaat u niet van de plicht om haar salaris uit te betalen. En dat gaat u nú doen, mevrouw. U heeft vast wel uw bankzaken op uw mobiele telefoon staan.”
Ze was nu bleek en ik besloot om haar over het randje te duwen. “Nú, mevrouw. Anders kunt u uw familie gezelschap gaan houden. Ik heb de Arbeidsinspectie al een waarschuwing gegeven. Overtreding van de Arbowet is een economisch delict, mevrouw. Daar staan nogal pittige sancties op. Drie weken salaris betalen is een stuk goedkoper.”
Ze greep in een zak van haar colbertje en een smartphone kwam tevoorschijn. “Geef me je rekeningnummer!” Irene noemde het en mevrouw van den Akker was even aan het knoppenbonken. “En het bedrag?” “954,85 euro mevrouw. Netto, voor de duidelijkheid.” Irene zei het rustig, zonder met haar ogen te knipperen.
“Zo. Overgemaakt. En nu er uit jullie!” “Ik zal het even controleren, mevrouw.” Irene bleef rustig staan en ik deed één pas naar haar toe. Mevrouw van den Akker kon niet bij haar komen zonder binnen mijn bereik te zijn. Na een minuut knikte Irene. “Het is overgemaakt. Hoewel wat laat, maar goed: u zult het wel druk hebben gehad, zo zonder receptioniste. Enfin, de uitdrukking ‘tot ziens’ is waarschijnlijk niet op zijn plaats.”
En zonder blikken of blozen draaide ze zich om en liep de deur uit, Angelique achter haar aan. Ik keek mevrouw van den Akker nog even aan.
“Beste Luna: haal het niet in je hoofd om op één of andere wijze je gram te halen op mijn collega Irene. Ik heb geen consideratie meer met de familie de Rooij en verwanten. Eén actie tegen mij, mijn vrienden of het bedrijf waar ik werk en ik haal uit. Keihard. Je zult niet weten wat je overkomt. Vraag maar aan je familie hoe het voelt. Aan Floris met pijn in z'n scrotum, aan Eugenie met een hersenschudding en aan de nu failliete Marten met oorpijn. En zoals Irene net al zei: de gemeenplaats ‘tot ziens’ in waarschijnlijk niet van toepassing. Dag Luna.”
Ik draaide me om en liep de deur uit. We stapten in de auto; An en Irene achterin. Toen we eenmaal reden hoorde ik een diepe zucht. “Pfoe… Dát is achter de rug. Dank jullie wel dat jullie mee gingen!” Angelique zei zachtjes: “Jongedame, jij verdient een enorm compliment. Zoals jij je toespraakje hield… Uit je hoofd, haar steeds aankijkend… Niet veel meiden van jouw leeftijd hadden je dat nagedaan. Nietwaar, Kees?” Ik knikte. “Zeker weten! Je hebt haar keihard op haar nummer gezet, Irene. En die afsluiting vond ik helemaal perfect, dat ze het nu wel druk zou hebben zonder receptioniste… Ik had moeite om m’n lachen in te houden!”
Ik keek in m’n spiegel zag een blozend hoofd.
An trok haar even naar zich toe. “Je bent je plekje bij DT méér dan waard, dame. Lekker assertief, daar houden we wel van!” Eenmaal terug zat de meute nét in de groepsruimte te eten en koffie te leuten. En natuurlijk wist iedereen waar we heen waren geweest. “Kan mevrouw van den Akker nog fatsoenlijk lopen, Kees?” In Joline’s ogen waren de bekende pretlichtjes te zien. Ik knikte. “Ja, dat wel, maar haar ego heeft een enorme deuk gekregen… Dankzij deze tijger hier.” Ik wees op Irene.
“Vertel!” Ze kleurde weer. “Moet dat?” Ik knikte. “Herhaal je toespraakje richting die fijne dame nog maar een keertje.” “Ik weet niet of ik dat kan, maar goed…” Ze herhaalde haar toespraakje bijna letterlijk en even later klonk applaus. “Keurig, dame. Jij laat je de kaas niet van je brood eten!” Theo grinnikte. “En het geld heb je binnen?” Irene knikte. “Ze maakte het ter plekke over. Nou ja, Kees dreigde met de Arbeidsinspectie, dat hielp ook wel, geloof ik. En…” Ze fronste en keek me aan. “Een paar dingen gingen me wat te snel Kees. Jij refereerde ergens aan en je noemde namen…” Ze dacht even na. “Floris, Eugenie en Marten… Wie zijn dat?” “Lang verhaal, Irene. Het hielp in ieder geval wél en daar ging het om.”
Theo brak in. “Nou Irene… als je dat geld toch al binnen hebt, kan die salarisverhoging die ik in gedachten had, mooi achterwege blijven…” Marion begon te grommen, Angelique en Joline deden mee en keken Theo dreigend aan. “Ik geloof dat bepaalde dames van Backoffice daar niet zo vrolijk van worden… Nou ja, oké dan: Irene, jij hebt in die paar weken dat je nu hier werkt tot meer dan ieders tevredenheid gepresteerd. Je bent niet alleen receptioniste, maar kan boekhoudkundig ook het één en ander. En je bent bezig om ons archief mooi te stroomlijnen. Daarom vroeg Marion gisteren of je niet voor salarisverhoging in aanmerking kom komen. Want je doet veel meer dan je zou moeten doen.
En om te voorkomen dat je volgende week naar een ander bedrijf overstapt: je krijgt er twee periodieken bij. Met terugwerkende kracht, vanaf het moment dat je hier voor het eerst binnenstapte. En om het even concreet te maken: da’s netto zo’n 250 euro in de maand. En als je wilt mag je, als je je boterhammen op hebt, bij mij op het bureau een contract voor onbepaalde tijd tekenen.” Hij keek nu gemeen.
“Maar… Op één voorwaarde, dame. Wij zouden graag zien dat je weer gaat studeren. Iets wat je goed kunt, waar DT iets aan heeft en waar je lol in hebt. Denk daar goed over na. Graag wil ik aan het eind van de week antwoord welke studie je wilt gaan doen. En voor de duidelijkheid: die betaalt DT. En jij kunt die studieschuld aflossen door gewoon hier te blijven werken. Dan wordt er elke maand twee procent van die studieschuld kwijtgescholden.” Hij lachte nu voluit. “En doe je mond dicht, dat staat wat intelligenter.” Irene zat hem aan te gapen.
“Opslag én een vast contract én studeren? Wauw… Dat moet ik even laten zakken, hoor.” Fred bromde: “Doe dat maar niet tegelijk met je brood, anders verslik je je nog, juffie.” Marion giechelde. “Kijk uit, Irene! Als Fred met ‘juffie’ begint…” “Ik had zoiets al gehoord, ja.”
Theo stond op en gaf haar een hand. “Gefeliciteerd, meid.” We applaudisseerden en ze kreeg een rood hoofd. “Dank je wel, allemaal…” “En nu mee naar mijn bureau, je contract ondertekenen.” Theo deed de deur voor haar open.
“Zo, die is onder de pannen”, zei Joline en Margot knikte. “Mooi, zoals Theo dat doet.” Joline wees op Marion. “Zij heeft dit circus op gang gebracht, Margot.” Marion knikte. “Dat meisje is écht goed. En heeft een geheugen als een olifant. Daar gaan we heel veel plezier aan beleven.” Henk stond op. “En nu er uit, alle niet Piraten! Hier moet gewerkt worden!” Joline glimlachte. “Dus ik mag blijven? Gezellig… Ga je mee naar jouw bureau, Kees? Dan laten we Bengel wel even hier of die gaat mee met Mar en Lot…” Een lachsalvo volgde en ze verdween. Mét Bengel en in de deuropening nog een luchtkusje mijn kant uit.
De rest de middag was weer technisch: ik moest me verdiepen in de installatie van de boorplatforms die we dit najaar onder handen zouden nemen. Vier stuks, technisch alle vier vrijwel hetzelfde, maar qua details verschilden ze. En daar zat nou net de uitdaging…
“Kees! Afsluiten, we gaan auto’s kijken.” Plotseling stond Joline achter me. “Verrek… is het al zo laat?” Ze knikte. “Ja meneertje workaholic. We zouden om uiterlijk half vijf bij die dealer zijn, weet je nog? Opschieten, er staan hier twee zussen te trappelen!” “Heb ik ervaring mee, Joline. Laat ze eerst maar even naar de WC gaan, anders beginnen ze bij De Hogt te piepen dat ze moeten plassen…” Ik hoorde twee verontwaardigde snuiven en Charlotte snauwde: “Dat die twee rooie furies hun blaas nog steeds niet onder controle hebben, hoef je niet op ons te projecteren, Kees Jonkman!”
Ik pakte mijn jas en sloot m’n bureau af. “Rij jij met Gerben mee, Margot?” Een knikje volgde. “Heb je het adres van die dealer?” Weer een knik en Gerben zei: “Had ik al in m’n telefoon gezet, Kees.” “Mooi. Dames, heer: instijgen, rijden en straks aanvallen.” In de auto op de snelweg zei ik tegen Charlotte: “Jullie doen het woord, Lot. Gerben en ik kijken wel even naar de technische st…” Ze onderbrak me.
“Kunnen wij ook, Kees. We hebben een paar jaar in een transportbedrijf gewerkt, weet je nog? En aardig wat van sommige chauffeurs geleerd. Onder andere van John. Belangrijkste is dat de tractieaccu niet na vijf kilometer al leeg is; dan gaat de koop niet door. Het is een vrij zware auto, dus ook pittig in de wegenbelasting. Daar moet wel wat tegenover staan in de vorm van een fatsoenlijk aantal elektrische kilometers.” Ik keek in de spiegel. “Jullie zijn aardig bij de pinken, Lot. Dat technische verhaal had ik niet gezocht achter twee verlegen meisjes van de Biblebelt…” Ze giechelde. “Die uurtjes met John en een paar andere chauffeurs waren altijd leuk…” “Ja, dat zal wel”, reageerde Joline bits. “Mannenpraat tegen twee jonge meiden. Báh!” Lot bleef giechelen. “Eén van de weinige goeie herinneringen uit Groot-Ammers, Jolien…”
Ik hield m’n kop maar weer. Voelde weer de woede omhoog komen tegen pa en ma Bongers. Klootzakken met hun vrome praatjes. Joline zag het blijkbaar en legde een kalmerende hand op mijn been. Ik legde mijn hand bovenop de hare, als teken dat ik haar gebaar waardeerde. Zo reden we Son en Breugel binnen en parkeerde ik de auto op de parkeerplaats voor de klanten van het bedrijf. Gerben sloot aan en we stapten uit.
Even rondkijken leerde ons dat de potentieel nieuwe auto voor de zussen al gereed stond voor de uitgang van de showroom. We liepen naar binnen. Een verkoper zat in een kantoortje te bellen, maar hij legde z’n telefoon neer toen hij ons zag. “Dames, heren… Wat kan ik voor u doen?” Margot vertelde wie we waren en waar we voor kwamen. Hij wees. “Bekijk de auto gerust; ga er lekker in zitten, trek de motorkap open, enfin… Ik maak even dit telefoontje af en dan kom ik naar u toe!” Mooi, die begreep het. Lot en Margot deden de deuren open en de geur van een ‘nieuwe auto’ kwam ons tegemoet. Nu wist ik wel dat ook die geur in spuitbussen zat die in de autobranche best wel gebruikt werden, maar toch… Margot zocht even en draaide aan de knop om de motorkap open te doen.
“Eerst eens in de machinekamer kijken…” Daar was niet zoveel te zien; en net als bij mijn auto bijzonder weinig ruimte! Een grote kunststof afdekking over het feitelijke motorblok, onderin de dynamo, waterpomp en startmotor, de accu… de rest was behoorlijk afgeschermd. Ik bekeek de accupolen: geen ‘paddenstoelen’. En over het algemeen zag de motorruimte er netjes en schoon uit. Lot testte de spanning van de V-snaar: een duimpje kwam omhoog. En Margot keek even naar de vloer, ging op haar rug liggen en kroop onder de motor. Even later kwam ze overeind. “Netjes. Geen sporen van vloeistoflekkage, uitlaten zien er goed uit, geen roest, rubbers van de stuurinrichting zijn netjes…”
“Dat zal best, maar jouw jas niet meer, zussie!” Lot wees: op de achterkant van de jas van Margot zat nu een grote stofvlek. Ze haalde haar schouders op. “Lang leve de Biotex…” De verkoper was ondertussen klaar met zijn telefoon en kwam er bij. “U heeft onder de auto gelegen, mevrouw?” Hij schudde het hoofd. “Had dat even gezegd, dan had ik ‘m voor u op de brug gezet. Zonde van uw jas!” Margot haalde haar schouders op. “Een jas wassen is goedkoper dan fuseerubbers vervangen of een nieuwe uitlaat.” Hij knikte waarderend. “U heeft gelijk. Maar ik zie het niet vaak dat een dame onder de auto kruipt.”
Ik keek naar Joline; als de man op de seksistische toer ging, net als de wapenverkoper in Staphorst, stond hem een pittig uurtje te wachten… Maar Joline bleef haar gewone gezichtsuitdrukking houden: vriendelijk, een spoor van een glimlach om haar lippen. Lot ging achter het stuur zitten en moest even putsen met de elektrische bediening van de stoel. Margot ging naast haar zitten en ze kregen een korte instructie over de bediening. Die was iets uitgebreider dan mijn auto; logisch omdat het een plug-in hybride auto was. “De accu is opgeladen, dames; als het goed is zouden jullie zo’n 40 kilometer elektrisch moeten kunnen rijden.” De verkoper zweeg even en vervolgde toen: “Tenzij dat jullie de Nederlandse snelweg verwarren met de Deutsche Autobahn; dan gaat de accu wat eerder leeg.”
Lot schudde haar hoofd. “Dat doen we maar niet. Maar we willen wél een proefrit maken. En daarvoor heeft u waarschijnlijk onze rijbewijzen nodig.” Ze was goed bij de pinken! De verkoper knikte. “Als ik die even van u mag lenen… Dan maak ik daar een kopietje van.” Even later liep hij weg naar zijn kantoor. Joline keek de zussen aan. “En?” Margot knikte. “Als er niks technisch aan de hand is, wordt dit ‘m, Jolien.” En Lot knikte ook. “Ja. Mooie auto.” Ze giebelde. “En lekker stevig. Zal Rogier wel op waarde kunnen schatten, denk ik.” “Dan gaan we een eindje sturen, zus. Jij mag eerst. En Jolien, Gerben en Kees persen zich maar achterin. En Bengel helemaal achterin.” Joline leidde Bengel naar de achterklep en opende die. “Bengel: car!” De hond sprong er in en ik keek even. De bagageruimte was wat kleiner dan van mijn auto… Oh ja, logisch; het accupakket zat achterin, onder de bagageruimte. De vloer hiervan was dus hoger. Nou ja, ruimte genoeg… De verkoper kwam terug, met de rijbewijzen van de zussen.
“De groene kentekenplaten zitten er al op dames; u kunt vertrekken. Wel graag voor zeven uur terug zijn; ik wil vanavond ook de kinderen op tijd naar bed kunnen brengen.” “Gaat goedkomen! Tot straks!” Gerben, Joline en ik stapten achter in. Het was niet al te ruim met z’n drieën, maar het ging. De garagedeur ging open.
"Oké Lot, gas op de lollie!” Ze gniffelde en reed rustig weg. Het was even wennen, zo zonder motorgeronk. In mijn auto, hoe rustig je ook reed, hoorde je de diesel wel grommen. Hier alleen het geluid van de banden. Margot zette het adres van de garage in het navigatiesysteem en meteen begon de dame te roepen dat we bij de volgende rotonde rechtsomkeert moesten maken. “Oké, die doet het ook prima…” De radio werd ook getest en in orde bevonden. “Jammer dat Kees geen CD van een Engels orgel heeft meegenomen”, zei Joline plagend. “Expres niet schat. Dan zou jij onmiddellijk tegen Gerben aan in slaap vallen.”
Gerben keek vragend. “Komt nog wel een keertje, Gerben. Romantisch verhaal. Niet geschikt voor een proefrit in een mooie Volvo.” “Nou, maak me gek…” mompelde hij en vanaf de bijrijdersplaats klonk nogal kattig: “Dat gaat lukken meneer van Wiers! Als jij het lef hebt om met je hoofd op de schouders van Joline in slaap te sukkelen als ik erbij ben!” “En vergeet Kees niet; die zal er ook wel iets van vinden, schat ik zo in”, klonk het droog van achter het stuur vandaan.
Ondertussen draaide Lot de A50 op. “Zo. In de folder stond dat dit ding best wel een aardige acceleratie had als je ‘m in de stand ‘Power’ zet… Dat gaan we eens proberen.” Ze drukte de gewenste knop in, de diesel sloeg aan en we werden in de stoelen gedrukt. Lot zat met een brede glimlach achter het stuur. “Dit is iets anders dan een Scania, zusje!” En droogjes kwam het commentaar van Margot: “Ja. De boete ook, als jij zo door blijft scheuren.”
De snelheidsmeter stond ondertussen al op 135 en Lot liet het gas maar wat los. “Jij blijft ook een saaie Piet, Mar… We kunnen die boete toch met z’n vijven delen?” “Echt niet, Charlotte! Jij hebt je voet op dat gaspedaal, jij betaalt de boete! Duidelijk?” De stem van Joline klonk messcherp en ik knikte instemmend. “Zo is dat, Lotje. Dus: gedraag je!”
Zo, al kletsend en kibbelend reden we noordwaarts. De cruisecontrol werd getest: prima. Bij Uden reed Lot van de snelweg af en zette de auto op een carpoolplaats. “Zo zussie. Jouw beurt. Je hebt geluk: de accu is nog halfvol.” Lot ruilde met Gerben. “Als jouw vriendinnetje rijdt, mag jij er naast zitten.” Margot zette de bestuurdersstoel in een voor haar comfortabele stand, stelde de spiegels af en reed toen vlot weg, terug de snelweg op. Ik kon haar gezicht zien: ze genóót! Terug in Son reden we nog een stukje bebouwde kom en controleerden we of de achteruitrijsensoren en de camera van de auto goed werkten.
Ook deed Margot een pittige remtest: op een stukje industrieterrein waarschuwde ze en stampte toen op de rem. De vertraging was prima en de ABS deed het ook. “We zullen de airbags maar niet testen”, giebelde Margot. Ook de andere systemen werkten zoals het moest. Het enige wat niet aanwezig was, was de ‘dode-hoek-verklikker’: een lampje aan de buitenzijde van de spiegels wat je er op attent maakte dat er een auto in je dode hoek zat. Joline keek de specificaties na: die stond er wél bij! “Mooi onderhandelingspunt, meiden!”
Om klokslag zes uur reed Margot het terrein van de dealer op en zette de motor uit. Joline keek de zussen aan. “En?” Beiden knikten ze. “Dit wordt ‘m, Joline.” “Mooi meiden. Dan gaan we eens praten met die verkoper.” Ik haalde Bengel uit haar verblijf achterin de auto; die had het allemaal best gevonden. We liepen naar binnen en de man kwam uit z’n kantoortje. “Lekker gereden, dames?” De zussen knikten en Margot zei: “We denken dat we deze auto wel willen hebben. En daar gaan we nu even over praten.” Hij knikte. “Mooi. Eerst een kop koffie?” Met die voor ons keek hij ons aan. “Met wie moet ik gaan praten, dames? Of hebben de heren ook een stem?” Gerben schudde zijn hoofd. “Nee. Deze twee dames zijn op zoek naar een mooie, veilige auto. Dáár doet u zaken mee. Ik ben slechts de vriend van de knapste van de twee en dat stel dáár…” hij wees naar Joline en mij “…zijn goede vrienden. Dus u mag zaken doen met deze twee dames.” Joline knikte waarderend. “Netjes, Gerben. Wij verschuilen ons wel even achter onze kop koffie.” Ze glimlachte vriendelijk.
De zussen keken de verkoper aan en Margot begon. “Even voor de duidelijkheid: wij hebben beiden redelijk verstand van auto’s; we zijn opgegroeid in een transportbedrijf. Dus verdoe uw tijd niet aan onzin; daar prikken we vrij snel doorheen. Als we deze auto kopen, zijn dit onze voorwaarden: een ANWB-aankoopkeuring, Bovag-garantie van minimaal een half jaar en een APK die minimaal een half jaar geldig is. En er is iets wat wél in de specificaties stond, maar niet op de auto aanwezig is: de dode-hoek-indicatoren op de zijspiegels. En die willen we er op hebben, óf u kunt overwegen iets aan de prijs te doen.”
De verkoper fronste. “Geen dode-hoek verklikkers? Mag ik even kijken?” Hij griste de sleutel van tafel, liep weg, om even daarna terug te komen. “Inderdaad, u heeft gelijk… Verdorie, wat stom. En er in bouwen… Ja, dat zal vast wel gaan, maar wij kunnen dat niet. Dan moet de auto naar een Volvo-dealer, en dat kost klauwen met geld…” Hij keek de zussen aan. “Doet u eens een voorstel.”
Charlotte nam het gesprek over. “U heeft de auto te koop staan voor 27.990 euro. Inclusief poetsbeurt, grote beurt, afleveringskosten, een volle tank enzovoort. Dat laatste vinden we heel netjes, want met die zogenaamde ‘afleveringskosten’ maken de meeste autobedrijven de grootste winsten. Dus uw bedrijf heeft ondertussen wat krediet bij ons opgebouwd…” Hij onderbrak haar. “Mevrouw, het is niet ‘mijn’ bedrijf. Het is het bedrijf van mijn ouders; over een jaar of tien, als zij zich terugtrekken, hoop ik dat ik het over mag nemen.”
Lot knikte. “Oké. Maar nu even verder: we hebben géén auto om in te ruilen; dat scheelt u weer werk en gedoe. Maar: we zouden die dode-hoek dingen graag op de auto zien, maar u zegt dat dat handenvol met geld kost… Kunt u mij een indicatie geven?” De verkoper keek haar aan.
“Oei… Het systeem zelf kost als optie bij nieuwe auto’s ruim duizend euro, maar als je het naderhand in moet bouwen… Dat kost veel tijd. Zeg alles bij elkaar zo’n 5.000 euro, en dan zit ik denk ik nog aan de voorzichtige kant. Het is een Volvo, en dat houdt in: een redelijk prijskaartje.” Ik bromde. “Ja, hou op, schei uit… Ik weet er alles van.” Joline giechelde. “Je had ook een Mini kunnen kopen, Kees. Daar is een nieuwe startmotor zelfs gratis…” Ze keek me plagend aan.
De verkoper keek afwisselend naar Lot en Margot. “Ik zit er niet op te wachten om zo’n systeem te laten inbouwen, dames. Los van het feit of er een Volvo-garage in de buurt dat ‘even’ wil doen.” Lot knikte. “Begrijpen we. Als we nu eens het volgende doen: U laat deze auto keuren door de ANWB. In Eindhoven zit zo’n keuringsstation. Als deze de auto goedkeurt: prima, dan willen we hem kopen. U maakt de auto klaar en verkoopt hem ons voor 24.000 euro. U hoeft niets te laten inbouwen, wij kijken wel een keertje extra over onze schouder als we van rijstrook willen wisselen. Deal?” In gedachten applaudisseerde ik voor Lot. Wát een gehaaide tante…
De verkoper keek haar nadenkend aan. “25.000, mevrouw.” Lot schudde haar hoofd. “Daar gaan we niet in mee. Zoals ik al zei: we hebben niets om in te ruilen, dat scheelt u veel werk. De auto staat te koop voor, op een tientje na, 28.000 euro; u heeft er weinig werk aan en bespaart 5.000 euro door de dode-hoek-dingen niet in te laten bouwen.”
Margot boog zich voorover en zei, liefjes lachend: “Kijk, we kunnen ook de bitch uit gaan hangen en eisen dat u die dode-hoek-indicatoren wél in laat bouwen… Dan betalen we u netjes die 27.990 euro. Want voor dié prijs staat de auto te koop. Inclusief die, ondertussen waarschijnlijk door u verfoeide, dode-hoek-indicatoren…” De verkoper keek hen beurtelings aan. “Sorry dat ik het zeg, maar jullie zijn wel bijzonder handige onderhandelaars… Mijn complimenten, jullie hebben gewonnen. 24.000 euro. Inclusief aankoopkeuring, BOVAG-garantie, APK, afleverbeurt, poetsbeurt en volle tank en accu.” Hij grijnsde even. “De laatste was u vergeten.” Hij stak zijn hand uit en Lot en Margot schudden die.
“Mooi. Nu even zakelijk; wij vragen een aanbetaling van tien procent, te voldoen bij de beslissing van aanschaf. Nu dus. Met uiteraard in het koopcontract dat dat bedrag wordt geretourneerd als de auto niet door de keuring komt.” Lot knikte. “Zal ik dat regelen, Margot?” Ze keek pesterig. “Dan mag jij je rekening plunderen voor de rest…” Margot gaf haar een trap. “Vals kreng!” Gerben, Joline en ik zaten het even aan te kijken. “Zeg dames, laten jullie elkaar een beetje heel? Een rolstoelbus met zo’n hydraulische klep is een heel stuk duurder, hoor.” Gerben keek hen beurtelings aan en we moesten lachen. Bengel keek op en deelde in het lawaai met haar ‘wolvenhuil’.
Een half uur later was ook het zakelijk deel van de koop afgerond. De verkoper waarschuwde nog even. “Dames, om teleurstellingen te voorkomen: De auto rijdt hier niet ons terrein af als hij niet betaald is. Zorg dus dat u uw bankzaken in orde heeft voor u de auto komt ophalen.” Lot en Mar knikten. “Dank voor de hint. We zien elkaar vrijdagmiddag!” Joline, Charlotte en ik liepen naar mijn auto; Margot nam even afscheid van Gerben. Die zou naar Waardenburg rijden. “Ik wil niet het risico lopen dat ik moet aansluiten bij jullie loopgroepje, Kees!”
Lot keek hem aan. “Wat ben jij een watje, zeg…” Hij grijnsde. “Wacht maar, aanstaande schoonzus. Ik loop je nog een keer het snot voor de ogen!” Met die gedenkwaardige uitspraak stapte hij in zijn eigen auto en met een tik op de claxon reed hij weg. De zussen stapten achter in de Volvo, Bengel in de kofferruimte achterin. Gedurende de rit was het stil. Fijn, want ik moest me door Eindhoven worstelen en het was nog best druk. En eenmaal in Veldhoven, in de lift, zei Joline: “Wij koken vanavond, dames. Jullie hebben het best druk gehad; een auto kopen is geen dagelijks werk.”
Lot keek haar aan. “Klopt, Jolien. En ‘even’ 24.000 euro uitgeven doen we ook niet elke dag. Best even slikken.” Joline knikte. “Er zijn dagen dat ik die hoeveelheid geld ook niet in m’n tasje heb. Vrij veel dagen zelfs.” Ze keek naar mij. “Eerst nog wat drinken, Kees?” “Goed plan, mooie dame. Koffie?” Lot en Mar schudden hun hoofd. “Nee, geef ons maar een glas appelsap. Geen koffie meer, dan stuiteren we het bed rond.” Even later zaten we rustig aan de appelsap en keek Joline de zussen aan.
“Zo. En nu eens even over jullie! Wat zijn jullie een stelletje geslepen krengetjes. Eerst over die dode-hoek dingen beginnen en die verkoper uitvragen hoeveel het monteren ervan kost… En vervolgens de man ijskoud confronteren met het feit dat hij kan kiezen: óf die dingen monteren, wat hem minimaal 5.000 euro gaat kosten óf een korting van bijna 4000 euro geven… Ik zat me bijna plaatsvervangend te schamen voor jullie!”
Ze giechelden en Margot zei: “Lieve Jo. Net als jij zijn we Bachelor Economie. En we zijn opgegroeid tussen auto’s. Oké, vrachtauto’s, maar dan nog; we weten wel iets van die markt. Met name in de occasionmarkt zijn de marges best hoog. En de klanten over het algemeen redelijk onwetend én, wellicht het belangrijkste: ze willen zo’n auto hébben! Zeker als ze er in hebben gezeten en ermee gereden hebben; dan slaat de hebberigheid in volle kracht toe. En een béétje verkoper maakt daar heel handig gebruik van…”
Ze keek onschuldig. “Dat noemen ze ‘markteconomie’, Joline. Wel eens van gehoord, of zat je tijdens dat college van professor van Weenen weer eens te slapen?” Lot en ik schoten in de lach en Joline gromde. “Jij moet vanaf nu héél goed oppassen, tutje!” Margot gniffelde. “Nu was deze meneer redelijk netjes en eerlijk, maar ik zou de autoverkopers de kost niet willen geven die je het vel over je neus trekken. Hij wil verkopen. Tja… en soms zit het mee, soms zit het tegen. Hoe dan ook: degene die de gegevens van die auto op de website heeft gezet, gaat een zware pijp roken, denk ik…”
Ik knikte. “Ik vrees het ook. Hoe dan ook: jullie zijn nog steeds een prima op elkaar ingespeeld team. De één geeft de voorzet, de ander kopt ‘m moeiteloos in… Ik had moeite om m’n lachen in te houden toen jij ‘m de duimschroeven aandraaide, Margot. Kiezen of delen: 27.990 euro mét dode-hoek-indicatoren en een heleboel gesodemieter of 24.000 zónder… Als Theo dit hoort… Die ligt onder z’n bureau van het lachen, dat weet ik zeker!” “Of Gertie”, vulde Joline aan. “Die kan dit soort tactieken wel waarderen, denk ik.” De zussen keken elkaar breed lachend aan en gaven elkaar een ‘high five’. Joline stond op. “Kom Kees, we gaan koken. De dames hier hebben keihard gewerkt, die verdienen even rust."
Ik knikte. “Nou, inderdaad. In tien minuten tijd 4.000 euro verdiend. Iemand anders, een teamleider bij DT bijvoorbeeld, moet daar bijna een maand voor tekenen.” Er kwam een spottend, tweevoudig lachje uit de huiskamer. “Had je maar een vak moeten leren… Majóór!” Ik keek Joline aan; die had een brede smile op haar gezicht. “Ik zeg maar even niks meer, Kees. Je hebt je lesje nederigheid vandaag wel weer gehad. Koken!”
En drie kwartier later zaten we te eten. Simpel: aardappelen, snijboontjes met spekjes en een waterijsje toe. De zussen lieten Bengel uit, en Joline en ik ruimden de afwasmachine in. Toen ze terugkwamen wensten de zussen ons welterusten. “We hebben het wel weer gehad voor vandaag. Een auto kopen is best vermoeiend! Welterusten…” Joline stond ook op. “Kom, stoere ridder, wij gaan er ook in. Ja, het is vroeg, ik weet het, maar morgen gaan we weer rennen tussen de middag, morgenavond komt John hier eten en donderdag sta jij weer in Vught te blazen. En wat we vrijdag doen, weet ik nog niet, maar we gaan in ieder geval naar Mariëtte.”
Ik knikte. “Druk, druk, druk, gekkenhuis hier. Ik had beter op de TU kunnen blijven werken…” De reactie kwam natuurlijk meteen. Joline draaide zich om en zei, haar ogen vlak bij de mijne: “Jaja… En dan gestrikt worden in de netten van de een of andere vrouwelijke student, zeker? Zo’n jong, eerstejaars ding met een plissérokje aan en witte sokjes aan haar voetjes? Ik dacht het niet meneer. Je bent van mij en dat zul je weten ook!” Ze zag mijn blik. “En nee, dát spelletje gaan we vanavond niet spelen! Je mag lekker naast me liggen en me warm houden, maar ik slaap binnen vijf minuten nadat ik lig.”
“Ja schat, goed schat…” We zoenden even. “En ik vind het heerlijk om tegen jou aan te liggen, ridder. Maar echt: ik ga als een malle slapen Kees. Hard gewerkt vandaag.” Ze hield woord; binnen vijf minuten na onze ‘welterusten-knuffel’ sliep Joline al. Ik lag op mijn rug nog even te genieten van de onderhandelingstactieken van Lot en Mar. Wát een stel vreselijk gehaaide meiden…
Zonder al te veel bijzonderheden kwamen we een uur later bij DT aan. De zussen waren wat opgewonden en vertelden dat ze vanmiddag een auto zouden kopen. “Hoho dames… We gaan een auto bekijken. En een proefrit maken. En als het ding bevalt, gaan we eens in onderhandeling over de koop.” Joline keek streng.
Fred keek de dames aan. “Moet ik meegaan, meiden? Om de prijs een beetje te drukken, zeg maar?” Joline katte: “Dan ga je zeker op de verkoper zitten? Ja, die is dan wel gedrukt, ja. In elkaar.” Fred schudde zijn hoofd. “Wat denkt u weer slecht van mij, geliefde leidinggevende.” “Ik ken je langer dan vandaag, nederig ondergeschikte.” Joline lachte nu en Fred bromde: “Kees, doe er iets aan! Je vrouw zit je bud in de maling te nemen. Dat laat jij toch niet toe?”
Ik moest even denken over een passend antwoord. “Vriend… tien jaar geleden lagen wij naast elkaar in zo’n piepklein tentje. Toen had ik je wellicht verdedigd. Nu lig ik echter naast die blonde dame daar. En niet in gescheiden slaapzakken met een Diemaco en ‘zo’n vervloekte mitrailleur’ er in, maar gezellig onder één dekbedje. Begrijp je dat mijn belangstelling sinds die tijd een tikje veranderd is?” Hij keek me vanuit de hoogte aan. “Fijne bud ben jij. Ruilt me gewoon in voor een of andere blo…” Verder kwam hij niet.
“Fred van Laar! Kijk uit!” Joline’s ogen spuwden vuur. “Dekking zoeken, Fred! Zo meteen smijt ze met haar handtasje. En ik zag daar vanochtend een nogal fors strijkijzer inzitten…” Hij gniffelde en sloeg een arm om Joline heen. “Dat doet de dame niet waarmee ik samen getrouwd ben… Toch?” Joline giechelde. “Fred, het is dat iedereen hier weet dát we samen getrouwd zijn, anders hadden mensen er iets van gevonden. Mooie vent. Wanneer gaan weer eens samen dansen?” Fred bromde. “Over twee weken, mevrouw. Dan zijn Carlos en Juanita weer terug en mag ik je eindelijk weer eens in je billen knijpen.” Meteen veranderde de gezichtsuitdrukking van Joline. “Nog niét misschien, meneer van Laar! Dat doe je maar bij je eigen bruid. Die met die witte schoentjes, begrepen?” Haar ogen stond op scherp en Fred lachte haar uit. “Háp…”
Joline zuchtte. “Kees, doe er iets aan. Hij zit me te pesten!” Ik schudde mijn hoofd. “Nee schat. Hij staat.” Ze zuchtte. “Aan jou heb ik ook al niks. Mooie praatjes heb je, maar inhoudelijk… Theo had gelijk: je bent een kletsmajoor.” ‘In mijn geval een ‘tekenmajoor’, lieve echtgenote. Daar verdien ik m’n geld mee. En dat ga ik nú doen!” Joline zuchtte. “Bengel, kóm. Mee naar Backoffice, aan ’t werk!” Ik verdween naar mijn kantoortje, maar niet nadat ik haar een knipoog had gegeven. PC aan, nog even de mail bekijken voordat ik met de Piraten zou overleggen… Een kort mailtje van Theo waarin hij aangaf dat de bespreking van vandaag was uitgesteld; prima. Geen stress om op tijd terug te zijn. Hé... ook een mailtje van mevrouw van den Akker, aan Angelique geschreven en doorgestuurd naar mij.
‘Geachte mevrouw, u heeft niets te maken met het feit of en hoe ik mijn personeel uitbetaal. Juffrouw van den Hurk heeft in de drie weken in mijn bedrijf feitelijk niets gepresteerd. Bemoeit u zich met uw eigen zaken.’
Wát een trut… Straks even met An overleggen hoe we dit vrouwelijke varken konden knippen en scheren. Vrouwelijk varken… Hoe noemde je zo’n beest ook alweer? Oh ja: een zeug. Paste wel bij haar… Nu eerst andere zaken. Om tien uur, na een wat uitgelopen meeting met de Piraten, kroop ik weer achter m’n eigen PC. Lekker tekenen, Kees. Geen economisch gedoe of managements-zaken. Heerlijk!
Ik was verdiept in een schema voor een boorplatform toen ik de stem van An achter me hoorde. “Hoi Kees. Heb je even?” Ik sloeg de tekening op en draaide me om. “Voor de juriste van DT altijd, mevrouw. Helaas staan hier geen directiekoekjes op tafel…” Ze lachte. “Die biets ik wel even bij Theo. Een bak koffie erbij?” Ik knikte. “Dan haal ik die wel, dan kun jij onze directeur beroven van een paar koekjes.” Snel liep ik richting koffie-automaat. Eén beker zwart, één beker zwart met suiker. Terug op het bureau ging ik zitten. “Alstublieft, Meester Jacobs. Een bakje asfalt naar plaatselijk recept.” “Hé, ik heet geen Rob Boogers, hoor. Hier, jij een koekje. Eerlijk ruilen”
Ze keek me aan. “Wat gaan we doen met mevrouw van den Akker, Kees? Tenminste… heb je haar mailtje gezien?” Ik knikte. “Ja. Lompe trut. En ze heeft Irene gewoon laten zwemmen. Als ik zie wat die meid bij ons doet…” An knikte. “Ja. Superslim, een keiharde werker en altijd vrolijk.” “We gaan mevrouw van den Akker eens kennis laten maken met stookruimte 13 van de hel, An. Ze is familie van mevrouw de Rooij en via haar wil deze fijne club hun gram halen. Ik ga in de middagpauze wel even bij haar op bezoek.” Ik dacht even na. “Kun jij met me meegaan?”
Ze knikte, breed lachend. “Ik wil die stookruimte wel een keertje zien opengaan, Kees.” “Nou, trek dan gerust hittebestendige kleding aan, want het is daar nogal warm. Twaalf uur even die kant uit? We hoeven niet te rennen vandaag…” Ze knikte. “Zullen we Irene meenemen?” Ik keek twijfelend. “Ik weet niet of het verantwoord is om dat lieve meisje voorbij de poorten van de hel te laten kijken…” Angelique giebelde. “Misschien wel een lesje voor haar. ‘Maak Kees en Angelique nooit kwaad’. Wellicht handig.”
Ze deed één stap buiten de deur. “Irene, kun je even komen?” Toen die binnen was, zei Angelique: “Kees en ik gaan om twaalf uur even bij mevrouw van den Akker langs om te praten over jouw salaris. We willen graag dat jij mee gaat. Dus niet lopen vanmiddag, maar iemand even op een beschaafde manier op haar plaats zetten.” Irene keek van de een naar de ander. “Maar… wat is mijn meerwaarde dan?”
An glimlachte. “Simpel, Irene. Mevrouw van den Akker beweert dat jij drie weken lang niets hebt gepresteerd. Jij mag haar gaan vertellen wat je ondertussen hier gedaan hebt, dus dat de feitelijke schuld bij haar ligt; ze heeft je gewoon de kans niet gegeven om te laten zien wat je kunt. Maar sowieso los daarvan: onder jouw arbeidsovereenkomst, inclusief je veel te lage salaris, staat haar handtekening en de jouwe. Jij moet je aan bepaalde zaken houden, zij ook. Inclusief salaris. En dat mag je haar fijntjes gaan vertellen.
Bereid dat dus even voor. Zet het op papier, repeteer het een paar keer, bereid je voor op stekelige opmerkingen en bereid je antwoorden daarop ook voor. Dan pak je één post-it, zet daar een paar steekwoorden op en vanaf die post-it hou je je toespraakje. En zo min mogelijk spieken. Je hebt nu nog een uur en drie kwartier de tijd; tijd zat.”
Irene werd wat rood. “Een toespraak tegen haar? Binnen een halve zin word ik afgebekt.” Ik schudde mijn hoofd. “Ik zorg er wel voor dat dat niet gaat gebeuren, Irene. Ik weet wat dingetjes van mevrouw; die gaat zich echt wel koest houden. En vanavond heb jij je achterstallig salaris op je rekening staan, dat weet ik zeker. Húp, aan ’t werk, kwart voor twaalf in de startblokken!” Met een verlegen lachje verdween ze. “Komt goed, Kees. Die is niet dom, daar komt een aardig toespraakje uit. En waarschijnlijk zonder spiekbriefje, want onze vriendin Irene heeft een prima werkend geheugen.” “We gaan het zien, An. Maar vanavond heeft ze haar salaris binnen, ander wordt Kees écht onaangenaam.”
An deed twee stappen richting deur en zei toen plagend: “Is er een verschil met normaal dan?” Ik zuchtte maar weer eens. “Opbokken jij. Ga maar kleine lettertjes bestuderen of zo.” “Tot straks, Kees…” Ik liep even naar Theo, om hem in te lichten. Die knikte. “Hard op haar bek laten gaan, Kees. Iemand die mijn bedrijf probeert te hacken en een van mijn medewerksters financieel benadeelt… Geen medelijden mee. Neem je Fred mee?” “Nee. Angelique. Veel gevaarlijker.” Hij schoot in de lach. “Op haar gebied wel, ja. Succes!” Hup, terug naar m’n eigen werk…
Om kwart voor twaalf stond Irene in de deuropening. “Kees…” Ik stond op. “Ja, we gaan. Angelique kwam ook aan lopen “Ik heb Joline al gezegd wat we gingen doen, Kees.” Shit… compleet vergeten. “Dank je wel An. Irene… heb jij je toespraakje gereed?” Die knikte. “Mooi. Instijgen, dames.” Eenmaal bij ‘Token design’ aangekomen, liepen we het gebouw binnen. Niemand achter de balie; een briefje met: ‘Bezoek éénmaal bellen s.v.p.’ Met een belletje er naast.
Dus… Na een paar seconden dook mevrouw van den Akker op. En haar gezicht stond meteen op storm. “Wat doen jullie hier?” Ze liep op Irene af en gaf haar een duw richting deur. “Ik heb gezegd dat ik je nooit meer wil zien, trut!” Ik beet haar toe: “Dan doet u de ogen maar even dicht, mevrouw! Maar blijf met je handen van een collega van mij af!” Ze keek me aan. “En jou wil ik ook nooit meer zien!”
“We zijn nog steeds niét aan tutoyeren toe, mevrouw. En u weet ondertussen donders goed wie ik ben en wat ik doe als ik nijdig ben, dus mond dicht en luister bijzonder goed naar wat mijn collega te vertellen heeft.” Ik knikte naar Irene en die begon. Uit haar hoofd, zonder spiekbriefje!
“Mevrouw van den Akker, ik heb hier drie weken gewerkt…” “Gewerkt? Niets zitten doen achter…” Verder kwam ze niet. “Mevrouw, u laat mijn collega uitspreken en onderbreekt haar niet nog een keer, anders word ik nijdig. U weet wie ik ben, u weet waartoe ik in staat ben. En kom me niet aan met ‘bedreigingen’, want de eerste die fysiek werd tegen mijn collega Irene was u. En meteen een waarschuwing: probeert u dat nog een keertje dan kunt u op eenzelfde behandeling als uw lieve nichtje Eugenie rekenen. En nu mond dicht en goed luisteren naar wat mevrouw van den Hurk te vertellen heeft.”
Ze keek me schichtig aan en Irene begon opnieuw. Vertelde in het kort dat ze had aangegeven veel meer te kunnen en willen doen dan alleen maar de deur openmaken en plantjes water geven, maar dat mevrouw dat geweigerd had. Irene besloot heel simpel, maar bijzonder effectief. “…Wij, Token Design en ik, hadden een arbeidsovereenkomst, mevrouw. Daarin staan mijn taken en verantwoordelijkheden. En mijn salaris. Aan geen van die zaken heeft u zich gehouden; ik was goed genoeg om de deur open te maken, koffie te zetten en neuzeldingetjes te doen. De rest mocht ik niet.
Dat ontslaat u echter niet van uw plicht als werkgever: salaris uitbetalen over de tijd dat ik hier gewerkt heb. Als u ontevreden over mijn werk was, had u dat in een functioneringsgesprek kenbaar moeten maken; dat heeft u niet gedaan. Uw keuze, mevrouw.
Maar ik eis van u: het salaris wat u mij schuldig bent, zijnde 954,85 netto, staat vanavond nog op mijn bankrekening. U mag het ook contant aan me geven, dan schrijf ik wel een kwitantie. Die liggen nog ergens achter de balie hier.”
De mond van mevrouw van den Akker was een beetje open gevallen. “En dat eis jij? Wie denk je wel dat je bent? Snotaapje!” Ik deed een stap naar voren. “Mevrouw, kijk uit wat u zegt. U heeft het tegen een bijzonder gewaardeerde collega van Developing Technics. Mevrouw van den Hurk heeft zich in de paar weken dat ze bij ons werkt, méér dan waargemaakt.
Ze beheert ons grote archief, is receptioniste, helpt ons Backoffice met een stukje boekhouding en ja, ze geeft soms ook de plantjes water. U had van haar kennis en kunde gebruik kunnen maken; u verkoos om dat niet te doen. Maar zoals mevrouw van den Hurk net terecht zei: dat ontslaat u niet van de plicht om haar salaris uit te betalen. En dat gaat u nú doen, mevrouw. U heeft vast wel uw bankzaken op uw mobiele telefoon staan.”
Ze was nu bleek en ik besloot om haar over het randje te duwen. “Nú, mevrouw. Anders kunt u uw familie gezelschap gaan houden. Ik heb de Arbeidsinspectie al een waarschuwing gegeven. Overtreding van de Arbowet is een economisch delict, mevrouw. Daar staan nogal pittige sancties op. Drie weken salaris betalen is een stuk goedkoper.”
Ze greep in een zak van haar colbertje en een smartphone kwam tevoorschijn. “Geef me je rekeningnummer!” Irene noemde het en mevrouw van den Akker was even aan het knoppenbonken. “En het bedrag?” “954,85 euro mevrouw. Netto, voor de duidelijkheid.” Irene zei het rustig, zonder met haar ogen te knipperen.
“Zo. Overgemaakt. En nu er uit jullie!” “Ik zal het even controleren, mevrouw.” Irene bleef rustig staan en ik deed één pas naar haar toe. Mevrouw van den Akker kon niet bij haar komen zonder binnen mijn bereik te zijn. Na een minuut knikte Irene. “Het is overgemaakt. Hoewel wat laat, maar goed: u zult het wel druk hebben gehad, zo zonder receptioniste. Enfin, de uitdrukking ‘tot ziens’ is waarschijnlijk niet op zijn plaats.”
En zonder blikken of blozen draaide ze zich om en liep de deur uit, Angelique achter haar aan. Ik keek mevrouw van den Akker nog even aan.
“Beste Luna: haal het niet in je hoofd om op één of andere wijze je gram te halen op mijn collega Irene. Ik heb geen consideratie meer met de familie de Rooij en verwanten. Eén actie tegen mij, mijn vrienden of het bedrijf waar ik werk en ik haal uit. Keihard. Je zult niet weten wat je overkomt. Vraag maar aan je familie hoe het voelt. Aan Floris met pijn in z'n scrotum, aan Eugenie met een hersenschudding en aan de nu failliete Marten met oorpijn. En zoals Irene net al zei: de gemeenplaats ‘tot ziens’ in waarschijnlijk niet van toepassing. Dag Luna.”
Ik draaide me om en liep de deur uit. We stapten in de auto; An en Irene achterin. Toen we eenmaal reden hoorde ik een diepe zucht. “Pfoe… Dát is achter de rug. Dank jullie wel dat jullie mee gingen!” Angelique zei zachtjes: “Jongedame, jij verdient een enorm compliment. Zoals jij je toespraakje hield… Uit je hoofd, haar steeds aankijkend… Niet veel meiden van jouw leeftijd hadden je dat nagedaan. Nietwaar, Kees?” Ik knikte. “Zeker weten! Je hebt haar keihard op haar nummer gezet, Irene. En die afsluiting vond ik helemaal perfect, dat ze het nu wel druk zou hebben zonder receptioniste… Ik had moeite om m’n lachen in te houden!”
Ik keek in m’n spiegel zag een blozend hoofd.
An trok haar even naar zich toe. “Je bent je plekje bij DT méér dan waard, dame. Lekker assertief, daar houden we wel van!” Eenmaal terug zat de meute nét in de groepsruimte te eten en koffie te leuten. En natuurlijk wist iedereen waar we heen waren geweest. “Kan mevrouw van den Akker nog fatsoenlijk lopen, Kees?” In Joline’s ogen waren de bekende pretlichtjes te zien. Ik knikte. “Ja, dat wel, maar haar ego heeft een enorme deuk gekregen… Dankzij deze tijger hier.” Ik wees op Irene.
“Vertel!” Ze kleurde weer. “Moet dat?” Ik knikte. “Herhaal je toespraakje richting die fijne dame nog maar een keertje.” “Ik weet niet of ik dat kan, maar goed…” Ze herhaalde haar toespraakje bijna letterlijk en even later klonk applaus. “Keurig, dame. Jij laat je de kaas niet van je brood eten!” Theo grinnikte. “En het geld heb je binnen?” Irene knikte. “Ze maakte het ter plekke over. Nou ja, Kees dreigde met de Arbeidsinspectie, dat hielp ook wel, geloof ik. En…” Ze fronste en keek me aan. “Een paar dingen gingen me wat te snel Kees. Jij refereerde ergens aan en je noemde namen…” Ze dacht even na. “Floris, Eugenie en Marten… Wie zijn dat?” “Lang verhaal, Irene. Het hielp in ieder geval wél en daar ging het om.”
Theo brak in. “Nou Irene… als je dat geld toch al binnen hebt, kan die salarisverhoging die ik in gedachten had, mooi achterwege blijven…” Marion begon te grommen, Angelique en Joline deden mee en keken Theo dreigend aan. “Ik geloof dat bepaalde dames van Backoffice daar niet zo vrolijk van worden… Nou ja, oké dan: Irene, jij hebt in die paar weken dat je nu hier werkt tot meer dan ieders tevredenheid gepresteerd. Je bent niet alleen receptioniste, maar kan boekhoudkundig ook het één en ander. En je bent bezig om ons archief mooi te stroomlijnen. Daarom vroeg Marion gisteren of je niet voor salarisverhoging in aanmerking kom komen. Want je doet veel meer dan je zou moeten doen.
En om te voorkomen dat je volgende week naar een ander bedrijf overstapt: je krijgt er twee periodieken bij. Met terugwerkende kracht, vanaf het moment dat je hier voor het eerst binnenstapte. En om het even concreet te maken: da’s netto zo’n 250 euro in de maand. En als je wilt mag je, als je je boterhammen op hebt, bij mij op het bureau een contract voor onbepaalde tijd tekenen.” Hij keek nu gemeen.
“Maar… Op één voorwaarde, dame. Wij zouden graag zien dat je weer gaat studeren. Iets wat je goed kunt, waar DT iets aan heeft en waar je lol in hebt. Denk daar goed over na. Graag wil ik aan het eind van de week antwoord welke studie je wilt gaan doen. En voor de duidelijkheid: die betaalt DT. En jij kunt die studieschuld aflossen door gewoon hier te blijven werken. Dan wordt er elke maand twee procent van die studieschuld kwijtgescholden.” Hij lachte nu voluit. “En doe je mond dicht, dat staat wat intelligenter.” Irene zat hem aan te gapen.
“Opslag én een vast contract én studeren? Wauw… Dat moet ik even laten zakken, hoor.” Fred bromde: “Doe dat maar niet tegelijk met je brood, anders verslik je je nog, juffie.” Marion giechelde. “Kijk uit, Irene! Als Fred met ‘juffie’ begint…” “Ik had zoiets al gehoord, ja.”
Theo stond op en gaf haar een hand. “Gefeliciteerd, meid.” We applaudisseerden en ze kreeg een rood hoofd. “Dank je wel, allemaal…” “En nu mee naar mijn bureau, je contract ondertekenen.” Theo deed de deur voor haar open.
“Zo, die is onder de pannen”, zei Joline en Margot knikte. “Mooi, zoals Theo dat doet.” Joline wees op Marion. “Zij heeft dit circus op gang gebracht, Margot.” Marion knikte. “Dat meisje is écht goed. En heeft een geheugen als een olifant. Daar gaan we heel veel plezier aan beleven.” Henk stond op. “En nu er uit, alle niet Piraten! Hier moet gewerkt worden!” Joline glimlachte. “Dus ik mag blijven? Gezellig… Ga je mee naar jouw bureau, Kees? Dan laten we Bengel wel even hier of die gaat mee met Mar en Lot…” Een lachsalvo volgde en ze verdween. Mét Bengel en in de deuropening nog een luchtkusje mijn kant uit.
De rest de middag was weer technisch: ik moest me verdiepen in de installatie van de boorplatforms die we dit najaar onder handen zouden nemen. Vier stuks, technisch alle vier vrijwel hetzelfde, maar qua details verschilden ze. En daar zat nou net de uitdaging…
“Kees! Afsluiten, we gaan auto’s kijken.” Plotseling stond Joline achter me. “Verrek… is het al zo laat?” Ze knikte. “Ja meneertje workaholic. We zouden om uiterlijk half vijf bij die dealer zijn, weet je nog? Opschieten, er staan hier twee zussen te trappelen!” “Heb ik ervaring mee, Joline. Laat ze eerst maar even naar de WC gaan, anders beginnen ze bij De Hogt te piepen dat ze moeten plassen…” Ik hoorde twee verontwaardigde snuiven en Charlotte snauwde: “Dat die twee rooie furies hun blaas nog steeds niet onder controle hebben, hoef je niet op ons te projecteren, Kees Jonkman!”
Ik pakte mijn jas en sloot m’n bureau af. “Rij jij met Gerben mee, Margot?” Een knikje volgde. “Heb je het adres van die dealer?” Weer een knik en Gerben zei: “Had ik al in m’n telefoon gezet, Kees.” “Mooi. Dames, heer: instijgen, rijden en straks aanvallen.” In de auto op de snelweg zei ik tegen Charlotte: “Jullie doen het woord, Lot. Gerben en ik kijken wel even naar de technische st…” Ze onderbrak me.
“Kunnen wij ook, Kees. We hebben een paar jaar in een transportbedrijf gewerkt, weet je nog? En aardig wat van sommige chauffeurs geleerd. Onder andere van John. Belangrijkste is dat de tractieaccu niet na vijf kilometer al leeg is; dan gaat de koop niet door. Het is een vrij zware auto, dus ook pittig in de wegenbelasting. Daar moet wel wat tegenover staan in de vorm van een fatsoenlijk aantal elektrische kilometers.” Ik keek in de spiegel. “Jullie zijn aardig bij de pinken, Lot. Dat technische verhaal had ik niet gezocht achter twee verlegen meisjes van de Biblebelt…” Ze giechelde. “Die uurtjes met John en een paar andere chauffeurs waren altijd leuk…” “Ja, dat zal wel”, reageerde Joline bits. “Mannenpraat tegen twee jonge meiden. Báh!” Lot bleef giechelen. “Eén van de weinige goeie herinneringen uit Groot-Ammers, Jolien…”
Ik hield m’n kop maar weer. Voelde weer de woede omhoog komen tegen pa en ma Bongers. Klootzakken met hun vrome praatjes. Joline zag het blijkbaar en legde een kalmerende hand op mijn been. Ik legde mijn hand bovenop de hare, als teken dat ik haar gebaar waardeerde. Zo reden we Son en Breugel binnen en parkeerde ik de auto op de parkeerplaats voor de klanten van het bedrijf. Gerben sloot aan en we stapten uit.
Even rondkijken leerde ons dat de potentieel nieuwe auto voor de zussen al gereed stond voor de uitgang van de showroom. We liepen naar binnen. Een verkoper zat in een kantoortje te bellen, maar hij legde z’n telefoon neer toen hij ons zag. “Dames, heren… Wat kan ik voor u doen?” Margot vertelde wie we waren en waar we voor kwamen. Hij wees. “Bekijk de auto gerust; ga er lekker in zitten, trek de motorkap open, enfin… Ik maak even dit telefoontje af en dan kom ik naar u toe!” Mooi, die begreep het. Lot en Margot deden de deuren open en de geur van een ‘nieuwe auto’ kwam ons tegemoet. Nu wist ik wel dat ook die geur in spuitbussen zat die in de autobranche best wel gebruikt werden, maar toch… Margot zocht even en draaide aan de knop om de motorkap open te doen.
“Eerst eens in de machinekamer kijken…” Daar was niet zoveel te zien; en net als bij mijn auto bijzonder weinig ruimte! Een grote kunststof afdekking over het feitelijke motorblok, onderin de dynamo, waterpomp en startmotor, de accu… de rest was behoorlijk afgeschermd. Ik bekeek de accupolen: geen ‘paddenstoelen’. En over het algemeen zag de motorruimte er netjes en schoon uit. Lot testte de spanning van de V-snaar: een duimpje kwam omhoog. En Margot keek even naar de vloer, ging op haar rug liggen en kroop onder de motor. Even later kwam ze overeind. “Netjes. Geen sporen van vloeistoflekkage, uitlaten zien er goed uit, geen roest, rubbers van de stuurinrichting zijn netjes…”
“Dat zal best, maar jouw jas niet meer, zussie!” Lot wees: op de achterkant van de jas van Margot zat nu een grote stofvlek. Ze haalde haar schouders op. “Lang leve de Biotex…” De verkoper was ondertussen klaar met zijn telefoon en kwam er bij. “U heeft onder de auto gelegen, mevrouw?” Hij schudde het hoofd. “Had dat even gezegd, dan had ik ‘m voor u op de brug gezet. Zonde van uw jas!” Margot haalde haar schouders op. “Een jas wassen is goedkoper dan fuseerubbers vervangen of een nieuwe uitlaat.” Hij knikte waarderend. “U heeft gelijk. Maar ik zie het niet vaak dat een dame onder de auto kruipt.”
Ik keek naar Joline; als de man op de seksistische toer ging, net als de wapenverkoper in Staphorst, stond hem een pittig uurtje te wachten… Maar Joline bleef haar gewone gezichtsuitdrukking houden: vriendelijk, een spoor van een glimlach om haar lippen. Lot ging achter het stuur zitten en moest even putsen met de elektrische bediening van de stoel. Margot ging naast haar zitten en ze kregen een korte instructie over de bediening. Die was iets uitgebreider dan mijn auto; logisch omdat het een plug-in hybride auto was. “De accu is opgeladen, dames; als het goed is zouden jullie zo’n 40 kilometer elektrisch moeten kunnen rijden.” De verkoper zweeg even en vervolgde toen: “Tenzij dat jullie de Nederlandse snelweg verwarren met de Deutsche Autobahn; dan gaat de accu wat eerder leeg.”
Lot schudde haar hoofd. “Dat doen we maar niet. Maar we willen wél een proefrit maken. En daarvoor heeft u waarschijnlijk onze rijbewijzen nodig.” Ze was goed bij de pinken! De verkoper knikte. “Als ik die even van u mag lenen… Dan maak ik daar een kopietje van.” Even later liep hij weg naar zijn kantoor. Joline keek de zussen aan. “En?” Margot knikte. “Als er niks technisch aan de hand is, wordt dit ‘m, Jolien.” En Lot knikte ook. “Ja. Mooie auto.” Ze giebelde. “En lekker stevig. Zal Rogier wel op waarde kunnen schatten, denk ik.” “Dan gaan we een eindje sturen, zus. Jij mag eerst. En Jolien, Gerben en Kees persen zich maar achterin. En Bengel helemaal achterin.” Joline leidde Bengel naar de achterklep en opende die. “Bengel: car!” De hond sprong er in en ik keek even. De bagageruimte was wat kleiner dan van mijn auto… Oh ja, logisch; het accupakket zat achterin, onder de bagageruimte. De vloer hiervan was dus hoger. Nou ja, ruimte genoeg… De verkoper kwam terug, met de rijbewijzen van de zussen.
“De groene kentekenplaten zitten er al op dames; u kunt vertrekken. Wel graag voor zeven uur terug zijn; ik wil vanavond ook de kinderen op tijd naar bed kunnen brengen.” “Gaat goedkomen! Tot straks!” Gerben, Joline en ik stapten achter in. Het was niet al te ruim met z’n drieën, maar het ging. De garagedeur ging open.
"Oké Lot, gas op de lollie!” Ze gniffelde en reed rustig weg. Het was even wennen, zo zonder motorgeronk. In mijn auto, hoe rustig je ook reed, hoorde je de diesel wel grommen. Hier alleen het geluid van de banden. Margot zette het adres van de garage in het navigatiesysteem en meteen begon de dame te roepen dat we bij de volgende rotonde rechtsomkeert moesten maken. “Oké, die doet het ook prima…” De radio werd ook getest en in orde bevonden. “Jammer dat Kees geen CD van een Engels orgel heeft meegenomen”, zei Joline plagend. “Expres niet schat. Dan zou jij onmiddellijk tegen Gerben aan in slaap vallen.”
Gerben keek vragend. “Komt nog wel een keertje, Gerben. Romantisch verhaal. Niet geschikt voor een proefrit in een mooie Volvo.” “Nou, maak me gek…” mompelde hij en vanaf de bijrijdersplaats klonk nogal kattig: “Dat gaat lukken meneer van Wiers! Als jij het lef hebt om met je hoofd op de schouders van Joline in slaap te sukkelen als ik erbij ben!” “En vergeet Kees niet; die zal er ook wel iets van vinden, schat ik zo in”, klonk het droog van achter het stuur vandaan.
Ondertussen draaide Lot de A50 op. “Zo. In de folder stond dat dit ding best wel een aardige acceleratie had als je ‘m in de stand ‘Power’ zet… Dat gaan we eens proberen.” Ze drukte de gewenste knop in, de diesel sloeg aan en we werden in de stoelen gedrukt. Lot zat met een brede glimlach achter het stuur. “Dit is iets anders dan een Scania, zusje!” En droogjes kwam het commentaar van Margot: “Ja. De boete ook, als jij zo door blijft scheuren.”
De snelheidsmeter stond ondertussen al op 135 en Lot liet het gas maar wat los. “Jij blijft ook een saaie Piet, Mar… We kunnen die boete toch met z’n vijven delen?” “Echt niet, Charlotte! Jij hebt je voet op dat gaspedaal, jij betaalt de boete! Duidelijk?” De stem van Joline klonk messcherp en ik knikte instemmend. “Zo is dat, Lotje. Dus: gedraag je!”
Zo, al kletsend en kibbelend reden we noordwaarts. De cruisecontrol werd getest: prima. Bij Uden reed Lot van de snelweg af en zette de auto op een carpoolplaats. “Zo zussie. Jouw beurt. Je hebt geluk: de accu is nog halfvol.” Lot ruilde met Gerben. “Als jouw vriendinnetje rijdt, mag jij er naast zitten.” Margot zette de bestuurdersstoel in een voor haar comfortabele stand, stelde de spiegels af en reed toen vlot weg, terug de snelweg op. Ik kon haar gezicht zien: ze genóót! Terug in Son reden we nog een stukje bebouwde kom en controleerden we of de achteruitrijsensoren en de camera van de auto goed werkten.
Ook deed Margot een pittige remtest: op een stukje industrieterrein waarschuwde ze en stampte toen op de rem. De vertraging was prima en de ABS deed het ook. “We zullen de airbags maar niet testen”, giebelde Margot. Ook de andere systemen werkten zoals het moest. Het enige wat niet aanwezig was, was de ‘dode-hoek-verklikker’: een lampje aan de buitenzijde van de spiegels wat je er op attent maakte dat er een auto in je dode hoek zat. Joline keek de specificaties na: die stond er wél bij! “Mooi onderhandelingspunt, meiden!”
Om klokslag zes uur reed Margot het terrein van de dealer op en zette de motor uit. Joline keek de zussen aan. “En?” Beiden knikten ze. “Dit wordt ‘m, Joline.” “Mooi meiden. Dan gaan we eens praten met die verkoper.” Ik haalde Bengel uit haar verblijf achterin de auto; die had het allemaal best gevonden. We liepen naar binnen en de man kwam uit z’n kantoortje. “Lekker gereden, dames?” De zussen knikten en Margot zei: “We denken dat we deze auto wel willen hebben. En daar gaan we nu even over praten.” Hij knikte. “Mooi. Eerst een kop koffie?” Met die voor ons keek hij ons aan. “Met wie moet ik gaan praten, dames? Of hebben de heren ook een stem?” Gerben schudde zijn hoofd. “Nee. Deze twee dames zijn op zoek naar een mooie, veilige auto. Dáár doet u zaken mee. Ik ben slechts de vriend van de knapste van de twee en dat stel dáár…” hij wees naar Joline en mij “…zijn goede vrienden. Dus u mag zaken doen met deze twee dames.” Joline knikte waarderend. “Netjes, Gerben. Wij verschuilen ons wel even achter onze kop koffie.” Ze glimlachte vriendelijk.
De zussen keken de verkoper aan en Margot begon. “Even voor de duidelijkheid: wij hebben beiden redelijk verstand van auto’s; we zijn opgegroeid in een transportbedrijf. Dus verdoe uw tijd niet aan onzin; daar prikken we vrij snel doorheen. Als we deze auto kopen, zijn dit onze voorwaarden: een ANWB-aankoopkeuring, Bovag-garantie van minimaal een half jaar en een APK die minimaal een half jaar geldig is. En er is iets wat wél in de specificaties stond, maar niet op de auto aanwezig is: de dode-hoek-indicatoren op de zijspiegels. En die willen we er op hebben, óf u kunt overwegen iets aan de prijs te doen.”
De verkoper fronste. “Geen dode-hoek verklikkers? Mag ik even kijken?” Hij griste de sleutel van tafel, liep weg, om even daarna terug te komen. “Inderdaad, u heeft gelijk… Verdorie, wat stom. En er in bouwen… Ja, dat zal vast wel gaan, maar wij kunnen dat niet. Dan moet de auto naar een Volvo-dealer, en dat kost klauwen met geld…” Hij keek de zussen aan. “Doet u eens een voorstel.”
Charlotte nam het gesprek over. “U heeft de auto te koop staan voor 27.990 euro. Inclusief poetsbeurt, grote beurt, afleveringskosten, een volle tank enzovoort. Dat laatste vinden we heel netjes, want met die zogenaamde ‘afleveringskosten’ maken de meeste autobedrijven de grootste winsten. Dus uw bedrijf heeft ondertussen wat krediet bij ons opgebouwd…” Hij onderbrak haar. “Mevrouw, het is niet ‘mijn’ bedrijf. Het is het bedrijf van mijn ouders; over een jaar of tien, als zij zich terugtrekken, hoop ik dat ik het over mag nemen.”
Lot knikte. “Oké. Maar nu even verder: we hebben géén auto om in te ruilen; dat scheelt u weer werk en gedoe. Maar: we zouden die dode-hoek dingen graag op de auto zien, maar u zegt dat dat handenvol met geld kost… Kunt u mij een indicatie geven?” De verkoper keek haar aan.
“Oei… Het systeem zelf kost als optie bij nieuwe auto’s ruim duizend euro, maar als je het naderhand in moet bouwen… Dat kost veel tijd. Zeg alles bij elkaar zo’n 5.000 euro, en dan zit ik denk ik nog aan de voorzichtige kant. Het is een Volvo, en dat houdt in: een redelijk prijskaartje.” Ik bromde. “Ja, hou op, schei uit… Ik weet er alles van.” Joline giechelde. “Je had ook een Mini kunnen kopen, Kees. Daar is een nieuwe startmotor zelfs gratis…” Ze keek me plagend aan.
De verkoper keek afwisselend naar Lot en Margot. “Ik zit er niet op te wachten om zo’n systeem te laten inbouwen, dames. Los van het feit of er een Volvo-garage in de buurt dat ‘even’ wil doen.” Lot knikte. “Begrijpen we. Als we nu eens het volgende doen: U laat deze auto keuren door de ANWB. In Eindhoven zit zo’n keuringsstation. Als deze de auto goedkeurt: prima, dan willen we hem kopen. U maakt de auto klaar en verkoopt hem ons voor 24.000 euro. U hoeft niets te laten inbouwen, wij kijken wel een keertje extra over onze schouder als we van rijstrook willen wisselen. Deal?” In gedachten applaudisseerde ik voor Lot. Wát een gehaaide tante…
De verkoper keek haar nadenkend aan. “25.000, mevrouw.” Lot schudde haar hoofd. “Daar gaan we niet in mee. Zoals ik al zei: we hebben niets om in te ruilen, dat scheelt u veel werk. De auto staat te koop voor, op een tientje na, 28.000 euro; u heeft er weinig werk aan en bespaart 5.000 euro door de dode-hoek-dingen niet in te laten bouwen.”
Margot boog zich voorover en zei, liefjes lachend: “Kijk, we kunnen ook de bitch uit gaan hangen en eisen dat u die dode-hoek-indicatoren wél in laat bouwen… Dan betalen we u netjes die 27.990 euro. Want voor dié prijs staat de auto te koop. Inclusief die, ondertussen waarschijnlijk door u verfoeide, dode-hoek-indicatoren…” De verkoper keek hen beurtelings aan. “Sorry dat ik het zeg, maar jullie zijn wel bijzonder handige onderhandelaars… Mijn complimenten, jullie hebben gewonnen. 24.000 euro. Inclusief aankoopkeuring, BOVAG-garantie, APK, afleverbeurt, poetsbeurt en volle tank en accu.” Hij grijnsde even. “De laatste was u vergeten.” Hij stak zijn hand uit en Lot en Margot schudden die.
“Mooi. Nu even zakelijk; wij vragen een aanbetaling van tien procent, te voldoen bij de beslissing van aanschaf. Nu dus. Met uiteraard in het koopcontract dat dat bedrag wordt geretourneerd als de auto niet door de keuring komt.” Lot knikte. “Zal ik dat regelen, Margot?” Ze keek pesterig. “Dan mag jij je rekening plunderen voor de rest…” Margot gaf haar een trap. “Vals kreng!” Gerben, Joline en ik zaten het even aan te kijken. “Zeg dames, laten jullie elkaar een beetje heel? Een rolstoelbus met zo’n hydraulische klep is een heel stuk duurder, hoor.” Gerben keek hen beurtelings aan en we moesten lachen. Bengel keek op en deelde in het lawaai met haar ‘wolvenhuil’.
Een half uur later was ook het zakelijk deel van de koop afgerond. De verkoper waarschuwde nog even. “Dames, om teleurstellingen te voorkomen: De auto rijdt hier niet ons terrein af als hij niet betaald is. Zorg dus dat u uw bankzaken in orde heeft voor u de auto komt ophalen.” Lot en Mar knikten. “Dank voor de hint. We zien elkaar vrijdagmiddag!” Joline, Charlotte en ik liepen naar mijn auto; Margot nam even afscheid van Gerben. Die zou naar Waardenburg rijden. “Ik wil niet het risico lopen dat ik moet aansluiten bij jullie loopgroepje, Kees!”
Lot keek hem aan. “Wat ben jij een watje, zeg…” Hij grijnsde. “Wacht maar, aanstaande schoonzus. Ik loop je nog een keer het snot voor de ogen!” Met die gedenkwaardige uitspraak stapte hij in zijn eigen auto en met een tik op de claxon reed hij weg. De zussen stapten achter in de Volvo, Bengel in de kofferruimte achterin. Gedurende de rit was het stil. Fijn, want ik moest me door Eindhoven worstelen en het was nog best druk. En eenmaal in Veldhoven, in de lift, zei Joline: “Wij koken vanavond, dames. Jullie hebben het best druk gehad; een auto kopen is geen dagelijks werk.”
Lot keek haar aan. “Klopt, Jolien. En ‘even’ 24.000 euro uitgeven doen we ook niet elke dag. Best even slikken.” Joline knikte. “Er zijn dagen dat ik die hoeveelheid geld ook niet in m’n tasje heb. Vrij veel dagen zelfs.” Ze keek naar mij. “Eerst nog wat drinken, Kees?” “Goed plan, mooie dame. Koffie?” Lot en Mar schudden hun hoofd. “Nee, geef ons maar een glas appelsap. Geen koffie meer, dan stuiteren we het bed rond.” Even later zaten we rustig aan de appelsap en keek Joline de zussen aan.
“Zo. En nu eens even over jullie! Wat zijn jullie een stelletje geslepen krengetjes. Eerst over die dode-hoek dingen beginnen en die verkoper uitvragen hoeveel het monteren ervan kost… En vervolgens de man ijskoud confronteren met het feit dat hij kan kiezen: óf die dingen monteren, wat hem minimaal 5.000 euro gaat kosten óf een korting van bijna 4000 euro geven… Ik zat me bijna plaatsvervangend te schamen voor jullie!”
Ze giechelden en Margot zei: “Lieve Jo. Net als jij zijn we Bachelor Economie. En we zijn opgegroeid tussen auto’s. Oké, vrachtauto’s, maar dan nog; we weten wel iets van die markt. Met name in de occasionmarkt zijn de marges best hoog. En de klanten over het algemeen redelijk onwetend én, wellicht het belangrijkste: ze willen zo’n auto hébben! Zeker als ze er in hebben gezeten en ermee gereden hebben; dan slaat de hebberigheid in volle kracht toe. En een béétje verkoper maakt daar heel handig gebruik van…”
Ze keek onschuldig. “Dat noemen ze ‘markteconomie’, Joline. Wel eens van gehoord, of zat je tijdens dat college van professor van Weenen weer eens te slapen?” Lot en ik schoten in de lach en Joline gromde. “Jij moet vanaf nu héél goed oppassen, tutje!” Margot gniffelde. “Nu was deze meneer redelijk netjes en eerlijk, maar ik zou de autoverkopers de kost niet willen geven die je het vel over je neus trekken. Hij wil verkopen. Tja… en soms zit het mee, soms zit het tegen. Hoe dan ook: degene die de gegevens van die auto op de website heeft gezet, gaat een zware pijp roken, denk ik…”
Ik knikte. “Ik vrees het ook. Hoe dan ook: jullie zijn nog steeds een prima op elkaar ingespeeld team. De één geeft de voorzet, de ander kopt ‘m moeiteloos in… Ik had moeite om m’n lachen in te houden toen jij ‘m de duimschroeven aandraaide, Margot. Kiezen of delen: 27.990 euro mét dode-hoek-indicatoren en een heleboel gesodemieter of 24.000 zónder… Als Theo dit hoort… Die ligt onder z’n bureau van het lachen, dat weet ik zeker!” “Of Gertie”, vulde Joline aan. “Die kan dit soort tactieken wel waarderen, denk ik.” De zussen keken elkaar breed lachend aan en gaven elkaar een ‘high five’. Joline stond op. “Kom Kees, we gaan koken. De dames hier hebben keihard gewerkt, die verdienen even rust."
Ik knikte. “Nou, inderdaad. In tien minuten tijd 4.000 euro verdiend. Iemand anders, een teamleider bij DT bijvoorbeeld, moet daar bijna een maand voor tekenen.” Er kwam een spottend, tweevoudig lachje uit de huiskamer. “Had je maar een vak moeten leren… Majóór!” Ik keek Joline aan; die had een brede smile op haar gezicht. “Ik zeg maar even niks meer, Kees. Je hebt je lesje nederigheid vandaag wel weer gehad. Koken!”
En drie kwartier later zaten we te eten. Simpel: aardappelen, snijboontjes met spekjes en een waterijsje toe. De zussen lieten Bengel uit, en Joline en ik ruimden de afwasmachine in. Toen ze terugkwamen wensten de zussen ons welterusten. “We hebben het wel weer gehad voor vandaag. Een auto kopen is best vermoeiend! Welterusten…” Joline stond ook op. “Kom, stoere ridder, wij gaan er ook in. Ja, het is vroeg, ik weet het, maar morgen gaan we weer rennen tussen de middag, morgenavond komt John hier eten en donderdag sta jij weer in Vught te blazen. En wat we vrijdag doen, weet ik nog niet, maar we gaan in ieder geval naar Mariëtte.”
Ik knikte. “Druk, druk, druk, gekkenhuis hier. Ik had beter op de TU kunnen blijven werken…” De reactie kwam natuurlijk meteen. Joline draaide zich om en zei, haar ogen vlak bij de mijne: “Jaja… En dan gestrikt worden in de netten van de een of andere vrouwelijke student, zeker? Zo’n jong, eerstejaars ding met een plissérokje aan en witte sokjes aan haar voetjes? Ik dacht het niet meneer. Je bent van mij en dat zul je weten ook!” Ze zag mijn blik. “En nee, dát spelletje gaan we vanavond niet spelen! Je mag lekker naast me liggen en me warm houden, maar ik slaap binnen vijf minuten nadat ik lig.”
“Ja schat, goed schat…” We zoenden even. “En ik vind het heerlijk om tegen jou aan te liggen, ridder. Maar echt: ik ga als een malle slapen Kees. Hard gewerkt vandaag.” Ze hield woord; binnen vijf minuten na onze ‘welterusten-knuffel’ sliep Joline al. Ik lag op mijn rug nog even te genieten van de onderhandelingstactieken van Lot en Mar. Wát een stel vreselijk gehaaide meiden…
Lees verder: Mini - 292
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10