Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: De Muze
Datum: 07-06-2024 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 2252
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 36 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Broer, Met Familie, Verlangen, Voyeurisme, Zus,
Vuur
“Kom tevoorschijn. Ik weet dat je daar bent!”

Ik sta als versteend in het gebladerte van het struikgewas. De verboden lust voor mijn tweelingzus Hadewych die vandaag voor de eerste keer opflakkerde, deed me in deze situatie belanden. Verborgen glurend naar haar naakte lichaam dat me heet maakt. Zo heet dat ik mezelf niet meer in de hand heb en daardoor mijn opgeheven pik des te steviger in mijn hand houd. Een enkele tel onoplettendheid deed me mijn aanwezigheid verraden.

“Wie ben je? Maak jezelf kenbaar!”
Langzaam waadt Hadewych achteruit, dieper het ven in. Zodra haar borsten in het water verzinken, neemt ze de handen weg die haar heerlijke heuveltjes afdekten voor mijn begerige blik.
Ze klinkt onbevreesd. Daar is ook geen reden toe. De voorbije jaren oefenden we in dit bos samen stiekem het zwaardvechten en boogschieten dat ik als schildknaap diende te leren. Ook bij het zwemmen en worstelen stond ze me bij. Ik moet toegeven dat ze vaak een grotere daadkracht dan mij tentoonspreidde waardoor ik meermaals het onderspit moest delven. Wee de man die haar zou proberen te verschalken.

Snel steek ik mijn opgewonden pik terug weg in mijn broek. Helaas is mijn tuniek net te kort om mijn hitsige toestand te verdoezelen. Er is echter geen weg terug. Ik duw de takken van het struweel opzij en zet enkele stappen naar voren.
“Arnoud, wat doe jij hier?”
“Ik moest je van mama zoeken. Ze is boos. Heel erg boos. Ik hoopte dat je naar hier zou komen.”
Hadewych stapt naar me toe. “Ik moest even weg. Er is iets... Ik moet iets uitzoeken. Dat kan niet binnen de muren van de burcht. Maar wel binnen mijn eigen muren. Ik... Waarom zat je eigenlijk tussen de struiken?”

De wondermooie borsten van Hadewych rijzen uit het water op. Ik heb geen keuze. Ik moet ernaar kijken. Pront openbaren ze zich aan de wereld. Aan mij. In het midden wijzen twee tepels fier naar voren. Ditmaal worden ze niet verstopt. Natuurlijk niet, ik ben haar broertje. Ontelbare keren zagen we elkaar naakt in dit bosmeertje als we verkoeling zochten in de hete zomer.
Hadewych ziet hoe mijn blik niet op haar gezicht gericht is. Ook zij laat haar ogen dalen en ontwaart de duidelijke aanwezigheid van mijn geilheid voor haar. Ogenblikkelijk laat ze zich in het water zakken. Ik houd mijn handen voor de verborgen verrader. Veel te laat, besef ik.
De waarheid komt aan als een klap in mijn gezicht. Het zal nooit meer hetzelfde zijn tussen Hadewych en mij. Ze was net getuige van mijn ware gevoelens voor haar. Onmiddellijk overviel de schaamte haar en verstopte ze zich voor mij. Ik wil niet weten wat ze nu over mij denkt. Ziet ze in mij de zondaar die ik denk te zijn? Eigenlijk was ik al veranderd toen ik haar eerder in de trappenhal zag spelen met haar borsten, haar hand reikend naar haar warme schoot. Nooit zal ik nog naar Hadewych kunnen kijken zonder haar verleiding te voelen.

“Ga maar terug en kondig mijn thuiskomst aan.”
De felle en standvastige toon waarmee ze dit uitspreekt, draagt ook een duidelijke afwijzing met zich mee. 17 jaar aan lief en leed worden in één ogen-blik afgesloten. Ik sla mijn ogen naar de grond en keer me om. Halfweg de beweging stop ik en kijk haar weer aan.
“Ik moet je waarschuwen. Ik weet waarom papa en mama je willen spreken.”
“Is mama haar toorn nog niet geluwd omdat ik de leiding niet wil nemen over het huishouden?”
“Het is erger dan dat.”
De spottende blik van Hadewych is onmiskenbaar. “Erger dan mama’s gramschap?” Ik reageer niet en kijk haar ernstig aan. Haar hele houding verandert meteen. Ze weet het. Ze kent me. Als ik, de eeuwige flierefluiter, niet meega in haar toon, dan is er hommeles. Ze wil rechtkomen uit het water, maar bedenkt zich.
“Kom je bij mij in het water?”

Net op het moment dat mijn lichaam de controle over zichzelf heeft herwonnen door de gedachte aan het afschuwelijke uithuwelijkingsplan van papa, ontstaat er weer verwarring. Gisteren zou ik zonder twijfel mijn kleding hebben uitgeschopt om snel het meertje in te spurten. Nu twijfel ik. Zal ik mijn piemel wel in toom kunnen houden?
Er is echter geen keuze. Toch draai ik mijn rug naar Hadewych en ontdoe me snel van mijn kleren. In volle vaart loop ik het water in, hopend dat ze mijn pik niet ziet die zich weer met lust aan het vullen is en daardoor al dikker is dan anders. Gelukkig grijpt het koele water in en bezweert hij de betovering van het verlangen.

“Wat is er aan de hand?”
Ik moet mezelf dwingen om niet naar beneden te kijken. Hadewych staat vlak voor me. Door het lichttroebele water kan ik haar voeten niet zien, maar toen ze me naderde, zal ik wel de vage schaduw van de haartjes op de plaats waar haar benen haar schat bewaken. En dan zijn er haar borsten. Zichtbaar drijvend voor me binnen handbereik.
Indringend kijk ik in Hadewychs ogen. “Ik hoorde papa tegen mama zeggen dat hij je wil uithuwelijken.”
Het vuur in haar ogen dooft lichtjes. Natuurlijk komt dat niet als een verrassing voor haar. Het is het lot van de jonkvrouw. Ze zucht kort. “Is het zover?”
“Aan Diederik!”

Hadewychs ogen sperren zich wijd open. Haar anders bleke gezicht kleurt rood en haar ogen vlammen op alsof er net wat van het zwarte stroperige pek over werd uitgegoten. “Vieze Diederik? Dat meen je niet! Is papa gek geworden? Weet hij dan niet wat voor een schoft dat is?”
“Dat zei mama ook, maar papa wil hem een kans geven. Een verbond met de heerlijkheid van zijn vader Nicolaas zou ons geen windeieren leggen. Hij denkt dat de verhalen over Diederik niet waar zijn, en dat hij gebukt gaat onder het verdriet om de dood van Adelheid.”
“Huh!” Het schampere geluid is de aankondiging van Hadewychs stijgende strijdbaarheid. “Verdriet? De enige reden waarom hij ooit verdriet zou hebben, is als iemand zijn schurftige lul afhakt, zodat hij de eerbaarheid van weerloze meisjes niet meer de afgrond in kan helpen. Je hebt toch zelf gezien hoe hij zich na de begrafenis van zijn beklagenswaardige vrouw, God hebbe haar ziel, probeerde op te dringen aan een van de kamermeisjes van zijn eigen nicht. Als zijn vader niet net was binnengekomen, dan waren de gevolgen niet te overzien geweest. En papa wil...”

Hadewych valt stil. Radeloosheid overmeestert haar en haar ogen vullen zich met de eerste tranen. Ze stort zich op mij. Haar armen sluiten zich om mijn lichaam en mijn schouder wordt nat van ander vocht dan het water uit het ven. Ik trek haar dichter tegen me aan om haar te troosten.
Haar warme huid verjaagt de kilte van het water. Zachtheid vlijt zich tegen me aan. En twee malse borsten. Ik ken het gevoel. Maar nu jaagt het nog meer tintelingen door me heen. Het prikkende gevoel van harde tepels. Ik mag me niet verliezen in het gevoel dat mijn hoofd dreigt over te nemen. De tepels zijn het gevolg van het koude water, niet van de opwinding. Toch?
Mijn handen glijden over haar rug. Ze ondersteunen mijn zachte sussende woorden, die op zich nietszeggend zijn, maar toch laten weten dat ik er voor haar ben. Op en neer gaan mijn armen, maar ik betrap me erop dat ze steeds lager gaan. Tot ik de bovenkant van twee billen bereik. Ik voel het spleetje dat hier begint en de weg naar haar heerlijke oase uitrolt. Al wat ik moet doen, is mijn handen verder laten afdalen om dan aan de voet van beide heuvels de warmwaterbron te vinden die...
De hitte duikt weer op in mijn lichaam. Mijn pik zwelt op en begint zijn weg in de richting van de haartjes die zich tegen mijn haartjes drukken. Ik hoor Hadewychs stem. ‘Ik wil het... ik wil het... ik wil het...’ Ik hoor het niet in mijn oren, maar in mijn hoofd. Ze hijgde het toen ze zich in de trappenhal overgaf aan haar lust.

Ik trek me los uit de omhelzing en stap snel weg in de richting van de oever waar mijn kleren op het gras liggen. “Kom, we haasten ons naar huis om papa zijn vreselijke plan uit het hoofd te praten.”
Terwijl ik uit het water stap, hoor ik Hadewych me volgen. Ik voel haar ogen op mijn lichaam branden. Ik vergis me niet. Hoewel we uiterlijk niet op elkaar lijken, is er wel een connectie. We hebben elkaar altijd aangevoeld. Van één ding ben ik zeker. Hadewych bekijkt me op dit moment met een meer dan bovengemiddelde aandacht. Wat ze van me denkt, dat wil ik niet weten.

Met mijn rug naar haar toe wrijf ik me met mijn tuniek droog. De wind zal die wel drogen als ik op Storm naar huis galoppeer. Snel kleed ik me weer aan.

Even later rijden we terug naar Maupertuus. De zon is zijn kracht kwijt en zakt langzaam in een roderige avondlucht naar de horizon toe. We stormen naast elkaar, in stilte. Eigenlijk wil ik vragen naar de reden van haar geilheid vandaag in de traphal. Ik wil haar zeggen hoe ze hierdoor een lust in me opwekte die verder gaat dan wat ik voor de meiden voel die ik af en toe neuk. Ik wil haar zeggen dat ik mezelf bijna verloor toen onze lichamen elkaar net omsloten. Ik durf niet.
Ze zou zeggen dat ik bezeten ben door de duivel en de exorcist uit de abdij erbij halen. In haar ogen zie ik een duistere vastberaden blik. Ik mag hopen dat die enkel om het naderende gesprek met onze ouders gaat. Dat ze zelf geen woord spreekt, waar ze anders een heuse praatvaar is tijdens onze ritjes, wil ik hier gemakshalve ook aan wijten.

Als we door de poort de burcht binnenrijden, zie ik vanuit een ooghoek hoe een poortwachter een page naar het hoofdgebouw stuurt. Over enkele minuten weet mama dat we terug zijn. Eigenlijk ben ik bevreesd voor wat er gaat komen. Ik ben de ruzie bij het avondeten nog niet vergeten. Twee roodharige vrouwen met een eigen willetje. Soms geeft dat vonken. Het is belangrijk dat we dit slim aanpakken.

Hadewych stapt aan de stallen af. Normaal gezien komt Johannes de staljongen direct helpen om haar paard Walewein af te tuigen en naar zijn plaats te brengen. Ditmaal is er geen spoor van hem. Zou hij bang zijn? Het scheelde daarstraks niet veel of hij was onder haar paard Walewein beland.
Ineens verschijnt de stalmeester. Hij neemt de teugels van haar over en fluistert iets in haar oor. Ze kijkt naar de grond en knikt.
Terwijl ik afstijg, keert hij zich naar mij en steekt zijn hand uit om ook de teugels van Storm te nemen. Met onze paarden verdwijnt hij naar binnen. Ik kijk naar Hadewych. Ze is in zichzelf gekeerd. Ik zie haar lippen bewegen zonder dat er geluid uitkomt. Dan sluit ze haar ogen, ademt een paar keer diep in en uit en stapt vervolgens een beetje onwennig de stallen in. Ik besluit haar te volgen.

Nu de zon bijna onder is, is het binnen vrij duister. Enkele fakkels tegen de muur zorgen voor net genoeg licht om me te oriënteren. Hadewych stapt zonder aarzelen naar de tuigkamer. Ik hoor zachte stemmen. Zodra Hadewych in het deurgat staat, verstommen ze. Ik kijk over haar schouder naar binnen en zie Johannes en een van de keukendienstmeiden. Ik herken haar. Het is Yda, het jongere zusje van Jutte, een van de dienstmeisjes die me af en toe op een lievere manier dienen.
Het meisje staat op de tippen van haar tenen en heeft haar armen rond zijn nek geslagen. Ze moeten net hebben staan zoenen, maar kijken nu in de richting van Hadewych. Even gebeurt er niets. De spanning in de lucht is om te snijden.

“Heb je even?” Hadewychs stem bevat niets meer van de felheid die ze sinds het avondeten had. Ik weet waarom ze hier is, waarom ze plots stilgevallen is en waarom ze zich heel onwennig gedraagt. Door haar roekeloze gedrag was Johannes bijna verwond geweest door Walewein. Haar kennende zal haar geweten haar met een schuldgevoel opgezadeld hebben.
Yda laat Johannes los. Hij draait zich naar Hadewych, zet zijn handen in zijn zij en kijkt haar uitdagend aan. “Ik luister!”
Ken je dat gevoel dat je in volle galop onderweg bent en je ziet in de verte zwarte wolken naar je toe drijven waaruit een stortvloed regent? Je weet wat er op je afkomt en dat het onvermijdelijk is, maar je moet erdoor. Datzelfde gevoel overvalt me. Ik heb geen idee wat Johannes bezielt. Normaal is hij een kalme hardwerkende jongen. Probeert hij soms indruk te maken op het meisje? Hoe dan ook heeft hij het naderende onheil over zichzelf afgeroepen.

“Luister je? Dat is goed!” Hadewych verheft haar stem niet, maar ze klinkt zo scherp als een naald. Ongenadig begint ze te prikken. “Luister dan maar heel goed. Niet alles wat jij uitspookt, blijft verborgen!”
Ik zie Johannes terugdeinzen. Hoewel de verwarring in zijn ogen af te lezen is, beseft hij tegelijk dat hij zijn kaarten overspeeld heeft.
“Weet je wel dat je boven op de hooimijt niet voor iedereen onzichtbaar bent?”

Plots gebeurt er veel tegelijk.
Mijn mond valt open omdat ik nu weet wat de oorzaak van Hadewychs geilheid was. Het raam waar ze zat, biedt inderdaad een mooi uitzicht op de hooimijt.
Johannes begint te stamelen en hij trekt helemaal rood weg. Bijna net zo rood als Hadewychs haren. Het is de bevestiging van mijn vermoeden.
Yda begint te tateren en loopt onze richting uit. “Mijn heer, zou ik uw hulp mogen vragen bij een klein geschil dat ik heb met mijn zus? U weet dat ze heel koppig kan zijn, en ze praat steeds vol lof over uw grote... eh... uw grote... wijsheid. Mag ik u dus om uw mening vragen over een... eh... gevoelig onderwerp?” Ze wringt zich tussen Hadewych en de deuropening door, pakt mijn hand vast en trekt me weg van de tuigkamer.
Achter me hoor ik nog net Hadewychs stem. “Ik stel voor dat ik dit voor één keer niet aan de stalmeester zal vertellen.”

Ik vergeef Yda haar onbeschaamdheid. Ook voor mij is het duidelijk dat zij waarschijnlijk bij Johannes op de hooimijt aanwezig was, maar dat ze de confrontatie met mijn zus wil vermijden. Voor Johannes is het te laat, maar ik gun haar de uitweg die ze zich net met een ongedwongen vrolijkheid toe-eigende.
Aan de stalpoort blijft ze staan. Dan pas heeft ze door dat ze mijn hand nog steeds vast heeft en licht geschrokken laat ze hem los.
Ik wil haar geruststellen. “Ga maar snel terug naar de keuken voor ze je daar missen.” Ze blijft echter een beetje treuzelend staan. “Is er iets?”
Van het open energieke meisje van zonet is geen spoor meer. Bedeesd kijkt ze me aan. “Zou ik toch nog uw mening mogen vragen?”
“Natuurlijk. Is er toch een geschil met Jutte?”
“Nee, geen geschil, heer... Eerder een onduidelijkheid... Jutte vertelde me dat u haar... ehm... Ze zei dat u haar een liedje had laten zingen dat ze nog nooit had gezongen. Ze kan helemaal niet zingen, weet u... dus... vroeg ik me af of u me kon vertellen wat ze daarmee bedoelt. Wil u me dat liedje ook leren?”

Als ik dacht dat Jutte al een geil opdondertje is dat me vrij moeiteloos rond haar vinger kan winden als ze weer eens last heeft van een jeukend kutje en een grote goesting, dan moet ze nu haar meerdere bekennen in haar zusje, dat recht voor me staat. Ze ziet er klein en frêle uit en kijkt me met dezelfde vragende ogen aan die jonge jachthondjes ook hebben als ze willen spelen. De onschuld erin wordt op hetzelfde moment tenietgedaan door een klein monkellachje op haar lippen dat verraadt dat ze wel degelijk weet dat ik Juttes kutje als een blaasinstrument bespeelde en haar zo in verschillende toonaarden haar genot liet uitzingen.

Er ontstaat een broeierige en uiterst gespannen sfeer. Voor een buitenstaander lijkt het misschien totaal onschuldig, maar de oogjes van Yda stralen ineens een grote ondeugendheid uit.
En dan is er nog haar wijsvinger. Daarmee probeert ze me helemaal horendol te maken. Het begint dat ze die op het midden van haar onderlip legt en hem tot tegen haar bovenlip duwt, alsof ze moet nadenken. De erotische kracht van deze beweging is ontegensprekelijk. Tijdens het gesprek dat volgt, zakt het vingertje behoedzaam naar haar kin en zo verder langs haar hals naar beneden. Ik moet moeite doen om mijn blik van haar vinger los te rukken en me te focussen op wat ze zegt, en ook dat is ondubbelzinnig dubbelzinnig.

Mijn hoofd is al verward genoeg door mijn plotse gevoelens voor Hadewych en het naderende gesprek met onze ouders. De flirtpoging van Yda moet onderbroken worden.
“Ik had begrepen dat Johannes jou vandaag nog heeft laten zingen?”
“Dat klopt, mijn heer, maar hij zingt steeds hetzelfde liedje. Het is wel fijn, maar volgens Jutte kent u een leuker wijsje, met meer aandacht voor de stem van het meisje.”
“Ik wil Johannes niet voor het hoofd stoten.”
“Oh, maar hij zingt met zovele meisjes, mijn heer. Hij is heel erg bedreven in het zoeken naar de vrouw met de mooiste stem. Ik zing enkel omdat ik het graag doe. Maar ik zing liever een duet.”

De vinger legde een achteloze weg af naar haar lendenen. Hij drukt nu tegen haar rok. Daardoor verschijnt er een lijnenspel in de stof die haar benen en de randen van haar venusheuvel tonen. Ze leiden allemaal naar één punt. De plaats waar haar kutje zich bevindt.
Ik kijk ernaar. Zij ziet me kijken. De vinger duwt harder. Ik zie hoe er een extra lijntje verschijnt, ze drukt de rok in haar gleufje.
“Wilt u met mij zingen? Samen?”
Ik kijk in haar ogen. Het uitdagende is helemaal verdwenen. Ik kijk in twee smekende puppy-oogjes, die niets meer hebben met het speelse van jachthondjes. Mijn hart smelt. Mijn pik verhardt. Verdomme, deze meid is goed!

“Ik heb geen idee waarom je met hem zou willen zingen. Ik heb het al gehoord, en veel plezier zal je er niet aan beleven.” Hadewych is achter Yda opgedoken en kijkt me strijdvaardig aan. “Kom, minstreel, we hebben nog een dringende taak te volbrengen.”
Ik moet toegeven dat ik op het punt stond om volmondig in te gaan op het aanlokkelijke voorstel van Yda. Mijn zus trekt me echter terug naar de harde werkelijkheid. De volgende dagen zal het door het toernooi te druk zijn om rustig met onze ouders te praten. Als we hen van het onfortuinlijke plan willen afbrengen om Hadewych met Diederik te laten huwen, dan moet het nu gebeuren.

Ik volg Hadewych die met een pijlsnelle pas naar de ridderzaal beent. Ze is er klaar voor. Dat is het minste dat je kan zeggen. En net dat baart me de meeste onrust. Ik zie hoe de vlam van verzet weer opflakkert. Een confrontatie met mama is het laatste dat we momenteel nodig hebben.

“Daar ben je dan! Waar was je naartoe? Hadden we je niet...”
“Ik moest weg! Ik moest mijn hoofd leegmaken. Hier lukte het niet. Ik voel me net een gevangene die vanuit de kerker toekijkt op het binnenplein waar de beul al klaarstaat om me aan de galg te…”
“Jongedame, stop met die kletspraat. We willen alleen dat je je eindelijk volwassen gaat gedragen en je taak ernstig neemt. Je moet...”
“Taak? Welke taak? Tegen de kok zeggen welke maaltijd hij moet bereiden? Tegen de meid zeggen dat ze niet mag vergeten de bedden te verschonen? Of is het mijn taak om me door jullie in het ongeluk te laten storten door met vieze Diederik te trouwen?”

In de ridderzaal veroorzaken de luide stemmen van mama en Hadewych een constant rollende donder die plots verstomt.
Papa, die afwachtend had zitten luisteren, heft zijn hoofd en kijkt me indringend aan. Zijn stem blijft zacht, maar klinkt toch scherp. “Arnoud, heb jij zitten luistervinken?”
Ik weet dat het geen vraag is, maar een terechtwijzing. Dit is niet het gedrag dat van een heer verwacht wordt. Schuldbewust kijk ik naar de grond. Ik voel zijn blik nog steeds op mij gericht.
Hadewych doorbreekt de stilte. “En dat is precies de reden dat we hier zijn. Jullie kunnen...”
“Jij bent geen man, Hadewych! Je bent een vrouw. Stop met te doen alsof je ooit een ridder zal kunnen worden. Gedaan met die kinderspelletjes!”

Ik kijk op naar Hadewychs gezicht. Alle spieren van haar gelaat lijken te verkrampen. Haar anders bleke teint wordt helemaal rood. Ze balt haar handen tot vuisten.
Ik weet wat dit betekent. Hadewych is als een geladen kanon waarvan de ontstekingsvlam snel het buskruit nadert. Nog enkele woorden van mama en haar woede zal een bres slaan in het wankele vertrouwen tussen beiden. In een laatste reddingspoging probeer ik de lont uit het kruitvat te halen.
“Mama, mag ik je even apart spreken?” Zachtjes duw ik mama de ridderzaal uit. Ze laat zich gewilliger doen dan ik verwacht had. Hadewych en papa hebben altijd al een goede band gehad. Hopelijk kan ze haar kalmte bewaren nu ze met hem alleen is.

“Wat is dat toch met die zus van jou? Waarom zoekt ze toch zo vaak de tweestrijd?” Mama zucht lusteloos. Haar woede is weg. Ze loopt naar een raam dat op het binnenplein uitkijkt en staart naar buiten. Ik ga naast haar staan en kijk dezelfde richting uit. Het is ondanks het duister nog steeds druk buiten. Knechten, meiden, ridders en boeren lopen door elkaar en zijn volop bezig met de voorbereidingen voor het nakende toernooi. Mijn ouders willen dat alles vlekkeloos verloopt en daarom liepen de gemoederen vandaag zo hoog op.
“Dat heb ik grootmoeder ook eens horen vragen.”
Mama draait haar hoofd en kijkt me niet-begrijpend aan.
“Toen ze hier eens op bezoek waren, stelde grootmoeder eens dezelfde vraag aan grootvader. Waarom je toch zo vaak de tweestrijd opzoekt.”
Gedurende enkele tellen zie ik een regenboog aan emoties over mama’s gezicht trekken. Mijn woorden hebben doel getroffen. Ik snap haar interne worsteling. Ze herkent in Hadewych haar jongere ik. Ze herinnert zich de strijd die ze zelf geleverd heeft tegen het keurslijf van de wereld waarin we leven. Ze weet dat er niet tegen op te tornen valt en wil Hadewych de nederlaag besparen die ze zelf gekend heeft.

Een sluier van zachtheid trekt over mama heen als de nevel bij het ochtengloren. Ze kijkt me liefdevol aan en een begrijpende glimlach siert haar lippen. “Snotjong!”
“Ik weet dat ik jullie niet had mogen afluisteren. Dat was fout van mij. Maar ik had een bang voorgevoel. En die is terecht. Ik weet dat Hadewych geen andere keuze zal hebben dan te trouwen. Dat beseft ze zelf ook wel. Maar Diederik is geen goede keuze, mama! Dat weet jij toch ook?”
“Je vader wil enkel het beste voor onze heerlijkheid. Ons volk rekent op ons.”
“Dat begrijp ik, mama. Maar er moeten toch betere mogelijkheden zijn?”
“Ik weet het niet. Binnenkort wordt ze achttien. Ik vrees dat we te lang hebben gewacht. Dat is onze fout. We hoopten dat ze uit zichzelf zou inzien wat haar rol zou moeten zijn. Ze is een prachtige vrouw, maar haar koppigheid is gekend. Haar reputatie maakt het niet gemakkelijker.”
“Dat heeft papa niet tegengehouden om voor jou te kiezen.”
De glimlach op mama’s mond wordt nog mooier. Ik zie haar wegdromen naar andere tijden. Heel even maar. Dan wint de ernst het weer. “Ik heb beloofd om Diederik en zijn vader uit te nodigen voor een maaltijd. Vertrouw op je vader. Hij heeft mensenkennis en zal niets ondoordacht beslissen. Als Diederik echt niet deugt, doorziet hij dat wel.”

“Sorry!” Achter ons klinkt de stem van Hadewych. Heel zacht.
We draaien ons om en zien haar met waterige ogen staan. Mama opent haar armen, zet een stap naar voren en geeft haar een knuffel. “Ach, meid toch!”
Meer wordt er niet gezegd. Ook niet als mama weer de ridderzaal ingaat en Hadewych en ik naar onze kamer vertrekken.

Aan de traphal wacht Clara ons op. Eigenlijk wacht ze mijn zus op. Ze ziet de emotie op haar gezicht en legt even haar hand op Hadewychs wang. Dan buigt ze wat voorover en fluistert iets in haar oor. Ik heb geen flauw idee wat, maar ik zie Hadewychs ogen plots heel wijd opengaan.
“Dank je voor je hulp, broertje. Slaapwel!” Meer zegt ze niet, en sneller dan het een jonkvrouw betaamt, zie ik haar de trappen naar haar kamer bestijgen.
Clara kijkt me mysterieus aan en geeft me een knipoog. “Ik wens u voor straks een fijne nachtrust toe, jonkheer Arnoud.” Dan laat ze me alleen achter. Wat is er hier net gebeurd? Wat fluisterde ze in Hadewychs oor waardoor haar hele gemoed zo snel veranderde en ze zich naar haar kamer repte? En waarom spreekt Carla over straks? Ik heb geen verdere plannen meer. Of ben ik iets vergeten?

In gedachten verzonken ga ik naar mijn kamer. Ik vind het niet erg om te gaan slapen. Het was een drukke en bewogen dag, en dat zal met het naderende toernooi de volgende dagen niet beteren.

“Goedenavond, heer!”
Een zwoel klinkende stem doorbreekt mijn gedachten. Op mijn bed ligt een naakt meisje. Het is Yda. Ze ligt op haar zij en steunt op haar elleboog. Haar bovenste been ligt bevallig over het andere, waardoor er slechts een klein driehoekje van haar haartjes zichtbaar is. Ze heeft kleine tietjes die ik zo met de palm van mijn hand zou kunnen bedekken. In het midden van elke borst staat een tepel fier overeind.
“Ik ben klaar voor de zangles, heer.”
Samen met het uitspreken van deze zin draait Yda zich op haar rug. Ze spreidt ostentatief haar benen en blijft me opgewonden aankijken.

Ik begrijp direct de knipoog en het ‘voor straks’ van Clara. Zij was hier natuurlijk van op de hoogte. Ik besef plots dat Clara de moeder is van Jutte en Yda. Als ze weet dat Yda hier is, zou ze dan ook weten van mijn avontuurtjes met Jutte? Ik kan me niet voorstellen dat ik alles tegen mama zou vertellen.

Ik had nooit gedacht dit ik dit ooit zou denken, maar eigenlijk staat mijn hoofd niet naar seks. Er zijn te veel muizenissen in mijn hoofd. Morgen wordt bovendien een drukke dag. Als ik slim ben, jaag ik dit elfachtige wezentje zo snel mogelijk mijn kamer uit.
“Vanavond wordt er niet gezongen.” Terwijl ik naar mijn bed stap, frons ik mijn voorhoofd wat en probeer zo nors mogelijk te klinken. “Ik wil nu rusten.”
“Maar ik wil het...” Ik verstijf. Ze gebruikt net dezelfde woorden als Hadewych eerder deed toen ze zichzelf in het trappenhuis in volle geilheid betastte. Zelfs het smekende toontje is hetzelfde. De lust die me sindsdien achtervolgde en eindelijk verdwenen leek, neemt volledig bezit van me. Ik lijk wel behekst, want de gedaante van Yda vervaagt en verandert in het goddelijke lichaam van Hadewych. Haar rode haren waaieren als zonnestralen rond haar met sproetjes versierde hoofd uit op het bed. Ze kijkt me geil aan en haar lijfje begint te kronkelen.

Ik stap langzaam naar het bed toe. Mijn ogen doen wat ze aan het bosven niet durfden. Ze voeden zich aan de schoonheid van het naakte vrouwelijke lichaam. Het lichaam van Hadewych. Het mooiste lichaam dat ik ooit heb gezien.
“Kom maar! Bekijk me!”
De stem stelt me gerust. Ik mag genieten van de glooiende vormen, de bolvormige borsten, het tentoongestelde kutje met lipjes die weelderig kronkelen en de glinsterende geilheid openbaren. Mijn pik zoekt zich, niet voor de eerste keer vandaag, een uitweg naar de bevrijding. Ik help hem een handje. Terwijl ik onafgebroken naar de pure verleiding kijk, kleed ik me langzaam uit. Mijn hart pompt als gek. Mijn pik stijgt ten hemel. Mijn lichaam voelt zo heet aan als het haardvuur dat probeert om de kilte uit mijn kamer te verdrijven.
“Doe met me wat je wil.”
Meent ze dit nu? Heeft de geilheid mijn zus zo erg ingepalmd dat ze Gods geboden wil loslaten en de keuze maakt voor lust en genot? Tot gisteren zou ik haar eerbaarheid ten stelligste verdedigd hebben. Ik zou haar bekoorlijke lichaam bedekt hebben en met haar naar de pater zijn gegaan voor onmiddellijke geestelijke hulp. Nu wil ik haar enkel nog beminnen. Ik wil haar deelgenoot maken in de wereld van genot die al een tijdje voor mij is opengegaan.

Op mijn knieën kruip ik het bed op. De benen van Hadewych gaan nog verder open. Haar lipjes komen hierdoor een beetje van elkaar. Het zachtroze vlees van haar kutje lonkt me.
Ik laat mijn hoofd tussen de melkwitte dijen neerdalen. De zoeterige geur van seks kruipt in mijn neus. Ik raak bedwelmd en open mijn mond op zoek naar verse lucht. Maar in plaats van rustig in te ademen rolt mijn tong naar buiten. Vanaf de bovenkant van haar dijen lik ik me langzaam doch gretig een weg naar het kutje vlak voor me.
“Jaaa! Dat is waarop ik zat te wachten. Ooooh, Heere God!”
De aanmoediging doet me plaats en tijd vergeten. Mijn lippen vinden haar lipjes en ze zuigen ze één voor één mijn mond in, waar mijn tong ze likjes geeft. Steeds weer trek ik mijn hoofd een beetje terug om ze met dichtgeknepen lippen eruit te laten springen. Het lustvocht dat vanuit haar kutje druipt, lik ik dorstig weg. Ik werk mijn weg naar boven toe. Tot ik het knobbeltje zie dat het fijnste gevoel geeft. Zacht blaas ik ertegen. Hadewych kreunt.
Mijn tong draait rond het knopje dat langzaam wat harder lijkt te worden. Ik weet dat dit een teken is dat de opwinding bezit van haar heeft genomen. Dan plaats ik mijn lippen rond haar clitje en sabbel ik erop.
“Oooo, bespeel mijn instrument, heer!”

Instrument? Heer? Ik kijk op. Er is geen spoor meer van Hadewych. Ik lig tussen de benen van Yda. Is ze een heks? Betoverde ze me opdat ik zou denken dat ze Hadewych is? Werkt ze samen met de duivel? Of speelt mijn eigen hoofd spelletjes met me?
Ik voel me verraden door mijn eigen ogen, en ongelofelijk geil. Ik heb zin om Yda de deur te wijzen. Toch doe ik het niet. Mijn pik houdt me tegen. Dat en de hitsige stem van het meisje. “Waar wacht u op?”
Ik klim wat over haar heen, duw mijn eikel tegen haar lipjes en duw me naar binnen. De emoties kolken door me heen. Er is maar één manier om hiermee om te gaan. Ik begin te neuken. Het meisje is strak vanbinnen. Ik voel hoe mijn vlees haar vlees openduwt. Ze begint te kermen. Normaal gezien zou ik nu vragen of alles ok is. Ik doe het niet. Zij is degene die me hiertoe verleid heeft. Ze smeekt me erom. Hard en genadeloos pomp ik in en uit haar. Ik denk voorlopig even aan mijn eigen genot. Het voelt zalig. Dit heb ik nodig. Ik sluit mijn ogen. Aan de binnenkant van mijn oogleden zie ik Hadewych weer. Daar concentreer ik me op. Ik beeld me in dat zij het is die ik aan het neuken ben. Ik stel me voor dat het haar gekreun is dat ik hoor.
Ik open mijn ogen weer. Ik kijk recht in Yda’s ogen. Ze staan in vuur en vlam.
“Dank u, heer. Dit is inderdaad waar mijn lichaam naar verlangt. Stop niet, heer. Vul me met uw passionele razernij!”
Haar woorden maken me nog heviger. Ik grijp met mijn handen naar haar borsten en knijp erin. Als reactie knijpt zij met haar kutje in mijn pik.

Harder en harder gaan we. Ook zij laat haar lichaam opgejaagd meegaan in de deining van onze neukbewegingen. Ik voel dat we allebei naar het hoogtepunt toestormen waaraan we ons zullen overgeven. Slechts enkele tellen later volgt het ook. Ik spuit mijn zaad in haar schede. Het lijkt wel alsof ze erop zat te wachten, want haar kutje blijft kneepjes geven alsof ze elke druppel uit mijn pik in zich wil hebben. Ze hijgt alsof haar leven ervan afhangt.

Uiteindelijk trek ik me uit haar terug. Ik ga op mijn rug naast haar liggen. Moeheid overvalt me. Terwijl ik een droomloze slaap inglip, voel ik enkel nog het lichaam van Yda dat zich tegen me aanlegt en haar arm die me vastpakt. Dat deed nog niemand eerder bij me.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...