Klik hier voor meer...
Door: Guniath
Datum: 02-06-2024 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 4024
Lengte: Zeer Lang | Lezers Online: 1
Dit is het vervolg op: Nieuw Amsterdam - 7: Ondergaan
Samenloop
Verhalen

Het was prettig om naast elkaar wakker te worden. Colombe en Agisa lagen nog steeds dicht tegen elkaar aan. Dankzij de warmte van hun naakte lijven hadden ze geen nachtelijke koude gevoeld. Agisa werd eerst wakker. Ze snoof Colombes zoet geur op, terwijl ze haar ogen opende. Liefdevol kuste ze de donkerblonde meid op haar wang. Prevelend zei Colombe iets in haar ondiepe slaap.

Het liefst had Agisa haar vriendin laten uitslapen, ze zag er zo vredig uit. Helaas was er het dagelijkse werk dat gedaan moest worden. Het was trouwens verstandiger om Colombe zo snel uit het slaaphok te krijgen, zodat ze geen last kreeg met de Lenape. Agisa streelde met haar hand over Colombes rechterborst, zachtjes kneep ze in het meegevende weefsel.

‘Heh, … wat doe …’

Brabbelend opende de donkerblonde meid haar ogen, ze voelde Agisa’s hand aan haar borsten frunniken. Even voelde ze zich verstijven, terwijl ze zich afvroeg waarom ze naakt was. Een paar tellen later herinnerde ze de voorgaande avond. Vrolijk draaide ze zich om, zodat ze recht in de ogen van de halfbloed meid staarde. Enthousiast kuste ze Agisa vol op de mond, maar die hield deze keer haar lippen tegen elkaar.

‘Je moet weggaan. Ik heb mijn taken te doen.’

Colombe voelde een steek in haar zij, plots drong het weer tot haar door waar ze was. Gefrustreerd vloekte ze in elke taal die ze machtig was, waardoor Agisa in lachen uitbarstte: ‘Gekke meid.’

Om hen beide te verplichten om voort te doen, trok Agisa het wollen laken naar achteren. Het was behoorlijk fris zonder het warme deken. Vlug trokken ze hun warme tunieken weer aan, Colombe trok vervolgens haar mocassins aan haar voeten. Ze kuste Agisa een laatste keer vol op de mond, waarna ze met een rode blos het primitieve slaaphok verliet.

Eenmaal buiten besefte ze dat het afgelopen nacht gevroren had. De zon was nog niet écht op, zodat het oppassen geblazen was. Op de grond en tegen de daken zag je overal fijne witte plekken, waar vocht in ijsplekken was veranderd. Het was bijna november en vooral ’s avonds koelde het erg af. De volgende vier dagen vroor het ‘s nachts, terwijl het weer overdag erg wisselvallig bleef. De ijskoude regen maakte het buiten onplezierig, dus bleven de Lenape binnenshuis.

Agisa en de andere slaven maakten de langhuizen proper, voorzagen de dorpsinwoners van voedsel en vers water. Overnachten deden ze weer in het grote langhuis. Helaas mocht Colombe hen niet vervoegen. Samen met de jongvolwassene Lenape zat ze in één van de kleinste langhuizen.

De Lenape gebruikten koude en donkere dagen als manier om jongeren in het dorp met elkaar kennis te laten maken. De geslachtsrijpe jongvolwassenen die nog niet met iemand samenleefden, kwamen samen om verhalen te vertellen en liederen te zingen. Natuurlijk onder het toeziend oog van een oudere Lenape vrouw.

Colombe zat met een zevental jonge meiden aan de rechterkant van de ruimte. Allen waren ze tussen de zeventien en twintig jaar. Over hen zaten zes jonge kerels, die tussen de negentien en vierentwintig jaar waren. Tussen hen in brandde een vuur dat door de toeziende vrouw voorzien werd van droog hout. Het was ook zij die het evenement startte. Ze begon een verhaal te vertellen over de voorouders van de Lenape. Colombe luisterde gebiologeerd naar de mythe, waarbij dood en leven de centrale thema’s waren.

Het duurde tot ver in de middag voordat de oude vrouw zweeg. Colombe voelde haar maag knorren, ze keek om zich heen en zag dat enkele meiden aan het knikkenbollen waren. Gelukkig kwamen op dat moment twee slaven binnen die een grote aardwerken pot bij zich hadden. Een stoofpot werd onder de aanwezigen verdeeld. Na een kort bedankje aan de natuur aten ze het voedsel snel op.

Kruiken met een kruidendrankje dat licht alcoholisch was, ging vervolgens rond. De vrouw duidde ondertussen een jonge kerel aan, die over zijn overgangsritueel naar volwassenheid moest vertellen. Bij de Lenape moesten de jongens zich bewijzen door alleen op jacht te gaan. Pas wanneer ze dit volbracht hadden, werden ze als volwassen man aanzien. Lukte het je niet of was je te bang, dan bleven ze je als kind behandelen, ook al was je oud. Colombe kende echter geen mannelijke Lenape waar het niet bij gelukt was, allen waren ze in het ritueel geslaagd. Er hing natuurlijk veel van af, zoals het recht om te mogen trouwen en aanzien worden als een gerespecteerd lid van de gemeenschap.

Meisjes hadden een dergelijk ritueel niet. Ongeveer vier jaren na de eerste maandstonden werden meiden als volwassen beschouwd. Die extra jaren waren er als overgang tussen kind en vrouw, waarbij je de verantwoordelijkheden en taken van een moeder leerde. Gemiddeld gezien was je rond de zeventien à negentien dus volwassen. Dat wilde nog niet zeggen dat je direct een partner toegewezen kreeg.

De ene na de andere jongeman vertelde over zijn overlevingstocht. Sommigen waren maar kort aan het woord, anderen dramatiseerde alles. Het was buiten weer pikdonker, al merkte ze daar binnen toch niets van. De jongedame die naast Colombe zat, had haar hoofd tegen haar linkerschouder gelegd. Slaperig opende ze haar ogen, toen opnieuw twee slaven met eten binnenkwamen.

Na het eten kregen ze opnieuw het kruidendrankje te drinken. De vrouw eindigde de dag door een lang lied te zingen. Daarna moesten ze gaan slapen, iets wat Colombe moeilijk vond om op commando te doen. Haar volle maag hielp niet, ze dacht aan Agisa en hoopte dat die meer geluk had om in slaap te vallen. Haar gedachten vergleden naar Hugo, zou hij haar vandaag opgezocht hebben? Ze voelde een tik van een stok tegen haar lijf. De oude vrouw stond naast haar en maande haar mompelend aan om te slapen.



Zelfonderzoek

De tweede dag waren het de jonge meiden die over hun goede kwaliteiten moesten vertellen. Ieder van hen werd ook gevraagd om een lied te zingen. Gelukkig werd er van Colombe niets verwacht, ze was immers geen potentiële partner. Qua taal had het ook niet gelukt, de donkerblonde meid verstond de Lenape ondertussen aardig, maar spreken bleef moeilijk. Liever genoot ze van de mooie zangstemmen van de jonge vrouwen.

’s Namiddags werden ze eindelijk even vrij gelaten. Ze mochten het langhuis verlaten om zich te verfrissen. Omdat alles in groep moest gebeuren kreeg ze geen tijd om Agisa op te zoeken. Wat verlegen stond ze haar beurt af te wachten bij de wasbak, waar slaven net ervoor warm water in hadden gekapt. De zeven andere jongedames genoten in tegenstelling tot de donkerblonde meid met volle teugen van het evenement. Per twee à drie stonden ze in de wasbak en terwijl ze hun naakte lichamen reinigden, roddelden ze over de zes jongemannen.

Colombe kwam zo te weten dat één van hen niet uit dit dorp kwam, maar op bezoek was. Extra belangrijk dus om hem te imponeren, zeker omdat hij de zoon van een belangrijke krijger was. ’s Avonds sliepen ze weer in het langhuis en ook de dag erna werden ze daar gehouden. Verschillende soorten spelletjes werden gespeeld, waarbij het de bedoeling was elkaar beter te leren kennen. De jonge mannen en meiden amuseerde zich kostelijk. Colombe voelde zich opnieuw wat buitengesloten, geen van de gasten was in haar geïnteresseerd.

Blij merkte ze op dat de jongedame waarmee ze daarstraks in de wasbak gestaan had, ook weinig aandacht kreeg. Het was de oudste meid, ze was wat mollig en geraakte moeilijk uit haar woorden. Waarschijnlijk waren dat redenen om haar links te laten liggen, hoewel Colombe juist gevonden had dat ze het mooist kon zingen. De donkerblonde meid zette zich naast haar en samen entertainde ze elkaar wat.

Na het avondeten was er het moment aangebroken dat de toeziende vrouw het langhuis verliet. Die nacht zouden ze zonder begeleiding mogen slapen. Verschillende koppeltjes hadden zich gevormd. Ze lagen kriskras door elkaar. Volgens de Lenepe traditie was het nu toegestaan om elkaar fysiek te onderzoeken, dat wilde zeggen dat ze elkaar mochten strelen, knuffelen en kussen. Wat niet mocht was het ontbloten van de schaamstreek, ook niet om te voelen. De Lenape vertrouwden dat er genoeg sociale controle bij de jongeren onderling was, zodat die regel nageleefd werd. Colombe had zich naast haar nieuwgemaakte vriendin gelegd. Ze keek en luisterde even naar de andere aanwezigen. Genietend zag ze enkele kussen, naast hen was een jonge kerel met de borsten van zijn verkozen meid aan het spelen. Giechelend liet de jongedame hem doen, terwijl ze speels over zijn gezicht streelde.

Sommigen van hen deden dit niet voor de eerste keer. Colombe vroeg zich eigenlijk af hoelang het duurde voor je definitief een partner kon kiezen. Volgde er nog één of ander ritueel? Of draaide het rond status? Het horen en zien van al die liefdevolle geluiden en taferelen, wond de meid wel op. Een beetje stout trok Colombe haar tuniek omhoog, zodat ze met haar rechterhand aan haar spleet geraakte. Ze beet op haar onderlip, terwijl ze haar wijsvinger tussen haar lipjes liet glijden. Rustig begon ze over het kutvlees te strelen, waarbij ze merkte dat een bepaalde plek fijner was. Ze dacht aan Agisa’s vingerwerk, de halbloed meid had zich ook vooral geconcentreerd op de bovenkant van haar kutje. Plots merkte ze een klein bobbeltje, iets onnozels. Maar wanneer ze er met haar vinger overging, voelde het zo lekker aan. De sensatie was zelfs zo hevig dat ze er juist expres langs bewoog. Colombe maakte cirkelende bewegingen rond haar clitoris. Ze beet nog harder op haar onderlip om te voorkomen dat ze kreuntjes uit haar mond liet ontsnappen.

Niemand van de anderen merkte iets op. Ze waren allen te druk bezig met hun eigen genot. Enkel de mollige meid naast Colombe was met niets bezig, al had zij het plezier van snel in te slapen. Het gefriemel, gekus en ook het vingeren van haar kamergenoten stoorde haar niet. Zachtjes snurkte ze, terwijl Colombe voor de eerste keer zichzelf had laten klaarkomen. Nagenietend trok de donkerblonde meid haar tuniek weer goed. Ze legde zich weer op haar rug en sloot nu haar eigen ogen, deze keer geraakte ze makkelijker in dromenland.



Bevrijd



’s Ochtends werden ze wakker gemaakt door boze geesten. Dat wilde zeggen dat oudere mannen en vrouwen verkleed met maskers het langhuis binnenstormden. Met veel lawaai wekte ze iedereen. Ze maakten met stokken en houten speren wilde bewegingen naar de jongvolwassenen. Roepend en gillend sprongen ze recht en liepen ze naar buiten.

Het moet voor een buitenstaander gek overkomen, want plots stormde jongen mannen met enkel een lendendoek uit de deuropening. Nog gekker waren de jongedames tussen hen in, want ook zij hadden vaak nog enkel een stoffen lapje dat hun schaamstreek bedekte. Topless eindigden ze op de modderige weg die twee langhuizen scheidde. Enkel Colombe en de mollige meid hadden hun tuniek nog netjes aan. Met medelijden keek de donkerblonde meid naar de jonge vrouwen die koude regen over hun halfnaakte lijf voelde stromen. Bibberend wachtte ze tot ze weer naar binnen mochten gaan.

De oudere vrouw kwam met een groepje andere dorpsinwoners aangelopen. Zingend prezen ze hun voorouders en de goden, want ze hadden van hen een boodschap ontvangen. Er waren eerzame paren gemaakt. Terwijl de vrouw de jongvolwassenen weer naar binnen stuurde, zei ze tegen de aanwezigen mensen dat ze toekomstige vaders en moeders gezien had.

Colombe en de oudste meid werden tegengehouden toen ze weer naar binnen wilde wandelen. Een doek sloot de ingang af, waarna iemand hen toefluisterde: ‘Voor jullie heeft de grote moeder niemand gevonden …’

De donkerblonde meid begreep het, de Lenape zagen deze rituelen als een manier om jongeren zelf te laten kiezen met wie ze oud wilden worden. Niet dat de ouders hier per se rekening mee moesten houden, maar het was toch een manier om ze een stem te geven. Het andere voordeel was dat losbandigheid ook enigszins ingetoomd werd, het was een onschuldige manier om op lichamelijk onderzoek te gaan. Zeker voor de jonge vrouwen was dat belangrijk. Mannen mochten immers vanaf dat ze in het overgangsritueel geslaagd waren, seks hebben met slavinnen.

Colombe vond het niet erg dat het hier voor haar eindigde, de mollige meid daarentegen keek droef naar de grond. Een lieve vrouw, misschien haar moeder, kwam naar haar toe. Ze omarmde de jonge meid, terwijl ze bemoedigend sprak:

‘Bij de volgende regens vind je zeker een lieve man.’

Er was niemand die zich om Colombe bekommerde, dus wandelde ze snel naar het grote langhuis. Ze hoopte er Agisa tegen te komen. De halfbloed meid was inderdaad aan het werk bij één van de grote haarden. Ze was de oude assen aan het verwijderen. Proestend glimlachte ze naar Colombe toen die naar binnenstormde.

‘Hallo, … je ziet er mooi uit …’

Vrolijk glimlachte Agisa met Colombes opmerking. Ze had al heel de ochtend bezig geweest met zwarte as op te ruimen, dus haar tuniek, handen en gezicht zaten onder het vuil. Straks kon ze het wel afspoelen. De meid keek even om haar heen en zag niemand anders in de buurt. Vervolgens zette ze een stap naar Colombe toe en plagerig kuste ze haar op de wang.

‘… Gekkerd …’ Grinnikte Colombe terwijl ze de stoffige zoen van haar gezicht wreef.

‘Zal ik je helpen?’ Colombe hurkte zich neer om grote stukken verbrand hout op te rapen, Agisa klakte echter met haar tong.

‘Doe maar niet, ze zullen je dadelijk toch wegjagen …’

De woorden van de halfbloed meid waren nog maar net uitgesproken of een man kwam het langhuis binnen. Verveeld keek hij naar de dames, waarna hij iets tegen hen gromde. Agisa knikte respectvol naar de man, waarna ze met haar ogen duidelijk maakte dat de donkerblonde meid best weg kon gaan. Colombe wandelde, met een boogje rond de kerel, naar buiten. Het was gestopt met regenen en voor de eerste keer sinds enkele dagen scheen de zon weer. Het leek wel of het kwik in een halfuurtje tijd van rond het vriespunt steeg naar ongeveer tien graden Celsius.

Het dorp kwam weer tot leven, uit alle langhuizen stroomden volwassenen en kinderen. De donkerblonde meid slenterde even langsheen de modderige straten, totdat ze merkte dat een groepje vrouwen van middelbare leeftijd zwammen ging zoeken. Het leek haar fijn om weer buiten het dorp te kunnen rondwaren, misschien zou ze zelfs Hugo zien. Colombe wandelde naar het groepje vrouwen, die het helemaal niet vervelend vonden dat de meid aanstalten maakte om met hen mee te gaan.

‘Waar ga je naartoe?’

Colombe keek om zich heen. De Hollandse woorden kwamen uit Agisa’s mond. Vrolijk antwoordde de donkerblonde meid:

‘Ik wil naar buiten en … eh … wie weet zie ik Hugo, de jongen die voor me betaald heeft …’

Waarom ze dat geheim plots opbiechtte, wist ze zelf niet. Stamelend keek Colombe naar beneden, terwijl ze haar gezicht rood voelde aanlopen. Een mengeling tussen schaamte en schuldgevoel golfde doorheen haar lijf, toen ze durfde opkijken stond Agisa nog steeds voor haar. De halfbloed meid hield haar mond halfopen, alsof ze iets wilde zeggen. Het kwam echter niet en ook Colombe voegde niets meer toe. Het groepje vrouwen vertrok en Agisa werd weggeroepen.

‘Ik zie je straks …’ Riep Colombe nog snel, terwijl ze haar vriendin weg zag wandelen.



Zwammen



De wegen in het bos waren minder modderig, maar daarvoor niet veiliger. Colombe merkte al snel dat je het best goed keek waar je je voeten zette. Onder het leren schoeisel droeg ze houten verhoogjes, die voorkwamen dat ze helemaal vuil zou worden. Helaas zakte ze toch té diep in de malse grond. Gefrustreerd om haar onhandigheid klom ze een heuveltje op waar de wortels van de boomstronken zichtbaar waren. Van de ene naar de ander wortel sprong ze verder naar boven en voor ze het wist was ze buiten het gezichtsveld van de Lenape vrouwen.

Colombe was zich helemaal niet bewust van het feit dat ze verder van de groep afdwaalde. Ze volgde op goed geluk de heuvel omhoog, totdat ze bij een stenen richel kwam. Nieuwsgierig merkte ze een pad op dat weer naar beneden liep, richting de andere kant van de heuvel. Twijfelend volgde ze het weggetje, waarvan ze algauw merkte dat het richting een beek liep. Bevers hadden ooit een deel van de beek geblokkeerd met hun waterburcht. Het gevolg was een ondiep poeltje dat langs twee kanten begrensd was met steile heuvels. Van boven leek het op een soort afgesloten kommetje, wat een rustgevend en veilig gevoel gaf.

De donkerblonde meid wandelde rond het water alsof ze iets verwachtte. Vervolgens waste ze haar voeten en onderbenen af en tot haar verbazing merkte ze dat het vocht van de beek niet ijskoud aanvoelde. Ze liet haar vingers speels doorheen het wateroppervlak gaan, uiteindelijk schepte ze met haar handen wat water op. Ze goot het vocht over haar gezicht uit, waarbij ze nog eens over de wang ging waar Agisa haar gezoend had.

‘Ik hoopte je al tegen te komen!’

Colombe verschoot toen ze de stem hoorde. Verschrikt keek ze om zich heen, maar er was niemand. Ze keek naar de weg langs waar ze gekomen was en ook daar was niemand te bekennen.

‘Hierboven …’

De donkerblonde meid keek naar de heuvel tegenover haar. Op een richel, zo’n twintig meter hoger, stond Hugo. Vriendelijk glimlachte hij naar Colombe, die zich herpakte.

‘Sta je nu weer te kijken, … ‘

Grinnikend daalde Hugo naar de beek. Onderweg viel hij bijna, al wist hij op het laatste nippertje zijn evenwicht toch te behouden. De jongeman genoot van Colombes aandacht, waardoor hij expres overdreef. Lachend bekeek de donkerblonde meid hoe de jonge kerel door de beek stapte. Zijn donkerbruine laarzen kwamen hoog genoeg, zodat zijn benen en voeten droog bleven.

‘Hier ben ik …’

Een beetje verlegen knuffelde Colombe de jongeman, die met veel plezier zijn eigen armen op haar bovenrug plaatste.

‘Je ruikt een beetje gek.’ Flapte Hugo er onbedoeld uit.

Colombe had de kerel weer losgelaten. Ze rook aan haar tuniek, die inderdaad naar houtrook stonk. De afgelopen dagen had ze binnen doorgebracht, nabij het vuur. De ontspannen sfeer en de verliefdheid hadden een vreemde werking op de meid. Ze trok de tuniek uit, alsof ze geen besef had van het frisse weer. Sowieso had Hugo deze handeling niet verwacht, met grote ogen keek hij naar haar naakte lijf. Een paar tellen lang liet hij zijn blik langs haar witte vel glijden. Uiteindelijk wendde hij zijn hoofd van haar af, terwijl zijn gezicht rood aanliep.

De donkerblonde meid voelde zelf een donkerrode blos op haar wangen verschijnen. Een fris windje blies over haar naakte lichaam, waardoor her en der kippenvel op haar huid verscheen. Ze zwegen even, totdat Hugo zijn keel schraapte en grappend het volgende zei:

‘Je hebt de gewoontes van de Indianen overgenomen …’

Colombe wandelde naar een laaghangende tak, waar ze de tuniek over legde. Ze voelde niet langer een schaamte over haar naaktheid, misschien was dat inderdaad iets wat ze van de Lenape geleerd had.

‘Ze lopen niet héél de tijd naakt rond, … trouwens hun middel blijft altijd bedekt. Eigenlijk zijn ze rechtvaardiger, waarom mogen mannen hun bovenlichaam ontbloten en vrouwen niet! Zijn onze borsten dan zo onweerstaanbaar of zijn jullie zo zwak!’

Hugo klakte met zijn tong, na Colombes woorden. Hij had er allemaal niet zo over nagedacht. Wat hem betrof, moest je vrouwen en mannen respectvol behandelen. Ietwat ongemakkelijk durfde hij naar de donkerblonde meid te kijken. Net zoals zoveel anderen had hij geleerd dat naaktheid iets zondigs inhield. Je was dan wel zo geboren, maar enkel je huwelijkspartner mocht je zo zien.

De kerel was echter zo onder de indruk van Colombe dat hij die schroom over boord durfde gooien. En eenmaal hij haar naaktheid in zich opnam, voelde hij een groeiende opwinding. Ze had een mooi lijf, haar donkerblonde haren waren in twee lange vlechten gebonden. Ze had leuke, blozende wangen en lichtblauwe ogen waar je zo in verzonk. Uitdagend stak de meid haar C – cup naar voren, waarvan de rode tepels door de koude hard en stijf aanvoelden. Het gezonde eten en de mogelijkheid tot bewegen, kwamen haar lichaam ten goede. Ze had een slanke buik, waaronder de kaalgeschoren schaamstreek te bewonderen viel. Fijne rozige lipjes waren nog net zichtbaar, hetgeen waar Hugo zich nog het meest over verwonderde.

De twintiger had nog nooit een vrouw volledig naakt gezien. Hij was vaak in indianendorpen geweest waar, zowel de mannen als vrouwen, topless rondliepen. De weinige Europese vrouwen die hij kende waren volledig gekleed, of toch buiten. Hij wist dat zijn vader af een toe een bordeel bezocht, waar voornamelijk inheemse vrouwen werkten. Zelf was hij nooit naar zo’n establishment gegaan, zijn oude man had hem zelfs verboden. Hij moest wachten op een huwelijk en toch stond hij hier nu tegenover Colombe.

Plots merkte Hugo dat de donkerblonde meid bibberde. Onmiddellijk trok hij zijn dikke leren jas uit. Resoluut sloeg hij het over haar schouders. Dankbaar knoopte de meid de jas toe, zodat haar lichaam opnieuw zedig bedekt werd. Hugo trok de meid tegen zich aan en knuffelde haar innig. Strelend bewoog hij zijn handen over de lederen stof die haar rug bedekte.

Hoewel Hugo nog een dik hemd droeg, vond hij het algauw ook frisjes worden. Hij liet Colombe los en haalde uit zijn tas verkruimelde tonderzwam en enkele stukjes droge schors. Hij legde het weg op een stuk platte rots die droger leek dan de rest in hun omgeving. Met een stukje ijzer in de ene hand sloeg hij tegen een kleine vuursteen. Na wat proberen ontstond een klein vonkje, dat zich verspreidde tussen de stukken tonderzwam.

‘Hou je handen hier even rond.’

Colombe knielde zich vlak voor het beginnend vuurtjes. Ze boog haar bovenlijf rondom de kleine vlammetjes, waarbij ze haar handen als beschermers gebruikten om de wind tegen te houden. Hugo zocht in het rond naar droog en brandbaar materiaal. Ervaren raapte hij takken hout op die ondanks de regen van afgelopen dagen niet nat geworden waren. Tussen struiken vond hij ander organisch materiaal dat bruikbaar was. Vlug liep hij weer naar het vuur en plaatste wat van het gevonden materiaal rond en over het kleine vuur.

Een paar seconden lang bleven Colombe en Hugo gebiologeerd kijken naar het flakkerende vlammetje. Opgelucht zuchtte de jonge kerel een paar minuten later toen het vuur goed begon te branden. Blij gooide hij er nog wat meer takjes op, waarna hij zich op de grond zette. Colombe plaatste zich aan de andere kant van het vuurtje. Hugo’s leren jas kwam tot haar knieën, waardoor ze niet rechtstreeks op de grond zat. Vrolijk zette ze het gesprek verder dat ze een kleine week geleden begonnen waren.



Gewaarschuwd



Niet lang nadat Colombe met de andere vrouwen vertrokken waren om zwammen te plukken, wandelde een groep mannen het Lenape dorp binnen. Agisa, die met aardwerken potten zeulde, herkende de oude krijger. De man zag er moe en verweerd uit, wat best te begrijpen viel als hij de afgelopen dagen buiten doorgebracht had.

De oude krijger nam van de andere kerels afscheid, waarna hij naar het langhuis wandelde waar hij verbleef. Agisa bracht haar vracht snel naar de wasplaats om vervolgens vlug naar dezelfde plek te gaan. Gelukkig werd ze onderweg niet tegengehouden door bevelende dorpsinwoners. Hijgend betrad ze de kamer van de kerel, die zich op zijn bed gelegd had. De man opende zijn ogen en herkende in het schemerdonker de halfbloed meid. Flauwtjes glimlachte hij naar haar.

‘Moet ik je eten en iets te drinken brengen? … Misschien tabak om te roken en …

De krijger hees zich rechtop, grinnikend schudde hij zijn hoofd.

‘Heb je geen taken om te doen?’

Agisa knikte onderdanig, ze voelde haar wangen rood worden, terwijl ze naar de grond staarde. De oude krijger had het echter niet zo bedoeld, hij genoot juist van haar aandacht. Zijn bezorgdheid was vooral gericht op haar, hij wilde niet dat ze in problemen zou geraken door haar jeugdige enthousiasme. Op vriendelijke toon probeerde hij de situatie recht te trekken.

‘… Eh … als je geen opdracht te vervullen hebt, mag je zeker iets van eten brengen en misschien ook wat van de sterke kruidenwijn.’

Agisa knikte opnieuw, waarna ze hem vrolijk aankeek. Onmiddellijk liep ze terug richting het grote langhuis. Ze wandelde naar de voorraadruimte en vroeg aan de wachter of ze voor de oude krijger eten en drinken mocht nemen. Het was normaal dat slaven voor teruggekeerde dorpsinwoners of passerende reizigers voedsel kwamen halen, dus kon Agisa vrij eten en drinken meenemen.

Met haar handen vol ploeterde de halbloedmeid weer richting de kamer van de oude krijger. De man had de dikke dierenhuid voor de opening geschoven, zodat ze er zich langs moest duwen. Een dozijn olielampen gaven een gezellig schijnsel. Agisa legde het eten op het bed en plaatste de kruik op de grond. De oude man tastte naar het voedsel en deed teken dat Agisa ook mocht eten. Zwijgend at de meid van het gedroogde vlees, de noten en de gedroogde vruchten. Ze dronk, net zoals de krijger, van de alcoholische drank. Meestal werd het goedje aangelengd om te voorkomen dat het naar je hoofd steeg. De oude man leek het juist in deze vorm te willen nuttigen, misschien dronk hij de ellende van de afgelopen dagen er wel mee weg. Voor Agisa was het toch even wennen, ze voelde haar lichaam reageren op de alcohol. Een warme gloed welde in haar op, iets genoegzamer glimlachte ze naar de vijftiger.

‘Lekker, …’ Mompelde hij, terwijl hij aan een stuk been aan het peuzelen was.

Toen ze klaar was, waste Agisa haar handen in een waskom. Ze verzamelde de resten voedsel in een doek en plaatste die op een houten verhoogje. Ze nam nog enkele slokken van de kruidenwijn, waarna ze ook de kruik wegzette. De krijger had zich weer op zijn rug gelegd. Vermoeid staarde hij naar boven, alsof hij diep in zijn gedachten verzonken zat.

‘Waar ben je geweest? … Is alles goed met je?’ Vroeg Agisa bezorgd.

Zonder naar de halfbloed meid te kijken, antwoordde de man fluisterend:

‘We zijn recht in een valstrik gelopen, gelukkig konden we ontsnappen voor ze ons gevangen konden nemen. Niemand van ons is er lichamelijk erg aan toe, maar we hebben een volledige dag en twee nachten lang moeten lopen.

Ik vrees dat ik niet meer zo vlug ben als vroeger …’


Glimlachend keek hij naar Agisa, zijn ogen glinsterden in ieder geval nog zoals die van een jongeman. Of dat vond de meid toch, grinnikend kroop ze op het bed. Aangemoedigd door het licht benevelende gevoel; de opwinding en de liefde voor de man, trok ze haar tuniek uit. Verwachtingsvol staarde ze naar de oude krijger, die een goedkeurende blik over haar naakte lijf liet gaan. Grappend concludeerde hij:

‘Zo lang gelopen om ook hier besprongen te worden …’

Lachend zette Agisa zich op haar handen en knieën, alsof ze een roofdier was die klaar was om haar prooi aan te vallen.

‘… Al zul je van mij niet wegraken, ook al loop je twee nachten en een dag …’

Agisa kroop iets verder, totdat ze bij het hoofd van de oudere man kwam. Ze boog haar gezicht naar hem toen. Innig kuste ze hem vol op de mond. De kerel liet zijn handen over haar borsten strelen. Zachtjes gleden zijn vingers over de leuke rondingen, daarna haar zij en buik. Zijn linkerhand eindigde op Agisa’s hals, terwijl zijn andere hand tussen haar benen gleed. De meid deed haar knieën wat verder uit elkaar, zodat de man makkelijker aan haar schaamstreek geraakte. Genietend speelde hij met haar schaamlippen, waarbij zijn vingers soepel tussen de lipjes verdwenen.

De halfbloed meid lastte even een pauze in. Ze ademde diep in – en – uit, terwijl de krijger haar fluisterend toesprak.

‘Je lijkt me steeds te vinden wanneer ik moe en uitgeput ben. En toch durf ik je niets te weigeren.’

Liefdevol streelde hij Agisa’s wang, waarna hij haar zachte hals kuste.

‘Je zal me moeten berijden, want ik geraak niet meer recht. Tenzij je gewoon naast me wil liggen tot ik in slaap gevallen ben.’

Vertwijfeld keek Agisa naar de man. Ze had te veel energie om gewoon te liggen. Opgewonden zette ze zich rechtop, ze liet haar hand over zijn buik strelen. De man liet zijn linkerhand op haar bovenbeen rusten. Plezierig kneep hij in haar vel, terwijl hij geduldig op haar beslissing wachtte.

‘Blijf je lang?’ Vroeg Agisa plotseling, alsof die informatie ertoe deed.

Eerlijk hief de oude man zijn schouders op. De zaken ontwikkelde zich zo snel, zeker nu er oorlog in de lucht hing. Op elk moment kon er beslist worden om een nieuwe raid uit te voeren. Zuchtend liet de meid haar rechterhand naar haar schaamstreek zakken, om zo tot een besluit te komen.

‘Ik doe beide, ik berijd je en blijf dan naast je liggen. Vanavond laat moet je me dan alle verhalen vertellen.’

Zonder nog langer te dralen, kroop Agisa van het bed. Ze nam uit een aardwerken potje het plakkerig goedje, waarvan ze een deel tussen haar schaamlippen uitwreef. Geconcentreerd duwde ze een vinger in haar kutopening, om zeker te zijn dat ze alles bestreken had. De krijger had zijn lendendoek uitgetrokken, bovenkleding droeg hij sowieso niet meer.

Agisa kroop weer op de slaapplek, ze liet haar knieën aan weerzijde langs zijn bovenbenen rusten. Strelend bewoog ze haar rechterhand langs zijn penis, die ondanks zijn vermoeidheid hard en stijf was. Vervolgens drukte ze de eikel tegen haar schaamlippen, soepel glipte de tip in haar kutopening. Agisa kreunde zachtjes, terwijl ze haar middel op – en – neer bewoog. De oude man liet zijn handen op haar zij en billen rusten. Ontspannen keek hij naar de dansende borsten voor hem.

Genietend liet de halbloed meid haar bovenlichaam op het lijf van de krijger zakken. Ze voelde haar borsten tegen zijn bovenlijf gedrukt worden. Ze bleef haar middel rustig bewegen, waardoor haar tepels plezierig tegen de huid van de oudere man wreven. Kussend belaagde Agisa zijn hals en gezicht. De man liet zijn armen over haar rug strelen en met zijn linkerhand glipte hij tussen haar bilnaad.

Anale seks was zeker geen taboe onder de Lenape. Ze gebruikte het vaak als manier om toch te kunnen vrijen zonder gevaar te lopen op een zwangerschap. Al verkozen ze meestal de vaginale seks, zeker wanneer ze het zaaddodend zalfje bij de hand hadden. De oude krijger liet zijn vinger toch nieuwsgierig over Agisa’s aars strelen. De meid reageerde er niet op, of misschien vond ze het wel fijn. Een paar minuten later zette ze zich wel weer rechtop. Ze verhoogde het tempo waarmee ze de man bereed. De krijger plaatste zijn rechterduim tegen de bovenkant van haar spleet. Met grove, ronde cirkels stimuleerde hij Agisa’s clitoris.

Toch was het de oude krijger die het eerst klaarkwam. Een heerlijk gevoel welde in hem op, hij pakte de meid bij haar zij en duwde haar weer wat naar beneden. Agisa bleef haar middel wat bewegen, totdat ze zeker wist dat hij al zijn zaad in haar gespoten had. Ze wachtte geduldig tot hij zijn duim weer tussen haar schaamlippen liet bewegen. Vingerend kneedde hij met zijn andere hand haar linkerbil.

Een heerlijk gevoel golfde door Agisa’s lijf, ze amuseerde zich kostelijk en verwachtingsvol keek ze uit naar het naderend orgasme. Ze drukte haar linkerhand tegen haar B – cup, terwijl ze opgewonden naar de oude man keek. Het was zo fijn en ergens keek ze al uit naar vanavond, misschien had de man dan meer energie voor een tweede keer. Helaas zou het nooit zo ver komen.

De huid die de deur afspande schoof opzij. Geschrokken keek Agisa naar de twee mannen die de ruimte binnenstapte. Ze keken nors naar het spektakel. De grootste van de twee, leek het zelfs te verafschuwen. Beschaamd keek de halfbloed meid naar de grond. Ze verroerde zich niet, wat best een gekke indruk gaf.

‘We hebben withuiden nabij het dorp gespot, … een tweetal of misschien meer, zeker één van hen is gewapend.’

De oude krijger knikte, hij leek zich helemaal niets aan te trekken van de rare blikken die de mannen op Agisa wierpen. Wat hem betrof, gebeurde er niets vreemds.

‘Ik kom …’ Was het enige dat de man antwoordde.

De twee andere krijgers verdwenen weer, waarna Agisa een tik tegen haar benen voelde. Ze kroop van zijn schoot af, waarna de kerel zich snel verfriste en zijn lendendoek aantrok. Een lange mantel gespte hij rond zijn schouders. Uit een kist haalde hij een lang mes, een bijl en een knots. Verontschuldigend keek hij naar Agisa, die wat onnozel naar het gebeuren keek.

‘Blijf hier, straks kom ik terug en dan schenk ik je de hoofdharen van één van de withuiden.’

Zelfzeker verdween de oude krijger naar buiten. Agisa wilde net haar schaamstreek proper maken, toen de boodschap van daarnet tot haar doordrong. Het schaamtegevoel had de inhoud van de woorden geblokkeerd, maar nu ze binnenkwamen, dacht ze aan Colombe. De donkerblonde meid was mogelijk in het gezelschap van Hugo, misschien waren zij het wel die ze gespot hadden. Agisa was zeker dat ze gedood zouden worden, Colombe omdat ze zich niet aan de regels gehouden had en Hugo, omdat ze in het strijdgewoel alle Europeanen over dezelfde kant gooiden.

Vlug trok de halfbloed meid haar tuniek weer aan. Op blote voeten spurtte ze naar buiten. Zonder omkijken en met het gevaar dat ze tegengehouden zou worden of erger, liep ze door de poort het dorp uit.



Veldslag



Colombe en Hugo hadden geen flauw idee van de groeiende spanning. De conversatie die ze met elkaar voerden, versterkte bij hen beide het gevoel dat ze een geestverwante tegengekomen waren. In een andere wereld waren ze gewoon opgestaan en samen weggewandeld, alleen durfden ze dat niet. Hugo zuchtte gelaten toen Colombe opstond om haar kleurrijke tuniek weer aan te trekken. De jonge kerel keek expres haar richting niet uit. Niet veel later kreeg hij de leren jas op zijn schoot geworpen.

‘Dankjewel, hopelijk riek ik nu wat minder …’

Lachend stond Hugo op, waarna hij zijn jas aantrok. Hij zette een stap richting Colombe en boog zijn gezicht naar haar schouders toe en plagerig antwoordde hij:

‘Nee, hoor … je riekt nog steeds … of liever gezegd ik vind dat je naar zoete bloemen riekt …’

Voorzichtig bewoog hij zijn hoofd opzij, waardoor zijn gezicht pal tegenover Colombes gezicht kwam te staan. Zonder nadenken drukte de donkerblonde meid haar mond op zijn lippen. Een gelukzalig gevoel warmde haar lichaam. De zogenaamde vlinders in de buik stegen op, wat was er nu beter dan dit gevoel! Hugo nam haar plots stevig vast, ze schrok even en vanaf toen volgde een reeks gebeurtenissen elkaar in sneltempo op.

Agisa bereikte hen als eerste. Hoe de halfbloed meid er in geslaagd was, was zelfs voor haar een mysterie. Op goed geluk had ze vrouwelijke voetsporen gevolgd en bij toeval had ze het paadje gezien. Ze was naar beneden gespurt en daar zag ze het kussend koppeltje. Hugo had haar opgemerkt, dus riep ze (gebruikmakend van de Hollandse taal):

‘Colombe je moet terug naar het dorp, ze zoeken je … en …’

De donkerblonde meid had nog net genoeg tijd om Agisa op te merken. Met open mond staarde ze naar haar vriendin, eerst voelde ze zich schuldig, maar dan hoorde ze de mannengeluiden.

‘STAND STILL!’

Angstig keek Agisa naar de twintig roordrokken die de heuvel aan de andere kant afdaalden. Enkele van de Engelse soldaten hielden hun musket gericht op Hugo, Colombe en haarzelf. De meid voelde haar hart hevig tekeergaan, ze besefte nu dat de Lenape krijgers de Engelsen op het oog hadden. Ook Hugo en Colombe keken verbaasd naar de aanstormende soldaten, waarvan de eerste al tot op een meter of twee van hen gekomen was. Water spetterde wild terwijl de roodrokken erdoor liepen.

Hugo liet Colombe los en gebaarde dat ze ongewapend waren. Hij probeerde in zijn beste Engels uit te leggen dat hij een simpele bonthandelaar was, verder kwam hij echter niet. Eerst kreeg hij een stomp van een musket in zijn maag en vervolgens vlogen enkele pijlen en musketballen in de richting van de Engelsen. Met veel geluid stormde de Lenape krijgers via de andere heuvel naar beneden. Wat volgde was een schrikbarend tafereel.

Eerst leek het erop dat de Lenape de overhand kregen. De roordrokken, zo genoemd om hun felle rood uniform, werden verrast door de felle aanval van de indianen. De pijlen maakte enkele slachtoffers, maar de musketkogels raakte geen doel. De Engelsen schoten met veel ijver terug, hun geweren waren van betere makelij. Ervaren wisten ze de eerste golf krijgers tegen te houden. De afgevuurde musketten creëerde een dichte mist die naar kruid en zwavel stonk. Iemand drukte Colombe tegen de grond. De meid wilde weer rechtop krabbelen, maar ze werd terug naar beneden geduwd. ‘KEEP DOWN.’

Een volgende golf Lenape wist door de mist door te breken. Ze sloegen behendig met hun knuppels en bijlen, toch konden de Europeanen zich aardig verdedigen. Een nieuw salvo musketkogels wist nog meer slachtoffers onder de Lenape krijgers te maken, die laatste begrepen ondertussen dat ze met te weinig waren. Het was belangrijker om zich te hergroeperen in het dorp en misschien zouden de Engelsen zich ook terugtrekken.

Agisa had in het gewoel de oude krijger gezien. De kerel viel een roodrok aan, die hij gemakkelijk op de grond werkte met zijn bijl. Hij boog zich over zijn slachtoffer, die hij met één beweging de keel oversneed. De man stond weer recht en zocht naar de volgende soldaat. Verbijsterd keek hij plots in Agisa’s ogen. De halfbloed meid stond vastgenageld aan de grond, ze voelde de paniek doorheen haar lichaam golven en toch bewoog ze niet. Ze vluchtte niet weg of ze zocht geen bescherming achter een rotswand of boom. De krijger wilde naar haar toelopen en op dat moment boorde een musketkogel zich in zijn rug. Opslag was de man dood, zijn blik nog steeds op Agisa gericht.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...