Door: Keith
Datum: 20-03-2025 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 428
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 55 minuten | Lezers Online: 8
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 55 minuten | Lezers Online: 8
Vervolg op: Mini - 348
Ik werd wakker doordat Joline het bed uit sloop richting badkamer. Een snelle blik op de wekker leerde dat het kwart voor zeven was. Die wilde mij dus verrassen? No way, dame. Even zachtjes stond ik op en verdween in de huiskamer. Koffie? Nee, maakt teveel lawaai. Een bakje thee kon wel. De waterkoker ging aan en even later had ik twee dampende bekers thee op het aanrecht staan. Zo. Nu nog wat te eten…
Ontbijtkoek. Een laagje margarine er op en klaar. Hiermee uitgerust ging ik terug richting slaapkamer. Daar kon ik Joline mooi…
“Hallo Kees! Was jij er stiekem tussenuit gegaan?” Een brede lach kwam me tegemoet. “Nou ja zeg… Dacht ik jou mooi te verrassen, heb je me nóg beet!” “Als jij mij wil verrassen, moet je vroeger opstaan, Kees. Nou ja, je hebt me wel verrast met een kopje thee. Da’s lief.” Ze klopte op het bed. “Als dank mag je in mijn bedje.”
Voorzichtig gaf ik het blad thee en koek aan haar. “Lekker… Altijd goed om een lange dag mee te beginnen.” Ze zette het blad tussen ons in. “Zo. Anti-conceptie-thee.” Ik keek haar aan. “Maar als de thee op is, mevrouw…” Ze keek lief terug. “Ja, dan ga je wat beleven, jongeman. Kijk maar eens.”
Een lang been piepte onder het dekbed vandaan, deels verstopt onder een doorzichtig onderjurkje. “Oh, mevrouw… Dat ziet er wel heel sensueel uit!” “Ja. Maar dat komt pas na de thee. Even kalm aan.” Rustig dronken we onze thee en aten de ontbijtkoek, daarna zette Joline het blad op haar nachtkastje. “Zo. En nu wij…”
Ze draaide zich naar me toe, pakte mijn hoofd tussen haar handen en zoende me. Haar tong gleed in mijn mond en over mijn lippen en ik beantwoordde haar gretig. Ze pakte mijn hand en legde die op een borst. “Strelen, mannetje. Voel mijn borsten, betast ze… Laat me in de stemming komen!” Ik bevoelde haar mooie borsten, knabbelde op de ene tepel terwijl ik de andere met mijn vingers verwende. Joline’s ademhaling ging sneller. Haar hand verdween tussen haar benen en ze begon zichzelf snel te strelen. “Lekker… Mijn eigen vent die mijn tieten verwent en ik mag mezelf ook verwennen… Lekker voelen hoe mijn poesje vochtig wordt… Lekker geil en nat worden… Eerst mijn panty, dan mijn slipje, dan dit sexy onderjurkje… Mág ik nat worden… meneer?”
Ze keek me van onder haar lange wimpers aan en ik wist dat ze nu ‘gestraft’ wilde worden. “Nee, meisje. Dat is niet netjes. Daar kun je je toch niet mee vertonen? Als jouw mooie poesje nat wordt, heb je een groot probleem. Wacht maar, ik zal het even controleren.” Ik duwde haar onderjurkje tussen haar benen: droog. “Hmm, da’s goed. Nu je slipje. Doe je benen eens uit elkaar!”
Ze bleef met haar benen gesloten zitten. “Nee, dat is niet netjes!” Ik zuchtte. “Meewerken of straf krijgen, meisje. Kies maar.” Ze schudde haar hoofd. “Nee! Niet aan mijn poesje!”
Ik pakte haar knieën en dwong die uit elkaar. “Open, had ik gezegd! Nú!” Joline gromde en probeerde haar benen te sluiten, maar dat kon ze nu niet meer: mijn handen gleden langs haar benen al richting haar slipje. Haar onderjurkje gleed mee omhoog en even later kon ik haar dunne slipje bekijken.
“Waarom je slipje over je panty, meisje? Da’s de verkeerde volgorde. Staat wel sexy overigens.” Ik streelde nu over haar slipje, steeds iets harder, zodat ik haar poesje voelde. “Dat is… dat is omdat ik… hmmm… dat lekker vind, meneer… als ik loop of als… ahhh…. Ik mijn benen over elkaar sla, is het…. zo’n lekker gevoel… Net als núúú…” Ze duwde haar heupen omhoog, zodat mijn vingers steviger op haar lipjes duwden.
“Een lekker gevoel? Vind je dat dan zo fijn, die panty op je kut, ondeugende meid?” Ze ging zich nu onbeschaamd tegen mijn vingers bevredigen, maar antwoordde niet. Ik trok mijn hand weg, wat een teleurgestelde zucht tot gevolg had. “Ahhh… Jammer… Het was zo’n lekker gevoel… Meneer…”
Met dat ‘Meneer’ gaf ze aan dat ik de leiding heb. Het was een beetje ons codewoord geworden voor de keren dat ze zich helemaal aan me over wilde geven. Ze had het een keertje uitgelegd, in de intieme duisternis van onze slaapkamer, na een heerlijk uitputtende vrijpartij. ‘Kees, als ik dat zeg, dan wil ik dat jij de leiding neemt. Ik wil me dan helemaal aan je overgeven…’
Ze aarzelde daarna even, maar ging zachtjes verder. ‘Je mag me dan helemaal gebruiken… Mijn hele lichaam is dan van jou. Ik heb niets meer te willen, geen beslissingen nemen, ik ben dan aan jou overgeleverd. En dat is altijd genieten, schatje…’
Die bekentenis had heel veel in me losgemaakt. Ze ‘gaf’ zich daadwerkelijk aan me, als een onbetaalbaar cadeau. En daar moest ik heel voorzichtig mee omgaan… De minuten nadat ze dat gezegd had, had ik haar in mijn armen genomen en hadden we, heel teder en intiem, wéér met elkaar gevreeën.
En nu zei ze het weer: ‘Meneer’. Met een bepaalde nadruk. Alsof ze wilde zeggen: ‘Neem me. Laat me genieten van jouw leiding…’
Ik streelde tussen haar benen. “Duw je tegen mijn hand aan. Ik wil dat je jezelf klaar laat komen op mijn vingers. Lekker nat klaarkomen… meisje.” Ze kreunde zachtjes en duwde haar heupen omhoog, op zoek naar mijn hand. Maar die tilde ik op, zodat ze niets voelde. Teleurgesteld zakte ze weer omlaag. “Nog iets verder omhoog komen, meisje. Daar vind je wat je zoekt. Je benen uit elkaar, ik wil zien hoe nat je slipje wordt. Ik wil het ruiken… Proeven… Zien hoe je je sexy lingerie nat maakt met je eigen sapjes…”
Weer kwam ze omhoog en nu gaf ik haar wat ze zocht: een tastende hand met voelende vingers die de contouren van haar vagina volgden op weg naar haar clit. “Ahhh… Heerlijk…” Ik betastte haar nu intensief en keek afwisselend naar haar gezicht, nu in de extase haar genot, haar snel op en neer gaande borsten en naar haar benen, vlak bij me en gastvrij gespreid. Het was een heerlijk gezicht om die vrouw, mijn vrouw, zo te laten genieten. En een heerlijk gevoel dat ze dat samen met mij wilde doen!
En Joline liet zich helemaal gaan: ze hijgde, kreunde en mompelde in zichzelf. Af en toe ving ik wat woorden op: “Lekker geil klaarkomen” of “Hij kijkt naar m’n poesje… ik voel het!” Haar bewegingen werden heviger en toen gromde ze. “Ikk… ik… kom, meneer! Ik kom klaar! Kan er niks aan doen! Het is zó lekker…” Ik tilde mijn hand op en meteen lag ze stil; ze wist wat er zou kunnen komen. Weer ging haar bekken omhoog en ze spreidde haar benen.
Haar panty en slipje waren strak gespannen en raakten haar poesje niet; Heupwiegend zocht ze mijn hand en de ontlading van het orgasme. En die ontlading gaf ik haar. Met één harde tik, op haar slipje en haar panty, die ze plotseling op haar vagina voelde. En tegelijk een kneepje in een tepel. “Ahhh…. JA! Het komt! Ik kom… klaar… meneer! Zo fijn…”
Een donkere vlek werd zichtbaar in haar slipje en haar panty scheen nu door. Ik zag het begin van haar schaamhaartjes door de dunne stof: een smal streepje, recht boven haar poesje. “Je bent een geil meisje, Jolientje…” fluisterde ik in haar oor. Ze schudde nu hevig, terwijl het orgasme door haar lichaam raasde.
“Ja meneer…. Geil en ná… Nát! Ik ben zó nat… Helemaal klaar voor u, meneer…” Ze deed haar ogen open. Prachtige blauwe ogen die me verlangend aankeken. “Kóm, Kees. Kom in me. Nog één keer voordat…” Ze trok haar benen op en trok bliksemsnel haar panty, slipje en onderjurkje uit. “Kóm! Ik wil je in me voelen… Samen klaarkomen!”
Ze ging op haar rug liggen en trok me bovenop zich. “Neuk me, mooie man van me!” Ik zei niets, maar genoot. Een slanke, warme hand pakte mijn paal en bracht hem naar haar poesje. “Dáár moet je zijn, lieve lover…” Ik kuste haar langzaam en aandachtig terwijl ik voorzichtig bij haar binnendrong. “Lekker… Warm en hard… en diep… Oh, dit zou eeuwig moeten duren… Zó lekker, jouw harde pik die me opvult…” “En ik voel een heerlijk zacht kutje wat me helemaal gevangen houdt…” Ze kneep. “Ja. En ik laat je niet gaan voor je alles eruit hebt gespoten, Kees. Je komt niet vrij voordat je bekend hebt.”
Ze glimlachte, vlak voor me. “Lijkt me een heerlijke manier om een paar jaar in de gevangenis door te brengen, schat… Ik denk dat ik die bekentenis dan nog maar even uitstel.” Ze kneep nu ritmisch en bewoog met haar heupen. “Dat dacht ik niet! Ik sta erom bekend dat boefjes heel snel bekennen. Daar heb ik zo mijn maniertjes voor…” Plotseling rook ik de geur van haar poesje en duwde ze haar slipje en panty tegen mijn neus.
“Ruiken, Kees. En proeven! Lekker vers geil van je meisje…” Ik had mezelf niet meer onder controle en stootte weer in haar. “Je bent een heerlijk geil wezen, Jolientje… Je maakt me helemaal gek met je lekkere spelletjes… Ik ga je hárd neuken, diep in je geile kutje…” Ze sloeg haar armen om me heen en trok haar benen ook op en legde die over mijn rug. Hevig stootte ik in haar en even hevig stootte ze terug.
“Neuk… me…” hijgde Joline en drong met haar tong diep in mijn mond. “Spuit je zelf in me leeg… Ik wil het voelen… Je lekkere pik voelen spuiten in mijn hete kút!” “Dat duurt niet lang meer, schatje… Je maakt me helemaal dol…”
Ik voelde mijn ballen samentrekken en tongde haar. En toen kwam ik klaar! De eerste staal kwam blijkbaar precies op haar G-spot, want ze gilde: “Oh Kees! Ik voel het! Op mijn lekkerste plekje! Doorgaan! Dit mag nooit meer stoppen…!” Ze verkrampte ook en haar vagina trok samen.
“Lekker, geile meid van me… Lekker samen klaarkomen…” Ze kreunde hevig. “JA! Nog een keertje, Kees! Ik kom wéér klaar, nu met jou in me…”
Even later lag ik als een vaatdoek naast haar; na ons orgasme was ik maar van haar afgerold. Joline lag tegen me aan, haar ogen dicht en een klein glimlachje om haar mond. Haar haren bezweet langs haar voorhoofd. Ik kuste een druppel zweet van haar slaap af. “Ik zal je vreselijk missen, mooie vrouw…” Haar ogen gingen open, plagend. “Als je dat slipje nu eens in een plastic zakje in de koelkast bewaart, Kees… Dan heb je nog iets om aan terug te denken.”
Ik tikte op haar neus. “Lekkere blonde pestkop.” Ze giechelde. “Er schijnt een lucratief handeltje in gedragen slipjes op Internet te zijn, schat. Als ons salaris op enig moment niet genoeg is om de kosten te dekken…” Ik zoende haar mond dicht en even lagen we weer te vrijen. Toen kwam Joline overeind. “Kom. We gaan douchen. Ik voel iets bij jou groeien en als we dat de vrije hand geven haal ik m’n vliegtuig niet. En dan kan ik Damen niet helpen en zijn ze over drie jaar failliet. Allemaal de schuld van Kees Jonkman, die nog even een wipje wilde maken met zijn mooie vrouw.” Ze keek nu ronduit pesterig.
Ik trok haar tegen me aan. Het faillissement van Damen zal me een zorg zijn, schat. Als ik jou maar heb. Dank je wel voor dit afscheidscadeautje.” Ze glimlachte en kuste me. “Hier kan ik wel even mee vooruit, Kees. Een hele fijne herinnering. Wéér eentje erbij. En ik verlang nu al naar de avond dat ik terugkom. Twee weken zijn zó voorbij, schat.” Ik knikte. “Ja. Twee weken is bijna niets. Er zijn mensen die elkaar een compleet jaar moeten missen.”
Ze lachte ondeugend. “Kun je nagaan wat een hoeveelheid sperma…” Weer kuste ik haar mond dicht. “Je zou ontploffen, Jolientje. Nu douchen!” We kropen het bed uit en stonden elkaar even later in te zepen. “Kees…” “Hmm?” “Ik heb toch een speeltje meegenomen. Niet dat ding op Wifi, maar een ‘gewone’ vibrator. Dan kan ik me ’s avonds nog even lekker verwennen voor ik in slaap val.”
Haar ogen keken ondeugend. “Meisje, meisje toch… Dan verwacht ik wel dat we even beeldbellen. Kan ik van je mooie benen genieten en jij van mijn paal.” Joline schudde haar hoofd. “Echt niet. Ik ben door een van de IT-ers van Damen gewaarschuwd dat ik daar een SIMkaart moet kopen en de mijne uit het toestel moet halen. Je zit daar wat dichterbij de vriendjes van Putin. En de werf heeft sowieso de aandacht van de Russische Federatie, omdat ze daar ook rompen bouwen voor oorlogsschepen. Nee, liefje; deze jongedame gaat volgens hetzelfde recept te werk als jullie in Bosnië: alle wifi uit, géén Internetverbinding op de laptop en een kale telefoon met prepaid.” Ik keek teleurgesteld. “Maar hoe kan ik mezelf dan verwennen?” Ze lachte lief en kuste me. “Kijk maar in mijn lingerielades en spuit wat parfum op een panty. Verwen jezelf daar maar mee. En denk er aan: mijn parfum, Kees Jonkman! Niet die van Greet!” Ik schoot in de lach. “Om die te pakken te krijgen zou ik Anita om moeten kopen, denk ik. Geen trek in, schat.”
Ze keek tevreden. “Mooi. Ik kijk wel of het flesje leger is geworden als ik terugkom. En nu: kraan uit, afdrogen.” Een half uurtje later waren we klaar met het ontbijt. Joline had zich redelijk ‘casual’ gekleed; spijkerbroek, blouse, vest er overheen. Schoenen met een gewoon hakje. Nauwelijks make-up. Maar dan nog straalde ze een zekere klasse uit. Voor de laatste keer controleerde ze haar bagage: rijbewijs, paspoort, telefoon inderdaad zonder SIMkaart, wat contant geld, betaalpas… kleren, ondergoed…
“Waar heb je je speeltje, schat?” Ze lachte geheimzinnig. “Goed verstopt in wat ondergoed. Je moet wel een héle nieuwsgierige douanier zijn om dat ding te vinden, Kees.” Ik keek zuinig. “Hou je er rekening mee dat die rolkoffer door de scanner heengaat? En dat die douanier of de heren van de KMar dat ding gewoon zien?”
Joline fronste en pakte haar ondergoed. “Ammenooitniet! Gaat niet gebeuren, Kees! Dan maar zonder speeltje, maar niemand gaat op een beeldscherm zien waarmee Joline Jonkman zichzelf verwend als haar vent even niet in de buurt is!” Haar ogen flikkerden. Ik kreeg de vibrator in handen gedrukt, de lingerie werd weer netjes in de koffer opgeborgen en het ding ging dicht. “Ze zullen daar ook wel winkels hebben, denk ik…” Ze giechelde. “Dan koop daar wel een elektrische tandenborstel. Niks mis met een goede mondhygiëne, toch? Tja, en dat er ’s avonds laat een heel anders borsteltje op gaat… Daar heeft die winkel toch niks mee te maken? En de douane op de terugweg ook niet.” Ze keek nu triomfantelijk.
“Op deze manier heeft die gezellige avond bij Rob en Mel, toen we opbiechtten waar we onszelf mee ontmaagd hadden, tóch zijn nut gehad, Kees.” Ik knikte. “Ik zal het maandag aan Mar en Lot vertellen, schat. Bij de koffieautomaat.” “Je láát het, Kees Jonkman!” Ik knuffelde haar. “Trappetje nodig? Dan kun je van je kast afkomen waar je binnen twee seconden op zat.” Ze bromde: “Ga nog even zo door en ik ga uit de kast komen, rotzak. Dan ga ik eens bij Greet informeren of dat lesbische leven een beetje bevalt. En ze kent jou, dus weet ze exact wat ik bedoel.”
Toen ging ze op haar tenen staan en omhelsde me. “Nu even afscheid nemen, liefje. Op het vliegveld één zoentje, daarna ben ik weg. We gaan elkaar niet publiekelijk aflebberen.” De volgende vijf minuten genoten we nog even van elkaar, toen maakte Joline zich los. “Kom, ridder. In de auto, op naar het vliegveld. Daar nog één hartstochtelijke kus uitwisselen, waar de Douane nog jaren over na praat en dan gaat dit meisje naar het verre buitenland.” “Jaja… Vooral die hartstochtelijke kus. Maak me gek…”
De rit naar het vliegveld was kort. Logisch, we woonden hemelsbreed op twaalfhonderd meter van de vertrekhal. “Ik had je beter op de fiets kunnen brengen, schat. Had weer parkeerkosten gescheeld.” Joline keek me kort aan. “Ja. En ik de rest van de reis pijn aan m’n bovenbenen vanwege jouw bagagedrager. En geen ridder in het vliegtuig om de pijn weg te zoenen. Nee, dank je wel, Kees.” “Ach, als jij in het vliegtuig een keertje lief om je heen kijkt zullen er vast wel kerels…” Een fél: “Écht niet! Er is maar één vent die mijn bovenbenen mag kussen. En die zit nu naast me!”
We gniffelden. “En die vent heeft daar al anderhalf jaar hartstochtelijk van genoten, schat. Dank je wel daarvoor.” Parkeren, een stukje lopen naar de vertrekhal en Joline kon inchecken. “Gate twee, mevrouw.” Een grondsteward wees. Toen keek ze me aan. “Hé gekke vent van me… Geen rare dingen doen als je lopende geweten er niet is hé? Ik heb aan Fred gevraagd om je een beetje in de gaten te houden.” Ik knikte. “Da’s prima. Van Fred kan ik het hebben.” Joline glimlachte. “Dat weet ik. Daarom vroeg ik het ook aan hem en niet aan iemand anders.” We omarmden elkaar en een zoen volgde.
“Hé meissie… Goeie reis en veel succes daar in Roemenië.” In mijn oor hoorde ik: “Zorg maar dat de magazijnen vol zijn, Kees.” We grinnikten als een stel pubers, toen maakte ze zich los. “Tot over twee weken, Kees. Ik app wel als ik de aankomsttijd weet.” Joline draaide zich om, pakte haar rolkoffer en liep naar de gate.
Ik keek haar na: een lange, knappe vrouw die zelfbewust door de aankomsthal liep. Zo te zien onaantastbaar, maar ik wist dat diep onder dat zelfbewuste uiterlijk ook een klein meisje schuil ging. Maar je moest wel héél diep graven om dat meisje te vinden…
Ik draaide me om toen ze verdwenen was. Zo. Nu weer even vrijgezel, Kees Jonkman. Nee! Geen vrijgezel. Slechts twee weken lang zonder mijn soulmate. Dat zouden lange weken kunnen worden, ondanks dat ik het best druk zou krijgen. Ik betaalde het parkeergeld, stapte in de auto en reed richting huis. Nu nog even de handel voor ‘Nijmegen’ controleren, en om half één vertrekken. De MT vergadering begon daar om 14:00, maar we wisten nog niet wanneer DT spreektijd kreeg. Rogier zou dat nog even navragen en vervolgens Marion meenemen. Die reed met Rogier mee terug; ze woonden beiden in Arkel, dus Rogier kon haar thuis, bij André afzetten. Prima geregeld…
Eenmaal thuis maakte ik eerst koffie; het was ondertussen kwart voor tien, dus prima tijd voor een bakje. Met de koffie op tafel controleerde ik mijn presentatie; op beide sticks. Die deden het prima, maar ik nam liever het zekere voor het onzekere. Het was me op de Universiteit al een keer overkomen dat ik een les-presentatie op stick had gezet en dat ding had op het ‘moment suprême’ dienst geweigerd.
De hele les uit het hoofd moeten doen, met behulp van een paar slordige schertsen op een whiteboard. En je zult het altijd zien: halverwege het college kwam een van de hoofddocenten de collegezaal binnen lopen. Mijn deodorant moest overuren maken… Enfin, dat risico liep ik nu dus niet. Als beide sticks dienst zouden weigeren, lag het aan hun systeem, niet aan mij. En dan had ik altijd de tekeningen nog; op A2-formaat. Groot zat om in een vergaderzaal leesbaar te zijn.
Tevreden borg ik alles in mijn koffer op en zette die in de gang. “Pinggg” Een appje. Van Joline. “We vertrekken over vijf minuten. Stijgen op in zuidelijke richting. Je zou me langs moeten zien komen. Boeing 737 van Lufthansa. Ga maar op het balkon staan zwaaien. En nu moet de telefoon uit.” Een hartje er achteraan.
Op het balkon staan… En dan? Als een gek staan zwaaien? Wie weet had ze een stoel aan stuurboordszijde van het vliegtuig… Ach, gewoon doen, Kees. En ja, zwaaien ook. Ik trok een van mijn trainingsjacks aan: fél oranje. Die kende Joline wel. En nu het balkon op. Gelukkig was het helder. En na een paar minuten hoorde ik straalmotoren aanzwellen en werd een Lufthansa-kist zichtbaar. Twee motoren, korte romp… Inderdaad een 737.
Die draaide na het loskomen naar links, bijna over Oerle heen. Ik begon te zwaaien. Ik kon de raampjes duidelijk zien, dus áls Joline deze kant uit keek, kon ze mij ook zien. Even later was de kist uit het zicht verdwenen...
“Wat was jij nou aan het doen, Kees?” Annet Kamer keek om de afscheiding tussen onze balkons. “Ik zwaaide Joline uit, Annet. Die zat ik die kist, op weg naar Roemenië. Doet daar onderzoek voor haar Masterscriptie.” Ze fronsde. “Oh… En hoe lang blijft ze weg?” “Twee weken maar, hoor. Volgende week vrijdag hoopt ze terug te zijn.”
“Dan kom jij een paar keer bij ons eten, Kees! Je hebt meer dan genoeg voor ons gedaan; nu kunnen wij iets terug doen.” Ik schoot in de lach. “Da’s heel lief en attent van je, Annet, maar de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik, als ik zou willen elke avond ergens anders zou kunnen eten en elke avond ook ergens anders dan thuis het moede hoofd zou kunnen neerleggen. En al die aanbiedingen heb ik afgeslagen omdat ik liefst in m’n eigen bedje lig. Maar je aanbod om te komen eten naam ik graag aan. maar om kwart voor acht vertrek ik weer; dansles!
Ze keek tevreden. “Mooi. Vanavond dan maar meteen? Want we weten dat jullie week nogal vol zit met lopen, trompetles en die dansles…” “Het is een bugel, maar het geluid is bijna hetzelfde, Annet. En vanavond is prima; ik moet vanmiddag in Nijmegen op komen draven, ik hoop rond een uur of zes thuis te zijn, als de files ten minste meevallen.” Ze knikte. “Prima. En als het later wordt bel je maar even. We eten broccoli met kaas. Lust je dat?”
“Broccoli? Lekker!” Een lach volgde. “Dan kan ik weer eens koken voor iemand met een goeie eetlust. Fred en ik eten niet zoveel.” “Hohoho mevrouw… Voor je me een kilo aardappels en twee kilo broccoli voorzet: ik heb een gemiddelde eetlust hoor. Die wordt normaal redelijk in toom gehouden door ene Joline Jonkman.”
Annet knipoogde, “Maar die is er nu niet. Dus, Kees…” En op normale toon vervolgde ze: “We eten gewoon, Kees. En blijft er wat over, dan hebben we morgen een kliekje. Lekker bij de lunch.” “Dank je wel, Annet.”
Ze verdween naar binnen en ik ook; het was best fris op het balkon. Ik keek op m’n horloge. Als ik nu eens boodschappen ging doen… Vanavond had ik daar geen gelegenheid voor; Fred en Annet kennende zouden die me niet na het eten meteen buiten de deur zetten… Ja, boodschappen. Ik liep naar beneden, zette mijn koffertje alvast in de auto en pakte de fiets. In de supermarkt liep ik doelgericht langs de diverse schappen. Aardappels, groente voor dinsdag en woensdag, vlees? Ehh… slavinken, prima. Vier stuks in een pakje, kon ik even mee vooruit. Brood, melk, vla…
Even later laadde ik de handel in de fietstassen en reed weer richting huis. Alles opbergen… En even lunchen. Ik zette een CD op met m mooie muziek, maar genoot er niet zoals normaal van. De afwezigheid van Jolien drukte mijn stemming. Normaal maakten we opmerkingen over de muziek, zaten we te geinen of kletsten we over DT. Nu was het, ondanks de Wiener Philharmoniker op de CD, stil in huis. Leeg. Potverdorie Kees, als dat nú al begint… Dat worden twee lange weken. Misschien toch maar overwegen om een paar nachtjes elders te slapen of in ieder geval te eten. Want dit is niet fijn…
De tijd sleepte zich voort en op een gegeven moment was ik het zat. Ik zette de muziek uit, sloot af en liep naar beneden. Aan het werk. Dan maar vroeg in Nijmegen aankomen; daar in het restaurant een bak koffie pakken en mensen kijken. Wie weet liep er een bekende langs… Ik stapte in de auto en reed weg.
Op de A50 sloot ik braaf achter een andere Volvo aan; ook die stond op cruise control. Met een gangetje van 105 reden we noordwaarts. Bij knooppunt Paalgraven keek ik op m’n horloge. 12:30. Zou ik even langs Herpen rijden en kijken of Ageeth van Dongen er was? Eens vragen hoe het zat met een eventuele hulphond… Ja, doen!
Bij de afslag Herpen rechtsaf, en weer rechts, slingerdeslinger het dorp door. Bijna aan het einde van het dorp weer rechts, de weg volgen naar links en uiteindelijk stond ik op de parkeerplaats van Hulphond Nederland. Gedempt geblaf uit het gebouw… Ja, logisch; er konden hier zo’n 40 honden gehuisvest worden.
Dat was meteen de bottleneck: de opleidings- en huisvestingscapaciteit van de Stichting. Meer honden konden ze niet kwijt… Enfin, eerst maar eens vragen of Ageeth er was. Waar is de ingang… Ah, dáár. Even later stond ik voor een balie.
“Goedemiddag meneer… Wat kan ik voor u doen?” Een dame van een jaar of veertig, met naast zich een forse zwarte Labrador die nieuwsgierig naar me keek. “Dag mevrouw. Ik ben Kees Jonkman en kom in feite op de bonnefooi hier, met de vraag of mevrouw van Dongen binnen is.” “Ageeth? Ja, die is binnen. Ik zal haar even bellen, wie weet loopt ze net buiten met een hondje. Eén moment graag.”
Ze ging bellen en ik keek even rond. Een hal, keukentje er achter, wat medewerksters in de bekende blauwe truien met het logo van Hulphond Nederland er op. Vrijwel allemaal dames en jonge meiden…
Achter me hoorde ik: “Ageeth komt er met vijf minuten aan. Pak een bak koffie in de keuken; kopjes staan in de kastjes.” “Dank u wel!” Ik liep het keukentje in. De koffie-automaat was bijna dezelfde als die in Gorinchem. Zwart met suiker… Even later had ik een mok met bruine vloeistof voor me en keek ik verder rond. Aan de muur een foto-collage: allemaal mensen met een hulphond er naast. In een rolstoel, zonder rolstoel… Honderden foto’s...
“Mooi hé?” hoorde ik een mannenstem achter me en ik draaide me om. En nam meteen als militair de houding aan. “Goede middag generaal.” Voor me stond de voormalig CDS, de Commandant Der Strijdkrachten.
Niet al te groot, pezig, gemillimeterd grijs haar, een nauwelijks zichtbaar glimlachje en felle ogen. Hij stak zijn hand uit. “Hoi, ik ben Peter. En ontspan, je staat niet op een appélplaats.” “Kees Jonkman, generaal. We hebben elkaar in Afghanistan al een keer ontmoet.” Ik kon er niets aan doen, maar moest grinniken. “En ik kreeg toen vreselijk op m’n flikker van de huidige IGK. Waar u bij was.”
Ik zag dat er snel werd nagedacht. “Wacht even… Jij was toen niet alleen; je had je bud bij je, een reus van een kerel. Jij was toen sergeant, hij korporaal en jullie hadden een geintje geflikt met een 2e Kamerlid wat niet zo best was gevallen, geloof ik.” “Potdorie, u heeft wel een héél goed geheugen, generaal…”
Hij kneep zijn ogen samen. “Kees, ik ben Peter. Ja, ik was generaal, nu ben ik, zoals dat zo mooi heet ‘ambteloos burger’. Dus graag voornamen of ‘meneer’. En jij bent ondertussen… sergeant eerste klas of sergeant-majoor?”
Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Ik ben in het dagelijks leven elektrotechnisch ingenieur, teamchef van een groep ingenieurs bij een klein, maar steengoed bedrijf in Gorinchem. En als ik mijn uniform weer eens aantrek, ik ben reservist, dan mag ik mezelf majoor noemen. Ik werk dan voor het CIMIC-bataljon in Apeldoorn.”
Hij knikte. “Zo, dat is rap Binnen… negen jaar van sergeant tot majoor? Ik ken mensen die er langer over doen, Kees. Hier staat er eentje.” Ik snoof. “Ja, dat zal best, maar jouw traject was wat pittiger dan het mijne, denk ik.” Hij keek nadenkend. “Dat ligt er aan wat je ‘pittig’ noemt. Jij hebt de TU achter de rug?”
Ik knikte. “Ja. Eindhoven.” Weer een knik. “Dat zou ik niet kunnen fiksen. Op de middelbare school had ik een ‘pretpakket’, zonder wis- en natuurkunde. Maar goed, wat doe jij hier in Herpen, Kees?” “Ik sta samen met mijn echtgenote op de wachtlijst om gastgezin te worden en kwam hier vandaag tóch langs; ik wilde even informeren hoe de vlag erbij hangt.”
“Ach nee hé… Twee militairen bij elkaar? Hier worden weer ouwe koeien uit de sloot gehaald! Hoi Peter, dag Kees.” Ageeth kwam uit een gang, een blonde Labrador aan de riem. Ze gaf de riem aan Peter. “Niks mis meer met ‘m. Nog een beetje stijfjes, maar dat is met een paar dagen wel over.” De Lab was blij om Peter te zien; kwispelde in ieder geval bijna zijn staart er af. “Wat doe jij hier, Kees?” “Ik kom eens informeren of Joline en ik binnenkort een aanstaand hulphond over de vloer hebben, Ageeth. Na jouw bezoek is het best stil gebleven.”
Ze knikte. “Ja, dat klopt; de laatste maanden waren er weinig geschikte pups. Maar het goeie nieuws is: zeven weken terug kregen we kort achter elkaar 2 nestjes, eentje van 8 en eentje van 7 pups. En die moeten we onderbrengen. Dus als jij hier niet had gestaan, had je deze week sowieso telefoon gehad of jullie er klaar voor waren.”
Peter onderbrak haar. “Ageeth, ik ga er weer vandoor; dank voor de ‘second opinion’! Kees, ik hoop je binnenkort langer te spreken. Tot ziens!” Hij verdween, met de hond kwispelend naast zich.
Ageeth keek me aan. “Jullie kennen elkaar?” Ik knikte. “De eerste keer dat ik hem ontmoette was in Afghanistan, waar mijn bud en ik verschrikkelijk op ons flikker kregen van onze kolonel. En Peter stond er naast als CDS en keek ook niet bepaald vriendelijk. Enfin, een paar dagen later zagen we hem weer en toen was hij iets toeschietelijker. Hij heeft ons in ieder geval zwaar gematst.”
Ageeth glimlachte. “Het was mooi om jullie samen te zien. Jullie lichaamstaal sprak boekdelen. Op en top militairen.” Ik haalde mijn schouders op. “We hebben onder dezelfde omstandigheden gewerkt in uitzendgebieden. Maar goed, daar kwam ik niet voor. Hondjes, daar kwam ik wél voor. Vertel, Ageeth.”
Kort vertelde ze dat er momenteel 6 hondjes goed genoeg waren om het opleidingstraject in te gaan. “Welke pup jullie krijgen weet ik nog niet. Het zal hoe dan ook een ‘makkelijke’ pup zijn; een gastgezin met een eerste pup krijgt in principe een ‘makkelijke’ pup.” Ze glimlachte. “Dan weten we ten minste dat dat gastgezin ook aan een volgende pup begint…”
Ik zuchtte. “Het is ook overal hetzelfde, hoor ik wel. Een doortrapte bende hiero.” “Ja. En je kent ons nog nauwelijks, kun je nagaan. Maar: zijn jullie er klaar voor, Kees?” Ik dacht snel na. “Wanneer zou die pup kunnen komen, Ageeth?” “Ergens midden of eind volgende week, denk ik…” Ik begon te lachen. “Dat zou een mooie mop zijn. Ageeth, een paar uur geleden heb ik Joline uitgezwaaid op vliegveld Eindhoven. Die is voor twee weken naar Roemenië voor haar Masterscriptie. Het zou een mooie grap zijn als er, wanneer zij terugkomt, een pup in ons huis rondrent… Hoi schat, welkom thuis en oh ja, we hebben gezinsuitbreiding…”
Ze keek afkeurend. “Dat doe je toch niet! Ik heb ernstig medelijden met je vrouw.” Ik lachte. “Ze heeft er zelf voor gekozen, hoor. En toen ze ‘Ja, ik wil’ zei, woonden we al tien maanden samen, dus ze wist wat voor vlees ze in de kuip had.” Ageeth schudde haar hoofd. “Jullie regelen het maar onderling. Hou er rekening mee dat je begin volgende week een telefoontje krijgt wanneer ik de pup komt brengen, oké?” Ik knikte. “Ik zal zorgen dat alles klaar staat.”
“Hoeft niet; ik neem alles wat je nodig hebt, mee als ik de pup kom brengen. Bench, riem, voer, hesje, een dekentje en een speeltje. Jullie hoeven alleen maar liefde te geven. En aandacht. Véél aandacht.” “Gaat lukken Ageeth. Dank je wel; we zien elkaar volgende week!”
De laatste slok koffie ging naar binnen… koud natuurlijk. Daarna stapte ik weer in de auto.
Volgende week een pup in huis… Maar eens wat info inwinnen bij Peter en Anna van Wiers, de ouders van Gerben. Maar nu eerst: Nijmegen. Even omschakelen van een hulphond-pup naar een technische presentatie… Ik reed weer de snelweg op en na wat vertraging zette ik de auto op de ondertussen bekende parkeerplaats. Toch eens vragen of ik een personeelsparkeerkaart kon krijgen; dit liep ondertussen aardig in de papieren… Koffertje mee, een blik op het horloge: 13:31. Prima op tijd voor nog een kop koffie en een paar broodjes. Weliswaar had ik thuis al gegeten, maar dat waren twee nogal kale bruine boterhammen geweest. En die hadden me absoluut niet gesmaakt. Sterker nog: ik wist niet eens meer waarmee ik ze belegd had…
In het restaurant trakteerde ik mezelf op twee broodjes gezond en een beker melk. De koffie zou tijdens de vergadering wel komen… Halverwege het tweede broodje kwamen Rogier en Marion binnen. Beiden netjes gekleed; Rogier in kostuum en Marion ook, behalve dat zij geen broek aan had, maar een rokje. En op pumps liep. “Dag dame en heer van DT…” “Gut, Kees, jij ook hier? En je kon zo goed leren…” Marion keek spottend. “Omdat ik zo goed kon leren, zit ik hier, juffie. Als ik minder goed had kunnen leren stond ik wellicht in de afwaskeuken van dit mooie ziekenhuis te ploeteren. Hebben jullie al gegeten?”
Rogier keek ondeugend, Marion ook. “Is er een priester in de buurt, Kees?” Ik haalde mijn schouders op. “Dit is een Interconfessioneel ziekenhuis, dame. Dus van Katholieke én Protestantse huize. Dus waarschijnlijk wel in het bezit van een Katholiek geestelijke op de loonlijst. Hoezo?” “Dan moeten we even biechten… We zijn vóór de sport bij DT vertrokken en hebben even de Mc Donalds bezocht voor we de snelweg op gingen.” En Rogier vulde grijnzend aan: “De geest is gewillig, maar het vlees is zwak, Kees.”
Ik keek beiden teleurgesteld aan. “Allereerst: Bij de firma Mc. D. is er geen sprake van ‘vlees’; datgene wat zij tussen die twee helften brood frotten heeft in mijn optiek alle relaties met vlees verloren. En ten tweede: dat jouw vlees zwak was, wist ik al, Rogier. Vanaf het eerste moment dat ik je zag, daar in dat stuwmeer in de Harz, als een dolle zwemmend om maar bij Lot in de buurt te komen.”
Hij keek nadenkend. “Niet álle vlees was toen zwak, Kees. Er waren bepaalde lichaamsdelen…” Marion snauwde: “Houden de heren het een beetje netjes hier? Ik wens tijdens mijn financiële presentatie niet plotseling het beeld voor me te zien van delen van jouw anatomie die ‘niet zwak’ waren, meneer van der Vlist! Om mijn cheffin maar even te citeren: Ik ben een net meisje!” Ik gniffelde. “Ja, da’s wel eens anders geweest…”
En uit de hoogte, op haar arrogante toontje bitste Marion: “Klep dicht jij!” “Het is weer eens tijd voor een middagje op het dak van DT, hoor ik wel…” mompelde ik, terwijl ik haar strak aan keek. “Ik zal Fred eens inseinen…” Marion snoof. “Doe maar wat je niet laten kunt. Maar om op het onderwerp ‘eten’ terug te komen: ja, we hebben de nodige calorieën binnen. En vitamines, want er lag een schijfje komkommer, een schijfje tomaat en een nogal verlept blaadje sla op die hamburger.”
Ik hoestte. “Toen die groenten het gebouw van de Mc. D. binnen werden gebracht zijn alle vitamines er meteen uit gevlucht. Dit in tegenstelling tot dit overigens uiterst smakelijke broodje gezond.” Ik nam de laatste hap. “Prima catering hier. Je zou zomaar gezond dit ziekenhuis verlaten.” “Dat is de bedoeling ook, Kees. Dat is het hele concept ‘ziekenhuis’. Je komt binnen met de aanblik van Petrus voor ogen, en een aantal weken later verlaat je het pand lopend. Meestal lukt dat. Soms helaas ook niet.”
Ik knikte. “Ja, da’s waar. Maar: voordat ik bezwijk voor de verleiding van een of andere mega-koek: is er ergens een plekje waar we even kunnen wachten zónder allemaal etende mensen om ons heen?” Rogier wees. “We kijken wel even of Ane er is. Mijn ouwe kantoortje.” We liepen naar boven, Rogier voorop. Hij wist feilloos de weg in dit doolhof; na drie bochten was ik het al kwijt. Een klop op een deur en die ging open.
“Hé Rogier… Ik dacht al waar je bleef. En wie heb je nu weer bij je?” Ik gaf Ane een hand, Rogier stelde Marion voor. “Dit is Marion de Groot, een van onze financiële toppers. Marion doet het stukje calculatie, want daar hebben wij techneuten geen verstand van. Marion, dit is Ane, hoofd TD van dit mooie ziekenhuis.” Ze gaven elkaar een hand en toen wendde Ane zich tot Rogier. “De MT-vergadering start om 14:00; jullie mogen als eerste.”
Rogier keek mij aan. “Dan mag jij het spits afbijten, Kees. En daarna Marion.” Die keek even wat nerveus. “En wie zijn daar allemaal bij, Ane?” Die legde dat even uit, grijnsde toen en zei met een blik mijn richting uit: “… en er zit nog een kennis van Kees bij. Dokter van Onzenoord. Speciaal voor het deeltje van de OK’s.” Ik gniffelde. “Dan zal ik hem deze keer niet zo hard aanpakken, Ane.” Marion keek verwonderd. “Een dokter hard aanpakken? Wat heb je nou weer geflikt, Kees?”
Ik wees naar Rogier. “Mag jij vertellen. Ik neem mijn presentatie nog even door.” Ik dook in de laptop en hoorde met een half oor Rogier z’n verhaal aan. Hij maakte er geen drama van; bleef redelijk zakelijk. Gelukkig. Ik was halverwege toen de deur openging en een van de dames van de OR in de deuropening stond. “Ane, kom… Oh, wacht, jullie zijn al compleet? Mooi. Komen jullie mee? We beginnen over vijf minuten.”
Gang in, twee slingers en we liepen een vergaderzaal binnen. Een aantal mensen rondom een koffietafeltje… Een paar bekende gezichten, ook een paar onbekenden. Ane introduceerde ons. “Goede middag allemaal. Sommigen van u kennen deze beide heren al, anderen nog niet en de dame is u totaal onbekend, maar voor de volledigheid: dit zijn Rogier van der Vlist, ons voormalig hoofd TD, nu werkzaam als ontwerper/engineer bij Developing Technics; Kees Jonkman, werkzaam bij hetzelfde bedrijf als ‘leading engineer’ en Marion de Groot, financieel goeroe, ook bij DT.” We schudden handen, pakten een kop koffie en gingen zitten.
Na een korte introductie knikte de economisch directeur mij toe. “Meneer Jonkman… Uw beurt. Gelieve het niet ál te technisch te maken; de Wet van Ohm kennen de meesten van ons nog wel, maar daarna wordt het vrij moeilijk. Ga uw gang.” Ik grinnikte.
“Dank u wel. Dames en heren: ter geruststelling: ik ga u niet vermoeien met de Wet van Ohm. Wél ga ik u kort schetsen waar dit ziekenhuis tot voor kort slachtoffer van was. En vervolgens zal ik u uit de doeken doen hoe Developing Technics u uit de brand kan helpen. En als laatste, maar dat laat ik graag aan mijn collega Marion over, krijgt u een redelijk nauwkeurig kostenplaatje te zien. Daar heb ík dan weer geen verstand van. Maar goed, om te beginnen een stukje geschiedenis…”
Beknopt schetste ik de gevolgen van het broddelwerk van de firma Duyvestein uit Amsterdam, inclusief de door hun aangebrachte ‘zwakke plekken’ en de mogelijkheid om het ziekenhuis vanaf afstand in storing te zetten. Vervolgens schetste ik de resultaten van onze twee ‘verkenningen’. Eén en ander geïllustreerd met wat foto’s en tekeningen. Uiteindelijk kwam ik tot de voorgestelde verbeteringen, met als eerste de Operatieafdeling en de SEH.
“Wat wij voorstellen is het volgende: een noodstroomsysteem voor de OK’s. Met voldoende redundancy om operaties gewoon door te laten gaan. Met qua stroomafname gescheiden OK’s. Nou ja, niet helemaal gescheiden: in clusters van twee OK’s is volgens ons, en na consultatie van diverse vakmensen, verantwoord. De tijd tussen stroomuitval en noodstroom is bij ons systeem hooguit 1 seconde. En die korte tijd wordt overbrugd door een stel stevige condensatoren in het systeem in te bouwen.
Voor de niet-natuurkundigen onder ons: een condensator is in principe een kleine accu met veel capaciteit. Het resultaat van dit systeem is dat alle computers, monitors, machines en andere apparatuur in de OK gewoon door blijven werken. Die zijn namelijk ontworpen om kleine stroomstoringen op te vangen. Ons 230V stroomnet is ook niet altijd even stabiel, ook al lijkt dat zo; ook ons stroomnet heeft wel eens last van kleine hikjes. Uw huiscomputer, werkend op Windows of uw Mac kan dat aan, mits de ‘hikjes’ niet te groot worden. Ons systeem zorgt ervoor dat een ‘hik’ bij een stroomstoring klein en kort blijft.
Maar wat als de stroomstoring lang duurt? De stroom totaal uitvalt? Dokter van Onzenoord heeft daar ondertussen ervaring mee en die stond niét te lachen. Opereren bij het licht van een zaklamp terwijl de patiënt geen anesthesie meer krijgt, geen hartmonitor die de zaak bewaakt, allerlei andere apparatuur er het zwijgen toe doet… Ga je niet willen. In zo’n geval komt ons noodstroomsysteem in actie. Grote, maar fluisterstille aggregaten van de firma Bredenoord. Geen geloei van dieselmotoren onder de ramen van de Kraamafdeling, maar fluisterstille units. Dieseldampen kunnen worden weggeleid naar uitlaten die boven het ziekenhuis uitkomen. En ja, die dingen zijn duurder dan die, vergeef me de term, bruldingen die de firma Duyvestein liet plaatsen. Maar betrouwbaarder, sterker en stil. Kortom: ook bij een grootschalige stroomuitval beschikken de OK’s over elektriciteit…”
Zo ging ik nog even door, ook over de SEH en uiteindelijk het hele ziekenhuis. Eerst een praatje, afgewisseld met een plaatje. En na een uur was ik klaar en besloot met: “En nu zou ik wel ergens een glas water willen opduiken, want ik ben rijp voor de KNO-arts. Met name de K.” Een van de aanwezigen stond op en kwam even later terug met een kan water en een paar glazen. Eén glas ging achter elkaar naar binnen. “Dank u wel. U heeft vast nog wel vragen. De technische hoop ik te kunnen beantwoorden, en anders Rogier of Ane wel; de financiële vragen moet u even opsparen tot na het betoog van mijn collega Marion.”
Tot mijn verwondering waren er geen vragen. De economisch directeur keek op zijn horloge. “Ik stel een korte break voor; over tien minuten willen we graag luisteren naar het financiële verhaal. Mevrouw de Groot, redt u dat?” Marion knikte. “Dat is een kwestie van die stick met Kees z’n verhaal uit die PC halen en mijn financiële stick er voor in de plaats zetten, meneer.” Hij knikte. “Mooi. Tien minuten, dames en heren.” Ik ging zitten; had tijdens mijn verhaal gestaan en heen en weer gelopen. Zittend een presentatie geven was niet mijn ding. “Kees, wat wil jij drinken?” “Geef mij maar een bak thee, Ane.” Die stond even later voor me. Nog wat te heet om te drinken…
“Het was te zien en te horen waar jouw roots liggen, Kees…” Dokter van Onzenoord stond plotseling achter me. “Nou, dat zou wel eens tegen kunnen vallen, Johan. Ja, natuurlijk heb ik instructie geven toen ik in dienst zat, maar de meeste lessen heb ik op de TU in Eindhoven gegeven. Ik ben daar meteen na mijn afstuderen aangenomen als universitair docent. Dagen gevuld met vier uren college geven aan best wel kritisch publiek… Sommige studenten lagen één jaar op me achter.” Hij moest lachen. “Ik schat zo in dat de dames en heren studenten niet de mogelijkheid hadden om in slaap te sukkelen… Jij ziet heel veel als je staat te presenteren en speelt daar meteen op in. Knáp.”
Ik keek hem verwonderd aan. “Ehhh… Hoezo?” Hij wees naar een van de dames van de OR. “Ik zag Suze op een gegeven moment wat inzakken. En jij stelde meteen een vraag aan haar, zodat ze weer bij de les was. Ons hoofd SEH trok het ook even niet toen je met een nogal technisch aspect van zijn afdeling bezig was; je zag het en schakelde meteen over op ‘elektronica voor dummies’. Prima, want ik was het spoor ook even bijster.”
Ik haalde mijn schouders op. “Dát is er wel ingeslopen in mijn diensttijd, Johan. Tijdens een bevelsuitgifte moet je scherp blijven en zorgen dat je mensen exact snappen wat je wil. Dat weet jij net zo goed als ik.” Ik kreeg een klap op m’n schouder. “Hoe dan ook, het was een feest van herkenning, majoor Jonkman.” Ik grinnikte. “Dank je wel. En nu: thee.”
Even later stond Marion te presenteren. En die deed het ook prima! Ze had van mij het A4tje gekregen met de namen, foto’s en functies van de aanwezigen, en daar maakte ze goed gebruik van door te refereren aan de functie van iemand die een opmerking maakte of een vraag stelde. En als ze cijfers presenteerde deed ze dat uit haar hoofd, zonder naar het scherm of naar het beeldscherm van de computer te kijken. En die cijfers kwamen exact overeen met de cijfers die zichtbaar waren…
Ik raakte behoorlijk onder de indruk. Dit was een hele andere Marion dan het omhooggevallen ‘communicatietrutje’ wat vorig jaar bij DT binnen kwam lopen op haar naaldhakjes en modieuze bloesjes… En af en toe gooide ze ook nog een klein grapje doorheen… Straks haar maar een loeier van een compliment maken! Om half drie was ook Marion klaar en ze overhandigde een uitdraai van haar presentatie aan mevrouw Houtert, het financiële geweten van het ziekenhuis.
“Alstublieft. Die mag u narekenen; als u later nog vragen heeft: mijn kaartje heb ik erbij gevoegd.” O shit… Dat had ik niet gedaan. Ik greep in mijn binnenzak en viste een visitekaartje uit de houder. “Sorry, die van mij had u nog te goed… Alstublieft.” We werden bedankt voor de duidelijke uitleg. “Vanaf nu gaat het ook via het Ministerie van Volksgezondheid; daar weet men van onze plannen, maar iemand moet daar wel een paar handtekeningen zetten. Daar gaan wel een paar weken overheen, dame en heren. Nogmaals: Dank en een goede thuisreis.”
Rogier en ik stonden op; Marion stond nog. We pakten onze spullen, namen afscheid en verlieten de vergaderzaal. Ane moest blijven; waarschijnlijk kreeg die nog wel een paar vragen. Prima, dat kon hij wel aan. “Pfff… Wat kan jij lullen, Kees…” Rogier zuchtte.
“Wist je dat nou nog steeds niet, Rogier? Je zit bij hem in het team, je ziet hem privé ook zeer regelmatig, hij is bijna je schoonva…” “Stop, Marion.” Ik onderbrak haar nogal bot. “Dat ben ik niét en wens ik ook nooit te worden. Dan zou ik in de bajes moeten zitten. Nooit meer die grap maken. Duidelijk?” Ze was geschrokken. “Oké… Sorry. Ik zal m’n grote mond wel weer dicht doen.”
“We drinken nog even wat fris in het restaurant, lui. Even ontspannen voor we weer de weg op gaan. DT trakteert; waarschijnlijk kan het er wel af… Wat willen jullie?” Marion koos Fristi, Rogier een sapje en ik Icetea. En we gingen aan een tafeltje zitten. Ik keek Marion aan. “Mijn complimenten voor jouw presentatie Marion. En de manier waarop je presenteerde. Geen speld tussen te krijgen. En wat ik heel knap vond: je presenteerde de cijfers en maakte geen enkele keer de fout om ze vanaf het scherm te lezen. Zelfs niet vanaf het computerscherm; je lepelde ze zó uit je hoofd op. Respect!”
Ze kleurde. “Fred heeft me wat dingen aangereikt over presentatievaardigheden. Die zouden op de opleiding Communicatie waarschijnlijk geen hoge ogen gooien, maar ze bleken wel effectief.” Rogier gniffelde. “Oh? Heeft Fred je geleerd om tijdens het presenteren even over je dijbeen te krabben, zodat je rokje iets omhoog kwam? Interessant…”
Hij kreeg een stomp. “Op het moment dat ik het deed schrok ik me dood. De rest van de presentatie stond ik met een behoorlijk jeukende plek op mijn been. Een verlate muggenbult, denk ik…” Ze bloosde. “En die cijfers; de meesten had ik zelf berekend, dus die blijven je dan wel bij. Niet zo’n probleem hoor.”
“Nou, het maakte wel indruk, Marion. Terwijl je bezig was dacht ik nog: ‘Dat is een hele andere Marion dan dat ‘communicatietrutje’ wat een jaar geleden bij DT binnen trippelde op haar hoge hakjes en dunne blouses…’ Ze keek me boos aan, Rogier lachte. “Oh? Dat had ik wel willen zien…”
“Vraag maar aan Fred!” beet ze hem toe.
“Kom, dame en heer. Jullie moeten samen nog veilig naar Arkel rijden. Ik stel voor dat we deze discussie beëindigen, anders voorzie ik dat jullie niet in Arkel terechtkomen, maar ergens in de vangrail van de A15 ter hoogte van Dodewaard of zo. Wat dan wel weer een toepasselijke plaats is om je leven te laten eindigen, maar dat terzijde.”
Rogier trok een smerig gezicht. “Lekkere humor heb jij…” Marion knikte. “Dat is de ‘galgenhumor’ van Kees. Nooit mee te maken gehad? Nou, maak je borst maar nat dan… Ik zal je onderweg wel even bijpraten.” Ze lachte liefjes naar mij. “Iets voorbij Dodewaard.”
Even later hadden we ons drankje op. “Kom lui. Naar huis jullie. Ja, het is nog vroeg, maar volgens mij hebben we aardig ons best gedaan voor de baas. Nou ja, Rogier iets minder, maar dat compenseert hij op een ander moment maar. Marion: niet teveel krabben aan je been; dat leidt de chauffeur af. Erg ongezond als je met honderd Dodewaard passeert…”
Ze stak haar tong uit. Even later liepen we het ziekenhuis uit en reden we weg. Bij Knooppunt Ewijk draaide Rogier de A50 naar het noorden op, ik draaide in zuidelijke richting.
Op weg naar huis. O ja, shit… Zónder Joline.
Nou ja, wel met een etentje bij de familie Kamer. Nog een doosje chocola voor hen kopen onderweg…
Ontbijtkoek. Een laagje margarine er op en klaar. Hiermee uitgerust ging ik terug richting slaapkamer. Daar kon ik Joline mooi…
“Hallo Kees! Was jij er stiekem tussenuit gegaan?” Een brede lach kwam me tegemoet. “Nou ja zeg… Dacht ik jou mooi te verrassen, heb je me nóg beet!” “Als jij mij wil verrassen, moet je vroeger opstaan, Kees. Nou ja, je hebt me wel verrast met een kopje thee. Da’s lief.” Ze klopte op het bed. “Als dank mag je in mijn bedje.”
Voorzichtig gaf ik het blad thee en koek aan haar. “Lekker… Altijd goed om een lange dag mee te beginnen.” Ze zette het blad tussen ons in. “Zo. Anti-conceptie-thee.” Ik keek haar aan. “Maar als de thee op is, mevrouw…” Ze keek lief terug. “Ja, dan ga je wat beleven, jongeman. Kijk maar eens.”
Een lang been piepte onder het dekbed vandaan, deels verstopt onder een doorzichtig onderjurkje. “Oh, mevrouw… Dat ziet er wel heel sensueel uit!” “Ja. Maar dat komt pas na de thee. Even kalm aan.” Rustig dronken we onze thee en aten de ontbijtkoek, daarna zette Joline het blad op haar nachtkastje. “Zo. En nu wij…”
Ze draaide zich naar me toe, pakte mijn hoofd tussen haar handen en zoende me. Haar tong gleed in mijn mond en over mijn lippen en ik beantwoordde haar gretig. Ze pakte mijn hand en legde die op een borst. “Strelen, mannetje. Voel mijn borsten, betast ze… Laat me in de stemming komen!” Ik bevoelde haar mooie borsten, knabbelde op de ene tepel terwijl ik de andere met mijn vingers verwende. Joline’s ademhaling ging sneller. Haar hand verdween tussen haar benen en ze begon zichzelf snel te strelen. “Lekker… Mijn eigen vent die mijn tieten verwent en ik mag mezelf ook verwennen… Lekker voelen hoe mijn poesje vochtig wordt… Lekker geil en nat worden… Eerst mijn panty, dan mijn slipje, dan dit sexy onderjurkje… Mág ik nat worden… meneer?”
Ze keek me van onder haar lange wimpers aan en ik wist dat ze nu ‘gestraft’ wilde worden. “Nee, meisje. Dat is niet netjes. Daar kun je je toch niet mee vertonen? Als jouw mooie poesje nat wordt, heb je een groot probleem. Wacht maar, ik zal het even controleren.” Ik duwde haar onderjurkje tussen haar benen: droog. “Hmm, da’s goed. Nu je slipje. Doe je benen eens uit elkaar!”
Ze bleef met haar benen gesloten zitten. “Nee, dat is niet netjes!” Ik zuchtte. “Meewerken of straf krijgen, meisje. Kies maar.” Ze schudde haar hoofd. “Nee! Niet aan mijn poesje!”
Ik pakte haar knieën en dwong die uit elkaar. “Open, had ik gezegd! Nú!” Joline gromde en probeerde haar benen te sluiten, maar dat kon ze nu niet meer: mijn handen gleden langs haar benen al richting haar slipje. Haar onderjurkje gleed mee omhoog en even later kon ik haar dunne slipje bekijken.
“Waarom je slipje over je panty, meisje? Da’s de verkeerde volgorde. Staat wel sexy overigens.” Ik streelde nu over haar slipje, steeds iets harder, zodat ik haar poesje voelde. “Dat is… dat is omdat ik… hmmm… dat lekker vind, meneer… als ik loop of als… ahhh…. Ik mijn benen over elkaar sla, is het…. zo’n lekker gevoel… Net als núúú…” Ze duwde haar heupen omhoog, zodat mijn vingers steviger op haar lipjes duwden.
“Een lekker gevoel? Vind je dat dan zo fijn, die panty op je kut, ondeugende meid?” Ze ging zich nu onbeschaamd tegen mijn vingers bevredigen, maar antwoordde niet. Ik trok mijn hand weg, wat een teleurgestelde zucht tot gevolg had. “Ahhh… Jammer… Het was zo’n lekker gevoel… Meneer…”
Met dat ‘Meneer’ gaf ze aan dat ik de leiding heb. Het was een beetje ons codewoord geworden voor de keren dat ze zich helemaal aan me over wilde geven. Ze had het een keertje uitgelegd, in de intieme duisternis van onze slaapkamer, na een heerlijk uitputtende vrijpartij. ‘Kees, als ik dat zeg, dan wil ik dat jij de leiding neemt. Ik wil me dan helemaal aan je overgeven…’
Ze aarzelde daarna even, maar ging zachtjes verder. ‘Je mag me dan helemaal gebruiken… Mijn hele lichaam is dan van jou. Ik heb niets meer te willen, geen beslissingen nemen, ik ben dan aan jou overgeleverd. En dat is altijd genieten, schatje…’
Die bekentenis had heel veel in me losgemaakt. Ze ‘gaf’ zich daadwerkelijk aan me, als een onbetaalbaar cadeau. En daar moest ik heel voorzichtig mee omgaan… De minuten nadat ze dat gezegd had, had ik haar in mijn armen genomen en hadden we, heel teder en intiem, wéér met elkaar gevreeën.
En nu zei ze het weer: ‘Meneer’. Met een bepaalde nadruk. Alsof ze wilde zeggen: ‘Neem me. Laat me genieten van jouw leiding…’
Ik streelde tussen haar benen. “Duw je tegen mijn hand aan. Ik wil dat je jezelf klaar laat komen op mijn vingers. Lekker nat klaarkomen… meisje.” Ze kreunde zachtjes en duwde haar heupen omhoog, op zoek naar mijn hand. Maar die tilde ik op, zodat ze niets voelde. Teleurgesteld zakte ze weer omlaag. “Nog iets verder omhoog komen, meisje. Daar vind je wat je zoekt. Je benen uit elkaar, ik wil zien hoe nat je slipje wordt. Ik wil het ruiken… Proeven… Zien hoe je je sexy lingerie nat maakt met je eigen sapjes…”
Weer kwam ze omhoog en nu gaf ik haar wat ze zocht: een tastende hand met voelende vingers die de contouren van haar vagina volgden op weg naar haar clit. “Ahhh… Heerlijk…” Ik betastte haar nu intensief en keek afwisselend naar haar gezicht, nu in de extase haar genot, haar snel op en neer gaande borsten en naar haar benen, vlak bij me en gastvrij gespreid. Het was een heerlijk gezicht om die vrouw, mijn vrouw, zo te laten genieten. En een heerlijk gevoel dat ze dat samen met mij wilde doen!
En Joline liet zich helemaal gaan: ze hijgde, kreunde en mompelde in zichzelf. Af en toe ving ik wat woorden op: “Lekker geil klaarkomen” of “Hij kijkt naar m’n poesje… ik voel het!” Haar bewegingen werden heviger en toen gromde ze. “Ikk… ik… kom, meneer! Ik kom klaar! Kan er niks aan doen! Het is zó lekker…” Ik tilde mijn hand op en meteen lag ze stil; ze wist wat er zou kunnen komen. Weer ging haar bekken omhoog en ze spreidde haar benen.
Haar panty en slipje waren strak gespannen en raakten haar poesje niet; Heupwiegend zocht ze mijn hand en de ontlading van het orgasme. En die ontlading gaf ik haar. Met één harde tik, op haar slipje en haar panty, die ze plotseling op haar vagina voelde. En tegelijk een kneepje in een tepel. “Ahhh…. JA! Het komt! Ik kom… klaar… meneer! Zo fijn…”
Een donkere vlek werd zichtbaar in haar slipje en haar panty scheen nu door. Ik zag het begin van haar schaamhaartjes door de dunne stof: een smal streepje, recht boven haar poesje. “Je bent een geil meisje, Jolientje…” fluisterde ik in haar oor. Ze schudde nu hevig, terwijl het orgasme door haar lichaam raasde.
“Ja meneer…. Geil en ná… Nát! Ik ben zó nat… Helemaal klaar voor u, meneer…” Ze deed haar ogen open. Prachtige blauwe ogen die me verlangend aankeken. “Kóm, Kees. Kom in me. Nog één keer voordat…” Ze trok haar benen op en trok bliksemsnel haar panty, slipje en onderjurkje uit. “Kóm! Ik wil je in me voelen… Samen klaarkomen!”
Ze ging op haar rug liggen en trok me bovenop zich. “Neuk me, mooie man van me!” Ik zei niets, maar genoot. Een slanke, warme hand pakte mijn paal en bracht hem naar haar poesje. “Dáár moet je zijn, lieve lover…” Ik kuste haar langzaam en aandachtig terwijl ik voorzichtig bij haar binnendrong. “Lekker… Warm en hard… en diep… Oh, dit zou eeuwig moeten duren… Zó lekker, jouw harde pik die me opvult…” “En ik voel een heerlijk zacht kutje wat me helemaal gevangen houdt…” Ze kneep. “Ja. En ik laat je niet gaan voor je alles eruit hebt gespoten, Kees. Je komt niet vrij voordat je bekend hebt.”
Ze glimlachte, vlak voor me. “Lijkt me een heerlijke manier om een paar jaar in de gevangenis door te brengen, schat… Ik denk dat ik die bekentenis dan nog maar even uitstel.” Ze kneep nu ritmisch en bewoog met haar heupen. “Dat dacht ik niet! Ik sta erom bekend dat boefjes heel snel bekennen. Daar heb ik zo mijn maniertjes voor…” Plotseling rook ik de geur van haar poesje en duwde ze haar slipje en panty tegen mijn neus.
“Ruiken, Kees. En proeven! Lekker vers geil van je meisje…” Ik had mezelf niet meer onder controle en stootte weer in haar. “Je bent een heerlijk geil wezen, Jolientje… Je maakt me helemaal gek met je lekkere spelletjes… Ik ga je hárd neuken, diep in je geile kutje…” Ze sloeg haar armen om me heen en trok haar benen ook op en legde die over mijn rug. Hevig stootte ik in haar en even hevig stootte ze terug.
“Neuk… me…” hijgde Joline en drong met haar tong diep in mijn mond. “Spuit je zelf in me leeg… Ik wil het voelen… Je lekkere pik voelen spuiten in mijn hete kút!” “Dat duurt niet lang meer, schatje… Je maakt me helemaal dol…”
Ik voelde mijn ballen samentrekken en tongde haar. En toen kwam ik klaar! De eerste staal kwam blijkbaar precies op haar G-spot, want ze gilde: “Oh Kees! Ik voel het! Op mijn lekkerste plekje! Doorgaan! Dit mag nooit meer stoppen…!” Ze verkrampte ook en haar vagina trok samen.
“Lekker, geile meid van me… Lekker samen klaarkomen…” Ze kreunde hevig. “JA! Nog een keertje, Kees! Ik kom wéér klaar, nu met jou in me…”
Even later lag ik als een vaatdoek naast haar; na ons orgasme was ik maar van haar afgerold. Joline lag tegen me aan, haar ogen dicht en een klein glimlachje om haar mond. Haar haren bezweet langs haar voorhoofd. Ik kuste een druppel zweet van haar slaap af. “Ik zal je vreselijk missen, mooie vrouw…” Haar ogen gingen open, plagend. “Als je dat slipje nu eens in een plastic zakje in de koelkast bewaart, Kees… Dan heb je nog iets om aan terug te denken.”
Ik tikte op haar neus. “Lekkere blonde pestkop.” Ze giechelde. “Er schijnt een lucratief handeltje in gedragen slipjes op Internet te zijn, schat. Als ons salaris op enig moment niet genoeg is om de kosten te dekken…” Ik zoende haar mond dicht en even lagen we weer te vrijen. Toen kwam Joline overeind. “Kom. We gaan douchen. Ik voel iets bij jou groeien en als we dat de vrije hand geven haal ik m’n vliegtuig niet. En dan kan ik Damen niet helpen en zijn ze over drie jaar failliet. Allemaal de schuld van Kees Jonkman, die nog even een wipje wilde maken met zijn mooie vrouw.” Ze keek nu ronduit pesterig.
Ik trok haar tegen me aan. Het faillissement van Damen zal me een zorg zijn, schat. Als ik jou maar heb. Dank je wel voor dit afscheidscadeautje.” Ze glimlachte en kuste me. “Hier kan ik wel even mee vooruit, Kees. Een hele fijne herinnering. Wéér eentje erbij. En ik verlang nu al naar de avond dat ik terugkom. Twee weken zijn zó voorbij, schat.” Ik knikte. “Ja. Twee weken is bijna niets. Er zijn mensen die elkaar een compleet jaar moeten missen.”
Ze lachte ondeugend. “Kun je nagaan wat een hoeveelheid sperma…” Weer kuste ik haar mond dicht. “Je zou ontploffen, Jolientje. Nu douchen!” We kropen het bed uit en stonden elkaar even later in te zepen. “Kees…” “Hmm?” “Ik heb toch een speeltje meegenomen. Niet dat ding op Wifi, maar een ‘gewone’ vibrator. Dan kan ik me ’s avonds nog even lekker verwennen voor ik in slaap val.”
Haar ogen keken ondeugend. “Meisje, meisje toch… Dan verwacht ik wel dat we even beeldbellen. Kan ik van je mooie benen genieten en jij van mijn paal.” Joline schudde haar hoofd. “Echt niet. Ik ben door een van de IT-ers van Damen gewaarschuwd dat ik daar een SIMkaart moet kopen en de mijne uit het toestel moet halen. Je zit daar wat dichterbij de vriendjes van Putin. En de werf heeft sowieso de aandacht van de Russische Federatie, omdat ze daar ook rompen bouwen voor oorlogsschepen. Nee, liefje; deze jongedame gaat volgens hetzelfde recept te werk als jullie in Bosnië: alle wifi uit, géén Internetverbinding op de laptop en een kale telefoon met prepaid.” Ik keek teleurgesteld. “Maar hoe kan ik mezelf dan verwennen?” Ze lachte lief en kuste me. “Kijk maar in mijn lingerielades en spuit wat parfum op een panty. Verwen jezelf daar maar mee. En denk er aan: mijn parfum, Kees Jonkman! Niet die van Greet!” Ik schoot in de lach. “Om die te pakken te krijgen zou ik Anita om moeten kopen, denk ik. Geen trek in, schat.”
Ze keek tevreden. “Mooi. Ik kijk wel of het flesje leger is geworden als ik terugkom. En nu: kraan uit, afdrogen.” Een half uurtje later waren we klaar met het ontbijt. Joline had zich redelijk ‘casual’ gekleed; spijkerbroek, blouse, vest er overheen. Schoenen met een gewoon hakje. Nauwelijks make-up. Maar dan nog straalde ze een zekere klasse uit. Voor de laatste keer controleerde ze haar bagage: rijbewijs, paspoort, telefoon inderdaad zonder SIMkaart, wat contant geld, betaalpas… kleren, ondergoed…
“Waar heb je je speeltje, schat?” Ze lachte geheimzinnig. “Goed verstopt in wat ondergoed. Je moet wel een héle nieuwsgierige douanier zijn om dat ding te vinden, Kees.” Ik keek zuinig. “Hou je er rekening mee dat die rolkoffer door de scanner heengaat? En dat die douanier of de heren van de KMar dat ding gewoon zien?”
Joline fronste en pakte haar ondergoed. “Ammenooitniet! Gaat niet gebeuren, Kees! Dan maar zonder speeltje, maar niemand gaat op een beeldscherm zien waarmee Joline Jonkman zichzelf verwend als haar vent even niet in de buurt is!” Haar ogen flikkerden. Ik kreeg de vibrator in handen gedrukt, de lingerie werd weer netjes in de koffer opgeborgen en het ding ging dicht. “Ze zullen daar ook wel winkels hebben, denk ik…” Ze giechelde. “Dan koop daar wel een elektrische tandenborstel. Niks mis met een goede mondhygiëne, toch? Tja, en dat er ’s avonds laat een heel anders borsteltje op gaat… Daar heeft die winkel toch niks mee te maken? En de douane op de terugweg ook niet.” Ze keek nu triomfantelijk.
“Op deze manier heeft die gezellige avond bij Rob en Mel, toen we opbiechtten waar we onszelf mee ontmaagd hadden, tóch zijn nut gehad, Kees.” Ik knikte. “Ik zal het maandag aan Mar en Lot vertellen, schat. Bij de koffieautomaat.” “Je láát het, Kees Jonkman!” Ik knuffelde haar. “Trappetje nodig? Dan kun je van je kast afkomen waar je binnen twee seconden op zat.” Ze bromde: “Ga nog even zo door en ik ga uit de kast komen, rotzak. Dan ga ik eens bij Greet informeren of dat lesbische leven een beetje bevalt. En ze kent jou, dus weet ze exact wat ik bedoel.”
Toen ging ze op haar tenen staan en omhelsde me. “Nu even afscheid nemen, liefje. Op het vliegveld één zoentje, daarna ben ik weg. We gaan elkaar niet publiekelijk aflebberen.” De volgende vijf minuten genoten we nog even van elkaar, toen maakte Joline zich los. “Kom, ridder. In de auto, op naar het vliegveld. Daar nog één hartstochtelijke kus uitwisselen, waar de Douane nog jaren over na praat en dan gaat dit meisje naar het verre buitenland.” “Jaja… Vooral die hartstochtelijke kus. Maak me gek…”
De rit naar het vliegveld was kort. Logisch, we woonden hemelsbreed op twaalfhonderd meter van de vertrekhal. “Ik had je beter op de fiets kunnen brengen, schat. Had weer parkeerkosten gescheeld.” Joline keek me kort aan. “Ja. En ik de rest van de reis pijn aan m’n bovenbenen vanwege jouw bagagedrager. En geen ridder in het vliegtuig om de pijn weg te zoenen. Nee, dank je wel, Kees.” “Ach, als jij in het vliegtuig een keertje lief om je heen kijkt zullen er vast wel kerels…” Een fél: “Écht niet! Er is maar één vent die mijn bovenbenen mag kussen. En die zit nu naast me!”
We gniffelden. “En die vent heeft daar al anderhalf jaar hartstochtelijk van genoten, schat. Dank je wel daarvoor.” Parkeren, een stukje lopen naar de vertrekhal en Joline kon inchecken. “Gate twee, mevrouw.” Een grondsteward wees. Toen keek ze me aan. “Hé gekke vent van me… Geen rare dingen doen als je lopende geweten er niet is hé? Ik heb aan Fred gevraagd om je een beetje in de gaten te houden.” Ik knikte. “Da’s prima. Van Fred kan ik het hebben.” Joline glimlachte. “Dat weet ik. Daarom vroeg ik het ook aan hem en niet aan iemand anders.” We omarmden elkaar en een zoen volgde.
“Hé meissie… Goeie reis en veel succes daar in Roemenië.” In mijn oor hoorde ik: “Zorg maar dat de magazijnen vol zijn, Kees.” We grinnikten als een stel pubers, toen maakte ze zich los. “Tot over twee weken, Kees. Ik app wel als ik de aankomsttijd weet.” Joline draaide zich om, pakte haar rolkoffer en liep naar de gate.
Ik keek haar na: een lange, knappe vrouw die zelfbewust door de aankomsthal liep. Zo te zien onaantastbaar, maar ik wist dat diep onder dat zelfbewuste uiterlijk ook een klein meisje schuil ging. Maar je moest wel héél diep graven om dat meisje te vinden…
Ik draaide me om toen ze verdwenen was. Zo. Nu weer even vrijgezel, Kees Jonkman. Nee! Geen vrijgezel. Slechts twee weken lang zonder mijn soulmate. Dat zouden lange weken kunnen worden, ondanks dat ik het best druk zou krijgen. Ik betaalde het parkeergeld, stapte in de auto en reed richting huis. Nu nog even de handel voor ‘Nijmegen’ controleren, en om half één vertrekken. De MT vergadering begon daar om 14:00, maar we wisten nog niet wanneer DT spreektijd kreeg. Rogier zou dat nog even navragen en vervolgens Marion meenemen. Die reed met Rogier mee terug; ze woonden beiden in Arkel, dus Rogier kon haar thuis, bij André afzetten. Prima geregeld…
Eenmaal thuis maakte ik eerst koffie; het was ondertussen kwart voor tien, dus prima tijd voor een bakje. Met de koffie op tafel controleerde ik mijn presentatie; op beide sticks. Die deden het prima, maar ik nam liever het zekere voor het onzekere. Het was me op de Universiteit al een keer overkomen dat ik een les-presentatie op stick had gezet en dat ding had op het ‘moment suprême’ dienst geweigerd.
De hele les uit het hoofd moeten doen, met behulp van een paar slordige schertsen op een whiteboard. En je zult het altijd zien: halverwege het college kwam een van de hoofddocenten de collegezaal binnen lopen. Mijn deodorant moest overuren maken… Enfin, dat risico liep ik nu dus niet. Als beide sticks dienst zouden weigeren, lag het aan hun systeem, niet aan mij. En dan had ik altijd de tekeningen nog; op A2-formaat. Groot zat om in een vergaderzaal leesbaar te zijn.
Tevreden borg ik alles in mijn koffer op en zette die in de gang. “Pinggg” Een appje. Van Joline. “We vertrekken over vijf minuten. Stijgen op in zuidelijke richting. Je zou me langs moeten zien komen. Boeing 737 van Lufthansa. Ga maar op het balkon staan zwaaien. En nu moet de telefoon uit.” Een hartje er achteraan.
Op het balkon staan… En dan? Als een gek staan zwaaien? Wie weet had ze een stoel aan stuurboordszijde van het vliegtuig… Ach, gewoon doen, Kees. En ja, zwaaien ook. Ik trok een van mijn trainingsjacks aan: fél oranje. Die kende Joline wel. En nu het balkon op. Gelukkig was het helder. En na een paar minuten hoorde ik straalmotoren aanzwellen en werd een Lufthansa-kist zichtbaar. Twee motoren, korte romp… Inderdaad een 737.
Die draaide na het loskomen naar links, bijna over Oerle heen. Ik begon te zwaaien. Ik kon de raampjes duidelijk zien, dus áls Joline deze kant uit keek, kon ze mij ook zien. Even later was de kist uit het zicht verdwenen...
“Wat was jij nou aan het doen, Kees?” Annet Kamer keek om de afscheiding tussen onze balkons. “Ik zwaaide Joline uit, Annet. Die zat ik die kist, op weg naar Roemenië. Doet daar onderzoek voor haar Masterscriptie.” Ze fronsde. “Oh… En hoe lang blijft ze weg?” “Twee weken maar, hoor. Volgende week vrijdag hoopt ze terug te zijn.”
“Dan kom jij een paar keer bij ons eten, Kees! Je hebt meer dan genoeg voor ons gedaan; nu kunnen wij iets terug doen.” Ik schoot in de lach. “Da’s heel lief en attent van je, Annet, maar de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik, als ik zou willen elke avond ergens anders zou kunnen eten en elke avond ook ergens anders dan thuis het moede hoofd zou kunnen neerleggen. En al die aanbiedingen heb ik afgeslagen omdat ik liefst in m’n eigen bedje lig. Maar je aanbod om te komen eten naam ik graag aan. maar om kwart voor acht vertrek ik weer; dansles!
Ze keek tevreden. “Mooi. Vanavond dan maar meteen? Want we weten dat jullie week nogal vol zit met lopen, trompetles en die dansles…” “Het is een bugel, maar het geluid is bijna hetzelfde, Annet. En vanavond is prima; ik moet vanmiddag in Nijmegen op komen draven, ik hoop rond een uur of zes thuis te zijn, als de files ten minste meevallen.” Ze knikte. “Prima. En als het later wordt bel je maar even. We eten broccoli met kaas. Lust je dat?”
“Broccoli? Lekker!” Een lach volgde. “Dan kan ik weer eens koken voor iemand met een goeie eetlust. Fred en ik eten niet zoveel.” “Hohoho mevrouw… Voor je me een kilo aardappels en twee kilo broccoli voorzet: ik heb een gemiddelde eetlust hoor. Die wordt normaal redelijk in toom gehouden door ene Joline Jonkman.”
Annet knipoogde, “Maar die is er nu niet. Dus, Kees…” En op normale toon vervolgde ze: “We eten gewoon, Kees. En blijft er wat over, dan hebben we morgen een kliekje. Lekker bij de lunch.” “Dank je wel, Annet.”
Ze verdween naar binnen en ik ook; het was best fris op het balkon. Ik keek op m’n horloge. Als ik nu eens boodschappen ging doen… Vanavond had ik daar geen gelegenheid voor; Fred en Annet kennende zouden die me niet na het eten meteen buiten de deur zetten… Ja, boodschappen. Ik liep naar beneden, zette mijn koffertje alvast in de auto en pakte de fiets. In de supermarkt liep ik doelgericht langs de diverse schappen. Aardappels, groente voor dinsdag en woensdag, vlees? Ehh… slavinken, prima. Vier stuks in een pakje, kon ik even mee vooruit. Brood, melk, vla…
Even later laadde ik de handel in de fietstassen en reed weer richting huis. Alles opbergen… En even lunchen. Ik zette een CD op met m mooie muziek, maar genoot er niet zoals normaal van. De afwezigheid van Jolien drukte mijn stemming. Normaal maakten we opmerkingen over de muziek, zaten we te geinen of kletsten we over DT. Nu was het, ondanks de Wiener Philharmoniker op de CD, stil in huis. Leeg. Potverdorie Kees, als dat nú al begint… Dat worden twee lange weken. Misschien toch maar overwegen om een paar nachtjes elders te slapen of in ieder geval te eten. Want dit is niet fijn…
De tijd sleepte zich voort en op een gegeven moment was ik het zat. Ik zette de muziek uit, sloot af en liep naar beneden. Aan het werk. Dan maar vroeg in Nijmegen aankomen; daar in het restaurant een bak koffie pakken en mensen kijken. Wie weet liep er een bekende langs… Ik stapte in de auto en reed weg.
Op de A50 sloot ik braaf achter een andere Volvo aan; ook die stond op cruise control. Met een gangetje van 105 reden we noordwaarts. Bij knooppunt Paalgraven keek ik op m’n horloge. 12:30. Zou ik even langs Herpen rijden en kijken of Ageeth van Dongen er was? Eens vragen hoe het zat met een eventuele hulphond… Ja, doen!
Bij de afslag Herpen rechtsaf, en weer rechts, slingerdeslinger het dorp door. Bijna aan het einde van het dorp weer rechts, de weg volgen naar links en uiteindelijk stond ik op de parkeerplaats van Hulphond Nederland. Gedempt geblaf uit het gebouw… Ja, logisch; er konden hier zo’n 40 honden gehuisvest worden.
Dat was meteen de bottleneck: de opleidings- en huisvestingscapaciteit van de Stichting. Meer honden konden ze niet kwijt… Enfin, eerst maar eens vragen of Ageeth er was. Waar is de ingang… Ah, dáár. Even later stond ik voor een balie.
“Goedemiddag meneer… Wat kan ik voor u doen?” Een dame van een jaar of veertig, met naast zich een forse zwarte Labrador die nieuwsgierig naar me keek. “Dag mevrouw. Ik ben Kees Jonkman en kom in feite op de bonnefooi hier, met de vraag of mevrouw van Dongen binnen is.” “Ageeth? Ja, die is binnen. Ik zal haar even bellen, wie weet loopt ze net buiten met een hondje. Eén moment graag.”
Ze ging bellen en ik keek even rond. Een hal, keukentje er achter, wat medewerksters in de bekende blauwe truien met het logo van Hulphond Nederland er op. Vrijwel allemaal dames en jonge meiden…
Achter me hoorde ik: “Ageeth komt er met vijf minuten aan. Pak een bak koffie in de keuken; kopjes staan in de kastjes.” “Dank u wel!” Ik liep het keukentje in. De koffie-automaat was bijna dezelfde als die in Gorinchem. Zwart met suiker… Even later had ik een mok met bruine vloeistof voor me en keek ik verder rond. Aan de muur een foto-collage: allemaal mensen met een hulphond er naast. In een rolstoel, zonder rolstoel… Honderden foto’s...
“Mooi hé?” hoorde ik een mannenstem achter me en ik draaide me om. En nam meteen als militair de houding aan. “Goede middag generaal.” Voor me stond de voormalig CDS, de Commandant Der Strijdkrachten.
Niet al te groot, pezig, gemillimeterd grijs haar, een nauwelijks zichtbaar glimlachje en felle ogen. Hij stak zijn hand uit. “Hoi, ik ben Peter. En ontspan, je staat niet op een appélplaats.” “Kees Jonkman, generaal. We hebben elkaar in Afghanistan al een keer ontmoet.” Ik kon er niets aan doen, maar moest grinniken. “En ik kreeg toen vreselijk op m’n flikker van de huidige IGK. Waar u bij was.”
Ik zag dat er snel werd nagedacht. “Wacht even… Jij was toen niet alleen; je had je bud bij je, een reus van een kerel. Jij was toen sergeant, hij korporaal en jullie hadden een geintje geflikt met een 2e Kamerlid wat niet zo best was gevallen, geloof ik.” “Potdorie, u heeft wel een héél goed geheugen, generaal…”
Hij kneep zijn ogen samen. “Kees, ik ben Peter. Ja, ik was generaal, nu ben ik, zoals dat zo mooi heet ‘ambteloos burger’. Dus graag voornamen of ‘meneer’. En jij bent ondertussen… sergeant eerste klas of sergeant-majoor?”
Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Ik ben in het dagelijks leven elektrotechnisch ingenieur, teamchef van een groep ingenieurs bij een klein, maar steengoed bedrijf in Gorinchem. En als ik mijn uniform weer eens aantrek, ik ben reservist, dan mag ik mezelf majoor noemen. Ik werk dan voor het CIMIC-bataljon in Apeldoorn.”
Hij knikte. “Zo, dat is rap Binnen… negen jaar van sergeant tot majoor? Ik ken mensen die er langer over doen, Kees. Hier staat er eentje.” Ik snoof. “Ja, dat zal best, maar jouw traject was wat pittiger dan het mijne, denk ik.” Hij keek nadenkend. “Dat ligt er aan wat je ‘pittig’ noemt. Jij hebt de TU achter de rug?”
Ik knikte. “Ja. Eindhoven.” Weer een knik. “Dat zou ik niet kunnen fiksen. Op de middelbare school had ik een ‘pretpakket’, zonder wis- en natuurkunde. Maar goed, wat doe jij hier in Herpen, Kees?” “Ik sta samen met mijn echtgenote op de wachtlijst om gastgezin te worden en kwam hier vandaag tóch langs; ik wilde even informeren hoe de vlag erbij hangt.”
“Ach nee hé… Twee militairen bij elkaar? Hier worden weer ouwe koeien uit de sloot gehaald! Hoi Peter, dag Kees.” Ageeth kwam uit een gang, een blonde Labrador aan de riem. Ze gaf de riem aan Peter. “Niks mis meer met ‘m. Nog een beetje stijfjes, maar dat is met een paar dagen wel over.” De Lab was blij om Peter te zien; kwispelde in ieder geval bijna zijn staart er af. “Wat doe jij hier, Kees?” “Ik kom eens informeren of Joline en ik binnenkort een aanstaand hulphond over de vloer hebben, Ageeth. Na jouw bezoek is het best stil gebleven.”
Ze knikte. “Ja, dat klopt; de laatste maanden waren er weinig geschikte pups. Maar het goeie nieuws is: zeven weken terug kregen we kort achter elkaar 2 nestjes, eentje van 8 en eentje van 7 pups. En die moeten we onderbrengen. Dus als jij hier niet had gestaan, had je deze week sowieso telefoon gehad of jullie er klaar voor waren.”
Peter onderbrak haar. “Ageeth, ik ga er weer vandoor; dank voor de ‘second opinion’! Kees, ik hoop je binnenkort langer te spreken. Tot ziens!” Hij verdween, met de hond kwispelend naast zich.
Ageeth keek me aan. “Jullie kennen elkaar?” Ik knikte. “De eerste keer dat ik hem ontmoette was in Afghanistan, waar mijn bud en ik verschrikkelijk op ons flikker kregen van onze kolonel. En Peter stond er naast als CDS en keek ook niet bepaald vriendelijk. Enfin, een paar dagen later zagen we hem weer en toen was hij iets toeschietelijker. Hij heeft ons in ieder geval zwaar gematst.”
Ageeth glimlachte. “Het was mooi om jullie samen te zien. Jullie lichaamstaal sprak boekdelen. Op en top militairen.” Ik haalde mijn schouders op. “We hebben onder dezelfde omstandigheden gewerkt in uitzendgebieden. Maar goed, daar kwam ik niet voor. Hondjes, daar kwam ik wél voor. Vertel, Ageeth.”
Kort vertelde ze dat er momenteel 6 hondjes goed genoeg waren om het opleidingstraject in te gaan. “Welke pup jullie krijgen weet ik nog niet. Het zal hoe dan ook een ‘makkelijke’ pup zijn; een gastgezin met een eerste pup krijgt in principe een ‘makkelijke’ pup.” Ze glimlachte. “Dan weten we ten minste dat dat gastgezin ook aan een volgende pup begint…”
Ik zuchtte. “Het is ook overal hetzelfde, hoor ik wel. Een doortrapte bende hiero.” “Ja. En je kent ons nog nauwelijks, kun je nagaan. Maar: zijn jullie er klaar voor, Kees?” Ik dacht snel na. “Wanneer zou die pup kunnen komen, Ageeth?” “Ergens midden of eind volgende week, denk ik…” Ik begon te lachen. “Dat zou een mooie mop zijn. Ageeth, een paar uur geleden heb ik Joline uitgezwaaid op vliegveld Eindhoven. Die is voor twee weken naar Roemenië voor haar Masterscriptie. Het zou een mooie grap zijn als er, wanneer zij terugkomt, een pup in ons huis rondrent… Hoi schat, welkom thuis en oh ja, we hebben gezinsuitbreiding…”
Ze keek afkeurend. “Dat doe je toch niet! Ik heb ernstig medelijden met je vrouw.” Ik lachte. “Ze heeft er zelf voor gekozen, hoor. En toen ze ‘Ja, ik wil’ zei, woonden we al tien maanden samen, dus ze wist wat voor vlees ze in de kuip had.” Ageeth schudde haar hoofd. “Jullie regelen het maar onderling. Hou er rekening mee dat je begin volgende week een telefoontje krijgt wanneer ik de pup komt brengen, oké?” Ik knikte. “Ik zal zorgen dat alles klaar staat.”
“Hoeft niet; ik neem alles wat je nodig hebt, mee als ik de pup kom brengen. Bench, riem, voer, hesje, een dekentje en een speeltje. Jullie hoeven alleen maar liefde te geven. En aandacht. Véél aandacht.” “Gaat lukken Ageeth. Dank je wel; we zien elkaar volgende week!”
De laatste slok koffie ging naar binnen… koud natuurlijk. Daarna stapte ik weer in de auto.
Volgende week een pup in huis… Maar eens wat info inwinnen bij Peter en Anna van Wiers, de ouders van Gerben. Maar nu eerst: Nijmegen. Even omschakelen van een hulphond-pup naar een technische presentatie… Ik reed weer de snelweg op en na wat vertraging zette ik de auto op de ondertussen bekende parkeerplaats. Toch eens vragen of ik een personeelsparkeerkaart kon krijgen; dit liep ondertussen aardig in de papieren… Koffertje mee, een blik op het horloge: 13:31. Prima op tijd voor nog een kop koffie en een paar broodjes. Weliswaar had ik thuis al gegeten, maar dat waren twee nogal kale bruine boterhammen geweest. En die hadden me absoluut niet gesmaakt. Sterker nog: ik wist niet eens meer waarmee ik ze belegd had…
In het restaurant trakteerde ik mezelf op twee broodjes gezond en een beker melk. De koffie zou tijdens de vergadering wel komen… Halverwege het tweede broodje kwamen Rogier en Marion binnen. Beiden netjes gekleed; Rogier in kostuum en Marion ook, behalve dat zij geen broek aan had, maar een rokje. En op pumps liep. “Dag dame en heer van DT…” “Gut, Kees, jij ook hier? En je kon zo goed leren…” Marion keek spottend. “Omdat ik zo goed kon leren, zit ik hier, juffie. Als ik minder goed had kunnen leren stond ik wellicht in de afwaskeuken van dit mooie ziekenhuis te ploeteren. Hebben jullie al gegeten?”
Rogier keek ondeugend, Marion ook. “Is er een priester in de buurt, Kees?” Ik haalde mijn schouders op. “Dit is een Interconfessioneel ziekenhuis, dame. Dus van Katholieke én Protestantse huize. Dus waarschijnlijk wel in het bezit van een Katholiek geestelijke op de loonlijst. Hoezo?” “Dan moeten we even biechten… We zijn vóór de sport bij DT vertrokken en hebben even de Mc Donalds bezocht voor we de snelweg op gingen.” En Rogier vulde grijnzend aan: “De geest is gewillig, maar het vlees is zwak, Kees.”
Ik keek beiden teleurgesteld aan. “Allereerst: Bij de firma Mc. D. is er geen sprake van ‘vlees’; datgene wat zij tussen die twee helften brood frotten heeft in mijn optiek alle relaties met vlees verloren. En ten tweede: dat jouw vlees zwak was, wist ik al, Rogier. Vanaf het eerste moment dat ik je zag, daar in dat stuwmeer in de Harz, als een dolle zwemmend om maar bij Lot in de buurt te komen.”
Hij keek nadenkend. “Niet álle vlees was toen zwak, Kees. Er waren bepaalde lichaamsdelen…” Marion snauwde: “Houden de heren het een beetje netjes hier? Ik wens tijdens mijn financiële presentatie niet plotseling het beeld voor me te zien van delen van jouw anatomie die ‘niet zwak’ waren, meneer van der Vlist! Om mijn cheffin maar even te citeren: Ik ben een net meisje!” Ik gniffelde. “Ja, da’s wel eens anders geweest…”
En uit de hoogte, op haar arrogante toontje bitste Marion: “Klep dicht jij!” “Het is weer eens tijd voor een middagje op het dak van DT, hoor ik wel…” mompelde ik, terwijl ik haar strak aan keek. “Ik zal Fred eens inseinen…” Marion snoof. “Doe maar wat je niet laten kunt. Maar om op het onderwerp ‘eten’ terug te komen: ja, we hebben de nodige calorieën binnen. En vitamines, want er lag een schijfje komkommer, een schijfje tomaat en een nogal verlept blaadje sla op die hamburger.”
Ik hoestte. “Toen die groenten het gebouw van de Mc. D. binnen werden gebracht zijn alle vitamines er meteen uit gevlucht. Dit in tegenstelling tot dit overigens uiterst smakelijke broodje gezond.” Ik nam de laatste hap. “Prima catering hier. Je zou zomaar gezond dit ziekenhuis verlaten.” “Dat is de bedoeling ook, Kees. Dat is het hele concept ‘ziekenhuis’. Je komt binnen met de aanblik van Petrus voor ogen, en een aantal weken later verlaat je het pand lopend. Meestal lukt dat. Soms helaas ook niet.”
Ik knikte. “Ja, da’s waar. Maar: voordat ik bezwijk voor de verleiding van een of andere mega-koek: is er ergens een plekje waar we even kunnen wachten zónder allemaal etende mensen om ons heen?” Rogier wees. “We kijken wel even of Ane er is. Mijn ouwe kantoortje.” We liepen naar boven, Rogier voorop. Hij wist feilloos de weg in dit doolhof; na drie bochten was ik het al kwijt. Een klop op een deur en die ging open.
“Hé Rogier… Ik dacht al waar je bleef. En wie heb je nu weer bij je?” Ik gaf Ane een hand, Rogier stelde Marion voor. “Dit is Marion de Groot, een van onze financiële toppers. Marion doet het stukje calculatie, want daar hebben wij techneuten geen verstand van. Marion, dit is Ane, hoofd TD van dit mooie ziekenhuis.” Ze gaven elkaar een hand en toen wendde Ane zich tot Rogier. “De MT-vergadering start om 14:00; jullie mogen als eerste.”
Rogier keek mij aan. “Dan mag jij het spits afbijten, Kees. En daarna Marion.” Die keek even wat nerveus. “En wie zijn daar allemaal bij, Ane?” Die legde dat even uit, grijnsde toen en zei met een blik mijn richting uit: “… en er zit nog een kennis van Kees bij. Dokter van Onzenoord. Speciaal voor het deeltje van de OK’s.” Ik gniffelde. “Dan zal ik hem deze keer niet zo hard aanpakken, Ane.” Marion keek verwonderd. “Een dokter hard aanpakken? Wat heb je nou weer geflikt, Kees?”
Ik wees naar Rogier. “Mag jij vertellen. Ik neem mijn presentatie nog even door.” Ik dook in de laptop en hoorde met een half oor Rogier z’n verhaal aan. Hij maakte er geen drama van; bleef redelijk zakelijk. Gelukkig. Ik was halverwege toen de deur openging en een van de dames van de OR in de deuropening stond. “Ane, kom… Oh, wacht, jullie zijn al compleet? Mooi. Komen jullie mee? We beginnen over vijf minuten.”
Gang in, twee slingers en we liepen een vergaderzaal binnen. Een aantal mensen rondom een koffietafeltje… Een paar bekende gezichten, ook een paar onbekenden. Ane introduceerde ons. “Goede middag allemaal. Sommigen van u kennen deze beide heren al, anderen nog niet en de dame is u totaal onbekend, maar voor de volledigheid: dit zijn Rogier van der Vlist, ons voormalig hoofd TD, nu werkzaam als ontwerper/engineer bij Developing Technics; Kees Jonkman, werkzaam bij hetzelfde bedrijf als ‘leading engineer’ en Marion de Groot, financieel goeroe, ook bij DT.” We schudden handen, pakten een kop koffie en gingen zitten.
Na een korte introductie knikte de economisch directeur mij toe. “Meneer Jonkman… Uw beurt. Gelieve het niet ál te technisch te maken; de Wet van Ohm kennen de meesten van ons nog wel, maar daarna wordt het vrij moeilijk. Ga uw gang.” Ik grinnikte.
“Dank u wel. Dames en heren: ter geruststelling: ik ga u niet vermoeien met de Wet van Ohm. Wél ga ik u kort schetsen waar dit ziekenhuis tot voor kort slachtoffer van was. En vervolgens zal ik u uit de doeken doen hoe Developing Technics u uit de brand kan helpen. En als laatste, maar dat laat ik graag aan mijn collega Marion over, krijgt u een redelijk nauwkeurig kostenplaatje te zien. Daar heb ík dan weer geen verstand van. Maar goed, om te beginnen een stukje geschiedenis…”
Beknopt schetste ik de gevolgen van het broddelwerk van de firma Duyvestein uit Amsterdam, inclusief de door hun aangebrachte ‘zwakke plekken’ en de mogelijkheid om het ziekenhuis vanaf afstand in storing te zetten. Vervolgens schetste ik de resultaten van onze twee ‘verkenningen’. Eén en ander geïllustreerd met wat foto’s en tekeningen. Uiteindelijk kwam ik tot de voorgestelde verbeteringen, met als eerste de Operatieafdeling en de SEH.
“Wat wij voorstellen is het volgende: een noodstroomsysteem voor de OK’s. Met voldoende redundancy om operaties gewoon door te laten gaan. Met qua stroomafname gescheiden OK’s. Nou ja, niet helemaal gescheiden: in clusters van twee OK’s is volgens ons, en na consultatie van diverse vakmensen, verantwoord. De tijd tussen stroomuitval en noodstroom is bij ons systeem hooguit 1 seconde. En die korte tijd wordt overbrugd door een stel stevige condensatoren in het systeem in te bouwen.
Voor de niet-natuurkundigen onder ons: een condensator is in principe een kleine accu met veel capaciteit. Het resultaat van dit systeem is dat alle computers, monitors, machines en andere apparatuur in de OK gewoon door blijven werken. Die zijn namelijk ontworpen om kleine stroomstoringen op te vangen. Ons 230V stroomnet is ook niet altijd even stabiel, ook al lijkt dat zo; ook ons stroomnet heeft wel eens last van kleine hikjes. Uw huiscomputer, werkend op Windows of uw Mac kan dat aan, mits de ‘hikjes’ niet te groot worden. Ons systeem zorgt ervoor dat een ‘hik’ bij een stroomstoring klein en kort blijft.
Maar wat als de stroomstoring lang duurt? De stroom totaal uitvalt? Dokter van Onzenoord heeft daar ondertussen ervaring mee en die stond niét te lachen. Opereren bij het licht van een zaklamp terwijl de patiënt geen anesthesie meer krijgt, geen hartmonitor die de zaak bewaakt, allerlei andere apparatuur er het zwijgen toe doet… Ga je niet willen. In zo’n geval komt ons noodstroomsysteem in actie. Grote, maar fluisterstille aggregaten van de firma Bredenoord. Geen geloei van dieselmotoren onder de ramen van de Kraamafdeling, maar fluisterstille units. Dieseldampen kunnen worden weggeleid naar uitlaten die boven het ziekenhuis uitkomen. En ja, die dingen zijn duurder dan die, vergeef me de term, bruldingen die de firma Duyvestein liet plaatsen. Maar betrouwbaarder, sterker en stil. Kortom: ook bij een grootschalige stroomuitval beschikken de OK’s over elektriciteit…”
Zo ging ik nog even door, ook over de SEH en uiteindelijk het hele ziekenhuis. Eerst een praatje, afgewisseld met een plaatje. En na een uur was ik klaar en besloot met: “En nu zou ik wel ergens een glas water willen opduiken, want ik ben rijp voor de KNO-arts. Met name de K.” Een van de aanwezigen stond op en kwam even later terug met een kan water en een paar glazen. Eén glas ging achter elkaar naar binnen. “Dank u wel. U heeft vast nog wel vragen. De technische hoop ik te kunnen beantwoorden, en anders Rogier of Ane wel; de financiële vragen moet u even opsparen tot na het betoog van mijn collega Marion.”
Tot mijn verwondering waren er geen vragen. De economisch directeur keek op zijn horloge. “Ik stel een korte break voor; over tien minuten willen we graag luisteren naar het financiële verhaal. Mevrouw de Groot, redt u dat?” Marion knikte. “Dat is een kwestie van die stick met Kees z’n verhaal uit die PC halen en mijn financiële stick er voor in de plaats zetten, meneer.” Hij knikte. “Mooi. Tien minuten, dames en heren.” Ik ging zitten; had tijdens mijn verhaal gestaan en heen en weer gelopen. Zittend een presentatie geven was niet mijn ding. “Kees, wat wil jij drinken?” “Geef mij maar een bak thee, Ane.” Die stond even later voor me. Nog wat te heet om te drinken…
“Het was te zien en te horen waar jouw roots liggen, Kees…” Dokter van Onzenoord stond plotseling achter me. “Nou, dat zou wel eens tegen kunnen vallen, Johan. Ja, natuurlijk heb ik instructie geven toen ik in dienst zat, maar de meeste lessen heb ik op de TU in Eindhoven gegeven. Ik ben daar meteen na mijn afstuderen aangenomen als universitair docent. Dagen gevuld met vier uren college geven aan best wel kritisch publiek… Sommige studenten lagen één jaar op me achter.” Hij moest lachen. “Ik schat zo in dat de dames en heren studenten niet de mogelijkheid hadden om in slaap te sukkelen… Jij ziet heel veel als je staat te presenteren en speelt daar meteen op in. Knáp.”
Ik keek hem verwonderd aan. “Ehhh… Hoezo?” Hij wees naar een van de dames van de OR. “Ik zag Suze op een gegeven moment wat inzakken. En jij stelde meteen een vraag aan haar, zodat ze weer bij de les was. Ons hoofd SEH trok het ook even niet toen je met een nogal technisch aspect van zijn afdeling bezig was; je zag het en schakelde meteen over op ‘elektronica voor dummies’. Prima, want ik was het spoor ook even bijster.”
Ik haalde mijn schouders op. “Dát is er wel ingeslopen in mijn diensttijd, Johan. Tijdens een bevelsuitgifte moet je scherp blijven en zorgen dat je mensen exact snappen wat je wil. Dat weet jij net zo goed als ik.” Ik kreeg een klap op m’n schouder. “Hoe dan ook, het was een feest van herkenning, majoor Jonkman.” Ik grinnikte. “Dank je wel. En nu: thee.”
Even later stond Marion te presenteren. En die deed het ook prima! Ze had van mij het A4tje gekregen met de namen, foto’s en functies van de aanwezigen, en daar maakte ze goed gebruik van door te refereren aan de functie van iemand die een opmerking maakte of een vraag stelde. En als ze cijfers presenteerde deed ze dat uit haar hoofd, zonder naar het scherm of naar het beeldscherm van de computer te kijken. En die cijfers kwamen exact overeen met de cijfers die zichtbaar waren…
Ik raakte behoorlijk onder de indruk. Dit was een hele andere Marion dan het omhooggevallen ‘communicatietrutje’ wat vorig jaar bij DT binnen kwam lopen op haar naaldhakjes en modieuze bloesjes… En af en toe gooide ze ook nog een klein grapje doorheen… Straks haar maar een loeier van een compliment maken! Om half drie was ook Marion klaar en ze overhandigde een uitdraai van haar presentatie aan mevrouw Houtert, het financiële geweten van het ziekenhuis.
“Alstublieft. Die mag u narekenen; als u later nog vragen heeft: mijn kaartje heb ik erbij gevoegd.” O shit… Dat had ik niet gedaan. Ik greep in mijn binnenzak en viste een visitekaartje uit de houder. “Sorry, die van mij had u nog te goed… Alstublieft.” We werden bedankt voor de duidelijke uitleg. “Vanaf nu gaat het ook via het Ministerie van Volksgezondheid; daar weet men van onze plannen, maar iemand moet daar wel een paar handtekeningen zetten. Daar gaan wel een paar weken overheen, dame en heren. Nogmaals: Dank en een goede thuisreis.”
Rogier en ik stonden op; Marion stond nog. We pakten onze spullen, namen afscheid en verlieten de vergaderzaal. Ane moest blijven; waarschijnlijk kreeg die nog wel een paar vragen. Prima, dat kon hij wel aan. “Pfff… Wat kan jij lullen, Kees…” Rogier zuchtte.
“Wist je dat nou nog steeds niet, Rogier? Je zit bij hem in het team, je ziet hem privé ook zeer regelmatig, hij is bijna je schoonva…” “Stop, Marion.” Ik onderbrak haar nogal bot. “Dat ben ik niét en wens ik ook nooit te worden. Dan zou ik in de bajes moeten zitten. Nooit meer die grap maken. Duidelijk?” Ze was geschrokken. “Oké… Sorry. Ik zal m’n grote mond wel weer dicht doen.”
“We drinken nog even wat fris in het restaurant, lui. Even ontspannen voor we weer de weg op gaan. DT trakteert; waarschijnlijk kan het er wel af… Wat willen jullie?” Marion koos Fristi, Rogier een sapje en ik Icetea. En we gingen aan een tafeltje zitten. Ik keek Marion aan. “Mijn complimenten voor jouw presentatie Marion. En de manier waarop je presenteerde. Geen speld tussen te krijgen. En wat ik heel knap vond: je presenteerde de cijfers en maakte geen enkele keer de fout om ze vanaf het scherm te lezen. Zelfs niet vanaf het computerscherm; je lepelde ze zó uit je hoofd op. Respect!”
Ze kleurde. “Fred heeft me wat dingen aangereikt over presentatievaardigheden. Die zouden op de opleiding Communicatie waarschijnlijk geen hoge ogen gooien, maar ze bleken wel effectief.” Rogier gniffelde. “Oh? Heeft Fred je geleerd om tijdens het presenteren even over je dijbeen te krabben, zodat je rokje iets omhoog kwam? Interessant…”
Hij kreeg een stomp. “Op het moment dat ik het deed schrok ik me dood. De rest van de presentatie stond ik met een behoorlijk jeukende plek op mijn been. Een verlate muggenbult, denk ik…” Ze bloosde. “En die cijfers; de meesten had ik zelf berekend, dus die blijven je dan wel bij. Niet zo’n probleem hoor.”
“Nou, het maakte wel indruk, Marion. Terwijl je bezig was dacht ik nog: ‘Dat is een hele andere Marion dan dat ‘communicatietrutje’ wat een jaar geleden bij DT binnen trippelde op haar hoge hakjes en dunne blouses…’ Ze keek me boos aan, Rogier lachte. “Oh? Dat had ik wel willen zien…”
“Vraag maar aan Fred!” beet ze hem toe.
“Kom, dame en heer. Jullie moeten samen nog veilig naar Arkel rijden. Ik stel voor dat we deze discussie beëindigen, anders voorzie ik dat jullie niet in Arkel terechtkomen, maar ergens in de vangrail van de A15 ter hoogte van Dodewaard of zo. Wat dan wel weer een toepasselijke plaats is om je leven te laten eindigen, maar dat terzijde.”
Rogier trok een smerig gezicht. “Lekkere humor heb jij…” Marion knikte. “Dat is de ‘galgenhumor’ van Kees. Nooit mee te maken gehad? Nou, maak je borst maar nat dan… Ik zal je onderweg wel even bijpraten.” Ze lachte liefjes naar mij. “Iets voorbij Dodewaard.”
Even later hadden we ons drankje op. “Kom lui. Naar huis jullie. Ja, het is nog vroeg, maar volgens mij hebben we aardig ons best gedaan voor de baas. Nou ja, Rogier iets minder, maar dat compenseert hij op een ander moment maar. Marion: niet teveel krabben aan je been; dat leidt de chauffeur af. Erg ongezond als je met honderd Dodewaard passeert…”
Ze stak haar tong uit. Even later liepen we het ziekenhuis uit en reden we weg. Bij Knooppunt Ewijk draaide Rogier de A50 naar het noorden op, ik draaide in zuidelijke richting.
Op weg naar huis. O ja, shit… Zónder Joline.
Nou ja, wel met een etentje bij de familie Kamer. Nog een doosje chocola voor hen kopen onderweg…
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10