Door: Keith
Datum: 21-04-2025 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 1237
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 67 minuten | Lezers Online: 3
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 67 minuten | Lezers Online: 3
Vervolg op: Mini - 359
Zondag… We hadden nog geen bericht van de kerkenraad gekregen over Mocca, dus ik bleef thuis met de hond en Joline ging. Op de computer zag ik wel dat de kerk vól zat. Voller dan een ‘gewone’ dienst en met heel veel jeugd. De band was hun spullen aan het instelleren en plotseling zag ik Hendrik zijn keyboard op een standaard zetten.
Verhip… En Wendy liep even later ook op het podium rond, samen met die andere zangeres. En toen zij begonnen te spelen, waren die twee wel een hele goede aanvulling op de band. Richard had een korte preek; het grootste deel van de dienst bestond uit zingen. Ook wel eens goed, als de gemeente aan het werk gezet werd!
Om tien over elf was de dienst afgelopen en ik zette de computer uit. Joline zou zo wel thuiskomen, en dan gingen we richting Arkel. Een dagje bij Margot, Gerben, Lot en Rogier. Het was redelijk weer, dus Mocca zou zich lekker kunnen uitleven in hun tuin en misschien het weiland er achter. Ik sloot af en liep met Mocca alvast naar beneden. Een rugzak bij me voor voer en een speeltje…
Beneden in de hal werd ik aangesproken door een echtpaar van middelbare leeftijd. “Goedemorgen… U bent toch meneer Jonkman?” “Dat klopt…” Ik stak een hand uit en maakte formeel kennis met ‘meneer en mevrouw Ozinga’. “Er is aanstaande dinsdag een vergadering van de VVE aangaande en conflict tussen u en mevrouw van Wijnbergen…”
Ik knikte. “Dat is deels correct; mevrouw van Wijnbergen heeft om de één of andere reden haar pijlen op mijn vrouw en mij gericht. Ik had tot voor kort geen conflict met haar, maar nu dus wel.”
Meneer knikte. “Wij willen u even laten weten dat wij aan uw kant staan, meneer Jonkman. Vorig jaar hadden wij ook een conflict met haar; mevrouw wilde dat wij onze kozijnen weer terug wit schilderden. Want de lichtblauwe kleur ‘stoorde haar’. We wonen naast haar; zij moet om bij de lift te komen, langs ons appartement. We hadden haar vriendelijk laten weten dat het óns appartement is met ónze kozijnen. En toen begon het gepest en getreiter. Deze dame zoekt telkens iemand anders als doelwit. Kijk uit.”
“Dank voor de waarschuwing meneer en mevrouw. Wellicht heeft deze dame nu het verkeerde slachtoffer uitgezocht; mijn echtgenote en ik laten ons niet terroriseren. Na die vergadering zou het me niets verwonderen als mevrouw zich een behoorlijke tijd rustig houdt; noch mijn vrouw, noch ik laten ons piepelen door iemand die denkt dat ze boven anderen uitstijgt en haar wil door wil drukken. Eén keer toegeven en je bent het haasje.”
De dame knikte. “De onderwerpen gaan ook nergens over óf ze heeft er niets mee te maken… We zien u en uw vrouw regelmatig in sportkleren lopen; gisteren ook weer. En ja, dan is het logisch dat je zweet. En dat ruik je. So what? En de wijze hoe u uw appartement heeft bekostigd: daar heeft zij niets mee te maken.”
Ik knikte. “Dat vinden wij ook. Maar goed, we zijn de beroerdsten niet: ik ga haar een tour aanbieden door ons XTC-laboratorium op de 9e verdieping.”
Ze schoten in de lach. “Dan sluiten wij wel aan! Lijkt ons wel interessant. Nou wij zien u dinsdagavond wel. Fijne dag!”
Ze gingen naar binnen en ik liet Mocca nog even plassen. Vijf minuten daarna kwam Joline aanrijden en die stapte uit. “Zo… stonden jullie al lang te wachten?” Gelegenheid voor antwoord kreeg ik niet: Mocca draaide zich in honderd bochten toen ze Joline zag. Met opgewonden piepjes en hoge blafjes trok hij me naar Joline toe. “Nounou… Wanneer ga jij zo gek doen als we elkaar weer zien, Kees?”
Ze zag mijn gezicht en snauwde: “Nee, ik hoef nu geen antwoord! Ik denk dat ik het al weet. Geef mij Mocca maar, dan gaan wij wel achterin zitten. Veel te lang geleden dat ik dit bruine loedertje geknuffeld heb…” Ze nam Mocca mee op de achterbank. “Kom jij maar eens bij Jolientje, Mocca…”
“Weet je dat zeker schat? Zijn poten zijn nogal smerig.” “Boejuh. Die jas borstel ik bij Lot en Mar wel even schoon. Nu is het quality-time met deze mooie hond!” Ik ging achter het stuur zitten en we reden weg. “En hoe beviel dat, schat? Zo’n zangdienst?” Een zucht klonk. “Op zich wel eens leuk, maar ik heb tegen Hendrik gezegd dat het volume wel wat minder kon. Ik had medelijden met de lui die voorin de kerk zaten, vlak voor die boxen.”
“Lang leve de volumeknop van de computer…” zei ik droog. “Zal ik een CD met wat marsmuziek opzetten?” “Niks ervan, Kees! Die CD-speler blijft uit!” Even later, voorbij Batadorp keek ik in de binnenspiegel: Mocca lag heerlijk te slapen bij Joline op schoot. En zij zat ook met haar ogen dicht. Prima… Die weken Roemenië hadden er bij haar toch wel ingehakt! Ik zette de cruisecontrol op 95 en rustig reden we noordwaarts. Het was lekker rustig op de weg, dus hoefde ik weinig te versnellen of te vertragen. Bij Deil minderde ik wat snelheid om de bocht kalm te nemen, om daarna, op de A15 weer met 95 door te tuffen.
Bij de afrit Arkel maakte ik het stelletje achterin wakker. “Hé slaapzakjes! Wakker worden, zo dadelijk rijden we weer over de Lingedijk met zijn scherpe bochten en door Arkel met verkeersdrempels. Ik wil geen klachten horen!” “Zijn we dáár al?” klonk het slaperige antwoord. “Ja schoonheid. Ik heb netjes en gelijkmatig gereden in deze koets. Om te voorkomen dat mijn prinsesje haar glazen muiltje verliest…” Tien minuten later reden we de oprit op en stapten uit.
Mocca moest natuurlijk uitgebreid snuffelen, maar begon te kwispelen toen hij Lot en Rogier zag. “Hé mooie hond! Mocht jij mee?” Rogier ging door de knieën en Mocca liet zich lekker aanhalen. “Nou, ik zie het al… Die is vrolijk!” Rogier grinnikte. “En hij wordt nog veel vrolijker: de ouders van Gerben zijn er ook. Met Blondie!” “Oh nee hé… Straks een compleet uitgeputte hond in de auto tillen…” mopperde ik. Binnen hoorden we een blaf en Mocca keek meteen op.
“Laat ‘m maar los, Kees. Die wil nu maar één ding: kijken waar die blaf vandaan kwam.” Ik maakte de lijn los. “Mocca: release!” In één sprint schoot hij naar binnen en twee seconden later hoorden we hevig blaffen. “Nou, dat is feest binnen… Hoi Kees, kom er in. Joline hebben we al in de kerk gezien.” Ín de huiskamer zagen we twee honden die nogal hevig aan het stoeien waren. Blondie was groter dan Mocca, maar Mocca was sneller. Hoe dan ook: ze waren wel aan elkaar gewaagd. “Zullen we aan de eettafel gaan zitten? De lage tafel in de voorkamer is nu een beetje link met die twee zwiepende staarten…” Margot was praktisch.
We trokken er wat tuinstoelen bij en even later zaten we met z’n achten rond de grote tafel. “En… Hoe bevalt het om gastgezin te zijn? Joline?” Die knikte naar mij. “Kees heeft meer ervaring. Wel vier dagen…” Ik grinnikte. “Mocca is bepaald geen blok aan het been. Hij gehoorzaamt prima, is heel sociaal naar anderen toe en als wij zeggen dat hij moet zitten of liggen, doet hij dat keurig en heb je geen last van ’m. Prima hond. En hij was vanaf de eerste seconde helemaal gek van Jolien. Ik mocht haar op het vliegveld nog nét een knuffel geven, daarna eiste meneer de aandacht op. Joline is, volgens Mocca ten minste, duidelijk de leidster van de roedel. Ik bengel er een beetje bij, zeg maar.”
Margot giebelde. “Dat wisten wij al lang, Kees. Maar wij zijn nette meisjes; we hebben dat nog niet zo overduidelijk laten blijken als Mocca nu blijkbaar doet… AU!”
Ik trapte even op haar voet. “Volgens mij ben jij vergeten hoe mijn voetjes voelen als die, per ongeluk natuurlijk, op de jouwe terechtkomen, Margot.” Ze wreef. “Wacht maar. Anders haal ik mijn vriendje en die gaat je mores leren!” Ik keek Gerben aan en die schudde zijn hoofd. “Ik kijk wel uit, Margot. Dan word ik uit Kees z’n team geflikkerd en moet ik bij Miranda en André aanschuiven. De hele dag in de geur van vlierbesthee en de stank van pindakaas? Echt niet.”
“Zo. De verhoudingen zijn weer even duidelijk…” Peter, de vader van Gerben grinnikte. “Maar als mijn zoontje niet voor je opkomt Margot: dan doe ik het wel hoor. Voor zo’n lieve aanstaande schoondochter… Kees, hou je poten thuis!” Margot sloeg een arm om hem heen. “Dank je wel, lief aanstaand schoonvadertje van me…” Ze gaf hem een knuffel. Ik keek snel naar Rogier: hoe zou die zijn onder dit spelletje? Maar Rogier zat breeduit te lachen; die kon dit wel waarderen. Mooi…
Ondertussen waren Mocca en Blondie enigszins gekalmeerd en lagen tegenover elkaar wat uit te hijgen, tongen uit de bekken. We kletsten wat over de honden, tot Charlotte vroeg: “Wat is er nou aan de hand in Veldhoven, Joline? Waarom de vergadering van de VVE? Jullie hadden toch alleen maar een conflict met die dikke trol? Wat heeft de VVE er dan mee te maken?” Anna van Wiers keek op. “Wat zeg je nou? Dikke trol? Lót! Dat zeg je toch niet?”
Toen lachte ze. “Jullie waren nette meisjes, hoorden we nog geen vijf minuten geleden…” Joline legde uit wat er aan de hand was en Anna en Peter keken ontsteld. “Wat is dat voor een vrouw? Dat gaat toch alle perken te buiten? ‘De Rijdende Rechter’ zou er korte metten mee maken!” Joline giebelde. “Daarom nemen wij ook onze rijdende Meester in de Rechten mee. Onze collega Angelique, juridisch medewerker van DT en een hele goeie vriendin van ons. Ook lid van onze vriendenclub. Die zit, as we speak, nu in wat wetboeken, de statuten en het huishoudelijk reglement van de VVE te grasduinen. En deze twee jongedames gaan vertellen waarom ze bij ons kwamen wonen.”
En met een waarschuwende blik op Lot en Mar: “En jullie houden het fatsoenlijk! Jullie zijn nette meisjes, denk er aan!” “Ja juf Jo…” mompelde Charlotte. Bij Margot meende ik een piepklein, spottend trekje om haar mond te zien toen ook zij braaf knikte. Het krengetje…
Met de koffie op gingen we naar buiten. Wel met jassen aan; het woei en het was frisjes buiten. De honden vonden het prachtig; die renden en dolden achter elkaar en een balletje aan. Kwispelende staarten, af en toe een blaf, maar die hadden de grootste lol met elkaar.
Anna zei: “Volgende week is er plaats in Herpen. Dan gaat Blondie bij ons weg. Jammer, want het is een schat van een hond, maar ze moet dingen leren om mensen te helpen. Waarschijnlijk wordt ze opgeleid tot ADL hond. Ze is best sterk en apporteren vindt ze prachtig, kijk maar.” Ze haalde een speeltje uit haar zak. “Blondie… Hierrr! Meteen liet de hond Mocca met rust en kwam naar haar toe. “Zie je? Meteen komen, ondanks dat ze lekker aan het spelen is. Brave hond hoor!”
Ze gooide het speeltje weg. En de hond stoof er achteraan. En bracht het ding, een stoffen pop, netjes terug. “Blondie: drop it.” De hond legde het speeltje netjes in haar hand en liet los. “Goed zo!” Een brokje volgde. Dat vond Mocca ook wel interessant en toen Anna het speeltje weer gooide ging ook Mocca er achteraan. Daar vond Blondie wat van: met een grauw liet ze Mocca weten dat het háár speeltje was. En Mocca? Die ging zitten, duidelijk wat verwonderd. “Mocca… Hierrr!” Joline riep de hond bij zich. “Zit.” Toen Anna het speeltje weer gooide kwam Mocca ook overeind, maar Joline zei duidelijk: “Mocca: Nee! Zit.” En met wat tegenzin ging de hond weer zitten. “Goed zo…” Ook hij kreeg een beloning.
Na een tijdje zei Margot: “Mensen… die honden rennen lekker en zo, maar wij staan de hele tijd. Ik krijg het een beetje frisjes. Zullen we een stuk wandelen?” Charlotte kwam op een beter idee. “We rijden even naar de manege! Even kijken hoe het met Bella is…” Joline stak een duim op. “Goed plan. Ik wil die mooie paarden ook weer eens zien.” Met twee auto’s reden we naar de manege. De meeste paarden stonden in de wei. Lot floot en riep: “Bellaaa!” En Margot riep Grey. Beide paarden hinnikten en kwamen in draf naar ons toe. “Nou nou… Die zijn ook blij om jullie te zien, meiden…”
Vinger, hand… “Vijf keer, Kees. En ja, hier in het zand! Je bent toch zo’n lompe zandhaas? Bewijs dat dan maar eens!” Lot klonk streng. Ondertussen legde Joline uit waarom en Anna lachte naar Peter. “Voor jou ook wel eens goed, kereltje. Af en toe is jouw taal ook niet helemaal zoals het hoort.” Die haalde de schouders op. “Vijf keer maar? Na een dagje opperen stelt dat niks voor.” Ik keek hem aan. “Ik dacht dat jij de directeur was. En nu heb je het over opperen?”
Hij knikte. “Soms helpt meneer de directeur ook even mee. Mijn jongens laat ik het metselwerk doen, die zijn daar veel beter in dan ik, dus dan ga ik maar opperen. Mooie afwisseling voor het bureauwerk en zo hou je ten minste nog feeling met je vak.” Ik stak een duim op.
“Geen uitstelgedrag, Kees! Plat en aan ’t werk!” Margot klonk streng en ik ging zuchtend op m’n buik in het zand liggen. Mocca en Blondie vonden dat wel interessant en besnuffelden me. En even later werd mijn gezicht hevig afgelikt. “Nou, ik hoef me vanavond niet meer te wassen, dat scheelt weer…”
Joline keek smerig. “Echt wel! Wie weet waar die honden net aan hebben lopen likken!” “Aan mijn wangen, schat. Dezelfde wangen die jij vanochtend uitgebreid hebt zitten zoenen. Maar daarom wilden zij er waarschijnlijk zo graag aan likken. Bij jou krijgt Mocca de kans niet, want ook jij bent een net meisje. Toch?” Joline zuchtte en wendde zich tot Anna. “Er zijn moment waarop ik me afvraag waarom ik in hemelsnaam met hem getrouwd ben…”
Anna knikte meelevend. “Snap ik. Op andere momenten herinner je je het weer… Maar daar ga je nu niet over uitweiden, want je was toch een net meisje?” Ze keek onschuldig, Joline werd knalrood en wij gierden van het lachen. “Zo! Die heb je te pakken, schat. Prima Anna!”
Ondertussen maakten de paarden kennis met de honden. Mocca was best onder de indruk: die ging op een meter afstand van de omheining zitten. Koppie scheef, oren gespitst en hij bekeek de zwarte en grote Bella met interesse. Blondie vond Grey wel aardig en beide dieren snuffelden aan elkaar. Bella boog zijn hoofd en kwam zo dicht als mogelijk bij Mocca. “Mocca… Toe maar! Ga maar kijken!” Joline ging vlakbij Bella op haar hurken zitten en lokte de hond. “Kijk eens…” Ze aaide Bella over de neus. Toen vond Mocca het blijkbaar ook veilig en deed een paar stapjes naar voren. Neus aan neus met Bella. Die op zo’n korte afstand best imposant was: het was een groot paard.
Totdat Bella plotseling begon te hinniken: Mocca schóót achteruit, duidelijk geschrokken. “Niks aan de hand Mocca… Kom maar weer.” Joline lokte hem met een brokje en aarzelend kwam de hond dichterbij. Om even later Bella over de neus te likken. “Goed zo Mocca. Brave hond, hoor!” Margot was ondertussen even de stal ingelopen en kwam terug met wat wortels. “Zo. Even de paardjes verwennen…”
Een dubbele hinnik was het gevolg toen de paarden de wortels zagen. Mocca schrok weer even, maar toen hij zag dat er iets te eten viel, bleef hij bij Margot in de buurt, net als Blondie. “Vreetzakken…” Ze brak een forse wortel in tweeën gaf die aan de honden. “Zo. Daar zijn jullie wel even zoet mee. Nu de paarden.” Die maakten korte metten met de wortels: een paar keer kauwen en ze waren verdwenen. De andere paarden kwamen natuurlijk ook op de wortels af, maar toen waren ze op. En uiteindelijk stonden er tien paarden voor het draad, allemaal bedelend om voer. Na een half uurtje hadden we het wel gezien. De paarden ook, want die drentelden weer terug de wei in.
“Kom, dames en heren. Terug naar huis, want ik heb trek in iets warms.” Rogier nam de leiding. Anna en Peter kondigden aan dat zij weer richting Tiel gingen en namen afscheid.
Dus zaten we even later weer met z’n zessen plus Mocca in het huis net buiten Arkel. “Kees… We hebben bijna alle ingrediënten voor nasi in huis…” Margot keek me lief aan en ik zuchtte. “Is het weer zover? Voordat ik ja zeg: welk ingrediënt hebben jullie niét in huis?” Margot glimlachte. “Die sambal van je. Wel een potje sambal Oelek, maar dat is niet te vergelijken, geloof ik.” “Nee. Dat is de echte Hollandse pindakaas vergelijken met die Amerikaanse ‘Peanut Butter’. Niet te hachelen, dat spul. Nou ja, dan maar nasi zonder sambal…” “Ja, allemaal leuk en aardig zonder die sambal van Kees, maar ik had trek in iets warms!”
Rogier stond in de keuken. “Wie wil er, net als ik wat warms drinken?” Collectief werd er voor warme chocolademelk gekozen en die stond een aantal minuten later voor ons, inclusief een dot slagroom op een bord midden op tafel. Een bord waar Mocca bijzonder nieuwsgierig naar was. Joline moest hem van tafel terugtrekken, anders had het beest een lik genomen.
“Wacht maar”, zei Gerben. “Ik weet wel iets om hem bezig te houden.” Hij haalde een vinger door de slagroom en smeerde dat op de neus van de hond. “Zo. Nu hebben we Mocca met slagroom.” Joline keek verwijtend. “Gerben! Dat kan niet! Zo werk je bedelen in de hand!”
Gerben schudde zijn hoofd. “Nee hoor. Dat hondebeest heeft de komende minuten alleen nog aandacht voor zijn neus. Kijk maar.” En jawel: Mocca deed verwoede pogingen om dat lekkere spul van zijn neus te likken.
En er kwam een enorm eind tong tevoorschijn! Ik keek Gerben en Rogier aan en we moesten collectief grinniken, wat onderzoekende blikken van de dames opleverde. Joline had het het eerst door. “Jullie zijn alle drie smeerlappen! Meiden: roep die kerels van jullie tot de orde, die zitten hele vieze dingen te bedenken.”
Lot en Mar keken naar ons en waar we heen keken en schoten in de lach. “Hmmm… Dat lijkt me wel wat, Rogier… Kun jij dat ook?” En Margot maakte het nog bonter. “Laat nog wat slagroom over, dames en heren. Ik weet daar wel een geschikt plekje voor…” Gerben gniffelde. “Lijkt me wel lekker, een beetje slagroom op de late avond, schoonheid…”
Joline greep Mocca bij zijn tuig, veegde de slagroom van zijn neus en hield haar vinger voor zijn bek. En die werd enthousiast afgelikt. “Zo. Klaar. Einde tongwerk. Zijn jullie helemaal gek geworden…” Ze keek bijna boos. Toen de drankjes op waren verdween ik in de keuken. Rogier hielp me en dat was wel prettig in een voor mij toch wel vreemde keuken. Maar een uurtje later stond er een mooie nasi op tafel met bijna alle dingetjes die erbij hoorden: kroepoek, verse satéh, dus niet uit een pakje, pindasaus, een gebakken eitje voor iedereen… En na een ogenblik stilte zaten we lekker te eten.
Het was vrij stil aan tafel; teken dat het goed smaakte. Toen iedereen verzadigd was maakte Lot koffie en ruimden Gerben en Margot de vaat in de machine. Het grotere spul, schalen en pannen had Joline tijdens het koken al afgewassen en opgeruimd.
En tijdens de koffie zei Joline plotseling: “Oh jongens… Jullie moeten niet gek opkijken als wij ergens deze week in een lichtgrijze Volvo in Gorinchem aankomen…” Vier verbaasde gezichten, totdat Rogier kalm zei: “Kees, ik begrijp dat je na twee weken geen Joline wat zaad over had, maar om je auto nou in spermakleur te spuiten… Is dat niet een tikkeltje overdreven?” Het was een seconde doodstil, toen barstte een kakofonie aan lawaai los.
“Ben jij helemaal gek geworden, meneer van der Vlist?” Dat was Joline.
Lot zei niets, maar timmerde Rogier met een dienblad op zijn kop.
Margot gilde: “Gétver… Smeerlap dat je daar bent!”
Toen dat lawaai wat was weggetrokken zei Gerben uiterst rustig: “Nou ja… Het is wel makkelijk. Wat schade van steenslag of zo is simpel weg te werken. Auto in de garage zetten, deur dicht, een leuke foto van Jolien…”
Hem werd de mond gesnoerd door Margot. “Begin jij nou ook al? Vieze, vuile aan seks verslaafde idioot…” Een klap met een tijdschrift volgde. “Nou tot zover een poging om het verhaal van een andere auto te vertellen… Gesmoord in de nogal smerige fantasieën van Rogier en Gerben. Dank jullie wel, vrienden.”
Margot snoof. “Joline, begin eens opnieuw. Ik ben totaal kwijt waar het over ging.” Joline zuchtte en keek de andere heren aan. “Jullie houden voorlopig je mond!” Gerben grijnsde. “Zeker, juf Jo.” En Rogier vulde aan: “Ik zal m’n tong binnenboord houden.” Joline zuchtte. “Waarom hebben jullie verkering met die twee kansloze types? Goed… Een lichtgrijze auto dus…” Ze vertelde van ons gesprek met Harold en eindigde met: “… en we wilden jullie eerst meenemen voor de onderhandelingen, maar het bleek dat dodehoek-verklikkers op zo’n V90 standaard zijn.” Ze lachten. “Jammer”, zei Margot met een ondeugende lach op haar gezicht. “Ik had graag weer eens zo’n autoverkoper in een economische hoek gedreven…”
Ik keek streng. “Niks ervan! Die autoverkoper is niet alleen de eigenaar van een aardig lopend autobedrijf, maar ook de voorzitter van onze schietvereniging. Ik wil graag op een normale manier met hem zaken doen, zodat we niet het risico lopen om op een gegeven moment met geladen buksen tegenover elkaar te staan.”
Rogier keek nadenkend. “Kijk uit dat je geen kat-in-de-zak koopt, Kees. Dat het stiekem tóch een schade-auto is of zo.” “Ik heb ondertussen mijn huiswerk gedaan, maat. Maar dank je wel. En ik wil een gesprekje met de eerste eigenaar, voordat ik het ding koop. Waarschijnlijk wordt hij de bestemming van de proefrit; hij woont in Maarheeze. Dan kan ik een stuk snelweg rijden en een stuk binnendoor; dan weet ik wel hoe de auto rijdt.” H
ij knikte. “Goed plan. Maar… heb jij het adres van die eigenaar dan? Dan kun je toch, zónder dat die garage er tussen zit, zaken doen?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Ten eerste vind ik dat niet fair ten opzichte van Harold en ten tweede: de vorige eigenaar heeft de auto al verkocht aan de garage.” Ik keek even gemeen. “Dus als ik de onderhandelingen in ga, wéét ik hoeveel de auto heeft gekost…” Een kuchje bracht me met de voeten op aarde.
“Pardon, geliefde echtgenote. Het moet natuurlijk zijn: ‘Dus als wij de onderhandelingen ingaan, weten wij hoeveel de auto heeft gekost.’ Neem mij het op de solo-toer gaan niet kwalijk.” Joline keek plotseling bijzonder ondeugend. “Dat ‘op de solo-toer gaan’ doe je straks maar in je garagebox, Kees Jonkman. Met een leuke foto van mij in de hand, als je wat lakschade moet herstellen.” Nu was ik het die stuk zat. “En jij bent een net meisje? Hahaha… Écht niet meer, Joline Jonkman – ooit Boogers.” Ze wees op Rogier en Gerben. “Wat zij kunnen, kan ik ook hoor.”
“Nou… Daar zijn de medici het nog niet over eens, Jolien…” Rogier keek haar onderzoekend aan. “Of heb jij je enigszins om laten bouwen en ben je stiekem tóch een vent? Ik neem aan dat Kees dat ondertussen wel uitgebreid onderzocht heeft… Kees?” “Ik zal je de details besparen, maar… Joline is geen vent. Trouwens: Lot en Mar kunnen daar ook iets over zeggen.” Die lachten liefjes. “What happens in the bedroom, stays in the bedroom, meneer van der Vlist…” Joline zuchtte. “Ga er maar van uit dat ik, op het gebied van smerige grappen en grollen, jullie nog wel een paar keer zal verrassen, kereltjes. Desnoods op jullie gemeenschappelijke trouwdag!” De laatste zin snauwde ze bijna en we schoten in de lach. J
oline keek op haar horloge. “Kom, geliefde echtgenoot. Wij moeten nog een uurtje sturen. We gaan eens richting Veldhoven. Deze kleine jongeman moet ook op tijd in z’n mandje liggen.” Ze wees op Mocca die heerlijk lag te slapen. Waarschijnlijk best moe na alle indrukken van vandaag.
We namen afscheid en na wat geslinger door Arkel zaten we weer op de bekende snelweg. “De volgende keer kunnen we beter via Hoogblokland, dan de A27 en dan bij knooppunt Gorinchem de A15 pakken, Kees. Gaat waarschijnlijk sneller.” “Buiten de spits om inderdaad. Tijdens de spits… Ik vraag het me af. Maar we proberen het wel een keertje.” Ze knikte. “En nu gaat dit meisje weer eens een tukje doen. Samen met Mocca, maar die ligt achterin al te ronken. Wie weet moet ik me vanavond omkleden… Dan moet ik wel een beetje fit zijn…” Ze knipoogde.
De rest van de rit maakte ze niet mee; ik zat met twee snurkende individuen opgescheept. En moest er weer wakker blijven? Jawel… sergeant Jonkman. Alsof ik weer terug was in Afghanistan, verdorie. Nou ja, daar reed ik niet met 120 kilometer per uur in een best wel comfortabele auto over een goed onderhouden wegennet.
Als je geluk had reed je daar in een Bushmaster over een gravelpad met links en rechts de dreiging van bermbommen. En als je pech had, moest je lopen. Met al je bagage en eten voor een week op je nek… En Fred met een aantal studieboeken voor de rustige momentjes die nooit kwamen omdat die klootzak van een groepscommandant altijd wel iets verzon waardoor een rustig momentje erbij in schoot.
Ik grinnikte. Die toespraak richting Marion zou nog wel eens terug kunnen komen op de bruiloft van André en Marion.
Hoe vlogen mijn gedachten hier naar toe?
Oh ja, rijcomfort en zo. Zou het veel uitmaken, een XC70 of een V90? ten slotte was de V90 de opvolger van de V70. Zelfde onderstel, nieuwere techniek, nieuwere motor. Helaas niet meer die heerlijke 5 cylinder die nu zachtjes onder mijn motorkap bromde, maar ‘slechts’ een 4 cylinder. Oké, met een dubbele turbo en een mooie automaat, maar de souplesse en de kracht van de huidige motor…
Volvo zou wel héél goed uit de hoek moeten komen om dat te evenaren. En dat was meteen het nadeel van die nieuwe, ‘geblazen’ motoren: veel power uit een beperkt aantal cc’s. En natuurlijk: een verbrandingsmotor zou véél efficiënter kúnnen zijn; neem de wankelmotor: een prachtig staaltje engineering.
Waar een ‘gewone’ brandstofmotor de op- en neergaande bewegingen van de zuigers moest omzetten in een rotatiebeweging, hoefde dat bij de wankelmotor niet: die draaide zelf al. Het enige wat moest gebeuren was die draaiende beweging netjes en met de juiste vertragingen overbrengen op de wielen. Een efficiëntiewinst van meer dan 100%! Maar het ding bleek toch op punten onbetrouwbaar te zijn. Helaas. Als men het idee nu opnieuw zou uitwerken, zou het wel eens een kassucces kunnen worden, omdat een aantal problemen nu middels computertechniek uit het systeem gehaald konden worden… Maar ja, zie daar maar eens financiën voor bij elkaar te schrapen...
Al peinzend naderden we Veldhoven en maakte ik Joline wakker. Auto in de garagebox , Mocca nog even uitlaten, dan hoefde dat niet meer als we gingen slapen en naar boven. “Nog een bakje koffie, Kees? Jij hebt ten slotte gereden…” “Nee dank je wel, Jolien. Nu nog koffie houdt in straks niet slapen.” Ze glimlachte. “Daar heb ik wel iets voor, hoor. Eén momentje wachten.” Ze verdween in de slaapkamer. Hmmm… dat was een belofte.
Ik keek op m’n horloge: tien voor negen. Prima, bijna bedtijd. Als ze me in bed wilde hebben wat het er goeie tijd voor. Ik legde Mocca z’n kleedje in de hoek van de kamer. “Mocca: go to bed.” De hond liep er naar toe, ging liggen en krulde zich op. Prima, die was, ondanks zijn slaapje in de auto, best wel moe. Ik sloot af en liep de slaapkamer in. “Ik kom er bij, schat. Geen koffie, dan slaap ik goed.”
Joline trok nét een kort jurkje aan. “Slapen? Pas als ik met je klaar ben, Kees. Uitkleden en bij je vrouw op bed komen. Ik heb zin in jou.” Ze lachte lief en weer bekeek ik haar even. Lang, slank, nu een leuk onderjurkje aan waar haar mooie benen onderuit staken… En een prachtig gezicht omlijst met haar blonde haren. Haren die nu los hingen, maar wel met een mooie slag er in.
“Ik heb zin in jou, schoonheid…” Ik kuste haar zachtjes. “Kom op dan! Uitkleden en bij me in bed komen!” Ze keek me van vlakbij aan. “Ik wil met je vrijen, Kees. Jouw harde paal in me voelen dringen…” Weer een zoen, toen maakte ik me los en kleedde me razendsnel uit. “Kom, liefste…” Joline lag op bed, één hand tussen haar benen, de andere trok aan een tepel. “Ben je jezelf aan het voorbereiden, schoonheid?” Ze kreunde. “Ja! Ik wil dat je in één keer in me dringt… Ik ben er… nat genoeg voor!” Ik hoorde het: zachte, soppende geluidjes kwamen onder haar jurkje vandaan.
Ze ging op haar knieën zitten en boog zich voorover. “In één keer, Kees… Hard en diep! Neuk me, ik sta op springen!” Ik trok haar tegen me aan en leidde mijn paal naar haar poesje. Ik rook haar al en mijn lichaam reageerde daar meteen op. “Ben je er klaar voor, meisje?” Ze kreunde. “Al een paar minuten! Kom op, naai je meisje!” Ik drong bij haar binnen en ze kwam wat omhoog.
“Ahhh…. Die wilde ik hebben… Nu lekker stevig neuken, schatje. Laat me genieten!” Diep drong ik in haar door. En weer terug… en weer diep… Ik zoog op een oorlelletje, fluisterde geile woordjes en liefkoosde haar borsten. En Joline duwde zich tegen me aan en streelde mij weer. “Heerlijk… Kun je mijn benen zien, Kees? Mijn mooie benen, helemaal voor jou?”
“Natuurlijk geile meid. Vanaf dat ik hier binnenkwam al… Die lange benen van jou, waarmee je me helemaal gek maakt…” “Lekker geil, met die nylons? Ik weet dat jij dat geil vindt, schatje… En daar maak ik gebruik van om je in mijn bed te lokken… Ahhh… Nóg een keer, Kees… Nog een keer zo diep, dan….” Ik stootte nu hard in haar en ik voelde hoe haar warme, natte poesje kneep. En nog eens… Ze trilde nu en dat trillen ging over in schokken toen ze klaar kwam.
“Jij ook, liefste! Jij nu ook! Ik wil je voelen klaarkomen! Please….” Ze masseerde me met haar inwendige spiertjes en ik was reddeloos verloren. Hárd kwam ik, diep in haar, klaar en Joline gilde. “Lekker! Lekker diep… Ik voel je helemaal, schat! Zo heerlijk…” En ik voelde haar: warm, nat, één bewegend en zuigend plekje waar ik in klaar mocht komen… Even bleven we samengesmolten zitten, toen trok ik me langzaam uit haar.
En Joline plofte op haar buik op bed, hijgend. “Heerlijke vrouw van me… Jij kunt me binnen een paar seconden helemaal gek maken…” Ze keek me van vlakbij aan. “Ja, dat weet ik. En daar maak ik onbeschaamd misbruik van. Om jou lekker in me te voelen. Klaar te komen met jouw harde paal diep in mijn kletsnatte poes…”
Een lange zoen volgde, toen zei ze: “Kom. Even snel douchen en dan slapen.” En met een ondeugende trekje om haar mond: “Lekker tegen mijn autospuiter aan…” Ik schoot in de lach. “Rare trut… Kóm!” Samen douchten we kort. “Geen kouwe plens nu, Kees. Slapen doen we toch wel…” Ik legde haar hand op de mengkraan. “It’s all yours, milady.” Tien minuten later lagen we weer in bed en kroelde Joline tegen me aan. “Tot zover de laatste twee magazijnen van de firma Jonkman & Co. Morgen moet je de productie maar weer hard aan het werk zetten, meneer!” “Ik zal de betreffende afdelingschef opdracht er voor geven, mevrouw. Maar ik moet u wel zeggen: met een beetje pech gaat de helft van de productie straks wél naar de autospuiterij.” Een giechel volgde. “In je garagebox? Met een erotische foto van mij in je linkerhand? Dat wil ik zien… Volgens mij is de dagproductie nog niet genoeg om de linkerbuitenspiegel in carrosseriekleur te spuiten. Laat staan de motorkap of het dak.”
Ik kreunde. “En tegen die tijd heb ik de wereld aan foto’s van jou versleten, schatje.” Ze stompte me zachtjes. “Vies mannetje. Je doet het hier maar. En zonder foto’s. Véél lekkerder… En nu slapen. Morgen moeten we weer fris en fruitig in Gorinchem aankomen.” Een lange zoen… “Welterusten, mooie meid.” “Lekker slapen, lekkere vent.” We gingen ‘lepeltje-lepeltje’ liggen, Joline voor mij. En ik sliep binnen de minuut. Dacht ik.
De maandagochtend bevatte een prettig momentje. Op een gegeven ogenblik was ik met de Piraten in een discussie over een van de boorplatforms, toen Theo binnenkwam. “O shit. Gelazer. De directie komt zich op de werkvloer laten zien. Dat houdt in dat er óf pers in de buurt is, óf de firma op het punt staat om failliet te gaan. Of een combinatie van beide factoren.” Gerben keek spottend en Theo gromde. “Kijk jij uit, meneer van Wiers? Jij hebt nog steeds een tijdelijk contract, weet je nog? Net als je maatje van der Vlist. Dit soort opmerkingen zou de directie er wel eens van kunnen overtuigen dat dat contract tijdelijk blijft.”
“Gelukkig hebben beide heren een vast contract bij twee lieve dames, Theo. Daar kun zelfs jij niet aan frunniken.” Henk zei het met zijn zware noordelijke tongval en Theo moest grinniken. “Daar hou ik me dan ook verre van… Kees en Rogier: jullie kun los gaan. Ik kreeg net een telefoontje uit Nijmegen: ze hebben toestemming van het ministerie om met ons in zee te gaan. Ik krijg zo dadelijk een mail met een concept-contract; dat laat ik door Angelique scannen en als zij akkoord geeft gaat het getekend retour. Dus… zijn jullie er klaar voor?
We knikten. “De tekeningen liggen al een tijdje klaar. Nu is het een kwestie van overleggen en finetunen in samenspraak met de klant. Als zij tijd hebben, maken wij tijd, zo simpel ligt het, Theo.” “Mooi. Als die contracten getekend zijn en aangekomen in Nijmegen moeten jullie daar maar weer eens heen gaan, stel ik voor. Maar dit wilde ik jullie even persoonlijk vertellen, heren.” “Vertel het dan ook even net zo persoonlijk aan Jolien en Fred, Theo. Ook zij hebben hun aandeel geleverd.”
Ik keek Rogier aan. “Jij bent goed, makker…” Theo knikte waarderend. “Je hebt gelijk, Rogier. Stom van me, ik had hen er ook bij moeten halen. Ik ga nú naar ze toe.” Hij beende weg. Henk stak een duim op. “Jij begrijpt ondertussen hoe wij hier werken, Rogier. Prima.” Toen draaide hij zich naar Gerben om. “Jij blijkbaar nog niet helemaal, meneer van Wiers! Ga maar eens in de leer bij je aanstaande tweelingzwager, wie weet leer je wat van hem!”
Gerben keek zielig. “Ik hoor het alweer. Rogier alle lof krijgen en ik op m’n sodemieter… Ik ga maar voor een beetje troost naar Margot.” “Niks ervan! Jij blijft hier tot we gaan lopen, vriend. Als jij je troost gaat zoeken bij die bruine krullebol van je weet ik het wel weer: dan zijn we je weer twee uur kwijt. En Joline mist Margot ook voor twee uur. Hop, vier uur salaris naar de ratsmodee. Húp, aan ’t werk jij!”
Tussen de middag: lopen. En Mocca draafde weer keurig mee: zonder lijn, netjes naast Joline. “Mooi om dat te zien, Kees!” Fred wees naar Mocca. “Ja. De hond is helemaal verslingerd aan zijn blonde bazin.” Hij grijnsde. “Net als jij…” Ik kon alleen maar knikken.
Om kwart over twee: een telefoontje van Harold. “Hoi Kees. Hebben jullie al iets besloten? Ik zit een beetje op hete kolen…” “Ja, wij hebben besloten om eens te kijken of die V90 iets voor ons is. Maar: ik wil met de eerste eigenaar spreken én een stevige proefrit maken Harold.” “Logisch. Kunnen jullie vanmiddag dan langs komen? Dan krijg je van mij het adres van de 1e eigenaar én de sleutels van de auto. Dan kan je het combineren. En als de auto bevalt: over de prijs worden we het wel eens.”
Hmmm… Die uitspraak kende ik ondertussen wel. We spraken af dat Joline en ik rond vier uur bij hem zouden zijn. En daarmee liep ik naar Joline. Die keek op haar horloge. “Dan moeten we om drie uur weg, Kees. Hoe doen we dat met Zelda?” “Ik vraag Henry en Angelique wel of die haar een eind op weg helpen.” Dat was geen probleem. “Tenslotte eet ik morgen bij jullie, Kees. Henry zit morgen in Foxhol”, was het antwoord van Angelique. Dus… Om drie uur reden we bij DT weg en om vier uur stonden we bij Harold in z’n kantoor.
“Hallo Joline, hoi Kees. Jullie gaan een proefrit maken richting Maarheeze. Dit zijn de gegevens van de vorige eigenaar: hij weet dat jullie komen en je bent welkom. Vraag hem gerust het hemd van het lijf over de auto. Dat mag. Als ik van jou de sleutels van jouw auto mag, Kees, dan maak ik ook een proefrit in jullie auto en bekijk ‘m even wat beter. Oké?” “Prima Harold. Het boekje met alle papieren zit in het dashboardkastje.” Hij stak zijn duim op. “Moet ik nog wat uitleggen aan de auto of…?” “We komen er wel uit, Harold. Ehhh… hoe laat wil je dat we terug zijn?”
Hij keek. “Een uur of acht? Lukt dat?” Joline lachte lief. “We waren niet van plan om in Maarheeze te dineren, Harold.” Hij wiste denkbeeldig zweet van zijn voorhoofd. “Dank je wel…” Hij wees naar buiten. “Daar staat hij. Geniet er van!” Even later liep ik een rondje om een lichtgrijze Volvo V90. Lager op de poten dan de XC-70 en dat merkte je bij de instap. Mocca ging achterin, op z’n eigen kleedje. Even snuffelen, toen draaide hij zich op z’n buik. Kop op de poten… Die vond het wel best. We stapten in. Het interieur: roomwit leer. Heel anders dan het donkere leer van mijn auto. Oké, het instrumentarium was grotendeels digitaal. Een groot ‘infotainmentscherm’ in het midden, wat tot leven kwam toen ik de knop op de middenconsole op ‘start’ duwde. Snel scrollde ik door wat menu’s heen. Ja, logisch dat je in de war raakte als je geen digitale systemen gewend bent…
De primaire functies werden gelukkig met ‘hardware’ bediend, alleen zaten die knoppen voornamelijk op het stuur en op de twee hendels voor richtingaanwijzer en ruitenwissers. De ‘pook was kleiner, de handrem zat ook op de middenconsole, evenals de ‘hillhold’. Wat was dát dan in vredesnaam? Oh, wacht even: een soort rem die assisteerde bij een hellingproef waarschijnlijk. Twee pedalen: logisch het was een automaat. “Nou, laten we dit ‘Starship Enterprise’ maar eens laten opstijgen, schat.”
Ik zette de stoel in een voor mij comfortabele stand en Joline deed hetzelfde. Toen: starten. Ook de startknop zat in de middenconsole. Ook even wennen. Het geluid viel me alleszins mee. De diesel in de XC-70 maakte stationair meer geluid. Pook in de ‘D’ van ‘Drive’ en we reden rustig weg. Joline keek nieuwsgierig hoe het allemaal werkte en er uit zag. En toen we op de rondweg rond Eindhoven reden zei ze: “Jammer dat we gisteren gevreeën hebben, Kees. Als je nu lakschade maakt, heb je wellicht wat moeite om de lak bij te spuiten.”
Ik moest lachen. “Wat ben jij ook… Nou ja, gelukkig heb ik wat foto’s van je op mijn telefoon. Daarmee zal het ook wel lukken, schat. En anders trek je je rokje maar wat op.” “Niks ervan! Ik in m’n bijna naakte poes op de vangrail zitten omdat meneer Jonkman z’n nieuwe auto even moet bijspuiten? Wat dacht je zelf?” We gniffelden als een stel pubers.
Ondertussen reden we naar het zuiden en met een blik in de achteruitkijkspiegel trapte in het gaspedaal even diep in. Je hoorde de turbo’s bijspringen en de auto trok snel op naar de 140. “Zo kan hij wel weer, Kees. Geen trek er in dat Harold je een boete onder je neus drukt, over een paar dagen.” “Ik wilde even de acceleratie testen, schat. En of de turbo goed werkt. Nou, volgens mij is daar niks mis mee.” “Je gaat maar een stukje in Duitsland rijden als je daar zin in hebt”, klonk naast me.
Eerder dan we dachten stonden we voor de deur van de eerste eigenaar in Maarheeze. Die stelde zich voor als Hans van der Velde. Een man van een jaar of zeventig. “Mag deze bruine biobak mee naar binnen? Hij heet Mocca en kan zich keurig gedragen.” “Ja hoor, kom verder… Koffie?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee, dank u wel. Niet om onbeleefd te zijn, maar we willen Harold niet tot negen uur vanavond laten wachten…” Heel even ging het gesprek over onbenulligheden, toen kwam ik ter zake.
“Meneer van der Velde: u heeft een hele mooie auto…” Hij onderbrak me. “Ik hád een hele mooie auto. Maar ik heb ‘m weer terug verkocht aan Harold, voor een voor hem bijzonder nette prijs, op voorwaarde dat hij z’n best zou doen om een nette V-70 of XC-70 voor mij op de kop te tikken. Ik werd helemaal tureluurs van al die digitale onzin. Kan ik niet mee omgaan. Bij elke scheet die je laat begint er wel iets te gillen dat het gevaarlijk is of zo… Ik werd er op den duur knettergek van. Ik heb wat autistische trekjes en dat speelt me dan parten. Ik wil een auto die gewoon doet wat ik wil en me niet de les leest. Dat deed mijn vrouw al genoeg.”
Joline glimlachte. “Ja, daar heb ik beeld bij… En uw vrouw? Is zij…” “Mijn vrouw is twee jaar geleden helaas overleden, mevrouw.” Joline schrok. “Sorry. Dat kon ik natuurlijk niet weten.” Hij knikte. “Is niet erg. Wij hadden een prima huwelijk tot het eind. En we hebben samen besloten dat ze niet onnodig wilde lijden. En dat is gelukt en daar ben ik bijzonder blij om. Ondanks dat het wel héél stil werd in huis.
Ik kocht deze auto wellicht ook als een stuk compensatie, afleiding, noem maar op, maar ik had er na een paar maanden al spijt van. Maar ik had ‘m nodig; werkte nog aan een laatste klus voor mijn pensioen.
Toen ik daarmee klaar was begon de twijfel pas écht toe te slaan en uiteindelijk heb ik de knoop doorgehakt: terug naar de ’70-serie’. En ik hoorde van Harold dat uw auto een geschikte kandidaat zou zijn. U rijdt netjes, laat de auto op tijd onderhouden… U bent de eerste eigenaar?” “Nee. De tweede. Ik heb ‘m ruim twee jaar terug gekocht van iemand uit het Westland. Oók een nette vent, zoals ik…” Joline proestte even “…die de auto niet afgejakkerd heeft.”
Ik boog me voorover. “Meneer van der Velde…: ik heb nu uw vorige auto bij me. En ik overweeg om die van Harold te kopen. Maar van de beslisfactoren in deze is: heeft u ooit schade gereden met de auto?” Hij schudde het hoofd. “Nee. Hoewel het soms weinig scheelde als ik weer eens ruzie had met die digitale ellende. En ik kan wel raden naar een andere beslisfactor: de prijs. Ik wilde van deze auto af. Ik heb nooit een hekel gehad aan auto’s, integendeel.
En al helemaal niet aan Volvo’s. Heerlijke auto’s. Ik heb nog een ‘Tank’ oftewel de 740 Turbo gehad en die heb ik helemaal opgereden, bijna tot het niet meer verantwoord was. Met heel veel pijn in het hart bij een autosloper neergezet. Na ruim een miljoen kilometer. Maar deze auto… Ik kan er niet mee omgaan. Ik wil fysieke knoppen onder mijn vingers voelen, geen beeldschermen. Vandaar. Dus ik heb ‘m voor een spotprijs verkocht: 20.000 euro. Op voorwaarde dat Harold voor mij een goeie, betrouwbare V of XC70 zou regelen. En dan zou ik niets hoeven bij te betalen. En zaterdagavond belde hij me op dat hij misschien een goeie kandidaat had.” Hij glimlachte even. “Maar hij moest hem nog overtuigen. Hij zei letterlijk: ‘Deze vent is best verknocht aan zijn XC70.’
Meneer Jonkman, even op de man af: waarom wilt u de auto kwijt?” Ik dacht even na over een goed antwoord. “U bent eerlijk tegen mij, ik zal ook eerlijk tegen u zijn. Mijn auto heeft nu ruim drie ton gelopen. Ik had het voornemen om hem bij vier ton van de hand te doen. Dan loop je toch de kans dat er vervelende mankementen de kop opsteken.
Dus toen Harold mij zaterdag benaderde, hebben mijn vrouw en ik zitten rekenen en zijn uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat het weliswaar wat vroeger was dan gepland en dat een V90 ook niet de auto was die we als vervanger op het oog hadden, maar we besloten dat, als de auto ons zou bevallen en de prijs en toestand van de auto naar onze zin waren, we het zouden doen.
Maar: de distributieketting moet vervangen worden, de banden voldoen nog steeds aan de wettelijke normen, maar met name de voorbanden zitten er niet zo ver meer van af, zag ik een week terug… Kortom: de auto is toe aan groot onderhoud.” Hij grinnikte. “Eén van de voorwaarden die ik aan Harold heb gesteld was dat hij mijn volgende auto tiptop af zou leveren. Zonder dat ik over een maand bij hem zou moeten staan voor, bijvoorbeeld, een nieuwe distributieketting. En ik wil een jaar garantie. En daar is hij mee akkoord gegaan.”
Ik keek Joline aan. En zij knikte, bijna onzichtbaar. “Meneer van der Velde: u heeft binnenkort een goeie, betrouwbare XC70. Wij zijn hierheen over de snelweg gekomen; op de terugweg pak ik nog wat binnenweggetjes, via Soerendonk en Leenderstrijp. Als er dan niks geks uit de hoge Volvohoed komt gaan wij met Harold eens praten over de prijs.” Ik grinnikte. “We hebben in ieder geval een goeie start-indicatie.” Hij lachte ook. “Fijn. Even terzijde: waar kent u Harold van?”
“Hij is de voorzitter van onze schietvereniging. En dat doet hij over het algemeen prima.” Joline vulde aan: “Behalve als hij ons loopt te pushen om lid te worden van het wedstrijdteam. Toen hebben we hem even op z’n nummer gezet: binnen zijn bedrijf kan hij mensen opdrachten geven; wij werken niét bij zijn bedrijf. We werken beiden fulltime en ons sociale leven is ons lief. Elk weekend naar ‘Nergenshuizen’ rijden voor een schietwedstrijd is geen optie. Dat hebben we hem even laten weten. En daarna was onze voorzitter toch wat teleurgesteld. Maar goed, daar wordt hij een grote vent van.”
Meneer van der Velde lachte. “Ik ken hem al z’n hele leven. Hij heeft z’n bedrijf van zijn ouders overgenomen. Ik heb Harold nog op een driewielertje door de showroom zien rijden. Een van de weinige écht eerlijke mensen in de garagebranche.” “We gaan dat straks eens op de proef stellen, meneer”, zei Joline. Hij keek wat ongerust. “Jullie gaan toch ook eerlijk tegen hem zijn, hoop ik?” Ik knikte. “Natuurlijk. Hij en u zijn eerlijk tegen ons geweest; u mag hem morgen bellen om te vragen hoe de gesprekken zijn verlopen. Maar nu gaan wij; we moeten nog een gesprekje voeren met Harold. Mocca, Kóm!”
We stonden op en schudden handen. “Dank je wel. Je weet niet blij ik straks ben als ik weer een analoge auto onder mijn achterwerk heb.” Joline gniffelde. “Ik zal Kees wel helpen met de digitale ellende. Ik ben wat jonger dan hij, dus leer ik makkelijker.” Ik keek haar donker aan. “Pas jij een beetje op, mevrouw Jonkman?”
Meneer van der Velde lachte. “Ik zie al wie de broek aan heeft… Was bij ons net zo!” Bij de deur namen we afscheid. “Kom gerust nog eens langs. Dan kunnen we wat langer over Volvo’s kletsen.”
Mocca ging weer achterin en rustig reden we weg. “Aardige vent, Kees. Alleen schrok ik me rot toen hij vertelde dat zijn vrouw was overleden… Helemaal niet bij nagedacht met m’n stomme blonde hoofd.” Ik ging niet op het laatste in. “Je hebt het prima gedaan, schat. Hij was best wel onder de indruk van je. Zeker toen je zei dat je mij nog wat kon leren. Wanneer begin je er mee? Vanavond, in bed?” Ze snoof. “Há! Met die miezerige voorraad na één dagje? Daar neem ik geen genoegen mee, ventje.”
De wegen binnendoor waren soms smal maar in ieder geval bochtig. En de auto reageerde daar prima op. Ik experimenteerde met de handmatige schakeling met ‘flippers’ aan het stuur. Dat was even wennen, maar het werkte wel prettig. Bij Soerendonk nam Joline de besturing over en ook zij was positief. En om half zeven parkeerde zij de auto voor het garagebedrijf van Harold. De parkeersensoren voor en achter deden het ook prima, evenals de achteruitrijcamera.
We liepen naar binnen en Harold kwam ons tegemoet. “En?” Joline zei droogjes: “Je moet de groeten van meneer van der Velde hebben, Harold.” Hij lachte. “Ome Hans voor mij. Geen echte oom, maar een hele goede vriend van mijn ouders. Kwam hier al toen ik…” Ik onderbrak hem. “…op een driewielertje door de showroom scheurde.” “Oh, dat heeft verteld? En ook dat ik toen een hele lelijke kras op zijn auto gemaakt had?” Joline schudde haar hoofd. “Nee, dat heeft hij niet verteld. Waarschijnlijk om de goeie indruk, die wij van je hebben, niet al te zeer te verzieken.”
Hij schudde zijn hoofd. “Jij bent af en toe een hele gemene dame, Joline.” “Af en toe?” mompelde ik, wat me op een boze blik kwam te staan. “Goed mensen, wij moeten dus praten. Dat doe je het best met een goeie bak koffie. Wat mag ik voor jullie inschenken?” Ik wilde een glas water, Joline thee. Toen gingen we zitten en ik legde de sleutel van de V90 op tafel.
Harold begon. “Kees, Joline, ik neem aan dat Hans jullie verteld heeft onder welke voorwaarden hij zijn auto verkocht heeft?” Joline knikte. “20.000 euro en jij zou een mooie V70 of XC70 voor hem op de kop tikken. En zonder bij te betalen zou jij dat ding spic&span maken, zodat hij qua onderhoud er niet naar hoeft om te kijken. Met een jaar garantie. Toch?”
Hij knikte. “Correct. Ik heb jullie auto bekeken en er een stukje in gereden. Op wat bruine hondenharen achterin na ziet hij er prima uit; het boekje laat netjes de complete historie zien, lakwerk is ook goed… Je ziet bij sommige fourwheeldrives best wel goed dat ze ‘offroad’ hebben gereden, maar volgens mij doe jij dat niet zoveel, Kees.” Ik knikte. “Klopt. Ik heb die optie slechts een paar gebruikt; tijdens een vakantie in Noorwegen en de afgelopen winter een paar keer toen het zo spekglad was.” Harold knikte. “Kortom: het is een keurige auto. Voor zijn leeftijd. En er zitten aardig wat opties op, dat zal Bart ook wel waarderen.
Maar er zit wel wat werk aan: een nieuwe distributieketting zit er aan te komen, de banden zijn niet meer zo jofel, ruitenwisserbladen moeten vervangen worden en de versnellingsbak wil ik spoelen. Zeker bij deze auto’s is dat wel een dingetje. Verder moet hij natuurlijk een grote beurt en een nieuwe APK hebben en hij moet ‘afleveringsklaar’ gemaakt worden. Kortom: er gaan wel wat arbeidsuren in zitten. Ik heb op wat sites gekeken voor de prijs en dan kom ik tot dit bod voor jullie XC70…”
Hij schoof een papiertje over tafel. Daar stond op: ‘3.000’. Joline keek er naar en schudde haar hoofd. Ze pakte een pen en schreef in haar mooie ronde handschrift: ‘8.000’. Daarna draaide ze het papiertje weer terug, richting Harold. Die keek haar aan. En vervolgens mij. “Sorry dame en heer, maar hier kan ik niet mee akkoord gaan. Dan verlies ik er gigantisch op…”
Joline keek hem recht aan. “Harold, wij begrijpen dat je geld wil verdienen. En we gunnen jou best wat marge. Maar niet over onze rug én die van Hans. Je hebt hem 20.000 betaald voor een V90 waarvan de zuigers nét op de cylinders zijn ingesleten. Da’s een prijs die je nergens anders tegenkomt, maar oké: hij wilde van die digitale flipperkast af…” Harold schoot in de lach en ook ik hield het niet meer.
“Digitale flipperkast… Dat zal ik ‘m zeggen. Hij lacht zich te pletter…” Joline keek onaangedaan. “Hoezo? Het ding is behoorlijk digitaal en er zitten flippers in. Dus…
Maar om op de prijs door te gaan: 20.000 euro. En dan geef je ons voor een, volgens je eigen woorden ‘fatsoenlijke XC70’ een schamele 3.000 euro terug. Dus zouden wij 17.000 euro moeten betalen. En ja, dat is nog steeds een ‘vriendenprijs’ voor een auto van anderhalf jaar oud, maar ik heb ook wat huiswerk gedaan. Je moet aan onze auto redelijk wat laten sleutelen.
Een nieuwe distributieketting plaatsen: 2.300 euro all-in bij de Volvo dealer.
Vier nieuwe banden: 500 euro. Vooruit, laat het eens 600 zijn.
Ruitenwisserbladen? Tenzij dat ze verguld zijn: 50 euro op z’n hoogst.
De versnellingsbak spoelen: Geen idee hoeveel dat kost, maar dat zal geen duizend euro zijn inclusief arbeidsloon.
Grote beurt? Volgens je eigen website: 900 euro.
APK? Gratis bij een grote beurt.
Afleveringskosten? Volgens diezelfde site: 550 euro.
En dan moet de auto nog gepoetst worden, wellicht nog wat krasjes er uitgepoetst…
Alles bij elkaar: om en nabij 9.000 euro.
Daar komt dan 3000 euro bij die je nu voor de XC70 wilt geven: maakt samen 12.000 euro die jij aan kosten hebt.
Oké, je zult ook nog wat kosten hebben aan deze V90… Laat dat 1.000 euro zijn. Totale winst voor jou: 7.000 euro.”
Ze keek hem nu recht aan en ik zag dat de lasers begonnen op te warmen. “Beste Harold: daar gaan wij niet in mee. Ik adviseer je een beter bod op dat briefje te schrijven. Zo niet, even goeie vrienden, maar dan geven we elkaar een hand, zeggen ‘Agree to disagree’ en wensen elkaar een fijne avond en tot ziens op de vereniging.”
Hij sputterde. “Joline, ik heb hier een bedrijf te runnen. Deals moeten wél winstgevend zijn…” De blauwe lasers waren nu op bedrijfstemperatuur. Ze brandden nog niet, maar het scheelde weinig.
“Beste Harold, ik ben econome. Ik hoop binnenkort mijn Master te halen. Bachelor ben ik al een jaar of twee. Kortom: ik weet het een en ander van economie, winstmarges enzovoorts. De prijzen die ik net schetste, waren consumentenprijzen. Daar zit die winst al in. Sterker nog: sommige prijzen heb ik van je eigen website afgehaald. Als jij denkt, en Kees: ik wil géén commentaar horen, denk er aan!” Ze keek me even aan de lasers brandden nu. En die blik ging terug naar Harold.
“Als jij denkt dat Joline Jonkman – Boogers een domme blonde Bimbo is, kom je van een diepvrieskermis thuis. Op de prijzen die ik net noemde zit al zo’n 20, misschien wel 25 procent winst, Harold. Want die banden die de consument zo’n 600 euro kosten, exclusief montage, koop jij in voor nog geen 500 euro. En hé, dat mag, want zo werkt de wereld. Maar boven die marge nóg een marge van zo’n 30% leggen… No way, José.”
“Potdorie Joline… Jij bent een uitgekiende onderhandelaar. Ik neem mijn petje voor je af, als ik die zou dragen…” Hij pakte de pen. “Vooruit, het verschil delen we.” Er stond nu 5.500 op de post-it. Joline schreef er onder: 6.500. Met een dikke streep er onder. “En die streep houdt in: lager ga ik niet, Harold.” De lasers waren gedoofd, ze lachte nu weer haar ‘lieve lachje’.
Hij keek mij aan. “Kees, wat…” “Niks ‘Kees’, Harold. Ik was met je aan het onderdelen. Kees is de technicus, ik ben de econome. Ieder zijn vak en specialiteit. Als het om geld gaat doen wij zaken; gaat het om techniek dan mag je met Kees sparren. Duidelijk?” Hij zuchtte. “Oké, we doen het. 6.500 euro. Je hebt gewonnen, Joline.”
En die zei liefjes: “Nee hoor. Wij hebben allemaal wat gewonnen. Bart heeft weer een auto onder z’n achterwerk in plaats van een computer-op-wielen, wij hebben een mooie, bijna nieuwe V90 en jij hebt drie mensen en een hond gelukkig gemaakt én een beste wel redelijke winst gemaakt. Kortom: iedereen blij.” Ze stak haar hand uit en Harold schudde die. En vervolgens die van mij. “Gefeliciteerd, Kees en Joline. Met een mooie, bijna nieuwe V90.”
Joline wees op de telefoon. “Bel je ome Hans maar op en vertel maar dat hij binnenkort weer in een XC70 kan rondrijden.” Harold knikte. “Doe ik! Willen jullie erbij zijn?” Joline schudde haar hoofd. “Nee hoor. Wij gaan even dit mooie beest uitlaten, dan kun jij even uithuilen bij ome Hans wat een kreng die blonde mevrouw Jonkman is… Kees, pas op je woorden!”
Ik schoot in de lach. “Sorry Harold, ik heb zwijgplicht. Ehh… Ik loop met Joline mee. Daarna even de puntjes op de i zetten qua overdracht, oké?” Hij knikte en pakte zijn telefoon. “Kom Kees. Wegwezen, voordat onze geachte voorzitter in een enorme huilbui losbarst…” Die schoot in de lach en wij liepen naar buiten.
Eenmaal buiten het zicht van de garage keek ik Joline aan en gaf haar een lange zoen. “Wat ben jij een uitgekookte troela…” Ze lachte haar zelfvoldane lachje. Ik heb op het eerste deel van de terugweg wat huiswerk op mijn telefoon gedaan, Kees. Zodoende kon ik redelijk beslagen op het ijs komen. Echt, die 20.000 euro is een koopje voor Harold geweest. Ja, hij heeft moeite moeten doen om een geschikte XC70 of V70 te vinden, maar herinnerde zich op enig moment jouw auto.
De prijzen die ik noemde heb ik grotendeels van de Volvo-sites geplukt en deels van zijn eigen website. Hij heeft waarschijnlijk nóg scherpere prijzen, maar goed… Ik gun hem best wat winst, maar 7.000 euro winst over onze ruggen voor even wat zoekwerk: nee.” Mocca had geplast; poepen hoefde blijkbaar niet. “Kom, we gaan terug, dan mag jij het technische deel overnemen.” Harold was aan het schrijven, maar legde zijn pen neer toen wij binnen kwamen.
“Goed mensen. Even de details doornemen: Als het aan mij ligt kunnen jullie de V90 morgenmiddag ophalen. Dan is hij schoon en getankt. Vorige week heb ik ‘m een grote beurt laten geven én die gratis APK. De banden zijn net zo jong als de auto, dus daar hoef je de komende jaren niet bang voor te zijn, mits je niet plotseling gaat scheuren… De auto heeft hier nog nooit met ellende binnen gestaan; alleen als Hans weer eens iets niets begreep…” Hij gniffelde.
“Lukt dat, morgenmiddag?” “Rond half zes, Harold. We gaan niet wéér vroeger weg.” “Prima. Dan de financiën: de overschrijving van het kentekenbewijs maak ik morgen rond, dan moet ik even een kopie van je rijbewijs hebben, Kees.” Dat was zo geregeld. “Het geld… hoe wil je dat doen?” “Vanavond maak ik een overschrijving in orde voor 13.500 euro, Harold. Dat staat vanavond nog op je rekening.”
“Prima. Dan hoop ik jullie morgenmiddag hier weer te zien!” Hij stond op en gaf ons een hand. “Het was goed zakendoen met jullie.” Joline zei droogjes: “Jouw ome Hans noemde jou, en ik citeer, ‘één van de weinige echt eerlijke mensen in de autobranche’. Ik was even geneigd om daar aan te twijfelen, maar nu niet meer, Harold.”
“Goed voor mijn reputatie. Tot morgen!”
We liepen weer naar buiten, Mocca spring in de achterbak en we reden weg richting huis. “Wat eten we, Kees?” Ik bromde: “We rijden wel even langs kleffe Henny. Patat speciaal met een kroket. Geen zin om te koken, en bovendien kan het er nu wel af, schoonheid.”
Ze giechelde. “Ja hé? Zomaar, binnen een half uurtje 3.500 euro verdiend. Daar moet ik bij DT ruim twee weken voor werken…”
We reden langs de cafetaria en met de nodige calorieën aan boord richting huis…
Verhip… En Wendy liep even later ook op het podium rond, samen met die andere zangeres. En toen zij begonnen te spelen, waren die twee wel een hele goede aanvulling op de band. Richard had een korte preek; het grootste deel van de dienst bestond uit zingen. Ook wel eens goed, als de gemeente aan het werk gezet werd!
Om tien over elf was de dienst afgelopen en ik zette de computer uit. Joline zou zo wel thuiskomen, en dan gingen we richting Arkel. Een dagje bij Margot, Gerben, Lot en Rogier. Het was redelijk weer, dus Mocca zou zich lekker kunnen uitleven in hun tuin en misschien het weiland er achter. Ik sloot af en liep met Mocca alvast naar beneden. Een rugzak bij me voor voer en een speeltje…
Beneden in de hal werd ik aangesproken door een echtpaar van middelbare leeftijd. “Goedemorgen… U bent toch meneer Jonkman?” “Dat klopt…” Ik stak een hand uit en maakte formeel kennis met ‘meneer en mevrouw Ozinga’. “Er is aanstaande dinsdag een vergadering van de VVE aangaande en conflict tussen u en mevrouw van Wijnbergen…”
Ik knikte. “Dat is deels correct; mevrouw van Wijnbergen heeft om de één of andere reden haar pijlen op mijn vrouw en mij gericht. Ik had tot voor kort geen conflict met haar, maar nu dus wel.”
Meneer knikte. “Wij willen u even laten weten dat wij aan uw kant staan, meneer Jonkman. Vorig jaar hadden wij ook een conflict met haar; mevrouw wilde dat wij onze kozijnen weer terug wit schilderden. Want de lichtblauwe kleur ‘stoorde haar’. We wonen naast haar; zij moet om bij de lift te komen, langs ons appartement. We hadden haar vriendelijk laten weten dat het óns appartement is met ónze kozijnen. En toen begon het gepest en getreiter. Deze dame zoekt telkens iemand anders als doelwit. Kijk uit.”
“Dank voor de waarschuwing meneer en mevrouw. Wellicht heeft deze dame nu het verkeerde slachtoffer uitgezocht; mijn echtgenote en ik laten ons niet terroriseren. Na die vergadering zou het me niets verwonderen als mevrouw zich een behoorlijke tijd rustig houdt; noch mijn vrouw, noch ik laten ons piepelen door iemand die denkt dat ze boven anderen uitstijgt en haar wil door wil drukken. Eén keer toegeven en je bent het haasje.”
De dame knikte. “De onderwerpen gaan ook nergens over óf ze heeft er niets mee te maken… We zien u en uw vrouw regelmatig in sportkleren lopen; gisteren ook weer. En ja, dan is het logisch dat je zweet. En dat ruik je. So what? En de wijze hoe u uw appartement heeft bekostigd: daar heeft zij niets mee te maken.”
Ik knikte. “Dat vinden wij ook. Maar goed, we zijn de beroerdsten niet: ik ga haar een tour aanbieden door ons XTC-laboratorium op de 9e verdieping.”
Ze schoten in de lach. “Dan sluiten wij wel aan! Lijkt ons wel interessant. Nou wij zien u dinsdagavond wel. Fijne dag!”
Ze gingen naar binnen en ik liet Mocca nog even plassen. Vijf minuten daarna kwam Joline aanrijden en die stapte uit. “Zo… stonden jullie al lang te wachten?” Gelegenheid voor antwoord kreeg ik niet: Mocca draaide zich in honderd bochten toen ze Joline zag. Met opgewonden piepjes en hoge blafjes trok hij me naar Joline toe. “Nounou… Wanneer ga jij zo gek doen als we elkaar weer zien, Kees?”
Ze zag mijn gezicht en snauwde: “Nee, ik hoef nu geen antwoord! Ik denk dat ik het al weet. Geef mij Mocca maar, dan gaan wij wel achterin zitten. Veel te lang geleden dat ik dit bruine loedertje geknuffeld heb…” Ze nam Mocca mee op de achterbank. “Kom jij maar eens bij Jolientje, Mocca…”
“Weet je dat zeker schat? Zijn poten zijn nogal smerig.” “Boejuh. Die jas borstel ik bij Lot en Mar wel even schoon. Nu is het quality-time met deze mooie hond!” Ik ging achter het stuur zitten en we reden weg. “En hoe beviel dat, schat? Zo’n zangdienst?” Een zucht klonk. “Op zich wel eens leuk, maar ik heb tegen Hendrik gezegd dat het volume wel wat minder kon. Ik had medelijden met de lui die voorin de kerk zaten, vlak voor die boxen.”
“Lang leve de volumeknop van de computer…” zei ik droog. “Zal ik een CD met wat marsmuziek opzetten?” “Niks ervan, Kees! Die CD-speler blijft uit!” Even later, voorbij Batadorp keek ik in de binnenspiegel: Mocca lag heerlijk te slapen bij Joline op schoot. En zij zat ook met haar ogen dicht. Prima… Die weken Roemenië hadden er bij haar toch wel ingehakt! Ik zette de cruisecontrol op 95 en rustig reden we noordwaarts. Het was lekker rustig op de weg, dus hoefde ik weinig te versnellen of te vertragen. Bij Deil minderde ik wat snelheid om de bocht kalm te nemen, om daarna, op de A15 weer met 95 door te tuffen.
Bij de afrit Arkel maakte ik het stelletje achterin wakker. “Hé slaapzakjes! Wakker worden, zo dadelijk rijden we weer over de Lingedijk met zijn scherpe bochten en door Arkel met verkeersdrempels. Ik wil geen klachten horen!” “Zijn we dáár al?” klonk het slaperige antwoord. “Ja schoonheid. Ik heb netjes en gelijkmatig gereden in deze koets. Om te voorkomen dat mijn prinsesje haar glazen muiltje verliest…” Tien minuten later reden we de oprit op en stapten uit.
Mocca moest natuurlijk uitgebreid snuffelen, maar begon te kwispelen toen hij Lot en Rogier zag. “Hé mooie hond! Mocht jij mee?” Rogier ging door de knieën en Mocca liet zich lekker aanhalen. “Nou, ik zie het al… Die is vrolijk!” Rogier grinnikte. “En hij wordt nog veel vrolijker: de ouders van Gerben zijn er ook. Met Blondie!” “Oh nee hé… Straks een compleet uitgeputte hond in de auto tillen…” mopperde ik. Binnen hoorden we een blaf en Mocca keek meteen op.
“Laat ‘m maar los, Kees. Die wil nu maar één ding: kijken waar die blaf vandaan kwam.” Ik maakte de lijn los. “Mocca: release!” In één sprint schoot hij naar binnen en twee seconden later hoorden we hevig blaffen. “Nou, dat is feest binnen… Hoi Kees, kom er in. Joline hebben we al in de kerk gezien.” Ín de huiskamer zagen we twee honden die nogal hevig aan het stoeien waren. Blondie was groter dan Mocca, maar Mocca was sneller. Hoe dan ook: ze waren wel aan elkaar gewaagd. “Zullen we aan de eettafel gaan zitten? De lage tafel in de voorkamer is nu een beetje link met die twee zwiepende staarten…” Margot was praktisch.
We trokken er wat tuinstoelen bij en even later zaten we met z’n achten rond de grote tafel. “En… Hoe bevalt het om gastgezin te zijn? Joline?” Die knikte naar mij. “Kees heeft meer ervaring. Wel vier dagen…” Ik grinnikte. “Mocca is bepaald geen blok aan het been. Hij gehoorzaamt prima, is heel sociaal naar anderen toe en als wij zeggen dat hij moet zitten of liggen, doet hij dat keurig en heb je geen last van ’m. Prima hond. En hij was vanaf de eerste seconde helemaal gek van Jolien. Ik mocht haar op het vliegveld nog nét een knuffel geven, daarna eiste meneer de aandacht op. Joline is, volgens Mocca ten minste, duidelijk de leidster van de roedel. Ik bengel er een beetje bij, zeg maar.”
Margot giebelde. “Dat wisten wij al lang, Kees. Maar wij zijn nette meisjes; we hebben dat nog niet zo overduidelijk laten blijken als Mocca nu blijkbaar doet… AU!”
Ik trapte even op haar voet. “Volgens mij ben jij vergeten hoe mijn voetjes voelen als die, per ongeluk natuurlijk, op de jouwe terechtkomen, Margot.” Ze wreef. “Wacht maar. Anders haal ik mijn vriendje en die gaat je mores leren!” Ik keek Gerben aan en die schudde zijn hoofd. “Ik kijk wel uit, Margot. Dan word ik uit Kees z’n team geflikkerd en moet ik bij Miranda en André aanschuiven. De hele dag in de geur van vlierbesthee en de stank van pindakaas? Echt niet.”
“Zo. De verhoudingen zijn weer even duidelijk…” Peter, de vader van Gerben grinnikte. “Maar als mijn zoontje niet voor je opkomt Margot: dan doe ik het wel hoor. Voor zo’n lieve aanstaande schoondochter… Kees, hou je poten thuis!” Margot sloeg een arm om hem heen. “Dank je wel, lief aanstaand schoonvadertje van me…” Ze gaf hem een knuffel. Ik keek snel naar Rogier: hoe zou die zijn onder dit spelletje? Maar Rogier zat breeduit te lachen; die kon dit wel waarderen. Mooi…
Ondertussen waren Mocca en Blondie enigszins gekalmeerd en lagen tegenover elkaar wat uit te hijgen, tongen uit de bekken. We kletsten wat over de honden, tot Charlotte vroeg: “Wat is er nou aan de hand in Veldhoven, Joline? Waarom de vergadering van de VVE? Jullie hadden toch alleen maar een conflict met die dikke trol? Wat heeft de VVE er dan mee te maken?” Anna van Wiers keek op. “Wat zeg je nou? Dikke trol? Lót! Dat zeg je toch niet?”
Toen lachte ze. “Jullie waren nette meisjes, hoorden we nog geen vijf minuten geleden…” Joline legde uit wat er aan de hand was en Anna en Peter keken ontsteld. “Wat is dat voor een vrouw? Dat gaat toch alle perken te buiten? ‘De Rijdende Rechter’ zou er korte metten mee maken!” Joline giebelde. “Daarom nemen wij ook onze rijdende Meester in de Rechten mee. Onze collega Angelique, juridisch medewerker van DT en een hele goeie vriendin van ons. Ook lid van onze vriendenclub. Die zit, as we speak, nu in wat wetboeken, de statuten en het huishoudelijk reglement van de VVE te grasduinen. En deze twee jongedames gaan vertellen waarom ze bij ons kwamen wonen.”
En met een waarschuwende blik op Lot en Mar: “En jullie houden het fatsoenlijk! Jullie zijn nette meisjes, denk er aan!” “Ja juf Jo…” mompelde Charlotte. Bij Margot meende ik een piepklein, spottend trekje om haar mond te zien toen ook zij braaf knikte. Het krengetje…
Met de koffie op gingen we naar buiten. Wel met jassen aan; het woei en het was frisjes buiten. De honden vonden het prachtig; die renden en dolden achter elkaar en een balletje aan. Kwispelende staarten, af en toe een blaf, maar die hadden de grootste lol met elkaar.
Anna zei: “Volgende week is er plaats in Herpen. Dan gaat Blondie bij ons weg. Jammer, want het is een schat van een hond, maar ze moet dingen leren om mensen te helpen. Waarschijnlijk wordt ze opgeleid tot ADL hond. Ze is best sterk en apporteren vindt ze prachtig, kijk maar.” Ze haalde een speeltje uit haar zak. “Blondie… Hierrr! Meteen liet de hond Mocca met rust en kwam naar haar toe. “Zie je? Meteen komen, ondanks dat ze lekker aan het spelen is. Brave hond hoor!”
Ze gooide het speeltje weg. En de hond stoof er achteraan. En bracht het ding, een stoffen pop, netjes terug. “Blondie: drop it.” De hond legde het speeltje netjes in haar hand en liet los. “Goed zo!” Een brokje volgde. Dat vond Mocca ook wel interessant en toen Anna het speeltje weer gooide ging ook Mocca er achteraan. Daar vond Blondie wat van: met een grauw liet ze Mocca weten dat het háár speeltje was. En Mocca? Die ging zitten, duidelijk wat verwonderd. “Mocca… Hierrr!” Joline riep de hond bij zich. “Zit.” Toen Anna het speeltje weer gooide kwam Mocca ook overeind, maar Joline zei duidelijk: “Mocca: Nee! Zit.” En met wat tegenzin ging de hond weer zitten. “Goed zo…” Ook hij kreeg een beloning.
Na een tijdje zei Margot: “Mensen… die honden rennen lekker en zo, maar wij staan de hele tijd. Ik krijg het een beetje frisjes. Zullen we een stuk wandelen?” Charlotte kwam op een beter idee. “We rijden even naar de manege! Even kijken hoe het met Bella is…” Joline stak een duim op. “Goed plan. Ik wil die mooie paarden ook weer eens zien.” Met twee auto’s reden we naar de manege. De meeste paarden stonden in de wei. Lot floot en riep: “Bellaaa!” En Margot riep Grey. Beide paarden hinnikten en kwamen in draf naar ons toe. “Nou nou… Die zijn ook blij om jullie te zien, meiden…”
Vinger, hand… “Vijf keer, Kees. En ja, hier in het zand! Je bent toch zo’n lompe zandhaas? Bewijs dat dan maar eens!” Lot klonk streng. Ondertussen legde Joline uit waarom en Anna lachte naar Peter. “Voor jou ook wel eens goed, kereltje. Af en toe is jouw taal ook niet helemaal zoals het hoort.” Die haalde de schouders op. “Vijf keer maar? Na een dagje opperen stelt dat niks voor.” Ik keek hem aan. “Ik dacht dat jij de directeur was. En nu heb je het over opperen?”
Hij knikte. “Soms helpt meneer de directeur ook even mee. Mijn jongens laat ik het metselwerk doen, die zijn daar veel beter in dan ik, dus dan ga ik maar opperen. Mooie afwisseling voor het bureauwerk en zo hou je ten minste nog feeling met je vak.” Ik stak een duim op.
“Geen uitstelgedrag, Kees! Plat en aan ’t werk!” Margot klonk streng en ik ging zuchtend op m’n buik in het zand liggen. Mocca en Blondie vonden dat wel interessant en besnuffelden me. En even later werd mijn gezicht hevig afgelikt. “Nou, ik hoef me vanavond niet meer te wassen, dat scheelt weer…”
Joline keek smerig. “Echt wel! Wie weet waar die honden net aan hebben lopen likken!” “Aan mijn wangen, schat. Dezelfde wangen die jij vanochtend uitgebreid hebt zitten zoenen. Maar daarom wilden zij er waarschijnlijk zo graag aan likken. Bij jou krijgt Mocca de kans niet, want ook jij bent een net meisje. Toch?” Joline zuchtte en wendde zich tot Anna. “Er zijn moment waarop ik me afvraag waarom ik in hemelsnaam met hem getrouwd ben…”
Anna knikte meelevend. “Snap ik. Op andere momenten herinner je je het weer… Maar daar ga je nu niet over uitweiden, want je was toch een net meisje?” Ze keek onschuldig, Joline werd knalrood en wij gierden van het lachen. “Zo! Die heb je te pakken, schat. Prima Anna!”
Ondertussen maakten de paarden kennis met de honden. Mocca was best onder de indruk: die ging op een meter afstand van de omheining zitten. Koppie scheef, oren gespitst en hij bekeek de zwarte en grote Bella met interesse. Blondie vond Grey wel aardig en beide dieren snuffelden aan elkaar. Bella boog zijn hoofd en kwam zo dicht als mogelijk bij Mocca. “Mocca… Toe maar! Ga maar kijken!” Joline ging vlakbij Bella op haar hurken zitten en lokte de hond. “Kijk eens…” Ze aaide Bella over de neus. Toen vond Mocca het blijkbaar ook veilig en deed een paar stapjes naar voren. Neus aan neus met Bella. Die op zo’n korte afstand best imposant was: het was een groot paard.
Totdat Bella plotseling begon te hinniken: Mocca schóót achteruit, duidelijk geschrokken. “Niks aan de hand Mocca… Kom maar weer.” Joline lokte hem met een brokje en aarzelend kwam de hond dichterbij. Om even later Bella over de neus te likken. “Goed zo Mocca. Brave hond, hoor!” Margot was ondertussen even de stal ingelopen en kwam terug met wat wortels. “Zo. Even de paardjes verwennen…”
Een dubbele hinnik was het gevolg toen de paarden de wortels zagen. Mocca schrok weer even, maar toen hij zag dat er iets te eten viel, bleef hij bij Margot in de buurt, net als Blondie. “Vreetzakken…” Ze brak een forse wortel in tweeën gaf die aan de honden. “Zo. Daar zijn jullie wel even zoet mee. Nu de paarden.” Die maakten korte metten met de wortels: een paar keer kauwen en ze waren verdwenen. De andere paarden kwamen natuurlijk ook op de wortels af, maar toen waren ze op. En uiteindelijk stonden er tien paarden voor het draad, allemaal bedelend om voer. Na een half uurtje hadden we het wel gezien. De paarden ook, want die drentelden weer terug de wei in.
“Kom, dames en heren. Terug naar huis, want ik heb trek in iets warms.” Rogier nam de leiding. Anna en Peter kondigden aan dat zij weer richting Tiel gingen en namen afscheid.
Dus zaten we even later weer met z’n zessen plus Mocca in het huis net buiten Arkel. “Kees… We hebben bijna alle ingrediënten voor nasi in huis…” Margot keek me lief aan en ik zuchtte. “Is het weer zover? Voordat ik ja zeg: welk ingrediënt hebben jullie niét in huis?” Margot glimlachte. “Die sambal van je. Wel een potje sambal Oelek, maar dat is niet te vergelijken, geloof ik.” “Nee. Dat is de echte Hollandse pindakaas vergelijken met die Amerikaanse ‘Peanut Butter’. Niet te hachelen, dat spul. Nou ja, dan maar nasi zonder sambal…” “Ja, allemaal leuk en aardig zonder die sambal van Kees, maar ik had trek in iets warms!”
Rogier stond in de keuken. “Wie wil er, net als ik wat warms drinken?” Collectief werd er voor warme chocolademelk gekozen en die stond een aantal minuten later voor ons, inclusief een dot slagroom op een bord midden op tafel. Een bord waar Mocca bijzonder nieuwsgierig naar was. Joline moest hem van tafel terugtrekken, anders had het beest een lik genomen.
“Wacht maar”, zei Gerben. “Ik weet wel iets om hem bezig te houden.” Hij haalde een vinger door de slagroom en smeerde dat op de neus van de hond. “Zo. Nu hebben we Mocca met slagroom.” Joline keek verwijtend. “Gerben! Dat kan niet! Zo werk je bedelen in de hand!”
Gerben schudde zijn hoofd. “Nee hoor. Dat hondebeest heeft de komende minuten alleen nog aandacht voor zijn neus. Kijk maar.” En jawel: Mocca deed verwoede pogingen om dat lekkere spul van zijn neus te likken.
En er kwam een enorm eind tong tevoorschijn! Ik keek Gerben en Rogier aan en we moesten collectief grinniken, wat onderzoekende blikken van de dames opleverde. Joline had het het eerst door. “Jullie zijn alle drie smeerlappen! Meiden: roep die kerels van jullie tot de orde, die zitten hele vieze dingen te bedenken.”
Lot en Mar keken naar ons en waar we heen keken en schoten in de lach. “Hmmm… Dat lijkt me wel wat, Rogier… Kun jij dat ook?” En Margot maakte het nog bonter. “Laat nog wat slagroom over, dames en heren. Ik weet daar wel een geschikt plekje voor…” Gerben gniffelde. “Lijkt me wel lekker, een beetje slagroom op de late avond, schoonheid…”
Joline greep Mocca bij zijn tuig, veegde de slagroom van zijn neus en hield haar vinger voor zijn bek. En die werd enthousiast afgelikt. “Zo. Klaar. Einde tongwerk. Zijn jullie helemaal gek geworden…” Ze keek bijna boos. Toen de drankjes op waren verdween ik in de keuken. Rogier hielp me en dat was wel prettig in een voor mij toch wel vreemde keuken. Maar een uurtje later stond er een mooie nasi op tafel met bijna alle dingetjes die erbij hoorden: kroepoek, verse satéh, dus niet uit een pakje, pindasaus, een gebakken eitje voor iedereen… En na een ogenblik stilte zaten we lekker te eten.
Het was vrij stil aan tafel; teken dat het goed smaakte. Toen iedereen verzadigd was maakte Lot koffie en ruimden Gerben en Margot de vaat in de machine. Het grotere spul, schalen en pannen had Joline tijdens het koken al afgewassen en opgeruimd.
En tijdens de koffie zei Joline plotseling: “Oh jongens… Jullie moeten niet gek opkijken als wij ergens deze week in een lichtgrijze Volvo in Gorinchem aankomen…” Vier verbaasde gezichten, totdat Rogier kalm zei: “Kees, ik begrijp dat je na twee weken geen Joline wat zaad over had, maar om je auto nou in spermakleur te spuiten… Is dat niet een tikkeltje overdreven?” Het was een seconde doodstil, toen barstte een kakofonie aan lawaai los.
“Ben jij helemaal gek geworden, meneer van der Vlist?” Dat was Joline.
Lot zei niets, maar timmerde Rogier met een dienblad op zijn kop.
Margot gilde: “Gétver… Smeerlap dat je daar bent!”
Toen dat lawaai wat was weggetrokken zei Gerben uiterst rustig: “Nou ja… Het is wel makkelijk. Wat schade van steenslag of zo is simpel weg te werken. Auto in de garage zetten, deur dicht, een leuke foto van Jolien…”
Hem werd de mond gesnoerd door Margot. “Begin jij nou ook al? Vieze, vuile aan seks verslaafde idioot…” Een klap met een tijdschrift volgde. “Nou tot zover een poging om het verhaal van een andere auto te vertellen… Gesmoord in de nogal smerige fantasieën van Rogier en Gerben. Dank jullie wel, vrienden.”
Margot snoof. “Joline, begin eens opnieuw. Ik ben totaal kwijt waar het over ging.” Joline zuchtte en keek de andere heren aan. “Jullie houden voorlopig je mond!” Gerben grijnsde. “Zeker, juf Jo.” En Rogier vulde aan: “Ik zal m’n tong binnenboord houden.” Joline zuchtte. “Waarom hebben jullie verkering met die twee kansloze types? Goed… Een lichtgrijze auto dus…” Ze vertelde van ons gesprek met Harold en eindigde met: “… en we wilden jullie eerst meenemen voor de onderhandelingen, maar het bleek dat dodehoek-verklikkers op zo’n V90 standaard zijn.” Ze lachten. “Jammer”, zei Margot met een ondeugende lach op haar gezicht. “Ik had graag weer eens zo’n autoverkoper in een economische hoek gedreven…”
Ik keek streng. “Niks ervan! Die autoverkoper is niet alleen de eigenaar van een aardig lopend autobedrijf, maar ook de voorzitter van onze schietvereniging. Ik wil graag op een normale manier met hem zaken doen, zodat we niet het risico lopen om op een gegeven moment met geladen buksen tegenover elkaar te staan.”
Rogier keek nadenkend. “Kijk uit dat je geen kat-in-de-zak koopt, Kees. Dat het stiekem tóch een schade-auto is of zo.” “Ik heb ondertussen mijn huiswerk gedaan, maat. Maar dank je wel. En ik wil een gesprekje met de eerste eigenaar, voordat ik het ding koop. Waarschijnlijk wordt hij de bestemming van de proefrit; hij woont in Maarheeze. Dan kan ik een stuk snelweg rijden en een stuk binnendoor; dan weet ik wel hoe de auto rijdt.” H
ij knikte. “Goed plan. Maar… heb jij het adres van die eigenaar dan? Dan kun je toch, zónder dat die garage er tussen zit, zaken doen?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Ten eerste vind ik dat niet fair ten opzichte van Harold en ten tweede: de vorige eigenaar heeft de auto al verkocht aan de garage.” Ik keek even gemeen. “Dus als ik de onderhandelingen in ga, wéét ik hoeveel de auto heeft gekost…” Een kuchje bracht me met de voeten op aarde.
“Pardon, geliefde echtgenote. Het moet natuurlijk zijn: ‘Dus als wij de onderhandelingen ingaan, weten wij hoeveel de auto heeft gekost.’ Neem mij het op de solo-toer gaan niet kwalijk.” Joline keek plotseling bijzonder ondeugend. “Dat ‘op de solo-toer gaan’ doe je straks maar in je garagebox, Kees Jonkman. Met een leuke foto van mij in de hand, als je wat lakschade moet herstellen.” Nu was ik het die stuk zat. “En jij bent een net meisje? Hahaha… Écht niet meer, Joline Jonkman – ooit Boogers.” Ze wees op Rogier en Gerben. “Wat zij kunnen, kan ik ook hoor.”
“Nou… Daar zijn de medici het nog niet over eens, Jolien…” Rogier keek haar onderzoekend aan. “Of heb jij je enigszins om laten bouwen en ben je stiekem tóch een vent? Ik neem aan dat Kees dat ondertussen wel uitgebreid onderzocht heeft… Kees?” “Ik zal je de details besparen, maar… Joline is geen vent. Trouwens: Lot en Mar kunnen daar ook iets over zeggen.” Die lachten liefjes. “What happens in the bedroom, stays in the bedroom, meneer van der Vlist…” Joline zuchtte. “Ga er maar van uit dat ik, op het gebied van smerige grappen en grollen, jullie nog wel een paar keer zal verrassen, kereltjes. Desnoods op jullie gemeenschappelijke trouwdag!” De laatste zin snauwde ze bijna en we schoten in de lach. J
oline keek op haar horloge. “Kom, geliefde echtgenoot. Wij moeten nog een uurtje sturen. We gaan eens richting Veldhoven. Deze kleine jongeman moet ook op tijd in z’n mandje liggen.” Ze wees op Mocca die heerlijk lag te slapen. Waarschijnlijk best moe na alle indrukken van vandaag.
We namen afscheid en na wat geslinger door Arkel zaten we weer op de bekende snelweg. “De volgende keer kunnen we beter via Hoogblokland, dan de A27 en dan bij knooppunt Gorinchem de A15 pakken, Kees. Gaat waarschijnlijk sneller.” “Buiten de spits om inderdaad. Tijdens de spits… Ik vraag het me af. Maar we proberen het wel een keertje.” Ze knikte. “En nu gaat dit meisje weer eens een tukje doen. Samen met Mocca, maar die ligt achterin al te ronken. Wie weet moet ik me vanavond omkleden… Dan moet ik wel een beetje fit zijn…” Ze knipoogde.
De rest van de rit maakte ze niet mee; ik zat met twee snurkende individuen opgescheept. En moest er weer wakker blijven? Jawel… sergeant Jonkman. Alsof ik weer terug was in Afghanistan, verdorie. Nou ja, daar reed ik niet met 120 kilometer per uur in een best wel comfortabele auto over een goed onderhouden wegennet.
Als je geluk had reed je daar in een Bushmaster over een gravelpad met links en rechts de dreiging van bermbommen. En als je pech had, moest je lopen. Met al je bagage en eten voor een week op je nek… En Fred met een aantal studieboeken voor de rustige momentjes die nooit kwamen omdat die klootzak van een groepscommandant altijd wel iets verzon waardoor een rustig momentje erbij in schoot.
Ik grinnikte. Die toespraak richting Marion zou nog wel eens terug kunnen komen op de bruiloft van André en Marion.
Hoe vlogen mijn gedachten hier naar toe?
Oh ja, rijcomfort en zo. Zou het veel uitmaken, een XC70 of een V90? ten slotte was de V90 de opvolger van de V70. Zelfde onderstel, nieuwere techniek, nieuwere motor. Helaas niet meer die heerlijke 5 cylinder die nu zachtjes onder mijn motorkap bromde, maar ‘slechts’ een 4 cylinder. Oké, met een dubbele turbo en een mooie automaat, maar de souplesse en de kracht van de huidige motor…
Volvo zou wel héél goed uit de hoek moeten komen om dat te evenaren. En dat was meteen het nadeel van die nieuwe, ‘geblazen’ motoren: veel power uit een beperkt aantal cc’s. En natuurlijk: een verbrandingsmotor zou véél efficiënter kúnnen zijn; neem de wankelmotor: een prachtig staaltje engineering.
Waar een ‘gewone’ brandstofmotor de op- en neergaande bewegingen van de zuigers moest omzetten in een rotatiebeweging, hoefde dat bij de wankelmotor niet: die draaide zelf al. Het enige wat moest gebeuren was die draaiende beweging netjes en met de juiste vertragingen overbrengen op de wielen. Een efficiëntiewinst van meer dan 100%! Maar het ding bleek toch op punten onbetrouwbaar te zijn. Helaas. Als men het idee nu opnieuw zou uitwerken, zou het wel eens een kassucces kunnen worden, omdat een aantal problemen nu middels computertechniek uit het systeem gehaald konden worden… Maar ja, zie daar maar eens financiën voor bij elkaar te schrapen...
Al peinzend naderden we Veldhoven en maakte ik Joline wakker. Auto in de garagebox , Mocca nog even uitlaten, dan hoefde dat niet meer als we gingen slapen en naar boven. “Nog een bakje koffie, Kees? Jij hebt ten slotte gereden…” “Nee dank je wel, Jolien. Nu nog koffie houdt in straks niet slapen.” Ze glimlachte. “Daar heb ik wel iets voor, hoor. Eén momentje wachten.” Ze verdween in de slaapkamer. Hmmm… dat was een belofte.
Ik keek op m’n horloge: tien voor negen. Prima, bijna bedtijd. Als ze me in bed wilde hebben wat het er goeie tijd voor. Ik legde Mocca z’n kleedje in de hoek van de kamer. “Mocca: go to bed.” De hond liep er naar toe, ging liggen en krulde zich op. Prima, die was, ondanks zijn slaapje in de auto, best wel moe. Ik sloot af en liep de slaapkamer in. “Ik kom er bij, schat. Geen koffie, dan slaap ik goed.”
Joline trok nét een kort jurkje aan. “Slapen? Pas als ik met je klaar ben, Kees. Uitkleden en bij je vrouw op bed komen. Ik heb zin in jou.” Ze lachte lief en weer bekeek ik haar even. Lang, slank, nu een leuk onderjurkje aan waar haar mooie benen onderuit staken… En een prachtig gezicht omlijst met haar blonde haren. Haren die nu los hingen, maar wel met een mooie slag er in.
“Ik heb zin in jou, schoonheid…” Ik kuste haar zachtjes. “Kom op dan! Uitkleden en bij me in bed komen!” Ze keek me van vlakbij aan. “Ik wil met je vrijen, Kees. Jouw harde paal in me voelen dringen…” Weer een zoen, toen maakte ik me los en kleedde me razendsnel uit. “Kom, liefste…” Joline lag op bed, één hand tussen haar benen, de andere trok aan een tepel. “Ben je jezelf aan het voorbereiden, schoonheid?” Ze kreunde. “Ja! Ik wil dat je in één keer in me dringt… Ik ben er… nat genoeg voor!” Ik hoorde het: zachte, soppende geluidjes kwamen onder haar jurkje vandaan.
Ze ging op haar knieën zitten en boog zich voorover. “In één keer, Kees… Hard en diep! Neuk me, ik sta op springen!” Ik trok haar tegen me aan en leidde mijn paal naar haar poesje. Ik rook haar al en mijn lichaam reageerde daar meteen op. “Ben je er klaar voor, meisje?” Ze kreunde. “Al een paar minuten! Kom op, naai je meisje!” Ik drong bij haar binnen en ze kwam wat omhoog.
“Ahhh…. Die wilde ik hebben… Nu lekker stevig neuken, schatje. Laat me genieten!” Diep drong ik in haar door. En weer terug… en weer diep… Ik zoog op een oorlelletje, fluisterde geile woordjes en liefkoosde haar borsten. En Joline duwde zich tegen me aan en streelde mij weer. “Heerlijk… Kun je mijn benen zien, Kees? Mijn mooie benen, helemaal voor jou?”
“Natuurlijk geile meid. Vanaf dat ik hier binnenkwam al… Die lange benen van jou, waarmee je me helemaal gek maakt…” “Lekker geil, met die nylons? Ik weet dat jij dat geil vindt, schatje… En daar maak ik gebruik van om je in mijn bed te lokken… Ahhh… Nóg een keer, Kees… Nog een keer zo diep, dan….” Ik stootte nu hard in haar en ik voelde hoe haar warme, natte poesje kneep. En nog eens… Ze trilde nu en dat trillen ging over in schokken toen ze klaar kwam.
“Jij ook, liefste! Jij nu ook! Ik wil je voelen klaarkomen! Please….” Ze masseerde me met haar inwendige spiertjes en ik was reddeloos verloren. Hárd kwam ik, diep in haar, klaar en Joline gilde. “Lekker! Lekker diep… Ik voel je helemaal, schat! Zo heerlijk…” En ik voelde haar: warm, nat, één bewegend en zuigend plekje waar ik in klaar mocht komen… Even bleven we samengesmolten zitten, toen trok ik me langzaam uit haar.
En Joline plofte op haar buik op bed, hijgend. “Heerlijke vrouw van me… Jij kunt me binnen een paar seconden helemaal gek maken…” Ze keek me van vlakbij aan. “Ja, dat weet ik. En daar maak ik onbeschaamd misbruik van. Om jou lekker in me te voelen. Klaar te komen met jouw harde paal diep in mijn kletsnatte poes…”
Een lange zoen volgde, toen zei ze: “Kom. Even snel douchen en dan slapen.” En met een ondeugende trekje om haar mond: “Lekker tegen mijn autospuiter aan…” Ik schoot in de lach. “Rare trut… Kóm!” Samen douchten we kort. “Geen kouwe plens nu, Kees. Slapen doen we toch wel…” Ik legde haar hand op de mengkraan. “It’s all yours, milady.” Tien minuten later lagen we weer in bed en kroelde Joline tegen me aan. “Tot zover de laatste twee magazijnen van de firma Jonkman & Co. Morgen moet je de productie maar weer hard aan het werk zetten, meneer!” “Ik zal de betreffende afdelingschef opdracht er voor geven, mevrouw. Maar ik moet u wel zeggen: met een beetje pech gaat de helft van de productie straks wél naar de autospuiterij.” Een giechel volgde. “In je garagebox? Met een erotische foto van mij in je linkerhand? Dat wil ik zien… Volgens mij is de dagproductie nog niet genoeg om de linkerbuitenspiegel in carrosseriekleur te spuiten. Laat staan de motorkap of het dak.”
Ik kreunde. “En tegen die tijd heb ik de wereld aan foto’s van jou versleten, schatje.” Ze stompte me zachtjes. “Vies mannetje. Je doet het hier maar. En zonder foto’s. Véél lekkerder… En nu slapen. Morgen moeten we weer fris en fruitig in Gorinchem aankomen.” Een lange zoen… “Welterusten, mooie meid.” “Lekker slapen, lekkere vent.” We gingen ‘lepeltje-lepeltje’ liggen, Joline voor mij. En ik sliep binnen de minuut. Dacht ik.
De maandagochtend bevatte een prettig momentje. Op een gegeven ogenblik was ik met de Piraten in een discussie over een van de boorplatforms, toen Theo binnenkwam. “O shit. Gelazer. De directie komt zich op de werkvloer laten zien. Dat houdt in dat er óf pers in de buurt is, óf de firma op het punt staat om failliet te gaan. Of een combinatie van beide factoren.” Gerben keek spottend en Theo gromde. “Kijk jij uit, meneer van Wiers? Jij hebt nog steeds een tijdelijk contract, weet je nog? Net als je maatje van der Vlist. Dit soort opmerkingen zou de directie er wel eens van kunnen overtuigen dat dat contract tijdelijk blijft.”
“Gelukkig hebben beide heren een vast contract bij twee lieve dames, Theo. Daar kun zelfs jij niet aan frunniken.” Henk zei het met zijn zware noordelijke tongval en Theo moest grinniken. “Daar hou ik me dan ook verre van… Kees en Rogier: jullie kun los gaan. Ik kreeg net een telefoontje uit Nijmegen: ze hebben toestemming van het ministerie om met ons in zee te gaan. Ik krijg zo dadelijk een mail met een concept-contract; dat laat ik door Angelique scannen en als zij akkoord geeft gaat het getekend retour. Dus… zijn jullie er klaar voor?
We knikten. “De tekeningen liggen al een tijdje klaar. Nu is het een kwestie van overleggen en finetunen in samenspraak met de klant. Als zij tijd hebben, maken wij tijd, zo simpel ligt het, Theo.” “Mooi. Als die contracten getekend zijn en aangekomen in Nijmegen moeten jullie daar maar weer eens heen gaan, stel ik voor. Maar dit wilde ik jullie even persoonlijk vertellen, heren.” “Vertel het dan ook even net zo persoonlijk aan Jolien en Fred, Theo. Ook zij hebben hun aandeel geleverd.”
Ik keek Rogier aan. “Jij bent goed, makker…” Theo knikte waarderend. “Je hebt gelijk, Rogier. Stom van me, ik had hen er ook bij moeten halen. Ik ga nú naar ze toe.” Hij beende weg. Henk stak een duim op. “Jij begrijpt ondertussen hoe wij hier werken, Rogier. Prima.” Toen draaide hij zich naar Gerben om. “Jij blijkbaar nog niet helemaal, meneer van Wiers! Ga maar eens in de leer bij je aanstaande tweelingzwager, wie weet leer je wat van hem!”
Gerben keek zielig. “Ik hoor het alweer. Rogier alle lof krijgen en ik op m’n sodemieter… Ik ga maar voor een beetje troost naar Margot.” “Niks ervan! Jij blijft hier tot we gaan lopen, vriend. Als jij je troost gaat zoeken bij die bruine krullebol van je weet ik het wel weer: dan zijn we je weer twee uur kwijt. En Joline mist Margot ook voor twee uur. Hop, vier uur salaris naar de ratsmodee. Húp, aan ’t werk jij!”
Tussen de middag: lopen. En Mocca draafde weer keurig mee: zonder lijn, netjes naast Joline. “Mooi om dat te zien, Kees!” Fred wees naar Mocca. “Ja. De hond is helemaal verslingerd aan zijn blonde bazin.” Hij grijnsde. “Net als jij…” Ik kon alleen maar knikken.
Om kwart over twee: een telefoontje van Harold. “Hoi Kees. Hebben jullie al iets besloten? Ik zit een beetje op hete kolen…” “Ja, wij hebben besloten om eens te kijken of die V90 iets voor ons is. Maar: ik wil met de eerste eigenaar spreken én een stevige proefrit maken Harold.” “Logisch. Kunnen jullie vanmiddag dan langs komen? Dan krijg je van mij het adres van de 1e eigenaar én de sleutels van de auto. Dan kan je het combineren. En als de auto bevalt: over de prijs worden we het wel eens.”
Hmmm… Die uitspraak kende ik ondertussen wel. We spraken af dat Joline en ik rond vier uur bij hem zouden zijn. En daarmee liep ik naar Joline. Die keek op haar horloge. “Dan moeten we om drie uur weg, Kees. Hoe doen we dat met Zelda?” “Ik vraag Henry en Angelique wel of die haar een eind op weg helpen.” Dat was geen probleem. “Tenslotte eet ik morgen bij jullie, Kees. Henry zit morgen in Foxhol”, was het antwoord van Angelique. Dus… Om drie uur reden we bij DT weg en om vier uur stonden we bij Harold in z’n kantoor.
“Hallo Joline, hoi Kees. Jullie gaan een proefrit maken richting Maarheeze. Dit zijn de gegevens van de vorige eigenaar: hij weet dat jullie komen en je bent welkom. Vraag hem gerust het hemd van het lijf over de auto. Dat mag. Als ik van jou de sleutels van jouw auto mag, Kees, dan maak ik ook een proefrit in jullie auto en bekijk ‘m even wat beter. Oké?” “Prima Harold. Het boekje met alle papieren zit in het dashboardkastje.” Hij stak zijn duim op. “Moet ik nog wat uitleggen aan de auto of…?” “We komen er wel uit, Harold. Ehhh… hoe laat wil je dat we terug zijn?”
Hij keek. “Een uur of acht? Lukt dat?” Joline lachte lief. “We waren niet van plan om in Maarheeze te dineren, Harold.” Hij wiste denkbeeldig zweet van zijn voorhoofd. “Dank je wel…” Hij wees naar buiten. “Daar staat hij. Geniet er van!” Even later liep ik een rondje om een lichtgrijze Volvo V90. Lager op de poten dan de XC-70 en dat merkte je bij de instap. Mocca ging achterin, op z’n eigen kleedje. Even snuffelen, toen draaide hij zich op z’n buik. Kop op de poten… Die vond het wel best. We stapten in. Het interieur: roomwit leer. Heel anders dan het donkere leer van mijn auto. Oké, het instrumentarium was grotendeels digitaal. Een groot ‘infotainmentscherm’ in het midden, wat tot leven kwam toen ik de knop op de middenconsole op ‘start’ duwde. Snel scrollde ik door wat menu’s heen. Ja, logisch dat je in de war raakte als je geen digitale systemen gewend bent…
De primaire functies werden gelukkig met ‘hardware’ bediend, alleen zaten die knoppen voornamelijk op het stuur en op de twee hendels voor richtingaanwijzer en ruitenwissers. De ‘pook was kleiner, de handrem zat ook op de middenconsole, evenals de ‘hillhold’. Wat was dát dan in vredesnaam? Oh, wacht even: een soort rem die assisteerde bij een hellingproef waarschijnlijk. Twee pedalen: logisch het was een automaat. “Nou, laten we dit ‘Starship Enterprise’ maar eens laten opstijgen, schat.”
Ik zette de stoel in een voor mij comfortabele stand en Joline deed hetzelfde. Toen: starten. Ook de startknop zat in de middenconsole. Ook even wennen. Het geluid viel me alleszins mee. De diesel in de XC-70 maakte stationair meer geluid. Pook in de ‘D’ van ‘Drive’ en we reden rustig weg. Joline keek nieuwsgierig hoe het allemaal werkte en er uit zag. En toen we op de rondweg rond Eindhoven reden zei ze: “Jammer dat we gisteren gevreeën hebben, Kees. Als je nu lakschade maakt, heb je wellicht wat moeite om de lak bij te spuiten.”
Ik moest lachen. “Wat ben jij ook… Nou ja, gelukkig heb ik wat foto’s van je op mijn telefoon. Daarmee zal het ook wel lukken, schat. En anders trek je je rokje maar wat op.” “Niks ervan! Ik in m’n bijna naakte poes op de vangrail zitten omdat meneer Jonkman z’n nieuwe auto even moet bijspuiten? Wat dacht je zelf?” We gniffelden als een stel pubers.
Ondertussen reden we naar het zuiden en met een blik in de achteruitkijkspiegel trapte in het gaspedaal even diep in. Je hoorde de turbo’s bijspringen en de auto trok snel op naar de 140. “Zo kan hij wel weer, Kees. Geen trek er in dat Harold je een boete onder je neus drukt, over een paar dagen.” “Ik wilde even de acceleratie testen, schat. En of de turbo goed werkt. Nou, volgens mij is daar niks mis mee.” “Je gaat maar een stukje in Duitsland rijden als je daar zin in hebt”, klonk naast me.
Eerder dan we dachten stonden we voor de deur van de eerste eigenaar in Maarheeze. Die stelde zich voor als Hans van der Velde. Een man van een jaar of zeventig. “Mag deze bruine biobak mee naar binnen? Hij heet Mocca en kan zich keurig gedragen.” “Ja hoor, kom verder… Koffie?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee, dank u wel. Niet om onbeleefd te zijn, maar we willen Harold niet tot negen uur vanavond laten wachten…” Heel even ging het gesprek over onbenulligheden, toen kwam ik ter zake.
“Meneer van der Velde: u heeft een hele mooie auto…” Hij onderbrak me. “Ik hád een hele mooie auto. Maar ik heb ‘m weer terug verkocht aan Harold, voor een voor hem bijzonder nette prijs, op voorwaarde dat hij z’n best zou doen om een nette V-70 of XC-70 voor mij op de kop te tikken. Ik werd helemaal tureluurs van al die digitale onzin. Kan ik niet mee omgaan. Bij elke scheet die je laat begint er wel iets te gillen dat het gevaarlijk is of zo… Ik werd er op den duur knettergek van. Ik heb wat autistische trekjes en dat speelt me dan parten. Ik wil een auto die gewoon doet wat ik wil en me niet de les leest. Dat deed mijn vrouw al genoeg.”
Joline glimlachte. “Ja, daar heb ik beeld bij… En uw vrouw? Is zij…” “Mijn vrouw is twee jaar geleden helaas overleden, mevrouw.” Joline schrok. “Sorry. Dat kon ik natuurlijk niet weten.” Hij knikte. “Is niet erg. Wij hadden een prima huwelijk tot het eind. En we hebben samen besloten dat ze niet onnodig wilde lijden. En dat is gelukt en daar ben ik bijzonder blij om. Ondanks dat het wel héél stil werd in huis.
Ik kocht deze auto wellicht ook als een stuk compensatie, afleiding, noem maar op, maar ik had er na een paar maanden al spijt van. Maar ik had ‘m nodig; werkte nog aan een laatste klus voor mijn pensioen.
Toen ik daarmee klaar was begon de twijfel pas écht toe te slaan en uiteindelijk heb ik de knoop doorgehakt: terug naar de ’70-serie’. En ik hoorde van Harold dat uw auto een geschikte kandidaat zou zijn. U rijdt netjes, laat de auto op tijd onderhouden… U bent de eerste eigenaar?” “Nee. De tweede. Ik heb ‘m ruim twee jaar terug gekocht van iemand uit het Westland. Oók een nette vent, zoals ik…” Joline proestte even “…die de auto niet afgejakkerd heeft.”
Ik boog me voorover. “Meneer van der Velde…: ik heb nu uw vorige auto bij me. En ik overweeg om die van Harold te kopen. Maar van de beslisfactoren in deze is: heeft u ooit schade gereden met de auto?” Hij schudde het hoofd. “Nee. Hoewel het soms weinig scheelde als ik weer eens ruzie had met die digitale ellende. En ik kan wel raden naar een andere beslisfactor: de prijs. Ik wilde van deze auto af. Ik heb nooit een hekel gehad aan auto’s, integendeel.
En al helemaal niet aan Volvo’s. Heerlijke auto’s. Ik heb nog een ‘Tank’ oftewel de 740 Turbo gehad en die heb ik helemaal opgereden, bijna tot het niet meer verantwoord was. Met heel veel pijn in het hart bij een autosloper neergezet. Na ruim een miljoen kilometer. Maar deze auto… Ik kan er niet mee omgaan. Ik wil fysieke knoppen onder mijn vingers voelen, geen beeldschermen. Vandaar. Dus ik heb ‘m voor een spotprijs verkocht: 20.000 euro. Op voorwaarde dat Harold voor mij een goeie, betrouwbare V of XC70 zou regelen. En dan zou ik niets hoeven bij te betalen. En zaterdagavond belde hij me op dat hij misschien een goeie kandidaat had.” Hij glimlachte even. “Maar hij moest hem nog overtuigen. Hij zei letterlijk: ‘Deze vent is best verknocht aan zijn XC70.’
Meneer Jonkman, even op de man af: waarom wilt u de auto kwijt?” Ik dacht even na over een goed antwoord. “U bent eerlijk tegen mij, ik zal ook eerlijk tegen u zijn. Mijn auto heeft nu ruim drie ton gelopen. Ik had het voornemen om hem bij vier ton van de hand te doen. Dan loop je toch de kans dat er vervelende mankementen de kop opsteken.
Dus toen Harold mij zaterdag benaderde, hebben mijn vrouw en ik zitten rekenen en zijn uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat het weliswaar wat vroeger was dan gepland en dat een V90 ook niet de auto was die we als vervanger op het oog hadden, maar we besloten dat, als de auto ons zou bevallen en de prijs en toestand van de auto naar onze zin waren, we het zouden doen.
Maar: de distributieketting moet vervangen worden, de banden voldoen nog steeds aan de wettelijke normen, maar met name de voorbanden zitten er niet zo ver meer van af, zag ik een week terug… Kortom: de auto is toe aan groot onderhoud.” Hij grinnikte. “Eén van de voorwaarden die ik aan Harold heb gesteld was dat hij mijn volgende auto tiptop af zou leveren. Zonder dat ik over een maand bij hem zou moeten staan voor, bijvoorbeeld, een nieuwe distributieketting. En ik wil een jaar garantie. En daar is hij mee akkoord gegaan.”
Ik keek Joline aan. En zij knikte, bijna onzichtbaar. “Meneer van der Velde: u heeft binnenkort een goeie, betrouwbare XC70. Wij zijn hierheen over de snelweg gekomen; op de terugweg pak ik nog wat binnenweggetjes, via Soerendonk en Leenderstrijp. Als er dan niks geks uit de hoge Volvohoed komt gaan wij met Harold eens praten over de prijs.” Ik grinnikte. “We hebben in ieder geval een goeie start-indicatie.” Hij lachte ook. “Fijn. Even terzijde: waar kent u Harold van?”
“Hij is de voorzitter van onze schietvereniging. En dat doet hij over het algemeen prima.” Joline vulde aan: “Behalve als hij ons loopt te pushen om lid te worden van het wedstrijdteam. Toen hebben we hem even op z’n nummer gezet: binnen zijn bedrijf kan hij mensen opdrachten geven; wij werken niét bij zijn bedrijf. We werken beiden fulltime en ons sociale leven is ons lief. Elk weekend naar ‘Nergenshuizen’ rijden voor een schietwedstrijd is geen optie. Dat hebben we hem even laten weten. En daarna was onze voorzitter toch wat teleurgesteld. Maar goed, daar wordt hij een grote vent van.”
Meneer van der Velde lachte. “Ik ken hem al z’n hele leven. Hij heeft z’n bedrijf van zijn ouders overgenomen. Ik heb Harold nog op een driewielertje door de showroom zien rijden. Een van de weinige écht eerlijke mensen in de garagebranche.” “We gaan dat straks eens op de proef stellen, meneer”, zei Joline. Hij keek wat ongerust. “Jullie gaan toch ook eerlijk tegen hem zijn, hoop ik?” Ik knikte. “Natuurlijk. Hij en u zijn eerlijk tegen ons geweest; u mag hem morgen bellen om te vragen hoe de gesprekken zijn verlopen. Maar nu gaan wij; we moeten nog een gesprekje voeren met Harold. Mocca, Kóm!”
We stonden op en schudden handen. “Dank je wel. Je weet niet blij ik straks ben als ik weer een analoge auto onder mijn achterwerk heb.” Joline gniffelde. “Ik zal Kees wel helpen met de digitale ellende. Ik ben wat jonger dan hij, dus leer ik makkelijker.” Ik keek haar donker aan. “Pas jij een beetje op, mevrouw Jonkman?”
Meneer van der Velde lachte. “Ik zie al wie de broek aan heeft… Was bij ons net zo!” Bij de deur namen we afscheid. “Kom gerust nog eens langs. Dan kunnen we wat langer over Volvo’s kletsen.”
Mocca ging weer achterin en rustig reden we weg. “Aardige vent, Kees. Alleen schrok ik me rot toen hij vertelde dat zijn vrouw was overleden… Helemaal niet bij nagedacht met m’n stomme blonde hoofd.” Ik ging niet op het laatste in. “Je hebt het prima gedaan, schat. Hij was best wel onder de indruk van je. Zeker toen je zei dat je mij nog wat kon leren. Wanneer begin je er mee? Vanavond, in bed?” Ze snoof. “Há! Met die miezerige voorraad na één dagje? Daar neem ik geen genoegen mee, ventje.”
De wegen binnendoor waren soms smal maar in ieder geval bochtig. En de auto reageerde daar prima op. Ik experimenteerde met de handmatige schakeling met ‘flippers’ aan het stuur. Dat was even wennen, maar het werkte wel prettig. Bij Soerendonk nam Joline de besturing over en ook zij was positief. En om half zeven parkeerde zij de auto voor het garagebedrijf van Harold. De parkeersensoren voor en achter deden het ook prima, evenals de achteruitrijcamera.
We liepen naar binnen en Harold kwam ons tegemoet. “En?” Joline zei droogjes: “Je moet de groeten van meneer van der Velde hebben, Harold.” Hij lachte. “Ome Hans voor mij. Geen echte oom, maar een hele goede vriend van mijn ouders. Kwam hier al toen ik…” Ik onderbrak hem. “…op een driewielertje door de showroom scheurde.” “Oh, dat heeft verteld? En ook dat ik toen een hele lelijke kras op zijn auto gemaakt had?” Joline schudde haar hoofd. “Nee, dat heeft hij niet verteld. Waarschijnlijk om de goeie indruk, die wij van je hebben, niet al te zeer te verzieken.”
Hij schudde zijn hoofd. “Jij bent af en toe een hele gemene dame, Joline.” “Af en toe?” mompelde ik, wat me op een boze blik kwam te staan. “Goed mensen, wij moeten dus praten. Dat doe je het best met een goeie bak koffie. Wat mag ik voor jullie inschenken?” Ik wilde een glas water, Joline thee. Toen gingen we zitten en ik legde de sleutel van de V90 op tafel.
Harold begon. “Kees, Joline, ik neem aan dat Hans jullie verteld heeft onder welke voorwaarden hij zijn auto verkocht heeft?” Joline knikte. “20.000 euro en jij zou een mooie V70 of XC70 voor hem op de kop tikken. En zonder bij te betalen zou jij dat ding spic&span maken, zodat hij qua onderhoud er niet naar hoeft om te kijken. Met een jaar garantie. Toch?”
Hij knikte. “Correct. Ik heb jullie auto bekeken en er een stukje in gereden. Op wat bruine hondenharen achterin na ziet hij er prima uit; het boekje laat netjes de complete historie zien, lakwerk is ook goed… Je ziet bij sommige fourwheeldrives best wel goed dat ze ‘offroad’ hebben gereden, maar volgens mij doe jij dat niet zoveel, Kees.” Ik knikte. “Klopt. Ik heb die optie slechts een paar gebruikt; tijdens een vakantie in Noorwegen en de afgelopen winter een paar keer toen het zo spekglad was.” Harold knikte. “Kortom: het is een keurige auto. Voor zijn leeftijd. En er zitten aardig wat opties op, dat zal Bart ook wel waarderen.
Maar er zit wel wat werk aan: een nieuwe distributieketting zit er aan te komen, de banden zijn niet meer zo jofel, ruitenwisserbladen moeten vervangen worden en de versnellingsbak wil ik spoelen. Zeker bij deze auto’s is dat wel een dingetje. Verder moet hij natuurlijk een grote beurt en een nieuwe APK hebben en hij moet ‘afleveringsklaar’ gemaakt worden. Kortom: er gaan wel wat arbeidsuren in zitten. Ik heb op wat sites gekeken voor de prijs en dan kom ik tot dit bod voor jullie XC70…”
Hij schoof een papiertje over tafel. Daar stond op: ‘3.000’. Joline keek er naar en schudde haar hoofd. Ze pakte een pen en schreef in haar mooie ronde handschrift: ‘8.000’. Daarna draaide ze het papiertje weer terug, richting Harold. Die keek haar aan. En vervolgens mij. “Sorry dame en heer, maar hier kan ik niet mee akkoord gaan. Dan verlies ik er gigantisch op…”
Joline keek hem recht aan. “Harold, wij begrijpen dat je geld wil verdienen. En we gunnen jou best wat marge. Maar niet over onze rug én die van Hans. Je hebt hem 20.000 betaald voor een V90 waarvan de zuigers nét op de cylinders zijn ingesleten. Da’s een prijs die je nergens anders tegenkomt, maar oké: hij wilde van die digitale flipperkast af…” Harold schoot in de lach en ook ik hield het niet meer.
“Digitale flipperkast… Dat zal ik ‘m zeggen. Hij lacht zich te pletter…” Joline keek onaangedaan. “Hoezo? Het ding is behoorlijk digitaal en er zitten flippers in. Dus…
Maar om op de prijs door te gaan: 20.000 euro. En dan geef je ons voor een, volgens je eigen woorden ‘fatsoenlijke XC70’ een schamele 3.000 euro terug. Dus zouden wij 17.000 euro moeten betalen. En ja, dat is nog steeds een ‘vriendenprijs’ voor een auto van anderhalf jaar oud, maar ik heb ook wat huiswerk gedaan. Je moet aan onze auto redelijk wat laten sleutelen.
Een nieuwe distributieketting plaatsen: 2.300 euro all-in bij de Volvo dealer.
Vier nieuwe banden: 500 euro. Vooruit, laat het eens 600 zijn.
Ruitenwisserbladen? Tenzij dat ze verguld zijn: 50 euro op z’n hoogst.
De versnellingsbak spoelen: Geen idee hoeveel dat kost, maar dat zal geen duizend euro zijn inclusief arbeidsloon.
Grote beurt? Volgens je eigen website: 900 euro.
APK? Gratis bij een grote beurt.
Afleveringskosten? Volgens diezelfde site: 550 euro.
En dan moet de auto nog gepoetst worden, wellicht nog wat krasjes er uitgepoetst…
Alles bij elkaar: om en nabij 9.000 euro.
Daar komt dan 3000 euro bij die je nu voor de XC70 wilt geven: maakt samen 12.000 euro die jij aan kosten hebt.
Oké, je zult ook nog wat kosten hebben aan deze V90… Laat dat 1.000 euro zijn. Totale winst voor jou: 7.000 euro.”
Ze keek hem nu recht aan en ik zag dat de lasers begonnen op te warmen. “Beste Harold: daar gaan wij niet in mee. Ik adviseer je een beter bod op dat briefje te schrijven. Zo niet, even goeie vrienden, maar dan geven we elkaar een hand, zeggen ‘Agree to disagree’ en wensen elkaar een fijne avond en tot ziens op de vereniging.”
Hij sputterde. “Joline, ik heb hier een bedrijf te runnen. Deals moeten wél winstgevend zijn…” De blauwe lasers waren nu op bedrijfstemperatuur. Ze brandden nog niet, maar het scheelde weinig.
“Beste Harold, ik ben econome. Ik hoop binnenkort mijn Master te halen. Bachelor ben ik al een jaar of twee. Kortom: ik weet het een en ander van economie, winstmarges enzovoorts. De prijzen die ik net schetste, waren consumentenprijzen. Daar zit die winst al in. Sterker nog: sommige prijzen heb ik van je eigen website afgehaald. Als jij denkt, en Kees: ik wil géén commentaar horen, denk er aan!” Ze keek me even aan de lasers brandden nu. En die blik ging terug naar Harold.
“Als jij denkt dat Joline Jonkman – Boogers een domme blonde Bimbo is, kom je van een diepvrieskermis thuis. Op de prijzen die ik net noemde zit al zo’n 20, misschien wel 25 procent winst, Harold. Want die banden die de consument zo’n 600 euro kosten, exclusief montage, koop jij in voor nog geen 500 euro. En hé, dat mag, want zo werkt de wereld. Maar boven die marge nóg een marge van zo’n 30% leggen… No way, José.”
“Potdorie Joline… Jij bent een uitgekiende onderhandelaar. Ik neem mijn petje voor je af, als ik die zou dragen…” Hij pakte de pen. “Vooruit, het verschil delen we.” Er stond nu 5.500 op de post-it. Joline schreef er onder: 6.500. Met een dikke streep er onder. “En die streep houdt in: lager ga ik niet, Harold.” De lasers waren gedoofd, ze lachte nu weer haar ‘lieve lachje’.
Hij keek mij aan. “Kees, wat…” “Niks ‘Kees’, Harold. Ik was met je aan het onderdelen. Kees is de technicus, ik ben de econome. Ieder zijn vak en specialiteit. Als het om geld gaat doen wij zaken; gaat het om techniek dan mag je met Kees sparren. Duidelijk?” Hij zuchtte. “Oké, we doen het. 6.500 euro. Je hebt gewonnen, Joline.”
En die zei liefjes: “Nee hoor. Wij hebben allemaal wat gewonnen. Bart heeft weer een auto onder z’n achterwerk in plaats van een computer-op-wielen, wij hebben een mooie, bijna nieuwe V90 en jij hebt drie mensen en een hond gelukkig gemaakt én een beste wel redelijke winst gemaakt. Kortom: iedereen blij.” Ze stak haar hand uit en Harold schudde die. En vervolgens die van mij. “Gefeliciteerd, Kees en Joline. Met een mooie, bijna nieuwe V90.”
Joline wees op de telefoon. “Bel je ome Hans maar op en vertel maar dat hij binnenkort weer in een XC70 kan rondrijden.” Harold knikte. “Doe ik! Willen jullie erbij zijn?” Joline schudde haar hoofd. “Nee hoor. Wij gaan even dit mooie beest uitlaten, dan kun jij even uithuilen bij ome Hans wat een kreng die blonde mevrouw Jonkman is… Kees, pas op je woorden!”
Ik schoot in de lach. “Sorry Harold, ik heb zwijgplicht. Ehh… Ik loop met Joline mee. Daarna even de puntjes op de i zetten qua overdracht, oké?” Hij knikte en pakte zijn telefoon. “Kom Kees. Wegwezen, voordat onze geachte voorzitter in een enorme huilbui losbarst…” Die schoot in de lach en wij liepen naar buiten.
Eenmaal buiten het zicht van de garage keek ik Joline aan en gaf haar een lange zoen. “Wat ben jij een uitgekookte troela…” Ze lachte haar zelfvoldane lachje. Ik heb op het eerste deel van de terugweg wat huiswerk op mijn telefoon gedaan, Kees. Zodoende kon ik redelijk beslagen op het ijs komen. Echt, die 20.000 euro is een koopje voor Harold geweest. Ja, hij heeft moeite moeten doen om een geschikte XC70 of V70 te vinden, maar herinnerde zich op enig moment jouw auto.
De prijzen die ik noemde heb ik grotendeels van de Volvo-sites geplukt en deels van zijn eigen website. Hij heeft waarschijnlijk nóg scherpere prijzen, maar goed… Ik gun hem best wat winst, maar 7.000 euro winst over onze ruggen voor even wat zoekwerk: nee.” Mocca had geplast; poepen hoefde blijkbaar niet. “Kom, we gaan terug, dan mag jij het technische deel overnemen.” Harold was aan het schrijven, maar legde zijn pen neer toen wij binnen kwamen.
“Goed mensen. Even de details doornemen: Als het aan mij ligt kunnen jullie de V90 morgenmiddag ophalen. Dan is hij schoon en getankt. Vorige week heb ik ‘m een grote beurt laten geven én die gratis APK. De banden zijn net zo jong als de auto, dus daar hoef je de komende jaren niet bang voor te zijn, mits je niet plotseling gaat scheuren… De auto heeft hier nog nooit met ellende binnen gestaan; alleen als Hans weer eens iets niets begreep…” Hij gniffelde.
“Lukt dat, morgenmiddag?” “Rond half zes, Harold. We gaan niet wéér vroeger weg.” “Prima. Dan de financiën: de overschrijving van het kentekenbewijs maak ik morgen rond, dan moet ik even een kopie van je rijbewijs hebben, Kees.” Dat was zo geregeld. “Het geld… hoe wil je dat doen?” “Vanavond maak ik een overschrijving in orde voor 13.500 euro, Harold. Dat staat vanavond nog op je rekening.”
“Prima. Dan hoop ik jullie morgenmiddag hier weer te zien!” Hij stond op en gaf ons een hand. “Het was goed zakendoen met jullie.” Joline zei droogjes: “Jouw ome Hans noemde jou, en ik citeer, ‘één van de weinige echt eerlijke mensen in de autobranche’. Ik was even geneigd om daar aan te twijfelen, maar nu niet meer, Harold.”
“Goed voor mijn reputatie. Tot morgen!”
We liepen weer naar buiten, Mocca spring in de achterbak en we reden weg richting huis. “Wat eten we, Kees?” Ik bromde: “We rijden wel even langs kleffe Henny. Patat speciaal met een kroket. Geen zin om te koken, en bovendien kan het er nu wel af, schoonheid.”
Ze giechelde. “Ja hé? Zomaar, binnen een half uurtje 3.500 euro verdiend. Daar moet ik bij DT ruim twee weken voor werken…”
We reden langs de cafetaria en met de nodige calorieën aan boord richting huis…
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10