Door: Jefferson
Datum: 04-05-2025 | Cijfer: 8.7 | Gelezen: 2641
Lengte: Lang | Leestijd: 14 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 14 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Over De Grens - 19: Radeloos
Ze Willen Meer
Samuel zat met zijn capuchon half over zijn hoofd op de rand van een plantenbak, zijn lange benen wijd, zijn blik strak op de lege straat voor zich. Het was stil in de wijk, zomerstil – die loomheid die in de lucht hing wanneer alles net te warm en net te langzaam was. Links van hem stond Delano tegen een muur, zijn armen over elkaar, zwijgend zoals altijd, maar met ogen die alles zagen. En aan de andere kant liep Rayshawn in cirkeltjes over het grindpad, zijn schouders vol spanning, zijn mond nooit lang stil.
“Weet je nog, man,” begon Rayshawn met een grijns, “die dag dat we bij jou in de tuin stonden. Achter die schutting.”
Samuel reageerde niet meteen, maar hij wist waar dit naartoe ging.
“Bro, die vrouw... Ze lag daar gewoon te zonnen. In d’r eentje. Bikini veel te klein. En wij maar kijken. Alsof we stiekem waren, maar zij—” Hij lachte kort. “Ze draaide zich precies op het moment dat jij haar benen benoemde. Net of ze wist dat we d’r zagen.”
Delano haalde zijn schouders op. “Misschien wist ze het ook.”
“En vond ze het lekker,” voegde Rayshawn eraan toe.
Samuel knikte traag, zijn kaaklijn strak. “Ze zei niks.”
“Nee, ze zei niks,” herhaalde Delano. “Maar ze deed ook niks. Geen handdoek. Geen shirt. Gewoon blijven liggen.”
“Met die zweetdruppels op d’r buik.” Rayshawn lachte weer. “Ik zweer het, ik had ter plekke m’n pik kunnen trekken.”
Samuel snoof. “Had ik die dag maar wat gedaan.”
Er viel even een stilte. De avond was zwoel, vol van alles wat kon gebeuren maar nog niet gebeurde.
“Ik zag haar laatst,” zei Samuel toen. Zijn stem was vlak, maar iets in zijn toon trok de aandacht van de anderen. “Met John.”
Delano keek op. “Serieus?”
“Hij liep haar huis uit. Was daar al een tijdje. Zag er bezweet uit.”
Rayshawn floot zacht. “Die kleine? Die dunne? No way.”
Samuel’s blik was donker nu. “Wel way. Ik weet het gewoon. Ze keek alsof ze iets te verbergen had.”
“Wat dacht je dan?” zei Rayshawn. “Ze is geil. Ze wil dingen. En John? Die is veilig. Braaf.”
“Ze moet geen jongen hebben,” gromde Samuel. “Ze moet een man.”
Delano knikte langzaam. “Iemand die haar aankan.”
“Die haar echt laat voelen wat ze zoekt,” voegde Rayshawn eraan toe. “Niet zo’n knulletje die denkt dat-ie wat weet.”
Samuel leunde achterover, zijn ogen half dicht. “Ze weet nog niet wat ze mist.”
“Ze weet het wél,” zei Delano toen, zacht maar met gewicht. “Ze wacht gewoon tot iemand haar het geeft.”
En daar, op dat stille stuk stoep, groeide iets tussen hen. Geen plan nog. Maar wel het begin van een honger.
Delano had lang gezwegen, zoals meestal, maar nu trok hij één wenkbrauw op en keek opzij, naar Samuel. “Die vrouw op de tennisclub,” begon hij, bijna achteloos. “Ze heeft me al drie keer gepijpt.”
Rayshawn draaide zich meteen om. “Bro, nee. Nee, je gaat me niet vertellen dat die MILF jou gewoon op haar knieën heeft genomen. Drie keer?!”
Samuel trok een scheve grijns, maar zei niks.
Delano haalde zijn schouders op. “Zij begon ermee, man. Eerst in het schoonmaakhok. Later bij de doucheruimte. En laatst… laatst deed ze het zelfs buiten. Tussen de heggen bij de gravelbaan. Niemand zag ons.”
“En jij kwam gewoon klaar in haar mond?” vroeg Rayshawn, zijn ogen groot, half serieus, half in pure verbijstering.
Delano knikte. “Ze slikte alles. Keek me aan terwijl ze het deed ook.”
“Hou op, gek,” lachte Rayshawn. “Dit is te mooi. Dat soort vrouwen—die bestaan niet.”
Delano keek hem kalm aan. “Jawel, bro. Ze heet Eva.”
Samuel keek ineens op. Het was maar een flits, een korte spanning rond zijn ogen, maar hij ving het. “Eva?” vroeg hij. “Wat voor type is dat dan?”
Delano dacht even na, zijn blik iets dromerig. “Blank. Net te oud om op school te werken. Maar strak. Altijd haar haren vast, sportief lijf. Strakke jurkjes, weet je wel. Beweegt alsof ze alles onder controle heeft. Maar als ze je aankijkt... dan weet je dat ze al bedacht heeft hoe je eruitziet zonder broek.”
Er viel een korte stilte.
“Net als die Liza,” zei Samuel toen, zacht. “Ze heeft dat ook.”
Delano keek hem aan, langzaam knikkend. “Precies. Dat rustige. Dat keurige. Maar ondertussen...”
Rayshawn floot zachtjes en liet zijn hand even over zijn kruis glijden. “Bro, al die blanke vrouwen zijn hetzelfde. Doen netjes, praten zacht, maar diep vanbinnen willen ze gewoon een dikke zwarte pik.”
Samuel begon te grijnzen. “Dat is het ‘m. Ze zoeken controle, maar willen dat wij het van ze afpakken.”
“Ze willen voelen dat ze leven,” zei Delano, alsof het een feit was.
Rayshawn barstte in lachen uit. “Klinkt als een reclameslogan, ouwe.”
Ze lachten alle drie, maar het was geen lacherige sfeer meer. Er zat iets onder, iets dat hen bond. Een gevoel van macht, van zekerheid, van weten hoe de wereld écht werkte. In hún wereld, was het simpel. Die vrouwen – de Liza’s, de Eva’s – die deden alsof ze beter waren. Maar ze kwamen allemaal terug voor hetzelfde. Altijd.
En ineens voelde het alsof niets meer onmogelijk was.
Ze slenterden door de wijk alsof het van hen was. Schouders breed, blikken los, schoenen slepend over het trottoir. Een oud colablikje werd hard weggetrapt door Rayshawn, kaatsend tegen een geparkeerde auto, waarna hij met een luide “Oeh!” reageerde alsof het een doelpunt betrof. Delano lachte kort, maar zijn ogen bleven rondkijken, aftastend. Niet vijandig, maar zeker ook niet vriendelijk. Ze vielen op. Drie donkere jongens met capuchons en sneakers, slenterend door een buurt waar iedereen z’n heggen netjes knipt en de vuilnisbakken vóór het donker al binnen zijn.
Maar Samuel liep daar alsof hij recht had op elke stoeptegel. Dit was zijn straat, zijn wijk. Zijn thuis – ten minste, dat vertelde hij zichzelf. In werkelijkheid voelde het steeds minder als iets van hem.
“Zeg, als je straks je PS5 aanzet, pak ik Messi,” zei Delano, zijn stem vlak. “En dan wil ik geen gezeik.”
“Messi? Bro, hij is in fucking Amerika,” lachte Rayshawn.
“En nog steeds beter dan jij,” antwoordde Delano droog.
Samuel zei niets. Hij liep iets voor hen uit, zijn handen diep in de zakken van zijn vest, zijn blik strak gericht op de stoep voor zich. Zijn hoofd bonkte. Niet van de warmte, niet van de hitte tussen de tegels, maar van iets anders. Iets diepers.
Zijn vader was er bijna nooit meer. Altijd laat thuis, altijd moe, altijd kortaf. En zijn broertje? Die zat de laatste weken vaker bij de buren dan bij hem. Bij háár. Bij Liza. Samuel wist het, voelde het. John glipte daar naar binnen alsof het de normaalste zaak van de wereld was, alsof hij daar thuishoorde. En elke keer dat Samuel de deur uit kwam en zíjn broertje daar zag, alsof hij iets had wat Samuel niet kreeg… het vrat aan hem.
“Misschien is ze er weer,” zei Rayshawn plots, en Samuel wist meteen over wie hij het had. “We kunnen straks even langs haar tuin lopen. Gewoon kijken.”
Delano grijnsde. “Misschien ligt ze wel weer te zonnen. Of zit ze op d’r knieën.”
Samuel snoof kort, een geluid dat zijn vrienden niet opmerkten. Ze begrepen er niets van. Voor hen was het een spel. Voor hem… voelde het als verlies. Hij had Liza het eerst gezien. Had haar het eerst begeerd. Had haar ademhaling gehoord door het open raam. Maar het was John die naar binnen mocht. John die haar kende. John die misschien zelfs…
Hij voelde zijn vuisten zich onbewust sluiten in zijn zakken.
Ze staken het pleintje over. Zijn huis kwam in zicht. Het zonlicht hing laag, de schaduwen werden langer. De wereld leek traag en loom, maar in hem groeide iets. Iets wat hij zelf nog niet kon benoemen, maar dat steeds moeilijker werd om te negeren.
Ze zeiden niks toen ze de hoek omsloegen. Hun stemmen stierven vanzelf weg, alsof hun lichamen aanvoelden dat ze op heilige grond liepen. Samuel vertraagde zijn pas. Zijn ogen gleden naar rechts, langs de schutting waar hij al vaker had stilgestaan. Stemmen zweefden over het hout. Twee vrouwen, laag, lachend, zonder filter. Hij herkende Liza meteen. Maar de ander—Delano hield abrupt zijn pas in, zijn ogen groot, gefocust op een kier in de klimop.
“Dat is haar,” fluisterde hij schor. “Dat is Eva. Die vrouw van de club.”
Rayshawn knielde naast hem, trok wat blaadjes opzij. “Laat me... holy shit.”
Ze zaten samen op het terras, dicht bij elkaar, onderuitgezakt op ligstoelen. Eva – lang, donkerbruin haar in een losse knot, volle lippen, gebronsde huid – had iets filmstera-achtigs, alsof ze nooit iets hoefde te doen om perfect te zijn. Ze droeg een licht zomerjurkje, strak rond haar borsten, haar benen moeiteloos gekruist. Liza zat naast haar, elegant en lenig, met dat porseleinen gezicht en die donkere ogen die altijd net te veel zagen. Haar top was strak, haar korte rok opgeschoven tot halverwege haar dijen. Beiden hadden een glas witte wijn in de hand.
“Ze lijken fucking zussen,” fluisterde Rayshawn.
Delano knikte. “Ze is het. Ik herken haar mond.”
Samuel hurkte naast hen, zei niets, maar zijn hart bonsde al sneller. De vrouwen zaten ontspannen, maar hun lichamen spraken een andere taal. Ze leunden net te dicht naar elkaar toe. Hun lachen had iets intiems, iets ondeugends.
En toen kwam het.
“Die jongen van de club—hoe heet hij ook alweer?” vroeg Eva, haar stem warm, lui.
“Ik weet het niet eens,” zei Liza met een brede glimlach. “Delano, geloof ik. Maar het enige wat ik me herinner, is hoe groot hij was.”
Eva lachte. “En hoe diep hij zat?”
Liza knikte, haar wangen licht rozig. “Precies dat.”
Delano’s mond viel half open. “Zie je nou wel?”
Maar Samuel hoorde het nauwelijks meer. Want Liza praatte door. “John is anders. Dat hij zo jong is, maakt het alleen maar spannender.”
“Hoe oud is-ie dan?”
“Achttien.”
Eva grinnikte. “Je bent erg.”
“En dan Brian...” Liza zuchtte. “Hij is gewoon... compleet. Zo’n man waar je niets hoeft uit te leggen. Hij neemt gewoon.”
Samuel verstijfde. Zijn broertje. En—zijn vader?
Hij voelde het bloed uit zijn gezicht wegtrekken. Iets dreef in zijn borst omhoog, heet en ijskoud tegelijk. Zijn vuisten sloten zich, zijn knieën begonnen te trillen. Delano en Rayshawn grijnsden nog, giechelden zacht bij wat ze hoorden. Maar Samuel? Hij voelde het breken. Vanbinnen. Het beeld. Het respect. De hoop. Alles.
En toch keek hij. Hij kon niet anders.
Ze bleven gehurkt, drie lichamen samengeperst tussen haag en hout, hun blikken gretig vastgeklemd op de twee vrouwen in de tuin. Alsof ze naar een verboden zender keken die enkel zij konden ontvangen. Eva rekte zich uit, haar jurk spande kort over haar borsten, terwijl Liza haar glas langzaam ronddraaide in haar hand, de wijn als vloeibare belofte in het zonlicht. Ze lachten weer, iets te luid, iets te vrij. Ze hadden geen idee dat ze bekeken werden. Geen idee dat drie jongens zich op dit moment in stilte aan hen laafden.
“Is ze echt zo?” fluisterde Rayshawn, zijn ogen nog steeds vastgeklonken aan Eva’s gezicht. “Die mond van d’r... doet ze het echt zoals jij zegt?”
Delano knikte zelfverzekerd, zijn onderkaak iets naar voren geschoven. “Bro, ze weet precies wat ze doet. Ze begint zacht. Net niks. Haar tong tegen je top. En dan... bam. Helemaal erin. Alsof het niks is.”
“Alsof het haar hobby is,” grinnikte Rayshawn.
Delano grijnsde breed. “Misschien ís het haar hobby wel. Maar het ligt ook aan mij, snap je? Ik geef haar iets wat ze al jaren niet meer heeft gehad. Ze kon niet stoppen. Ze wilde meer. En geloof me—ze gaat dat halen ook.”
Ze lachten kort, onderdrukt, maar gretig. De opwinding tussen hen was tastbaar, als statische elektriciteit onder hun huid.
“Liza wil ook meer,” zei Rayshawn toen, zijn stem ineens lager. “Zie je hoe ze d’r benen houdt? Dat is geen toeval. Dat is open.”
Delano knikte. “En ze zit daar alsof ze zich thuisvoelt in die rol. Alsof ze weet dat ze gewenst is.”
Ze dachten alle drie hetzelfde. Vrouwen als zij—glanzend, zelfverzekerd, ogenschijnlijk onbereikbaar—lieten zich niet zomaar overhalen. Niet zomaar vullen. En al helemaal niet zó praten over jongens van hun leeftijd. Ze wilden. Meer. Groter. Gevaarlijker.
Samuel knikte automatisch mee, maar zijn hoofd zat vol ruis. Alles trilde nog na. De woorden over John. Over Brian. Dieper dan hij zich ooit had laten gaan. Maar zijn vrienden zagen het niet. Ze zagen alleen twee geile vrouwen en een vriend die geluk had. Geen broeder die brak.
En toch... ergens diep vanbinnen... voelde Samuel iets verschuiven. Niet hoop, niet wraak, maar iets ertussenin. Iets koortsachtigs. Misschien kon hij dit wél gebruiken. Misschien lag hier zijn kans om de rollen om te draaien. Om grip te krijgen op wat hij verloren had. Ze kenden hem niet zoals ze dachten. Ze wisten niet wat hij kon, als hij zich er echt toe zette.
Hij keek opnieuw naar Liza. Haar huid glansde in het licht. Haar benen losjes over elkaar, haar ogen half geloken.
Misschien wilde ze hem óók.
-
“Weet je nog, man,” begon Rayshawn met een grijns, “die dag dat we bij jou in de tuin stonden. Achter die schutting.”
Samuel reageerde niet meteen, maar hij wist waar dit naartoe ging.
“Bro, die vrouw... Ze lag daar gewoon te zonnen. In d’r eentje. Bikini veel te klein. En wij maar kijken. Alsof we stiekem waren, maar zij—” Hij lachte kort. “Ze draaide zich precies op het moment dat jij haar benen benoemde. Net of ze wist dat we d’r zagen.”
Delano haalde zijn schouders op. “Misschien wist ze het ook.”
“En vond ze het lekker,” voegde Rayshawn eraan toe.
Samuel knikte traag, zijn kaaklijn strak. “Ze zei niks.”
“Nee, ze zei niks,” herhaalde Delano. “Maar ze deed ook niks. Geen handdoek. Geen shirt. Gewoon blijven liggen.”
“Met die zweetdruppels op d’r buik.” Rayshawn lachte weer. “Ik zweer het, ik had ter plekke m’n pik kunnen trekken.”
Samuel snoof. “Had ik die dag maar wat gedaan.”
Er viel even een stilte. De avond was zwoel, vol van alles wat kon gebeuren maar nog niet gebeurde.
“Ik zag haar laatst,” zei Samuel toen. Zijn stem was vlak, maar iets in zijn toon trok de aandacht van de anderen. “Met John.”
Delano keek op. “Serieus?”
“Hij liep haar huis uit. Was daar al een tijdje. Zag er bezweet uit.”
Rayshawn floot zacht. “Die kleine? Die dunne? No way.”
Samuel’s blik was donker nu. “Wel way. Ik weet het gewoon. Ze keek alsof ze iets te verbergen had.”
“Wat dacht je dan?” zei Rayshawn. “Ze is geil. Ze wil dingen. En John? Die is veilig. Braaf.”
“Ze moet geen jongen hebben,” gromde Samuel. “Ze moet een man.”
Delano knikte langzaam. “Iemand die haar aankan.”
“Die haar echt laat voelen wat ze zoekt,” voegde Rayshawn eraan toe. “Niet zo’n knulletje die denkt dat-ie wat weet.”
Samuel leunde achterover, zijn ogen half dicht. “Ze weet nog niet wat ze mist.”
“Ze weet het wél,” zei Delano toen, zacht maar met gewicht. “Ze wacht gewoon tot iemand haar het geeft.”
En daar, op dat stille stuk stoep, groeide iets tussen hen. Geen plan nog. Maar wel het begin van een honger.
Delano had lang gezwegen, zoals meestal, maar nu trok hij één wenkbrauw op en keek opzij, naar Samuel. “Die vrouw op de tennisclub,” begon hij, bijna achteloos. “Ze heeft me al drie keer gepijpt.”
Rayshawn draaide zich meteen om. “Bro, nee. Nee, je gaat me niet vertellen dat die MILF jou gewoon op haar knieën heeft genomen. Drie keer?!”
Samuel trok een scheve grijns, maar zei niks.
Delano haalde zijn schouders op. “Zij begon ermee, man. Eerst in het schoonmaakhok. Later bij de doucheruimte. En laatst… laatst deed ze het zelfs buiten. Tussen de heggen bij de gravelbaan. Niemand zag ons.”
“En jij kwam gewoon klaar in haar mond?” vroeg Rayshawn, zijn ogen groot, half serieus, half in pure verbijstering.
Delano knikte. “Ze slikte alles. Keek me aan terwijl ze het deed ook.”
“Hou op, gek,” lachte Rayshawn. “Dit is te mooi. Dat soort vrouwen—die bestaan niet.”
Delano keek hem kalm aan. “Jawel, bro. Ze heet Eva.”
Samuel keek ineens op. Het was maar een flits, een korte spanning rond zijn ogen, maar hij ving het. “Eva?” vroeg hij. “Wat voor type is dat dan?”
Delano dacht even na, zijn blik iets dromerig. “Blank. Net te oud om op school te werken. Maar strak. Altijd haar haren vast, sportief lijf. Strakke jurkjes, weet je wel. Beweegt alsof ze alles onder controle heeft. Maar als ze je aankijkt... dan weet je dat ze al bedacht heeft hoe je eruitziet zonder broek.”
Er viel een korte stilte.
“Net als die Liza,” zei Samuel toen, zacht. “Ze heeft dat ook.”
Delano keek hem aan, langzaam knikkend. “Precies. Dat rustige. Dat keurige. Maar ondertussen...”
Rayshawn floot zachtjes en liet zijn hand even over zijn kruis glijden. “Bro, al die blanke vrouwen zijn hetzelfde. Doen netjes, praten zacht, maar diep vanbinnen willen ze gewoon een dikke zwarte pik.”
Samuel begon te grijnzen. “Dat is het ‘m. Ze zoeken controle, maar willen dat wij het van ze afpakken.”
“Ze willen voelen dat ze leven,” zei Delano, alsof het een feit was.
Rayshawn barstte in lachen uit. “Klinkt als een reclameslogan, ouwe.”
Ze lachten alle drie, maar het was geen lacherige sfeer meer. Er zat iets onder, iets dat hen bond. Een gevoel van macht, van zekerheid, van weten hoe de wereld écht werkte. In hún wereld, was het simpel. Die vrouwen – de Liza’s, de Eva’s – die deden alsof ze beter waren. Maar ze kwamen allemaal terug voor hetzelfde. Altijd.
En ineens voelde het alsof niets meer onmogelijk was.
Ze slenterden door de wijk alsof het van hen was. Schouders breed, blikken los, schoenen slepend over het trottoir. Een oud colablikje werd hard weggetrapt door Rayshawn, kaatsend tegen een geparkeerde auto, waarna hij met een luide “Oeh!” reageerde alsof het een doelpunt betrof. Delano lachte kort, maar zijn ogen bleven rondkijken, aftastend. Niet vijandig, maar zeker ook niet vriendelijk. Ze vielen op. Drie donkere jongens met capuchons en sneakers, slenterend door een buurt waar iedereen z’n heggen netjes knipt en de vuilnisbakken vóór het donker al binnen zijn.
Maar Samuel liep daar alsof hij recht had op elke stoeptegel. Dit was zijn straat, zijn wijk. Zijn thuis – ten minste, dat vertelde hij zichzelf. In werkelijkheid voelde het steeds minder als iets van hem.
“Zeg, als je straks je PS5 aanzet, pak ik Messi,” zei Delano, zijn stem vlak. “En dan wil ik geen gezeik.”
“Messi? Bro, hij is in fucking Amerika,” lachte Rayshawn.
“En nog steeds beter dan jij,” antwoordde Delano droog.
Samuel zei niets. Hij liep iets voor hen uit, zijn handen diep in de zakken van zijn vest, zijn blik strak gericht op de stoep voor zich. Zijn hoofd bonkte. Niet van de warmte, niet van de hitte tussen de tegels, maar van iets anders. Iets diepers.
Zijn vader was er bijna nooit meer. Altijd laat thuis, altijd moe, altijd kortaf. En zijn broertje? Die zat de laatste weken vaker bij de buren dan bij hem. Bij háár. Bij Liza. Samuel wist het, voelde het. John glipte daar naar binnen alsof het de normaalste zaak van de wereld was, alsof hij daar thuishoorde. En elke keer dat Samuel de deur uit kwam en zíjn broertje daar zag, alsof hij iets had wat Samuel niet kreeg… het vrat aan hem.
“Misschien is ze er weer,” zei Rayshawn plots, en Samuel wist meteen over wie hij het had. “We kunnen straks even langs haar tuin lopen. Gewoon kijken.”
Delano grijnsde. “Misschien ligt ze wel weer te zonnen. Of zit ze op d’r knieën.”
Samuel snoof kort, een geluid dat zijn vrienden niet opmerkten. Ze begrepen er niets van. Voor hen was het een spel. Voor hem… voelde het als verlies. Hij had Liza het eerst gezien. Had haar het eerst begeerd. Had haar ademhaling gehoord door het open raam. Maar het was John die naar binnen mocht. John die haar kende. John die misschien zelfs…
Hij voelde zijn vuisten zich onbewust sluiten in zijn zakken.
Ze staken het pleintje over. Zijn huis kwam in zicht. Het zonlicht hing laag, de schaduwen werden langer. De wereld leek traag en loom, maar in hem groeide iets. Iets wat hij zelf nog niet kon benoemen, maar dat steeds moeilijker werd om te negeren.
Ze zeiden niks toen ze de hoek omsloegen. Hun stemmen stierven vanzelf weg, alsof hun lichamen aanvoelden dat ze op heilige grond liepen. Samuel vertraagde zijn pas. Zijn ogen gleden naar rechts, langs de schutting waar hij al vaker had stilgestaan. Stemmen zweefden over het hout. Twee vrouwen, laag, lachend, zonder filter. Hij herkende Liza meteen. Maar de ander—Delano hield abrupt zijn pas in, zijn ogen groot, gefocust op een kier in de klimop.
“Dat is haar,” fluisterde hij schor. “Dat is Eva. Die vrouw van de club.”
Rayshawn knielde naast hem, trok wat blaadjes opzij. “Laat me... holy shit.”
Ze zaten samen op het terras, dicht bij elkaar, onderuitgezakt op ligstoelen. Eva – lang, donkerbruin haar in een losse knot, volle lippen, gebronsde huid – had iets filmstera-achtigs, alsof ze nooit iets hoefde te doen om perfect te zijn. Ze droeg een licht zomerjurkje, strak rond haar borsten, haar benen moeiteloos gekruist. Liza zat naast haar, elegant en lenig, met dat porseleinen gezicht en die donkere ogen die altijd net te veel zagen. Haar top was strak, haar korte rok opgeschoven tot halverwege haar dijen. Beiden hadden een glas witte wijn in de hand.
“Ze lijken fucking zussen,” fluisterde Rayshawn.
Delano knikte. “Ze is het. Ik herken haar mond.”
Samuel hurkte naast hen, zei niets, maar zijn hart bonsde al sneller. De vrouwen zaten ontspannen, maar hun lichamen spraken een andere taal. Ze leunden net te dicht naar elkaar toe. Hun lachen had iets intiems, iets ondeugends.
En toen kwam het.
“Die jongen van de club—hoe heet hij ook alweer?” vroeg Eva, haar stem warm, lui.
“Ik weet het niet eens,” zei Liza met een brede glimlach. “Delano, geloof ik. Maar het enige wat ik me herinner, is hoe groot hij was.”
Eva lachte. “En hoe diep hij zat?”
Liza knikte, haar wangen licht rozig. “Precies dat.”
Delano’s mond viel half open. “Zie je nou wel?”
Maar Samuel hoorde het nauwelijks meer. Want Liza praatte door. “John is anders. Dat hij zo jong is, maakt het alleen maar spannender.”
“Hoe oud is-ie dan?”
“Achttien.”
Eva grinnikte. “Je bent erg.”
“En dan Brian...” Liza zuchtte. “Hij is gewoon... compleet. Zo’n man waar je niets hoeft uit te leggen. Hij neemt gewoon.”
Samuel verstijfde. Zijn broertje. En—zijn vader?
Hij voelde het bloed uit zijn gezicht wegtrekken. Iets dreef in zijn borst omhoog, heet en ijskoud tegelijk. Zijn vuisten sloten zich, zijn knieën begonnen te trillen. Delano en Rayshawn grijnsden nog, giechelden zacht bij wat ze hoorden. Maar Samuel? Hij voelde het breken. Vanbinnen. Het beeld. Het respect. De hoop. Alles.
En toch keek hij. Hij kon niet anders.
Ze bleven gehurkt, drie lichamen samengeperst tussen haag en hout, hun blikken gretig vastgeklemd op de twee vrouwen in de tuin. Alsof ze naar een verboden zender keken die enkel zij konden ontvangen. Eva rekte zich uit, haar jurk spande kort over haar borsten, terwijl Liza haar glas langzaam ronddraaide in haar hand, de wijn als vloeibare belofte in het zonlicht. Ze lachten weer, iets te luid, iets te vrij. Ze hadden geen idee dat ze bekeken werden. Geen idee dat drie jongens zich op dit moment in stilte aan hen laafden.
“Is ze echt zo?” fluisterde Rayshawn, zijn ogen nog steeds vastgeklonken aan Eva’s gezicht. “Die mond van d’r... doet ze het echt zoals jij zegt?”
Delano knikte zelfverzekerd, zijn onderkaak iets naar voren geschoven. “Bro, ze weet precies wat ze doet. Ze begint zacht. Net niks. Haar tong tegen je top. En dan... bam. Helemaal erin. Alsof het niks is.”
“Alsof het haar hobby is,” grinnikte Rayshawn.
Delano grijnsde breed. “Misschien ís het haar hobby wel. Maar het ligt ook aan mij, snap je? Ik geef haar iets wat ze al jaren niet meer heeft gehad. Ze kon niet stoppen. Ze wilde meer. En geloof me—ze gaat dat halen ook.”
Ze lachten kort, onderdrukt, maar gretig. De opwinding tussen hen was tastbaar, als statische elektriciteit onder hun huid.
“Liza wil ook meer,” zei Rayshawn toen, zijn stem ineens lager. “Zie je hoe ze d’r benen houdt? Dat is geen toeval. Dat is open.”
Delano knikte. “En ze zit daar alsof ze zich thuisvoelt in die rol. Alsof ze weet dat ze gewenst is.”
Ze dachten alle drie hetzelfde. Vrouwen als zij—glanzend, zelfverzekerd, ogenschijnlijk onbereikbaar—lieten zich niet zomaar overhalen. Niet zomaar vullen. En al helemaal niet zó praten over jongens van hun leeftijd. Ze wilden. Meer. Groter. Gevaarlijker.
Samuel knikte automatisch mee, maar zijn hoofd zat vol ruis. Alles trilde nog na. De woorden over John. Over Brian. Dieper dan hij zich ooit had laten gaan. Maar zijn vrienden zagen het niet. Ze zagen alleen twee geile vrouwen en een vriend die geluk had. Geen broeder die brak.
En toch... ergens diep vanbinnen... voelde Samuel iets verschuiven. Niet hoop, niet wraak, maar iets ertussenin. Iets koortsachtigs. Misschien kon hij dit wél gebruiken. Misschien lag hier zijn kans om de rollen om te draaien. Om grip te krijgen op wat hij verloren had. Ze kenden hem niet zoals ze dachten. Ze wisten niet wat hij kon, als hij zich er echt toe zette.
Hij keek opnieuw naar Liza. Haar huid glansde in het licht. Haar benen losjes over elkaar, haar ogen half geloken.
Misschien wilde ze hem óók.
-
Lees verder: Over De Grens - 21: Kijk Maar Goed
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10