Door: Jefferson
Datum: 26-11-2025 | Cijfer: 9.9 | Gelezen: 232
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 40 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Sollicitatie,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 40 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Sollicitatie,
De Sollicitatie
Ik werd wakker van Kamila’s zachte bewegingen, niet van haar stem maar van haar hand die zich al om mijn erectie had gesloten, langzaam en doelgericht, alsof ze me uit mijn droom wilde trekken door me er meteen één in te duwen. Ze boog zich over me heen, haar lippen warm op mijn wang, mijn hals, mijn kaaklijn, tot ze als laatste mijn mond vond en me een korte, geladen kus gaf die meer belofte bevatte dan woorden ooit konden doen. Daarna fluisterde ze, zo dicht tegen mijn lippen dat ik haar adem proefde: dat ik zo naar beneden moest komen, precies zoals gisteren, naakt en vol spanning, alsof dat al een onderdeel van het ritueel was geworden. “Tien minuten,” zei ze, terwijl ze nog één keer over mijn lengte streek. “Niet eerder.”
Ik bleef liggen, mijn hartslag trager dan mijn verbeelding, en liet de stilte zich vullen met scènes van gisteren: hoe we met z’n drieën bewogen, hoe Elise trillend en gretig tussen ons in zat, hoe Kamila leidde zonder ooit echt de controle te verliezen. Het was vreemd hoe snel een grens weer vloeibaar kon worden zodra we hem één keer hadden aangeraakt. Beneden hoorde ik het schuiven van stoelen, het nauwelijks gedempte geluid van stemmen, een scherpe klik, misschien van een map of een pen. Er speelde weer iets. Iets nieuws. Iets dat ze voorbereidden zonder mij. En dat was precies wat het zo prikkelend maakte.
Toen de minuten verstreken en ik mijn eigen ademhaling voelde versnellen, stond ik op en liep de trap af, elke trede een verlengde van die verwachting die in mijn onderbuik trok. Ik was naakt, harder dan een uur geleden, harder dan gisteren zelfs, alsof mijn lichaam al wist dat ik in een scène zou stappen voordat mijn hoofd wist welke. In de keuken werd meteen duidelijk dat de ruimte niet langer de onze was; het was getransformeerd tot iets dat leek op een kantoor op een verkeerde plek. Kamila stond bij de tafel, een notitieblok in haar hand, haar haar strak opgestoken, een grote bril op die haar een bijna kille autoriteit gaf. Haar rok spande rond haar heupen, haar witte blouse zat strak en de bovenste knoopjes stonden open, niet achteloos maar berekend. Elise zat al, benen netjes over elkaar, een broekpak dat haar rechter maakte dan ik haar ooit had gezien, make-up die haar ogen groter en haar mond zachter liet lijken. Voor haar lagen papieren alsof ze dit interview echt al dagen had voorbereid.
Ik stapte verder, nog altijd met die hardnekkige erectie die eerder een introductie dan een ongemak leek, en voelde hoe de lucht in de ruimte veranderde zodra ze beiden hun blik op mij richtten. Kamila was volledig in haar rol; ze keek me aan met dat koele, zakelijke respect van een assistente die precies weet wie de macht in handen heeft. “Goedemorgen, meneer Longwood,” zei ze, met een nadruk die te dik was om niet bedoeld te zijn. “Dit is onze kandidaat, Lizzy Looselips.”
Elise — Lizzy — glimlachte nerveus, zoals een sollicitante die het zich niet kan permitteren om op te staan of weg te kijken. Ik zag een flikkering van spanning door haar heen gaan, iets oprechts onder de gespeelde onzekerheid, iets dat maakte dat het hele rollenspel niet alleen een spel was maar een verlengde van wat gisteren nog in haar had nagezinderd.
Ik keek even om me heen, automatisch zoekend naar de camera waarvan ik verwachtte dat ze die ergens hadden opgesteld. Maar er was niets. Geen lampje, geen statief, niets dat bevestigde dat dit werd vastgelegd. Dat maakte het des te beter; het was alleen voor ons. Dus liet ik mijn schouders zakken, stapte dichterbij, voelde hoe beide vrouwen hun houding aanspanden om me in het ritme van hun fictieve wereld te trekken.
“Lizzy,” zei ik langzaam, terwijl ik haar een hand gaf, mijn erectie op ooghoogte. “Zeg maar Luke. Zij bent dus onze kandidaat?” zei ik alsof niet echt wist wat hier speelde, wat ook zo was.
En precies op dat moment voelde ik hoe het hele spel klikte — alsof de kamer niet meer de keuken was maar een ruimte die uitsluitend bestond om deze spanning te dragen, en ik geen idee meer had waar de echte grenzen lagen maar wel precies wist dat ik ze met hen zou vinden.
Zodra ik tegenover haar plaatsnam, werd meer duidelijk dan woorden hoefden te dragen; Elise zat daar in een keurige, bijna té verzorgde outfit voor het vroege uur, haar rug recht, haar handen gevouwen op de papieren voor haar, maar haar blik gleed telkens weg van mijn gezicht naar mijn erectie die onbeschaamd boven de tafel uitkwam. Ze durfde me niet recht aan te kijken, en juist dat maakte haar nerveuze gegiechel nog echter: het was deels spel, dat voelde ik meteen, maar er zat ook iets in dat heel dicht tegen haar werkelijke spanning aan schuurde. Alsof ze exact wist waar ze zichzelf in had geplaatst, en even niet zeker was of ze die rol volledig aankon zonder zichtbaar te trillen.
Ik merkte hoe mijn omgeving zich langzaam om me heen vormde, hoe de kamer niet langer gewoon onze keuken was maar een geïmproviseerd kantoor waar alles een tikje te intiem was om onschuldig te zijn. Kamila stond achter me, dicht genoeg om haar adem bij mijn oor te voelen, haar handen stevig op mijn schouders, alsof ze me zowel introduceerde als vastzette in mijn positie. Ze straalde een controle uit die bijna tastbaar werd, die zelfverzekerde, machtsbewuste houding die bij haar maar af en toe naar boven komt en dan altijd met diezelfde diepe indruk. Haar haar was strak opgestoken, haar bril gaf haar een strengheid die haar ogen alleen maar scherper maakte, en de combinatie van blouse, rok en houding maakte dat ik dacht: ja, zo mag ze er vaker bijlopen. Veel vaker.
Ze boog zich iets voorover, haar stem laag en beheerst, volledig in haar rol, en zei: “Meneer Longwood, dit is mevrouw Looselips. Zij solliciteert naar de positie die binnenkort vrijkomt.” Ze pauzeerde precies lang genoeg om Elise te laten blozen. “Full-Service Assistent.”
Ik voelde hoe Elise’s ogen nog één keer omlaag schoten toen Kamila het uitsprak, alsof de titel zelf al een verwachting was waar ze aan moest voldoen. En op het moment dat mijn naam — mijn *rol* — hardop werd uitgesproken, sprong mijn erectie nog net iets op, een reflex die zowel Elise als Kamila niet miste. Kamila’s vingers knepen zacht in mijn schouders, alsof ze bevestigde dat dit precies de bedoeling was. Elise slikte hoorbaar en zette zich rechter, maar haar benen leken iets strakker tegen elkaar gedrukt.
Ik voelde het decor om ons sluiten: Kamila naast en achter me, als de regisseur van dit hele toneel, Elise tegenover ons, het perfecte middelpunt van het interview dat allesbehalve professioneel zou blijven. De setting was compleet, en ik hoefde niets meer te doen dan erin te stappen en te laten gebeuren wat zij al lang hadden voorbereid.
Het interview kantelde sneller dan ik kon bijhouden; het gleed weg van oppervlakkige competenties en ervaring en werd al snel iets zwoels, iets dat nauwelijks nog deed alsof het professioneel was. Elise’s hele lichaam sprak vóór ze woorden had: haar stem werd lager, bijna hees; elke keer dat ze slikte klonk het alsof ze zichzelf moest dwingen om niet te hard naar adem te happen; haar handen verschoven onrustig over haar schoot, zoekend naar een plek die tegelijk netjes en onderdanig voelde. En terwijl zij zich kleiner maakte, voelde ik mezelf juist groter worden, niet door iets wat ik zei, maar door de manier waarop hun blikken eerst mijn lichaam aftastten voordat ze mijn gezicht überhaupt meenamen. Ik werd niet beoordeeld — ik werd bekeken, geobserveerd, ingeschat. De tafel die ons scheidde was geen barrière meer maar een lijn die we met elke vraag dichter naar elkaar toe verlegden. Stiltes werden geen pauzes maar geladen momenten waarin iets kon verschuiven zonder dat iemand bewoog.
Kamila nam de leiding alsof ze dit haar hele leven al had gedaan. Ze tikte een pen tegen haar notitieblok, schraapte zacht haar keel, en zei met dat mixje van koelte en plezier: “Lizzy, laten we beginnen. Stel jezelf kort voor.”
Toen kwamen de vragen, strak, scherp, één voor één.
“Welke vaardigheden vind je dat je het beste inzet onder druk?” vroeg Kamila, en haar hand gleed even in mijn nek, nauwelijks zichtbaar voor Elise maar genoeg om mijn adem stil te zetten.
Elise glimlachte nerveus en antwoordde: “Ik functioneer juist beter wanneer er druk op staat. Dan stop ik met twijfelen en doe ik wat nodig is.”
Er zat geen spel meer tussen die woorden; dat was Elise zelf.
Kamila knikte kort. “Hoe ga jij om met situaties waarin volledige toewijding wordt verwacht?”
“Toewijding is geen probleem… als ik voel dat de ander het aankan en duidelijk is in wat hij verwacht.”
Ik voelde die zin letterlijk in mijn onderbuik landen, hoe haar blik die laatste woorden op mij richtte voordat ze hem weer op Kamila liet rusten.
“Ben je eerder verantwoordelijk geweest voor… intensief persoonlijk contact?” vroeg Kamila, en de pauze die ze midden in de zin liet vallen was bijna beledigend expliciet.
Elise haalde langzaam adem. “Ja. Ik heb eerder één-op-één gewerkt. Dat vraagt aandacht, raakt soms grenzen, maar dat ligt me.”
Grenzen. Ze zei het alsof ze wist dat ze er weer een zou gaan verschuiven.
Kamila liep een paar passen om de tafel heen, alsof ze Elise visueel wilde bestuderen. “Hoe snel pas jij je aan als een leidinggevende exact aangeeft wat hij wil?”
“Vrij snel,” zei Elise zonder aarzeling. “Als iemand duidelijk is, volg ik dat zonder gedoe. Ik leer snel wat iemand prettig vindt.”
Ik zag de kleur in haar wangen, zag hoe haar knieën zich dichter naar elkaar bewoog toen Kamila zwijgend noteerde — alsof het echt ergens over ging.
“Heb je ervaring met werkzaamheden waarbij je… dicht bij de opdrachtgever moet komen?”
“Nabijheid gaat me goed af,” antwoordde ze zacht. “Mensen voelen zich snel comfortabel bij me, ook als het direct wordt.”
Het woord direct bleef tussen ons hangen, bijna tastbaar.
Kamila leunde terug tegen de tafel, vouwde haar armen nonchalant, en vroeg: “Wat zou jij doen als je merkt dat je manager méér van je vraagt dan in de functieomschrijving staat?”
Elise glimlachte — trager, zelfverzekerder nu. “Dan reageer ik. Soms ga ik verder dan ik zelf verwachtte, als het goed voelt en klopt.”
Er viel een stilte waarin niemand bewoog, maar alles verschoof. De dubbelzinnigheid hing overal: in de vragen, in Elise’s antwoorden, in de manier waarop haar verleden opeens als een open dossier tussen ons lag. Ze had geen moment verborgen dat ze wist waarvoor ze solliciteerde; ze gaf het bijna trots toe, in elk antwoord, in elke nuance: dat ze in het verleden niet vies was geweest van dit soort… functies, en dat ze precies begreep wat de positie “Full-Service Assistent” werkelijk inhield. Toen was ze dat niet van mij, maar van anderen. Dat weet ik. Dat weet zijn. Ik denk niet dat Kamila dit beseft. Maar Elise weet zeker dat ik dit weet, en dat dit me alleen maar meer opwindt.
Het was geen interview meer. Het was een uitnodiging — en een bekentenis.
Ze moest zich nog bewijzen, dat was duidelijk; geen papier, geen woorden, maar fysiek, en alleen als ze dat wilde. Ze deed alsof het haar overviel, alsof ze dit niet had zien aankomen, maar de honger in haar blik verried iets anders: ze wilde deze functie, deze plek, deze positie tussen mijn benen. Ze wilde laten zien dat zij degene was die hier hoorde.
Kamila tikte met haar pen op de tafel en zei droog: “Laat Lizzy maar even demonstreren wat ze kan.” Het klonk formeel, bijna streng, maar haar hand kneep tegelijk licht in mijn schouder, waardoor mijn lijf al reageerde nog voor Elise bewoog. En ik spreidde mijn ben al wat meer, gaf haar die ruimte om te demonsteren wat ze kan.
Elise aarzelde zogenaamd, haar lippen net iets te lang op elkaar gedrukt, haar ogen groot en onzeker — precies zoals een sollicitante die plots iets onverwachts moet doen om indruk te maken. Toen liet ze zich langzaam onder tafel zakken. Ik voelde haar even tegen mijn knie, hoorde haar adem, en aan de andere kant verscheen ze weer, precies tussen mijn benen, haar handen voorzichtig om mijn stijve heen gevouwen alsof ze hem eerst moest begroeten voordat ze hem durfde te gebruiken.
Ze begon me aftastend af te trekken, verkennend, alsof ze nog volledig in haar rol zat en niet meer mocht tonen dan een scholingsoefening. Maar toen boog ze zich voorover en nam me in haar mond, zacht eerst, warm, alsof ze het tempo langzaam wilde opbouwen voor het effect — en zodra haar lippen me omsloten, liet ze die gespeelde onzekerheid los. Elise keek omhoog naar me, haar ogen donker en smachtend, en in die blik lag alles wat ze wilde zeggen: dat ze minstens zo goed was als Kamila, misschien wel beter, en dat ze deze rol graag permanent wilde claimen. Lizzy was alweer vervlogen. Hier zat Elise. Met hetzelfde doel. Maar had Kamila het wel door?
Kamila bleef de regisseur, koel en scherp, haar stem een dunne draad van controle terwijl Elise werkte.
“Langzamer. Laat hem voelen dat jij het tempo bepaalt.”
Elise vertraagde gehoorzaam, maar haar tong gleed nét iets speelser langs mijn rand dan Kamila had voorgeschreven.
“Kijk even omhoog terwijl je verdergaat. Laat hem zien dat je het begrijpt.”
Ze keek, en mijn hele lijf trok samen.
“Niet meteen diep. Eerst netjes presenteren wat je kunt.”
Elise hield zich eraan, maar haar vrije hand streek bijna ondeugend langs mijn huid.
“Gebruik één hand, de andere blijft op zijn dij. Netjes.”
Haar vingers gleden naar mijn dij, warm, strak, precies volgens instructie.
“Wacht. Eerst zijn adem aftasten. Dan pas verder.”
Ze pauzeerde — kort maar effectief — en toen ze verderging, voelde ik mijn rug al naar achter trekken.
“Hou je rug recht. Laat hem merken dat je aandachtig werkt.”
Ze richtte zich iets op, haar mond nog altijd om me heen, bijna trots.
“Stop heel even… ja, zo. Laat hem dat missen voor je weer doorgaat.”
Het werkte. Mijn heupen trokken naar voren nog voor ik het doorhad. De instructies waren niet willekeurig. Het waren dingen die Kamila allemaal deed als ze met mij bezig was. Ze was ook echt met me bezig dan, niet zomaar dom pijpen. Elise kon dit ook, deed dit nu ook, of Kamila het nou zou zeggen of niet.
Ik voelde me tegelijk vereerd en gebruikt, alsof ik het middel was in hun dynamiek, een testobject dat Elise moest doorstaan. En toch… ik gaf me over. Helemaal. Elise luisterde naar Kamila, gehoorzaam en gedisciplineerd, maar tussendoor liet ze keer op keer haar eigen talent zien: hoe haar mond me volledig kon opslokken, hoe ze zuigend terugtrok, hoe haar lippen net te lang bleven hangen op plekken waarvan ze wist dat ze me daar kon breken.
Het duurde niet lang meer. Mijn benen spanden, mijn adem stokte, en Kamila’s hand kneep opnieuw in mijn schouder, alsof ze het ritme van mijn climax al kende.
“Goed zo, Lizzy,” fluisterde ze laag, vlak naast mijn oor. “Hou hem maar.” Maar Lizzy luisterde niet. Daar zat Elise. Mij te pijpen op een manier alsof ik haar wel moest kiezen, en Kamila stond er naast en leek het echt niet helemaal door te hebben. Beide vond ik opwindend.
En toen kwam ik — hard, diep in Elise’s mond, terwijl ze me stevig vasthield. Kamila bleef me observeren, maar ook troosten, haar lippen vonden mijn hals, haar vingers masseerden zacht mijn nek alsof ze me door elke trilling heen wilde begeleiden. Elise stopte niet; ze speelde met mijn zaad, likte me schoon, kuste mijn gevoelig geworden huid, bleef doorgaan alsof ze nog niet klaar was, alsof dit haar ondertekening was onder haar sollicitatie.
Toen ik eindelijk uitademde, traag en leeg, wist ik één ding zeker: dit was opnieuw een topochtend. En zij wisten het allebei. Maar wist ik meer?
Na afloop liepen we met z’n drieën naar de douche, nog naakt, nog licht trillend van alles wat er zojuist was gebeurd. Het voelde als vanzelfsprekend om achter elkaar aan te lopen, alsof we nog steeds onderdeel waren van hetzelfde ritueel, dezelfde beweging die beneden was begonnen. Onder de warme straal verwachtte ik dat we het spel zouden voortzetten — mijn lichaam reageerde in elk geval meteen alsof dat het enige logische vervolg was — maar Kamila draaide zich naar me toe met een ernst die me even deed stoppen. Ze wilde praten. Écht praten.
Het water liep langs haar gezicht terwijl ze zei: “Oké… laten we even helder zijn over net.” En er zat geen verwijt in haar stem, eerder iets zachts, iets dat me dwong te luisteren. Ze noemde het een rollenspel, ja, maar ook dat er dingen in zaten die meer waren dan theater. Een kern van waarheid, zei ze, en ik voelde hoe Elise naast me een fractie stilviel, alsof ze precies wist welk deel daarvan haar aanging.
Toen kwam die opmerking — half lachend, half gemeend — die meteen weer bloed naar mijn onderbuik stuurde: “Misschien moet Lizzy gewoon mee naar Ameland. Dan kan ze elke ochtend die afgesproken bj geven.” De knipoog erbij was licht, maar het effect was zwaar. Mijn lijf reageerde onmiddellijk, mijn erectie herpakte zich alsof dit hele gesprek niets anders deed dan me opnieuw klaarmaken.
Maar achter dat grapje zag ik het — wat Kamila níet doorhad. Voor Elise was dit geen flauwe opmerking. Dit was verlangen, hoop, een opening die ze maar al te gretig wilde pakken. Ze wilde dolgraag mee. Ik zag het in de manier waarop ze dichterbij kwam staan, hoe ze haar borstkas nauwelijks merkbaar naar voren bracht, hoe haar lippen even weken alsof ze iets wilde zeggen en zich op het laatste moment inhield. En ik wist: als ze meeging, zou ze me écht elke ochtend pijpen. Zonder twijfel. Maar ik zag ook wat eronder lag — dat ze veel meer wilde. Dat ze haar oude leven terug wilde, dat gevoel van deel uitmaken van iets, van gewenst zijn, van gekozen worden. En dat kon ze alleen krijgen als ze in het spel, en in het bed, Kamila wist te evenaren.
Het maakte me tegelijk bezorgd en verward trots. Het vlijde me dat Elise zo naar mij trok, zo snel, zo diep. Maar het baarde me zorgen dat ik dat misschien aanwakkerde zonder het te willen.
Die serieuze ondertoon werd nog duidelijker toen ik opnieuw opgewonden raakte — vanzelf, zonder enige moeite — en Elise dat meteen merkte. Ik keek nog naar Kamila toen ik voelde hoe Elise al naar beneden zakte, haar hand om me heen sloot en haar mond over me liet glijden alsof dat het enige logische vervolg van dit gesprek was. Geen toestemming gevraagd, geen blik gewisseld; ze nam me gewoon.
Kamila keek toe, eerst verrast, bijna geamuseerd, maar daarna met iets dat meer op acceptatie leek dan op jaloezie. Alsof ze dacht: Ja, dit is misschien hoe het straks zal zijn. Dit is hoe hij verder moet als wij niet meer samen zijn. Het deed iets in mijn borst trekken, iets dat niet alleen door lust kwam. Het idee was dat ik hoogstens een paar daagjes weg zou zijn van Kamila. Maar het voelde alsof het langer ging duren, alsof ik dan iemand als Elise nodig had voor mijn behoeftes. Ze wisten toch wel hoe het zat? Toch laat ik me door Kamila kussen die goedkeurend keek hoe Elise in haar ogen de sollicitatie van Lizzy nog uiterst serieus nam. Elise, met gesloten ogen door het douchewater, trekt haar wangen in als ze langzaam en nat heen en weer gaat, en me pijpt zoals zij zelfden heeft gedaan...
Elise werkte langzaam, intiem, alsof ze wilde zeggen dat dit niet om climax ging maar om contact, om claimen, om laten voelen dat zij er was. Dat zij nog meer wilde dan wat Kamila net had uitgesproken. En ik voelde het ook: dit was geen spel meer. Niet echt. Dit was Elise die zich opnieuw aan mij vastklampte, met daden in plaats van woorden.
Maar ik wist tegelijk dat het niet goed zat. Dat iets scheef stond. Elise was te gretig, te gewillig, te nadrukkelijk aanwezig in elke beweging. Alsof ze iets probeerde te winnen dat we nog niet hadden besproken. Ze liet ook nergens maar een centimeter ruimte voor Kamila. Alsof ze me wilde overtuigen van iets wat Kamila nog niet eens wist.
We hielden het kort, precies zoals het moest. Ik trok me terug. Elise ging niet uit zichzelf stoppen. Geen tweede climax, geen escalatie — alleen dat intieme, zachte, te eerlijke moment waarin ik voelde hoe veel Elise verlangde, hoeveel ze verborgen hield, en hoe weinig ervan echt op tafel lag. Ze keek me ook even aan alsof ze van zichzelf schrok. Het zit nog diep. Dat voel ik aan alles. En terwijl het water langs mijn rug liep, wist ik dat deze ochtend, hoe top ook, iets had blootgelegd dat niet zomaar zou verdwijnen.
Ik nam Kamila apart. Wilde toch even checken hoe het nu precies zat. Want het ging weer snel. Elise was er weer, en hoe. Maar had ze dat door? Waarom dit rollenspel? We gingen samen op de bank zitten, de woonkamer nog doortrokken van wat er eerder had gehangen — die geladen stilte na een ochtend die te veel losmaakte om zomaar weg te spoelen. De zon viel zacht door de gordijnen, net genoeg om alles normaal te laten lijken, en toch voelde niets normaal. Boven hoorde ik vaag het geluid van een deur die dichtging, een douche die misschien aanging, of misschien alleen maar werd opengezet. Elise was daarboven. Te stil. Te aandachtig. Ik wist dat ze luisterde, en wist tegelijk dat het haar pijn deed.
Kamila trok haar benen onder zich en keek me aan met die blik die altijd pas verschijnt als de rest van de wereld even van ons afglijdt. “Oké,” zei ze, zacht maar beslist, “laten we het erover hebben.” De toon alleen al maakte me rustiger, alsof ik eindelijk ergens mocht landen.
Ze vertelde me waarom ze het rollenspel had bedacht, zonder omwegen. Dat ze wilde voelen dat ze nog invloed had, dat ze me kon uitdagen zonder me kwijt te raken, dat ze Elise niet gebruikte om afstand te creëren maar juist om spanning te doseren — om iets luchtig te maken wat anders te zwaar werd. Ze zei ook dat ze soms bang was dat ik Elise te graag liet komen, te snel, te achteloos; dat ik me liet meeslepen door haar honger zonder eerst bij ons te checken. De eerlijkheid in haar stem maakte het moeilijk om weg te kijken.
Ik probeerde uit te leggen wat er in mij speelde. Dat ik het spel spannend vond, bijna verslavend, maar dat ik tegelijk voelde hoe snel ik in dat tempo meeging zodra Elise zo gretig werd. Dat het me bang maakte om grenzen te missen, niet omdat ik iets wilde verbergen, maar omdat ik bang was niet snel genoeg te voelen wanneer iets te ver ging. Ik vertelde haar dat ik vaak niet precies wist wanneer iets háár verlangen was of alleen maar spel, en dat ik daardoor bleef twijfelen of ik het goed deed, of we hetzelfde bedoelden.
Kamila knikte langzaam. “Dat is mijn fout,” zei ze. “Ik ben niet altijd duidelijk geweest. Ik denk soms dat jij het gewoon aanvoelt… maar dat doet niemand vanzelf.” Het was een zeldzame bekentenis, en precies daarom voelde ik hem in mijn borstkas landen.
We spraken over vertrouwen — niet als abstract woord, maar als iets dat op tafel lag tussen ons, rauw en kwetsbaar. Over hoe Kamila dingen soms voor zich hield om de boel niet te belasten, terwijl dat precies deed wat ze wilde vermijden. Over hoe ik dingen liet gebeuren zonder eerst te denken, alsof de stroom me optilde en ik pas later besefte waar ik beland was. En over Elise, die telkens die grens opzocht, bij mij én bij Kamila, en daarmee iets opriep dat al langer sluimerde: dat ongemakkelijke gevoel dat er meer speelde dan alleen spel.
Het was geen ruzie, geen beschuldiging. Het was twee mensen die eindelijk durfden uitspreken waar de barsten zaten, terwijl boven een deur te stil bleef — en we allebei wisten dat daar nog een derde spanning lag die niet vanzelf weg zou trekken.
Ik vond Elise later in de keuken, voorovergebogen boven het aanrecht alsof ze iets aan het opruimen was, maar haar houding verraadde direct dat ze niet echt bezig was — ze wachtte. Op mij. Op dit moment alleen. De ruimte was open, licht, maar de stilte hing er zo dicht dat elk woord meteen zou landen zonder ergens te kunnen verdwijnen. Buiten hoorde ik de voordeur zacht dichtvallen; Kamila was haar rondje gaan wandelen, zogenaamd voor frisse lucht, maar ik wist dat ze ons deze ruimte bewust gaf. En misschien ook omdat ze niet wilde zien wat dit gesprek met Elise ging doen.
Elise draaide zich om zodra ze hoorde dat ik binnenkwam. Haar ogen groot, verwachtingsvol, bijna te levendig, alsof ze heel even dacht dat dit het moment was waarop ik iets zou bevestigen wat zij zelf allang had ingevuld. Ze sprak snel, gehaast zelfs, alsof ze bang was dat ik haar anders niet helemaal zou horen. Ze zei dat ze alles wilde doen wat Kamila deed, alles, en meer. Dat ze kon geven wat wij misten, dat ze kon volgen, zich kon aanpassen, dat ze klaar was om mee te gaan naar Ameland, dat ze daar… dat zij daar voor mij wilde zijn. Op elke manier.
Het was zo doorzichtig dat het me pijn deed. En tegelijk raakte het me. Haar ogen, haar lichaam dat naar voren bewoog, de honger en het verlangen die ze niet eens meer probeerde te maskeren.
Voor ik iets kon zeggen zakte ze al door haar knieën, alsof het antwoord niet eens nodig was, alsof ze dacht dat daden meer zouden overtuigen dan woorden. En zodra haar handen me vonden, zonder pardon m'n broek naar beneden trok, zodra haar mond me omsloot, voelde ik een schok door mijn lijf gaan — die oude reflex, dat snelle, fysieke “ja” waar ik later altijd achteraan moest hollen om het bij te benen. Ik werd hard, ongekend snel, alsof mijn lichaam geen besef had van de schuld die meteen achter mijn ribben omhoog kroop. Dit was de Elise die graag zag, maar tot nu eigenlijk alleen gezien had bij een ander. Nu was ze eindelijk zo. Maar het moment was verkeerd. De reden erachter klopte niet.
Ze werkte alsof ze een wedstrijd moest winnen, alsof dit het moment was waarop zij moest laten zien dat ze iets kon wat Kamila misschien allang achter zich had gelaten. En ik wist: dit was geen lust alleen. Dit was een smeekbede, verpakt als daad.
Het maakte het alleen maar lastiger.
En toen — terwijl ze me nog in haar mond had, terwijl haar ogen omhoog keken in die stille, hopende vraag — zei ik het. Rustig, maar definitief. Dat ik die trip alleen wilde maken.
Het effect was abrupt, alsof ik een koord had doorgesneden. Ze stopte onmiddellijk, trok zich terug, keek weg, haar lippen rood en nat en trillend van iets wat niets meer met opwinding te maken had. Ze stond op, te snel, alsof ze zich ergens aan had bezeerd. Haar wangen kleurden niet van schaamte maar van teleurstelling die ze niet meer kon verbergen.
Ze had iets anders verwacht. Veel meer. Een plek die ze dacht terug te kunnen krijgen door simpelweg te geven, te knielen, te slikken — door alles te doen wat ze ooit had gedaan en ooit had verloren.
Ik zag het in haar ogen: spijt. Van wat ze achtergelaten had, van wat ze dacht dat ze zomaar weer kon oppakken.
En dat ze zich nu — voor het eerst — gebruikt voelde. Door mij, nog wel. Of door ons?
Het was ironisch. Zo ironisch dat ik er bijna iets van had willen zeggen. Maar ik hield mijn mond. Ik keek naar haar, naar dat overschot aan verwachting dat nu in duigen lag, en zweeg. Terwijl mijn gedachten alles riepen wat mijn mond niet durfde uit te spreken. Zo zat ze daar met mijn stijve in haar haar warme mond, en zo loopt ze verslagen naar de gang, naar boven. Stil. En ik sta daar maar.
Die avond zaten we met z’n drieën aan een kleine houten tafel in een café in het dorp, de borden nog warm, de glazen half leeg, maar de sfeer kil alsof we allemaal in verschillende kamers zaten. Ik voelde spanning in mijn schouders die ik niet van me af kreeg; Kamila leek het niet te merken, alsof ze nog steeds geloofde dat de dag vanzelf in rust zou uitdoven. Elise daarentegen zat stijf rechtop, haar blik strak op haar eten, elke beweging iets te precies, iets te beheerst — het soort stilte dat meer zegt dan woorden. En lachen deed ze bijna niet meer.
Het begon pas te schuiven toen ze, ogenschijnlijk achteloos, zei: “Ik kijk echt uit naar het weekend. Vooral omdat 'iedereen' daar weer zal zijn.” Ze legde nadruk op dat ene woord, zacht genoeg om onschuldig te lijken, hard genoeg om mij meteen rechtop te doen zitten. Met een bepaald venijn.
Iedereen? Ik dacht dat er maar een paar zouden komen. In mijn hoofd had ik het al ingevuld: Hyun, Sophia, misschien Maja en Pawel. Een klein groepje, overzichtelijk, een setting waarin ik nog steeds de spil was die de dynamiek kende en bepaalde. Dit omdat de meeste toch op het laatste moment afzeggen, zo ook het vorige weekend, toch? Niet een massa oude namen en oude verhalen die door elkaar heen zouden lopen. Daar zat ik niet op te wachten. Wie wel? Elise nu. Nu wel.
Ik keek naar Kamila, die even verstijfde bij het horen van Elise’s toon, en dat was alles wat ik nodig had. Dat kleine tikje in haar houding vertelde me wat ze nog niet had gezegd: dat ze me dingen had willen besparen, of uitstellen, of misschien gewoon niet had willen bespreken. En Elise wist dat. Ze had het gezien. Misschien gehoord. En nu duwde ze precies op die plek.
Ik voelde iets kouds in mijn maag toen ik Elise’s blik ving, die half triomfantelijke glans die je alleen ziet bij iemand die nét iets te veel pijn voelt en daardoor nét iets te hard duwt. Ze wist wat dit zou doen. Ze wist dat Kamila nog niet had verteld dat iedereen zou komen — ook Mussa en Jeff, die oude namen die aan Elise kleefden als verhalen die nooit écht waren afgerond. Namen die mij automatisch een stap terugzetten, een bijrol induwden die ik sinds dit alles niet meer gewend was. Ik had mezelf te vaak in het midden van de aandacht gezien om nu weer buiten de cirkel te staan.
Elise zag de twijfel in mijn ogen nog voor ik hem voelde. En ze glimlachte — klein, zacht, maar met die venijnige rand die alleen iemand produceert die gekwetst is en iets wil terugduwen. Ze lapte Kamila er ter plekke bij, maakte zichtbaar dat er iets verzwegen was, iets waar ik geen weet van had. En ik voelde de grond onder mijn stoel verschuiven.
Kamila probeerde iets te zeggen, maar kwam niet verder dan een half geopende mond. Elise had haar al op achterstand gezet, en ze wist het. Ze wist hoe onzeker ik kon worden als ik het gevoel had dat er achter mijn rug afspraken of waarheden lagen. Elise speelde het uit als één enkele zin, maar de ondertoon was giftig in zijn precisie.
Het was een gemene streek. Maar een begrijpelijke. Ze voelde zich gekwetst, genegeerd, teruggezet in een rol die ze dacht weer te kunnen claimen — en dit was haar manier om dat te laten voelen. Door twijfel te zaaien. Door Kamila onderuit te halen. Door mij te laten wiebelen. Eén zin, één woord zelfs: iedereen.
En daarmee had ze de hele avond van zijn as geduwd.
Ik schrok van Elise’s woorden, maar de klap kwam pas echt toen ik naar Kamila keek en in één oogopslag zag dat ze dit inderdaad voor me had verzwegen. Dat het geen misverstand was, geen nuance, geen toevalligheid. Ze had het geweten en niets gezegd. En zelfs terwijl ik hoorde hoe Elise het als wapen gebruikte, hoe doorzichtig haar spelletje was, voelde ik de boosheid niet naar haar glijden maar naar Kamila. Omdat het mogelijk was. Omdat zij het had laten bestaan. Kamila deed juist niet dit soort dingen, die was eerlijk, en zette mij altijd op de eerste plek. En wellicht had ze gedacht dit nu ook te doen, maar ze zou beter moeten weten met het verleden wat er was tussen mij, en sommige leden van die groep. Zeker in combinatie met haar en Elise.
De lucht om ons heen werd stroperig, zwaar, alsof elk geluid zich door een laag spanning heen moest duwen voordat het hoorbaar werd. Niemand zei iets; zelfs Elise, die haar punt al lang had gemaakt, zweeg nu en speelde met haar vork alsof het haar niet meer aanging. Ik voelde mijn rug verstijven, mijn kaak op slot klappen. Het gesprek was voorbij, maar niets was opgelost.
We liepen later in stilte terug naar het huisje. De weg was kort, maar voelde eindeloos omdat niemand wist hoe te beginnen. Ik liep iets voorop, niet bewust, maar omdat ik niet wist waar ik met mijn handen of mijn blik heen moest. Kamila volgde langzaam, haar passen klein, alsof ze probeerde te laten merken dat ze me ruimte gaf. Elise liep achteraan, met een haast tevreden stilte, niet triomfantelijk maar wel opgelucht dat haar pijn nu eindelijk ook ín de groep hing en niet alleen in haar.
Toen we binnen waren, probeerde Kamila iets te zeggen — een uitleg, een verzachtende zin, iets dat de scherpe rand eraf kon halen. Maar het kwam er halfslachtig uit, alsof ze zelf niet meer wist of haar redenen nog geldig waren. En het wantrouwen dat net was aangeraakt, groeide als iets dat lang had liggen wachten. Hoe goed bedoeld het ook was geweest, hoe weinig kwaad erachter zat, het bleef knagen: waarom wist ik dit niet? Waarom moest ik het zo horen?
Ik voelde me buitengesloten, alsof er een deur was dichtgevallen die ik niet eens doorhad dat openstond. Verraden, niet doordat zij iets fout had gedaan, maar doordat ik er geen deel van was geweest. Die nuance maakte het niet minder pijnlijk.
Er werd verder weinig meer gezegd. Geen verwijten, geen ruzie, geen harde woorden — alleen dat zware, allesomvattende zwijgen dat meer onthult dan elke discussie. De avond gleed weg in stilte, en terwijl we ieder onze eigen plek opzochten, dacht ik aan het weekend dat eraan kwam, en aan alles wat onder de oppervlakte al begon te schuiven.
En zo begon de dag nog magisch; Kamila die Elise had aangezet tot pijpen, zodat ik niet alleen naar Ameland hoefde af te reizen. Zodat ze haar 'belofte' kon houden. Allemaal mooi, prachtig en zuiver in elke zin die ik Kamila zou willen toedichten. En nu eindigt het zo; bitter en verhard. De kloof tussen Elise en mij is voelbaar groot. Ik kan niet zeggen dat ze het weer geflikt heeft, maar het lijkt er wel op. Ergens vind ik troost dat ze weer bij me wil zijn. Maar ook zij had veel beter moeten weten. Dat dit niet nodig was zo. En ook niet hoefde. We konden met z'n drieën. Niemand zou wat tekortkomen op welk vlak dan ook. Al was het wellicht alleen mijn fantasie geweest, die dus te mooi was om waar te zijn.
We zouden dit weekend naar Rotterdam gaan. Slapen bij Hyun en Sophia. Met Elise erbij. Daar ging ik eigenlijk al die tijd vanuit. Pawel en Maja konden wel crashen bij Joey en Alisha. En dan zou ik die vier meiden voor mezelf hebben. Ik zag maar weinig obstakels tot vandaag. En daarna zou ik een paar dagen teruggaan naar Ameland. Weer even nuchter worden, even in m'n vertrouwde omgeving. Ik had me al voorbereid hoe te vertellen aan Willemijn en Eke hoe de relatie er nu bijstond. En nu? Nu wil ik niet eens meer mee naar Rotterdam. Misschien blijf ik wel langer op Ameland. En ik zeg niks tegen Willemijn en Eke. Ik schaam me nu. Elise had me een realitycheck gegeven. Wellicht goed op de lange termijn, maar nu voelt het als een stoot tegen m'n kop. En de volgende ochtend werd ik dan ook wakker met een kater...
-
Ik bleef liggen, mijn hartslag trager dan mijn verbeelding, en liet de stilte zich vullen met scènes van gisteren: hoe we met z’n drieën bewogen, hoe Elise trillend en gretig tussen ons in zat, hoe Kamila leidde zonder ooit echt de controle te verliezen. Het was vreemd hoe snel een grens weer vloeibaar kon worden zodra we hem één keer hadden aangeraakt. Beneden hoorde ik het schuiven van stoelen, het nauwelijks gedempte geluid van stemmen, een scherpe klik, misschien van een map of een pen. Er speelde weer iets. Iets nieuws. Iets dat ze voorbereidden zonder mij. En dat was precies wat het zo prikkelend maakte.
Toen de minuten verstreken en ik mijn eigen ademhaling voelde versnellen, stond ik op en liep de trap af, elke trede een verlengde van die verwachting die in mijn onderbuik trok. Ik was naakt, harder dan een uur geleden, harder dan gisteren zelfs, alsof mijn lichaam al wist dat ik in een scène zou stappen voordat mijn hoofd wist welke. In de keuken werd meteen duidelijk dat de ruimte niet langer de onze was; het was getransformeerd tot iets dat leek op een kantoor op een verkeerde plek. Kamila stond bij de tafel, een notitieblok in haar hand, haar haar strak opgestoken, een grote bril op die haar een bijna kille autoriteit gaf. Haar rok spande rond haar heupen, haar witte blouse zat strak en de bovenste knoopjes stonden open, niet achteloos maar berekend. Elise zat al, benen netjes over elkaar, een broekpak dat haar rechter maakte dan ik haar ooit had gezien, make-up die haar ogen groter en haar mond zachter liet lijken. Voor haar lagen papieren alsof ze dit interview echt al dagen had voorbereid.
Ik stapte verder, nog altijd met die hardnekkige erectie die eerder een introductie dan een ongemak leek, en voelde hoe de lucht in de ruimte veranderde zodra ze beiden hun blik op mij richtten. Kamila was volledig in haar rol; ze keek me aan met dat koele, zakelijke respect van een assistente die precies weet wie de macht in handen heeft. “Goedemorgen, meneer Longwood,” zei ze, met een nadruk die te dik was om niet bedoeld te zijn. “Dit is onze kandidaat, Lizzy Looselips.”
Elise — Lizzy — glimlachte nerveus, zoals een sollicitante die het zich niet kan permitteren om op te staan of weg te kijken. Ik zag een flikkering van spanning door haar heen gaan, iets oprechts onder de gespeelde onzekerheid, iets dat maakte dat het hele rollenspel niet alleen een spel was maar een verlengde van wat gisteren nog in haar had nagezinderd.
Ik keek even om me heen, automatisch zoekend naar de camera waarvan ik verwachtte dat ze die ergens hadden opgesteld. Maar er was niets. Geen lampje, geen statief, niets dat bevestigde dat dit werd vastgelegd. Dat maakte het des te beter; het was alleen voor ons. Dus liet ik mijn schouders zakken, stapte dichterbij, voelde hoe beide vrouwen hun houding aanspanden om me in het ritme van hun fictieve wereld te trekken.
“Lizzy,” zei ik langzaam, terwijl ik haar een hand gaf, mijn erectie op ooghoogte. “Zeg maar Luke. Zij bent dus onze kandidaat?” zei ik alsof niet echt wist wat hier speelde, wat ook zo was.
En precies op dat moment voelde ik hoe het hele spel klikte — alsof de kamer niet meer de keuken was maar een ruimte die uitsluitend bestond om deze spanning te dragen, en ik geen idee meer had waar de echte grenzen lagen maar wel precies wist dat ik ze met hen zou vinden.
Zodra ik tegenover haar plaatsnam, werd meer duidelijk dan woorden hoefden te dragen; Elise zat daar in een keurige, bijna té verzorgde outfit voor het vroege uur, haar rug recht, haar handen gevouwen op de papieren voor haar, maar haar blik gleed telkens weg van mijn gezicht naar mijn erectie die onbeschaamd boven de tafel uitkwam. Ze durfde me niet recht aan te kijken, en juist dat maakte haar nerveuze gegiechel nog echter: het was deels spel, dat voelde ik meteen, maar er zat ook iets in dat heel dicht tegen haar werkelijke spanning aan schuurde. Alsof ze exact wist waar ze zichzelf in had geplaatst, en even niet zeker was of ze die rol volledig aankon zonder zichtbaar te trillen.
Ik merkte hoe mijn omgeving zich langzaam om me heen vormde, hoe de kamer niet langer gewoon onze keuken was maar een geïmproviseerd kantoor waar alles een tikje te intiem was om onschuldig te zijn. Kamila stond achter me, dicht genoeg om haar adem bij mijn oor te voelen, haar handen stevig op mijn schouders, alsof ze me zowel introduceerde als vastzette in mijn positie. Ze straalde een controle uit die bijna tastbaar werd, die zelfverzekerde, machtsbewuste houding die bij haar maar af en toe naar boven komt en dan altijd met diezelfde diepe indruk. Haar haar was strak opgestoken, haar bril gaf haar een strengheid die haar ogen alleen maar scherper maakte, en de combinatie van blouse, rok en houding maakte dat ik dacht: ja, zo mag ze er vaker bijlopen. Veel vaker.
Ze boog zich iets voorover, haar stem laag en beheerst, volledig in haar rol, en zei: “Meneer Longwood, dit is mevrouw Looselips. Zij solliciteert naar de positie die binnenkort vrijkomt.” Ze pauzeerde precies lang genoeg om Elise te laten blozen. “Full-Service Assistent.”
Ik voelde hoe Elise’s ogen nog één keer omlaag schoten toen Kamila het uitsprak, alsof de titel zelf al een verwachting was waar ze aan moest voldoen. En op het moment dat mijn naam — mijn *rol* — hardop werd uitgesproken, sprong mijn erectie nog net iets op, een reflex die zowel Elise als Kamila niet miste. Kamila’s vingers knepen zacht in mijn schouders, alsof ze bevestigde dat dit precies de bedoeling was. Elise slikte hoorbaar en zette zich rechter, maar haar benen leken iets strakker tegen elkaar gedrukt.
Ik voelde het decor om ons sluiten: Kamila naast en achter me, als de regisseur van dit hele toneel, Elise tegenover ons, het perfecte middelpunt van het interview dat allesbehalve professioneel zou blijven. De setting was compleet, en ik hoefde niets meer te doen dan erin te stappen en te laten gebeuren wat zij al lang hadden voorbereid.
Het interview kantelde sneller dan ik kon bijhouden; het gleed weg van oppervlakkige competenties en ervaring en werd al snel iets zwoels, iets dat nauwelijks nog deed alsof het professioneel was. Elise’s hele lichaam sprak vóór ze woorden had: haar stem werd lager, bijna hees; elke keer dat ze slikte klonk het alsof ze zichzelf moest dwingen om niet te hard naar adem te happen; haar handen verschoven onrustig over haar schoot, zoekend naar een plek die tegelijk netjes en onderdanig voelde. En terwijl zij zich kleiner maakte, voelde ik mezelf juist groter worden, niet door iets wat ik zei, maar door de manier waarop hun blikken eerst mijn lichaam aftastten voordat ze mijn gezicht überhaupt meenamen. Ik werd niet beoordeeld — ik werd bekeken, geobserveerd, ingeschat. De tafel die ons scheidde was geen barrière meer maar een lijn die we met elke vraag dichter naar elkaar toe verlegden. Stiltes werden geen pauzes maar geladen momenten waarin iets kon verschuiven zonder dat iemand bewoog.
Kamila nam de leiding alsof ze dit haar hele leven al had gedaan. Ze tikte een pen tegen haar notitieblok, schraapte zacht haar keel, en zei met dat mixje van koelte en plezier: “Lizzy, laten we beginnen. Stel jezelf kort voor.”
Toen kwamen de vragen, strak, scherp, één voor één.
“Welke vaardigheden vind je dat je het beste inzet onder druk?” vroeg Kamila, en haar hand gleed even in mijn nek, nauwelijks zichtbaar voor Elise maar genoeg om mijn adem stil te zetten.
Elise glimlachte nerveus en antwoordde: “Ik functioneer juist beter wanneer er druk op staat. Dan stop ik met twijfelen en doe ik wat nodig is.”
Er zat geen spel meer tussen die woorden; dat was Elise zelf.
Kamila knikte kort. “Hoe ga jij om met situaties waarin volledige toewijding wordt verwacht?”
“Toewijding is geen probleem… als ik voel dat de ander het aankan en duidelijk is in wat hij verwacht.”
Ik voelde die zin letterlijk in mijn onderbuik landen, hoe haar blik die laatste woorden op mij richtte voordat ze hem weer op Kamila liet rusten.
“Ben je eerder verantwoordelijk geweest voor… intensief persoonlijk contact?” vroeg Kamila, en de pauze die ze midden in de zin liet vallen was bijna beledigend expliciet.
Elise haalde langzaam adem. “Ja. Ik heb eerder één-op-één gewerkt. Dat vraagt aandacht, raakt soms grenzen, maar dat ligt me.”
Grenzen. Ze zei het alsof ze wist dat ze er weer een zou gaan verschuiven.
Kamila liep een paar passen om de tafel heen, alsof ze Elise visueel wilde bestuderen. “Hoe snel pas jij je aan als een leidinggevende exact aangeeft wat hij wil?”
“Vrij snel,” zei Elise zonder aarzeling. “Als iemand duidelijk is, volg ik dat zonder gedoe. Ik leer snel wat iemand prettig vindt.”
Ik zag de kleur in haar wangen, zag hoe haar knieën zich dichter naar elkaar bewoog toen Kamila zwijgend noteerde — alsof het echt ergens over ging.
“Heb je ervaring met werkzaamheden waarbij je… dicht bij de opdrachtgever moet komen?”
“Nabijheid gaat me goed af,” antwoordde ze zacht. “Mensen voelen zich snel comfortabel bij me, ook als het direct wordt.”
Het woord direct bleef tussen ons hangen, bijna tastbaar.
Kamila leunde terug tegen de tafel, vouwde haar armen nonchalant, en vroeg: “Wat zou jij doen als je merkt dat je manager méér van je vraagt dan in de functieomschrijving staat?”
Elise glimlachte — trager, zelfverzekerder nu. “Dan reageer ik. Soms ga ik verder dan ik zelf verwachtte, als het goed voelt en klopt.”
Er viel een stilte waarin niemand bewoog, maar alles verschoof. De dubbelzinnigheid hing overal: in de vragen, in Elise’s antwoorden, in de manier waarop haar verleden opeens als een open dossier tussen ons lag. Ze had geen moment verborgen dat ze wist waarvoor ze solliciteerde; ze gaf het bijna trots toe, in elk antwoord, in elke nuance: dat ze in het verleden niet vies was geweest van dit soort… functies, en dat ze precies begreep wat de positie “Full-Service Assistent” werkelijk inhield. Toen was ze dat niet van mij, maar van anderen. Dat weet ik. Dat weet zijn. Ik denk niet dat Kamila dit beseft. Maar Elise weet zeker dat ik dit weet, en dat dit me alleen maar meer opwindt.
Het was geen interview meer. Het was een uitnodiging — en een bekentenis.
Ze moest zich nog bewijzen, dat was duidelijk; geen papier, geen woorden, maar fysiek, en alleen als ze dat wilde. Ze deed alsof het haar overviel, alsof ze dit niet had zien aankomen, maar de honger in haar blik verried iets anders: ze wilde deze functie, deze plek, deze positie tussen mijn benen. Ze wilde laten zien dat zij degene was die hier hoorde.
Kamila tikte met haar pen op de tafel en zei droog: “Laat Lizzy maar even demonstreren wat ze kan.” Het klonk formeel, bijna streng, maar haar hand kneep tegelijk licht in mijn schouder, waardoor mijn lijf al reageerde nog voor Elise bewoog. En ik spreidde mijn ben al wat meer, gaf haar die ruimte om te demonsteren wat ze kan.
Elise aarzelde zogenaamd, haar lippen net iets te lang op elkaar gedrukt, haar ogen groot en onzeker — precies zoals een sollicitante die plots iets onverwachts moet doen om indruk te maken. Toen liet ze zich langzaam onder tafel zakken. Ik voelde haar even tegen mijn knie, hoorde haar adem, en aan de andere kant verscheen ze weer, precies tussen mijn benen, haar handen voorzichtig om mijn stijve heen gevouwen alsof ze hem eerst moest begroeten voordat ze hem durfde te gebruiken.
Ze begon me aftastend af te trekken, verkennend, alsof ze nog volledig in haar rol zat en niet meer mocht tonen dan een scholingsoefening. Maar toen boog ze zich voorover en nam me in haar mond, zacht eerst, warm, alsof ze het tempo langzaam wilde opbouwen voor het effect — en zodra haar lippen me omsloten, liet ze die gespeelde onzekerheid los. Elise keek omhoog naar me, haar ogen donker en smachtend, en in die blik lag alles wat ze wilde zeggen: dat ze minstens zo goed was als Kamila, misschien wel beter, en dat ze deze rol graag permanent wilde claimen. Lizzy was alweer vervlogen. Hier zat Elise. Met hetzelfde doel. Maar had Kamila het wel door?
Kamila bleef de regisseur, koel en scherp, haar stem een dunne draad van controle terwijl Elise werkte.
“Langzamer. Laat hem voelen dat jij het tempo bepaalt.”
Elise vertraagde gehoorzaam, maar haar tong gleed nét iets speelser langs mijn rand dan Kamila had voorgeschreven.
“Kijk even omhoog terwijl je verdergaat. Laat hem zien dat je het begrijpt.”
Ze keek, en mijn hele lijf trok samen.
“Niet meteen diep. Eerst netjes presenteren wat je kunt.”
Elise hield zich eraan, maar haar vrije hand streek bijna ondeugend langs mijn huid.
“Gebruik één hand, de andere blijft op zijn dij. Netjes.”
Haar vingers gleden naar mijn dij, warm, strak, precies volgens instructie.
“Wacht. Eerst zijn adem aftasten. Dan pas verder.”
Ze pauzeerde — kort maar effectief — en toen ze verderging, voelde ik mijn rug al naar achter trekken.
“Hou je rug recht. Laat hem merken dat je aandachtig werkt.”
Ze richtte zich iets op, haar mond nog altijd om me heen, bijna trots.
“Stop heel even… ja, zo. Laat hem dat missen voor je weer doorgaat.”
Het werkte. Mijn heupen trokken naar voren nog voor ik het doorhad. De instructies waren niet willekeurig. Het waren dingen die Kamila allemaal deed als ze met mij bezig was. Ze was ook echt met me bezig dan, niet zomaar dom pijpen. Elise kon dit ook, deed dit nu ook, of Kamila het nou zou zeggen of niet.
Ik voelde me tegelijk vereerd en gebruikt, alsof ik het middel was in hun dynamiek, een testobject dat Elise moest doorstaan. En toch… ik gaf me over. Helemaal. Elise luisterde naar Kamila, gehoorzaam en gedisciplineerd, maar tussendoor liet ze keer op keer haar eigen talent zien: hoe haar mond me volledig kon opslokken, hoe ze zuigend terugtrok, hoe haar lippen net te lang bleven hangen op plekken waarvan ze wist dat ze me daar kon breken.
Het duurde niet lang meer. Mijn benen spanden, mijn adem stokte, en Kamila’s hand kneep opnieuw in mijn schouder, alsof ze het ritme van mijn climax al kende.
“Goed zo, Lizzy,” fluisterde ze laag, vlak naast mijn oor. “Hou hem maar.” Maar Lizzy luisterde niet. Daar zat Elise. Mij te pijpen op een manier alsof ik haar wel moest kiezen, en Kamila stond er naast en leek het echt niet helemaal door te hebben. Beide vond ik opwindend.
En toen kwam ik — hard, diep in Elise’s mond, terwijl ze me stevig vasthield. Kamila bleef me observeren, maar ook troosten, haar lippen vonden mijn hals, haar vingers masseerden zacht mijn nek alsof ze me door elke trilling heen wilde begeleiden. Elise stopte niet; ze speelde met mijn zaad, likte me schoon, kuste mijn gevoelig geworden huid, bleef doorgaan alsof ze nog niet klaar was, alsof dit haar ondertekening was onder haar sollicitatie.
Toen ik eindelijk uitademde, traag en leeg, wist ik één ding zeker: dit was opnieuw een topochtend. En zij wisten het allebei. Maar wist ik meer?
Na afloop liepen we met z’n drieën naar de douche, nog naakt, nog licht trillend van alles wat er zojuist was gebeurd. Het voelde als vanzelfsprekend om achter elkaar aan te lopen, alsof we nog steeds onderdeel waren van hetzelfde ritueel, dezelfde beweging die beneden was begonnen. Onder de warme straal verwachtte ik dat we het spel zouden voortzetten — mijn lichaam reageerde in elk geval meteen alsof dat het enige logische vervolg was — maar Kamila draaide zich naar me toe met een ernst die me even deed stoppen. Ze wilde praten. Écht praten.
Het water liep langs haar gezicht terwijl ze zei: “Oké… laten we even helder zijn over net.” En er zat geen verwijt in haar stem, eerder iets zachts, iets dat me dwong te luisteren. Ze noemde het een rollenspel, ja, maar ook dat er dingen in zaten die meer waren dan theater. Een kern van waarheid, zei ze, en ik voelde hoe Elise naast me een fractie stilviel, alsof ze precies wist welk deel daarvan haar aanging.
Toen kwam die opmerking — half lachend, half gemeend — die meteen weer bloed naar mijn onderbuik stuurde: “Misschien moet Lizzy gewoon mee naar Ameland. Dan kan ze elke ochtend die afgesproken bj geven.” De knipoog erbij was licht, maar het effect was zwaar. Mijn lijf reageerde onmiddellijk, mijn erectie herpakte zich alsof dit hele gesprek niets anders deed dan me opnieuw klaarmaken.
Maar achter dat grapje zag ik het — wat Kamila níet doorhad. Voor Elise was dit geen flauwe opmerking. Dit was verlangen, hoop, een opening die ze maar al te gretig wilde pakken. Ze wilde dolgraag mee. Ik zag het in de manier waarop ze dichterbij kwam staan, hoe ze haar borstkas nauwelijks merkbaar naar voren bracht, hoe haar lippen even weken alsof ze iets wilde zeggen en zich op het laatste moment inhield. En ik wist: als ze meeging, zou ze me écht elke ochtend pijpen. Zonder twijfel. Maar ik zag ook wat eronder lag — dat ze veel meer wilde. Dat ze haar oude leven terug wilde, dat gevoel van deel uitmaken van iets, van gewenst zijn, van gekozen worden. En dat kon ze alleen krijgen als ze in het spel, en in het bed, Kamila wist te evenaren.
Het maakte me tegelijk bezorgd en verward trots. Het vlijde me dat Elise zo naar mij trok, zo snel, zo diep. Maar het baarde me zorgen dat ik dat misschien aanwakkerde zonder het te willen.
Die serieuze ondertoon werd nog duidelijker toen ik opnieuw opgewonden raakte — vanzelf, zonder enige moeite — en Elise dat meteen merkte. Ik keek nog naar Kamila toen ik voelde hoe Elise al naar beneden zakte, haar hand om me heen sloot en haar mond over me liet glijden alsof dat het enige logische vervolg van dit gesprek was. Geen toestemming gevraagd, geen blik gewisseld; ze nam me gewoon.
Kamila keek toe, eerst verrast, bijna geamuseerd, maar daarna met iets dat meer op acceptatie leek dan op jaloezie. Alsof ze dacht: Ja, dit is misschien hoe het straks zal zijn. Dit is hoe hij verder moet als wij niet meer samen zijn. Het deed iets in mijn borst trekken, iets dat niet alleen door lust kwam. Het idee was dat ik hoogstens een paar daagjes weg zou zijn van Kamila. Maar het voelde alsof het langer ging duren, alsof ik dan iemand als Elise nodig had voor mijn behoeftes. Ze wisten toch wel hoe het zat? Toch laat ik me door Kamila kussen die goedkeurend keek hoe Elise in haar ogen de sollicitatie van Lizzy nog uiterst serieus nam. Elise, met gesloten ogen door het douchewater, trekt haar wangen in als ze langzaam en nat heen en weer gaat, en me pijpt zoals zij zelfden heeft gedaan...
Elise werkte langzaam, intiem, alsof ze wilde zeggen dat dit niet om climax ging maar om contact, om claimen, om laten voelen dat zij er was. Dat zij nog meer wilde dan wat Kamila net had uitgesproken. En ik voelde het ook: dit was geen spel meer. Niet echt. Dit was Elise die zich opnieuw aan mij vastklampte, met daden in plaats van woorden.
Maar ik wist tegelijk dat het niet goed zat. Dat iets scheef stond. Elise was te gretig, te gewillig, te nadrukkelijk aanwezig in elke beweging. Alsof ze iets probeerde te winnen dat we nog niet hadden besproken. Ze liet ook nergens maar een centimeter ruimte voor Kamila. Alsof ze me wilde overtuigen van iets wat Kamila nog niet eens wist.
We hielden het kort, precies zoals het moest. Ik trok me terug. Elise ging niet uit zichzelf stoppen. Geen tweede climax, geen escalatie — alleen dat intieme, zachte, te eerlijke moment waarin ik voelde hoe veel Elise verlangde, hoeveel ze verborgen hield, en hoe weinig ervan echt op tafel lag. Ze keek me ook even aan alsof ze van zichzelf schrok. Het zit nog diep. Dat voel ik aan alles. En terwijl het water langs mijn rug liep, wist ik dat deze ochtend, hoe top ook, iets had blootgelegd dat niet zomaar zou verdwijnen.
Ik nam Kamila apart. Wilde toch even checken hoe het nu precies zat. Want het ging weer snel. Elise was er weer, en hoe. Maar had ze dat door? Waarom dit rollenspel? We gingen samen op de bank zitten, de woonkamer nog doortrokken van wat er eerder had gehangen — die geladen stilte na een ochtend die te veel losmaakte om zomaar weg te spoelen. De zon viel zacht door de gordijnen, net genoeg om alles normaal te laten lijken, en toch voelde niets normaal. Boven hoorde ik vaag het geluid van een deur die dichtging, een douche die misschien aanging, of misschien alleen maar werd opengezet. Elise was daarboven. Te stil. Te aandachtig. Ik wist dat ze luisterde, en wist tegelijk dat het haar pijn deed.
Kamila trok haar benen onder zich en keek me aan met die blik die altijd pas verschijnt als de rest van de wereld even van ons afglijdt. “Oké,” zei ze, zacht maar beslist, “laten we het erover hebben.” De toon alleen al maakte me rustiger, alsof ik eindelijk ergens mocht landen.
Ze vertelde me waarom ze het rollenspel had bedacht, zonder omwegen. Dat ze wilde voelen dat ze nog invloed had, dat ze me kon uitdagen zonder me kwijt te raken, dat ze Elise niet gebruikte om afstand te creëren maar juist om spanning te doseren — om iets luchtig te maken wat anders te zwaar werd. Ze zei ook dat ze soms bang was dat ik Elise te graag liet komen, te snel, te achteloos; dat ik me liet meeslepen door haar honger zonder eerst bij ons te checken. De eerlijkheid in haar stem maakte het moeilijk om weg te kijken.
Ik probeerde uit te leggen wat er in mij speelde. Dat ik het spel spannend vond, bijna verslavend, maar dat ik tegelijk voelde hoe snel ik in dat tempo meeging zodra Elise zo gretig werd. Dat het me bang maakte om grenzen te missen, niet omdat ik iets wilde verbergen, maar omdat ik bang was niet snel genoeg te voelen wanneer iets te ver ging. Ik vertelde haar dat ik vaak niet precies wist wanneer iets háár verlangen was of alleen maar spel, en dat ik daardoor bleef twijfelen of ik het goed deed, of we hetzelfde bedoelden.
Kamila knikte langzaam. “Dat is mijn fout,” zei ze. “Ik ben niet altijd duidelijk geweest. Ik denk soms dat jij het gewoon aanvoelt… maar dat doet niemand vanzelf.” Het was een zeldzame bekentenis, en precies daarom voelde ik hem in mijn borstkas landen.
We spraken over vertrouwen — niet als abstract woord, maar als iets dat op tafel lag tussen ons, rauw en kwetsbaar. Over hoe Kamila dingen soms voor zich hield om de boel niet te belasten, terwijl dat precies deed wat ze wilde vermijden. Over hoe ik dingen liet gebeuren zonder eerst te denken, alsof de stroom me optilde en ik pas later besefte waar ik beland was. En over Elise, die telkens die grens opzocht, bij mij én bij Kamila, en daarmee iets opriep dat al langer sluimerde: dat ongemakkelijke gevoel dat er meer speelde dan alleen spel.
Het was geen ruzie, geen beschuldiging. Het was twee mensen die eindelijk durfden uitspreken waar de barsten zaten, terwijl boven een deur te stil bleef — en we allebei wisten dat daar nog een derde spanning lag die niet vanzelf weg zou trekken.
Ik vond Elise later in de keuken, voorovergebogen boven het aanrecht alsof ze iets aan het opruimen was, maar haar houding verraadde direct dat ze niet echt bezig was — ze wachtte. Op mij. Op dit moment alleen. De ruimte was open, licht, maar de stilte hing er zo dicht dat elk woord meteen zou landen zonder ergens te kunnen verdwijnen. Buiten hoorde ik de voordeur zacht dichtvallen; Kamila was haar rondje gaan wandelen, zogenaamd voor frisse lucht, maar ik wist dat ze ons deze ruimte bewust gaf. En misschien ook omdat ze niet wilde zien wat dit gesprek met Elise ging doen.
Elise draaide zich om zodra ze hoorde dat ik binnenkwam. Haar ogen groot, verwachtingsvol, bijna te levendig, alsof ze heel even dacht dat dit het moment was waarop ik iets zou bevestigen wat zij zelf allang had ingevuld. Ze sprak snel, gehaast zelfs, alsof ze bang was dat ik haar anders niet helemaal zou horen. Ze zei dat ze alles wilde doen wat Kamila deed, alles, en meer. Dat ze kon geven wat wij misten, dat ze kon volgen, zich kon aanpassen, dat ze klaar was om mee te gaan naar Ameland, dat ze daar… dat zij daar voor mij wilde zijn. Op elke manier.
Het was zo doorzichtig dat het me pijn deed. En tegelijk raakte het me. Haar ogen, haar lichaam dat naar voren bewoog, de honger en het verlangen die ze niet eens meer probeerde te maskeren.
Voor ik iets kon zeggen zakte ze al door haar knieën, alsof het antwoord niet eens nodig was, alsof ze dacht dat daden meer zouden overtuigen dan woorden. En zodra haar handen me vonden, zonder pardon m'n broek naar beneden trok, zodra haar mond me omsloot, voelde ik een schok door mijn lijf gaan — die oude reflex, dat snelle, fysieke “ja” waar ik later altijd achteraan moest hollen om het bij te benen. Ik werd hard, ongekend snel, alsof mijn lichaam geen besef had van de schuld die meteen achter mijn ribben omhoog kroop. Dit was de Elise die graag zag, maar tot nu eigenlijk alleen gezien had bij een ander. Nu was ze eindelijk zo. Maar het moment was verkeerd. De reden erachter klopte niet.
Ze werkte alsof ze een wedstrijd moest winnen, alsof dit het moment was waarop zij moest laten zien dat ze iets kon wat Kamila misschien allang achter zich had gelaten. En ik wist: dit was geen lust alleen. Dit was een smeekbede, verpakt als daad.
Het maakte het alleen maar lastiger.
En toen — terwijl ze me nog in haar mond had, terwijl haar ogen omhoog keken in die stille, hopende vraag — zei ik het. Rustig, maar definitief. Dat ik die trip alleen wilde maken.
Het effect was abrupt, alsof ik een koord had doorgesneden. Ze stopte onmiddellijk, trok zich terug, keek weg, haar lippen rood en nat en trillend van iets wat niets meer met opwinding te maken had. Ze stond op, te snel, alsof ze zich ergens aan had bezeerd. Haar wangen kleurden niet van schaamte maar van teleurstelling die ze niet meer kon verbergen.
Ze had iets anders verwacht. Veel meer. Een plek die ze dacht terug te kunnen krijgen door simpelweg te geven, te knielen, te slikken — door alles te doen wat ze ooit had gedaan en ooit had verloren.
Ik zag het in haar ogen: spijt. Van wat ze achtergelaten had, van wat ze dacht dat ze zomaar weer kon oppakken.
En dat ze zich nu — voor het eerst — gebruikt voelde. Door mij, nog wel. Of door ons?
Het was ironisch. Zo ironisch dat ik er bijna iets van had willen zeggen. Maar ik hield mijn mond. Ik keek naar haar, naar dat overschot aan verwachting dat nu in duigen lag, en zweeg. Terwijl mijn gedachten alles riepen wat mijn mond niet durfde uit te spreken. Zo zat ze daar met mijn stijve in haar haar warme mond, en zo loopt ze verslagen naar de gang, naar boven. Stil. En ik sta daar maar.
Die avond zaten we met z’n drieën aan een kleine houten tafel in een café in het dorp, de borden nog warm, de glazen half leeg, maar de sfeer kil alsof we allemaal in verschillende kamers zaten. Ik voelde spanning in mijn schouders die ik niet van me af kreeg; Kamila leek het niet te merken, alsof ze nog steeds geloofde dat de dag vanzelf in rust zou uitdoven. Elise daarentegen zat stijf rechtop, haar blik strak op haar eten, elke beweging iets te precies, iets te beheerst — het soort stilte dat meer zegt dan woorden. En lachen deed ze bijna niet meer.
Het begon pas te schuiven toen ze, ogenschijnlijk achteloos, zei: “Ik kijk echt uit naar het weekend. Vooral omdat 'iedereen' daar weer zal zijn.” Ze legde nadruk op dat ene woord, zacht genoeg om onschuldig te lijken, hard genoeg om mij meteen rechtop te doen zitten. Met een bepaald venijn.
Iedereen? Ik dacht dat er maar een paar zouden komen. In mijn hoofd had ik het al ingevuld: Hyun, Sophia, misschien Maja en Pawel. Een klein groepje, overzichtelijk, een setting waarin ik nog steeds de spil was die de dynamiek kende en bepaalde. Dit omdat de meeste toch op het laatste moment afzeggen, zo ook het vorige weekend, toch? Niet een massa oude namen en oude verhalen die door elkaar heen zouden lopen. Daar zat ik niet op te wachten. Wie wel? Elise nu. Nu wel.
Ik keek naar Kamila, die even verstijfde bij het horen van Elise’s toon, en dat was alles wat ik nodig had. Dat kleine tikje in haar houding vertelde me wat ze nog niet had gezegd: dat ze me dingen had willen besparen, of uitstellen, of misschien gewoon niet had willen bespreken. En Elise wist dat. Ze had het gezien. Misschien gehoord. En nu duwde ze precies op die plek.
Ik voelde iets kouds in mijn maag toen ik Elise’s blik ving, die half triomfantelijke glans die je alleen ziet bij iemand die nét iets te veel pijn voelt en daardoor nét iets te hard duwt. Ze wist wat dit zou doen. Ze wist dat Kamila nog niet had verteld dat iedereen zou komen — ook Mussa en Jeff, die oude namen die aan Elise kleefden als verhalen die nooit écht waren afgerond. Namen die mij automatisch een stap terugzetten, een bijrol induwden die ik sinds dit alles niet meer gewend was. Ik had mezelf te vaak in het midden van de aandacht gezien om nu weer buiten de cirkel te staan.
Elise zag de twijfel in mijn ogen nog voor ik hem voelde. En ze glimlachte — klein, zacht, maar met die venijnige rand die alleen iemand produceert die gekwetst is en iets wil terugduwen. Ze lapte Kamila er ter plekke bij, maakte zichtbaar dat er iets verzwegen was, iets waar ik geen weet van had. En ik voelde de grond onder mijn stoel verschuiven.
Kamila probeerde iets te zeggen, maar kwam niet verder dan een half geopende mond. Elise had haar al op achterstand gezet, en ze wist het. Ze wist hoe onzeker ik kon worden als ik het gevoel had dat er achter mijn rug afspraken of waarheden lagen. Elise speelde het uit als één enkele zin, maar de ondertoon was giftig in zijn precisie.
Het was een gemene streek. Maar een begrijpelijke. Ze voelde zich gekwetst, genegeerd, teruggezet in een rol die ze dacht weer te kunnen claimen — en dit was haar manier om dat te laten voelen. Door twijfel te zaaien. Door Kamila onderuit te halen. Door mij te laten wiebelen. Eén zin, één woord zelfs: iedereen.
En daarmee had ze de hele avond van zijn as geduwd.
Ik schrok van Elise’s woorden, maar de klap kwam pas echt toen ik naar Kamila keek en in één oogopslag zag dat ze dit inderdaad voor me had verzwegen. Dat het geen misverstand was, geen nuance, geen toevalligheid. Ze had het geweten en niets gezegd. En zelfs terwijl ik hoorde hoe Elise het als wapen gebruikte, hoe doorzichtig haar spelletje was, voelde ik de boosheid niet naar haar glijden maar naar Kamila. Omdat het mogelijk was. Omdat zij het had laten bestaan. Kamila deed juist niet dit soort dingen, die was eerlijk, en zette mij altijd op de eerste plek. En wellicht had ze gedacht dit nu ook te doen, maar ze zou beter moeten weten met het verleden wat er was tussen mij, en sommige leden van die groep. Zeker in combinatie met haar en Elise.
De lucht om ons heen werd stroperig, zwaar, alsof elk geluid zich door een laag spanning heen moest duwen voordat het hoorbaar werd. Niemand zei iets; zelfs Elise, die haar punt al lang had gemaakt, zweeg nu en speelde met haar vork alsof het haar niet meer aanging. Ik voelde mijn rug verstijven, mijn kaak op slot klappen. Het gesprek was voorbij, maar niets was opgelost.
We liepen later in stilte terug naar het huisje. De weg was kort, maar voelde eindeloos omdat niemand wist hoe te beginnen. Ik liep iets voorop, niet bewust, maar omdat ik niet wist waar ik met mijn handen of mijn blik heen moest. Kamila volgde langzaam, haar passen klein, alsof ze probeerde te laten merken dat ze me ruimte gaf. Elise liep achteraan, met een haast tevreden stilte, niet triomfantelijk maar wel opgelucht dat haar pijn nu eindelijk ook ín de groep hing en niet alleen in haar.
Toen we binnen waren, probeerde Kamila iets te zeggen — een uitleg, een verzachtende zin, iets dat de scherpe rand eraf kon halen. Maar het kwam er halfslachtig uit, alsof ze zelf niet meer wist of haar redenen nog geldig waren. En het wantrouwen dat net was aangeraakt, groeide als iets dat lang had liggen wachten. Hoe goed bedoeld het ook was geweest, hoe weinig kwaad erachter zat, het bleef knagen: waarom wist ik dit niet? Waarom moest ik het zo horen?
Ik voelde me buitengesloten, alsof er een deur was dichtgevallen die ik niet eens doorhad dat openstond. Verraden, niet doordat zij iets fout had gedaan, maar doordat ik er geen deel van was geweest. Die nuance maakte het niet minder pijnlijk.
Er werd verder weinig meer gezegd. Geen verwijten, geen ruzie, geen harde woorden — alleen dat zware, allesomvattende zwijgen dat meer onthult dan elke discussie. De avond gleed weg in stilte, en terwijl we ieder onze eigen plek opzochten, dacht ik aan het weekend dat eraan kwam, en aan alles wat onder de oppervlakte al begon te schuiven.
En zo begon de dag nog magisch; Kamila die Elise had aangezet tot pijpen, zodat ik niet alleen naar Ameland hoefde af te reizen. Zodat ze haar 'belofte' kon houden. Allemaal mooi, prachtig en zuiver in elke zin die ik Kamila zou willen toedichten. En nu eindigt het zo; bitter en verhard. De kloof tussen Elise en mij is voelbaar groot. Ik kan niet zeggen dat ze het weer geflikt heeft, maar het lijkt er wel op. Ergens vind ik troost dat ze weer bij me wil zijn. Maar ook zij had veel beter moeten weten. Dat dit niet nodig was zo. En ook niet hoefde. We konden met z'n drieën. Niemand zou wat tekortkomen op welk vlak dan ook. Al was het wellicht alleen mijn fantasie geweest, die dus te mooi was om waar te zijn.
We zouden dit weekend naar Rotterdam gaan. Slapen bij Hyun en Sophia. Met Elise erbij. Daar ging ik eigenlijk al die tijd vanuit. Pawel en Maja konden wel crashen bij Joey en Alisha. En dan zou ik die vier meiden voor mezelf hebben. Ik zag maar weinig obstakels tot vandaag. En daarna zou ik een paar dagen teruggaan naar Ameland. Weer even nuchter worden, even in m'n vertrouwde omgeving. Ik had me al voorbereid hoe te vertellen aan Willemijn en Eke hoe de relatie er nu bijstond. En nu? Nu wil ik niet eens meer mee naar Rotterdam. Misschien blijf ik wel langer op Ameland. En ik zeg niks tegen Willemijn en Eke. Ik schaam me nu. Elise had me een realitycheck gegeven. Wellicht goed op de lange termijn, maar nu voelt het als een stoot tegen m'n kop. En de volgende ochtend werd ik dan ook wakker met een kater...
-
Trefwoord(en): Sollicitatie, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10


Bezoek ook eens mijn profiel pagina om meer over mij te weten te komen, een overzicht te zien van mijn verhalen of om een berichtje achter te laten! Ook kun je jezelf aanmelden om een mail te ontvangen als ik een nieuw verhaal heb geplaatst!
