Door: RickMaastricht
Datum: 08-08-2018 | Cijfer: 8.7 | Gelezen: 1759
Lengte: Lang | Leestijd: 26 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Coming Of Age, Romantiek,
Lengte: Lang | Leestijd: 26 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Coming Of Age, Romantiek,
Vervolg op: Awakenings - 7
Hoofdstuk 22
(Daniel)
Het daarop volgend weekend verliep rustig.
Natuurlijk voelde ik wat spanning als ik aan Het Stuk dacht; maar gelukkig was alles zo verlopen als ik gehoopt had, niemand had argwaan gekregen, en als het goed was, dan was inmiddels de hele handel bij de drukker, en zou ik volgende week woensdag – uiterlijk donderdag – in de openbaarheid komen met mijn zogenaamde comingout…..
En dan Sven…..
Dierbare Sven!
Een paar dagen na Het Gebeuren in de doucheruimte van de tennishal was mijn hoofd nog steeds één grote en verwarde chaos. Ik was wel veel rustiger geworden sindsdien, niet op de laatste plaats door de gesprekken met moeder Eveline. En nu maar proberen de zaken op een rijtje te krijgen! Ik had gisteren geprobeerd met Sven in gesprek te komen, jammerlijk mislukt! Hij reageerde koeltjes aan de telefoon en liet duidelijk blijken momenteel geen behoefte te hebben aan een gesprek. Ik vroeg natuurlijk waarom niet.
‘Luister, Daniel, wat gebeurd is is gebeurd, oké? Laat het maar even zo’.
Hij noemde me bij m’n volle naam, niet zo’n goed teken, want normaal was het “Daan’’ of “Daantje”….
‘Maar ik zou je graag even willen spreken’ probeerde ik nogmaals.
‘Waarom?’
‘Waarom? Waarom?? Nou, omdat ik een erg rot gevoel heb overgehouden aan het gebeuren van een paar dagen geleden, en… nou ja, ik eh….. ik voel me niet best…’
‘Nou, dat hebben we dan in ieder geval gemeen. Het beste’.
En voor ik iets kon terugzeggen had Sven de hoorn op de haak gelegd.
Ik staarde nog een tijdje naar de bakelieten telefoonhoorn en legde toen nadenkend langzaam de hoorn op de haak, weer heel onzeker over wat ik hier nu weer mee aanmoest.
Dat was gisteren.
Ik keek met één oog naar de wekker en zag dat het half tien was.
Natuurlijk zag ik ook Svens foto op het nachtkastje staan, die ik gisteravond tevergeefs geprobeerd had om te draaien.
Ik haalde m’n schouders op.
‘Daar ga je Svennie, tot betere tijden…’, en richtte me halfop om het fotolijstje met Svens afbeelding vast te pakken en in het laatje van m’n nachtkastje te laten verdwijnen.
‘Wat een overdreven, romantische en o zo puberale actie is dit toch’ dacht ik.
Ik had me blijkbaar niet hoog genoeg opgericht, want ik kreeg wederom het lijstje net niet te pakken en door deze actie viel het om en kwam ondersteboven op het nachtkastje te liggen.
‘Ook goed, pianoboy, blijf zo maar even liggen, lijkt me voor nu het beste…’
Ik ging weer liggen, vouwde mijn handen onder m’n hoofd en dacht na.
Het is zaterdag 9 september 1973 dacht ik toen monter, en ik heb een lekker lang en zalig weekend voor de boeg, zonder al te veel verplichtingen, kom op! Uit de veren!
Onder het aankleden bedacht ik wat ik vandaag zou gaan doen. Het Grote en Verlossende Gesprek met Sven kon ik wel vergeten; ik besloot eerst maar een paar uurtjes te gaan lezen.
Na het ontbijt keek ik in mijn boekenkast, op zoek naar ‘Kruistocht in spijkerboek’, dat heerlijke en voor-al fantastische boek van Thea Beckman, dat net dit jaar verschenen was. Ik had het bijna uit, maar wilde het daarna meteen nog eens lezen met het oog op plaatsing op mijn boekenlijst voor school.
Mijn ogen dwaalden over het bovenste schap, waar ik het boek volgens mij ergens had neergelegd en ble-ven rusten op ‘The Lord of the Rings’ van Tolkien. Och ja, onze Tolkien…… Ik nam het boek ter hand en dacht met weemoed dat mijn held, de auteur van al dit moois 7 dagen geleden gestorven was. Het boek was 19 jaar geleden voor het eerst gepubliceerd, maar had nog helemaal niets van zijn magie verloren, integendeel!
Ik ging op m’n bed zitten, bladerde door het eerste deel en….. ik was weer verkocht!
Thea Beckman moest maar even wachten…..
Zondag had Eveline gelukkig geen actieve dienst (ze had wachtdienst en moest standby zijn voor nood-gevallen) en was vanaf het begin van de middag druk in de weer in de keuken.
Het zou Toscaans worden deze keer, en wij alleen keken uit naar het moment van aan tafel gaan!
In afwachting legde ik op mijn slaapkamer de laatste hand aan de vertaling van een stukje Livius, het laat-ste beetje huiswerk dat nog gedaan moest worden voor morgen.
…..‘et ducibus Bruttiis Graecas urbas temptavit,’ Ik mompelde die woorden voor me uit; ik herkende de constructie niet meteen. Ik was moe geloof ik; ik zuchtte.
‘En terwijl De Bruttiërs hem de weg wezen viel Hannibal de Griekse steden aan’ schalde een vrolijke stem vanachter de openstaande slaapkamerdeur.
Ik keek op.
Annika kwam binnen en plofte naast me op het bed.
‘Dag lieverd, nog steeds bezig?’
‘Mmm, dit was eigenlijk het laatste stukje dat jij zo vriendelijk was zojuist voor me te vertalen’.
Ik sloeg m’n boeken en schrift dicht en liet alles achteloos op de grond vallen. Ik was blij dat m’n ex vriendin er was en was wel toe aan een praatje. Ik gaf haar een vriendschappelijke zoen op haar wang, wat haar het commentaar ontlokte: ‘He jasses! Je had je wel eens mogen scheren!’
Ze had gelijk, maar ja, zondag is zondag, nietwaar? Ik moest me sinds kort iedere dag scheren, want mijn haren groeiden snel en weelderig, trouwens niet alleen op m’n gezicht! Sinds enige tijd groeide het ook rijkelijk op m’n borstkas, en eerlijk gezegd vond ik het best een mooi gezicht!
‘Ja klopt, schatje, maarreh…… ik héb me geschoren vanmorgen, alleen niet mijn gezicht’.
Ik liet deze mededeling even in de lucht hangen, en toen kreeg ze het door.
Ze gaf me een por die me bijna in de plantenbak die naast m’n bed staat deed belanden (trouwens een uitstekende plek om in te plassen, vooral als je ’s nachts geen zin heb om die hele gang naar het toilet te maken…)
‘Wat ben je toch een uitgesproken smeerkanis, Daantje’ lachte ze.
Ik knikte instemmend en bedacht wat een fijne vriendin en kameraad Annika wel niet was. Sinds onze ‘‘relatie’’ definitief voorbij was waren we eigenlijk alleen maar meer naar elkaar toegegroeid, en waren in alles elkaars steun en toeverlaat, zoals ik dat ook met Sven heb.
Had.
Mijn gezicht betrok.
Nu niet aan denken! Annika is hier!
‘Is er wat, Daan? Je kijkt zo somber, het lijkt wel alsof je op het Schoolbal door mevrouw Wishaupt ten dans bent gevraagd en niet durft te weigeren’, grapte ze.
Ik moest lachen.
‘Frau Generalin’ riep ik.
‘Moeder Overste!’
‘Zuster Aborta Provocata’ joelde ik, ‘van de Orde van het Verheven Kruis van de Heer’.
Gierend van het lachen vielen we tegen elkaar aan.
He, dat deed goed….
Toen we uitgelachen waren keek ze me weer peinzend aan..
‘Maar je heb nog steeds geen antwoord gegeven op mijn vraag, is er wat met je? Als ik eerlijk mag zijn vind ik je de laatste dagen wel sombertjes en zo….’.
Ik wuifde het weg.
‘Een beetje hoofdpijn, ik heb veel gedaan afgelopen dagen, het stelt niets voor, met mij gaat alles best’, loog ik.
Het blije gevoel van een minuut geleden was op slag weg en onwillekeurig keek ik steels naar de omgeval-len foto van Sven.
Niet stiekem genoeg blijkbaar, want ook haar blik ging naar het nachtkastje.
‘De foto is omgevallen’ riep ze.
‘Gisteren per ongeluk omgestoten toen ik me uitkleedde’ verzon ik om er van af te zijn. Annika was mijn boezemvriendin, absoluut, maar zolang ik zelf niet echt duidelijk begreep wat er gaande was tussen Sven en mij, en in mezelf, wilde ik er niet over praten, nou ja, met uitzondering van Eveline dan.
Helaas waren m’n ogen op ditzelfde moment weer vochtig geworden. Verdorie!
Ik stond abrupt van m’n bed op en begon omstandig m’n schooltas voor morgen in te pakken, bij wijze van afleidingsmanoeuvre.
Dit was niet zo’n goede zet, bleek al snel.
Doordat ik m’n gedachten even niet meer op het gesprek met Annika hoefde te focussen gingen deze al heel snel alle kanten uit. Verdomme! Wat gebeurt er toch??? Kut kut kut, waarom ben ik in vredesnaam behept met zo’n groot arsenaal aan emoties!!
En ja, hoor, niet meer tegen te houden liepen enkele tranen over m’n gezicht.
Nijdig wiste ik deze weg.
“Tranen hebben soms de kracht van woorden” citeerde Annika de Romeinse dichter Ovidius. ‘Je zegt zoveel nu’, ze nam m’n beide handen vast, ‘maar niet alles. Kom, lieve Daan, lucht je gemoed’.
Ik keek haar aan.
‘Sven en ik hebben ruzie, al sinds een paar dagen. Sindsdien is onze verhouding er een van een koele beje-gening. Hij negeert mij en wil niet met me spreken’.
‘Waarover hebben jullie dan ruzie gehad?’
Ik aarzelde.
‘Nou, dat ligt wat moeilijker, ik….eh…. kan er moeilijk over praten, want het ligt allemaal nogal gevoe-lig…. Het is tamelijk persoonlijk, zie je’.
‘Nee, ik zie niets! Wát is dan zo persoonlijk’.
Ik knikte met m’n hoofd.
‘Sorry, maar ik kan Sven z’n vertrouwen niet beschamen’ zei ik, heel laf natuurlijk, want dit is maar een onderdeel van de hele zaak, en alles wat ikzelf de laatste dagen doorvoelde was er een minstens zo belang-rijk bestanddeel van, maar dat dorst ik dus niet tegen haar te zeggen.
Annika was heel nieuwsgierig, maar ook tactvol.
‘Oké, Daniel, ik respecteer jouw standpunt, maar denk je niet echt dat dit wel bijgelegd kan worden? Hoor eens, jullie kennen elkaar al 9 jaar, geloof ik….en…’
‘Tien jaar’ onderbrak ik haar.
‘Kijk eens aan! Je gelooft toch niet echt dat een zo’n ruzietje een vriendschap van 10 jaar om zeep kan helpen? Kom op nou’!
De lieve schat had natuurlijk geen flauw idee, waar het allemaal om ging, van de andere kant scoorde ze wel een punt. Tien goede, fijne en kostbare jaren hadden Sven en mij kort bij elkaar gebracht, heel kort, en natuurlijk was dit nu niet zomaar voorbij; als ik door mijn verwarde gedachten en emoties heen had proberen na te denken was ik er zelf ook wel op gekomen.
Ik voelde me weer iets beter, en dat zei ik Annika ook.
‘Je heb gelijk, Sven en ik zullen praten, zo snel mogelijk, en we komen er uiteindelijk wel uit’.
‘Daar ben ik van overtuigd, lieverd, en je weet: Annika is er altijd voor jou!’
Ik gaf haar een zoen.
‘Natuurlijk schat, dank je, maar nu is het toch echt de hoogste tijd voor wat vloeibaars, kom mee!’
We liepen gezellig pratend naar beneden.
Hoofdstuk 23
(Daniel)
We zaten gezellig met ons vieren in de keuken, de afwas was gedaan. Het eten was weer eens voortreffelijk geweest. ‘Toscaans, with a touch of Eveline’ had moeder gegrapt. Hoe dan ook, het was áf, en ook de vaat was in de machine nu, lang leve de uitvinding van mevrouw Josephine Cochrane!
We waren allen aan het lezen en behalve het zo en dan omdraaien van een bladzijde hoorde je verder niets.
We zijn een echte leesfamilie en hoewel we natuurlijk ook een televisie hebben, en ook wel op andere manieren de avonden doorbrengen lezen we heel vaak. Het gebeurt meer dan eens dat we met z’n drieën of z’n vieren uren bij elkaar zitten, lezen en maar weinig woorden wisselen, om dan – als we na uren op-breken om naar bed te gaan – tegen elkaar te zeggen hoe ontzettend gezellig het weer geweest is! En ge-loof me: dit is dan beslist niet cynisch of sarcastisch bedoeld…..
Ik verdiep me in Tolkien en lees over Tom Bombadil als plots de telefoon gaat.
Eveline veert op, ze heeft wachtdienst en het kan natuurlijk het ziekenhuis zijn. Ze kijkt op haar horloge: nog een half uur te gaan, het zal toch niet???
‘Goedenavond, u spreekt met Dr. Eveline ter Horst’.
Een enthousiaste begroeting aan de andere kant. Eveline legt even de hand op de hoorn en sist: ‘Het is tante Ernestine!’.
Tante Ernestine!
Een mooier exemplaar van het menselijk ras kun je je nauwelijks voorstellen!
Ernestine is technisch gesproken geen echte tante van ons, maar we hebben haar altijd zo genoemd. Er-nestine – inmiddels 50 geworden – is een jeugdvriendin van ma, en zij heeft na het huwelijk van mijn ouders en na haar eigen huwelijk het contact niet verloren laten gaan.
Haar huwelijk deed destijds in onze kringen en heel ver daarbuiten heel wat stof opwaaien.
Het zat zo: Ernestine leerde in 1960 een Turkse man kennen, Mehmet Haba, een van de voorlopers van de grote stroom Turkse gastarbeiders die zo’n beetje vanaf 1964 naar Nederland zouden komen. Ernestine liep hem letterlijk tegen het lijf in Rotterdam, ze raakten in gesprek (hij sprak een paar woorden Neder-lands en wat Engels, genoeg voor deze eerste gesprekken), en…. ze raakten verliefd! Op dat moment was ze 37, nooit getrouwd geweest en had zich er al min of meer bij neergelegd dat ze de rest van haar leven vrijgezelle zou blijven.
Niet dus.
Haar familie sprak er dus schande van, en natuurlijk was ook de familie van Mehmet “not amused”.
Overigens was Ernestines verbintenis met Mehmet geen escapisme, om toch vooral maar te kunnen ont-snappen aan haar wat kleurloze bestaan als single en als tiepmiep; nee, ze was echt heel erg verliefd op ‘haar Turk’ en is dat tot het einde toe gebleven, en dat vice versa……
Haar familie verstootte haar min of meer, en aan zijn kant waren ook de betrekkingen zeer onderkoeld en in bepaalde gevallen zelfs vijandig. Ze trokken zich er niets van aan en gingen hun eigen weg. De enigen met wie ze in die periode regelmatig contact hadden, waren mijn ouders en wij natuurlijk.
Ernestine en Mehmet gingen in Utrecht wonen en kort daarna besloten ze hun eigen zaak te beginnen. Ze openden een Turks restaurant, ‘Antalya’ geheten, genoemd naar de geboorteplaats van Mehmet, en…. het werd een doorslaand succes! Met de energieke hulp van haar man werd Ernestine algauw een volleerde Turkse kokkin en de klanten bleven toestromen. Zakelijk ging het hun voor de wind dus, en ook privé was bijna alles koek en ei, bijna, want Ernestine bleek geen kinderen te kunnen krijgen. Een groot ver-driet, voor haar en voor haar man, want ze hadden dolgraag hun liefdesband willen bezegelen met een kindje……..
Toen die treurige duidelijkheid er eenmaal was concentreerden beiden zich fanatieker dan tevoren op hun zaak.
Het ging goed, tot Mehmet ziek werd, dat was zo’n 7 à 8 jaar later.Hij had iets aan zijn luchtwegen en longen, het precieze is me destijds enigszins ontgaan vrees ik. Hoe dan ook: de artsen achtten het raad-zaam dat Mehmet een warmer klimaat op zou gaan zoeken, om zo hopelijk de ziekte tot staan te kunnen brengen.
De beslissing was redelijk snel genomen.
Ze verkochten hun goedlopende restaurant, kochten een pand in Antalya, in de “Kalè Içi”, de Oude Stad, en verhuisden naar Turkije. Iedereen was verbaasd over de snelheid waarmee een en ander in z’n werk was gegaan, wij niet in het minst, maar zoals Ernestine het eenvoudig uitdrukte: ‘Luister, schatten van me, ik hou heel veel van Mehmet, en wil maar twee dingen: dat hij weer gezond wordt, en dat wij samen nog heel veel jaren gelukkig mogen zijn!’
Ondanks de grote verschillen tussen Turkije en Nederland kon Ernestine goed aarden daar; ze begon van het land en de mensen te houden en leerde binnen de kortste keren Turks praten.
Ernestine ontpopte zich als een kordate vrouw die slagvaardig alle problemen te lijf kon gaan (want die waren er natuurlijk óók) en daarmee kreeg ze – zelfs bij de afstandelijke familieleden – het nodige respect.
Een broer en 2 zussen van Mehmet woonden eveneens in Antalya en zij lieten in het begin nooit na om hun neus overal tussen te steken en vooral ongewenst commentaar te leveren. Ernestine trok zich daar niet al te veel van aan, probeerde haar schoonfamilie niet al te zeer voor het hoofd te stoten, maar deed de zaken – samen met Mehmet – wel precies zoals zíj het wilde.
Dat lukte, en eigenlijk, eind jaren zestig, was het ijs tussen beide partijen dan helemaal gebroken, vooral toen het restaurant dat Ernestine en Mehmet in Kalè Içi een succes werd. Ze hadden het restaurant ‘Me-lek’ genoemd, Turks voor ‘engel’, en beiden lieten in het midden of deze naam op hem of op haar sloeg….
Voorjaar 1971 sloeg dan het noodlot toe, bij ons en bij hun…
Bij mijn vader Hans was leverkanker vastgesteld, en op 29 april van dat jaar overleed hij na een gelukkig kortstondige strijd; bijna 2 maanden later ging Mehmet dood.
Mehmets fysieke constitutie was weliswaar veel beter geworden na hun plotselinge verhuizing naar Tur-kije, maar helaas niet goed genoeg. De klachten kwamen uiteindelijk weer terug en 2 weken na een spoedopname in een ziekenhuis van Antalya overleed hij. Ernestine kon tot haar verdriet niet aanwezig zijn bij de begrafenis van Hans (haar eigen man was zwaar ziek en stervend, al wisten zij dat op dat mo-ment gelukkig nog niet), Eveline was op haar beurt wél in Antalya aanwezig om Mehmet de laatste eer te bewijzen.
Ze bleef er 2 weken (wij waren aan de goede en vooral heerlijke zorgen van opa en oma toevertrouwd), en volgens mij heeft Ernestine uiteindelijk dankzij de nooit aflatende warme vriendschap van onze moeder de draad weer kunnen oppakken. Ze ging niet in op de goed bedoelde adviezen van haar familie (waarmee de betrekkingen uiteindelijk weer hersteld waren) om haar wonden te likken en vervolgens zo snel moge-lijk naar Nederland terug te keren. Nee, na haar rouwperiode ging ze weer aan de slag, in Antalya.
Ze pakte de zaken al gauw weer op haar eigen energieke manier aan, en na een jaar opende ze naast het restaurant een pension in de Kalè Içi, dat – hoe kan het ook anders! – de naam ‘Mehmet’ meekreeg.
De zaken gingen wel, en nu was ze dus aan de telefoon!
Ze had al vaker gezegd dat ons gezin nu maar eens naar Antalya moest komen, en dat zag ik echt wel zit-ten!
Ik hoorde flarden van het gesprek en concentreerde me weer op die wonderlijke wereld die Midden Aarde heet.
Het gesprek was afgelopen.
‘Jullie hebben allemaal de allerhartelijkste groetjes van tante Ernestine. En zoals jullie wel hebben kunnen horen gaat het goed met haar. Ze wilt jullie graag zien’.
We keken haar verwachtingsvol aan, uiteraard hadden we bij vlagen iets in die richting gehoord.
‘Wat dachten jullie ervan om met ons vieren in de winter naar Antalya te gaan, eind december bijvoor-beeld? Tegen die tijd zijn we denk ik wel allemaal aan een verzetje toe!’
Wij juichen natuurlijk….
Eveline sprak met ons af dat zij komende weken een en ander verder zou gaan uitzoeken en de details verder met Ernestine zou gaan regelen, zodat we gevieren onbezorgd in december naar het Zonnige Zui-den zouden gaan.
In opperbeste stemming ging ik naar boven.
Hoofdstuk 24
(Daniel)
Ik kleedde me op m’n gemak uit en overdacht het voorbije weekend.
Het vooruitzicht om op het einde van dit jaar een weekje in zuid Turkije te verblijven is natuurlijk heer-lijk! Alleen het denken daaraan leidde m’n gedachten af van de emotionele dingen van de laatste dagen.
Ook het gesprek met m’n maatje Annika had op het laatst dan toch nog een positieve draai gekregen; ze had altijd al dat relativerende vermogen gehad, en ik voelde me beslist een stuk beter na ons gesprek.
De komende week zou lastig worden, daar was ik van overtuigd, maar nu had ik ten minste weer het ge-voel dat ik de dingen aankon.
Die Annika toch……..
Ik liep in m’n wijde boxer richting badkamer, een schone onderbroek in de hand.
Ik deponeerde de gedragen boxer in een van de wasmanden en draaide de douchekranen open.
Ik stapte in de douchecabine.
Het warme water kletterde op me neer en al gauw had ik een heerlijk ontspannen en behaaglijk gevoel.
Hé?
Behaaglijk?
Ik kreeg een beetje een ongemakkelijk gevoel en moest onwillekeurig weer denken aan het gebeuren in de tennishal…..
‘Vade retro, Satanas’, mompelde ik en begon m’n lijf van kop tot teen in te zepen.
Stond Annika nu maar naast me, dacht ik.
Annika?
Ik grinnikte, dit ging goed!
Ik had Annika wel eens in bikini gezien, en dat heeft bij die gelegenheid een grote indruk op me gemaakt. Het kledingstuk was vrij klein uitgevallen en liet veel zien, niet alles natuurlijk, maar dat was geen pro-bleem! Mijn oververhitte geile en dirty pubermind vulde moeiteloos de rest in……
Ik zeepte verder en sloeg geen plekje over.
Dat ik bij gelegenheid wel eens opgewonden raakte daarbij, vooral bij het inzepen van m’n piemel en wat daaronder hangt, wist ik nu wel, maar dat dit nu ook gebeurde toen ik een paar keer over mijn borstkas ging en in het bijzonder over m’n tepels, dat was nieuw voor mij.
De tepels??
Nou ja, waarom niet…..
Hoera!
Erogene zone nr. 3 ontdekt, dacht ik.
Ik streelde door en spoedig was mijn kanon in stelling gebracht….
Verder dan dit ging ik zelden, althans niet in de badkamer.
Wij hebben hier de gewoonte om nergens deuren op slot te doen.
Dus ook geen badkamerdeur.
Geen probleem, voor niemand niet, en ik geneerde me dan ook niet in het geringste om m’n naakte torso te vertonen voor Claire, Eric, of Eveline. Ik heb een mooi lijf, en dat mag best gezien worden!!
Maar niet zo.
Ik zou me doodschamen als iemand van m’n gezinsleden me zou zien terwijl ik een erectie heb, of met mezelf aan het spelen ben, zoals nu dus.
Door deze overpeinzingen had ik Eric dus niet de badkamer horen binnenkomen; ik zag hem toen het te laat was, dacht ik…
Ik draaide me om en begon me onder de hete douche af te spoelen.
‘Verlegen, broertje?’ spotte Eric.
‘Huh? Niet echt nee’.
‘Niet echt nee’ bauwde hij me na.
‘Als je wilt masturberen, ga gerust je gang, het zal me worst wezen… je bevind je overigens in goed gezel-schap……’
Zonder te wachten op commentaar marcheerde hij de badkamer weer uit.
Verdorie!
Betrapt!
Ik draaide de kranen uit en begon me af te drogen.
Natuurlijk was ik in deze bepaald niet uitzonderlijk, dat wist ik wel, en uiteraard zou ook Eric met z’n 16 jaren allang ontdekt hebben wat voor leuke dingen je allemaal kunt doen met dat slangetje daaronder…
Ik trok een schone boxer aan en liep naar m’n kamer.
De boxer ging weer uit.
Ben ik preuts?
Nee hoor! Maar ik had geen zin om nog een keer een van mijn gezinsleden te laten meegenieten van een halve erectie, want die was er – in weerwil van het voorgevallene – nog wel degelijk.
Ik slaap graag naakt, ’s zomers en ’s winters, dus uit met die boxer!
Ik liet me op bed vallen en rook het zachte parfum van Annika.
De halve erectie was verdwenen en was nu een volledige erectie geworden.
Terwijl ik mezelf overal streelde, voelde ik hoe mijn tepels weer stijf geworden waren, een ongekende een vooral lekkere sensatie! Ik kneep erin, en dat maakte in mijn beleving het fijne gevoel alleen maar groter. Langzaam begon ik me af te trekken. In gedachte zag ik Annika in bikini, en vooral Annika zonder bikini.
Mijn fantasie sloeg op hol….
Oh, Annika, raak me aan!
Ja!
Ook daar…. En daar…… en daar!
In mijn geile fantasie gebeurde er van alles nu, wat onze Dominee beslist zwaar de wenkbrauwen zou hebben doen fronsen.
Nou en?
Ik ging voor de commodespiegel staan en keek op.
Ik zag een niet onknappe enigszins slungelige jongen, met een leuk blond koppie en een behaarde borst (dat van dat leuke blonde koppie zijn mijn moeders woorden, ik citeer alleen maar!).
Met m’n linkerhand streelde ik nog steeds mijn borst, en dan speciaal m’n tepels en voelde me op en top geil.
‘Annika’ zo fluisterde ik, ‘ik wil je aanraken. Ik wil je borsten voelen, ik wil je borsten kussen’.
Mijn bewegingen versnelden.
‘Mijn lief, neem mijn pik vast en leidt hem bij je naar binnen……. Ik wil je neuken!’
In mijn fantasie zag ik het hele tafereel voor me en was opgewondener dan ooit.
Mijn bewegingen werden sneller, en sneller, en sneller………
Ik kreunde en voelde hoe mijn pik dikker werd.
Allerlei spieren trokken zich samen en de daaropvolgende ontlading was heel heftig en fel.
Grommend spoot ik 5, 6 stralen uit mijn trillende pik en gelukkig was mijn super ejaculatie (andere woor-den hiervoor zijn er gewoon niet!) heel doelgericht deze keer! Mijn zaad kwam zonder mankeren tegen de spiegel aan en liep vervolgens heel langzaam omlaag, een mooi gezicht……
Terwijl ik nog nahijgde veegde ik met een tissue de spiegel schoon, alsook mijn piemel en deponeerde de doekjes op het nachtkastje, met de bedoeling ze morgen wel in de wc te dumpen.
Ik kroop in bed en met de meest gelukzalige gedachten viel ik in een diepe en droomloze slaap.
(Daniel)
Het daarop volgend weekend verliep rustig.
Natuurlijk voelde ik wat spanning als ik aan Het Stuk dacht; maar gelukkig was alles zo verlopen als ik gehoopt had, niemand had argwaan gekregen, en als het goed was, dan was inmiddels de hele handel bij de drukker, en zou ik volgende week woensdag – uiterlijk donderdag – in de openbaarheid komen met mijn zogenaamde comingout…..
En dan Sven…..
Dierbare Sven!
Een paar dagen na Het Gebeuren in de doucheruimte van de tennishal was mijn hoofd nog steeds één grote en verwarde chaos. Ik was wel veel rustiger geworden sindsdien, niet op de laatste plaats door de gesprekken met moeder Eveline. En nu maar proberen de zaken op een rijtje te krijgen! Ik had gisteren geprobeerd met Sven in gesprek te komen, jammerlijk mislukt! Hij reageerde koeltjes aan de telefoon en liet duidelijk blijken momenteel geen behoefte te hebben aan een gesprek. Ik vroeg natuurlijk waarom niet.
‘Luister, Daniel, wat gebeurd is is gebeurd, oké? Laat het maar even zo’.
Hij noemde me bij m’n volle naam, niet zo’n goed teken, want normaal was het “Daan’’ of “Daantje”….
‘Maar ik zou je graag even willen spreken’ probeerde ik nogmaals.
‘Waarom?’
‘Waarom? Waarom?? Nou, omdat ik een erg rot gevoel heb overgehouden aan het gebeuren van een paar dagen geleden, en… nou ja, ik eh….. ik voel me niet best…’
‘Nou, dat hebben we dan in ieder geval gemeen. Het beste’.
En voor ik iets kon terugzeggen had Sven de hoorn op de haak gelegd.
Ik staarde nog een tijdje naar de bakelieten telefoonhoorn en legde toen nadenkend langzaam de hoorn op de haak, weer heel onzeker over wat ik hier nu weer mee aanmoest.
Dat was gisteren.
Ik keek met één oog naar de wekker en zag dat het half tien was.
Natuurlijk zag ik ook Svens foto op het nachtkastje staan, die ik gisteravond tevergeefs geprobeerd had om te draaien.
Ik haalde m’n schouders op.
‘Daar ga je Svennie, tot betere tijden…’, en richtte me halfop om het fotolijstje met Svens afbeelding vast te pakken en in het laatje van m’n nachtkastje te laten verdwijnen.
‘Wat een overdreven, romantische en o zo puberale actie is dit toch’ dacht ik.
Ik had me blijkbaar niet hoog genoeg opgericht, want ik kreeg wederom het lijstje net niet te pakken en door deze actie viel het om en kwam ondersteboven op het nachtkastje te liggen.
‘Ook goed, pianoboy, blijf zo maar even liggen, lijkt me voor nu het beste…’
Ik ging weer liggen, vouwde mijn handen onder m’n hoofd en dacht na.
Het is zaterdag 9 september 1973 dacht ik toen monter, en ik heb een lekker lang en zalig weekend voor de boeg, zonder al te veel verplichtingen, kom op! Uit de veren!
Onder het aankleden bedacht ik wat ik vandaag zou gaan doen. Het Grote en Verlossende Gesprek met Sven kon ik wel vergeten; ik besloot eerst maar een paar uurtjes te gaan lezen.
Na het ontbijt keek ik in mijn boekenkast, op zoek naar ‘Kruistocht in spijkerboek’, dat heerlijke en voor-al fantastische boek van Thea Beckman, dat net dit jaar verschenen was. Ik had het bijna uit, maar wilde het daarna meteen nog eens lezen met het oog op plaatsing op mijn boekenlijst voor school.
Mijn ogen dwaalden over het bovenste schap, waar ik het boek volgens mij ergens had neergelegd en ble-ven rusten op ‘The Lord of the Rings’ van Tolkien. Och ja, onze Tolkien…… Ik nam het boek ter hand en dacht met weemoed dat mijn held, de auteur van al dit moois 7 dagen geleden gestorven was. Het boek was 19 jaar geleden voor het eerst gepubliceerd, maar had nog helemaal niets van zijn magie verloren, integendeel!
Ik ging op m’n bed zitten, bladerde door het eerste deel en….. ik was weer verkocht!
Thea Beckman moest maar even wachten…..
Zondag had Eveline gelukkig geen actieve dienst (ze had wachtdienst en moest standby zijn voor nood-gevallen) en was vanaf het begin van de middag druk in de weer in de keuken.
Het zou Toscaans worden deze keer, en wij alleen keken uit naar het moment van aan tafel gaan!
In afwachting legde ik op mijn slaapkamer de laatste hand aan de vertaling van een stukje Livius, het laat-ste beetje huiswerk dat nog gedaan moest worden voor morgen.
…..‘et ducibus Bruttiis Graecas urbas temptavit,’ Ik mompelde die woorden voor me uit; ik herkende de constructie niet meteen. Ik was moe geloof ik; ik zuchtte.
‘En terwijl De Bruttiërs hem de weg wezen viel Hannibal de Griekse steden aan’ schalde een vrolijke stem vanachter de openstaande slaapkamerdeur.
Ik keek op.
Annika kwam binnen en plofte naast me op het bed.
‘Dag lieverd, nog steeds bezig?’
‘Mmm, dit was eigenlijk het laatste stukje dat jij zo vriendelijk was zojuist voor me te vertalen’.
Ik sloeg m’n boeken en schrift dicht en liet alles achteloos op de grond vallen. Ik was blij dat m’n ex vriendin er was en was wel toe aan een praatje. Ik gaf haar een vriendschappelijke zoen op haar wang, wat haar het commentaar ontlokte: ‘He jasses! Je had je wel eens mogen scheren!’
Ze had gelijk, maar ja, zondag is zondag, nietwaar? Ik moest me sinds kort iedere dag scheren, want mijn haren groeiden snel en weelderig, trouwens niet alleen op m’n gezicht! Sinds enige tijd groeide het ook rijkelijk op m’n borstkas, en eerlijk gezegd vond ik het best een mooi gezicht!
‘Ja klopt, schatje, maarreh…… ik héb me geschoren vanmorgen, alleen niet mijn gezicht’.
Ik liet deze mededeling even in de lucht hangen, en toen kreeg ze het door.
Ze gaf me een por die me bijna in de plantenbak die naast m’n bed staat deed belanden (trouwens een uitstekende plek om in te plassen, vooral als je ’s nachts geen zin heb om die hele gang naar het toilet te maken…)
‘Wat ben je toch een uitgesproken smeerkanis, Daantje’ lachte ze.
Ik knikte instemmend en bedacht wat een fijne vriendin en kameraad Annika wel niet was. Sinds onze ‘‘relatie’’ definitief voorbij was waren we eigenlijk alleen maar meer naar elkaar toegegroeid, en waren in alles elkaars steun en toeverlaat, zoals ik dat ook met Sven heb.
Had.
Mijn gezicht betrok.
Nu niet aan denken! Annika is hier!
‘Is er wat, Daan? Je kijkt zo somber, het lijkt wel alsof je op het Schoolbal door mevrouw Wishaupt ten dans bent gevraagd en niet durft te weigeren’, grapte ze.
Ik moest lachen.
‘Frau Generalin’ riep ik.
‘Moeder Overste!’
‘Zuster Aborta Provocata’ joelde ik, ‘van de Orde van het Verheven Kruis van de Heer’.
Gierend van het lachen vielen we tegen elkaar aan.
He, dat deed goed….
Toen we uitgelachen waren keek ze me weer peinzend aan..
‘Maar je heb nog steeds geen antwoord gegeven op mijn vraag, is er wat met je? Als ik eerlijk mag zijn vind ik je de laatste dagen wel sombertjes en zo….’.
Ik wuifde het weg.
‘Een beetje hoofdpijn, ik heb veel gedaan afgelopen dagen, het stelt niets voor, met mij gaat alles best’, loog ik.
Het blije gevoel van een minuut geleden was op slag weg en onwillekeurig keek ik steels naar de omgeval-len foto van Sven.
Niet stiekem genoeg blijkbaar, want ook haar blik ging naar het nachtkastje.
‘De foto is omgevallen’ riep ze.
‘Gisteren per ongeluk omgestoten toen ik me uitkleedde’ verzon ik om er van af te zijn. Annika was mijn boezemvriendin, absoluut, maar zolang ik zelf niet echt duidelijk begreep wat er gaande was tussen Sven en mij, en in mezelf, wilde ik er niet over praten, nou ja, met uitzondering van Eveline dan.
Helaas waren m’n ogen op ditzelfde moment weer vochtig geworden. Verdorie!
Ik stond abrupt van m’n bed op en begon omstandig m’n schooltas voor morgen in te pakken, bij wijze van afleidingsmanoeuvre.
Dit was niet zo’n goede zet, bleek al snel.
Doordat ik m’n gedachten even niet meer op het gesprek met Annika hoefde te focussen gingen deze al heel snel alle kanten uit. Verdomme! Wat gebeurt er toch??? Kut kut kut, waarom ben ik in vredesnaam behept met zo’n groot arsenaal aan emoties!!
En ja, hoor, niet meer tegen te houden liepen enkele tranen over m’n gezicht.
Nijdig wiste ik deze weg.
“Tranen hebben soms de kracht van woorden” citeerde Annika de Romeinse dichter Ovidius. ‘Je zegt zoveel nu’, ze nam m’n beide handen vast, ‘maar niet alles. Kom, lieve Daan, lucht je gemoed’.
Ik keek haar aan.
‘Sven en ik hebben ruzie, al sinds een paar dagen. Sindsdien is onze verhouding er een van een koele beje-gening. Hij negeert mij en wil niet met me spreken’.
‘Waarover hebben jullie dan ruzie gehad?’
Ik aarzelde.
‘Nou, dat ligt wat moeilijker, ik….eh…. kan er moeilijk over praten, want het ligt allemaal nogal gevoe-lig…. Het is tamelijk persoonlijk, zie je’.
‘Nee, ik zie niets! Wát is dan zo persoonlijk’.
Ik knikte met m’n hoofd.
‘Sorry, maar ik kan Sven z’n vertrouwen niet beschamen’ zei ik, heel laf natuurlijk, want dit is maar een onderdeel van de hele zaak, en alles wat ikzelf de laatste dagen doorvoelde was er een minstens zo belang-rijk bestanddeel van, maar dat dorst ik dus niet tegen haar te zeggen.
Annika was heel nieuwsgierig, maar ook tactvol.
‘Oké, Daniel, ik respecteer jouw standpunt, maar denk je niet echt dat dit wel bijgelegd kan worden? Hoor eens, jullie kennen elkaar al 9 jaar, geloof ik….en…’
‘Tien jaar’ onderbrak ik haar.
‘Kijk eens aan! Je gelooft toch niet echt dat een zo’n ruzietje een vriendschap van 10 jaar om zeep kan helpen? Kom op nou’!
De lieve schat had natuurlijk geen flauw idee, waar het allemaal om ging, van de andere kant scoorde ze wel een punt. Tien goede, fijne en kostbare jaren hadden Sven en mij kort bij elkaar gebracht, heel kort, en natuurlijk was dit nu niet zomaar voorbij; als ik door mijn verwarde gedachten en emoties heen had proberen na te denken was ik er zelf ook wel op gekomen.
Ik voelde me weer iets beter, en dat zei ik Annika ook.
‘Je heb gelijk, Sven en ik zullen praten, zo snel mogelijk, en we komen er uiteindelijk wel uit’.
‘Daar ben ik van overtuigd, lieverd, en je weet: Annika is er altijd voor jou!’
Ik gaf haar een zoen.
‘Natuurlijk schat, dank je, maar nu is het toch echt de hoogste tijd voor wat vloeibaars, kom mee!’
We liepen gezellig pratend naar beneden.
Hoofdstuk 23
(Daniel)
We zaten gezellig met ons vieren in de keuken, de afwas was gedaan. Het eten was weer eens voortreffelijk geweest. ‘Toscaans, with a touch of Eveline’ had moeder gegrapt. Hoe dan ook, het was áf, en ook de vaat was in de machine nu, lang leve de uitvinding van mevrouw Josephine Cochrane!
We waren allen aan het lezen en behalve het zo en dan omdraaien van een bladzijde hoorde je verder niets.
We zijn een echte leesfamilie en hoewel we natuurlijk ook een televisie hebben, en ook wel op andere manieren de avonden doorbrengen lezen we heel vaak. Het gebeurt meer dan eens dat we met z’n drieën of z’n vieren uren bij elkaar zitten, lezen en maar weinig woorden wisselen, om dan – als we na uren op-breken om naar bed te gaan – tegen elkaar te zeggen hoe ontzettend gezellig het weer geweest is! En ge-loof me: dit is dan beslist niet cynisch of sarcastisch bedoeld…..
Ik verdiep me in Tolkien en lees over Tom Bombadil als plots de telefoon gaat.
Eveline veert op, ze heeft wachtdienst en het kan natuurlijk het ziekenhuis zijn. Ze kijkt op haar horloge: nog een half uur te gaan, het zal toch niet???
‘Goedenavond, u spreekt met Dr. Eveline ter Horst’.
Een enthousiaste begroeting aan de andere kant. Eveline legt even de hand op de hoorn en sist: ‘Het is tante Ernestine!’.
Tante Ernestine!
Een mooier exemplaar van het menselijk ras kun je je nauwelijks voorstellen!
Ernestine is technisch gesproken geen echte tante van ons, maar we hebben haar altijd zo genoemd. Er-nestine – inmiddels 50 geworden – is een jeugdvriendin van ma, en zij heeft na het huwelijk van mijn ouders en na haar eigen huwelijk het contact niet verloren laten gaan.
Haar huwelijk deed destijds in onze kringen en heel ver daarbuiten heel wat stof opwaaien.
Het zat zo: Ernestine leerde in 1960 een Turkse man kennen, Mehmet Haba, een van de voorlopers van de grote stroom Turkse gastarbeiders die zo’n beetje vanaf 1964 naar Nederland zouden komen. Ernestine liep hem letterlijk tegen het lijf in Rotterdam, ze raakten in gesprek (hij sprak een paar woorden Neder-lands en wat Engels, genoeg voor deze eerste gesprekken), en…. ze raakten verliefd! Op dat moment was ze 37, nooit getrouwd geweest en had zich er al min of meer bij neergelegd dat ze de rest van haar leven vrijgezelle zou blijven.
Niet dus.
Haar familie sprak er dus schande van, en natuurlijk was ook de familie van Mehmet “not amused”.
Overigens was Ernestines verbintenis met Mehmet geen escapisme, om toch vooral maar te kunnen ont-snappen aan haar wat kleurloze bestaan als single en als tiepmiep; nee, ze was echt heel erg verliefd op ‘haar Turk’ en is dat tot het einde toe gebleven, en dat vice versa……
Haar familie verstootte haar min of meer, en aan zijn kant waren ook de betrekkingen zeer onderkoeld en in bepaalde gevallen zelfs vijandig. Ze trokken zich er niets van aan en gingen hun eigen weg. De enigen met wie ze in die periode regelmatig contact hadden, waren mijn ouders en wij natuurlijk.
Ernestine en Mehmet gingen in Utrecht wonen en kort daarna besloten ze hun eigen zaak te beginnen. Ze openden een Turks restaurant, ‘Antalya’ geheten, genoemd naar de geboorteplaats van Mehmet, en…. het werd een doorslaand succes! Met de energieke hulp van haar man werd Ernestine algauw een volleerde Turkse kokkin en de klanten bleven toestromen. Zakelijk ging het hun voor de wind dus, en ook privé was bijna alles koek en ei, bijna, want Ernestine bleek geen kinderen te kunnen krijgen. Een groot ver-driet, voor haar en voor haar man, want ze hadden dolgraag hun liefdesband willen bezegelen met een kindje……..
Toen die treurige duidelijkheid er eenmaal was concentreerden beiden zich fanatieker dan tevoren op hun zaak.
Het ging goed, tot Mehmet ziek werd, dat was zo’n 7 à 8 jaar later.Hij had iets aan zijn luchtwegen en longen, het precieze is me destijds enigszins ontgaan vrees ik. Hoe dan ook: de artsen achtten het raad-zaam dat Mehmet een warmer klimaat op zou gaan zoeken, om zo hopelijk de ziekte tot staan te kunnen brengen.
De beslissing was redelijk snel genomen.
Ze verkochten hun goedlopende restaurant, kochten een pand in Antalya, in de “Kalè Içi”, de Oude Stad, en verhuisden naar Turkije. Iedereen was verbaasd over de snelheid waarmee een en ander in z’n werk was gegaan, wij niet in het minst, maar zoals Ernestine het eenvoudig uitdrukte: ‘Luister, schatten van me, ik hou heel veel van Mehmet, en wil maar twee dingen: dat hij weer gezond wordt, en dat wij samen nog heel veel jaren gelukkig mogen zijn!’
Ondanks de grote verschillen tussen Turkije en Nederland kon Ernestine goed aarden daar; ze begon van het land en de mensen te houden en leerde binnen de kortste keren Turks praten.
Ernestine ontpopte zich als een kordate vrouw die slagvaardig alle problemen te lijf kon gaan (want die waren er natuurlijk óók) en daarmee kreeg ze – zelfs bij de afstandelijke familieleden – het nodige respect.
Een broer en 2 zussen van Mehmet woonden eveneens in Antalya en zij lieten in het begin nooit na om hun neus overal tussen te steken en vooral ongewenst commentaar te leveren. Ernestine trok zich daar niet al te veel van aan, probeerde haar schoonfamilie niet al te zeer voor het hoofd te stoten, maar deed de zaken – samen met Mehmet – wel precies zoals zíj het wilde.
Dat lukte, en eigenlijk, eind jaren zestig, was het ijs tussen beide partijen dan helemaal gebroken, vooral toen het restaurant dat Ernestine en Mehmet in Kalè Içi een succes werd. Ze hadden het restaurant ‘Me-lek’ genoemd, Turks voor ‘engel’, en beiden lieten in het midden of deze naam op hem of op haar sloeg….
Voorjaar 1971 sloeg dan het noodlot toe, bij ons en bij hun…
Bij mijn vader Hans was leverkanker vastgesteld, en op 29 april van dat jaar overleed hij na een gelukkig kortstondige strijd; bijna 2 maanden later ging Mehmet dood.
Mehmets fysieke constitutie was weliswaar veel beter geworden na hun plotselinge verhuizing naar Tur-kije, maar helaas niet goed genoeg. De klachten kwamen uiteindelijk weer terug en 2 weken na een spoedopname in een ziekenhuis van Antalya overleed hij. Ernestine kon tot haar verdriet niet aanwezig zijn bij de begrafenis van Hans (haar eigen man was zwaar ziek en stervend, al wisten zij dat op dat mo-ment gelukkig nog niet), Eveline was op haar beurt wél in Antalya aanwezig om Mehmet de laatste eer te bewijzen.
Ze bleef er 2 weken (wij waren aan de goede en vooral heerlijke zorgen van opa en oma toevertrouwd), en volgens mij heeft Ernestine uiteindelijk dankzij de nooit aflatende warme vriendschap van onze moeder de draad weer kunnen oppakken. Ze ging niet in op de goed bedoelde adviezen van haar familie (waarmee de betrekkingen uiteindelijk weer hersteld waren) om haar wonden te likken en vervolgens zo snel moge-lijk naar Nederland terug te keren. Nee, na haar rouwperiode ging ze weer aan de slag, in Antalya.
Ze pakte de zaken al gauw weer op haar eigen energieke manier aan, en na een jaar opende ze naast het restaurant een pension in de Kalè Içi, dat – hoe kan het ook anders! – de naam ‘Mehmet’ meekreeg.
De zaken gingen wel, en nu was ze dus aan de telefoon!
Ze had al vaker gezegd dat ons gezin nu maar eens naar Antalya moest komen, en dat zag ik echt wel zit-ten!
Ik hoorde flarden van het gesprek en concentreerde me weer op die wonderlijke wereld die Midden Aarde heet.
Het gesprek was afgelopen.
‘Jullie hebben allemaal de allerhartelijkste groetjes van tante Ernestine. En zoals jullie wel hebben kunnen horen gaat het goed met haar. Ze wilt jullie graag zien’.
We keken haar verwachtingsvol aan, uiteraard hadden we bij vlagen iets in die richting gehoord.
‘Wat dachten jullie ervan om met ons vieren in de winter naar Antalya te gaan, eind december bijvoor-beeld? Tegen die tijd zijn we denk ik wel allemaal aan een verzetje toe!’
Wij juichen natuurlijk….
Eveline sprak met ons af dat zij komende weken een en ander verder zou gaan uitzoeken en de details verder met Ernestine zou gaan regelen, zodat we gevieren onbezorgd in december naar het Zonnige Zui-den zouden gaan.
In opperbeste stemming ging ik naar boven.
Hoofdstuk 24
(Daniel)
Ik kleedde me op m’n gemak uit en overdacht het voorbije weekend.
Het vooruitzicht om op het einde van dit jaar een weekje in zuid Turkije te verblijven is natuurlijk heer-lijk! Alleen het denken daaraan leidde m’n gedachten af van de emotionele dingen van de laatste dagen.
Ook het gesprek met m’n maatje Annika had op het laatst dan toch nog een positieve draai gekregen; ze had altijd al dat relativerende vermogen gehad, en ik voelde me beslist een stuk beter na ons gesprek.
De komende week zou lastig worden, daar was ik van overtuigd, maar nu had ik ten minste weer het ge-voel dat ik de dingen aankon.
Die Annika toch……..
Ik liep in m’n wijde boxer richting badkamer, een schone onderbroek in de hand.
Ik deponeerde de gedragen boxer in een van de wasmanden en draaide de douchekranen open.
Ik stapte in de douchecabine.
Het warme water kletterde op me neer en al gauw had ik een heerlijk ontspannen en behaaglijk gevoel.
Hé?
Behaaglijk?
Ik kreeg een beetje een ongemakkelijk gevoel en moest onwillekeurig weer denken aan het gebeuren in de tennishal…..
‘Vade retro, Satanas’, mompelde ik en begon m’n lijf van kop tot teen in te zepen.
Stond Annika nu maar naast me, dacht ik.
Annika?
Ik grinnikte, dit ging goed!
Ik had Annika wel eens in bikini gezien, en dat heeft bij die gelegenheid een grote indruk op me gemaakt. Het kledingstuk was vrij klein uitgevallen en liet veel zien, niet alles natuurlijk, maar dat was geen pro-bleem! Mijn oververhitte geile en dirty pubermind vulde moeiteloos de rest in……
Ik zeepte verder en sloeg geen plekje over.
Dat ik bij gelegenheid wel eens opgewonden raakte daarbij, vooral bij het inzepen van m’n piemel en wat daaronder hangt, wist ik nu wel, maar dat dit nu ook gebeurde toen ik een paar keer over mijn borstkas ging en in het bijzonder over m’n tepels, dat was nieuw voor mij.
De tepels??
Nou ja, waarom niet…..
Hoera!
Erogene zone nr. 3 ontdekt, dacht ik.
Ik streelde door en spoedig was mijn kanon in stelling gebracht….
Verder dan dit ging ik zelden, althans niet in de badkamer.
Wij hebben hier de gewoonte om nergens deuren op slot te doen.
Dus ook geen badkamerdeur.
Geen probleem, voor niemand niet, en ik geneerde me dan ook niet in het geringste om m’n naakte torso te vertonen voor Claire, Eric, of Eveline. Ik heb een mooi lijf, en dat mag best gezien worden!!
Maar niet zo.
Ik zou me doodschamen als iemand van m’n gezinsleden me zou zien terwijl ik een erectie heb, of met mezelf aan het spelen ben, zoals nu dus.
Door deze overpeinzingen had ik Eric dus niet de badkamer horen binnenkomen; ik zag hem toen het te laat was, dacht ik…
Ik draaide me om en begon me onder de hete douche af te spoelen.
‘Verlegen, broertje?’ spotte Eric.
‘Huh? Niet echt nee’.
‘Niet echt nee’ bauwde hij me na.
‘Als je wilt masturberen, ga gerust je gang, het zal me worst wezen… je bevind je overigens in goed gezel-schap……’
Zonder te wachten op commentaar marcheerde hij de badkamer weer uit.
Verdorie!
Betrapt!
Ik draaide de kranen uit en begon me af te drogen.
Natuurlijk was ik in deze bepaald niet uitzonderlijk, dat wist ik wel, en uiteraard zou ook Eric met z’n 16 jaren allang ontdekt hebben wat voor leuke dingen je allemaal kunt doen met dat slangetje daaronder…
Ik trok een schone boxer aan en liep naar m’n kamer.
De boxer ging weer uit.
Ben ik preuts?
Nee hoor! Maar ik had geen zin om nog een keer een van mijn gezinsleden te laten meegenieten van een halve erectie, want die was er – in weerwil van het voorgevallene – nog wel degelijk.
Ik slaap graag naakt, ’s zomers en ’s winters, dus uit met die boxer!
Ik liet me op bed vallen en rook het zachte parfum van Annika.
De halve erectie was verdwenen en was nu een volledige erectie geworden.
Terwijl ik mezelf overal streelde, voelde ik hoe mijn tepels weer stijf geworden waren, een ongekende een vooral lekkere sensatie! Ik kneep erin, en dat maakte in mijn beleving het fijne gevoel alleen maar groter. Langzaam begon ik me af te trekken. In gedachte zag ik Annika in bikini, en vooral Annika zonder bikini.
Mijn fantasie sloeg op hol….
Oh, Annika, raak me aan!
Ja!
Ook daar…. En daar…… en daar!
In mijn geile fantasie gebeurde er van alles nu, wat onze Dominee beslist zwaar de wenkbrauwen zou hebben doen fronsen.
Nou en?
Ik ging voor de commodespiegel staan en keek op.
Ik zag een niet onknappe enigszins slungelige jongen, met een leuk blond koppie en een behaarde borst (dat van dat leuke blonde koppie zijn mijn moeders woorden, ik citeer alleen maar!).
Met m’n linkerhand streelde ik nog steeds mijn borst, en dan speciaal m’n tepels en voelde me op en top geil.
‘Annika’ zo fluisterde ik, ‘ik wil je aanraken. Ik wil je borsten voelen, ik wil je borsten kussen’.
Mijn bewegingen versnelden.
‘Mijn lief, neem mijn pik vast en leidt hem bij je naar binnen……. Ik wil je neuken!’
In mijn fantasie zag ik het hele tafereel voor me en was opgewondener dan ooit.
Mijn bewegingen werden sneller, en sneller, en sneller………
Ik kreunde en voelde hoe mijn pik dikker werd.
Allerlei spieren trokken zich samen en de daaropvolgende ontlading was heel heftig en fel.
Grommend spoot ik 5, 6 stralen uit mijn trillende pik en gelukkig was mijn super ejaculatie (andere woor-den hiervoor zijn er gewoon niet!) heel doelgericht deze keer! Mijn zaad kwam zonder mankeren tegen de spiegel aan en liep vervolgens heel langzaam omlaag, een mooi gezicht……
Terwijl ik nog nahijgde veegde ik met een tissue de spiegel schoon, alsook mijn piemel en deponeerde de doekjes op het nachtkastje, met de bedoeling ze morgen wel in de wc te dumpen.
Ik kroop in bed en met de meest gelukzalige gedachten viel ik in een diepe en droomloze slaap.
Lees verder: Awakenings - 9
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10