Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 25-11-2023 | Cijfer: 9.8 | Gelezen: 5212
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 50 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 285
Na het sporten en de lunch gingen we weer aan het werk. “Nú die schema’s voor dat platform afwerken jongens… We hebben er nu de tijd voor, over anderhalve week komen de andere projecten weer in beeld. En ik wil dit niet ‘er even tussendoor’ doen.” Kortom: de middag ging voorbij met flinke discussies en tekenwerk. Ook André kwam erbij, en even later zelfs Miranda. “Ik wil wel even weten waarvoor jullie mijn plaatsvervanger voor gaan misbruiken, Kees!”
Henk antwoordde. “Hij mag de boterhammen smeren tijdens de lunch, Mir.” “Dan weet ik wel wat er op zit… Ik vraag me af of we de klant niet van te voren moeten waarschuwen om een pallet pindakaas in te slaan.” André keek me aan. “Goed plan, Kees! Wel Calvé, want die Amerikaanse ‘peanutbutter’ is niet weg te werken. Dat spul is nét te gebruiken om een schroefas mee te smeren; voor andere doeleinden is het waardeloos.” André keek smerig.
Miranda keek mee op de tekening en deed even later ook hevig mee in de technische discussie. Na een uur keek ik somber rond. “Heren… en dame: ik stel voor dat we ons even gaan richten op dit stukje techniek…” Ik omcirkelde een aantal componenten. “Want de ideeën van Miranda spreken me wel aan. Mir, kun jij niet ook een paar dagen vrij plannen zodat ook jij aan boord komt?” Ze keek twijfelend. “Ik weet niet of dat gaat lukken, Kees. André op zee, ik op zee… Mijn team gaat dan flierefluiten.”

“Gelul, mevrouw Kamerman”, was de reactie van André. “Ons team gaat dan nog veel harder aan het werk, omdat ze niet gehinderd worden door de nogal penetrante geur van vlierbesthee. Moet je kijken hoeveel productie dat scheelt…” Miranda keek André lang aan. “En jij denkt dat de geur van pindakaas een positieve invloed heeft op het welzijn van personeel, meneer Krips?” André knikte hevig. “Zeker weten! Vraag maar aan Marion…” We schoten in de lach.
“Miranda, als jij het kan plooien met je team: we zien je graag aan boord. Hoeft niet gedurende het hele project; als je drie of vier dagen in het begin aan boord bent, zou dat bijzonder fijn zijn.” Ze bromde. “Nou, als die olieboeren hun tengels dan maar thuishouden. Ik heb wel eens gehoord dat die lui op zo’n platform een dame met hun ogen al uitkleden.” Ik zei: “Ik weet dat jij uitstekend in staat bent om zo’n vrijpostige olieboer vanaf het platform in zee te trappen, Mir. De rest laat het daarna wel uit z’n hersens…” Miranda keek me gniffelend aan. “Misschien heb je wel gelijk, Kees.”

Ze draaide zich naar de rest toe. “In Eindhoven dacht een student dat hij het zich veroorloven om aan m’n achterwerk te zitten; ik heb betrokkene een enorme schop onder z’n gat gegeven.” Ik grinnikte. “En ik ben haar getuige… De student in kwestie, een zesdejaars, bijna klaar met z’n studie, had een weddenschap afgesloten met z’n maten dat hij mevrouw Kamerman wel even kon betasten. En dat deed de sukkel toen hij op het bureau van Miranda was.
Enfin, Mir trapt hem onder z’n gat en drie seconden erna kom ik binnen. Meneer stond, met z’n handen op zijn billen bijna te janken, terwijl mevrouw hier hem op een manier stond uit te vloeken die prima gepast zou hebben op de steigers van een willekeurig bouwbedrijf.”
Miranda gniffelde. “Ja, ik was toen aardig op dreef, geloof ik. Meneer vond zichzelf een hele bink; een van de sterspelers van de hockeyclub van de universiteit. Dacht dat elke vrouw wel aan zijn voeten zou liggen, inclusief ‘Mevrouw Kamerman’, die toen nét een half jaar docente was. En toen ik ‘m vroeg waarom hij aan mijn kont zat, zei hij bijzonder bedremmeld: ‘Een weddenschapje, mevrouw Kamerman…’ Waarop ik ‘m opdracht gaf om het clubje waarmee hij de weddenschap had afgesloten binnen tien minuten op ons bureau te halen…”
Gerben keek nieuwsgierig. “En toen?” Ik gniffelde. “Tien minuten later stond vrijwel het hele hockeyteam op ons bureau. En die kregen een vloek- en scheldpartij over zich heen waar de honden geen brood van lustten.” Miranda knikte. “En vervolgens heb ik de heren toegebeten dat ik dit incidentje niét zou rapporteren. Met als voorwaarde dat, mocht ik ooit nog één klacht krijgen over de heren, ik het wél zou rapporteren. En dan zouden ze met een enorme zwieper van de TU afgetrapt worden.”
Ze lachte nu gemeen.

“Een half jaar later mocht ik aan diezelfde student z’n bul uitreiken. Enfin, tijdens mijn toespraakje, waarbij het de bedoeling is om de student in kwestie een beetje lof toe te zwaaien, refereerde ik aan het feit dat hij tijdens zijn studie ooit eens een trap onder z’n gat had gekregen. Van een docent. En dat die trap zijn studieresultaten best wel positief had beïnvloed. Hij kreeg een kop als een boei. En tijdens de borrel, na de bul-uitreiking, vroeg de rector magnificus langs zijn neus weg wie die docent dan wel was…”
Ik keek zielig. “En hij keek verdacht geïnteresseerd naar mij. Geen idee waarom.” Miranda blééf glimlachen. “Ik heb het ‘m niet verteld. En ook de reden waarom niet. Het jong was een prima student met uitstekende resultaten. Zonde als we hem van de TU hadden afgetrapt. Hij werkt nu bij een concurrent in Rotterdam, zag ik op Linked-In” Ze keek rond. “Heren, u bent dus gewaarschuwd!”

Ik vulde aan: “Ziehier de reden waarom Miranda en ik zo’n prima verstandhouding hebben…” Droogjes zei ze: “Klopt. Kees blijft van mijn kont af en ik ga hem niet trappen. Iedereen blij.” Geloei vulde de ruimte weer eens. “Mevrouw Kamerman, wij moeten eens een hartig woordje wisselen…”
Ze lachte me uit. “Lijkt me leuk, Kees, een paar dagen op zo’n platform. Heb ik nog nooit gedaan.” André zei pesterig: “Dan zou ik voor die tijd maar eens flink gaan oefenen met touwklimmen, Miranda. Als je met zo’n tender aan boord wordt gebracht, moet je vaak het eerste deel via een touw naar boven. Ga maar even bij onze sportgoeroe langs, die geeft je wel een paar lesjes.”
Miranda stak haar tong uit. “Geloof je het zelf? Rotjong. Met je touw.”

We bleven tot bijna half vijf over de tekeningen gebogen, toen vouwde Henk ze op. “Dame, heren… Dank voor de samenwerking, maar nu is het tijd om de piepers te schillen. Morgen, rond een uur of tien weer verder gaan?” Een kwartier later zaten we in de auto, Bengel achterin en de Mini met de zussen reed achter ons. En eenmaal thuis, terwijl ik de soep opwarmde, zei Charlotte: “Jullie waren weer aardig op dreef, Kees. We konden meegenieten van een aantal lachbuien. Vertel!”
Joline keek me aan. “Ja, vertel eens, kereltje…” Ik zuchtte. “Miranda en André zaten vanmiddag bij ons. En we vertelden over een incidentje op de TU tussen Mir en een student…” Even later zat ik het verhaal te vertellen, inclusief Miranda’s laatste opmerking. Joline keek opgelucht. “Blij toe dat jij je niet aan haar billen vergrijpt, Kees…” “Ik kijk wel uit schat. Dan zou ik eerst een harde trap onder m’n gat krijgen en vervolgens thuis gesmoord worden met een ultra fijne panty. Lig ik met een blauwe plek tussen m’n billen in m’n kist. En wie moet dat uit gaan leggen? Ik doe het dan niet…”

Even later zaten we aan tafel en na het momentje stilte begonnen we eten. Soep met brood, want Margot moest om zes uur bij de kapper zijn. Behalve een paar opmerkingen over het werk was het redelijk stil aan tafel. Totdat Margot haar bestek neerlegde en zachtjes zei: “Jullie vragen niet hoe het was bij Gerben, Jolien. En Kees. Waarom?” Joline keek op. “Omdat wij van mening zijn dat je daar zelf mee moet komen, Margot. Als je wil. En als je niet wil: ook prima. We gaan je niet uithoren, hopen alleen maar dat jullie het goed met elkaar hebben gehad.” Ik knikte. “Gerben heeft aan mij ook geen bijzonderheden verteld, Margot. En da’s prima.” Ze knikte. “Had ik ‘m gevraagd. Maar…”
Ze haalde even adem. “Het was heerlijk, zo samen. Toen we naar zijn huis reden waren we allebei stilletjes. Ik was bloednerveus en Gerben ook, vertelde hij vanochtend. Bij hem thuisgekomen dronken we eerst wat, en toen gingen we op de bank zitten. Lekker tegen elkaar aan, en dat voelde prima. Een beetje zoenen, elkaar strelen… En toen vroeg hij uit het niets: “Lieve Margot, wat verwacht jij van deze avond? Ik ben best wel nerveus… Ik wil niets doen wat jij niet wilt. Als je alleen in mijn bed wilt slapen begrijp ik dat helemaal. Dan slaap ik wel hier op de bank.”
Ik heb ‘m toen naar me toe getrokken en gezegd dat ik graag op zijn bedje wilde slapen. Op één voorwaarde: dat hij erbij zou komen liggen.” Ze glimlachte, haar ogen in de verte. Joline en ik zeiden niets. Charlotte legde haar hand op die van Margot. “En toen, schat?” Margot giechelde even. “Toen duurde het nog tot bijna negen uur voordat Gerben voorstelde om te gaan slapen. Héle goede gesprekken gehad, terwijl we tegen elkaar aanhingen op de bank. En toe we in de slaapkamer stonden, zei hij: ‘Ik ga wel even naar de badkamer, Margot. Dan kun jij je rustig uitkleden.’ En toen hij terugkwam, ging ik tanden poetsen en wassen. Toen ik in bed kroop lag hij er al in. En zijn we heerlijk in elkaars armen in slaap gevallen. Hij zei nog, voordat we elkaar een welterusten-knuffel gaven: ‘Ik wil je laten weten dat je hier veilig bent, lieve Margot. Net zo veilig als in Veldhoven.’ Ik heb hem een hele lange zoen gegeven, toen zei hij: ‘Nu lekker slapen, Margot. Morgen weer aan het werk.’ En ik kroop dicht tegen zijn rug aan en ben met een rotgang in slaap gevallen. Heerlijk.”
Ze keek op haar horloge.

“Shit! We moeten weg, Joline. Kapper!” “Verhip, ja. Nét op tijd, schat. Kees, nog één blik op Margot-met-staart; als we terugkomen heeft ze een metamorfose ondergaan.” “Als dat net zo’n metamorfose is als Lot, kan ik daar wel aan wennen, Margot. Ik hoop Gerben ook.” Ze giechelde. “Die zei vanmiddag al dat hij er naar uitzag. Wees maar niet bang.” Even daarna trokken de dames de deur achter zich dicht. Ik ruimde de keuken op en pakte toen de bugel. Het weekend had ik nauwelijks geblazen, dus nu hard aan de bak!
Bengel begon te kwispelen toen ze de bugel zag; die wist wat er ging gebeuren. En toen ik me een beetje warm ging blazen ging Bengel zitten, gooide haar kop in d’r nek en begon mee te huilen. Ik moest lachen; dit klonk natuurlijk voor geen kwartje… Wacht, even een geintje voor Greet uithalen. Ik pakte mijn telefoon, legde die op tafel en zette het ding op ‘opnemen’. En toen begon ik te blazen: Telemann, zijn Concerto in D Majeur voor trompet, viool en basso continuo, deel 1 Adagio. Lekker uptempo. En Bengel tilde haar kop op en liet weer van zich horen. Met het stuk ten einde beluisterde ik het: Bengel’s gehuil was prima te horen. Grinnikend sloeg ik het bestandje op. Verder! Ik pakte de partituur van het Wilhelmus, want daar had ik wat moeite mee gehad… Gelukkig had Bengel het benul om tijdens het repeteren van ons volkslied z’n bek te houden. Of hij vond het minder inspirerend dan Telemann, dat kon natuurlijk ook.

Anderhalf uur later hoorde ik de voordeur. De dames kwamen luid kwebbelend de gang in en even later ging de huiskamerdeur open. “Hoi schat… Ga even goed zitten, anders val je van je stokje!” “Kan nooit zo erg zijn als bij Lot, dus…” Joline keek me verachtelijk aan. “Lomperd.” Ze draaide zich om. “Margot, voor complimenten moet je niet bij de heer Jonkman zijn. Ik zeg het je maar alvast.” Een giechel was de reactie en Margot kwam binnen. Bijna hetzelfde kapsel als Charlotte, maar iets langer; haar bruine krullen kwamen nu iets meer uit.
“Potdorie Margot… Prachtig, meid! Ik zou willen dat ik Gerben van Wiers heette…” “Tien keer, Kees! ‘Potdorie’ en ‘meid’. Twee donkerharige en één blonde schoonheid wezen op de grond en zuchtend drukte ik me tien keer op. Margot liep naar me toen en tikte op mijn neus. “En met Gerben ga ik dingen doen die ik met jullie al gedaan heb.. Geen enkele reden voor jaloersheid, majoor Jonkman!” Ze knipoogde. “Da’s prima, Margot. En nee, ik ben niet jaloers. Maar jullie zien er allebei prachtig uit… dames. Proficiat!”
Joline knikte. “Dan zijn we het daar ten minste over eens, Kees. Overigens staan hier drie prachtige dames, onthoud dat.” Ze draaide zich naar de zussen om. “En nu gaan we doen wat we afgesproken hadden, meiden! Omkleden!” Lot en Mar knikten en verdwenen in hun kamers. “We willen graag dat jij een aantal foto’s van de meiden maakt, Kees. In die jurkjes die we voor dansles gekocht hebben. En die sturen we naar de andere leden van ons dozijn. En naar Nadia. En Malden en Amersfoort. Pak je camera maar.”
Ik knikte. “Prima plan. Dan weten de diverse dames en heren wat voor vlees ze in de kuip hebben…” “Héél verleidelijk vlees, Kees!” klonk de stem van Lot uit hun kamers. “Tenminste…” Ze giebelde. “…dat vond Rogier.” “Ik ga hem binnenkort wel eens uithoren, Lot. Tijdens zijn sollicitatiegesprek.” Het was even stil, toen klonk er een tweevoudig “Pestkerel!”
Joline moest lachen. “Lot, laat je toch niet zo op de hak nemen! Kees doet dat sollicitatiegesprek niet; in opdracht van Theo doet Henk dat. Kees is… hoe zeg ik dat netjes? … niet helemaal objectief.”
Er klonk even boos gesnuif, daarna werd het rustig bij de zussen.

En tien minuten later tikten er hakjes op het laminaat in hun kamers. “Wauw…” klonk er naast me en ik kon niet anders dan Joline gelijk geven. Twee prachtige meiden kwamen de kamer binnen: Charlotte in een rood jurkje, Margot in het donkerblauw. Hun bruine krullen zwierig om hun hoofd, mooi opgemaakt met een beetje lipstick en oogschaduw. De jurkjes benadrukten hun mooie slanke figuur op de juiste plekken en de schoenen met hakjes zorgden dat hun benen sierlijk uitkwamen. Joline sprong op. “Meiden… We hebben jullie meerdere malen verteld dat échte schoonheid van binnen zit. En dat is bij jullie ook zo. Maar nu is het, nog meer dan voorheen, ook aan de buitenkant te zien. Jullie strálen!”
Margot zei zachtjes: “We zijn allebei vreselijk gelukkig, Jolien. Dat waren we al toen we een aantal maanden terug hier mochten gaan wonen, maar nu we beiden een lieve vriend hebben…” Lot knikte alleen maar. “Mooi, meiden. Daar zijn wij vreselijk blij mee. En nu: naar buiten. Ik hoop dat de lens van Kees z’n fototoestel niet ontploft door al die charme. Kees, aan ’t werk!” Ik rolde de bank naar buiten en zette die tegen de buitenmuur. “Dan heb ik de zon schuin van achteren, dames. Worden jullie mooi uitgelicht. Zo dadelijk maak ik wel een paar tegenlichtopnames met de zon achter jullie. Lot, ga maar zitten!”

Charlotte nam plaats op de bank en ik maakte een aantal foto’s van haar. Toen kwam Margot erbij en maakte ik een aantal foto’s van beide dames samen, en vervolgens stond Charlotte op en was het alleen Margot die voor de camera zat. En tijdens het foto’s maken kletste Joline heel ontspannen met de zussen en maakte ze grapjes. Daardoor was het geen ‘gemaakte’ fotosessie; beide zussen waren helemaal ontspannen en lachten veel.
En na een half uurtje keek ik op. “Zo dames… Nu het moeilijkste werk: uitzoeken wat opgestuurd gaat worden.” Charlotte schudde haar hoofd. “Niks ervan, Kees. We willen nog een aantal foto’s met jullie. Met z’n vieren op de bank. En die hangen we in Arkel op, als teken van onze heerlijke tijd hier. Jullie hebben ons uit Groot Ammers weggehaald en ons bevrijd.”
Joline schudde haar hoofd. “Néé, meiden. Júllie hadden het lef om alle schepen achter je te verbranden. ’s Morgens vroeg met John meerijden naar Gorinchem, een wachtwoord invoeren wat je minimaal drie weken opsluiting zou hebben opgeleverd… Daar hebben Kees en ik niets in betekend. Ja, wij hebben jullie geholpen om wat ‘wereldwijzer’ te worden, maar het grootste deel hebben jullie zelf gedaan, denk er aan.”
Ze giechelde. “Ondanks dat vinden we het een eer om straks aan een muur in Arkel te hangen, schatten.”

Ik zette mijn toestel op tijdontspanner en ging naast Joline op de bank zitten. “Ik zal maar niet tussen jullie in gaan zitten, dames. Daar vinden Rogier en Gerben vast iets van!” Joline bleef giechelen. “Kom dan maar hier, Piraatje…” Ze sloeg een arm om me heen. Zo maakte ik nog een stel foto’s, tot Joline het wel zat vond. “We moeten die foto’s ook nog uitzoeken, Kees. Pak de beamer maar weer, net als zondag, dan maak ik wel koffie.” Charlotte keek nadenkend. “Joline had het net over John… Zullen we hém ook een foto sturen van ons samen?” Margot knikte. “Ja! Doen! En we moeten hem nog eens een keertje uitnodigen. Heeft hij wel verdiend, de lieverd.”
Ik keek hen aan. “Hé dames, Joline en ik hebben John al eens getrakteerd op brood met kroket, hoor…” Ik voelde een lief handje op mijn schouder. “En dat kan best nog een keertje. Niet zo krenterig, majoor Jonkman!” Joline keek me streng aan en toen naar de zussen. “Prima idee, meiden. Bel ‘m meteen maar op!” Lot begon te glunderen en pakte haar telefoon. “Ik zet ‘m wel op de speaker…”

Even later hoorden we een diep geronk met daar bovenuit: “Met John!” Met een knipoog naar ons vroeg Lot: “Spreek ik met de beste chauffeur van de firma Koops uit Zeewolde?” Even was het stil, toen kwam een gevat antwoord. “Nee, dat niet. Wel de knapste.” We schoten in de lach.
“Hoi John, met Charlotte…” Weer een korte stilte. “Charlot! Wat leuk om jou weer te horen! Wacht, ik zet de auto even op een parkeerplaats. Twee kilometer. Ik bel je zo terug…” Lot hing op. “Even geduld, a.u.b. John wil de veiligheid van het Nederlandse wegennet niet in gevaar brengen.” Joline liep de keuken in. “Fijn, dat John daar rekening mee houdt. Dan kan ik ondertussen koffie maken.”
Vijf minuten later ging de telefoon van Lot. Ze zette hem op de speaker. Geen motorgedreun op de achtergrond. “Hoi Lot, daar ben ik weer. Een goed telefoongesprek moet je niet tijdens het rijden voeren. Ik sta nu op parkeerplaats de Slenk op de A50 bij Schaarsbergen. Meteen tijd voor koffie en een hapje. Maar… Vertel eens, hoe gaat het met jullie?”
Beknopt vertelde Lot over hun belevenissen de laatste maanden, af en toe aangevuld door Margot. Ze besloot met: “…en nu hebben we allebei dus verkering, John. Met hele fijne kerels. Margot d’r vriend Gerben werkt bij al DT, en mijn vriend Rogier gaat daar binnenkort solliciteren.” Even was het stil. “Dat is heel fijn voor jullie, meiden. En jullie wonen nog in Veldhoven? Nog geen plannen voor een eigen stekkie?” “Jawel, en dat is er ook. Maar daar moeten we nog een paar maanden op wachten; een boerderijtje vlak buiten Arkel. Wordt nu gerenoveerd en dat duurt nog even. Dan gaan Margot en ik daar samen wonen…” Ze keek even ondeugend naar ons “…en wie weet krijgen we wel eens knappe kerels op bezoek.”
John’s lach dreunde door de telefoon. “Zo gaat jullie reputatie wel naar de bliksem, meiden! Maar mooi om te horen! En hoe is het met Joline en Kees?” Joline riep, over haar kopje heen: “Met Joline en Kees is het prima, John, dank je wel!” “Ik hoor het al. Zuinig zijn op die twee, denk er aan!”
Ik riep: “Als je Lot nou eens je mailadres stuurt, kun je zien hoe zuinig we op die dames zijn, John.” “Ik stuur je wel een appje met mijn mailadres, Lot. Ben benieuwd… Maar ik ga zo meteen weer rijden, dames. Ik wil een beetje op tijd in Zeewolde zijn. Uitladen en dan een paar dagen thuis. Genoeg kilometers gevreten de afgelopen weken.”
Met nog een paar geintjes nam hij afscheid. “Zo, die is weer helemaal op de hoogte”, glimlachte Lot. “De eerste keer dat we hem zagen dacht ik: ‘Hú, wat een engerd, met z’n tatouages.’ Maar uiteindelijk bleek het een vreselijke lieverd te zijn, die ons nog wel eens in bescherming nam tegen de andere chauffeurs.”

Joline wees naar het beeld van de beamer. “Dames… we gaan foto’s uitzoeken! Daarvoor zitten we ten slotte hier.” De foto’s gleden over de muur en uiteindelijk waren we het er over eens dat één bepaalde foto naar de rest van ons clubje ging. En naar Malden en Amersfoort. Lot en Mar zaten op de bank, armen om elkaar heen, beiden met een lieve glimlach naar de camera te kijken. “De rest van de foto’s krijgen jullie via Wetransfer, dames. En dan mogen jullie zelf bepalen welke foto’s er richting Waardenburg en Nijmegen gaan.” De zussen knikten. “En welke er straks in Arkel aan de muur hangt, Joline.” Ik protesteerde. “Ik hoop dat wij daar ook nog wat inspraak in krijgen, dames!” Margot stak haar tong uit. “Ons huis, onze muren, Kees…” Ik bromde wat. “Ik zal nóg een keer foto’s van jullie maken… Krengetjes.”
Joline kuste me. “Niet zo negatief, ouwe mopperkont van me. Er zijn nu ten minste een paar foto’s waar jij enigszins fatsoenlijk op staat. Die zijn best zeldzaam.” Ze lachte liefjes en ik zuchtte maar weer eens. Margot stond op en trok Charlotte overeind. “Kom zus, we gaan naar bed. Genoeg emoties gehad vandaag, met een kapper tot besluit. Ik ben wel een beetje óp.” Lot knikte. “Inderdaad. Morgen zitten we weer onder de plak van de blonde feeks van Gorinchem…” “Wees maar blij dat je niet in het Piratenteam zit, dames. Dan hadden jullie het nog véél moeilijker gehad en zat je bovendien over een paar weken op een boorplatform. De hele dag in de oliestank, kerels om je heen die in geen maanden een vrouw gezien hebben…”
Charlotte keek nuffig. “Die maken dan kennis met oorvijgen, Kees!” Ik keek verwonderd. “Oh? Joline gaat niet mee, hoor…” “Nee, maar de blonde feeks van Gorinchem zal deze dames dan wel even goed gaan trainen, denk er goed aan, Kees Jonkman!” Twee helblauwe ogen keken me dreigend aan. “Hé, schat, IK ben niet degene die die dames dan met de ogen uitkleed, hoor…” Liefjes zei Margot:
“Nee, dat heb je al een paar keer in het echt gedaan. Maar dat hoeft nu niet meer.” “Gelukkig niet, Margot. Nu heb je je eigen, lieve vriend.” Joline’s stem klonk zacht en lief. Margot liep naar me toe en omhelsde me. “Dat klopt, Jolien. Maar die keren dat wij met jullie hebben gevreeën… Daar kijken we met een hele brede glimlach op terug. Jullie hebben ons van een vreselijk trauma afgeholpen. Nietwaar zus?” Charlotte knikte en kwam naast haar zus staan. “Kom Jolien… Groepshug.”

Even keken we elkaar aan. “Over een tijdje gaan we dit aan Gerben en Rogier vertellen, Kees. En Joline. En dat gaat goed, dat weten we zeker. Maar hoe dan ook: Dank jullie wel voor jullie lessen. Hier in de kamer en op dat heerlijke bed hiernaast.” Even stonden we dicht tegen elkaar te knuffelen. Een kostbaar moment. Toen lieten de zussen ons los. “Kom Lot, lekker slapen. Morgen is het weer vroeg dag. Welterusten!” “Lekker slapen, dames. Morgen weer fris en fruitig zijn.”
In de slaapkamer keek ik Joline aan. “Ik ben best wel een beetje huiverig voor het moment dat de zussen onze gezamenlijke escapades gaan openbaren, schat. Rogier? Ik denk dat hij het wel begrijpt, maar Gerben? Die heeft best wel wat strikte normen.” Joline schudde haar hoofd. “Ze zullen het wél begrijpen, Kees. Ook Gerben. Hij zal je wellicht de dagen erna wat ontlopen, maar ik denk niet dat hij het een probleem vindt. Bovendien…
Volgens Angelique heeft hij in zijn middelbare schooltijd ook nogal wat vriendinnetjes gehad. Dus meneer is niet helemaal brandschoon, zullen we maar zeggen. Als hij moeilijk gaat doen houdt hij er een nogal dubbele moraal op na, en daar zal dit gezelschap hem dan snel van af helpen.” Toen wees ze op bed. “Uitkleden jij, tanden poetsen en poedelen. En daarna lekker naast mij in slaap donderen, Kees.” “Aye-aye madam.” Een kwartiertje later lagen we lekker naast elkaar en knuffelden nog even. Daarna was het snel stil op de slaapkamer…

De rest van de week ging als een sneltrein voorbij. Het project op het boorplatform vrat tijd en mankracht. Daarnaast nog voorbereidingen doen voor de luchtbehandelingsinstallatie van het tweede lasbedrijf, Gerben kreeg opdracht om zich bezig te houden met de noodstroom-installatie van het ziekenhuis in Gorinchem. Toen hij dat hoorde keek hij me aan. “Dat lijkt me meer een klus voor Rogier, Kees.” Ik knikte. “Klopt, maar Rogier is nog niet aan boord, vriend. En het project gaat pas begin december van start, dus hopelijk is hij tegen die tijd binnen.” Ik grinnikte. “Kunnen jullie er samen aan werken. En tijdens de koffie de voor- en nadelen van jullie geliefden evalueren. Alléén tijdens de koffie, meneer van Wiers!” Hij grinnikte. “Dat zullen dan lange koffiepauzes worden…”
Dinsdagavond: loopgroep. En tijdens het verzamelen kwam Ben Moes aanlopen. “Hoi allemaal! Een verloren zoon, terug uit den vreemde!” Hij kletste wat over zijn ervaringen, maar ik onderbrak hem na een paar minuten. “Ben… het monster van Loch Ness is een fabeltje, het monster van Veldhoven niet. Kom lui, volgen!” Ik deed het enigszins rustig aan; er waren drie mensen terug van hun vakantie; die moesten hun conditie weer even op peil krijgen. Niet meteen los gaan.
En na vijf kilometer afwisselend sprint en duurloop waren we weer terug op het startpunt. “Goed lui… Lekker gelopen? Ook de ex-vakantievierders? Ik doe het nog twee weken kalm aan om jullie in staat te stellen je conditie weer op peil te krijgen, daarna gaan we écht beginnen. Wel thuis allemaal!”
Charlotte en Ben bleven even staan; die hadden nog het een ander te bespreken. Logisch. Eenmaal thuis: drinken, douchen, eten. En tijdens het drinken kwam Lot binnen. We keken haar aan. “En?” Ze glimlachte. “Ben heeft het geaccepteerd. Zei dat hij bij nader inzien er bijzonder tegen op zag om te trouwen met een vrouw die door zo’n hel is gegaan. Hij wenste ons veel geluk.” Ik keek haar aan. “Blijft hij nog wel bij ons loopgroepje?” Lot haalde haar schouders op. “Heeft hij niets over gezegd. Hoe dan ook: no hard feelings, dat is het belangrijkste.”
Joline keek haar even peilend aan, maar legde toen een hand op haar schouders. “En bij jou, Lot?” “Ook niet, Jolien. Ben is een aardige vent en ik hoop voor hem dat hij een lieve vrouw treft. Dat verdient hij. En z’n ouders ook.” Zonder verdere toespelingen of gesprekken hier over gingen we na het eten nog even studeren; de dames doken in de cijfertjes, ik kroop achter de bugel. Weer even het Wilhelmus doornemen. En om tien uur lagen we in bed. “Hoe denk jij over Lot en Ben, Kees?” Ik dacht even na. “Ze hebben een goed gesprek gehad, schat. Het zijn volwassen mensen en niet de domsten. Ja, ze hebben één week een soort van relatie gehad. Maar kwamen er al snel achter dat het niks zou worden. Niet te dramatisch over doen.” Een lang ‘Hmmm…’ klonk naast me. En daarna: “Jij bent altijd zo nuchter, Kees. Soms is dat irritant, soms ook heerlijk. Om één en ander weer in perspectief te zien. Dank je wel, schatje. Nu lekker slapen, oké?” “Gaat wel lukken Joline. Ik ben best wel bek-af. Welterusten.” Een lange knuffel volgde, tot Joline zich van me losmaakte.
“Slapen jij. Ik voel je leercurve weer steil worden; nou dan weet ik het wel. Slapen we over twee uur nog niet en ik heb m’n slaapje wel nodig.” “Dan sla ik de hand wel aan mezelf, schatje. Ik loop wel even naar de wasmand en haal daar je slipje van vandaag uit.” Een stomp in m’n rug volgde. “Smeerlap!’ Even later dommelde ik in…

De woensdag en de donderdag verliepen bij DT net als de maandag en de dinsdag: hard aan de arbeid. Veel overleggen en technische discussies die gevolgd werden door een paar uren tekenen. Ik had mijn werkplek maar even verplaatst naar de groepsruimte. “Gezelliger en ook praktischer, heren. Nu kan het nog; volgende week zijn er weer een paar lui terug.” Het enige wat ik minder vond was het geluid van Radio Drie. Toen ik daar iets van zei, keek Henk op. “Kees, je bent hier te gast. De meeste collega’s in deze ruimte vinden Radio Drie prima. Het is ook niet mijn favoriet, maar ik heb me er maar bij neergelegd. We gaan hier geen klassieke muziek draaien, want dan is de beer los.” Ik mopperde wat over ‘cultuurbarbaren’, maar werd door Henk en Gerben uitgelachen.
En donderdag om vier uur kleedde ik me om in gevechtspak. Op de vragende blikken antwoordde ik: “Vanavond lekker blazen bij de Fanfare Bereden Wapens in Vught. De dames rijden naar Veldhoven, in de Mini van Joline.” Henk keek nieuwsgierig. “Heb je je bugel bij je?” “Natuurlijk. Ik ga niet op m’n vingers fluiten of zo…” Hij wees. “Haal dat ding eens op en blaas eens wat. Even de handel een beetje op stelten zetten hier. We hebben er hard genoeg voor gewerkt.” Ik grijnsde. “Gaat lukken.”
Ik liep naar de auto, negeerde een verwonderde blik van Anneke en pakte de bugel. In de hal, voor de desk van Anneke, maakte ik mijn lippen vochtig. “Kéés! Je gaat hier niet…” Verder kwam ze niet. Het signaal ‘Reveille’ schalde door de hal. En die was drie verdiepingen hoog, dus het geluid kon lekker weg. En zoals het hoorde speelde ik het signaal twee keer, gevolgd door het nogal agressieve signaal ‘Charge!’
Ondertussen zag ik wat koppies over de diverse balustrades hangen en uit de gang van DT kwamen ook wat collega’s. Met de laatste keer ‘Charge!’ ten einde riep ik: “Dit was om u even wakker te krijgen, dames en heren. Soms wel eens nodig!” Ik zag Joline haar hoofd schudden en Henk en Gerben breed grijnzen. Irene stond me stomverwonderd aan te kijken en Marion tikte tegen haar hoofd.
En achter uit de gang bulderde Fred: “Idioot! Ik draai die toeter van je nog een keer om je nek!” Wat gevolgd werd door een lachsalvo van DT. Met een grijns maakte ik rechtsomkeert en marcheerde het gebouw uit. Bugel opbergen en weer terug… “Genoeg op stelten gezet, Henk?” Die lachte. “Ik geloof het wel. De volgende keer dat jij in uniform hier binnenkomt zoekt iedereen meteen zijn oordoppen!”
Theo kwam binnen. “Zeg Kees… Ik ben van de Cavalerie, weet je nog? Ik had de neiging om vol in de aanval te gaan! Die signalen heb ik té vaak gehoord… Op de Bernardkazerne en later in Bergen-Hohne.” “Speciaal voor mijn geliefde directeur, natuurlijk”, zei ik met een schijnheilig gezicht. Een gebromd “Jaja…” was de reactie. Na een knuffel van Joline stapte ik in de auto. Op naar Vught. Daar eerst eten en wat ‘socializen’ met de andere muzikanten. Niet om vijf voor acht daar binnen komen rennen; dat was me niet goed bevallen. Bovendien zou Greet ook in de eetzaal eten; ze had me verteld dat een klein groepje altijd vroeg was om samen te eten.

Rond vijf uur reed ik de kazerne op; nu de rechter ingang, de Lunettenkazerne, want daar stonden de eetzaal en de kantine. Auto parkeren; baret op en ik liep richting eetzaal. Nog geen Greet te zien. Oké dan maar even wachten. Ik ging op een bankje zitten en pakte mijn telefoon. Even kijken naar nieuws… “Hé, een eenzame Infanteriemajoor! Verdwaald bij de Genie, Kees?” Greet stond plotseling voor me.
“Hé, een eenzame hospik! Die heeft vast wel trek. Mag ik u uitnodigen voor een dinnerdate, mevrouw?” “Hospik… Das war einmal, Kees. Kom, naar binnen. We zitten altijd in een bepaald hoekje; de rest zal ook wel zo komen.” En dat klopte; even later kwamen er zes mensen bij. “Kom lui… Lekker eten.” Greet stond op en we liepen richting buffet. De keuze was: patat of een stamppotschotel rode kool. Zonder uitzondering kozen de muzikanten de rode kool. Op mijn vragende blik antwoordde een korporaal: “Die is hier altijd heerlijk, majoor.” Ik knikte. “Dan waag ik de keuze ook maar. Maar denk er goed aan, vriend: Nog één keer ‘majoor’ en je rode kool zit verspreid over je gevechtspak. Met de jus erbij, denk er aan. Volgens mij spraken jullie elkaar met de voornaam aan. En de mijne is Kees.”
Hij lachte. “Sorry, Kees. Ik ben Gerrit. En ik ben nog niet zo lang bij de Fanfare; drie maanden geleden was ik nog mitrailleurschutter bij het 44e bataljon in Havelte.” Ik tikte hem op de schouder. “Gelukkig! Nóg een Infanterist! Wij moeten praten.” Greet keek even om. “Jaja… praten, zegt’ie. Kijk uit, Gerrit; hij is in staat je terug te laten keren richting Infanterie!” Even later zaten we aan tafel lekker te kletsen, tot hij op zijn horloge keek. “En nu opstaan en richting koffie; Aan de overkant nog even een bakje en dan gaan we stemmen. Acht uur start het eerste stuk. Klaas Spoel, onze dirigent hanteert het thema ‘Op tijd is vijf minuten voor tijd’.”
“Kan ik me wel in vinden, Gerrit. Op het werk weten mijn kerels ook wat dat inhoudt. En ene Greet Zwart hanteert die regel tijdens mijn bugellessen…” Ik keek somber en hij lachte. “Ja, Greet moet je in de gaten houden! Die is in staat om een overste naar rechts te richten, hebben we gezien!” “Derk Zondervan zeker?” “Inderdaad, die. Mooie vent trouwens. En haar vriendin, Anita, ook een mooi mens. Past prima.” Ik knikte. “We hebben ze een keer op de koffie gehad en zijn daar een keer koffie wezen drinken. Nogal vaak gelachen…”
Samen liepen we naar de ‘andere’ kazerne, die aan de overzijde van de weg gelegen was. Daar dronken we nog een bak koffie en om tien voor acht zat iedereen en werd er gestemd. Een kakafonie aan geluid! Maar om acht uur was iedereen daarmee klaar. Inwendig knikte ik. Keurig! Menig muziekkorps kon daar een punt aan zuigen! Maar ja, het bleef wel een militaire organisatie…

De repetitie ging, net als vorige week, vlót! De tijd vloog voorbij en ik werd niet gespaard. Klaas, de dirigent moest me twee keer corrigeren en van Greet kreeg ik ook meer dan eens een verwijtende blik als zij me betrapte op iets wat niet hoorde. Verdorie, Kees… Méér oefenen thuis, anders is je reputatie aan barrels en Greet staat voor joker.
Om tien voor negen een pauze. “Hendrik en Wendy zijn, als het goed is over een kwartier hier, mensen. Even ontspannen; tien over negen gaan we verder.” Enigszins opgelucht legde ik mijn bugel in de tas. ‘Even ontspannen’… had ik wel nodig! Inwendig bereidde ik me al voor op een preek van Klaas of van Greet. Die zouden wel wat te mauwen hebben… Bij de koffie keek Klaas me aan.
“Lekker gespeeld, Kees?” Ik knikte. “Op een paar momentjes na, Klaas. Als jij me nogal doordringend aankeek omdat ik weer eens de mist in ging.” Hij lachte. “Kees, één ding goed onthouden: in een fanfare spelen is iets anders dan als bugelist solo naast een orgel staan. Jij doet dat ‘nu even’ en dat is best knap. En als dan een verwijtende blik van mij krijgt… Ach, dan weet je dat er wat mankeerde en waarschijnlijk had je dat op dat moment zelf ook wel door. Die blik houdt in: ik heb je gehoord, was er niet zo blij mee, dus zorg dat je daar iets aan doet. Meer is meestal niet nodig. Maar nogmaals: we hebben hier vaker mensen die het eerst in een fanfare spelen; bij sommigen is het nodig dat ik ze het hele stuk die blik toewerp. Gelukkig neemt Greet het af toe van me over, nietwaar, Greet?”
Achter me hoorde ik droogjes: “Klopt, Klaas. Bij ene Zondervan, onder andere. En dat hij overste is, maakt ons op dat moment weinig uit; hij moet, als hij hier is, wel fatsoenlijk spelen.” Ik keek verwonderd. “Maar… Derk speelt prima op zijn trompet! Niks mis mee…” Greet kuchte even.
“Kees: Derk is solist pur sang. Oké, naast mijn orgel komt hij ook wel uit de verf, maar hij is veel minder gewend om in een orkest te spelen. Jij ook niet, maar op een of andere manier lukt het jou prima, op wat kleine uitglijers na.” Ze grijnsde gemeen. “Tja, en dan mag ik je op zo’n pantserdoorborende blik trakteren. Heb ik met Klaas afgesproken… Kom, jouw beurt voor koffie, anders kom je te laat.” Ik tapte een bak thee. Van koffie krijg je dikker speeksel, minder prettig tijdens het spelen.
Na de pauze had ik het makkelijker. Met Greet, Hendrik en Wendy samen spelen was heerlijk en bovendien voelde ik me meer op vertrouwd terrein. Klaas sloeg nergens af en had geen opmerkingen, behalve: “Mooi gespeeld en gezongen. Hou dit in Den Bosch vast.” Als laatste speelden we met z’n allen het Engelse volkslied “God save the Queen”.
Op mijn vraag waarom zei Greet zachtjes: “Wij spelen regelmatig tijdens officiële gelegenheden, Kees. Aanbieden van geloofsbrieven van ambassadeurs, tijdens staatsbezoeken en zo. Dan moeten de juiste volksliederen wel correct gespeeld worden, anders staat Zijne Majesteit voor joker. En dat willen we niet. We hebben een vast schema wanneer we welk volkslied repeteren. En bij sommigen moeten we daar een uur voor uittrekken, want er zitten dráken van melodieën tussen…” En achter me hoorde ik: “We hebben het schema een tijd geleden maar wat aangepast en het Russische volkslied geschrapt. De kans is vrij klein dat we dat in de nabije toekomst gaan spelen.” Eén van de klarinettisten knikte me toe en ik dacht even na. “Kan ik me wel indenken…”

Ik kreeg een por in m’n rug. “Koffie, Kees?” Wendy stond achter me. “Hé dame, je gaat toch geen chefkok stompen? Da’s bijzonder onverstandig; het zou zo maar eens kunnen gebeuren dat ik…” Ik moest lachen “…je vlak voor een optreden kennis laat maken met mijn Nasi. Met bijzonder veel sambal er in.” Ze keek smerig. “Jaja… en dan sta ik daar met een brandende tong en verschroeid verhemelte… Fijne ideeën heb jij, Kees!” Ik schudde mijn hoofd. “Niet ik, schoonheid. Dit was een ondeugend ideetje van Joline. En ze moest er vreselijk om lachen, terwijl ze het ten berde bracht.”
Nu keek Wendy pas écht smerig. “Je liegt dat je zwart ziet, majoor. Jouw lieve echtgenote met zulke valse plannetjes? Ik zal het te zijner tijd eens aan haar vragen.” “Doe maar Wendy. Wedden dat ze gaat blozen? Dan weet je genoeg… En waar blijft die koffie nou? Zwart met suiker graag.” Ze snoof. “Ik weet niet of ik voor jou wel koffie wil gaan tappen. Met je smerige verzinsels.” Ondanks dat draaide ze zich om naar de koffieautomaat en zette het ding aan het werk.

We kletsten nog wat over Wendy’s opleiding. “Over twee weken beginnen mijn college’s weer. En ik heb er zin in! Ook de bijvakken: directie en muziekgeschiedenis.” Hendrik keek sip. “Jaja... Mevrouw gaat ‘directie’ doen… Heb ik helemaal niks meer te zeggen als we getrouwd zijn. Thuis speelt ze dan de baas en als we een uitvoering geven staat ze voor het orkest ook commando’s te geven!” Wendy keek gemeen. “Ja. Met de ‘Orgel Symfonie’ van SaintSaens. En oh wee als je te laat inzet, jongetje!”
Greet en ik keken elkaar aan. “Wij hebben best wel mazzel, Kees. Jij hebt je vrouw die kan genieten van mooie muziek, maar geen instrument bespeelt, en voor mijn lieve Anita geldt het zelfde. Dus geen kans dat ze tijdens een muziekuitvoering de baas over ons spelen.” Ik keek gespeeld somber. “Op andere momenten compenseert Joline dat aardig, Greet. Tijdens dansles bijvoorbeeld.” Ze lachte even. “Dan laat je haar toch ook een keer op haar achterwerk stuiteren? Je hebt geoefend op haar moeder…”
Wendy giechelde. “We hoorden het verhaal op jullie bruiloft. Ik zag het al helemaal voor me!”
Bruiloft… dat woord triggerde me.

“Greet… Je zei tijdens een van mijn eerste lessen dat jullie over een jaar gingen trouwen. Zijn die plannen al wat concreter?” Ze glimlachte en knikte. “Ja. Wij gaan op oudejaarsdag trouwen, Kees. Symbolisch. Een tijdperk afsluiten en samen een nieuw tijdperk in. En nee, we maken er niet zo’n enorm knalfeest van als jullie, maar een mooie bruiloft wordt het zeker.” Ze boog zich naar me toe. “Hou die datum dus maar vrij, Kees. En je lieve vrouw willen we ook uitnodigen.” Ze draaide zich naar Hendrik en Wendy. “Geldt ook voor jullie. Wie weet kun je nog wat leren.”
Hendrik zei met een uitgestreken gezicht: “Geldt dat ook voor de nacht na de bruiloft, Greet? Dan wil ik dat even goed overleggen met mijn liefje hier. Om te voorkomen dat ze mij aan de kant zet en verder gaat met jullie, zeg maar.” Ze keek hem lang en minachtend aan en zei maar één woord. “Rotjong.”
Wendy keek mij aan. “Wat moet je nou met zo’n vriend, Kees?” Ik haalde mijn schouders op. “Geven ze op het Koninklijk Conservatorium geen biologielessen, Wendy? Nee? Dan heb je nu natuurlijk spijt als haren op je hoofd dat je op de middelbare school tijdens die lessen Biologie weer hebt liggen maffen… Geeft niet, hoor. Tegen een gereduceerd tariefje kunnen Joline en ik je wel even bijspijkeren. Je hoeft het maar te zeggen.”
Nu keken twee vrouwen me boos aan. “Lompe zandhaas”, klonk de stem van Greet en Wendy zei kattig: “Hoeft niet. Ik red me wel met deze bikkel hier.” Ze sloeg een arm om Hendrik heen en die grijnsde breed. “Nou ja, als jullie ooit meer info willen over bepaalde onderwerpen…” Wendy sneed me af. “Leuk aangeboden, maar nee, dank je wel. Einde onderwerp! Kom Hendrik, we gaan naar huis. Mijn ouders zijn nog op vakantie, dus…”
Ze keek nu heel ondeugend.
“Zeg jongelui…” Greet keek hen aan, maar Hendrik legde een hand op haar arm. “Wees maar niet bang, lieve tante. Wij knuffelen wat op de bank en gaan dan heel netjes elk naar ons eigen bedje. Wendy op de logeerkamer, ik op m’n eigen kamer. Deze lieve jongedame heeft bepaalde principes en daar wil ik niet aan tornen.”
Wendy bloosde even. “Dat is netjes, dame en heer. Hoor je niet vaak meer.” Ik zei het zachtjes, maar niet minder gemeend. En ook Greet knikte. Ze namen afscheid en verdwenen.

“Daar kunnen wij een voorbeeld aan nemen, Kees.” Greet zei het zonder spot en ik knikte. “Ja. Echter Joline en ik wisten vrijwel meteen dat we soulmates waren. En dat zal voor jou en Anita ook gegolden hebben, als ik jullie zo inschat. Bovendien zijn we al wat ouder dan de jongelui.”
Greet knikte. “Klopt. Anita en ik zijn óók soulmates, net als Joline en jij. Een heel veilig gevoel, om alles tegen elkaar te kunnen zeggen.” Ik knikte. Commentaar was nu niet gepast.
Ik dronk de laatste slok koffie op. “Ik ga er vandoor, Greet. Nog even sturen.” Ze knikte. “Ik ook, Kees. Bijna evenveel kilometer. Maar... kunnen wij op de donderdag niet samen rijden?” Ik schudde mijn hoofd. “Ik kom rechtstreeks uit Gorinchem, Greet. Juist om hier even rustig te eten en te acclimatiseren voor het spelen. Beviel me prima. Anders moet ik vanuit Gorinchem naar Veldhoven, daar rap-rap-rap eten en vervolgens hierheen scheuren. Heb ik vorige week gedaan en dat beviel niet zo goed. Dus: nee, we gaan niet carpoolen.”
“Jammer. Had me wel gezellig geleken.” Ze was even stil en keek me toen aan. “En jij bent een van de weinige kerels tegen wie ik dat zeg, Kees.” Ik kon er niets aan doen; ik kleurde en Greet moest lachen. “Ach gut… Wordt de stoere majoor plotseling verlegen?”
Ik knikte. “Ja. Omdat dit uit jouw mond een enorm compliment is. Dank je wel.” Nu bloosde zij. “Kom, laten we maar gaan, voordat we allebei in huilen uitbarsten.” Ik grinnikte. We pakten onze instrumenten en wensten degenen die nog stonden te kletsen een fijne avond en welterusten. Samen liepen we naar onze auto’s.
“Dank je wel voor je ondersteuning vanavond, Greet. En je boze blikken af en toe.” “Ik laat het wel horen of je me zondag nog kunt helpen, Kees.” “Is goed. Rij voorzichtig, wachtmeester.” “Ja, jij ook, lompe Infanteriemajoor.”

Even later reed ik de kazerne af. Slingerdeslinger door Vught heen en toen de snelweg op richting Eindhoven.
Genoeg stof om over na te denken…
Lees verder: Mini - 287
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...