Door: Keith
Datum: 03-02-2024 | Cijfer: 9.8 | Gelezen: 4665
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 69 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 69 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 295
De week begon goed. Een heerlijke knuffel van Joline ’s morgens, het was lekker weer met een mooie ochtendzon. Het KNMI voorspelde dat het 25 gaden zou worden. “Nog even rokjesdag, Kees!” glimlachte Joline, toen ze zich aankleedde. “Da’s altijd fijn, mooie dame.”
Bij DT schoot Joline Angelique en Henry aan. “Kom jullie na de koffie even naar Kees z’n bureau? We willen jullie wat vragen.” Rob, Fred de zussen en Gerben hadden we al via What’s app ingelicht, dus toen Angelique en Henry binnenkwamen zat mijn ‘hok’ aardig vol. Joline nam het woord.
“An en Henry: zoals jullie weten hebben wij een vriendengroep. Begonnen met Kees z’n zussen, mijn broers, Kees en ik; daarna kwamen Lot en Mar erbij, vervolgens hun kerels en als laatste Fred en Wilma. Maar jullie zijn ondertussen ook méér dan goede vrienden van ons geworden en hebben ons bij diverse gelegenheden ook bijgestaan. En unaniem was ons twaalftal het erover eens dat jullie er ook bij horen. Zien jullie dat zitten?”
Angelique straalde. “Bij jullie clubje gekken? Ja natuurlijk! Wat leuk!” Ze omhelsde Joline. Henry had een nadenkende trek op zijn gezicht. “Bij jullie clubje gekken… Ja, da’s wel een goeie omschrijving, An. Ik heb wat verhalen opgevangen van Rob en Kees… Maar ergens voel ik een addertje onder het gras. Ik heb óók wat verhalen opgevangen over dansles. Vertel, dame!” Hij keek Joline nu streng aan en die giebelde.
“Je zult niet de enige beginner zijn, Henry. De vriendjes van Mar en Lot moeten ook kennismaken met de edele kunst van Latin- en stijldans.” Angelique keek ondeugend naar Gerben. “Op school is het er nooit van gekomen, Gerben, maar dan kan ik eindelijk eens dansen met de knappe voorzitter van de leerlingenraad…” Gerben werd een beetje rood en Angelique vervolgde: “Op de middelbare school was Gerben best wel populair bij de meiden… Nietwaar, Gerben?”
“Dat is dan bij deze afgelopen, meneer van Wiers!” Margot trok hem naar zich toe. “Geen gerotzooi met andere dames; je bent van mij, begrepen?” Ze gaven elkaar een snel zoentje.
Joline vervolgde: “Sorry Margot. Gerben zal er toch aan moeten geloven, want op onze dansschool worden de partners regelmatig uit elkaar gejaagd en moet je met iemand anders dansen. En dat weet jij donders goed, Margot!” Die knikte. “Maar dan kan ik ‘m in de gaten houden.” Ook Fred keek wat bedenkelijk. “Ik weet niet of ik je een beetje netjes die danszaal door kan leiden, kleintje. Ik adviseer je een paar stelten te kopen.” Angelique keek hem liefjes aan. “Ik ben niet helemaal onwetend op dansgebied, meneer van Laar. Dat had je op de bruiloft van Kees en Jo kunnen zien. Je doet je best maar!”
Ik had moeite om niet in lachen uit te barsten; ik had de combinatie ‘Henry en Wilma’ op de dansvloer voor ogen. Joline zag het en keek me waarschuwend aan. Ze vervolgde: “Misschien moet er met agenda’s geschoven worden, maar: elke vrijdagavond gaan wij naar een dansschool in Eindhoven. En we verwachten van jullie dat je daar ook komt. ten slotte moeten ook jullie, Angelique en Henry, op jullie eigen bruiloft het bal openen.” An keek ons allemaal aan en trok Henry aan zijn mouw. “Kom schat. Al die gekken bedanken!”
Ze liepen het groepje rond; Angelique gaf iedereen een knuffel, Henry de dames ook, maar de heren gaf hij toch maar een hand. “Welkom bij de club van veertien, makker.” Ik drukte zijn hand en zei vervolgens: “Sorry dat we jullie niet eerder hebben gevraagd.” Hij knikte. “Had niet gekund, Kees. An d’r studie slokte vreselijk veel tijd op. En daarna nog die verbouwing… De afgelopen week was het voor het eerst wat rustiger bij ons.” Angelique vloog daarna om m’n nek. “Hé kleintje, pas je op? Mij niet met Henry verwisselen hé?” Ze keek ondeugend en fluisterde in m’n oor: “Wees maar niet bang, hoor. We staan niet in een badhokje.”
Ik verslikte me bijna van het lachen en de rest keek me vragend aan. “Nee jongens en meiden… Even een onderonsje tussen An en mij. Komt later misschien nog wel eens.”
Joline nam weer het woord. “Voordat we weer aan het werk gaan: ik stel voor dat An en Henry zich bij onze groepsapp voegen. En het volgende voorstel is: aanstaande vrijdag start de dansles weer. Dan verzamelen we allemaal bij ons, kleden ons daar om, gaan richting dansles en iedereen blijft na de les bij ons slapen. En ja dat wordt vol, maar wel vreselijk gezellig. En waarschijnlijk laat. Neem dus slaapzakken en luchtbedden mee. Oké?”
Iedereen knikte en Joline straalde. “Jongens en meiden… ik heb er vreselijk zin in! Zo dadelijk gaat de uitnodiging via de appgroep naar de rest.” Dollend gingen we uit elkaar.
Ik deed de deur naar de groepsruimte open. Henk keek ons vragend aan. “Waar bleven jullie, Kees?” Gerben zei droogjes: “We moesten een paar leden van ons groepje inwijden. Angelique en Henry.” Henk keek somber. “An en Henry? Ach ach… Ik heb nu al medelijden met ze… Moeten zij ook meehelpen om Jo en Kees weer eens uit de nesten te halen.” “Niemand haalt mij en mijn lieve echtgenote uit ons nest, Henk. De dames zouden hevig schikken als ze mij in ondergoed zien en de heren raken ernstig van de leg als ze Jo in haar nachtpon zouden aanschouwen.”
Hij bromde: “Dat de dames zouden schrikken kan ik me wel voorstellen…” En met stemverheffing: “En nu aan ’t werk! We zijn nog één week met z’n drieën; volgende week is er weer versterking van Frits, de week daarna komt Willem van Zanten erbij en twee weken daarna Rogier. En dan zijn we weer compleet. Maar voor nu…”
We gingen snel door de projecten heen: het metaalbedrijf voor Gerben en mij, wat aftersales-dingen voor de asfaltcentrale voor Gerben, Henk was bezig met twee offshore-platforms. “Redelijk overzichtelijk deze week!” Gerben keek opgelucht en vervolgde: “Op privégebied is het al hectisch genoeg!” Henk keek hem aan. “Dat zal best. Lid van het clubje van Kees en Joline én plotseling verkering hebben… Gaat je niet in de kouwe kleren zitten, denk ik!”
Met een neutraal gezicht zei Gerben: “Ook dat… Maar het kost best wel nachtrust.” Even was het stil. Henk en ik keken elkaar aan en Henk zei even droog: “Dan moet eerder naar bed gaan, vriend.” Pesterig vulde ik aan: “Of vlak voordat je naar bed gaat snel een biertje drinken. Wedden dat je genoeg slaap krijgt?” Gerben schoot in de lach. “Ja, dat zou een optie kunnen zijn, Kees.”
Henk keek vragend en Gerben legde uit: “Beide zussen hebben een bloedhekel aan bierlucht en zoenen geen vent die een pilsje heeft gedronken.” Henk keek nadenkend. “Bier als anticonceptie… Hmmm, nu begrijp ik waarom in zoveel kloosters bier werd gebrouwen.”
We gingen aan het werk; ik begon mijn grove aantekeningen van het metaalbedrijf verder uit te werken; volgende week kon ik daar ‘op verkenning gaan’ voor een uitgebreider onderzoek. Om half elf ging mijn telefoon en ik keek op de display. Hé, meneer Duyvestein z’n nummer… Ik had wel een vermoeden waar dat over ging.
“Kees Jonkman, goedemorgen.”
“Jonkman, met Duyvestein. Wat zit jij onder onze klanten te klootviolen?”
Hij klonk agressief.
“Pardon?”
“Je weet donders goed waar ik het over heb, Jonkman! Hang niet de vermoorde onschuld uit, anders kom ik even bij je langs en neem ik je te grazen. Daarna mag je een tijdje in dat ziekenhuis in Nijmegen verblijven. Op de spoedeisende hulp, welteverstaan!”
Ik verbrak de verbinding. Klootzak… Ik stond op en liep naar Theo. “Heb je even? Iemand in Amsterdam is weer eens over de jank.” Hij keek op. “Wat nú weer, Kees?” Beknopt legde ik hem de situatie in het Nijmeegse ziekenhuis uit en besloot met: “Gisteravond liet het systeem hen weer in de steek. Rogier moest komen opdraven om de handel te resetten. En ik denk dat er vanochtend of gisteren een mail of telefoontje richting Amsterdam is gegaan dat ze geen zaken meer doen met Duyvestein en z’n fijne club. En net kreeg ik een telefoontje van meneer waarin hij me ronduit bedreigde.”
Theo dacht even na. “Kan Fred dat telefoontje even terughalen? Dan bel ik meneer even op om te vertellen hoe ik denk over lui die mijn personeel fysiek bedreigen.” Zijn ogen stonden op scherp. “Laat Fred dat telefoontje even naar mijn documenten doorzetten, Kees. Dat ga ik even beluisteren en daarna bel ik meneer wel even. En haal Angelique even op!”
Ík liep naar Angelique d’r bureau. “Kun je even bij Theo komen? Krijgsraad.” Ze gniffelde. “Koekjes!” “Vreetzakje…” bromde ik, toen ik verder liep.
Op het backoffice zat Fred verdiept in allerlei digitaal abacadabra. “Hé makker, kun jij een telefoontje van mij van tien minuten geleden op Theo zijn account zetten? En dan even meekomen?” Hij keek op. “Heb jij Gertie oneerbare voorstellen gedaan, smeerlap? Dan neem ik Joline ook wel mee…” Ingrid schoot in de lach. “Dan krijg je vuurwerk, Fred!”
Ik keek zielig. “Ja, vast. En wie is weer kop van jut? Jawel: Kees…” “Moment, Kees. Even dat telefoontje… Een nummer uit Amsterdam? Je vriendje de directeur?” Ik knikte. “Maar dit gaat niet over Bosnië.”
Hij bromde wat onduidelijks, typte snel wat commando’s in en ramde op ‘enter’. “Zo. Een bakje koffie meenemen, want directiekoekjes zonder koffie staat wel erg kaal.” Even later liepen we Theo’s bureau binnen. Die luisterde net het gesprekje af. Daarna keek hij op.
“Dat is nogal klare taal, Kees. An, wat gaan we hiermee doen?” Ze aarzelde niet. “Aangifte doen van fysieke bedreiging, Kees. Niks minder. Hij dreigt je dusdanig in elkaar te meppen dat je in het ziekenhuis komt. Of hij laat het doen… Ik ken zijn fysieke gesteldheid niet.” Ik lachte schamper. “Als ik meneer Duyvestein zo inschat is hij zelf niet in staat om mij te grazen te nemen hoor. Maar daar zal hij wel vriendjes voor hebben, zo zit hij wel in elkaar.”
Theo dacht even na. “Ik ga hem nú bellen, jongens. Fred: wordt dat ook opgenomen?” Fred knikte. “Yep. En speciaal, omdat het de directietelefoon is, op een apart bestand. Daar kan alleen jij bij. En ik natuurlijk.” Theo pakte zijn bureau-telefoon en toetste de nummers in. Het toestel stond op de speaker, dus we hoorden het ding overgaan.
“Duyvestein.”
“Goede morgen meneer Duyvestein. U spreekt met meneer Koudstaal. Ik ben de directeur van Developing Technics te Gorinchem. Meneer, ik bel u omdat u een kwartier geleden een van mijn medewerkers fysiek heeft bedreigd. Ik geef u één kans om uw woorden terug te nemen en uw excuses aan te bieden aan de heer Jonkman; doet u dat niet dan doet DT aangifte. En voor de duidelijkheid: al onze telefoongesprekken worden op…”
Verder kwam hij niet.
“Mijn excuses aanbieden aan een ex-stagiair? Dat jochie heeft zijn titel aan mij te danken, nondeju! En nu plant hij voor de tweede keer een mes in m’n rug. Als ik ‘m voor de auto krijg rij ik lachend over hem heen, rem, zet m’n auto in de achteruit en rij nog een keer over hem heen. Voor de zekerheid, zeg maar. Het rotjong.”
Theo keek ons aan. “Dat is duidelijk, meneer. Ik heb u verder niets meer te zeggen.”
Hij hing op en keek me aan. “Aangifte doen, Kees. Nu meteen. Je hebt drie getuigen en de opname van dit gesprek en het vorige.” Ik keek blijkbaar nogal appelig want Theo drong aan. “Heb je poep in je oren? Pak je computer en doe digitaal aangifte. Fred, dit gesprek én het vorige op de schijf van Kees zetten, dan kan hij het meteen meesturen. An: komen wij in problemen met die opnamen?”
Angelique schudde haar hoofd. “Nee. Staat op de website. En daar heeft meneer hoogstwaarschijnlijk al een aantal keren op zitten kijken. Geen punt.” “Hop, waar wacht je nog op, Kees?” Ik liep naar m’n bureau. Digitaal aangifte doen… Weer eens wat anders.
Uiteindelijk bleek het niet digitaal te kunnen en moest ik het algemene nummer van de politie bellen: 0900-8844. Ik kreeg een agent aan de lijn die een aantal vragen stelde. Toen hij vroeg of er bewijs was, noemde ik de opnames van beide telefoontjes en die wilde hij wel hebben. Dus uiteindelijk toch digitaal… Ik stuurde ze op en kreeg de verzekering dat een collega, gespecialiseerd in dit soort gevallen, ernaar zou kijken. Na een kwartier was het gesprek klaar. Ook weer achter de rug…
Ik leunde achterover en dacht even na. Kon ik Duyvestein nog meer laten blunderen? Wat te denken van een pittig mailtje die kant uit? Ik opende Word en begon te typen.
‘Geachte heer Duyvestein. Na twee onprettige telefoontjes , waarvan een met mijn directeur deel ik u het volgende mede: ik ben niet onder de indruk van uw bedreigingen. Als u mijn CV goed heeft gelezen weet u wat ik in het verleden gedaan heb. U mag binnen uw firma misschien het Alfa-mannetje uithangen en de grote baas spelen: bij mij hoeft uw zulk gedrag niet te vertonen. Ik geef u een gratis advies: als u uw bedreigingen ten uitvoer wilt brengen, hetzij zelf, hetzij door middel van vriendjes: open vooraf uw internetbrowser en ga eens zoeken op de combinatie Kees Jonkman en Marten de Rooij, zijn echtgenote en zijn zoontje. Wellicht komt u dan op andere gedachten. Succes. Ir. C. Jonkman.’
Zo. Geen dreigementen, alleen een korte waarschuwing. Toch maar even aan Theo laten zien. Indirect had hij er ook mee te maken. Ik stak de gang schuin over. “Theo, weet jij nog wat de term ‘vuur uitlokken’ betekende?” Hij keek me aan. “Ja natuurlijk. Je houdt je vijand een nogal lonend doel voor in de hoop dat hij schiet. Dan weet jij waar hij uithangt en roept de Cavalerie.” Hij grijnsde. “Mij dus. De korporaal Koudstaal als schutter op de Leopard II met z'n veertien gepantserde vrienden...” Ik knikte. “Precies. En ik ben van plan vuur uit te lokken, door middel van een vriendelijk mailtje richting Amsterdam. Lees maar even.” Hij zette zijn bril op en las. Toen hij opkeek vroeg hij kort: “Waarom nog meer benzine op het vuur, Kees?” “Simpel. Hij zou glashard ontkennen dat hij die stem aan de andere kant van de lijn was. Als hij per mail hierop antwoord hangt hij. Want mails zijn makkelijk te traceren dan telefoongesprekken.”
Theo bromde. “Enfin, je hebt hem ten minste niet verrot gescholden of bedreigd. Valt me alweer van je mee, meneer heethoofd. Versturen, Kees.” Hij grinnikte. “Ik hoor het wel als de Cavalerie moet opdraven…” Het Word-bestand kopieerde ik naar de mail, keek het nog even na en stuurde het richting Amsterdam. Duyvestein had een apart mailadres binnen zijn bedrijf, dat was lekker makkelijk.
Een blik op mijn horloge leerde dat het ondertussen half twaalf was. Wéér een uur naar de knoppen door dit gesodemieter… Nog even tekenen, straks weer rennen met de meute. Gelukkig had Fred vandaag de touwtjes in handen, dan hoefde ik daar geen energie in te steken. Maar tussen twaalf uur en half één bleek dat ook Fred weinig inspiratie had opgedaan; hij liet ons vijf kilometer rennen in eigen tempo. Wat wél mooi was: de hele club kwam als één kluwen op het eindpunt. De paar wat zwakkere lopers waren door anderen op sleeptouw genomen. Goed om te zien! En na een lekkere douche even eten, daarna weer aan de slag.
Ik ging bij Henk en Gerben zitten. “Gekkenwerk om alleen in m’n hok te zitten terwijl hier de ruimte is, jongens.” Gerben keek me aan. “Maak dat de kat wijs, Kees. Hier hangt de geur van Joline’s parfum nog. Alleen daarom wil je hier zitten…”
Henk schoot in de lach. “Ik wist niet dat Joline’s parfum naar pindakaas rook, Gerben. Want dié geur hangt hier nogal duidelijk.” Ik mopperde: “Andre krijgt een pindakaasverbod op de zaak. En Marion zal het vast met me eens zijn.” Kwart over twee: telefoon. Duyvestein, zag ik aan het nummer.
“Goedemiddag met Kees Jonkman…” Ik zette de telefoon op de speaker.
“Godverdomme, Jonkman! Snap je het nog steeds niet? Je hebt ons zwart staan maken bij een klant! Dankzij jou zijn we dat ziekenhuis kwijt, klootzak! En de medische wereld is niet zo gek groot; als zij met elkaar kletsen zijn we zes ziekenhuizen kwijt, waaronder het AZU! Jij gaat heel veel last van ons krijgen, rotjong. Onze juridische afdeling is al bezig! En als ik je ooit tegenkom: ik sla je complete smoelwerk aan gort, heb je dat begrepen?”
Pas nu kon ik tussen zijn tirade doorkomen.
“Meneer, wilt u even ademhalen en héél goed naar mij luisteren? Uw vorige twee telefoontjes zijn opgenomen. Dat doet DT altijd. Net als dit telefoontje. Vanochtend heb ik aangifte van bedreiging gedaan; die ga ik zo meteen nog even aanvullen. En oh ja: heeft u uw huiswerk al gedaan wat ik u heb opgegeven? Waarschijnlijk niet, want anders zou u niet zo tegen me tekeer gaan. Advies: doe het maar even. En denk daarna bijzonder goed na of u verdere acties tegen mij, het bedrijf waar ik met veel plezier werk of iemand in mijn directe omgeving gaat uitvoeren.”
Hij wilde me onderbreken, maar dat stond ik niet toe; ik raasde door.
“Ik geef u één waarschuwing: mocht ik er achter komen dat mij een loer wordt gedraaid, ga ik spitten wie de opdrachtgever is. Verder nog iets bijzonders te melden, behalve dat uw firma door hun goedkope prutswerk waarschijnlijk wat klanten kwijt is?
En hoe staat het ondertussen met de gunning van de opdracht in Bosnië? Waarschijnlijk komt uw firma niet voor op het lijstje van bedrijven die een offerte mogen maken hé? Dat dacht ik al. Fijne dag, meneer en denk aan uw hart. Jezelf opwinden is bijzonder ongezond voor directieleden Heb ik een paar weken geleden ook gemerkt.”
Ik verbrak de verbinding.
Henk grijnsde. “Ik zie dat de ouwe sergeant Jonkman weer terug is. Mooi zo. Moeten we weer bij nacht en ontij rond gaan lopen, Kees? Alleen nu in Amsterdam? Je hoeft het maar te zeggen, hoor…” Ik grinnikte met hem mee en keek Gerben aan. “Wat sta jij me aan te gapen, meneer?” Gerben schudde even zijn hoofd. “Ik hoorde je stem, maar je ogen… Man man man… Jij hebt het wel eens over Joline’s ogen als lasers… Die van jou waren net plasmasnijders.” Dreun, dreun, dreun… Fred liep door de gang en liep mijn kantoortje in. Geen Kees. De tussendeur ging open.
“Aha, hier is het directielid… Ga je jezelf nou ook een dreun geven, Kees? Je was nogal gevoelig voor hints in die richting…” Hij grijnsde vals; Gerben en Henk moesten gniffelen. “Je begrijpt dat je die nog een aantal keren gaat horen, meneer Jonkman.”
Met een dreun sloot hij de deur en liep hij door de gang terug.
Ik plofte op een tekenkruk. “Potdomme, als ik roker was, zou ik nu een zwaar sjekkie draaien…” “Je bent geen roker, dus druk je jezelf maar eens een paar keer op.” Gerben wees en Henk knikte. Dus dook ik maar weer naar de grond. En terwijl ik bezig was hoorde ik een bekende stem.
“Zo… ligt mijn echtgenoot weer eens te boeten voor zijn zonden? Goed zo! Hou hem maar in bedwang, heren.” Ik stond op. “In plaats dat jij deze ‘heren’ nou eens uitfoetert dat ze jouw echtgenoot staan af te beulen… Hoi schat. Waarmee kan ik je dienst zijn?”
Ze keek nu serieus. “Jij hebt ruzie staan maken met Duyvestein?” “Nee hoor. Ik heb meneer Duyvestein alleen verteld dat hij wat huiswerk moet doen, voordat hij gaat broeden op gemene plannetjes richting Kees Jonkman. En het huiswerk bestond uit even wat zoekwerk op google. Kees versus de familie de Rooij. Maar dat had hij voor ons laatste telefoongesprekje nog niet gedaan, geloof ik.” Joline keek me serieus en vragend aan.
“Ik heb aangifte gedaan wegens bedreiging, schat. Het is nu in handen van de politie.” Joline snoof. “Die hebben het maar druk met de familie Jonkman. Lot en Mar kregen net een mailtje dat hun verwekkers én de ex-potentiële echtgenoten plus een pa deze week moeten voorkomen. In een ondertussen bekende rechtbank: Den Bosch. Donderdagmiddag gaat dat gebeuren.” “Dat komt dan goed uit, schat.” Joline keek verwonderd. “Donderdagavond zit ik in Vught. In Dagelijks Tenue. Generale repetitie voor dat concert. Scheelt weer heen en weer rijden en een keertje omkleden.” Ondanks alles moest ik lachen en Joline keek wéér vragend.
“Als ze dezelfde rechter hebben als de familie de Rooij zal die dame wellicht vragen hoe het komt dat ik zo snel bevorderd ben. Afgelopen voorjaar stond ik daar nog als sergeant, nu staat er een levensgrote majoor.” Joline snoof. “De vorige keer stond je daar als burger, meneertje. Nou ja… Sergeant b.d. hooguit. En nu hoef jij niet het woord van slachtoffer te doen. Dat doen de zussen. En die gaan dat héél goed doen; ene Joline Jonkman helpt hen wel even.” Haar ogen bliksemden. “En Nadia doet ook het woord. Zij is ook slachtoffer van pa Bongers.”
“Wij ook, schoonheid. Dat hele zootje, pa, de ex-potentiële bruidegoms en de pa van die dikzak hebben bij ons ingebroken om de zussen te ontvoeren, weet je nog? En die slachtoffer-rede mag jij gaan doen. Ik zal dan wel, als mijn bescheiden zelf blijven zitten en je op gepaste momenten een aanmoedigend knipoogje geven.”
Joline keek nu sceptisch. “Bescheiden? Jij? Dat zou voor het eerst zijn dat ik dat meemaak, Kees. Ik hoorde net van Fred dat jij jezelf weer eens als directeur had opgesteld tegen Duyvestein.”
Ik zuchtte. “Kan die eikel z’n grote waffel nou écht niet houden?” Giechelend liep ze naar de deur. “Best handig soms… Chefje zijn van de beste maat van je vent…”
“Rotkind!” bulderde ik haar achterna. Irene, die nét langs de deur liep, schrok zich rot.
Henk en Gerben grinnikten. “Straks even Bureau Slachtofferhulp laten komen voor Irene. Het arme meisje… Loop je niets vermoedend langs een kantoor, brult er een of andere teamleider keihard ‘Rotkind!’ tegen je…” Henk keek me hoofdschuddend aan.
Daarna gingen we weer aan het werk; die installatie bij dat lasbedrijf was nogal wat uitgebreider dan hun collega’s in Eindhoven…
“Kees! Sluit je je computer af? We gaan naar huis!” Een tik op mijn schouder bracht me weer bij de werkelijkheid en Gerben keek me aan. “Als jij aan het werk bent, hoor je niks meer, geloof ik?” Ik schudde mijn hoofd. “Als ik écht geconcentreerd bezig ben… Ja, dan ben ik echt weg. Sorry, geen gezellige bureaugenoot.”
Henk mopperde: “Ik vroeg om drie uur of je nog koffie wilde. Kreeg nul antwoord. Toen heb ik je maar laten door ploeteren. Je had toch al teveel tijd verprutst door dat gedonder met Amsterdam.” Ik stond op. “Namens Theo dan: merci Henk, dat jij nog een paar productieve uurtjes uit Kees Jonkman heb geperst.” Henk zwaaide en liep het kantoor uit.
“Wat doe jij vanavond, Gerben?” “Ik ga naar huis, Kees. Vroeg m’n bedje in na een nogal pittig weekend.” Hij trok wat met z’n mond. “Ach gut, arme kerel… Heeft Margot je zó afgeknepen?” Achter me klonk een bits: “Dat gaat je geen hout aan, Kees! Gerben, pas op!” Margot stond in de deuropening, Lot en Joline achter haar. “Kom, naar huis. Er moet gekookt worden en dat doen wij!” Lot wenkte. Ik sloot het bureau af, Gerben gaf Margot een knuffel en stapte in zijn eigen auto. De zussen in een zilvergrijze Volvo en Joline en ik in een blauwe.
Rustig reden we naar Veldhoven. De zussen zetten hun auto in de garagebox, ik parkeerde buiten. “Dan kunnen zij hun bolide aan de stroom hangen… Rogier zei dat hij in een verloren uurtje wel een verlengsnoer voor hen kon maken, dan kunnen ze buiten laden.” Even daarna waren we binnen. Joline dirigeerde mij naar de studeerkamer. “Blazen jij. Heb je gisteren niet gedaan. Wij koken wel. Vanavond kan er niet meer geblazen worden, want dan ligt iedereen amechtig uit te hijgen op bed, na een inspannend weekend.”
En dus stond ik een uurtje te repeteren; alle stukken doornemen met extra aandacht voor ‘Gabriella’s song’ en het Wilhelmus. En tijdens het spelen voelde ik de boosheid richting Amsterdam langzaam van me afglijden. Heerlijk… Dat doet muziek met je! In feite zou de hele mensheid verplicht moeten worden om samen muziek te maken. Zou heel veel ellende schelen…
De deur ging open.
“Kees! Kom je eten?” “Lekker, dame. Ben ik wel aan toe.” Tijdens het eten vertelde Margot hoe haar zaterdagavond en zondag verlopen was. Althans… Over de zaterdagavond was ze uiterst kort. “Het was heerlijk om met Gerben te vrijen. Einde verslaglegging.” Ze glimlachte lief. “En de zondag… Gerben z’n ouders, Peter en Anna, zijn bijzonder lieve mensen. Vol begrip. Gerben had hen al iets over mijn achtergrond verteld, dus ze wisten welke onderwerpen nogal gevoelig lagen…” Margot keek even voor zich uit en knikte toen.
“Ze lijken in sommige opzichten wel op jouw ouders, Kees. Geen theoretici, maar mensen die ook om zich heen kijken en dingen doen. En ze hebben een hele leuke hond. Helaas moeten ze die over een paar weken weer afstaan… Ze zijn ‘gastgezin’ voor Hulphond Nederland. Krijgen een pup van acht weken in huis die ze gedurende een maand of 16 moeten socialiseren. Het dier moet alles een keer gezien hebben, mag nergens meer raar van opkijken of schrikken. Hun hond, Blondie, een Golden Retriever, is nu 15 maanden, hartstikke speels, maar op sommige momenten…
Ik zat zaterdagavond tóch even in een dipje toen we het over Groot-Ammers hadden en Blondie komt uit haar mand, kijkt naar mij en komt dicht tegen m’n benen aanzitten. Legt haar kop op m’n knieën en kijkt me aan met die mooie bruine ogen… Toen ben ik van de bank afgegleden, naast haar gaan zitten en haar, al vertellend, lekker zitten aaien. Peter zei dat Blondie, volgens de lui van Hulphond Nederland wel aanleg had om PTSS-hulphond te worden. Dat geloof ik graag… Wat een schat van een beest.”
Toen giebelde ze. “Alleen toen ik opstond had ik kilo blonde hondenharen aan m’n kleren. Sjongejonge, wat verhaart zo’n Golden… Bengel verloor ook wel haar, maar Blondie…
Op een gegeven moment pakte Peter nog even de stofzuiger omdat er ‘s avonds misschien bezoek zou komen.. Even later zat het hele stofreservoir vol blonde haren en hij zei: ‘En dat moet dus elke dag, anders lopen we hier kniediep door de haren van dit blondje. Ik ben blij voor Gerben dat jij niet blond bent, anders kon hij je wellicht niet vinden…’ Enfin, toen we afscheid namen heb ik moeten beloven om vaak op bezoek te komen.”
Margot keek ons aan. “Oók ‘echte mensen’, Joline. De zelfde bloedgroep als jullie ouders.” “Ben ik blij mee, Margot. Dat hebben jullie nodig: mensen die om jullie geven.” Charflotte keek nogal aarzelend. “Ik hoop dat ik ook zo op kan schieten met de ouders van Rogier. Hij moet ze nog steeds met ‘u’ en ‘pap en mam’ aanspreken. Tutoyeren is daar ‘not done’.”
Joline zei: “Lot, totdat ik ging studeren moesten wij thuis mijn ouders ook met ‘pa’ en ‘ma’ en ‘u’ aanspreken. Niks mis mee. Pas toen hun jongste dochtertje op eigen benen ging staan hebben ze ingevoerd dat er vanaf dat moment voornamen gebruikt mochten worden. En Ton, Rob en ik hebben daar behoorlijk aan moeten wennen.” Ze giebelde. “Maar langzaam aan is dat wel gelukt, geloof ik.” Lot grinnikte. “Ja, dat geloof ik ook wel. Ik kan me nog een momentje herinneren dat Jolientje toen-nog-Boogers bij haar lieve papa op schoot ging zitten, door z’n haren kroelde en zei: ‘ouwe mopperkont van me..’ En papa Boogers vond dat niet zo’n probleem, geloof ik.”
“Zou ik ook niet vinden hoor Lot. Zo’n knappe dochter op schoot…” Joline keek me aan. “Nee, dat zal best. Tegen de tijd dat wij een dochter hebben van mijn leeftijd ben jij ruim 55, Kees Jonkman… Ouwe snoeper!” Ik trok een wenkbrauw op. “Maak jij je sympathieke pa nu uit voor ‘ouwe snoeper’? Want die is een paar jaartjes ouder van de leeftijd die jij net noemde. Pas je een beetje op? Ik kan het in een onbewaakt ogenblikje zo maar aan hem doorvertellen…” Joline zuchtte, stond op van de bank en kwam bij mij op schoot zitten. “Ik heb wel wat maniertjes om dat te voorkomen…”
Ze trok haar rokje een paar centimeter op en de zussen schoten in de lach. “Ja, Kees, tegen die argumenten kun je niet op!” Ik streelde een stukje bovenbeen. “Dit zijn inderdaad goeie argumenten, Jolien…” En zachtjes hoorde ik een snijdend: “Precies! Mijn argumenten, Kees Jonkman. Denk er aan!” Op de bank klonk gegiechel. “Misschien moet je die argumenten vanavond maar eens gebruiken Joline. We komen je niet helpen; Wij hebben het vanavond even druk met elkaar.” De zussen sloegen hun armen om elkaar heen en begonnen elkaar te zoenen. Joline en ik keken elkaar aan. “Zouden jullie niet liever naar jullie eigen kamer gaan, meiden?”
Even lieten ze elkaar los. Margot keek ons aan. “Nergens voor nodig, Jolien. Jij en Kees hebben alles van ons gezien. En vice versa. Geen schaamte voor elkaar.” En Lot giechelde: “Als jij de argumenten van Joline nu eens gaat inspecteren, Kees… doen wij die van elkaar wel.” “Ook best goeie argumenten, Lotje”, bromde ik.
Meer kans om iets te zeggen kreeg ik niet; Joline draaide mijn hoofd naar zich toe. “Lekker, Kees. Kus me en laat me je voelen!” Ze kuste me en woelde tegen me aan. Een heerlijk gevoel, maar… Langs haar heen kon ik de zussen met elkaar zien vrijen. Handen over borsten, strelend over mooie benen, ze kusten elkaar hevig… Ik voelde me een voyeur. Voelde Joline tegen me aan, streelde haar, maar zag ook Margot en Charlotte. Het zat me niet lekker. Als ik zo bleef zitten wist ik dat Joline me zonder moeite zover zou kunnen krijgen dat ik hier, in het volle zicht van de zussen, met haar zou neuken. Het voelde bijna als overspel…
Ik duwde Joline zachtjes van me af. “We gaan naar onze slaapkamer, schat”, fluisterde ik in haar oor. Ze keek verwonderd, haar ogen vragend, maar ik schudde mijn hoofd. Ze stond op, trok haar rokje omlaag en zei: “Wij gaan een deurtje verder, liefjes. Wat jullie doen mogen jullie helemaal zelf weten, maar morgenochtend om half zes loopt de wekker weer af.”
Ik pakte Joline’s hand en liep de slaapkamer in. En door, naar de badkamer. Daar deed ik de deur achter ons dicht. “Wat is er aan de hand, Kees?” Haar blauwe ogen keken onderzoekend. “Ik kán het niet, Jolien. Jij zat me heerlijk te verwennen met je mooie benen tegen me aan, je kuste me en liet me vreselijk genieten… Maar langs jou heen kon ik de zussen zien vrijen. Vreselijk opwindend om die twee elkaar te zien verwennen. En dat voelde alsof ik jou bedroog. Toen knapte er iets bij me, schat. En niet alleen bedroog ik jou, maar indirect ook Gerben en Rogier. Ondertussen twee goeie vrienden. En dat wil ik niet.”
Nadenkend keek ze even naar buiten. Toen pakte ze mijn hand. “Mee jij. Dit gaan we nú met de zussen bespreken.” We liepen de woonkamer weer in. Margot en Lot zaten nog steeds op de bank, armen om elkaar heen, maar niet vrijend. Ze keken ons vragend aan.
“Wat was er aan de hand, Kees?” Ik ging tegenover hen op een stoel zitten, Joline op de armleuning naast me. “Meiden… De situatie is ondertussen wat anders dan een paar weken terug. Jullie hebben relaties met Rogier en Gerben. Zijn gelukkig met hen. En zijn ook nog steeds gelukkig met elkaar. Toen Jo en ik net zaten te vrijen kon ik dat nogal goed zien. En het wond me op! Twee prachtige vrouwen die zo intiem met elkaar vrijen… Maar ik vrijde met Joline, voelde haar tegen me aan, terwijl ik jullie zat te begluren en ervan genoot. Dat voelde écht fout. Ik bedroog Joline, Gerben en Rogier tegelijk. En dat wilde ik absoluut niet. Vandaar dat ik Joline meetrok en vluchtte.”
Margot keek me nadenkend aan en knikte. “Ik begrijp het, Kees. Sorry.” Ook Charlotte knikte en zei: “We hebben dat verkeerd ingeschat. Stom.” Ze stond op en trok Margot mee. “Kom zussie. Groepshug.” Ondanks alles moest ik lachen. “Jullie nemen wel een risico, lieve dames om nu een groepshug in te lassen terwijl jullie net nog uiterst verleidelijk op de bank zaten te vrijen.”
Naast me klonk een nogal nadrukkelijk ‘Ahum!” en Joline keek hen aan. “Ik neem hem wel in bescherming tegen jullie charmes, meiden. Heb ik zo mijn eigen maniertjes voor.” Margot giechelde en trok de zoom van Joline’s rokje omhoog. “Die kennen we ondertussen wel.” Daarna gaven we de zussen beiden een lange knuffel. Margot sloeg haar armen om mijn nek. “Je bent een schatje.” Lot loste haar zus af en legde haar hoofd even tegen me aan. “Nog steeds een bijzonder veilig plekje, Kees.” Daarna liet ze los en pakte de hand van Margot. Ik keek hen aan. “Lieve meiden, mijn lichaam roept keihard dat het met jullie wil vrijen. Mijn geweten roept gelukkig harder dat dat geen optie meer is. Maar jullie zijn ook schatten, vergeet dat nooit. En voor zo dadelijk: welterusten.”
“Kan nog wel even duren, Kees.” Margot knipoogde. “Bij ons ook, meiden”, zei Joline met een ondeugende ondertoon in haar stem. “Kóm Kees, met je Freule mee.” De zussen liepen naar hun kamers, en Joline trok mij mee naar onze slaapkamer. En tegen alle gewoonten in deed ze de deur achter ons op slot. “Zo. Je bent opgesloten, Kees. Nu helemaal van mij. Ga je douchen en scheren, daarna kom je bij mij in bed. Ik heb vreselijk zin in je.”
Ik keek haar aan. “Joline… Ik heb vreselijk veel zin in jou. Mijn eigen lieve Freule, rekenwonder en vreselijk erotische vrouw.” Ze knipoogde. “Dat laatste ga ik je weer eens laten merken, schatje. Na het douchen.” Ze wees naar de badkamer. Tien minuten later kwam ik fris gewassen en geschoren terug. Joline zat op bed. Opgemaakt, een doorzichtig zwart bloesje aan met niets er onder. Een wijde rode rok, met daaronder haar lange benen in witte nylons. Ik kon nét een stukje van het boord zien. En op hoge hakken. “Schat, wat zie jij er sexy uit…” Ze knikte. “En zo voel ik me ook. Vreselijk sexy. En geil. En nú al kletsnat; ik heb dat trileitje in en dat is heerlijk!” Ze wees op haar telefoon. “Ik kan dat ding ook via m’n telefoon bedienen… Hebben de zussen me geleerd. Als je met je vingers over het beeldscherm gaat…”
Ze deed het voor en schokte. “Heerlijk! Zo geil… Als ik dat ding blijf bedienen kom ik binnen 20 seconden klaar, denk ik!” Ze gaf haar telefoon aan mij. “Laat me genieten en kletsnat worden, schatje. Daarna mag jij genieten… Vertel me wat ik moet doen!” Ze sloeg haar benen over elkaar en trok haar rok zedig omlaag. Ik veegde langzaam over het beeldscherm van haar telefoon. Geen reactie, behalve een klein beetje samentrekken van haar ogen. “Wat zit jij er netjes bij, Jolientje. Zo kan ik je lekkere benen nauwelijks zien.”
Ze keek me koeltjes aan. “Ik ben een net meisje, meneer.” “Daar geloof ik niks van.” Snel gleed mijn vinger over het beeldscherm en ze schokte. “Meneer!” “Wat is er? Ik wilde even op je telefoon kijken.” Weer een veeg, die ik beëindigde met een snelle cirkelbeweging. “Ahhhh!” hoorde ik vanaf het bed en haar handen gleden over haar tepels. “Ga op het bed liggen. Je benen opgetrokken. Ik ruik je geile poesje en die wil ik ook zien!” “Maar meneer…”
Verder kwam ze niet: de intensiteit van het eitje stond op 2 en die zette ik op stand 4. Van de 10. Daarna weer een snelle veeg over het beeldscherm. “Mmmmmm!!!” Ze klapte haar knieën tegen elkaar en plukte nu hard aan haar tepels, door het bloesje heen. “Meneer… Dit hou ik niet vol! Zo’n lekker gevoel in mijn poesje…” “En op je borsten, hé meisje? Je zit steeds met je tepels te spelen!” Ze gromde nu. “Ja… Ook heerlijk! Dat voel ik door mijn hele lichaam…” “En wat wil je dan doen?” Ze hijgde toen ik het trillen weer een standje hoger zette.
“Klaarkomen! Lekker klaarkomen! Uit mijn poesje spuiten… Mijn geile kutje verwennen, net zolang tot ik wéér klaarkom… En dan denk ik steeds aan u, meneer… Hoe u me zou… ahhhh…neuken! Uw harde pik diep in mijn natte kut zou steken en me heerlijk zou naaien. En me helemaal vol zou spuiten… Nog veel lekkerder dan dit eitje…”
“En ga je al een beetje klaarkomen, Jolientje?” Ze trilde nu. “Bijna… Het is zó intens, dit…” Weer een wilde draai over het scherm en ze tilde haar heupen op. “Doe je benen uit elkaar! Laat me zien hoe hard je klaar komt! Lekker in je slipje spuiten, je mooie rok kletsnat maken… En denk er maar aan hoe ik je zo dadelijk hard ga neuken!” Ze zei niets meer, maar gehoorzaamde trillend en schuddend. Plotseling werd haar dunne witte slipje kliedernat. “Heupen omhoog! Lekker ongeremd klaarkomen! Spuit het er uit, meisje! Schaamteloos voor mij klaarkomen!” Ik ging met mijn hoofd tussen haar voeten liggen kijken. Haar prachtige benen bewogen wild, haar poesje ging open en dicht en er droop een gestadige stroom witte vloeistof uit haar slipje in haar rok. Ik zette het eitje nog één standje hoger en bleef nu steeds over het beeldscherm vegen. Plotseling verstarde ze en met een hoge gil spoot ze een witte straal uit haar kut.
“Kees! Haal dat ding eruit en neuk me! Neuk je geile sletje…” Snel greep ik de antenne van het eitje beet, haalde het ding langs haar slipje uit haar kut. “Slipje uit, meisje. En leg het over je mond!” Ik kroop op haar. Ze pakte mijn paal en trok die bijna naar zich toe. “Neuk me! Hard en diep! Spuit me vol… Ahhh…”
Ik gleed in een kletsnat en bewegend tunneltje. Zodra ik in haar zat kneep ze mijn paal vast met haar spiertjes en begon te melken. “Geef me je geile sperma!” Ze sloeg haar benen om me heen en het gevoel van haar nylons op mijn billen was heerlijk. Toen trok ze mijn hoofd naar zich toe. “Lekker samen tongen… Mijn sap uit mijn slipje likken…” Verder kwam ze niet: onze tongen vonden elkaar met haar dunne slipje tussen ons in. Haar vocht smaakte heerlijk en maakte me super geil. En haar ook. “Lekker… Lekker geil proeven en neuken… Voel je mijn lekkere geile kut om je heen, schatje?”
Ik gromde en duwde nu mijn tong diep in haar mond. “Je bent een vreselijk geil wezen, Jolien… Je melkt me helemaal uit… Ik ga lekker klaarkomen in jouw geile, natte…” De eerste straal spoot er uit en Joline gilde. “Jááá!!! Lekker! Jouw lekkere geile zaad in me… Spuit me helemaal vol, schatje!” Ik deed m’n best, maar na zes stralen was het toch een beetje op. Voorzichtig zakte ik naast haar en ik voelde haar warme, natte lijf tegen me aan. “Jolien… Je bent een heerlijk sexy neukbeest…”
Ze giechelde. “Die maniertjes van mij werken prima hé? Schatje, ik weet niet hoeveel keer je me hebt laten klaarkomen, maar het was heerlijk! Zó geil, zo nat ben ik nog nooit geweest. En als ik nu niet heerlijk suf in jouw armen lag, was ik al lang in slaap gevallen. Helemaal rozig…”
Ik kuste haar. “Dan word je morgen niet zo prettig wakker, schat. Even douchen. Daarna lekker slapen, oké?” Een lange kreun was haar antwoord, maar toen stond ze toch op. Ik verschoonde het bed snel en even later was alles weer fris. Toen gleed ik onder douche en toen we daarna in bed lagen, kroop Joline dicht tegen me aan. “Ik heb vreselijk genoten, Kees. Nog gedacht dat ik zó geil kon zijn. Toen jij zei dat ik schaamteloos voor jou moest klaarkomen, ging er een knop in mijn hoofd om. Niets meer beredeneren, niet meer de nuchtere efficiënte Joline zijn, maar gewoon heerlijk genieten mijn eigen lichaam. Wetende dat jij naar me keek…” Ze kuste me. “Dank je wel, Kees.” Ik gleed met mijn tong over de hare en zei toen: “En jij dank je wel dat je je zo aan me gaf, schat. Het was heerlijk, vreselijk sexy om jou vlak voor me te zien genieten. Je spuitende poesje, je handen die aan je tepels plukten, maar vooral je gezicht. Eén en al extase en geilheid. Prachtig!”
Ze bromde. “Ik hoop dat je er geen foto van gemaakt hebt…” Ik trok haar tegen me aan. “Nee. Dit uitzicht bewaar ik diep in mijn hart. Op een plekje waar nooit iemand komt. Geen foto voor nodig.” En toen moest ik gapen. “Ga je mee? Dan gaan we simultaan naar Dromenland.” “Goed plan, Kees… Hoe laat is het?” “Kwart voor elf. Keurig op tijd dus.” “Mooi…” Ik gaf haar een zoen. “Lekker slapen, schat.” Joline sliep al bijna toen ik ging liggen en bij mij duurde het ook niet lang…
De dinsdag ging bijzonder snel voorbij. De hele dag werkte ik aan de tekeningen voor dat 2e lasbedrijf, onderbroken door de middagpauze. Daarna weer door. ten slotte moest ik wel een beetje goed voor de dag komen bij die lui. ’s Avonds loopgroep; Ben Moes was er nu ook weer bij. Gelukkig deed hij normaal tegen Lot. En na de loopgroep weer naar huis, douchen, eten, nog even blazen en om half tien lagen we in bed. Pfff… Wát een dag. In het duister hoorde ik naast me een ondeugende stem zeggen: “Ik heb dat eitje weer opgeladen, Kees. Wil je…” Ik onderbrak haar. “Prima. Dan heb je mij niet nodig. Slapen jij, geile meid.” Ze giechelde zachtjes. “Nou ja… ik heb wel iemand nodig om mijn telefoon te bedienen. Anders kom ik handen tekort.” Ik zuchtte maar weer eens. Meteen daarna werd mijn hoofd bedolven onder een bos haar. En mijn mond voelde haar zachte lippen. “Ik heb vreselijk genoten gisteravond, schat. Dank je wel. En namens de zussen: ook dank je wel. Ook die hebben genoten gisteravond.” Ik omhelsde haar. “Ben ik blij om. Hebben ze Kees ten minste niet nodig. Scheelt behoorlijk wat slaap.” Weer een giechel en wéér zachte lippen op de mijne. “Lekker slapen, schatje. Welterusten.”
Woensdag ging bijna net zo, behalve dat er ’s morgens een telefoontje uit Nijmegen kwam.
“Meneer Jonkman, u spreekt met Bijlsma. Ik ben de technisch directeur van het …-ziekenhuis in Nijmegen. De heer van der Vlist is ons hoofd TD, die zit naast me en luistert mee.”
“Hoi Kees!” hoorde ik Rogier roepen. “Hé aanstaand Piraat, goed je te horen. Meneer Bijlsma, wat kan ik voor u doen?”
“Nou… Ten eerste uw excuses aanbieden dat u een prima Hoofd TD van ons wegkaapt.” Ik moest lachen. De man had ten minste humor.
“Tja meneer Bijlsma… De naam van mijn team is ‘De Piraten’ en dan moet er wel eens iets gekaapt worden. Anders zijn we niet meer geloofwaardig en gaat onze reputatie naar de bliksem.”
Ik hoorde ze beiden lachen en Bijlsma antwoordde: “Jaja… Maar dat is niet de reden waarom ik u opbel, meneer Jonkman. Als vriend Rogier hier niet gejokt heeft bent u de feitelijke ontwerper van ons noodstroomsysteem?”
“Rogier heeft in dit opzicht niet gejokt, meneer. Echter: het feitelijke systeem heb ik inderdaad ontworpen als 5e jaars student aan de TU Eindhoven. Maar… Het bedrijf waar ik toen stage liep hebben mijn tekeningen nogal ‘gemodificeerd’ en kwaliteits-componenten vervangen door Chinese Ali Expres-rommel. En ik heb begrepen dat u dat al een aantal keren heeft gemerkt.”
Een grom klonk.
“Nou en of. Afgelopen zondag weer. En toen moest ons hoofd TD opgetrommeld worden om de handel weer te laten werken. Een dure grap, want die weekend-uren van hem zijn best wel kostbaar.”
Ik kon het niet laten. “Ach meneer Bijlsma, andere mensen zijn er blij mee. Zo heeft zijn vriendin een paar uurtjes rust. Is ze vast heel dankbaar voor.”
Even was het doodstil, toen sputterde Rogier: “Kijk jij een beetje uit, Kees? Het zou zomaar eens kunnen dat ik je op enig moment vasthou en Lot je vilt met een bot aardappelschilmesje…”
“Zoals u hoort, meneer Bijlsma, kennen we elkaar ondertussen wat langer dan vandaag.”
Hij bromde: “Ja, is te merken. Maar dat terzijde. Meneer Jonkman: wij willen een betrouwbaar noodstroomsysteem. We hebben meneer Duyvestein uit Amsterdam eergisteren laten weten dat we geen zaken meer met hem en zijn bedrijf doen. Ondanks een aantal garantiebepalingen in hun servicecontract wisten ze toch, elke keer als er een monteur van hen hier geweest was, een gepeperde rekening te sturen. Met excuses als: ‘er is aan het systeem gemorreld’ of ‘verzegelingen zijn verbroken’ en weet-ik-nog-wat-meer. Telkens lag de schuld bij ons en moesten we betalen. Dat is nu afgelopen; we hebben dat contract ontbonden wegens wanprestatie en oplichterij.”
“Ik heb het vernomen, meneer. Eergisteren heb ik een aantal onaangename telefoontjes met Duyvestein gehad en ik heb aangifte gedaan van bedreiging. Meneer is nog niet van mij af. Lui die mij bedreigen, daar maak ik hele korte metten mee.”
“Ik had al zoiets begrepen, meneer Jonkman. Maar… Bent u in de gelegenheid om op korte termijn eens naar Nijmegen te komen en mijn directie te vertellen hoe u ons noodstroomsysteem betrouwbaar kan maken?”
“Wat is korte termijn, meneer Bijlsma?”
“Ergens volgende week… Even in de agenda kijken, moment… Vrijdagmiddag, schikt dat?”
Ik dacht even na. In feite was ik van plan geweest om de vrijdag na dat concert vrij te nemen… Lekker uitslapen, want het zou wel eens een latertje kunnen worden met veel emoties. Maar als die afspraak ’s middags kon…
“Hoe laat, meneer?”
“We beginnen het directieoverleg om 13:00, en meestal is het rond 15:00 gereed. Als ik u nu eens inplan om 15:00? Tenminste… Hoeveel tijd heeft u nodig?”
“Niet zo gek veel, mits ik de beschikking krijg over de tekeningen van Duyvestein en Co. Dan kan ik zien wat die prutsers hebben zitten rotzooien… Pardon voor de terminologie.”
Hij lachte. “Gaat lukken! Ik stuur wel een koerier uw kant uit. Van der Vlist heet hij. Komt vrijdagavond langs en blijft slapen, heb ik gehoord.”
“Nou of het slapen wordt… Zijn lieve vriendinnetje is een van onze huisgenoten.”
“Potdomme, Kees Jonkman! Ik ga dat aardappelschilmesje gebruiken, denk er aan!” De stem van Rogier klonk quasi verontwaardigd.
“Volgende week vrijdag, 15:00. Ik zal er zijn, meneer Bijlsma. Heeft u ergens een vergaderzaal met een goeie beamer? Die heb ik nodig.”
“Gaat lukken, geen zorgen. En als u zich gaat verdiepen in de stukken: die uren betalen wij.”
“Nee meneer, dat is niet zoals DT werkt. Er staat nog geen letter op papier; die paar uurtjes van mij zijn gratis, ook al zou u DT de opdracht niet gunnen. En als DT de opdracht wél krijgt… Ja, dan worden ze in rekening gebracht.”
Het was even stil. “Dat is een nogal andere benadering dan uw collega’s in Amsterdam, meneer Jonkman. Daar begon de teller al te tikken als één van ons het netnummer van Amsterdam intoetste.”
“Daarom heb ik met veel genoegen de deur van hun pand aan de Zuid-as achter me gesloten toen ik mijn stage-beoordeling binnen had, meneer. Met de belofte om nooit, maar dan ook nooit één stap binnen te zetten.”
“Verstandig besluit, meneer Jonkman. U krijgt de stukken en we zien u volgende week vrijdag, 15:00.”
“Dank voor het vertrouwen, meneer Bijlsma.” “U heeft hier een goeie ambassadeur zitten, ook al dreigt hij met een aardappelschilmesje. Tot ziens, meneer Jonkman.”
De verbinding werd verbroken en ik plofte even achteruit in m’n stoel. Oké: Amsterdam is fini. Duyvestein witheet, maar dat is bijzaak. Had ik de systeemtekeningen nog ergens? Ja, thuis in mijn archief. Natuurlijk was mijn systeem ‘tailormade' gemaakt voor Nijmegen, maar het principe bleef hetzelfde:
het ziekenhuis in units knippen, elke unit z’n eigen noodstroomvoorziening. Op het moment dat er helemaal geen stroom was, was elke unit self-supporting; als er ergens wél stroom was, kon de stroom van de ene unit doorgelust worden naar maximaal twee andere. Alleen de essentiële afdelingen waren qua elektriciteit helemaal zelfstandig:
OK’s, SEH, Cardiologie. Wellicht nog andere afdelingen, maar goed, dat bepaalde het ziekenhuis zelf. Wat konden die prutsers in Amsterdam vernaggeld hebben dat men in Nijmegen zoveel ellende had? Ja, componenten vervangen door goedkope rommel, maar zelfs spul uit China had een gemiddelde levensduur van een jaar of tien. Nee, hier zat iets anders achter, dat kon niet anders. Enfin, als Rogier die tekeningen meebracht, kon ik daar m’n tanden in zetten. Wellicht met Rogier afspreken dat ik volgende week ergens zelf kon gaan kijken…
Nou ja, tot zover het technische deel; nu moest ik even gaan plannen. Want als dit project doorging, kostte dat veel tijd, dat wist ik nu al. En wie kon ik daarbij indelen?
Frits? Hmmm… Frits zal meer in de offshore.
Henk? Had er wel verstand van, maar…
Plotseling sloeg ik me voor m’n kop. “Stommeling! Verdomme, wat ben jij een eikel, Jonkman!” De tussendeur ging open. “Zit jij in jezelf te kletsen, Kees? Dat mag hoor! Als je bevestiging zoekt van je eigen teksten: die kunnen we je wel geven. Graag zelfs…” Henk keek gemeen. “En natuurlijk je vijf pushups… Ik hoorde een duidelijk ‘verdomme’ uit je mond komen.”
“Eikel”, gromde ik en plofte op de grond. Ën vanwaar deze zelfkennis, Kees?” vroeg hij toen ik weer opstond. “Er is een grote kans op een forse klus, Henk…” Snel bracht ik hem in het plaatje. “…En ik zat te peinzen met wie ik dit project zou gaan doen, en daarbij had ik Rogier compleet over het hoofd gezien. Vandaar dat ik mezelf even uitschold. Rogier en ik gaan die klus klaren, Henk. Ik weet alleen niet op welke termijn.”
Hij keek zuinig. “Klopt. Tot eind November zitten we vol, Kees. Die weken op die booreilanden kosten best wel capaciteit…” Ik haalde mijn schouders op. “Iets om rekening mee te houden bij de eerste bijeenkomst. Volgende week vrijdag om 15:00 mag ik in Nijmegen verschijnen.” Hij wilde zich omdraaien, terug de groepsruimte in, maar draaide halverwege weer terug.
“Haal Miranda erbij, Kees. Zij is ook niet gek, heb ik ondertussen wel door.”
Toen ging de deur weer dicht. Miranda… Ja, als er eentje kritisch was op mijn ontwerpen was zij het wel… Goed idee van Henk! Ik liep de gang in naar haar ruimte. “Mir… Heb je even tijd voor me?” Ze keek op van haar scherm. “What’s up, Kees?” “Ik heb een sparringpartner nodig. Iemand die niet te beroerd is om scherpe kritiek te leveren op mijn werk…” Ze lachte. “Zijn de piraten bang voor hun piratenbaas?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Maar jij bent in deze materie goed thuis en de meeste piraten minder. Het gaat hier om…”
Snel praatte ik haar bij. “Dat moet ik in de groep gooien, Kees. Ook wij hebben het druk. Moet ik werkschema’s omgooien. En daar is André weer niet blij mee.” “Koop maar een pallet pindakaas voor ‘m, dan is hij ook weer rustig.” Ze trok met een mondhoek. “Ja ja… Morgen hoor je van me, Kees. Oké?”
Ik knikte en vertrok weer. Toen naar Theo. Die keek niet verbaast. “Had ik wel gedacht, na het telefoontje van eergisteren, Kees. Gaat er veel werk in zitten?” Ik aarzelde. “Ik ken het systeem natuurlijk. Zelf ontworpen. Rogier kent de plaatselijke situatie, ook gunstig. Maar ergens voel ik aan m’n water dat die sukkels in Amsterdam er met opzet zwakke plekken hebben ingebouwd om zo te verdienen op ‘servicekosten’. En die moeten we boven water zien te krijgen, Theo.”
Hij bromde wat. “Gaat jou wel lukken. Zeker met Rogier erbij. Neem je nog meer lui mee?” “Ik heb Miranda gevraagd, maar die moet het eerst binnen haar team bespreken.” Hij stak z’n duim op. “Mevrouw Kamerman zou een hele goeie zijn. Als ze tegenstribbelt mag je haar naar mij toesturen.” “Dat doe ik alleen als laatste redmiddel, Theo. Iemand moet een project ook leuk en uitdagend vinden en niet er aan gaan werken omdat de baas dat heeft beslist.”
Hij grijnsde. “Met jou samenwerken is altijd uitdagend, meneer Jonkman. Er uit, ik moet de directeur uithangen, anders gelooft onze lieve receptioniste Irene me niet meer.” Vijf seconden daarna stond Irene in de deur. “Hoorde ik daar mijn naam gebruiken? Dan zou ik graag van deze heren willen weten in welke context…” Ze keek onderzoekend.
“Is dit dat lieve, bescheiden meisje wat ik uit de klauwen van mevrouw van den Akker heb gered? Jij leert snel, dame…” Ze lachte me uit. “Ja. Dat gaat hard als je in de gang loopt en er keihard ‘Rotkind!’ gebruld wordt. Maar ik geloof dat dat niet tegen mij gericht was. En da’s maar goed ook, anders heeft degene die dat riep iets uit te leggen.” Theo stak z’n duim op. “Goed zo Irene! Laat die kerels hier niet over je heen fietsen!”
Ik knipoogde naar haar. “Heb je het nog steeds naar je zin hier?” Hevig knikken. “Als ik mijn vriendinnen vertel wat ik hier soms meemaak… Ze zien groen van jaloersheid!” Droogjes zei ik: “Ja, dat snap ik wel. Al die knappe kerels hier…”
Een arrogant “Pfoe! Hoor hem!” kwam retour en ze verdween.
“Jij hebt weer eens wat goed te maken, Kees…” Theo keek ronduit pesterig en ik zuchtte maar weer eens. “Ik ga wel weer tekenen. Lekker technisch. Geen tegenspraak, ook wel eens fijn.” Uit de receptie hoorde ik Irene spotlachen.
Om half vijf stonden Joline, Margot en Charlotte in de deur. “Kom, opperpiraat. Strijk je zeilen, haal de kanons binnenboord; het kombuis wacht op je! Jij kookt vanavond.” We wensten degenen die nog aan het werk waren een fijne avond en liepen de deur uit. Joline en ik mochten in de auto van Lot en Mar instappen. Margot reed en dat deed ze prima. In de bebouwde kom reed ze elektrisch, op de snelweg begon de diesel te grommen.
“Die laadt de accu weer een beetje op. En ja, dan verbruikt de auto meer, maar dat compenseer je in de bebouwde kom weer. Al met al rijdt dit ding 1:20, en dat is niet verkeerd voor zo’n zware lobbes.” Margot was er duidelijk trots op en Lot knikte instemmend.
Eenmaal thuis liep ik de keuken in. Op het menu stond een stevige maaltijdsoep met brood en salade. En na een uur verscheen er een grote pan soep op tafel, waar de lepel nét niet rechtop in bleef staan. “Zo dames… Een soepje van Kees. Dat het jullie moge smaken!” Lot schepte als eerste op. “Je had hier beter een vork bij kunnen leveren, Kees.” Ik griste haar lepel bij haar bord vandaan. “Jij je zin… Succes met je vork!” Joline citeerde het oude kinderrijmpje:
“Ork ork ork, soep eet je met een…” “Vork!” vulde Margot zonder aarzelen aan. “Oké, wat jij wilt…” Ook haar lepel verdween.
“Hé! Wat doe je nou, gek?” Margot keek Joline verontwaardigd aan. En die keek onschuldig terug. “Soep eet je met een vork. Je zei het net zelf. Nou, dan hoeven we die lepel niet af te wassen. Gaat zo weer de bestekbak in. Lekker milieubewust en zo…” Kibbelend en kletsend gleed de soep lekker naar binnen. De salade smaakte ook prima en als dessert haalde ik een paar kant-en-klare toetjes uit de koelkast. De afwas liet ik aan de meiden over; eerst blazen!
Toen ik om half negen weer de huiskamer binnenkwam, zaten Joline, Margot en Charlotte over een laptop gebogen. “Dit zou ik veranderen, Lot.” Joline wees. “Te persoonlijk, op het beledigende af. We hadden afgesproken dat jullie afstandelijk zouden blijven. Dus geen woorden als ‘onze zogenaamde ouders’ gebruiken; hou het op ‘het verdachte echtpaar’. En voor beide andere heren: ‘mijn ex-potentiële bruidegom’. En als je die kreet voor de eerste keer gebruikt, mag je ‘m meteen uitleggen, dan weet het publiek meteen hoe de vork in de steel zit.”
Verdomme! Die rechtszaak zou morgenmiddag plaatsvinden! Helemaal niet meer aan gedacht door het werk en dat gedonder met Amsterdam. “Joline, heb jij ook al wat voorbereid?” Ze keek me aan, knikte en wees op 2 A-4tjes. “Lees maar. En als er iets niet klopt, laat het weten, Kees.” Snel las ik haar verhaal door. Heel anders dan ik geschreven zou hebben; Joline belichtte veel meer de menselijke kant. En ze had had zelfs een citaat van mij er in verwerkt:
‘Mijn echtgenoot, toen nog mijn verloofde zei, toen hij de complete geschiedenis van de zussen hoorde: “Verdomme Jolien… Om mensenhandel en moderne slavernij te bestrijden sturen wij militairen naar het buitenland. Dit soort taferelen heb ik in Afghanistan gezien. Meisjes die worden uitgehuwelijkt aan de meest biedende. Verkocht als neukvee. En als het meisje niet meewerkte, werd ze net zo lang gemarteld tot ze wél meewerkte. En het gebeurt dus ook in Nederland, pal onder onze ogen, met als drogreden dat vrouwen hun man onderdanig moeten zijn…”
Ik keek haar aan. “Er zit wel auteursrecht op mijn uitspraken, mevrouw Jonkman.” Ze knipoogde en ik las verder. Ik kon geen gekke dingen in haar verhaal ontdekken. Recht voor z’n raap en in sommige passages keihard. Uitgelezen stond ik op en sloeg mijn armen om haar heen. “Ik ben trots op je, Joline. Goed verhaal.” Weer een knipoog. “Wil je ons verhaal ook nog lezen, Kees?” Margot keek me aan en ik schudde mijn hoofd. “Nee Margot. Joline heeft eventuele hobbels er al uit gehaald. Dan hoeft meester Jonkman het niet nog eens na te kijken.”
Charlotte giebelde. “Meester Jonkman… Hahaha! Strenge meester met korte lesjes, zeker?” Ik zond haar een boze blik toe. “Pas jij maar op, of ik geef Rogier even wat ‘inside information’ over jou, dametje! Maar… Zijn jullie klaar? Dan stel ik voor dat we een glas wijn drinken om lekker te kunnen slapen. Morgenochtend uitslapen, om 12 uur richting Den Bosch, oké?” Ze knikten en ik pakte een fles wijn en vier glazen.
En met die vol voor ons zei Joline eenvoudig: “Meiden: het zal best wel heftig zijn morgen. De diverse advocaten zullen jullie wellicht ook het vuur aan de schenen proberen te leggen, daar moet je rekening mee houden. Maar goed, dat is tijdens vorige zittingen al behandeld; in feite is morgen een kwestie van de strafeis herhalen, wellicht nog een laatste poging van de advocaten om voor strafvermindering of vrijspraak te pleiten en daarna komen wij aan de beurt. Jullie als eerste, Nadia komt daarna en Ik als laatste. Hou je rug recht en, zoals jullie ooit zeiden: ‘we kunnen huilen uitzetten’. Doe dat morgen ook.”
Margot knikte. “Zeker weten, Jolien. Die lui gaan ons niet aan het janken krijgen, dat gun ik ze never nooit meer.” Ze tikte haar glas tegen dat van Lot en beiden gooiden hun wijn in een paar slokken naar binnen. En hielden daarna hun glas bij de fles. “Zuipschuiten…” mopperde ik en ik vulde bij. Lot knipoogde. “We willen een beetje loskomen, Kees. Vanavond lekker met m’n zus vrijen, anders slapen we om drie uur nog niet.”
Margot keek haar aan. “Nou, als ik lekker los ga, slaap je om vier uur nog niet, tutje!” Even was ze stil en toen schoten ze beiden gierend in de lach. “En wat is de achtergrond van deze collectieve lachbui, meiden?” Joline keek vragend. Hikkend zei Margot:
“Afgelopen maandagavond lagen wij in bed, natuurlijk netjes met de handjes boven het dekbed, toen we, ondanks dichte ramen, tóch een nogal hevige gil van jou opvingen, Jolien. Kees lag jou weer eens goed te verwennen, want even later kwam er nog een. Was het lekker, schat?” Joline bloosde hevig. “Was het zó erg?”
Lot suste het een beetje. “We wisten natuurlijk wel dat jullie leuke dingen zouden gaan doen; wij deden dat ook. Maar die gilletjes van jou…” Ze lachte lief. “Goed bezig, Kees.” Voor de vorm mopperde ik maar weer eens: “Jullie zijn krengetjes. Mijn lieve echtgenote zo aan het blozen krijgen. Foei!”
Lot wees op haar halfvolle glas. “Het zal wel hierdoor komen. Pittig wijntje.” Joline snoof. “De volgende keer zetten we wel een CD van een of andere operette op. ‘Die lustige Witwe’ of zo. Dan worden mijn kreten ten minste overstemd door de stervende diva. En dat sterven duurt in een opera meestal een dik kwartier, dus kan ik lekker lang genieten. Tenminste… Als Kees het zolang volhoudt.”
Droogjes zei ik: “En als Kees het niet zo lang volhoudt: als de Wifi maar werkt.” De zussen schoten weer in de lach en wij nu ook. Even zaten we te dollen met elkaar, toen stonden de zussen op. “Wij gaan lekker naar bed, schatten. Met elkaar. Morgenochtend verzorgen wij het ontbijt wel. Jullie ook lekker slapen.”
Ze gaven ons elk een knuffel en verdwenen hand in hand in hun slaapkamer. “Wij ook er in, schat. Dat wijntje werkt prima. Morgenochtend wel douchen.” Joline gaapte en even later ik ook. In bed zag ik de Labrador-knuffel naast Joline op de stoel zitten. “Hé Lexi… Jij ook hier, meisje?”
Joline antwoordde met een hoog stemmetje: “Ja, Kees. Gezellig hé? Gaan jullie nog leuke dingen doen vannacht? Ik heb wel wat van Balou gehoord…”
“Nee, vanavond houden we het rustig, Lexi. We willen niet dat je meteen het schaamrood op je Labrador-kaken krijgt.”
“Slimme hond heb jij, schat.”
Joline knikte. “Ik heb Lexi uitgezocht op haar IQ. Twee wél communicerende hersencellen. Dus nét iets slimmer dan jij, Kees.”
Ik gromde. “Krengetje!” ‘Ze kroop tegen me aan. “Lekker slapen, Kees. Morgen wordt een pittig dagje. Moeten we er voor de meiden zijn, schat.” “We zijn niet alleen Jolien. Gerben en Rogier zitten naast hen. Nadia, onze ouders en de rest van ons clubje. Er staat een aardig gezelschap om hen heen, en dat zullen die lui uit Groot-Ammers merken.”
Ze knikte. “Ja. En dat is prima. Ik hoop dat ze leren wat het begrip ‘vriendschap’ inhoudt. En nu lekker slapen, Kees. Ik voel mijn wijntje werken. Welterusten.” “Lekker slapen, Joline.” Ik draaide op mijn rug en ze kroop tegen me aan. Héérlijk…
Bij DT schoot Joline Angelique en Henry aan. “Kom jullie na de koffie even naar Kees z’n bureau? We willen jullie wat vragen.” Rob, Fred de zussen en Gerben hadden we al via What’s app ingelicht, dus toen Angelique en Henry binnenkwamen zat mijn ‘hok’ aardig vol. Joline nam het woord.
“An en Henry: zoals jullie weten hebben wij een vriendengroep. Begonnen met Kees z’n zussen, mijn broers, Kees en ik; daarna kwamen Lot en Mar erbij, vervolgens hun kerels en als laatste Fred en Wilma. Maar jullie zijn ondertussen ook méér dan goede vrienden van ons geworden en hebben ons bij diverse gelegenheden ook bijgestaan. En unaniem was ons twaalftal het erover eens dat jullie er ook bij horen. Zien jullie dat zitten?”
Angelique straalde. “Bij jullie clubje gekken? Ja natuurlijk! Wat leuk!” Ze omhelsde Joline. Henry had een nadenkende trek op zijn gezicht. “Bij jullie clubje gekken… Ja, da’s wel een goeie omschrijving, An. Ik heb wat verhalen opgevangen van Rob en Kees… Maar ergens voel ik een addertje onder het gras. Ik heb óók wat verhalen opgevangen over dansles. Vertel, dame!” Hij keek Joline nu streng aan en die giebelde.
“Je zult niet de enige beginner zijn, Henry. De vriendjes van Mar en Lot moeten ook kennismaken met de edele kunst van Latin- en stijldans.” Angelique keek ondeugend naar Gerben. “Op school is het er nooit van gekomen, Gerben, maar dan kan ik eindelijk eens dansen met de knappe voorzitter van de leerlingenraad…” Gerben werd een beetje rood en Angelique vervolgde: “Op de middelbare school was Gerben best wel populair bij de meiden… Nietwaar, Gerben?”
“Dat is dan bij deze afgelopen, meneer van Wiers!” Margot trok hem naar zich toe. “Geen gerotzooi met andere dames; je bent van mij, begrepen?” Ze gaven elkaar een snel zoentje.
Joline vervolgde: “Sorry Margot. Gerben zal er toch aan moeten geloven, want op onze dansschool worden de partners regelmatig uit elkaar gejaagd en moet je met iemand anders dansen. En dat weet jij donders goed, Margot!” Die knikte. “Maar dan kan ik ‘m in de gaten houden.” Ook Fred keek wat bedenkelijk. “Ik weet niet of ik je een beetje netjes die danszaal door kan leiden, kleintje. Ik adviseer je een paar stelten te kopen.” Angelique keek hem liefjes aan. “Ik ben niet helemaal onwetend op dansgebied, meneer van Laar. Dat had je op de bruiloft van Kees en Jo kunnen zien. Je doet je best maar!”
Ik had moeite om niet in lachen uit te barsten; ik had de combinatie ‘Henry en Wilma’ op de dansvloer voor ogen. Joline zag het en keek me waarschuwend aan. Ze vervolgde: “Misschien moet er met agenda’s geschoven worden, maar: elke vrijdagavond gaan wij naar een dansschool in Eindhoven. En we verwachten van jullie dat je daar ook komt. ten slotte moeten ook jullie, Angelique en Henry, op jullie eigen bruiloft het bal openen.” An keek ons allemaal aan en trok Henry aan zijn mouw. “Kom schat. Al die gekken bedanken!”
Ze liepen het groepje rond; Angelique gaf iedereen een knuffel, Henry de dames ook, maar de heren gaf hij toch maar een hand. “Welkom bij de club van veertien, makker.” Ik drukte zijn hand en zei vervolgens: “Sorry dat we jullie niet eerder hebben gevraagd.” Hij knikte. “Had niet gekund, Kees. An d’r studie slokte vreselijk veel tijd op. En daarna nog die verbouwing… De afgelopen week was het voor het eerst wat rustiger bij ons.” Angelique vloog daarna om m’n nek. “Hé kleintje, pas je op? Mij niet met Henry verwisselen hé?” Ze keek ondeugend en fluisterde in m’n oor: “Wees maar niet bang, hoor. We staan niet in een badhokje.”
Ik verslikte me bijna van het lachen en de rest keek me vragend aan. “Nee jongens en meiden… Even een onderonsje tussen An en mij. Komt later misschien nog wel eens.”
Joline nam weer het woord. “Voordat we weer aan het werk gaan: ik stel voor dat An en Henry zich bij onze groepsapp voegen. En het volgende voorstel is: aanstaande vrijdag start de dansles weer. Dan verzamelen we allemaal bij ons, kleden ons daar om, gaan richting dansles en iedereen blijft na de les bij ons slapen. En ja dat wordt vol, maar wel vreselijk gezellig. En waarschijnlijk laat. Neem dus slaapzakken en luchtbedden mee. Oké?”
Iedereen knikte en Joline straalde. “Jongens en meiden… ik heb er vreselijk zin in! Zo dadelijk gaat de uitnodiging via de appgroep naar de rest.” Dollend gingen we uit elkaar.
Ik deed de deur naar de groepsruimte open. Henk keek ons vragend aan. “Waar bleven jullie, Kees?” Gerben zei droogjes: “We moesten een paar leden van ons groepje inwijden. Angelique en Henry.” Henk keek somber. “An en Henry? Ach ach… Ik heb nu al medelijden met ze… Moeten zij ook meehelpen om Jo en Kees weer eens uit de nesten te halen.” “Niemand haalt mij en mijn lieve echtgenote uit ons nest, Henk. De dames zouden hevig schikken als ze mij in ondergoed zien en de heren raken ernstig van de leg als ze Jo in haar nachtpon zouden aanschouwen.”
Hij bromde: “Dat de dames zouden schrikken kan ik me wel voorstellen…” En met stemverheffing: “En nu aan ’t werk! We zijn nog één week met z’n drieën; volgende week is er weer versterking van Frits, de week daarna komt Willem van Zanten erbij en twee weken daarna Rogier. En dan zijn we weer compleet. Maar voor nu…”
We gingen snel door de projecten heen: het metaalbedrijf voor Gerben en mij, wat aftersales-dingen voor de asfaltcentrale voor Gerben, Henk was bezig met twee offshore-platforms. “Redelijk overzichtelijk deze week!” Gerben keek opgelucht en vervolgde: “Op privégebied is het al hectisch genoeg!” Henk keek hem aan. “Dat zal best. Lid van het clubje van Kees en Joline én plotseling verkering hebben… Gaat je niet in de kouwe kleren zitten, denk ik!”
Met een neutraal gezicht zei Gerben: “Ook dat… Maar het kost best wel nachtrust.” Even was het stil. Henk en ik keken elkaar aan en Henk zei even droog: “Dan moet eerder naar bed gaan, vriend.” Pesterig vulde ik aan: “Of vlak voordat je naar bed gaat snel een biertje drinken. Wedden dat je genoeg slaap krijgt?” Gerben schoot in de lach. “Ja, dat zou een optie kunnen zijn, Kees.”
Henk keek vragend en Gerben legde uit: “Beide zussen hebben een bloedhekel aan bierlucht en zoenen geen vent die een pilsje heeft gedronken.” Henk keek nadenkend. “Bier als anticonceptie… Hmmm, nu begrijp ik waarom in zoveel kloosters bier werd gebrouwen.”
We gingen aan het werk; ik begon mijn grove aantekeningen van het metaalbedrijf verder uit te werken; volgende week kon ik daar ‘op verkenning gaan’ voor een uitgebreider onderzoek. Om half elf ging mijn telefoon en ik keek op de display. Hé, meneer Duyvestein z’n nummer… Ik had wel een vermoeden waar dat over ging.
“Kees Jonkman, goedemorgen.”
“Jonkman, met Duyvestein. Wat zit jij onder onze klanten te klootviolen?”
Hij klonk agressief.
“Pardon?”
“Je weet donders goed waar ik het over heb, Jonkman! Hang niet de vermoorde onschuld uit, anders kom ik even bij je langs en neem ik je te grazen. Daarna mag je een tijdje in dat ziekenhuis in Nijmegen verblijven. Op de spoedeisende hulp, welteverstaan!”
Ik verbrak de verbinding. Klootzak… Ik stond op en liep naar Theo. “Heb je even? Iemand in Amsterdam is weer eens over de jank.” Hij keek op. “Wat nú weer, Kees?” Beknopt legde ik hem de situatie in het Nijmeegse ziekenhuis uit en besloot met: “Gisteravond liet het systeem hen weer in de steek. Rogier moest komen opdraven om de handel te resetten. En ik denk dat er vanochtend of gisteren een mail of telefoontje richting Amsterdam is gegaan dat ze geen zaken meer doen met Duyvestein en z’n fijne club. En net kreeg ik een telefoontje van meneer waarin hij me ronduit bedreigde.”
Theo dacht even na. “Kan Fred dat telefoontje even terughalen? Dan bel ik meneer even op om te vertellen hoe ik denk over lui die mijn personeel fysiek bedreigen.” Zijn ogen stonden op scherp. “Laat Fred dat telefoontje even naar mijn documenten doorzetten, Kees. Dat ga ik even beluisteren en daarna bel ik meneer wel even. En haal Angelique even op!”
Ík liep naar Angelique d’r bureau. “Kun je even bij Theo komen? Krijgsraad.” Ze gniffelde. “Koekjes!” “Vreetzakje…” bromde ik, toen ik verder liep.
Op het backoffice zat Fred verdiept in allerlei digitaal abacadabra. “Hé makker, kun jij een telefoontje van mij van tien minuten geleden op Theo zijn account zetten? En dan even meekomen?” Hij keek op. “Heb jij Gertie oneerbare voorstellen gedaan, smeerlap? Dan neem ik Joline ook wel mee…” Ingrid schoot in de lach. “Dan krijg je vuurwerk, Fred!”
Ik keek zielig. “Ja, vast. En wie is weer kop van jut? Jawel: Kees…” “Moment, Kees. Even dat telefoontje… Een nummer uit Amsterdam? Je vriendje de directeur?” Ik knikte. “Maar dit gaat niet over Bosnië.”
Hij bromde wat onduidelijks, typte snel wat commando’s in en ramde op ‘enter’. “Zo. Een bakje koffie meenemen, want directiekoekjes zonder koffie staat wel erg kaal.” Even later liepen we Theo’s bureau binnen. Die luisterde net het gesprekje af. Daarna keek hij op.
“Dat is nogal klare taal, Kees. An, wat gaan we hiermee doen?” Ze aarzelde niet. “Aangifte doen van fysieke bedreiging, Kees. Niks minder. Hij dreigt je dusdanig in elkaar te meppen dat je in het ziekenhuis komt. Of hij laat het doen… Ik ken zijn fysieke gesteldheid niet.” Ik lachte schamper. “Als ik meneer Duyvestein zo inschat is hij zelf niet in staat om mij te grazen te nemen hoor. Maar daar zal hij wel vriendjes voor hebben, zo zit hij wel in elkaar.”
Theo dacht even na. “Ik ga hem nú bellen, jongens. Fred: wordt dat ook opgenomen?” Fred knikte. “Yep. En speciaal, omdat het de directietelefoon is, op een apart bestand. Daar kan alleen jij bij. En ik natuurlijk.” Theo pakte zijn bureau-telefoon en toetste de nummers in. Het toestel stond op de speaker, dus we hoorden het ding overgaan.
“Duyvestein.”
“Goede morgen meneer Duyvestein. U spreekt met meneer Koudstaal. Ik ben de directeur van Developing Technics te Gorinchem. Meneer, ik bel u omdat u een kwartier geleden een van mijn medewerkers fysiek heeft bedreigd. Ik geef u één kans om uw woorden terug te nemen en uw excuses aan te bieden aan de heer Jonkman; doet u dat niet dan doet DT aangifte. En voor de duidelijkheid: al onze telefoongesprekken worden op…”
Verder kwam hij niet.
“Mijn excuses aanbieden aan een ex-stagiair? Dat jochie heeft zijn titel aan mij te danken, nondeju! En nu plant hij voor de tweede keer een mes in m’n rug. Als ik ‘m voor de auto krijg rij ik lachend over hem heen, rem, zet m’n auto in de achteruit en rij nog een keer over hem heen. Voor de zekerheid, zeg maar. Het rotjong.”
Theo keek ons aan. “Dat is duidelijk, meneer. Ik heb u verder niets meer te zeggen.”
Hij hing op en keek me aan. “Aangifte doen, Kees. Nu meteen. Je hebt drie getuigen en de opname van dit gesprek en het vorige.” Ik keek blijkbaar nogal appelig want Theo drong aan. “Heb je poep in je oren? Pak je computer en doe digitaal aangifte. Fred, dit gesprek én het vorige op de schijf van Kees zetten, dan kan hij het meteen meesturen. An: komen wij in problemen met die opnamen?”
Angelique schudde haar hoofd. “Nee. Staat op de website. En daar heeft meneer hoogstwaarschijnlijk al een aantal keren op zitten kijken. Geen punt.” “Hop, waar wacht je nog op, Kees?” Ik liep naar m’n bureau. Digitaal aangifte doen… Weer eens wat anders.
Uiteindelijk bleek het niet digitaal te kunnen en moest ik het algemene nummer van de politie bellen: 0900-8844. Ik kreeg een agent aan de lijn die een aantal vragen stelde. Toen hij vroeg of er bewijs was, noemde ik de opnames van beide telefoontjes en die wilde hij wel hebben. Dus uiteindelijk toch digitaal… Ik stuurde ze op en kreeg de verzekering dat een collega, gespecialiseerd in dit soort gevallen, ernaar zou kijken. Na een kwartier was het gesprek klaar. Ook weer achter de rug…
Ik leunde achterover en dacht even na. Kon ik Duyvestein nog meer laten blunderen? Wat te denken van een pittig mailtje die kant uit? Ik opende Word en begon te typen.
‘Geachte heer Duyvestein. Na twee onprettige telefoontjes , waarvan een met mijn directeur deel ik u het volgende mede: ik ben niet onder de indruk van uw bedreigingen. Als u mijn CV goed heeft gelezen weet u wat ik in het verleden gedaan heb. U mag binnen uw firma misschien het Alfa-mannetje uithangen en de grote baas spelen: bij mij hoeft uw zulk gedrag niet te vertonen. Ik geef u een gratis advies: als u uw bedreigingen ten uitvoer wilt brengen, hetzij zelf, hetzij door middel van vriendjes: open vooraf uw internetbrowser en ga eens zoeken op de combinatie Kees Jonkman en Marten de Rooij, zijn echtgenote en zijn zoontje. Wellicht komt u dan op andere gedachten. Succes. Ir. C. Jonkman.’
Zo. Geen dreigementen, alleen een korte waarschuwing. Toch maar even aan Theo laten zien. Indirect had hij er ook mee te maken. Ik stak de gang schuin over. “Theo, weet jij nog wat de term ‘vuur uitlokken’ betekende?” Hij keek me aan. “Ja natuurlijk. Je houdt je vijand een nogal lonend doel voor in de hoop dat hij schiet. Dan weet jij waar hij uithangt en roept de Cavalerie.” Hij grijnsde. “Mij dus. De korporaal Koudstaal als schutter op de Leopard II met z'n veertien gepantserde vrienden...” Ik knikte. “Precies. En ik ben van plan vuur uit te lokken, door middel van een vriendelijk mailtje richting Amsterdam. Lees maar even.” Hij zette zijn bril op en las. Toen hij opkeek vroeg hij kort: “Waarom nog meer benzine op het vuur, Kees?” “Simpel. Hij zou glashard ontkennen dat hij die stem aan de andere kant van de lijn was. Als hij per mail hierop antwoord hangt hij. Want mails zijn makkelijk te traceren dan telefoongesprekken.”
Theo bromde. “Enfin, je hebt hem ten minste niet verrot gescholden of bedreigd. Valt me alweer van je mee, meneer heethoofd. Versturen, Kees.” Hij grinnikte. “Ik hoor het wel als de Cavalerie moet opdraven…” Het Word-bestand kopieerde ik naar de mail, keek het nog even na en stuurde het richting Amsterdam. Duyvestein had een apart mailadres binnen zijn bedrijf, dat was lekker makkelijk.
Een blik op mijn horloge leerde dat het ondertussen half twaalf was. Wéér een uur naar de knoppen door dit gesodemieter… Nog even tekenen, straks weer rennen met de meute. Gelukkig had Fred vandaag de touwtjes in handen, dan hoefde ik daar geen energie in te steken. Maar tussen twaalf uur en half één bleek dat ook Fred weinig inspiratie had opgedaan; hij liet ons vijf kilometer rennen in eigen tempo. Wat wél mooi was: de hele club kwam als één kluwen op het eindpunt. De paar wat zwakkere lopers waren door anderen op sleeptouw genomen. Goed om te zien! En na een lekkere douche even eten, daarna weer aan de slag.
Ik ging bij Henk en Gerben zitten. “Gekkenwerk om alleen in m’n hok te zitten terwijl hier de ruimte is, jongens.” Gerben keek me aan. “Maak dat de kat wijs, Kees. Hier hangt de geur van Joline’s parfum nog. Alleen daarom wil je hier zitten…”
Henk schoot in de lach. “Ik wist niet dat Joline’s parfum naar pindakaas rook, Gerben. Want dié geur hangt hier nogal duidelijk.” Ik mopperde: “Andre krijgt een pindakaasverbod op de zaak. En Marion zal het vast met me eens zijn.” Kwart over twee: telefoon. Duyvestein, zag ik aan het nummer.
“Goedemiddag met Kees Jonkman…” Ik zette de telefoon op de speaker.
“Godverdomme, Jonkman! Snap je het nog steeds niet? Je hebt ons zwart staan maken bij een klant! Dankzij jou zijn we dat ziekenhuis kwijt, klootzak! En de medische wereld is niet zo gek groot; als zij met elkaar kletsen zijn we zes ziekenhuizen kwijt, waaronder het AZU! Jij gaat heel veel last van ons krijgen, rotjong. Onze juridische afdeling is al bezig! En als ik je ooit tegenkom: ik sla je complete smoelwerk aan gort, heb je dat begrepen?”
Pas nu kon ik tussen zijn tirade doorkomen.
“Meneer, wilt u even ademhalen en héél goed naar mij luisteren? Uw vorige twee telefoontjes zijn opgenomen. Dat doet DT altijd. Net als dit telefoontje. Vanochtend heb ik aangifte van bedreiging gedaan; die ga ik zo meteen nog even aanvullen. En oh ja: heeft u uw huiswerk al gedaan wat ik u heb opgegeven? Waarschijnlijk niet, want anders zou u niet zo tegen me tekeer gaan. Advies: doe het maar even. En denk daarna bijzonder goed na of u verdere acties tegen mij, het bedrijf waar ik met veel plezier werk of iemand in mijn directe omgeving gaat uitvoeren.”
Hij wilde me onderbreken, maar dat stond ik niet toe; ik raasde door.
“Ik geef u één waarschuwing: mocht ik er achter komen dat mij een loer wordt gedraaid, ga ik spitten wie de opdrachtgever is. Verder nog iets bijzonders te melden, behalve dat uw firma door hun goedkope prutswerk waarschijnlijk wat klanten kwijt is?
En hoe staat het ondertussen met de gunning van de opdracht in Bosnië? Waarschijnlijk komt uw firma niet voor op het lijstje van bedrijven die een offerte mogen maken hé? Dat dacht ik al. Fijne dag, meneer en denk aan uw hart. Jezelf opwinden is bijzonder ongezond voor directieleden Heb ik een paar weken geleden ook gemerkt.”
Ik verbrak de verbinding.
Henk grijnsde. “Ik zie dat de ouwe sergeant Jonkman weer terug is. Mooi zo. Moeten we weer bij nacht en ontij rond gaan lopen, Kees? Alleen nu in Amsterdam? Je hoeft het maar te zeggen, hoor…” Ik grinnikte met hem mee en keek Gerben aan. “Wat sta jij me aan te gapen, meneer?” Gerben schudde even zijn hoofd. “Ik hoorde je stem, maar je ogen… Man man man… Jij hebt het wel eens over Joline’s ogen als lasers… Die van jou waren net plasmasnijders.” Dreun, dreun, dreun… Fred liep door de gang en liep mijn kantoortje in. Geen Kees. De tussendeur ging open.
“Aha, hier is het directielid… Ga je jezelf nou ook een dreun geven, Kees? Je was nogal gevoelig voor hints in die richting…” Hij grijnsde vals; Gerben en Henk moesten gniffelen. “Je begrijpt dat je die nog een aantal keren gaat horen, meneer Jonkman.”
Met een dreun sloot hij de deur en liep hij door de gang terug.
Ik plofte op een tekenkruk. “Potdomme, als ik roker was, zou ik nu een zwaar sjekkie draaien…” “Je bent geen roker, dus druk je jezelf maar eens een paar keer op.” Gerben wees en Henk knikte. Dus dook ik maar weer naar de grond. En terwijl ik bezig was hoorde ik een bekende stem.
“Zo… ligt mijn echtgenoot weer eens te boeten voor zijn zonden? Goed zo! Hou hem maar in bedwang, heren.” Ik stond op. “In plaats dat jij deze ‘heren’ nou eens uitfoetert dat ze jouw echtgenoot staan af te beulen… Hoi schat. Waarmee kan ik je dienst zijn?”
Ze keek nu serieus. “Jij hebt ruzie staan maken met Duyvestein?” “Nee hoor. Ik heb meneer Duyvestein alleen verteld dat hij wat huiswerk moet doen, voordat hij gaat broeden op gemene plannetjes richting Kees Jonkman. En het huiswerk bestond uit even wat zoekwerk op google. Kees versus de familie de Rooij. Maar dat had hij voor ons laatste telefoongesprekje nog niet gedaan, geloof ik.” Joline keek me serieus en vragend aan.
“Ik heb aangifte gedaan wegens bedreiging, schat. Het is nu in handen van de politie.” Joline snoof. “Die hebben het maar druk met de familie Jonkman. Lot en Mar kregen net een mailtje dat hun verwekkers én de ex-potentiële echtgenoten plus een pa deze week moeten voorkomen. In een ondertussen bekende rechtbank: Den Bosch. Donderdagmiddag gaat dat gebeuren.” “Dat komt dan goed uit, schat.” Joline keek verwonderd. “Donderdagavond zit ik in Vught. In Dagelijks Tenue. Generale repetitie voor dat concert. Scheelt weer heen en weer rijden en een keertje omkleden.” Ondanks alles moest ik lachen en Joline keek wéér vragend.
“Als ze dezelfde rechter hebben als de familie de Rooij zal die dame wellicht vragen hoe het komt dat ik zo snel bevorderd ben. Afgelopen voorjaar stond ik daar nog als sergeant, nu staat er een levensgrote majoor.” Joline snoof. “De vorige keer stond je daar als burger, meneertje. Nou ja… Sergeant b.d. hooguit. En nu hoef jij niet het woord van slachtoffer te doen. Dat doen de zussen. En die gaan dat héél goed doen; ene Joline Jonkman helpt hen wel even.” Haar ogen bliksemden. “En Nadia doet ook het woord. Zij is ook slachtoffer van pa Bongers.”
“Wij ook, schoonheid. Dat hele zootje, pa, de ex-potentiële bruidegoms en de pa van die dikzak hebben bij ons ingebroken om de zussen te ontvoeren, weet je nog? En die slachtoffer-rede mag jij gaan doen. Ik zal dan wel, als mijn bescheiden zelf blijven zitten en je op gepaste momenten een aanmoedigend knipoogje geven.”
Joline keek nu sceptisch. “Bescheiden? Jij? Dat zou voor het eerst zijn dat ik dat meemaak, Kees. Ik hoorde net van Fred dat jij jezelf weer eens als directeur had opgesteld tegen Duyvestein.”
Ik zuchtte. “Kan die eikel z’n grote waffel nou écht niet houden?” Giechelend liep ze naar de deur. “Best handig soms… Chefje zijn van de beste maat van je vent…”
“Rotkind!” bulderde ik haar achterna. Irene, die nét langs de deur liep, schrok zich rot.
Henk en Gerben grinnikten. “Straks even Bureau Slachtofferhulp laten komen voor Irene. Het arme meisje… Loop je niets vermoedend langs een kantoor, brult er een of andere teamleider keihard ‘Rotkind!’ tegen je…” Henk keek me hoofdschuddend aan.
Daarna gingen we weer aan het werk; die installatie bij dat lasbedrijf was nogal wat uitgebreider dan hun collega’s in Eindhoven…
“Kees! Sluit je je computer af? We gaan naar huis!” Een tik op mijn schouder bracht me weer bij de werkelijkheid en Gerben keek me aan. “Als jij aan het werk bent, hoor je niks meer, geloof ik?” Ik schudde mijn hoofd. “Als ik écht geconcentreerd bezig ben… Ja, dan ben ik echt weg. Sorry, geen gezellige bureaugenoot.”
Henk mopperde: “Ik vroeg om drie uur of je nog koffie wilde. Kreeg nul antwoord. Toen heb ik je maar laten door ploeteren. Je had toch al teveel tijd verprutst door dat gedonder met Amsterdam.” Ik stond op. “Namens Theo dan: merci Henk, dat jij nog een paar productieve uurtjes uit Kees Jonkman heb geperst.” Henk zwaaide en liep het kantoor uit.
“Wat doe jij vanavond, Gerben?” “Ik ga naar huis, Kees. Vroeg m’n bedje in na een nogal pittig weekend.” Hij trok wat met z’n mond. “Ach gut, arme kerel… Heeft Margot je zó afgeknepen?” Achter me klonk een bits: “Dat gaat je geen hout aan, Kees! Gerben, pas op!” Margot stond in de deuropening, Lot en Joline achter haar. “Kom, naar huis. Er moet gekookt worden en dat doen wij!” Lot wenkte. Ik sloot het bureau af, Gerben gaf Margot een knuffel en stapte in zijn eigen auto. De zussen in een zilvergrijze Volvo en Joline en ik in een blauwe.
Rustig reden we naar Veldhoven. De zussen zetten hun auto in de garagebox, ik parkeerde buiten. “Dan kunnen zij hun bolide aan de stroom hangen… Rogier zei dat hij in een verloren uurtje wel een verlengsnoer voor hen kon maken, dan kunnen ze buiten laden.” Even daarna waren we binnen. Joline dirigeerde mij naar de studeerkamer. “Blazen jij. Heb je gisteren niet gedaan. Wij koken wel. Vanavond kan er niet meer geblazen worden, want dan ligt iedereen amechtig uit te hijgen op bed, na een inspannend weekend.”
En dus stond ik een uurtje te repeteren; alle stukken doornemen met extra aandacht voor ‘Gabriella’s song’ en het Wilhelmus. En tijdens het spelen voelde ik de boosheid richting Amsterdam langzaam van me afglijden. Heerlijk… Dat doet muziek met je! In feite zou de hele mensheid verplicht moeten worden om samen muziek te maken. Zou heel veel ellende schelen…
De deur ging open.
“Kees! Kom je eten?” “Lekker, dame. Ben ik wel aan toe.” Tijdens het eten vertelde Margot hoe haar zaterdagavond en zondag verlopen was. Althans… Over de zaterdagavond was ze uiterst kort. “Het was heerlijk om met Gerben te vrijen. Einde verslaglegging.” Ze glimlachte lief. “En de zondag… Gerben z’n ouders, Peter en Anna, zijn bijzonder lieve mensen. Vol begrip. Gerben had hen al iets over mijn achtergrond verteld, dus ze wisten welke onderwerpen nogal gevoelig lagen…” Margot keek even voor zich uit en knikte toen.
“Ze lijken in sommige opzichten wel op jouw ouders, Kees. Geen theoretici, maar mensen die ook om zich heen kijken en dingen doen. En ze hebben een hele leuke hond. Helaas moeten ze die over een paar weken weer afstaan… Ze zijn ‘gastgezin’ voor Hulphond Nederland. Krijgen een pup van acht weken in huis die ze gedurende een maand of 16 moeten socialiseren. Het dier moet alles een keer gezien hebben, mag nergens meer raar van opkijken of schrikken. Hun hond, Blondie, een Golden Retriever, is nu 15 maanden, hartstikke speels, maar op sommige momenten…
Ik zat zaterdagavond tóch even in een dipje toen we het over Groot-Ammers hadden en Blondie komt uit haar mand, kijkt naar mij en komt dicht tegen m’n benen aanzitten. Legt haar kop op m’n knieën en kijkt me aan met die mooie bruine ogen… Toen ben ik van de bank afgegleden, naast haar gaan zitten en haar, al vertellend, lekker zitten aaien. Peter zei dat Blondie, volgens de lui van Hulphond Nederland wel aanleg had om PTSS-hulphond te worden. Dat geloof ik graag… Wat een schat van een beest.”
Toen giebelde ze. “Alleen toen ik opstond had ik kilo blonde hondenharen aan m’n kleren. Sjongejonge, wat verhaart zo’n Golden… Bengel verloor ook wel haar, maar Blondie…
Op een gegeven moment pakte Peter nog even de stofzuiger omdat er ‘s avonds misschien bezoek zou komen.. Even later zat het hele stofreservoir vol blonde haren en hij zei: ‘En dat moet dus elke dag, anders lopen we hier kniediep door de haren van dit blondje. Ik ben blij voor Gerben dat jij niet blond bent, anders kon hij je wellicht niet vinden…’ Enfin, toen we afscheid namen heb ik moeten beloven om vaak op bezoek te komen.”
Margot keek ons aan. “Oók ‘echte mensen’, Joline. De zelfde bloedgroep als jullie ouders.” “Ben ik blij mee, Margot. Dat hebben jullie nodig: mensen die om jullie geven.” Charflotte keek nogal aarzelend. “Ik hoop dat ik ook zo op kan schieten met de ouders van Rogier. Hij moet ze nog steeds met ‘u’ en ‘pap en mam’ aanspreken. Tutoyeren is daar ‘not done’.”
Joline zei: “Lot, totdat ik ging studeren moesten wij thuis mijn ouders ook met ‘pa’ en ‘ma’ en ‘u’ aanspreken. Niks mis mee. Pas toen hun jongste dochtertje op eigen benen ging staan hebben ze ingevoerd dat er vanaf dat moment voornamen gebruikt mochten worden. En Ton, Rob en ik hebben daar behoorlijk aan moeten wennen.” Ze giebelde. “Maar langzaam aan is dat wel gelukt, geloof ik.” Lot grinnikte. “Ja, dat geloof ik ook wel. Ik kan me nog een momentje herinneren dat Jolientje toen-nog-Boogers bij haar lieve papa op schoot ging zitten, door z’n haren kroelde en zei: ‘ouwe mopperkont van me..’ En papa Boogers vond dat niet zo’n probleem, geloof ik.”
“Zou ik ook niet vinden hoor Lot. Zo’n knappe dochter op schoot…” Joline keek me aan. “Nee, dat zal best. Tegen de tijd dat wij een dochter hebben van mijn leeftijd ben jij ruim 55, Kees Jonkman… Ouwe snoeper!” Ik trok een wenkbrauw op. “Maak jij je sympathieke pa nu uit voor ‘ouwe snoeper’? Want die is een paar jaartjes ouder van de leeftijd die jij net noemde. Pas je een beetje op? Ik kan het in een onbewaakt ogenblikje zo maar aan hem doorvertellen…” Joline zuchtte, stond op van de bank en kwam bij mij op schoot zitten. “Ik heb wel wat maniertjes om dat te voorkomen…”
Ze trok haar rokje een paar centimeter op en de zussen schoten in de lach. “Ja, Kees, tegen die argumenten kun je niet op!” Ik streelde een stukje bovenbeen. “Dit zijn inderdaad goeie argumenten, Jolien…” En zachtjes hoorde ik een snijdend: “Precies! Mijn argumenten, Kees Jonkman. Denk er aan!” Op de bank klonk gegiechel. “Misschien moet je die argumenten vanavond maar eens gebruiken Joline. We komen je niet helpen; Wij hebben het vanavond even druk met elkaar.” De zussen sloegen hun armen om elkaar heen en begonnen elkaar te zoenen. Joline en ik keken elkaar aan. “Zouden jullie niet liever naar jullie eigen kamer gaan, meiden?”
Even lieten ze elkaar los. Margot keek ons aan. “Nergens voor nodig, Jolien. Jij en Kees hebben alles van ons gezien. En vice versa. Geen schaamte voor elkaar.” En Lot giechelde: “Als jij de argumenten van Joline nu eens gaat inspecteren, Kees… doen wij die van elkaar wel.” “Ook best goeie argumenten, Lotje”, bromde ik.
Meer kans om iets te zeggen kreeg ik niet; Joline draaide mijn hoofd naar zich toe. “Lekker, Kees. Kus me en laat me je voelen!” Ze kuste me en woelde tegen me aan. Een heerlijk gevoel, maar… Langs haar heen kon ik de zussen met elkaar zien vrijen. Handen over borsten, strelend over mooie benen, ze kusten elkaar hevig… Ik voelde me een voyeur. Voelde Joline tegen me aan, streelde haar, maar zag ook Margot en Charlotte. Het zat me niet lekker. Als ik zo bleef zitten wist ik dat Joline me zonder moeite zover zou kunnen krijgen dat ik hier, in het volle zicht van de zussen, met haar zou neuken. Het voelde bijna als overspel…
Ik duwde Joline zachtjes van me af. “We gaan naar onze slaapkamer, schat”, fluisterde ik in haar oor. Ze keek verwonderd, haar ogen vragend, maar ik schudde mijn hoofd. Ze stond op, trok haar rokje omlaag en zei: “Wij gaan een deurtje verder, liefjes. Wat jullie doen mogen jullie helemaal zelf weten, maar morgenochtend om half zes loopt de wekker weer af.”
Ik pakte Joline’s hand en liep de slaapkamer in. En door, naar de badkamer. Daar deed ik de deur achter ons dicht. “Wat is er aan de hand, Kees?” Haar blauwe ogen keken onderzoekend. “Ik kán het niet, Jolien. Jij zat me heerlijk te verwennen met je mooie benen tegen me aan, je kuste me en liet me vreselijk genieten… Maar langs jou heen kon ik de zussen zien vrijen. Vreselijk opwindend om die twee elkaar te zien verwennen. En dat voelde alsof ik jou bedroog. Toen knapte er iets bij me, schat. En niet alleen bedroog ik jou, maar indirect ook Gerben en Rogier. Ondertussen twee goeie vrienden. En dat wil ik niet.”
Nadenkend keek ze even naar buiten. Toen pakte ze mijn hand. “Mee jij. Dit gaan we nú met de zussen bespreken.” We liepen de woonkamer weer in. Margot en Lot zaten nog steeds op de bank, armen om elkaar heen, maar niet vrijend. Ze keken ons vragend aan.
“Wat was er aan de hand, Kees?” Ik ging tegenover hen op een stoel zitten, Joline op de armleuning naast me. “Meiden… De situatie is ondertussen wat anders dan een paar weken terug. Jullie hebben relaties met Rogier en Gerben. Zijn gelukkig met hen. En zijn ook nog steeds gelukkig met elkaar. Toen Jo en ik net zaten te vrijen kon ik dat nogal goed zien. En het wond me op! Twee prachtige vrouwen die zo intiem met elkaar vrijen… Maar ik vrijde met Joline, voelde haar tegen me aan, terwijl ik jullie zat te begluren en ervan genoot. Dat voelde écht fout. Ik bedroog Joline, Gerben en Rogier tegelijk. En dat wilde ik absoluut niet. Vandaar dat ik Joline meetrok en vluchtte.”
Margot keek me nadenkend aan en knikte. “Ik begrijp het, Kees. Sorry.” Ook Charlotte knikte en zei: “We hebben dat verkeerd ingeschat. Stom.” Ze stond op en trok Margot mee. “Kom zussie. Groepshug.” Ondanks alles moest ik lachen. “Jullie nemen wel een risico, lieve dames om nu een groepshug in te lassen terwijl jullie net nog uiterst verleidelijk op de bank zaten te vrijen.”
Naast me klonk een nogal nadrukkelijk ‘Ahum!” en Joline keek hen aan. “Ik neem hem wel in bescherming tegen jullie charmes, meiden. Heb ik zo mijn eigen maniertjes voor.” Margot giechelde en trok de zoom van Joline’s rokje omhoog. “Die kennen we ondertussen wel.” Daarna gaven we de zussen beiden een lange knuffel. Margot sloeg haar armen om mijn nek. “Je bent een schatje.” Lot loste haar zus af en legde haar hoofd even tegen me aan. “Nog steeds een bijzonder veilig plekje, Kees.” Daarna liet ze los en pakte de hand van Margot. Ik keek hen aan. “Lieve meiden, mijn lichaam roept keihard dat het met jullie wil vrijen. Mijn geweten roept gelukkig harder dat dat geen optie meer is. Maar jullie zijn ook schatten, vergeet dat nooit. En voor zo dadelijk: welterusten.”
“Kan nog wel even duren, Kees.” Margot knipoogde. “Bij ons ook, meiden”, zei Joline met een ondeugende ondertoon in haar stem. “Kóm Kees, met je Freule mee.” De zussen liepen naar hun kamers, en Joline trok mij mee naar onze slaapkamer. En tegen alle gewoonten in deed ze de deur achter ons op slot. “Zo. Je bent opgesloten, Kees. Nu helemaal van mij. Ga je douchen en scheren, daarna kom je bij mij in bed. Ik heb vreselijk zin in je.”
Ik keek haar aan. “Joline… Ik heb vreselijk veel zin in jou. Mijn eigen lieve Freule, rekenwonder en vreselijk erotische vrouw.” Ze knipoogde. “Dat laatste ga ik je weer eens laten merken, schatje. Na het douchen.” Ze wees naar de badkamer. Tien minuten later kwam ik fris gewassen en geschoren terug. Joline zat op bed. Opgemaakt, een doorzichtig zwart bloesje aan met niets er onder. Een wijde rode rok, met daaronder haar lange benen in witte nylons. Ik kon nét een stukje van het boord zien. En op hoge hakken. “Schat, wat zie jij er sexy uit…” Ze knikte. “En zo voel ik me ook. Vreselijk sexy. En geil. En nú al kletsnat; ik heb dat trileitje in en dat is heerlijk!” Ze wees op haar telefoon. “Ik kan dat ding ook via m’n telefoon bedienen… Hebben de zussen me geleerd. Als je met je vingers over het beeldscherm gaat…”
Ze deed het voor en schokte. “Heerlijk! Zo geil… Als ik dat ding blijf bedienen kom ik binnen 20 seconden klaar, denk ik!” Ze gaf haar telefoon aan mij. “Laat me genieten en kletsnat worden, schatje. Daarna mag jij genieten… Vertel me wat ik moet doen!” Ze sloeg haar benen over elkaar en trok haar rok zedig omlaag. Ik veegde langzaam over het beeldscherm van haar telefoon. Geen reactie, behalve een klein beetje samentrekken van haar ogen. “Wat zit jij er netjes bij, Jolientje. Zo kan ik je lekkere benen nauwelijks zien.”
Ze keek me koeltjes aan. “Ik ben een net meisje, meneer.” “Daar geloof ik niks van.” Snel gleed mijn vinger over het beeldscherm en ze schokte. “Meneer!” “Wat is er? Ik wilde even op je telefoon kijken.” Weer een veeg, die ik beëindigde met een snelle cirkelbeweging. “Ahhhh!” hoorde ik vanaf het bed en haar handen gleden over haar tepels. “Ga op het bed liggen. Je benen opgetrokken. Ik ruik je geile poesje en die wil ik ook zien!” “Maar meneer…”
Verder kwam ze niet: de intensiteit van het eitje stond op 2 en die zette ik op stand 4. Van de 10. Daarna weer een snelle veeg over het beeldscherm. “Mmmmmm!!!” Ze klapte haar knieën tegen elkaar en plukte nu hard aan haar tepels, door het bloesje heen. “Meneer… Dit hou ik niet vol! Zo’n lekker gevoel in mijn poesje…” “En op je borsten, hé meisje? Je zit steeds met je tepels te spelen!” Ze gromde nu. “Ja… Ook heerlijk! Dat voel ik door mijn hele lichaam…” “En wat wil je dan doen?” Ze hijgde toen ik het trillen weer een standje hoger zette.
“Klaarkomen! Lekker klaarkomen! Uit mijn poesje spuiten… Mijn geile kutje verwennen, net zolang tot ik wéér klaarkom… En dan denk ik steeds aan u, meneer… Hoe u me zou… ahhhh…neuken! Uw harde pik diep in mijn natte kut zou steken en me heerlijk zou naaien. En me helemaal vol zou spuiten… Nog veel lekkerder dan dit eitje…”
“En ga je al een beetje klaarkomen, Jolientje?” Ze trilde nu. “Bijna… Het is zó intens, dit…” Weer een wilde draai over het scherm en ze tilde haar heupen op. “Doe je benen uit elkaar! Laat me zien hoe hard je klaar komt! Lekker in je slipje spuiten, je mooie rok kletsnat maken… En denk er maar aan hoe ik je zo dadelijk hard ga neuken!” Ze zei niets meer, maar gehoorzaamde trillend en schuddend. Plotseling werd haar dunne witte slipje kliedernat. “Heupen omhoog! Lekker ongeremd klaarkomen! Spuit het er uit, meisje! Schaamteloos voor mij klaarkomen!” Ik ging met mijn hoofd tussen haar voeten liggen kijken. Haar prachtige benen bewogen wild, haar poesje ging open en dicht en er droop een gestadige stroom witte vloeistof uit haar slipje in haar rok. Ik zette het eitje nog één standje hoger en bleef nu steeds over het beeldscherm vegen. Plotseling verstarde ze en met een hoge gil spoot ze een witte straal uit haar kut.
“Kees! Haal dat ding eruit en neuk me! Neuk je geile sletje…” Snel greep ik de antenne van het eitje beet, haalde het ding langs haar slipje uit haar kut. “Slipje uit, meisje. En leg het over je mond!” Ik kroop op haar. Ze pakte mijn paal en trok die bijna naar zich toe. “Neuk me! Hard en diep! Spuit me vol… Ahhh…”
Ik gleed in een kletsnat en bewegend tunneltje. Zodra ik in haar zat kneep ze mijn paal vast met haar spiertjes en begon te melken. “Geef me je geile sperma!” Ze sloeg haar benen om me heen en het gevoel van haar nylons op mijn billen was heerlijk. Toen trok ze mijn hoofd naar zich toe. “Lekker samen tongen… Mijn sap uit mijn slipje likken…” Verder kwam ze niet: onze tongen vonden elkaar met haar dunne slipje tussen ons in. Haar vocht smaakte heerlijk en maakte me super geil. En haar ook. “Lekker… Lekker geil proeven en neuken… Voel je mijn lekkere geile kut om je heen, schatje?”
Ik gromde en duwde nu mijn tong diep in haar mond. “Je bent een vreselijk geil wezen, Jolien… Je melkt me helemaal uit… Ik ga lekker klaarkomen in jouw geile, natte…” De eerste straal spoot er uit en Joline gilde. “Jááá!!! Lekker! Jouw lekkere geile zaad in me… Spuit me helemaal vol, schatje!” Ik deed m’n best, maar na zes stralen was het toch een beetje op. Voorzichtig zakte ik naast haar en ik voelde haar warme, natte lijf tegen me aan. “Jolien… Je bent een heerlijk sexy neukbeest…”
Ze giechelde. “Die maniertjes van mij werken prima hé? Schatje, ik weet niet hoeveel keer je me hebt laten klaarkomen, maar het was heerlijk! Zó geil, zo nat ben ik nog nooit geweest. En als ik nu niet heerlijk suf in jouw armen lag, was ik al lang in slaap gevallen. Helemaal rozig…”
Ik kuste haar. “Dan word je morgen niet zo prettig wakker, schat. Even douchen. Daarna lekker slapen, oké?” Een lange kreun was haar antwoord, maar toen stond ze toch op. Ik verschoonde het bed snel en even later was alles weer fris. Toen gleed ik onder douche en toen we daarna in bed lagen, kroop Joline dicht tegen me aan. “Ik heb vreselijk genoten, Kees. Nog gedacht dat ik zó geil kon zijn. Toen jij zei dat ik schaamteloos voor jou moest klaarkomen, ging er een knop in mijn hoofd om. Niets meer beredeneren, niet meer de nuchtere efficiënte Joline zijn, maar gewoon heerlijk genieten mijn eigen lichaam. Wetende dat jij naar me keek…” Ze kuste me. “Dank je wel, Kees.” Ik gleed met mijn tong over de hare en zei toen: “En jij dank je wel dat je je zo aan me gaf, schat. Het was heerlijk, vreselijk sexy om jou vlak voor me te zien genieten. Je spuitende poesje, je handen die aan je tepels plukten, maar vooral je gezicht. Eén en al extase en geilheid. Prachtig!”
Ze bromde. “Ik hoop dat je er geen foto van gemaakt hebt…” Ik trok haar tegen me aan. “Nee. Dit uitzicht bewaar ik diep in mijn hart. Op een plekje waar nooit iemand komt. Geen foto voor nodig.” En toen moest ik gapen. “Ga je mee? Dan gaan we simultaan naar Dromenland.” “Goed plan, Kees… Hoe laat is het?” “Kwart voor elf. Keurig op tijd dus.” “Mooi…” Ik gaf haar een zoen. “Lekker slapen, schat.” Joline sliep al bijna toen ik ging liggen en bij mij duurde het ook niet lang…
De dinsdag ging bijzonder snel voorbij. De hele dag werkte ik aan de tekeningen voor dat 2e lasbedrijf, onderbroken door de middagpauze. Daarna weer door. ten slotte moest ik wel een beetje goed voor de dag komen bij die lui. ’s Avonds loopgroep; Ben Moes was er nu ook weer bij. Gelukkig deed hij normaal tegen Lot. En na de loopgroep weer naar huis, douchen, eten, nog even blazen en om half tien lagen we in bed. Pfff… Wát een dag. In het duister hoorde ik naast me een ondeugende stem zeggen: “Ik heb dat eitje weer opgeladen, Kees. Wil je…” Ik onderbrak haar. “Prima. Dan heb je mij niet nodig. Slapen jij, geile meid.” Ze giechelde zachtjes. “Nou ja… ik heb wel iemand nodig om mijn telefoon te bedienen. Anders kom ik handen tekort.” Ik zuchtte maar weer eens. Meteen daarna werd mijn hoofd bedolven onder een bos haar. En mijn mond voelde haar zachte lippen. “Ik heb vreselijk genoten gisteravond, schat. Dank je wel. En namens de zussen: ook dank je wel. Ook die hebben genoten gisteravond.” Ik omhelsde haar. “Ben ik blij om. Hebben ze Kees ten minste niet nodig. Scheelt behoorlijk wat slaap.” Weer een giechel en wéér zachte lippen op de mijne. “Lekker slapen, schatje. Welterusten.”
Woensdag ging bijna net zo, behalve dat er ’s morgens een telefoontje uit Nijmegen kwam.
“Meneer Jonkman, u spreekt met Bijlsma. Ik ben de technisch directeur van het …-ziekenhuis in Nijmegen. De heer van der Vlist is ons hoofd TD, die zit naast me en luistert mee.”
“Hoi Kees!” hoorde ik Rogier roepen. “Hé aanstaand Piraat, goed je te horen. Meneer Bijlsma, wat kan ik voor u doen?”
“Nou… Ten eerste uw excuses aanbieden dat u een prima Hoofd TD van ons wegkaapt.” Ik moest lachen. De man had ten minste humor.
“Tja meneer Bijlsma… De naam van mijn team is ‘De Piraten’ en dan moet er wel eens iets gekaapt worden. Anders zijn we niet meer geloofwaardig en gaat onze reputatie naar de bliksem.”
Ik hoorde ze beiden lachen en Bijlsma antwoordde: “Jaja… Maar dat is niet de reden waarom ik u opbel, meneer Jonkman. Als vriend Rogier hier niet gejokt heeft bent u de feitelijke ontwerper van ons noodstroomsysteem?”
“Rogier heeft in dit opzicht niet gejokt, meneer. Echter: het feitelijke systeem heb ik inderdaad ontworpen als 5e jaars student aan de TU Eindhoven. Maar… Het bedrijf waar ik toen stage liep hebben mijn tekeningen nogal ‘gemodificeerd’ en kwaliteits-componenten vervangen door Chinese Ali Expres-rommel. En ik heb begrepen dat u dat al een aantal keren heeft gemerkt.”
Een grom klonk.
“Nou en of. Afgelopen zondag weer. En toen moest ons hoofd TD opgetrommeld worden om de handel weer te laten werken. Een dure grap, want die weekend-uren van hem zijn best wel kostbaar.”
Ik kon het niet laten. “Ach meneer Bijlsma, andere mensen zijn er blij mee. Zo heeft zijn vriendin een paar uurtjes rust. Is ze vast heel dankbaar voor.”
Even was het doodstil, toen sputterde Rogier: “Kijk jij een beetje uit, Kees? Het zou zomaar eens kunnen dat ik je op enig moment vasthou en Lot je vilt met een bot aardappelschilmesje…”
“Zoals u hoort, meneer Bijlsma, kennen we elkaar ondertussen wat langer dan vandaag.”
Hij bromde: “Ja, is te merken. Maar dat terzijde. Meneer Jonkman: wij willen een betrouwbaar noodstroomsysteem. We hebben meneer Duyvestein uit Amsterdam eergisteren laten weten dat we geen zaken meer met hem en zijn bedrijf doen. Ondanks een aantal garantiebepalingen in hun servicecontract wisten ze toch, elke keer als er een monteur van hen hier geweest was, een gepeperde rekening te sturen. Met excuses als: ‘er is aan het systeem gemorreld’ of ‘verzegelingen zijn verbroken’ en weet-ik-nog-wat-meer. Telkens lag de schuld bij ons en moesten we betalen. Dat is nu afgelopen; we hebben dat contract ontbonden wegens wanprestatie en oplichterij.”
“Ik heb het vernomen, meneer. Eergisteren heb ik een aantal onaangename telefoontjes met Duyvestein gehad en ik heb aangifte gedaan van bedreiging. Meneer is nog niet van mij af. Lui die mij bedreigen, daar maak ik hele korte metten mee.”
“Ik had al zoiets begrepen, meneer Jonkman. Maar… Bent u in de gelegenheid om op korte termijn eens naar Nijmegen te komen en mijn directie te vertellen hoe u ons noodstroomsysteem betrouwbaar kan maken?”
“Wat is korte termijn, meneer Bijlsma?”
“Ergens volgende week… Even in de agenda kijken, moment… Vrijdagmiddag, schikt dat?”
Ik dacht even na. In feite was ik van plan geweest om de vrijdag na dat concert vrij te nemen… Lekker uitslapen, want het zou wel eens een latertje kunnen worden met veel emoties. Maar als die afspraak ’s middags kon…
“Hoe laat, meneer?”
“We beginnen het directieoverleg om 13:00, en meestal is het rond 15:00 gereed. Als ik u nu eens inplan om 15:00? Tenminste… Hoeveel tijd heeft u nodig?”
“Niet zo gek veel, mits ik de beschikking krijg over de tekeningen van Duyvestein en Co. Dan kan ik zien wat die prutsers hebben zitten rotzooien… Pardon voor de terminologie.”
Hij lachte. “Gaat lukken! Ik stuur wel een koerier uw kant uit. Van der Vlist heet hij. Komt vrijdagavond langs en blijft slapen, heb ik gehoord.”
“Nou of het slapen wordt… Zijn lieve vriendinnetje is een van onze huisgenoten.”
“Potdomme, Kees Jonkman! Ik ga dat aardappelschilmesje gebruiken, denk er aan!” De stem van Rogier klonk quasi verontwaardigd.
“Volgende week vrijdag, 15:00. Ik zal er zijn, meneer Bijlsma. Heeft u ergens een vergaderzaal met een goeie beamer? Die heb ik nodig.”
“Gaat lukken, geen zorgen. En als u zich gaat verdiepen in de stukken: die uren betalen wij.”
“Nee meneer, dat is niet zoals DT werkt. Er staat nog geen letter op papier; die paar uurtjes van mij zijn gratis, ook al zou u DT de opdracht niet gunnen. En als DT de opdracht wél krijgt… Ja, dan worden ze in rekening gebracht.”
Het was even stil. “Dat is een nogal andere benadering dan uw collega’s in Amsterdam, meneer Jonkman. Daar begon de teller al te tikken als één van ons het netnummer van Amsterdam intoetste.”
“Daarom heb ik met veel genoegen de deur van hun pand aan de Zuid-as achter me gesloten toen ik mijn stage-beoordeling binnen had, meneer. Met de belofte om nooit, maar dan ook nooit één stap binnen te zetten.”
“Verstandig besluit, meneer Jonkman. U krijgt de stukken en we zien u volgende week vrijdag, 15:00.”
“Dank voor het vertrouwen, meneer Bijlsma.” “U heeft hier een goeie ambassadeur zitten, ook al dreigt hij met een aardappelschilmesje. Tot ziens, meneer Jonkman.”
De verbinding werd verbroken en ik plofte even achteruit in m’n stoel. Oké: Amsterdam is fini. Duyvestein witheet, maar dat is bijzaak. Had ik de systeemtekeningen nog ergens? Ja, thuis in mijn archief. Natuurlijk was mijn systeem ‘tailormade' gemaakt voor Nijmegen, maar het principe bleef hetzelfde:
het ziekenhuis in units knippen, elke unit z’n eigen noodstroomvoorziening. Op het moment dat er helemaal geen stroom was, was elke unit self-supporting; als er ergens wél stroom was, kon de stroom van de ene unit doorgelust worden naar maximaal twee andere. Alleen de essentiële afdelingen waren qua elektriciteit helemaal zelfstandig:
OK’s, SEH, Cardiologie. Wellicht nog andere afdelingen, maar goed, dat bepaalde het ziekenhuis zelf. Wat konden die prutsers in Amsterdam vernaggeld hebben dat men in Nijmegen zoveel ellende had? Ja, componenten vervangen door goedkope rommel, maar zelfs spul uit China had een gemiddelde levensduur van een jaar of tien. Nee, hier zat iets anders achter, dat kon niet anders. Enfin, als Rogier die tekeningen meebracht, kon ik daar m’n tanden in zetten. Wellicht met Rogier afspreken dat ik volgende week ergens zelf kon gaan kijken…
Nou ja, tot zover het technische deel; nu moest ik even gaan plannen. Want als dit project doorging, kostte dat veel tijd, dat wist ik nu al. En wie kon ik daarbij indelen?
Frits? Hmmm… Frits zal meer in de offshore.
Henk? Had er wel verstand van, maar…
Plotseling sloeg ik me voor m’n kop. “Stommeling! Verdomme, wat ben jij een eikel, Jonkman!” De tussendeur ging open. “Zit jij in jezelf te kletsen, Kees? Dat mag hoor! Als je bevestiging zoekt van je eigen teksten: die kunnen we je wel geven. Graag zelfs…” Henk keek gemeen. “En natuurlijk je vijf pushups… Ik hoorde een duidelijk ‘verdomme’ uit je mond komen.”
“Eikel”, gromde ik en plofte op de grond. Ën vanwaar deze zelfkennis, Kees?” vroeg hij toen ik weer opstond. “Er is een grote kans op een forse klus, Henk…” Snel bracht ik hem in het plaatje. “…En ik zat te peinzen met wie ik dit project zou gaan doen, en daarbij had ik Rogier compleet over het hoofd gezien. Vandaar dat ik mezelf even uitschold. Rogier en ik gaan die klus klaren, Henk. Ik weet alleen niet op welke termijn.”
Hij keek zuinig. “Klopt. Tot eind November zitten we vol, Kees. Die weken op die booreilanden kosten best wel capaciteit…” Ik haalde mijn schouders op. “Iets om rekening mee te houden bij de eerste bijeenkomst. Volgende week vrijdag om 15:00 mag ik in Nijmegen verschijnen.” Hij wilde zich omdraaien, terug de groepsruimte in, maar draaide halverwege weer terug.
“Haal Miranda erbij, Kees. Zij is ook niet gek, heb ik ondertussen wel door.”
Toen ging de deur weer dicht. Miranda… Ja, als er eentje kritisch was op mijn ontwerpen was zij het wel… Goed idee van Henk! Ik liep de gang in naar haar ruimte. “Mir… Heb je even tijd voor me?” Ze keek op van haar scherm. “What’s up, Kees?” “Ik heb een sparringpartner nodig. Iemand die niet te beroerd is om scherpe kritiek te leveren op mijn werk…” Ze lachte. “Zijn de piraten bang voor hun piratenbaas?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Maar jij bent in deze materie goed thuis en de meeste piraten minder. Het gaat hier om…”
Snel praatte ik haar bij. “Dat moet ik in de groep gooien, Kees. Ook wij hebben het druk. Moet ik werkschema’s omgooien. En daar is André weer niet blij mee.” “Koop maar een pallet pindakaas voor ‘m, dan is hij ook weer rustig.” Ze trok met een mondhoek. “Ja ja… Morgen hoor je van me, Kees. Oké?”
Ik knikte en vertrok weer. Toen naar Theo. Die keek niet verbaast. “Had ik wel gedacht, na het telefoontje van eergisteren, Kees. Gaat er veel werk in zitten?” Ik aarzelde. “Ik ken het systeem natuurlijk. Zelf ontworpen. Rogier kent de plaatselijke situatie, ook gunstig. Maar ergens voel ik aan m’n water dat die sukkels in Amsterdam er met opzet zwakke plekken hebben ingebouwd om zo te verdienen op ‘servicekosten’. En die moeten we boven water zien te krijgen, Theo.”
Hij bromde wat. “Gaat jou wel lukken. Zeker met Rogier erbij. Neem je nog meer lui mee?” “Ik heb Miranda gevraagd, maar die moet het eerst binnen haar team bespreken.” Hij stak z’n duim op. “Mevrouw Kamerman zou een hele goeie zijn. Als ze tegenstribbelt mag je haar naar mij toesturen.” “Dat doe ik alleen als laatste redmiddel, Theo. Iemand moet een project ook leuk en uitdagend vinden en niet er aan gaan werken omdat de baas dat heeft beslist.”
Hij grijnsde. “Met jou samenwerken is altijd uitdagend, meneer Jonkman. Er uit, ik moet de directeur uithangen, anders gelooft onze lieve receptioniste Irene me niet meer.” Vijf seconden daarna stond Irene in de deur. “Hoorde ik daar mijn naam gebruiken? Dan zou ik graag van deze heren willen weten in welke context…” Ze keek onderzoekend.
“Is dit dat lieve, bescheiden meisje wat ik uit de klauwen van mevrouw van den Akker heb gered? Jij leert snel, dame…” Ze lachte me uit. “Ja. Dat gaat hard als je in de gang loopt en er keihard ‘Rotkind!’ gebruld wordt. Maar ik geloof dat dat niet tegen mij gericht was. En da’s maar goed ook, anders heeft degene die dat riep iets uit te leggen.” Theo stak z’n duim op. “Goed zo Irene! Laat die kerels hier niet over je heen fietsen!”
Ik knipoogde naar haar. “Heb je het nog steeds naar je zin hier?” Hevig knikken. “Als ik mijn vriendinnen vertel wat ik hier soms meemaak… Ze zien groen van jaloersheid!” Droogjes zei ik: “Ja, dat snap ik wel. Al die knappe kerels hier…”
Een arrogant “Pfoe! Hoor hem!” kwam retour en ze verdween.
“Jij hebt weer eens wat goed te maken, Kees…” Theo keek ronduit pesterig en ik zuchtte maar weer eens. “Ik ga wel weer tekenen. Lekker technisch. Geen tegenspraak, ook wel eens fijn.” Uit de receptie hoorde ik Irene spotlachen.
Om half vijf stonden Joline, Margot en Charlotte in de deur. “Kom, opperpiraat. Strijk je zeilen, haal de kanons binnenboord; het kombuis wacht op je! Jij kookt vanavond.” We wensten degenen die nog aan het werk waren een fijne avond en liepen de deur uit. Joline en ik mochten in de auto van Lot en Mar instappen. Margot reed en dat deed ze prima. In de bebouwde kom reed ze elektrisch, op de snelweg begon de diesel te grommen.
“Die laadt de accu weer een beetje op. En ja, dan verbruikt de auto meer, maar dat compenseer je in de bebouwde kom weer. Al met al rijdt dit ding 1:20, en dat is niet verkeerd voor zo’n zware lobbes.” Margot was er duidelijk trots op en Lot knikte instemmend.
Eenmaal thuis liep ik de keuken in. Op het menu stond een stevige maaltijdsoep met brood en salade. En na een uur verscheen er een grote pan soep op tafel, waar de lepel nét niet rechtop in bleef staan. “Zo dames… Een soepje van Kees. Dat het jullie moge smaken!” Lot schepte als eerste op. “Je had hier beter een vork bij kunnen leveren, Kees.” Ik griste haar lepel bij haar bord vandaan. “Jij je zin… Succes met je vork!” Joline citeerde het oude kinderrijmpje:
“Ork ork ork, soep eet je met een…” “Vork!” vulde Margot zonder aarzelen aan. “Oké, wat jij wilt…” Ook haar lepel verdween.
“Hé! Wat doe je nou, gek?” Margot keek Joline verontwaardigd aan. En die keek onschuldig terug. “Soep eet je met een vork. Je zei het net zelf. Nou, dan hoeven we die lepel niet af te wassen. Gaat zo weer de bestekbak in. Lekker milieubewust en zo…” Kibbelend en kletsend gleed de soep lekker naar binnen. De salade smaakte ook prima en als dessert haalde ik een paar kant-en-klare toetjes uit de koelkast. De afwas liet ik aan de meiden over; eerst blazen!
Toen ik om half negen weer de huiskamer binnenkwam, zaten Joline, Margot en Charlotte over een laptop gebogen. “Dit zou ik veranderen, Lot.” Joline wees. “Te persoonlijk, op het beledigende af. We hadden afgesproken dat jullie afstandelijk zouden blijven. Dus geen woorden als ‘onze zogenaamde ouders’ gebruiken; hou het op ‘het verdachte echtpaar’. En voor beide andere heren: ‘mijn ex-potentiële bruidegom’. En als je die kreet voor de eerste keer gebruikt, mag je ‘m meteen uitleggen, dan weet het publiek meteen hoe de vork in de steel zit.”
Verdomme! Die rechtszaak zou morgenmiddag plaatsvinden! Helemaal niet meer aan gedacht door het werk en dat gedonder met Amsterdam. “Joline, heb jij ook al wat voorbereid?” Ze keek me aan, knikte en wees op 2 A-4tjes. “Lees maar. En als er iets niet klopt, laat het weten, Kees.” Snel las ik haar verhaal door. Heel anders dan ik geschreven zou hebben; Joline belichtte veel meer de menselijke kant. En ze had had zelfs een citaat van mij er in verwerkt:
‘Mijn echtgenoot, toen nog mijn verloofde zei, toen hij de complete geschiedenis van de zussen hoorde: “Verdomme Jolien… Om mensenhandel en moderne slavernij te bestrijden sturen wij militairen naar het buitenland. Dit soort taferelen heb ik in Afghanistan gezien. Meisjes die worden uitgehuwelijkt aan de meest biedende. Verkocht als neukvee. En als het meisje niet meewerkte, werd ze net zo lang gemarteld tot ze wél meewerkte. En het gebeurt dus ook in Nederland, pal onder onze ogen, met als drogreden dat vrouwen hun man onderdanig moeten zijn…”
Ik keek haar aan. “Er zit wel auteursrecht op mijn uitspraken, mevrouw Jonkman.” Ze knipoogde en ik las verder. Ik kon geen gekke dingen in haar verhaal ontdekken. Recht voor z’n raap en in sommige passages keihard. Uitgelezen stond ik op en sloeg mijn armen om haar heen. “Ik ben trots op je, Joline. Goed verhaal.” Weer een knipoog. “Wil je ons verhaal ook nog lezen, Kees?” Margot keek me aan en ik schudde mijn hoofd. “Nee Margot. Joline heeft eventuele hobbels er al uit gehaald. Dan hoeft meester Jonkman het niet nog eens na te kijken.”
Charlotte giebelde. “Meester Jonkman… Hahaha! Strenge meester met korte lesjes, zeker?” Ik zond haar een boze blik toe. “Pas jij maar op, of ik geef Rogier even wat ‘inside information’ over jou, dametje! Maar… Zijn jullie klaar? Dan stel ik voor dat we een glas wijn drinken om lekker te kunnen slapen. Morgenochtend uitslapen, om 12 uur richting Den Bosch, oké?” Ze knikten en ik pakte een fles wijn en vier glazen.
En met die vol voor ons zei Joline eenvoudig: “Meiden: het zal best wel heftig zijn morgen. De diverse advocaten zullen jullie wellicht ook het vuur aan de schenen proberen te leggen, daar moet je rekening mee houden. Maar goed, dat is tijdens vorige zittingen al behandeld; in feite is morgen een kwestie van de strafeis herhalen, wellicht nog een laatste poging van de advocaten om voor strafvermindering of vrijspraak te pleiten en daarna komen wij aan de beurt. Jullie als eerste, Nadia komt daarna en Ik als laatste. Hou je rug recht en, zoals jullie ooit zeiden: ‘we kunnen huilen uitzetten’. Doe dat morgen ook.”
Margot knikte. “Zeker weten, Jolien. Die lui gaan ons niet aan het janken krijgen, dat gun ik ze never nooit meer.” Ze tikte haar glas tegen dat van Lot en beiden gooiden hun wijn in een paar slokken naar binnen. En hielden daarna hun glas bij de fles. “Zuipschuiten…” mopperde ik en ik vulde bij. Lot knipoogde. “We willen een beetje loskomen, Kees. Vanavond lekker met m’n zus vrijen, anders slapen we om drie uur nog niet.”
Margot keek haar aan. “Nou, als ik lekker los ga, slaap je om vier uur nog niet, tutje!” Even was ze stil en toen schoten ze beiden gierend in de lach. “En wat is de achtergrond van deze collectieve lachbui, meiden?” Joline keek vragend. Hikkend zei Margot:
“Afgelopen maandagavond lagen wij in bed, natuurlijk netjes met de handjes boven het dekbed, toen we, ondanks dichte ramen, tóch een nogal hevige gil van jou opvingen, Jolien. Kees lag jou weer eens goed te verwennen, want even later kwam er nog een. Was het lekker, schat?” Joline bloosde hevig. “Was het zó erg?”
Lot suste het een beetje. “We wisten natuurlijk wel dat jullie leuke dingen zouden gaan doen; wij deden dat ook. Maar die gilletjes van jou…” Ze lachte lief. “Goed bezig, Kees.” Voor de vorm mopperde ik maar weer eens: “Jullie zijn krengetjes. Mijn lieve echtgenote zo aan het blozen krijgen. Foei!”
Lot wees op haar halfvolle glas. “Het zal wel hierdoor komen. Pittig wijntje.” Joline snoof. “De volgende keer zetten we wel een CD van een of andere operette op. ‘Die lustige Witwe’ of zo. Dan worden mijn kreten ten minste overstemd door de stervende diva. En dat sterven duurt in een opera meestal een dik kwartier, dus kan ik lekker lang genieten. Tenminste… Als Kees het zolang volhoudt.”
Droogjes zei ik: “En als Kees het niet zo lang volhoudt: als de Wifi maar werkt.” De zussen schoten weer in de lach en wij nu ook. Even zaten we te dollen met elkaar, toen stonden de zussen op. “Wij gaan lekker naar bed, schatten. Met elkaar. Morgenochtend verzorgen wij het ontbijt wel. Jullie ook lekker slapen.”
Ze gaven ons elk een knuffel en verdwenen hand in hand in hun slaapkamer. “Wij ook er in, schat. Dat wijntje werkt prima. Morgenochtend wel douchen.” Joline gaapte en even later ik ook. In bed zag ik de Labrador-knuffel naast Joline op de stoel zitten. “Hé Lexi… Jij ook hier, meisje?”
Joline antwoordde met een hoog stemmetje: “Ja, Kees. Gezellig hé? Gaan jullie nog leuke dingen doen vannacht? Ik heb wel wat van Balou gehoord…”
“Nee, vanavond houden we het rustig, Lexi. We willen niet dat je meteen het schaamrood op je Labrador-kaken krijgt.”
“Slimme hond heb jij, schat.”
Joline knikte. “Ik heb Lexi uitgezocht op haar IQ. Twee wél communicerende hersencellen. Dus nét iets slimmer dan jij, Kees.”
Ik gromde. “Krengetje!” ‘Ze kroop tegen me aan. “Lekker slapen, Kees. Morgen wordt een pittig dagje. Moeten we er voor de meiden zijn, schat.” “We zijn niet alleen Jolien. Gerben en Rogier zitten naast hen. Nadia, onze ouders en de rest van ons clubje. Er staat een aardig gezelschap om hen heen, en dat zullen die lui uit Groot-Ammers merken.”
Ze knikte. “Ja. En dat is prima. Ik hoop dat ze leren wat het begrip ‘vriendschap’ inhoudt. En nu lekker slapen, Kees. Ik voel mijn wijntje werken. Welterusten.” “Lekker slapen, Joline.” Ik draaide op mijn rug en ze kroop tegen me aan. Héérlijk…
Lees verder: Mini - 297
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10