Door: Leen
Datum: 03-07-2025 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 2459
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 39 minuten | Lezers Online: 3
Trefwoord(en): Borsten, Exhibitionisme, Strippen, Topless, bondage,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 39 minuten | Lezers Online: 3
Trefwoord(en): Borsten, Exhibitionisme, Strippen, Topless, bondage,
Vervolg op: Durf Je Haar Te Verliezen? - 3
"Vraag zeven. "In welk land werden in 1896 de allereerste moderne Olympische Spelen gehouden?" Zora kijkt naar Kristof, maar haar blik is nu niet meer verleidelijk. Hij is smekend. Ze smeekt hem bijna om een fout antwoord te geven, om haar te redden van die ene uitkomst, en tegelijkertijd om Leen de ultieme prijs te laten betalen.
Het antwoord hangt als een laatste, breekbare reddingsboei in de door stress en lust vertroebelde geest van Kristof. De Olympische Spelen. Ringen. Een beeld van een poster, een geschiedenisles van lang geleden. Het is een gok, maar het is het enige wat hij heeft. Zijn stem is een schor gefluister, nauwelijks hoorbaar boven het gebons van zijn eigen hart. "Griekenland?" Een seconde van absolute, oorverdovende stilte valt over de studio. Zora's adem stokt. Leens ogen zijn als twee stukjes ijs, onbeweeglijk op Kristof gericht. Het publiek houdt collectief de adem in.
En dan... Een oorverdovende, triomfantelijke jingle schalt door de speakers, luider en agressiever dan ooit tevoren. Groene lichten flitsen als stroboscopen door de zaal en verlichten de gezichten van de drie hoofdrolspelers in dit drama. CORRECT! Een golf van pure, onversneden opluchting slaat Kristof in het gezicht. Hij heeft het goed. Leen is veilig. De monsterlijke straf die ze had voorgesteld, zal haar bespaard blijven. Maar zijn opluchting duurt slechts een fractie van een seconde, want onmiddellijk daarna slaat de andere, nog gruwelijkere realiteit in. Hij heeft Leen gered door Zora te veroordelen. En dat wenst hij niemand toe. Hij kijkt op naar Zora. Haar professionele masker, haar spottende glimlach, haar arrogante houding – alles is in één klap weggevaagd. In haar plaats staat een vrouw met ogen die wijd opengesperd zijn van pure, dierlijke angst. Haar perfect gestifte lippen trillen. Ze fluistert in haar microfoon, een geluid dat door de hele studio kraakt: "Nee... nee, dat kan niet. Nee..." Ze strompelt een stap achteruit, haar blik schiet van de regiekamer naar de uitgang, op zoek naar een ontsnapping die er niet is. Het publiek, dat de implicaties van het goede antwoord volledig begrijpt, explodeert. Aan de andere kant van de studio komt Leen langzaam overeind van het bed. Ze is niet langer de gevangene op haar podium; ze is de beul op het schavot. Met een ijzige kalmte kijkt ze Zora aan. Haar stem is laag, helder en draagt een ondertoon van vreselijke, zoete wraak.
"Ik geloof dat het bed vrij is, Zora." Op dat moment, als op een stil commando, draaien de vier gespierde wachters hun hoofden in perfecte, mechanische unisono. Ze kijken niet langer naar Leen of Kristof. Hun lege, onbewogen ogen zijn nu allemaal gericht op hun voormalige meesteres. Zora volgt hun blik en een klein, paniekerig snikje ontsnapt aan haar keel. Haar wachters. Ze zijn niet meer van haar. Met een mechanische, onpersoonlijke efficiëntie stappen ze op Zora af. Twee van hen pakken haar zacht maar onwrikbaar bij haar bovenarmen. Ze vecht niet tegen, ze heeft de kracht niet meer. Als een ter dood veroordeelde wordt ze naar het zwarte, satijnen bed geleid – het altaar dat ze voor zovelen had voorbereid, en dat nu haar eigen schavot wordt. Het publiek is stil, een zeldzaam, ademloos vacuüm, en kijkt hoe de koningin van de show wordt onttroond. Dikke, lederen riemen worden tevoorschijn gehaald. Zodra Zora is vastgebonden, keren de wachters terug naar hun positie aan de rand van het podium.
Dan, in de oorverdovende stilte, heft Leen haar hand. Elk paar ogen in de zaal, elke camera, richt zich onmiddellijk op haar. Ze is niet langer de gevangene op het tweede podium; ze is de dirigent van deze hele, krankzinnige symfonie. "Ik weet," begint ze, haar stem helder en snijdend, "dat velen van jullie in het publiek misschien ontgoocheld zijn." Een spottende, meegaande glimlach speelt om haar lippen. "Jullie hebben ten slotte een leuke beloning gemist toen mijn man de vorige vraag juist had." Een golf van instemmend gemompel en gelach komt uit de zaal. Ze heeft hen in haar macht. “Daarom," vervolgt Leen, haar stem nu vol kracht, "stel ik het volgende voor." Ze laat een pauze vallen, haar blik glijdt over de voorste rijen vol gretige, mannelijke gezichten. "Ik kies een aantal mannen uit het publiek. En die zullen de taak van de wachters overnemen." Als de woorden de zaal raken, is het alsof er een bom ontploft. De stilte wordt verscheurd door een brul zo luid, zo primair, dat de vloer ervan trilt. Mannen springen op, schreeuwen, zwaaien met hun armen, hun gezichten vertrokken in een masker van ongeloof en wilde opwinding. Ze roepen haar naam, bieden zich aan. Het is een oproer. Leen laat de chaos even regeren. Het oorverdovende gescandeer van haar naam geeft haar een stoot van pure, ijskoude macht. Ze is niet langer het slachtoffer in dit perverse theater; ze is de regisseur. Ze heft haar hand opnieuw, en als bij toverslag verstomt de menigte, hongerig naar haar volgende woorden, haar volgende bevel. Kristof staart wezenloos naar de vrouw die hij dacht te kennen, nu een vreemde, angstaanjagende godin die een uitzinnige menigte dirigeert. Zora, vastgebonden op het bed, volgt elke beweging van Leen met wijd opengesperde, panische ogen.
Leen laat haar blik over de opgewonden gezichten in de zaal glijden. Haar stem is kalm, bijna speels, een perfecte, wrede imitatie van de toon die Zora zelf zo vaak gebruikte. "Maar we gaan het stap voor stap doen, dames en heren. We willen de spanning opbouwen, nietwaar?" Een golf van instemmend gejoel is het antwoord. "Goed zo," knikt Leen. "Ik heb eerst twee vrijwilligers nodig. Twee enthousiaste heren om onze allercharmantste Zora uit te kleden. Wie wil dit eervolle taakje op zich nemen?" De studio explodeert. Het is een zee van opgestoken handen, van schreeuwende mannen die op hun stoelen staan en wanhopig zwaaien. "IK! KIES MIJ!", klinkt het van alle kanten. De sfeer is die van een rockconcert waarbij de ster een gitaar het publiek in wil gooien. Leen neemt haar tijd. Ze geniet. Haar vinger glijdt langzaam door de lucht terwijl ze de rijen afgaat, de hoop en lust op de gezichten van de mannen proevend. Haar keuze lijkt willekeurig, maar is het niet. Ze kiest geen fotomodellen.
"Jij daar," zegt ze, en ze wijst naar een man van middelbare leeftijd met een zwetend voorhoofd en een te strak, lichtblauw hemd. "En... jij." Haar vinger landt op een veel jongere kerel op de tweede rij, met een hongerige, bijna roofdierachtige blik in zijn ogen. De twee uitverkorenen brullen het uit van pure extase. Terwijl de mannen om hen heen teleurgesteld gaan zitten, banen zij zich een weg door de menigte, geholpen door de security die nu de bevelen van een nieuwe meester lijkt te volgen. Zora ziet de twee mannen het podium naderen. Dit is het. Het is niet langer een abstracte dreiging van een anonieme menigte. Het zijn twee specifieke, echte mannen. De man met het zwetende voorhoofd. De jongen met de hongerige ogen. Een zacht, gekweld snikje ontsnapt haar. Ze begint zinloos aan haar leren boeien te trekken als een gevangen dier dat de tralies van haar kooi voelt.
Met een onvaste maar vastberaden tred stappen de twee mannen het hoofdpodium op. Leen, die hen staat op te wachten, gebaart dat ze naast haar moeten komen staan, in het volle licht van de schijnwerpers. Ze creëert een nieuw middelpunt, weg van de vernederde Zora op het bed, en plaatst zichzelf en haar twee 'assistenten' in het centrum van de aandacht. "Welkom op het podium, heren," zegt Leen, haar stem kalm en vol autoriteit. Ze spreekt hen toe alsof ze een volleerde presentatrice is. "De hele natie kijkt mee. Stel jullie even voor."
Ze richt haar aandacht eerst op de oudere man. "Jouw naam?" "Dirk," zegt de man, en hij veegt met de rug van zijn hand het zweet van zijn glimmende voorhoofd. Zijn ogen schieten onmiddellijk naar Zora op het bed. "En Dirk," vervolgt Leen, "wat ging er door je heen toen ik jou koos uit al die honderden mannen?" Dirk grijnst, een brede, natte grijns. "Dat het mijn geluksdag is," zegt hij met een hese stem, zijn blik nog steeds op Zora gekluisterd. Leen knikt langzaam, alsof ze zijn simpele, dierlijke lust analyseert en goedkeurt. Dan draait ze zich naar de jongere man. "En jij?" De jongeman richt zijn intense blik op Leen, en negeert de scène op het andere podium volledig. "Tim," zegt hij, zijn stem helder en verrassend stabiel. "Was jij ook zo blij, Tim? Dacht jij ook dat het je geluksdag was?" vraagt Leen. Tim schudt zijn hoofd. "Nee. Ik was niet blij, ik was opgelucht. Ik hoopte al de hele tijd dat je mij zou kiezen." De zaal joelt bij dit antwoord. Leen trekt een wenkbrauw op, geïntrigeerd. "Vertel me eens," vervolgt Leen. Ze kijkt van Dirk naar Tim, en dan even naar de duizenden mannen in het publiek. "Jullie zitten hier avond na avond, kwijlend te kijken naar de show. Is dit," en ze gebaart met een achteloze elegantie naar het bed waar Zora ligt, "Is dit jullie ultieme droom?" De zweterige man, Dirk, knikt zonder enige aarzeling, gulzig, zijn ogen glinsterend van de herinnering. "Ja," perst hij eruit. "Absoluut."
“Dat is een duidelijk antwoord,” zegt Leen. “Heren, zijn jullie er klaar voor om Zora te laten zien wat echte... aandacht is?" Dirk knikt gulzig. Tim antwoordt, terwijl hij Leen aan blijft kijken: "Voor jou doe ik alles." Leen glimlacht, een kille, voldane glimlach. Ze heft haar kin en gebaart met haar hoofd naar het andere podium. Haar toon is nu niet meer vragend, maar een onontkoombaar bevel. "Goed dan. Laten we eraan beginnen."
Na het korte, geladen interview met Dirk en Tim, heft Leen haar hand. Het publiek wordt onmiddellijk stil. Iedereen voelt dat er een nieuw, plechtig moment is aangebroken. Leen laat haar blik over de zaal glijden, dan naar de vastgebonden Zora, en eindigt bij de vier wachters die als standbeelden aan de rand van het podium staan. Haar stem is kalm, maar draagt een ijzingwekkend gewicht. "En dan..." zegt ze, terwijl ze een lange, theatrale pauze laat vallen, "is het nu tijd... voor... de scharen." Een golf van opgewonden herkenning trekt door het publiek. Ze kennen dit onderdeel. Ze weten wat het betekent. Leen richt haar blik op de wachter die het dichtst bij het decor staat. "Heren wachters," commandeert ze. "Het koffertje."
De sfeer in de regiekamer is veranderd van panische chaos naar een soort koortsachtige, ongelovige euforie. De regisseur, Alain, leunt diep voorover in zijn stoel, zijn ogen vastgelijmd op de monitor met de close-up van Leens gezicht. "Kijk naar haar," fluistert hij, meer tegen zichzelf dan tegen de anderen. "De timing. De pauzes. Ze voelt de show perfect aan." Alain schudt zijn hoofd met een mengeling van ontzag en ongeloof. Hij ziet hoe Leen het bevel geeft voor het koffertje. "Wow," ademt hij. "Die vrouw weet hoe ze een show moet leiden. Beter dan ik." Dan neemt zijn professionele instinct het weer over. "CAMERA DRIE, OP DE WACHTER! VOLG HEM! Geen moment missen!" blaft hij in zijn microfoon. "CAMERA VIJF, CLOSE-UP OP DAT KOFFERTJE! EN BLIJF OP LEENS GEZICHT MET TWEE!"
Als een automaat komt een van de wachters in beweging. Zijn passen zijn afgemeten en plechtig. Hij loopt naar een verborgen paneel in het decor, opent het en haalt er een klein, vierkant, glimmend zwart koffertje met zilveren gespen uit. Het ziet er duur en oersterk uit, als een kistje waarin men een kernwapen zou kunnen vervoeren. Hij loopt niet naar Dirk of Tim. Hij loopt recht op Leen af. Hij stopt op een meter afstand, draait zich naar haar toe en zakt dan langzaam door één knie, zijn hoofd gebogen in een gebaar van absolute onderdanigheid. Hij houdt het koffertje met twee handen omhoog, als een dienaar die de kroon aanbiedt aan zijn nieuwe koningin.
Leen kijkt even neer op de knielende man en het koffertje. Een kleine, voldane glimlach speelt om haar lippen. Ze geeft hem een bijna onmerkbaar knikje. De wachter begrijpt het. Met een zachte, bevredigende klik opent hij de zilveren gespen. Hij klapt het koffertje open en richt de inhoud naar de camera en de twee mannen. Binnenin, genesteld in een bed van dieprood, koninklijk velours, liggen twee grote, scherpe scharen. Ze glimmen als zilveren hoektanden in de felle studiolampen. De ceremonie is voltooid. De instrumenten zijn gepresenteerd. Leen kijkt naar Dirk en Tim, wier ogen nu branden van een nieuw soort, meer gedisciplineerde lust. Ze wachten op het bevel om te beginnen.
"Neem ze aan," zegt Leen. Dirk stapt als eerste naar voren. Zijn hand is klam en trilt lichtjes van de opwinding als hij de zware, koude schaar vastpakt. Zijn ademhaling is een zwaar, hoorbaar gehijg in de stille studio, en zijn ogen zijn met een koortsachtige, bezeten intensiteit op de vastgebonden Zora gericht. Hij is een wolf die op het punt staat zijn tanden in zijn prooi te zetten. Tim neemt de tweede schaar. Zijn hand is, in schril contrast met die van Dirk, volledig stabiel. Hij pakt het instrument vast, maar zijn blik wijkt geen seconde van Leen. Hij wacht niet op de prooi; hij wacht op het bevel van zijn meesteres.
Leen laat de spanning even hangen en knikt dan naar Tim. "Jij begint," zegt ze. "Het topje." Tim stapt naar het bed. Zijn bewegingen zijn precies en beheerst. Hij kijkt niet naar Zora's gezicht of haar lichaam; hij kijkt alleen naar de stof die hij moet vernietigen. Terwijl hij de koude, stalen bladen van de schaar op het schouderbandje plaatst, is zijn hoofd lichtjes gedraaid, zijn ogen gefixeerd op Leen aan de overkant van het podium. Hij is niet hier, bij Zora; hij is daar, bij haar. SNIP. Het eerste bandje. Hij kijkt naar Leen voor goedkeuring. SNIP. Het tweede. Hij snijdt de rest van het topje los met snelle, efficiënte knippen, zijn blik onwrikbaar op de vrouw die hem deze macht heeft gegeven.
"Dirk," zegt Leen, en de zware man schrikt op uit zijn trance. "De broek. Knip de naad." Dirk stapt naar voren, zijn opwinding nu bijna tastbaar. Hij knielt naast het bed en het geluid van zijn hijgende adem wordt opgepikt door de microfoons. Hij zet de schaar tegen het strakke leer. Zijn bewegingen zijn niet precies; ze zijn ruw, gedreven door een ongeduldige lust. Hij duwt de schaar door de stugge stof. Zijn knokkels schuren langs Zora's been en een diep, tevreden, bijna grommend geluid ontsnapt aan zijn lippen. Hij knipt en knipt, de geur van leer en angst vult zijn neusgaten, tot het kledingstuk in twee nutteloze helften van haar lichaam valt.
"Tim. De beha," commandeert Leen, haar stem onverstoorbaar. Weer stapt Tim naar voren. Hij maakt de beha niet los. Hij plaatst de punt van de schaar op het kleine stukje stof tussen de cups. Hij kijkt Leen recht aan en knipt. SNIP. De beha springt open en onthult Zora's borsten. Tim doet een stap achteruit, zijn taak volbracht, zijn gezicht een vraag: Was dat goed? "Dirk," fluistert Leen. "De laatste stap." Dirk is nu een en al trillende anticipatie. Hij buigt zich over Zora en met een bevende hand knipt hij het laatste, fragiele stukje kant door.
De twee mannen stappen achteruit, de scharen als zilveren trofeeën in hun handen. De taak is volbracht. Zora ligt naakt op het bed. De menigte brult, een dierlijke, voldane reactie op de succesvolle jacht. Maar voor Dirk is het niet genoeg. De roes van het moment, de geur van angst en parfum, de aanblik van het naakte vlees... het is een drug die hem volledig heeft overgenomen. De regels, de bevelen van Leen, de aanwezigheid van de camera's – het vervaagt allemaal tot een onbelangrijke achtergrondruis. Met een dierlijke grom diep in zijn keel, laat hij de schaar op de grond vallen en zet opnieuw een stap naar het bed. Zijn ogen, die daarnet nog triomfantelijk waren, zijn nu glazig van pure, onversneden lust. Voordat iemand kan reageren, buigt hij zich voorover, grijpt met zijn beide handen ruw de borsten van Zora vast en maakt aanstalten om zich op haar te storten.
Dit is een onvoorziene escalatie, een breuk in het script van Leen. Onmiddellijk komen de vier wachters, de stille bewakers van de orde, in beweging. Ze stappen met een dreigende, synchrone pas van de rand van het podium af, op weg naar het bed om de opstandige Dirk te neutraliseren. Maar dan, snijdend door de chaos, klinkt Leens stem. Niet luid, niet schreeuwerig, maar vol met een ijzige, onbetwistbare autoriteit die de hele studio stil krijgt.
"Stop!"
Met dat ene woord heeft ze de volledige aandacht van Dirk. Hij stopt, zijn hele lichaam verstijfd, zijn handen nog steeds op Zora's lichaam, zijn gezicht slechts centimeters boven het hare. Hij draait zijn hoofd langzaam om, zijn blik vol ongeloof en verwarring, als een hond die hardhandig wordt teruggefloten door zijn meester. Leen loopt langzaam naar voren. "Dit is niet waarvoor je bent gekozen," zegt ze, haar stem gevaarlijk kalm. "Je taak was haar uit te kleden. Niets meer. Jouw beurt is voorbij." Dirk, nu volledig ontnuchterd uit zijn lust-roes, voelt de volle impact van zijn overtreding. De ogen van duizenden mensen branden op hem, niet langer met aanbidding, maar met een spottende nieuwsgierigheid. Hij laat Zora onmiddellijk los en deinst achteruit, zijn gezicht rood van een diepe, plotselinge schaamte. Hij buigt zijn hoofd en stapt van het podium met het bed af, terug naar de relatieve veiligheid van het hoofdpodium.
"Kom jullie eens hier, mannen," zegt Leen, haar stem weer die van de onverstoorbare spelleidster.
Dirk komt als een geslagen hond, met het hoofd gebogen en de schouders laag, naar haar toe. Zijn blik op de grond gericht. Hij durft haar niet meer aan te kijken. Elke stap over de glimmende studiovloer voelt als een kilometerlange tocht door de modder. Zijn gezicht is rood van een diepe, allesverterende schaamte. Tim, daarentegen, volgt hem met een zelfzekere tred. Hij is niet de schuldige. Hij is de getuige, de loyale volger. Zijn ogen zijn vol bewondering voor de machtsvertoning van Leen. Ze komen tot stilstand voor haar, een perfecte illustratie van twee totaal verschillende mannen. De een gebroken, de ander vol ontzag. Leen richt haar aandacht volledig op Dirk.
"Zo zo, Dirk," zegt ze, haar stem gevaarlijk zacht. "Wat was dat nu allemaal? Kon je je niet meer bedwingen?" Dirk schudt beschaamd zijn hoofd, zijn ogen strak op de vloer gericht. "Het... het werd me te veel," mompelt hij, zijn stem nauwelijks hoorbaar. "Het leek me de enige kans om... je weet wel... om met een vrouw..." Zijn stem sterft weg in een onverstaanbaar gefluister. Leen trekt een wenkbrauw op, haar gezicht een masker van gespeelde verbazing. "Een vrouw? Je bedoelt dat je nog nooit een vrouw hebt gehad, Dirk?" De vraag hangt in de lucht, wreed en direct. Na een pijnlijke stilte, knikt Dirk. Een enkele, pathetische beweging. De camera zoomt in op zijn rode, zwetende gezicht, dat nu een beeld is van pure, onvervalste vernedering.
Leens harde gelaatstrekken worden plotseling zacht. Haar stem klinkt nu bijna teder, vol medelijden. "Oh, Dirk... Wel, in dat geval," zegt ze, en ze legt een hand op zijn schouder, "moet ik misschien een uitzondering toestaan." Dirks hoofd schiet omhoog. Zijn ogen, die daarnet nog dof waren, lichten op met een plotselinge, wanhopige en verlekkerde hoop. Hij likt zijn droge lippen. Hij kan zijn geluk niet op. Ze gaat het toelaten. Leen laat hem een seconde zweven in die zalige, onmogelijke droom. Dan trekt ze haar hand terug en haar gezicht wordt weer een ijskoud masker. Haar stem is nu scherp als een mes. "Hoewel... nee. Dat kunnen we niet maken," zegt ze, en ze geniet van de hoop die ze in zijn ogen ziet sterven. "Dat is tegen de regels. En we willen de regels niet overtreden, nietwaar?"
De ontgoocheling op Dirks gezicht is totaal. Het is een snelle, brutale opeenvolging van hoop en verpletterende teleurstelling. Maar Leen is nog niet klaar met hem. Ze leunt dichterbij, alsof ze hem een geheim toevertrouwt. "Maar," fluistert ze, "ik weet dat je thuis nog heel dikwijls naar deze uitzending gaat kijken, nietwaar Dirk?" Haar stem is nu weer ziekelijk zoet. "Lekker gezellig op de bank. Helemaal alleen." Ze heft haar hand op, ter hoogte van haar heup, en maakt een korte, snelle, onmiskenbare rukbeweging.
De zaal, die de hele interactie op de grote schermen heeft gevolgd, barst in een bulderend, vernederend gelach uit. Het is niet het gejoel van opwinding, maar het pure, meedogenloze uitlachen van een man die tot zijn laatste vezel is afgebroken. Dirk, compleet vernederd, staat te trillen op zijn benen. De tranen prikken in zijn ogen. Leen draait zich met een verveelde zucht van hem af. "Je mag terug naar je plaats."
Leen draait zich naar de jongere man. "En jij, Tim? Vond jij het ook zo 'geweldig'?"
Tim aarzelt. Zijn blik verschuift van de naakte Zora naar Leen. Zijn hongerige, dierlijke blik maakt plaats voor iets anders. Iets wat Leen niet kan plaatsen. Bewondering? "Het was... onwerkelijk," zegt hij. "Maar..."
Leen trekt een wenkbrauw op. "Maar?"
Tim doet een kleine stap dichter naar Leen toe, de studiolampen reflecterend in zijn intense ogen. "Maar nu ik jou zie, Leen... nu ik zie wat échte kracht is, wat échte passie is..." Zijn blik is er een van pure, onversneden adoratie. "Nu weet ik het. Jij bent mijn droom." Het onverwachte compliment van Tim, zo oprecht en direct te midden van de geregisseerde chaos, treft Leen als een blikseminslag. Een diepe, onwillekeurige blos verspreidt zich vanuit haar hals over haar wangen. De ijzige controle die ze de afgelopen minuten zo zorgvuldig had opgebouwd, vertoont een barst. Het publiek ziet het, voelt haar menselijkheid, en het gejoel wordt nog luider, nog persoonlijker. De "LEEN! LEEN! LEEN!"-chant zwelt weer aan.
Ze herpakt zich, haar glimlach een beetje strakker dan voorheen. "Zo zo, dat zijn straffe woorden." Ze probeert de controle terug te grijpen, haar rol als spelleidster weer op te eisen. "Ik wil je danken voor je... enthousiaste medewerking. Je mag weer plaatsnemen." Maar Tim blijft staan. Hij aarzelt, zijn blik nog steeds op Leen gericht. "Mag ik misschien een verzoekje doen?" Leen trekt een wenkbrauw op. "Een verzoekje?"
"Een souvenirtje," zegt Tim, zijn stem nu zachter. "Als herinnering aan deze avond." Leen lacht een kort, afgemeten lachje. Ze wijst met een elegant gebaar naar het bed waar Zora's naakte lichaam trilt en de flarden van haar kleding liggen. "Tuurlijk," zegt ze, haar toon vol minachting voor de gevallen koningin. "Neem je keuze. Een stukje leer, een lapje kant... het is waardeloos." Maar Tim schudt zijn hoofd. Zijn ogen verlaten de hare niet. "Dat bedoel ik niet," zegt hij, en zijn stem is nu een en al serieuze, onwrikbare intentie."Ik zou jouw beha willen meenemen." De woorden hangen in de lucht. De menigte dichtbij hoort het en hapt naar adem. Een golf van gefluister verspreidt zich door de zaal, gevolgd door een oorverdovend, opgewonden gebrul als de microfoons zijn verzoek voor iedereen hoorbaar maken.
Leens mond valt open. De blos op haar wangen is verdwenen, vervangen door een lichte bleekheid. Ze is volkomen van haar stuk gebracht. De regisseur is plotseling weer een actrice geworden, en ze kent haar tekst niet. Haar brein draait op volle toeren, gevangen in een onmogelijke tweestrijd die zich in een seconde afspeelt. Ze kan weigeren. Ze kan 'nee' zeggen, haar grens trekken. Maar dan? Dan is ze de vrouw die wel de vernedering van een ander orkestreert, maar terugdeinst als het om haar eigen lichaam gaat. Dan is ze een seut, een hypocriet. Haar zorgvuldig opgebouwde imago van de onbevreesde, machtige vrouw zou in één klap aan diggelen liggen. Zora zou, zelfs vastgebonden, innerlijk juichen.
Of ze kan toestemmen. Ze kan ja zeggen en haar transformatie voltooien, bewijzen dat ze écht nergens voor terugdeinst. Maar dan... dan ziet de hele wereld haar borsten. Dan stelt ze zich, net als Zora, volledig bloot. Dan is ze niet langer de regisseur die de poppen bestuurt, maar zelf een van de poppen in dit perverse theater. De camera zoomt in op haar gezicht, en de hele natie wacht op haar antwoord. De camera blijft genadeloos op Leen gericht. De seconde van haar aarzeling rekt zich uit tot een eeuwigheid. De stilte in de zaal is bijna pijnlijk, elke toeschouwer wacht op haar beslissing. Ze kan de duizenden ogen op zich voelen branden, maar het zijn niet de ogen van het publiek die haar keuze bepalen.
In haar hoofd speelt zich een andere scène af. Een vlijmscherp, onuitwisbaar beeld dat elke aarzeling, elke notie van schaamte wegbrandt. Ze ziet het gezicht van Kristof op het grote scherm, vertrokken in een masker van blinde, zelfzuchtige lust. Ze hoort zijn gekreun, versterkt door de studiomicrofoons. Ze ziet de triomfantelijke, minachtende blik van Zora daarna. En met die herinnering komt een ijskoude, glasheldere gedachte. Voor hem hoeft ze het niet te laten.
Waarom zou ze haar eigen lichaam, haar eigen trots, beschermen voor een man die de zijne zo gewillig en zo snel heeft weggegooid? De loyaliteit die ze voelde, is verdampt in de hitte van zijn publieke verraad.
De gedachte transformeert onmiddellijk. Dit is geen vernedering. Dit is geen verlies. Dit is een kans. Een wapen. Het zou een ideale straf zijn, denkt ze, een sardonische glimlach die zich diep vanbinnen vormt. Hem laten toekijken hoe een andere man haar begeert. Hem laten zien wat hij heeft verspeeld. Hem laten toekijken terwijl duizenden anderen haar aanbidden op een manier die hij vergeten is. Bovendien, en de gedachte is nu puur strategisch, helpt het misschien haar reputatie op te poetsen na zijn debacle. De natie ziet hem nu als een zwakke, onbekwame man die zich liet gebruiken. Door dit te doen, wordt zij de sterke, onbevreesde vrouw die de controle overneemt, die speelt volgens haar eigen regels. Ze wist de schaamte van zijn falen uit met een daad van pure, onverschrokken dominantie.
De interne strijd is voorbij. Het duurde nog geen vijf seconden. De twijfel op Leens gezicht smelt weg en maakt plaats voor een stralende, bijna speelse glimlach. Het is een glimlach vol geheimen, vol gevaar en vol belofte. Ze kijkt niet meer naar de menigte, maar rechtstreeks naar Tim, de jonge man die de vonk heeft ontstoken.
Haar stem is helder en vastberaden als ze antwoordt. "Oké." Het woord, zo simpel en onverwacht, slaat in als een bom. Tims gezicht licht op in pure, ongelovige vreugde. De zaal achter hem explodeert in een oorverdovende brul, een golf van geluid die de studio op zijn grondvesten doet schudden. Kristof hoort het woord en ziet haar glimlach. Hij begrijpt onmiddellijk dat dit niets met Tim te maken heeft. Dit is een boodschap voor hem. Een executie. En hij kan alleen maar toekijken.
"HOU DIE CLOSE-UP! CAMERA DRIE, OP HAAR HANDEN! CAMERA TWEE, BLIJF OP HAAR GEZICHT, IK WIL ELKE EMOTIE ZIEN! CAMERA VIER, TOTAALBEELD, IK WIL DE REACTIE VAN HET PUBLIEK!" In de regiekamer heerst een pandemonium. Producenten en regisseurs schreeuwen door elkaar heen, hun stemmen overslaand van de adrenaline. De monitoren tonen grafieken die verticaal omhoog schieten. Dit is niet langer televisie; dit is geschiedenis. Dit moment, beseffen ze allemaal, wordt het ultieme, meest besproken tv-moment van het decennium.
Op het podium, in het oog van de orkaan die ze zelf heeft gecreëerd, is Leen zich volkomen bewust van de camera's, van de miljoenen ogen die nu op haar gericht zijn. Het woord "Oké" hangt nog in de lucht, beladen met een onherroepelijke belofte. Ze draait zich een kwartslag, haar lichaam nu meer naar het publiek en de hoofdcamera gericht, een subtiele maar bewuste keuze. Ze kijkt niet naar Tim, de jonge man wiens verzoek dit alles in gang heeft gezet. Ze kijkt ook niet naar Kristof, de man wiens verraad haar hiertoe heeft gedreven. Haar blik is naar binnen gekeerd, alsof ze zich voorbereidt op een heilige, persoonlijke ceremonie.
Langzaam, met een ondraaglijke, bijna hypnotiserende traagheid, brengt ze haar handen naar haar rug. Haar bewegingen zijn vloeiend en elegant, niet die van een vrouw die zich haastig uitkleedt, maar van een danseres die een ingewikkelde, betekenisvolle choreografie uitvoert. De camera volgt haar vingers, die de kleine haakjes van haar beha vinden. De studio is muisstil, de enige geluiden zijn de zachte ademhalingen van duizenden mensen en het zachte geklik van de camera's. Haar vingers plagen, strelen de stof even voordat ze het eerste haakje losmaken. Klik. Een rilling trekt door het publiek. Ze maakt het tweede haakje los. Klik. De bandjes op haar schouders verliezen hun spanning.
Dan brengt ze haar handen weer naar voren. Ze grijpt de dunne bandjes vast, net waar ze op haar schouders rusten. Ze sluit even haar ogen. Is dit angst? Twijfel? Nee. Het is een moment van pure, geconcentreerde macht. Ze opent haar ogen weer en haar blik is nu recht in de lens van camera twee gericht. Ze ziet niet de lens; ze ziet de miljoenen kijkers thuis. Ze geeft hen een kleine, samenzweerderige glimlach.
En dan, met één vloeiende, sensuele beweging, laat ze de bandjes van haar schouders glijden. De beha, nu ontdaan van elke functie, glijdt langzaam naar beneden over de bovenkant van haar borsten. De kanten rand blijft even haken, een laatste, fragiel obstakel, voordat de zwaartekracht het overneemt. De beha valt. Ze vangt hem op in één hand voordat hij de grond raakt. Een laatste, perfect getimede beweging in haar dodelijke dans. Ze houdt hem even vast, een trofee, een symbool.
Dan draait ze zich naar Tim, haar naakte borsten nu volledig zichtbaar in de meedogenloze gloed van de studiolampen. Ze zijn niet de borsten van een jong model, maar van een vrouw. Vol, echt en nu het middelpunt van de wereld. Met de glimlach nog steeds op haar lippen, reikt ze hem de beha aan. Haar stilzwijgende boodschap is voor iedereen duidelijk. Hier. Je hebt het verdiend.
In de kille, donkere regiekamer heerst een onwerkelijke stilte. Het kakofonische geschreeuw van de regisseurs en producers is weggestorven, vervangen door een collectieve, ingehouden adem. Alle ogen zijn als magneten getrokken naar de gigantische hoofdmonitor in het midden van de muur van schermen.
Op het scherm staat Leen.
De felle, witte studiolampen, ontworpen om elke oneffenheid te onthullen, lijken haar nu te aanbidden. Ze strijken over haar huid en transformeren haar in een levend, ademend standbeeld. Haar schouders zijn recht, haar kin is geheven. Haar naakte borsten, vol en echt, vangen het licht met een bijna marmeren perfectie. Ze is geen halfnaakte, vernederde vrouw meer. Ze is een godin. Een symbool van oerkracht, verrezen uit de assen van haar eigen schaamte. Beneden haar, op de studiovloer, aanbidt de menigte haar, hun gezichten omhoog gericht, hun handen reikend, het gescandeer van haar naam een bezwerende litanie.
Alain, de regisseur, staart met open mond naar het scherm. De headset klemt om zijn oren, maar hij hoort de stemmen van zijn team niet meer. Hij, de cynische, geharde televisiemaker die dacht alles gezien te hebben, is volledig gekaptiveerd. Hij ziet geen naakt. Hij ziet geen schandaal. Hij ziet een perfect beeld. Een icoon. "Alain?" Een ongeduldige stem trekt hem uit zijn trance. Het is Chloë, de script-assistente, die naast hem staat te wiebelen. "Alain, de reclame staat klaar in de cue. Wat moet ik doen? We lopen uit de tijd."
Alain knippert met zijn ogen, alsof hij wakker wordt. De trance is verbroken, maar vervangen door een koortsachtige, creatieve razernij. "CAMERA VIER, NU!" blaft hij, zijn stem plotseling weer vol autoriteit. "ZOOM IN OP KRISTOF! MAXIMALE ZOOM! IK WIL ZIJN GEZICHT ZIEN TERWIJL HIJ NAAR DEZE GODIN KIJKT DIE ZIJN VROUW WAS!"
Hij draait zich met een ruk om naar Chloë, zijn ogen brandend. "Fuck de reclame," sist hij, zijn stem laag en intens. "We kunnen nu niet onderbreken. Begrepen? We onderbreken NIET!”Hij wijst met een trillende vinger naar de monitoren. "Kijk dan! Kijk! Dit is de ultieme tv-uitzending! Kijk naar die kijkcijfers, ze smelten het verdomde systeem! Kijk naar dat publiek, ze vreten uit haar hand!"
Hij zakt terug in zijn stoel, maar zijn ogen laten de hoofdmonitor niet los. Ze glijden over het beeld van Leen, haar macht, haar onbevreesde naaktheid. Een zucht ontsnapt hem, een geluid van pure, onversneden bewondering. "Fuck... wat een prachtvrouw."
De oorverdovende chant van "LEEN! LEEN! LEEN!" vult de studio, een heilig koor voor hun nieuwe godin. Leen overhandigt haar beha aan een sprakeloze Tim, een daad die de overdracht van macht bezegelt. Dan, met een ijzige kalmte, draait ze zich om en richt haar aandacht op het tweede podium.
Ze loopt. Bij elke stap die ze zet, beweegt haar naakte bovenlijf met een natuurlijke, onbeschaamde gratie. De schaamte die haar urenlang verlamde, is volledig verdwenen, vervangen door een bedwelmend gevoel van absolute vrijheid. Ze is zich niet meer bewust van haar topless bovenlijf en haar deinende borsten; haar lichaam is geen object van vernedering meer, maar een instrument van haar wil, een symbool van haar heerschappij. Ze stapt het podium met het bed op en kijkt neer op Zora, die haar met ogen vol pure, onmachtige haat aanstaart. Leen glimlacht en bukt zich om de aan flarden gescheurde kledingstukken van de vloer te rapen. Ze houdt de zielige restanten van het zwartleren broekje en de doorzichtige top omhoog.
"Die heb je niet meer nodig, hè liefje," zegt Leen, haar stem een dodelijk, spottend gefluister. Zora perst haar lippen op elkaar en trekt aan haar boeien, een zinloos gebaar van verzet. Met de vernielde kleding in haar hand loopt Leen terug naar de rand van het hoofdpodium. Ze houdt de trofeeën omhoog voor het uitzinnige publiek.
"Wie wilt er een aandenken aan de gevallen koningin?" roept ze. Een brul van hebzucht stijgt op uit de zaal. Leen lacht en gooit het eerste stuk – een reep van het gescheurde leer – met een hoge boog de menigte in. Een kluwen van mannen duikt erop af, vechtend en graaiend, alsof het een heilig relikwie is. Een van hen komt er triomfantelijk mee boven, het stukje leer als een scalp in zijn hand geklemd.
Vervolgens houdt ze de doorzichtige, gescheurde top omhoog. Ze laat hem even plagerig bungelen voordat ze hem een andere richting in gooit. Weer ontstaat er een gevecht, stoelen worden omvergeduwd, mannen duwen elkaar opzij in een wanhopige poging het vodje te bemachtigen.
Tenslotte houdt ze het laatste, meest intieme stuk omhoog: de zwarte, kanten slip, die aan één kant is opengereten. Ze laat de stilte even vallen, kijkt de menigte aan en gooit het dan recht naar het midden. De chaos is compleet. Het is een dierlijke, primitieve strijd om het laatste bewijs van Zora's nederlaag.
Leen kijkt toe, haar borsten die op en neer gaan met haar zware ademhaling, een amazone die haar troepen overziet na een gewonnen veldslag. De camera zwenkt weg van de vechtende menigte en vindt Kristof, die al die tijd als versteend heeft toegekeken. Hij staart naar zijn vrouw, de vrouw die hij uren geleden nog probeerde te beschermen. De vrouw die nu topless op een podium staat en een publiek opruit. Zijn mond hangt open, een uitdrukking van totale verbijstering, angst en een diepe, onmiskenbare opwinding.
Langzaam, genadeloos, zoomt de camera in. Voorbij zijn gezicht, naar beneden, naar zijn schoot. De camera stopt en houdt het beeld vast, en focust op de duidelijke, onmiskenbare bobbel die de dunne stof van zijn boxershort strak spant.
- - - -
Het personage Tim is een van mijn nieuwsbrieflezers, Dirk is compleet verzonnen.
Ook meedoen in een van mijn verhalen? stuur me dan een mail en abonneer je op mijn nieuwsbrief. Mijn emailadres vind je in mijn profiel.
Het antwoord hangt als een laatste, breekbare reddingsboei in de door stress en lust vertroebelde geest van Kristof. De Olympische Spelen. Ringen. Een beeld van een poster, een geschiedenisles van lang geleden. Het is een gok, maar het is het enige wat hij heeft. Zijn stem is een schor gefluister, nauwelijks hoorbaar boven het gebons van zijn eigen hart. "Griekenland?" Een seconde van absolute, oorverdovende stilte valt over de studio. Zora's adem stokt. Leens ogen zijn als twee stukjes ijs, onbeweeglijk op Kristof gericht. Het publiek houdt collectief de adem in.
En dan... Een oorverdovende, triomfantelijke jingle schalt door de speakers, luider en agressiever dan ooit tevoren. Groene lichten flitsen als stroboscopen door de zaal en verlichten de gezichten van de drie hoofdrolspelers in dit drama. CORRECT! Een golf van pure, onversneden opluchting slaat Kristof in het gezicht. Hij heeft het goed. Leen is veilig. De monsterlijke straf die ze had voorgesteld, zal haar bespaard blijven. Maar zijn opluchting duurt slechts een fractie van een seconde, want onmiddellijk daarna slaat de andere, nog gruwelijkere realiteit in. Hij heeft Leen gered door Zora te veroordelen. En dat wenst hij niemand toe. Hij kijkt op naar Zora. Haar professionele masker, haar spottende glimlach, haar arrogante houding – alles is in één klap weggevaagd. In haar plaats staat een vrouw met ogen die wijd opengesperd zijn van pure, dierlijke angst. Haar perfect gestifte lippen trillen. Ze fluistert in haar microfoon, een geluid dat door de hele studio kraakt: "Nee... nee, dat kan niet. Nee..." Ze strompelt een stap achteruit, haar blik schiet van de regiekamer naar de uitgang, op zoek naar een ontsnapping die er niet is. Het publiek, dat de implicaties van het goede antwoord volledig begrijpt, explodeert. Aan de andere kant van de studio komt Leen langzaam overeind van het bed. Ze is niet langer de gevangene op haar podium; ze is de beul op het schavot. Met een ijzige kalmte kijkt ze Zora aan. Haar stem is laag, helder en draagt een ondertoon van vreselijke, zoete wraak.
"Ik geloof dat het bed vrij is, Zora." Op dat moment, als op een stil commando, draaien de vier gespierde wachters hun hoofden in perfecte, mechanische unisono. Ze kijken niet langer naar Leen of Kristof. Hun lege, onbewogen ogen zijn nu allemaal gericht op hun voormalige meesteres. Zora volgt hun blik en een klein, paniekerig snikje ontsnapt aan haar keel. Haar wachters. Ze zijn niet meer van haar. Met een mechanische, onpersoonlijke efficiëntie stappen ze op Zora af. Twee van hen pakken haar zacht maar onwrikbaar bij haar bovenarmen. Ze vecht niet tegen, ze heeft de kracht niet meer. Als een ter dood veroordeelde wordt ze naar het zwarte, satijnen bed geleid – het altaar dat ze voor zovelen had voorbereid, en dat nu haar eigen schavot wordt. Het publiek is stil, een zeldzaam, ademloos vacuüm, en kijkt hoe de koningin van de show wordt onttroond. Dikke, lederen riemen worden tevoorschijn gehaald. Zodra Zora is vastgebonden, keren de wachters terug naar hun positie aan de rand van het podium.
Dan, in de oorverdovende stilte, heft Leen haar hand. Elk paar ogen in de zaal, elke camera, richt zich onmiddellijk op haar. Ze is niet langer de gevangene op het tweede podium; ze is de dirigent van deze hele, krankzinnige symfonie. "Ik weet," begint ze, haar stem helder en snijdend, "dat velen van jullie in het publiek misschien ontgoocheld zijn." Een spottende, meegaande glimlach speelt om haar lippen. "Jullie hebben ten slotte een leuke beloning gemist toen mijn man de vorige vraag juist had." Een golf van instemmend gemompel en gelach komt uit de zaal. Ze heeft hen in haar macht. “Daarom," vervolgt Leen, haar stem nu vol kracht, "stel ik het volgende voor." Ze laat een pauze vallen, haar blik glijdt over de voorste rijen vol gretige, mannelijke gezichten. "Ik kies een aantal mannen uit het publiek. En die zullen de taak van de wachters overnemen." Als de woorden de zaal raken, is het alsof er een bom ontploft. De stilte wordt verscheurd door een brul zo luid, zo primair, dat de vloer ervan trilt. Mannen springen op, schreeuwen, zwaaien met hun armen, hun gezichten vertrokken in een masker van ongeloof en wilde opwinding. Ze roepen haar naam, bieden zich aan. Het is een oproer. Leen laat de chaos even regeren. Het oorverdovende gescandeer van haar naam geeft haar een stoot van pure, ijskoude macht. Ze is niet langer het slachtoffer in dit perverse theater; ze is de regisseur. Ze heft haar hand opnieuw, en als bij toverslag verstomt de menigte, hongerig naar haar volgende woorden, haar volgende bevel. Kristof staart wezenloos naar de vrouw die hij dacht te kennen, nu een vreemde, angstaanjagende godin die een uitzinnige menigte dirigeert. Zora, vastgebonden op het bed, volgt elke beweging van Leen met wijd opengesperde, panische ogen.
Leen laat haar blik over de opgewonden gezichten in de zaal glijden. Haar stem is kalm, bijna speels, een perfecte, wrede imitatie van de toon die Zora zelf zo vaak gebruikte. "Maar we gaan het stap voor stap doen, dames en heren. We willen de spanning opbouwen, nietwaar?" Een golf van instemmend gejoel is het antwoord. "Goed zo," knikt Leen. "Ik heb eerst twee vrijwilligers nodig. Twee enthousiaste heren om onze allercharmantste Zora uit te kleden. Wie wil dit eervolle taakje op zich nemen?" De studio explodeert. Het is een zee van opgestoken handen, van schreeuwende mannen die op hun stoelen staan en wanhopig zwaaien. "IK! KIES MIJ!", klinkt het van alle kanten. De sfeer is die van een rockconcert waarbij de ster een gitaar het publiek in wil gooien. Leen neemt haar tijd. Ze geniet. Haar vinger glijdt langzaam door de lucht terwijl ze de rijen afgaat, de hoop en lust op de gezichten van de mannen proevend. Haar keuze lijkt willekeurig, maar is het niet. Ze kiest geen fotomodellen.
"Jij daar," zegt ze, en ze wijst naar een man van middelbare leeftijd met een zwetend voorhoofd en een te strak, lichtblauw hemd. "En... jij." Haar vinger landt op een veel jongere kerel op de tweede rij, met een hongerige, bijna roofdierachtige blik in zijn ogen. De twee uitverkorenen brullen het uit van pure extase. Terwijl de mannen om hen heen teleurgesteld gaan zitten, banen zij zich een weg door de menigte, geholpen door de security die nu de bevelen van een nieuwe meester lijkt te volgen. Zora ziet de twee mannen het podium naderen. Dit is het. Het is niet langer een abstracte dreiging van een anonieme menigte. Het zijn twee specifieke, echte mannen. De man met het zwetende voorhoofd. De jongen met de hongerige ogen. Een zacht, gekweld snikje ontsnapt haar. Ze begint zinloos aan haar leren boeien te trekken als een gevangen dier dat de tralies van haar kooi voelt.
Met een onvaste maar vastberaden tred stappen de twee mannen het hoofdpodium op. Leen, die hen staat op te wachten, gebaart dat ze naast haar moeten komen staan, in het volle licht van de schijnwerpers. Ze creëert een nieuw middelpunt, weg van de vernederde Zora op het bed, en plaatst zichzelf en haar twee 'assistenten' in het centrum van de aandacht. "Welkom op het podium, heren," zegt Leen, haar stem kalm en vol autoriteit. Ze spreekt hen toe alsof ze een volleerde presentatrice is. "De hele natie kijkt mee. Stel jullie even voor."
Ze richt haar aandacht eerst op de oudere man. "Jouw naam?" "Dirk," zegt de man, en hij veegt met de rug van zijn hand het zweet van zijn glimmende voorhoofd. Zijn ogen schieten onmiddellijk naar Zora op het bed. "En Dirk," vervolgt Leen, "wat ging er door je heen toen ik jou koos uit al die honderden mannen?" Dirk grijnst, een brede, natte grijns. "Dat het mijn geluksdag is," zegt hij met een hese stem, zijn blik nog steeds op Zora gekluisterd. Leen knikt langzaam, alsof ze zijn simpele, dierlijke lust analyseert en goedkeurt. Dan draait ze zich naar de jongere man. "En jij?" De jongeman richt zijn intense blik op Leen, en negeert de scène op het andere podium volledig. "Tim," zegt hij, zijn stem helder en verrassend stabiel. "Was jij ook zo blij, Tim? Dacht jij ook dat het je geluksdag was?" vraagt Leen. Tim schudt zijn hoofd. "Nee. Ik was niet blij, ik was opgelucht. Ik hoopte al de hele tijd dat je mij zou kiezen." De zaal joelt bij dit antwoord. Leen trekt een wenkbrauw op, geïntrigeerd. "Vertel me eens," vervolgt Leen. Ze kijkt van Dirk naar Tim, en dan even naar de duizenden mannen in het publiek. "Jullie zitten hier avond na avond, kwijlend te kijken naar de show. Is dit," en ze gebaart met een achteloze elegantie naar het bed waar Zora ligt, "Is dit jullie ultieme droom?" De zweterige man, Dirk, knikt zonder enige aarzeling, gulzig, zijn ogen glinsterend van de herinnering. "Ja," perst hij eruit. "Absoluut."
“Dat is een duidelijk antwoord,” zegt Leen. “Heren, zijn jullie er klaar voor om Zora te laten zien wat echte... aandacht is?" Dirk knikt gulzig. Tim antwoordt, terwijl hij Leen aan blijft kijken: "Voor jou doe ik alles." Leen glimlacht, een kille, voldane glimlach. Ze heft haar kin en gebaart met haar hoofd naar het andere podium. Haar toon is nu niet meer vragend, maar een onontkoombaar bevel. "Goed dan. Laten we eraan beginnen."
Na het korte, geladen interview met Dirk en Tim, heft Leen haar hand. Het publiek wordt onmiddellijk stil. Iedereen voelt dat er een nieuw, plechtig moment is aangebroken. Leen laat haar blik over de zaal glijden, dan naar de vastgebonden Zora, en eindigt bij de vier wachters die als standbeelden aan de rand van het podium staan. Haar stem is kalm, maar draagt een ijzingwekkend gewicht. "En dan..." zegt ze, terwijl ze een lange, theatrale pauze laat vallen, "is het nu tijd... voor... de scharen." Een golf van opgewonden herkenning trekt door het publiek. Ze kennen dit onderdeel. Ze weten wat het betekent. Leen richt haar blik op de wachter die het dichtst bij het decor staat. "Heren wachters," commandeert ze. "Het koffertje."
De sfeer in de regiekamer is veranderd van panische chaos naar een soort koortsachtige, ongelovige euforie. De regisseur, Alain, leunt diep voorover in zijn stoel, zijn ogen vastgelijmd op de monitor met de close-up van Leens gezicht. "Kijk naar haar," fluistert hij, meer tegen zichzelf dan tegen de anderen. "De timing. De pauzes. Ze voelt de show perfect aan." Alain schudt zijn hoofd met een mengeling van ontzag en ongeloof. Hij ziet hoe Leen het bevel geeft voor het koffertje. "Wow," ademt hij. "Die vrouw weet hoe ze een show moet leiden. Beter dan ik." Dan neemt zijn professionele instinct het weer over. "CAMERA DRIE, OP DE WACHTER! VOLG HEM! Geen moment missen!" blaft hij in zijn microfoon. "CAMERA VIJF, CLOSE-UP OP DAT KOFFERTJE! EN BLIJF OP LEENS GEZICHT MET TWEE!"
Als een automaat komt een van de wachters in beweging. Zijn passen zijn afgemeten en plechtig. Hij loopt naar een verborgen paneel in het decor, opent het en haalt er een klein, vierkant, glimmend zwart koffertje met zilveren gespen uit. Het ziet er duur en oersterk uit, als een kistje waarin men een kernwapen zou kunnen vervoeren. Hij loopt niet naar Dirk of Tim. Hij loopt recht op Leen af. Hij stopt op een meter afstand, draait zich naar haar toe en zakt dan langzaam door één knie, zijn hoofd gebogen in een gebaar van absolute onderdanigheid. Hij houdt het koffertje met twee handen omhoog, als een dienaar die de kroon aanbiedt aan zijn nieuwe koningin.
Leen kijkt even neer op de knielende man en het koffertje. Een kleine, voldane glimlach speelt om haar lippen. Ze geeft hem een bijna onmerkbaar knikje. De wachter begrijpt het. Met een zachte, bevredigende klik opent hij de zilveren gespen. Hij klapt het koffertje open en richt de inhoud naar de camera en de twee mannen. Binnenin, genesteld in een bed van dieprood, koninklijk velours, liggen twee grote, scherpe scharen. Ze glimmen als zilveren hoektanden in de felle studiolampen. De ceremonie is voltooid. De instrumenten zijn gepresenteerd. Leen kijkt naar Dirk en Tim, wier ogen nu branden van een nieuw soort, meer gedisciplineerde lust. Ze wachten op het bevel om te beginnen.
"Neem ze aan," zegt Leen. Dirk stapt als eerste naar voren. Zijn hand is klam en trilt lichtjes van de opwinding als hij de zware, koude schaar vastpakt. Zijn ademhaling is een zwaar, hoorbaar gehijg in de stille studio, en zijn ogen zijn met een koortsachtige, bezeten intensiteit op de vastgebonden Zora gericht. Hij is een wolf die op het punt staat zijn tanden in zijn prooi te zetten. Tim neemt de tweede schaar. Zijn hand is, in schril contrast met die van Dirk, volledig stabiel. Hij pakt het instrument vast, maar zijn blik wijkt geen seconde van Leen. Hij wacht niet op de prooi; hij wacht op het bevel van zijn meesteres.
Leen laat de spanning even hangen en knikt dan naar Tim. "Jij begint," zegt ze. "Het topje." Tim stapt naar het bed. Zijn bewegingen zijn precies en beheerst. Hij kijkt niet naar Zora's gezicht of haar lichaam; hij kijkt alleen naar de stof die hij moet vernietigen. Terwijl hij de koude, stalen bladen van de schaar op het schouderbandje plaatst, is zijn hoofd lichtjes gedraaid, zijn ogen gefixeerd op Leen aan de overkant van het podium. Hij is niet hier, bij Zora; hij is daar, bij haar. SNIP. Het eerste bandje. Hij kijkt naar Leen voor goedkeuring. SNIP. Het tweede. Hij snijdt de rest van het topje los met snelle, efficiënte knippen, zijn blik onwrikbaar op de vrouw die hem deze macht heeft gegeven.
"Dirk," zegt Leen, en de zware man schrikt op uit zijn trance. "De broek. Knip de naad." Dirk stapt naar voren, zijn opwinding nu bijna tastbaar. Hij knielt naast het bed en het geluid van zijn hijgende adem wordt opgepikt door de microfoons. Hij zet de schaar tegen het strakke leer. Zijn bewegingen zijn niet precies; ze zijn ruw, gedreven door een ongeduldige lust. Hij duwt de schaar door de stugge stof. Zijn knokkels schuren langs Zora's been en een diep, tevreden, bijna grommend geluid ontsnapt aan zijn lippen. Hij knipt en knipt, de geur van leer en angst vult zijn neusgaten, tot het kledingstuk in twee nutteloze helften van haar lichaam valt.
"Tim. De beha," commandeert Leen, haar stem onverstoorbaar. Weer stapt Tim naar voren. Hij maakt de beha niet los. Hij plaatst de punt van de schaar op het kleine stukje stof tussen de cups. Hij kijkt Leen recht aan en knipt. SNIP. De beha springt open en onthult Zora's borsten. Tim doet een stap achteruit, zijn taak volbracht, zijn gezicht een vraag: Was dat goed? "Dirk," fluistert Leen. "De laatste stap." Dirk is nu een en al trillende anticipatie. Hij buigt zich over Zora en met een bevende hand knipt hij het laatste, fragiele stukje kant door.
De twee mannen stappen achteruit, de scharen als zilveren trofeeën in hun handen. De taak is volbracht. Zora ligt naakt op het bed. De menigte brult, een dierlijke, voldane reactie op de succesvolle jacht. Maar voor Dirk is het niet genoeg. De roes van het moment, de geur van angst en parfum, de aanblik van het naakte vlees... het is een drug die hem volledig heeft overgenomen. De regels, de bevelen van Leen, de aanwezigheid van de camera's – het vervaagt allemaal tot een onbelangrijke achtergrondruis. Met een dierlijke grom diep in zijn keel, laat hij de schaar op de grond vallen en zet opnieuw een stap naar het bed. Zijn ogen, die daarnet nog triomfantelijk waren, zijn nu glazig van pure, onversneden lust. Voordat iemand kan reageren, buigt hij zich voorover, grijpt met zijn beide handen ruw de borsten van Zora vast en maakt aanstalten om zich op haar te storten.
Dit is een onvoorziene escalatie, een breuk in het script van Leen. Onmiddellijk komen de vier wachters, de stille bewakers van de orde, in beweging. Ze stappen met een dreigende, synchrone pas van de rand van het podium af, op weg naar het bed om de opstandige Dirk te neutraliseren. Maar dan, snijdend door de chaos, klinkt Leens stem. Niet luid, niet schreeuwerig, maar vol met een ijzige, onbetwistbare autoriteit die de hele studio stil krijgt.
"Stop!"
Met dat ene woord heeft ze de volledige aandacht van Dirk. Hij stopt, zijn hele lichaam verstijfd, zijn handen nog steeds op Zora's lichaam, zijn gezicht slechts centimeters boven het hare. Hij draait zijn hoofd langzaam om, zijn blik vol ongeloof en verwarring, als een hond die hardhandig wordt teruggefloten door zijn meester. Leen loopt langzaam naar voren. "Dit is niet waarvoor je bent gekozen," zegt ze, haar stem gevaarlijk kalm. "Je taak was haar uit te kleden. Niets meer. Jouw beurt is voorbij." Dirk, nu volledig ontnuchterd uit zijn lust-roes, voelt de volle impact van zijn overtreding. De ogen van duizenden mensen branden op hem, niet langer met aanbidding, maar met een spottende nieuwsgierigheid. Hij laat Zora onmiddellijk los en deinst achteruit, zijn gezicht rood van een diepe, plotselinge schaamte. Hij buigt zijn hoofd en stapt van het podium met het bed af, terug naar de relatieve veiligheid van het hoofdpodium.
"Kom jullie eens hier, mannen," zegt Leen, haar stem weer die van de onverstoorbare spelleidster.
Dirk komt als een geslagen hond, met het hoofd gebogen en de schouders laag, naar haar toe. Zijn blik op de grond gericht. Hij durft haar niet meer aan te kijken. Elke stap over de glimmende studiovloer voelt als een kilometerlange tocht door de modder. Zijn gezicht is rood van een diepe, allesverterende schaamte. Tim, daarentegen, volgt hem met een zelfzekere tred. Hij is niet de schuldige. Hij is de getuige, de loyale volger. Zijn ogen zijn vol bewondering voor de machtsvertoning van Leen. Ze komen tot stilstand voor haar, een perfecte illustratie van twee totaal verschillende mannen. De een gebroken, de ander vol ontzag. Leen richt haar aandacht volledig op Dirk.
"Zo zo, Dirk," zegt ze, haar stem gevaarlijk zacht. "Wat was dat nu allemaal? Kon je je niet meer bedwingen?" Dirk schudt beschaamd zijn hoofd, zijn ogen strak op de vloer gericht. "Het... het werd me te veel," mompelt hij, zijn stem nauwelijks hoorbaar. "Het leek me de enige kans om... je weet wel... om met een vrouw..." Zijn stem sterft weg in een onverstaanbaar gefluister. Leen trekt een wenkbrauw op, haar gezicht een masker van gespeelde verbazing. "Een vrouw? Je bedoelt dat je nog nooit een vrouw hebt gehad, Dirk?" De vraag hangt in de lucht, wreed en direct. Na een pijnlijke stilte, knikt Dirk. Een enkele, pathetische beweging. De camera zoomt in op zijn rode, zwetende gezicht, dat nu een beeld is van pure, onvervalste vernedering.
Leens harde gelaatstrekken worden plotseling zacht. Haar stem klinkt nu bijna teder, vol medelijden. "Oh, Dirk... Wel, in dat geval," zegt ze, en ze legt een hand op zijn schouder, "moet ik misschien een uitzondering toestaan." Dirks hoofd schiet omhoog. Zijn ogen, die daarnet nog dof waren, lichten op met een plotselinge, wanhopige en verlekkerde hoop. Hij likt zijn droge lippen. Hij kan zijn geluk niet op. Ze gaat het toelaten. Leen laat hem een seconde zweven in die zalige, onmogelijke droom. Dan trekt ze haar hand terug en haar gezicht wordt weer een ijskoud masker. Haar stem is nu scherp als een mes. "Hoewel... nee. Dat kunnen we niet maken," zegt ze, en ze geniet van de hoop die ze in zijn ogen ziet sterven. "Dat is tegen de regels. En we willen de regels niet overtreden, nietwaar?"
De ontgoocheling op Dirks gezicht is totaal. Het is een snelle, brutale opeenvolging van hoop en verpletterende teleurstelling. Maar Leen is nog niet klaar met hem. Ze leunt dichterbij, alsof ze hem een geheim toevertrouwt. "Maar," fluistert ze, "ik weet dat je thuis nog heel dikwijls naar deze uitzending gaat kijken, nietwaar Dirk?" Haar stem is nu weer ziekelijk zoet. "Lekker gezellig op de bank. Helemaal alleen." Ze heft haar hand op, ter hoogte van haar heup, en maakt een korte, snelle, onmiskenbare rukbeweging.
De zaal, die de hele interactie op de grote schermen heeft gevolgd, barst in een bulderend, vernederend gelach uit. Het is niet het gejoel van opwinding, maar het pure, meedogenloze uitlachen van een man die tot zijn laatste vezel is afgebroken. Dirk, compleet vernederd, staat te trillen op zijn benen. De tranen prikken in zijn ogen. Leen draait zich met een verveelde zucht van hem af. "Je mag terug naar je plaats."
Leen draait zich naar de jongere man. "En jij, Tim? Vond jij het ook zo 'geweldig'?"
Tim aarzelt. Zijn blik verschuift van de naakte Zora naar Leen. Zijn hongerige, dierlijke blik maakt plaats voor iets anders. Iets wat Leen niet kan plaatsen. Bewondering? "Het was... onwerkelijk," zegt hij. "Maar..."
Leen trekt een wenkbrauw op. "Maar?"
Tim doet een kleine stap dichter naar Leen toe, de studiolampen reflecterend in zijn intense ogen. "Maar nu ik jou zie, Leen... nu ik zie wat échte kracht is, wat échte passie is..." Zijn blik is er een van pure, onversneden adoratie. "Nu weet ik het. Jij bent mijn droom." Het onverwachte compliment van Tim, zo oprecht en direct te midden van de geregisseerde chaos, treft Leen als een blikseminslag. Een diepe, onwillekeurige blos verspreidt zich vanuit haar hals over haar wangen. De ijzige controle die ze de afgelopen minuten zo zorgvuldig had opgebouwd, vertoont een barst. Het publiek ziet het, voelt haar menselijkheid, en het gejoel wordt nog luider, nog persoonlijker. De "LEEN! LEEN! LEEN!"-chant zwelt weer aan.
Ze herpakt zich, haar glimlach een beetje strakker dan voorheen. "Zo zo, dat zijn straffe woorden." Ze probeert de controle terug te grijpen, haar rol als spelleidster weer op te eisen. "Ik wil je danken voor je... enthousiaste medewerking. Je mag weer plaatsnemen." Maar Tim blijft staan. Hij aarzelt, zijn blik nog steeds op Leen gericht. "Mag ik misschien een verzoekje doen?" Leen trekt een wenkbrauw op. "Een verzoekje?"
"Een souvenirtje," zegt Tim, zijn stem nu zachter. "Als herinnering aan deze avond." Leen lacht een kort, afgemeten lachje. Ze wijst met een elegant gebaar naar het bed waar Zora's naakte lichaam trilt en de flarden van haar kleding liggen. "Tuurlijk," zegt ze, haar toon vol minachting voor de gevallen koningin. "Neem je keuze. Een stukje leer, een lapje kant... het is waardeloos." Maar Tim schudt zijn hoofd. Zijn ogen verlaten de hare niet. "Dat bedoel ik niet," zegt hij, en zijn stem is nu een en al serieuze, onwrikbare intentie."Ik zou jouw beha willen meenemen." De woorden hangen in de lucht. De menigte dichtbij hoort het en hapt naar adem. Een golf van gefluister verspreidt zich door de zaal, gevolgd door een oorverdovend, opgewonden gebrul als de microfoons zijn verzoek voor iedereen hoorbaar maken.
Leens mond valt open. De blos op haar wangen is verdwenen, vervangen door een lichte bleekheid. Ze is volkomen van haar stuk gebracht. De regisseur is plotseling weer een actrice geworden, en ze kent haar tekst niet. Haar brein draait op volle toeren, gevangen in een onmogelijke tweestrijd die zich in een seconde afspeelt. Ze kan weigeren. Ze kan 'nee' zeggen, haar grens trekken. Maar dan? Dan is ze de vrouw die wel de vernedering van een ander orkestreert, maar terugdeinst als het om haar eigen lichaam gaat. Dan is ze een seut, een hypocriet. Haar zorgvuldig opgebouwde imago van de onbevreesde, machtige vrouw zou in één klap aan diggelen liggen. Zora zou, zelfs vastgebonden, innerlijk juichen.
Of ze kan toestemmen. Ze kan ja zeggen en haar transformatie voltooien, bewijzen dat ze écht nergens voor terugdeinst. Maar dan... dan ziet de hele wereld haar borsten. Dan stelt ze zich, net als Zora, volledig bloot. Dan is ze niet langer de regisseur die de poppen bestuurt, maar zelf een van de poppen in dit perverse theater. De camera zoomt in op haar gezicht, en de hele natie wacht op haar antwoord. De camera blijft genadeloos op Leen gericht. De seconde van haar aarzeling rekt zich uit tot een eeuwigheid. De stilte in de zaal is bijna pijnlijk, elke toeschouwer wacht op haar beslissing. Ze kan de duizenden ogen op zich voelen branden, maar het zijn niet de ogen van het publiek die haar keuze bepalen.
In haar hoofd speelt zich een andere scène af. Een vlijmscherp, onuitwisbaar beeld dat elke aarzeling, elke notie van schaamte wegbrandt. Ze ziet het gezicht van Kristof op het grote scherm, vertrokken in een masker van blinde, zelfzuchtige lust. Ze hoort zijn gekreun, versterkt door de studiomicrofoons. Ze ziet de triomfantelijke, minachtende blik van Zora daarna. En met die herinnering komt een ijskoude, glasheldere gedachte. Voor hem hoeft ze het niet te laten.
Waarom zou ze haar eigen lichaam, haar eigen trots, beschermen voor een man die de zijne zo gewillig en zo snel heeft weggegooid? De loyaliteit die ze voelde, is verdampt in de hitte van zijn publieke verraad.
De gedachte transformeert onmiddellijk. Dit is geen vernedering. Dit is geen verlies. Dit is een kans. Een wapen. Het zou een ideale straf zijn, denkt ze, een sardonische glimlach die zich diep vanbinnen vormt. Hem laten toekijken hoe een andere man haar begeert. Hem laten zien wat hij heeft verspeeld. Hem laten toekijken terwijl duizenden anderen haar aanbidden op een manier die hij vergeten is. Bovendien, en de gedachte is nu puur strategisch, helpt het misschien haar reputatie op te poetsen na zijn debacle. De natie ziet hem nu als een zwakke, onbekwame man die zich liet gebruiken. Door dit te doen, wordt zij de sterke, onbevreesde vrouw die de controle overneemt, die speelt volgens haar eigen regels. Ze wist de schaamte van zijn falen uit met een daad van pure, onverschrokken dominantie.
De interne strijd is voorbij. Het duurde nog geen vijf seconden. De twijfel op Leens gezicht smelt weg en maakt plaats voor een stralende, bijna speelse glimlach. Het is een glimlach vol geheimen, vol gevaar en vol belofte. Ze kijkt niet meer naar de menigte, maar rechtstreeks naar Tim, de jonge man die de vonk heeft ontstoken.
Haar stem is helder en vastberaden als ze antwoordt. "Oké." Het woord, zo simpel en onverwacht, slaat in als een bom. Tims gezicht licht op in pure, ongelovige vreugde. De zaal achter hem explodeert in een oorverdovende brul, een golf van geluid die de studio op zijn grondvesten doet schudden. Kristof hoort het woord en ziet haar glimlach. Hij begrijpt onmiddellijk dat dit niets met Tim te maken heeft. Dit is een boodschap voor hem. Een executie. En hij kan alleen maar toekijken.
"HOU DIE CLOSE-UP! CAMERA DRIE, OP HAAR HANDEN! CAMERA TWEE, BLIJF OP HAAR GEZICHT, IK WIL ELKE EMOTIE ZIEN! CAMERA VIER, TOTAALBEELD, IK WIL DE REACTIE VAN HET PUBLIEK!" In de regiekamer heerst een pandemonium. Producenten en regisseurs schreeuwen door elkaar heen, hun stemmen overslaand van de adrenaline. De monitoren tonen grafieken die verticaal omhoog schieten. Dit is niet langer televisie; dit is geschiedenis. Dit moment, beseffen ze allemaal, wordt het ultieme, meest besproken tv-moment van het decennium.
Op het podium, in het oog van de orkaan die ze zelf heeft gecreëerd, is Leen zich volkomen bewust van de camera's, van de miljoenen ogen die nu op haar gericht zijn. Het woord "Oké" hangt nog in de lucht, beladen met een onherroepelijke belofte. Ze draait zich een kwartslag, haar lichaam nu meer naar het publiek en de hoofdcamera gericht, een subtiele maar bewuste keuze. Ze kijkt niet naar Tim, de jonge man wiens verzoek dit alles in gang heeft gezet. Ze kijkt ook niet naar Kristof, de man wiens verraad haar hiertoe heeft gedreven. Haar blik is naar binnen gekeerd, alsof ze zich voorbereidt op een heilige, persoonlijke ceremonie.
Langzaam, met een ondraaglijke, bijna hypnotiserende traagheid, brengt ze haar handen naar haar rug. Haar bewegingen zijn vloeiend en elegant, niet die van een vrouw die zich haastig uitkleedt, maar van een danseres die een ingewikkelde, betekenisvolle choreografie uitvoert. De camera volgt haar vingers, die de kleine haakjes van haar beha vinden. De studio is muisstil, de enige geluiden zijn de zachte ademhalingen van duizenden mensen en het zachte geklik van de camera's. Haar vingers plagen, strelen de stof even voordat ze het eerste haakje losmaken. Klik. Een rilling trekt door het publiek. Ze maakt het tweede haakje los. Klik. De bandjes op haar schouders verliezen hun spanning.
Dan brengt ze haar handen weer naar voren. Ze grijpt de dunne bandjes vast, net waar ze op haar schouders rusten. Ze sluit even haar ogen. Is dit angst? Twijfel? Nee. Het is een moment van pure, geconcentreerde macht. Ze opent haar ogen weer en haar blik is nu recht in de lens van camera twee gericht. Ze ziet niet de lens; ze ziet de miljoenen kijkers thuis. Ze geeft hen een kleine, samenzweerderige glimlach.
En dan, met één vloeiende, sensuele beweging, laat ze de bandjes van haar schouders glijden. De beha, nu ontdaan van elke functie, glijdt langzaam naar beneden over de bovenkant van haar borsten. De kanten rand blijft even haken, een laatste, fragiel obstakel, voordat de zwaartekracht het overneemt. De beha valt. Ze vangt hem op in één hand voordat hij de grond raakt. Een laatste, perfect getimede beweging in haar dodelijke dans. Ze houdt hem even vast, een trofee, een symbool.
Dan draait ze zich naar Tim, haar naakte borsten nu volledig zichtbaar in de meedogenloze gloed van de studiolampen. Ze zijn niet de borsten van een jong model, maar van een vrouw. Vol, echt en nu het middelpunt van de wereld. Met de glimlach nog steeds op haar lippen, reikt ze hem de beha aan. Haar stilzwijgende boodschap is voor iedereen duidelijk. Hier. Je hebt het verdiend.
In de kille, donkere regiekamer heerst een onwerkelijke stilte. Het kakofonische geschreeuw van de regisseurs en producers is weggestorven, vervangen door een collectieve, ingehouden adem. Alle ogen zijn als magneten getrokken naar de gigantische hoofdmonitor in het midden van de muur van schermen.
Op het scherm staat Leen.
De felle, witte studiolampen, ontworpen om elke oneffenheid te onthullen, lijken haar nu te aanbidden. Ze strijken over haar huid en transformeren haar in een levend, ademend standbeeld. Haar schouders zijn recht, haar kin is geheven. Haar naakte borsten, vol en echt, vangen het licht met een bijna marmeren perfectie. Ze is geen halfnaakte, vernederde vrouw meer. Ze is een godin. Een symbool van oerkracht, verrezen uit de assen van haar eigen schaamte. Beneden haar, op de studiovloer, aanbidt de menigte haar, hun gezichten omhoog gericht, hun handen reikend, het gescandeer van haar naam een bezwerende litanie.
Alain, de regisseur, staart met open mond naar het scherm. De headset klemt om zijn oren, maar hij hoort de stemmen van zijn team niet meer. Hij, de cynische, geharde televisiemaker die dacht alles gezien te hebben, is volledig gekaptiveerd. Hij ziet geen naakt. Hij ziet geen schandaal. Hij ziet een perfect beeld. Een icoon. "Alain?" Een ongeduldige stem trekt hem uit zijn trance. Het is Chloë, de script-assistente, die naast hem staat te wiebelen. "Alain, de reclame staat klaar in de cue. Wat moet ik doen? We lopen uit de tijd."
Alain knippert met zijn ogen, alsof hij wakker wordt. De trance is verbroken, maar vervangen door een koortsachtige, creatieve razernij. "CAMERA VIER, NU!" blaft hij, zijn stem plotseling weer vol autoriteit. "ZOOM IN OP KRISTOF! MAXIMALE ZOOM! IK WIL ZIJN GEZICHT ZIEN TERWIJL HIJ NAAR DEZE GODIN KIJKT DIE ZIJN VROUW WAS!"
Hij draait zich met een ruk om naar Chloë, zijn ogen brandend. "Fuck de reclame," sist hij, zijn stem laag en intens. "We kunnen nu niet onderbreken. Begrepen? We onderbreken NIET!”Hij wijst met een trillende vinger naar de monitoren. "Kijk dan! Kijk! Dit is de ultieme tv-uitzending! Kijk naar die kijkcijfers, ze smelten het verdomde systeem! Kijk naar dat publiek, ze vreten uit haar hand!"
Hij zakt terug in zijn stoel, maar zijn ogen laten de hoofdmonitor niet los. Ze glijden over het beeld van Leen, haar macht, haar onbevreesde naaktheid. Een zucht ontsnapt hem, een geluid van pure, onversneden bewondering. "Fuck... wat een prachtvrouw."
De oorverdovende chant van "LEEN! LEEN! LEEN!" vult de studio, een heilig koor voor hun nieuwe godin. Leen overhandigt haar beha aan een sprakeloze Tim, een daad die de overdracht van macht bezegelt. Dan, met een ijzige kalmte, draait ze zich om en richt haar aandacht op het tweede podium.
Ze loopt. Bij elke stap die ze zet, beweegt haar naakte bovenlijf met een natuurlijke, onbeschaamde gratie. De schaamte die haar urenlang verlamde, is volledig verdwenen, vervangen door een bedwelmend gevoel van absolute vrijheid. Ze is zich niet meer bewust van haar topless bovenlijf en haar deinende borsten; haar lichaam is geen object van vernedering meer, maar een instrument van haar wil, een symbool van haar heerschappij. Ze stapt het podium met het bed op en kijkt neer op Zora, die haar met ogen vol pure, onmachtige haat aanstaart. Leen glimlacht en bukt zich om de aan flarden gescheurde kledingstukken van de vloer te rapen. Ze houdt de zielige restanten van het zwartleren broekje en de doorzichtige top omhoog.
"Die heb je niet meer nodig, hè liefje," zegt Leen, haar stem een dodelijk, spottend gefluister. Zora perst haar lippen op elkaar en trekt aan haar boeien, een zinloos gebaar van verzet. Met de vernielde kleding in haar hand loopt Leen terug naar de rand van het hoofdpodium. Ze houdt de trofeeën omhoog voor het uitzinnige publiek.
"Wie wilt er een aandenken aan de gevallen koningin?" roept ze. Een brul van hebzucht stijgt op uit de zaal. Leen lacht en gooit het eerste stuk – een reep van het gescheurde leer – met een hoge boog de menigte in. Een kluwen van mannen duikt erop af, vechtend en graaiend, alsof het een heilig relikwie is. Een van hen komt er triomfantelijk mee boven, het stukje leer als een scalp in zijn hand geklemd.
Vervolgens houdt ze de doorzichtige, gescheurde top omhoog. Ze laat hem even plagerig bungelen voordat ze hem een andere richting in gooit. Weer ontstaat er een gevecht, stoelen worden omvergeduwd, mannen duwen elkaar opzij in een wanhopige poging het vodje te bemachtigen.
Tenslotte houdt ze het laatste, meest intieme stuk omhoog: de zwarte, kanten slip, die aan één kant is opengereten. Ze laat de stilte even vallen, kijkt de menigte aan en gooit het dan recht naar het midden. De chaos is compleet. Het is een dierlijke, primitieve strijd om het laatste bewijs van Zora's nederlaag.
Leen kijkt toe, haar borsten die op en neer gaan met haar zware ademhaling, een amazone die haar troepen overziet na een gewonnen veldslag. De camera zwenkt weg van de vechtende menigte en vindt Kristof, die al die tijd als versteend heeft toegekeken. Hij staart naar zijn vrouw, de vrouw die hij uren geleden nog probeerde te beschermen. De vrouw die nu topless op een podium staat en een publiek opruit. Zijn mond hangt open, een uitdrukking van totale verbijstering, angst en een diepe, onmiskenbare opwinding.
Langzaam, genadeloos, zoomt de camera in. Voorbij zijn gezicht, naar beneden, naar zijn schoot. De camera stopt en houdt het beeld vast, en focust op de duidelijke, onmiskenbare bobbel die de dunne stof van zijn boxershort strak spant.
- - - -
Het personage Tim is een van mijn nieuwsbrieflezers, Dirk is compleet verzonnen.
Ook meedoen in een van mijn verhalen? stuur me dan een mail en abonneer je op mijn nieuwsbrief. Mijn emailadres vind je in mijn profiel.
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10