Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Leen
Datum: 08-03-2022 | Cijfer: 9.1 | Gelezen: 2726
Lengte: Lang | Leestijd: 15 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Borsten, Dagboek, Grote Borsten, Ruig, Studenten, Tiener,
Love Is A Battlefield
You're making me go
Then making me stay
Why do you hurt me so bad?
It would help me to know
Do I stand in your way?
Or am I the best thing you've had?
I can't tell you why
But I'm trapped by your love
And I'm chained to your side



“Kom binnen.” Met een hoffelijk gebaar laat Wouter me voorgaan. “Welkom in mijn huisje.”
Knibbel knabbel knuisje, wie komt er in mijn huisje… spookt door mijn hoofd. Ik moet er zachtjes om grinniken. Wat zou Wouter van plan zijn, wanneer hij me eenmaal binnengelokt heeft?
Met een onschuldige glimlach stap ik het kleine halletje in en kijk even rond. Aan de kapstok naast de deur hangen een aantal jassen, daaronder willekeurig uitgeschopte schoenen. Ik doe mijn jas uit en hang die naast de andere.
Wouter staat achter me en laat zijn vingertoppen heel licht over mijn arm glijden. Mijn maag draait zich in een knoop, niet uit nervositeit maar door mijn eigen opwinding. Ik kan mezelf nauwelijks in bedwang houden. De vrijpartij die ochtend heeft me nog lang niet verzadigd. Het heeft niet eens de ergste honger kunnen stillen. Het liefst wil ik Wouter meesleuren naar zijn slaapkamer. Maar in plaats daarvan laat ik me zachtjes de woonkamer induwen. “Na de slaapkamer is dit mijn favoriete plekje.” Fluistert Wouter in mijn oor. “Vooral de open haard is zalig. Die geeft je een warm en knus gevoel.”
“Geweldig,” mompel ik, me er maar al te goed van bewust dat hij vlak achter me staat, zo dichtbij dat ik zijn warmte kan voelen en zijn aftershave kan ruiken. Ik laat mijn ogen door de ruimte glijden. Die is rommelig en de meubels zijn weliswaar versleten maar in goede conditie. De zwartlederen bank staat tegenover een open kast met televisie en een stereo-installatie. Op de kast staat een portret van een vrouw. “Mijn oma,” verduidelijkt Wouter wanneer hij me ziet kijken. Een kloeke dame zo te zien.

Op de salontafel ligt een stapeltje tijdschriften en staat een gebruikte mok. Hier is duidelijk geen vrouwenhand die eens wat nieuws aanschaft of wat gezelligheid aanbrengt.
Wouter excuseert zich en begint alles snel op te ruimen.
“Je hoeft voor mij niet op te ruimen,” lach ik.
“Ik had niet verwacht dat je mee zou gaan,” hoor ik hem zeggen.
Ik draai me naar hem om. “Ik wou de tweede ronde niet missen.”
Wouter grinnikt, komt naar me toe en trekt me in zijn armen. “Is dat zo?” fluistert hij.
Zijn hand zakt af naar mijn kont en hij knijpt zachtjes in mijn zachte vlees. Met zijn andere hand trekt hij mijn gezicht aan mijn kin naar zich toe. Hij laat zijn mond al zoenend langs mijn kaaklijn en hals bewegen.
Help. Ik ben verloren.
“Maar misschien moeten we eerst wat te eten klaarmaken.”
“Ik ben je voorgerechtje,” fluister ik. Ik kijk strak in Wouter zijn ogen. Het is duidelijk dat ook hij ondeugende gedachten koestert.
“Ik heb je liever als toetje. Volgens mij ben je zoeter dan welk toetje ook dat ik ooit heb gehad.”
Ik moet er uit zien als een tienjarig meisje dat te horen heeft gekregen dat ze geen snoep krijgt. Wat ellendig is, want ik heb zo’n zin in snoep. Ik heb er alles voor over. Ik wil dat verdomde snoepje, zijn prachtige lichaam. Ik voel me met hem verbonden op een manier die ik niet kan beschrijven. Bij hem voel ik me begeerd. En nu ontneemt hij mij dat snoepje, precies wanneer ik een flinke dosis suiker nodig heb.
“Wil je het dan zo graag?” Wouter kijkt me grijnzend aan.
Mijn stem trilt. “Ja.”
Mijn tepels verstijven onder zijn oplettende blik. Zijn ogen knijpen samen terwijl hij fronst, duidelijk verrast door mijn antwoord. Uiteindelijk stapt hij naar voor.
“Ik wil het,” herhaal ik. “Alsjeblieft.” Ik schaam me dat ik dit wil. Mijn blik moet boekdelen spreken, want zijn wenkbrauwen schieten omhoog.
Zijn lippen krullen omhoog. “Ok, een voorproefje dan.”
Ik glimlach blij.
“Laten we met deze twee beginnen. Ik heb ze vanochtend verwaarloosd en dat moet dringend rechtgezet worden,” vervolgt hij, terwijl hij mijn linkerborst begint te kneden. Zijn hand glijdt over mijn sleutelbeen naar beneden, onder mijn trui en onder mijn beha door. Hij reikt naar mijn tepels en masseert ze tussen duim en wijsvinger. Mijn mond vliegt open in een stille kreun en ik leun naar hem toe. Hij knijpt iets te hard en ik adem geschrokken in.
“Ik moet ze proeven.” Met die woorden trekt hij een borst omhoog en onmiddellijk zijn zijn lippen daar. Ik ben al mijn zelfbeheersing kwijt. Hijgend draai ik mijn hoofd naar achteren wanneer hij hard begint te zuigen.
“Je hebt prachtige borsten, Leen.”
Alles in mijn lichaam komt tot leven door de cirkelende beweging van zijn tong over mijn tepel, zijn strelende vingers over mijn andere borst en zijn opgewonden geluiden. Het wordt me allemaal te veel. Te veel prikkels en te veel gevoelens. Mijn zintuigen lijken kortsluiting te maken en er vormt zich een dierlijk geluid in mijn keel.

Wanneer Wouter zich van me losmaakt, te snel naar mijn zin, strek ik mijn handen uit en trek ik hem weer tegen mij.
“Ho, ho, kleine nymfomane van mij, een voorproefje zei ik. Laten we nu aan het eten beginnen.”
Ik kijk hem met een pruillipje aan. “Waarom kwel je me zo?”
“Daarna hebben we alle tijd hiervoor,” vervolgt Wouter, mijn vraag negerend.
“Ik wil het nu al. Misschien moeten we ons gewoon voor de open haard nestelen. Wat dekens op de grond. Lekker knus. En dan halen we ons een frietje. Ik zag onderweg naar hier een frituur.”
“Leen, is dat jouw definitie van koken?” Wouter kijkt me streng aan.
“Nee, maar het is snel en dan verspillen we geen tijd met…”
“Leen...” Wouter grinnikt.
Volgens mij kan ik niet wanhopiger overkomen.
“… Je bent onverzadigbaar.” Wouter streelt met zijn duim over mijn onderlip.
Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik hem aan.
“Je bent onweerstaanbaar,” vervolgt hij, “Je ontneemt me al mijn zelfbeheersing.”
Een zweem van genot nestelt zich in mijn onderbuik. Nu hij me toch al een nymfomane heeft genoemd, kan ik me net zo goed als een gedragen. Met een onschuldige blik vlij ik me tegen hem aan in een laatste poging hem van gedachten te doen veranderen. Wouter legt even zijn handen op mijn heupen en drukt een kort kusje tegen mijn mond, maar dan duwt hij me zachtjes bij hem vandaan.
“Kom, we gaan iets te eten maken. En weet je wat, het is je lucky day: je mag kiezen. Spaghetti met gehaktballen of frietjes met een steak?”
“Zo lucky voel ik me niet,” mompel ik zachtjes.
Wouter schiet in de lach. “Kom, naar de keuken. Die deur daar.”

De keuken is klein maar netjes en schoon. Er staan geen borden of kopjes in de gootsteen.
“Ik zal de aardappelen schillen en in reepjes snijden. Zorg jij voor het slaatje?”
Ik kijk Wouter met open mond aan.
“Wat?” Reageert hij.
“Meen je dat? Snij jij zelf je frietjes? Wat een tijdverlies.”
Wouter zucht. Het is duidelijk dat hij zijn ergernis probeert te onderdrukken. “Natuurlijk, jongedame. Dit is veel beter dan die ingevroren boel. Geloof me, eens je ervan geproefd heb, wil je geen andere meer.”
“Ik ben benieuwd,” mompel ik. “Maak je je mayonaise dan ook zelf? Of lukt het je niet hem stijf te krijgen?” Vraag ik kattig.
“Leen! Genoeg!” Hij heeft zijn stem niet verheven, maar de woorden striemen me met zo’n onderdrukte woede dat de rest van mijn opmerkingen in mijn keel blijven steken.
“Ik vroeg het me gewoon af. Ik bedoelde er niets mee,” probeer ik hem te sussen. Ik zie zijn woeste blik en besef dat ik te ver ben gegaan. ‘Kijk uit,’ waarschuw ik mezelf.
Wouter blijft me met een donkere blik aanstaren.
“Waar vind ik de sla?” Verander ik van onderwerp.
Zijn betrokken gezicht ontspant even.
“Daar in de koelkast. En mocht je een ui willen, die ligt boven op de frigo.”
Zwijgend ga ik aan het werk. Ik kuis de sla en haal er de harde stukken eruit. De tomaten snij ik in schijfjes. “Voilà, ik ben klaar,” glunder ik even later.
“Verdorie Leen, je kan echt niet koken,” moppert Wouter.
“Hoezo?” Ik haal diep adem.
“Eet jij je sla droog?” vraagt hij op ijskoude toon. Ik krimp in elkaar.
“Je kan er wat mayo op doen,” antwoord ik zo nonchalant mogelijk.
Wouter wrijft geërgerd met zijn hand over zijn kaak. “Leen, verdomme, moet ik echt alles zelf doen? De sla in een kom, de tomaat in kleinere stukjes er bovenop, een uitje versnipperen. Alles door elkaar haspelen en er een dressing op doen.”
“Dressing?”
Wouter werpt me zo’n laaiende blik toe dat het me verbaast dat ik niet ter plekke verbrand. “Waar is de tijd dat meisjes kookles kregen op school?”
Mijn ogen worden groot en donker van de schrik. Ik besluit mijn mond te houden.
“Olijfolie, wat honing, suiker en balsamicoazijn.”
“Juist…”
“Kom hier, dan doe ik het wel.”
Ik pruil wanneer hij me opzij duwt.

Wanneer we even later aan tafel zitten, ben ik stiller dan normaal. Het gebeuren van daarnet spookt nog altijd door mijn hoofd. Ik besluit Wouter hiermee te confronteren.
“Daarnet,” begin ik.
Wouter legt zijn vork neer en kijkt me zwijgend aan. Hij ziet er niet boos uit. Integendeel, hij geeft me een geruststellende blik. En dat geeft me de moed om verder te gaan.
“Dat was echt niet ok.”
“Overdrijf je het niet wat?”
“Nee, Wouter, wat je allemaal zei, dat kwam hard aan.”
“Dat was de bedoeling niet.” Is de reactie.
“Als er iets is waar je je aan ergert, dan kan je dat ook op een normale manier zeggen.”
“Je hebt gelijk.”
“En als je een popje of huisvrouwtje wilt, dan kan je maar beter een ander meisje kiezen. Want dat ben ik totaal niet.”
Wouter schudt zijn hoofd. “Niet te geloven dat je zo hard voor me bent.” Dit keer klinkt het niet als een verwijt.
“Je overleeft het wel.”
Wouters mondhoeken kruipen zo ver omhoog dat er kuiltjes in zijn wangen zichtbaar worden.
“Ik wil jou, Leen. Maar alsjeblieft, geef me wat tijd. Normaal gezien neem ik gewoon wat ik wil, zonder met anderen rekening te houden. Maar zo mag het tussen ons niet worden.”
Ik begrijp niet goed wat hij bedoelt, maar ik besluit het voor nu maar zo te laten. Ik zou hier later wel op terug komen.
“Ok,” reageer ik aarzelend. Ook al ken ik Wouter nauwelijks, nu al is duidelijk dat hij mysterieuze en dominante kanten heeft. Dat heb ik daarnet al mogen meemaken. Maar nu wil ik zijn lieve en zorgzame kant ervaren. Ik weet dat hij die heeft.
“Ik wil je beter leren kennen,” vertrouw ik hem toe. Ondanks zijn wispelturigheid, ben in nog altijd dolverliefd op hem. Ik wil hem. Elk deel van zijn lichaam, maar vooral zijn hart.
“Misschien is het beter van niet.”
“Wat bedoel je?”
“Ik ben niet altijd de heer die ik probeer te zijn.”
Wat bedoelt hij daarmee?
Waar komen die stemmingswisselingen toch vandaan? Het ene moment is hij vrolijk en speels, het andere moment nors en prikkelbaar en kan ik geen hoogte van hem krijgen. Eén vraag blijft door mijn hoofd spoken: hoe zit het nu tussen ons? Wouter heeft daarnet gezegd dat hij mij wil, toch is dit voor mij niet duidelijk genoeg. Mijn hart zit hier al te diep in. Ik ben alleen bang om mijn vraag hardop uit te spreken. Er is namelijk een reële kans dat ik niet het gewenste antwoord zou krijgen.

“Er gaat een dag komen, sneller dan je denkt, waarop ik erachter kom wat jouw zwakheden zijn. En dan ben jij volledig van mij.” Ik spreek het zo krachtig mogelijk uit, maar ik merk dat hij me aan het uitlachen is.
Verslagen kijk ik naar zijn stomme grijns, die me zwaar begint te irriteren. “Ik heb geen zwaktes.”
“Oh jawel.” Ik sta op, sla mijn armen om hem heen en geef hem een stevige kus waarbij ik met mijn tong een paar keer over zijn lippen glijd. Tegelijkertijd begin ik met mijn hand over de bult in zijn broek te bewegen. Precies wanneer ik voel dat Wouter zichzelf verliest, maak ik me van hem los. Ik sta op en kijk hem grijnzend aan. “Ik denk dat ik je zwakke plek gevonden heb.”
“Je speelt een gevaarlijk spelletje, Leen.”
“Is dat zo?” Ik kijk hem uitdagend aan.
“Maar daar hou ik wel van.”
Glimlachend kijk ik in zijn uitdagende ogen. Ik vind het heerlijk dat hij me op zo’n dierlijke manier aankijkt. “Ik ben goed in spelletjes,” glimlach ik.

Voor hij door heeft wat ik van plan ben, neem ik opnieuw zijn gezicht in mijn handen en druk ik mijn lippen op zijn mond. Even voel ik wat weerstand, maar die duurt niet langer dan een paar seconden. Wouter neemt de zoen volledig over en gooit alle controle overboord. Ademhalen wordt een luxe nu hij mijn mond volledig opeist. Al snel verslinden we elkaars monden en nog voelt het als te weinig.
“Wouter?”
“Ja lief?”
“Wat wij hebben… Ik… euh… is dat serieus of zie je dit eerder als iets eenmaligs?”
Ik moet het weten.
Wouter kijkt geamuseerd. “Je was al van mij vanaf het moment dat je in dat café naar me toe kwam.”
Hoe bezitterig en fout zijn reactie ook is, er kruipt een brede glimlach op mijn gezicht. Hij wil me echt.
“Jij wilt toch nog?”
“Ja!” roep ik iets te snel en te hard.
“Want als je wilt dat ik je naar huis breng, moet je het nu zeggen. ”
“Je wilt me weg hebben?”
“Je weet wel beter, als het aan mij ligt dan hou ik je voor altijd voor mezelf.”


---

Soundtrack bij dit verhaal : Pat Benatar - Love Is A Battlefield

Wil je een persoonlijk bericht kwijt over dit verhaal, laat dan zeker een reactie achter of stuur me een mailtje ( zie profiel.)
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...