Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: De Muze
Datum: 12-07-2024 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 981
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 37 minuten | Lezers Online: 1
Vertrouwen
Het toernooi is ten einde voor mij.
Mijn kans om nu ridder te worden, is verkeken.
Papa zal teleurgesteld zijn.
Hadewych gaat me verlaten.
Dit is een rotdag.
Wat nu?

Alles overkomt me. Mijn hoofd is gevuld met een mistige schemer. Ik hoor stemmen roepen, maar ze lijken ver weg. Alle fut heeft mijn lichaam verlaten.
Ik lig nog steeds op de grond. Door de openingen in mijn helm zie ik hoe de blauwe lucht verdwijnt. Een schaduw onttrekt me aan het branden van de verschroeiende zon. Twee bezorgde ogen pieren op zoek naar enig teken van leven. Ik ken die groene ogen. Ze behoren toe aan Hadewych, mijn tweelingzusje, mijn beste maatje en sinds enkele dagen mijn grootste verleiding.
Van verleiding is nu geen sprake. Ik word te veel in beslag genomen door de strijd der emoties in mijn hoofd. Woede op mezelf omdat ik niet gefocust was op de wedstrijd, teleurstelling omdat ik me zo snel gewonnen heb gegeven, verwarring door het onverwachte breken van mijn lans, schaamte ten opzichte van mijn familie die gehoopt had dat ik hen trots zou maken, en ronduit verdriet omdat de toekomst er allesbehalve rooskleurig uitziet.

Ik steun op mijn onderarmen en duw me een beetje omhoog. Genoeg zodat Hadewych de helm van mijn hoofd kan trekken. Ondertussen bevrijdt mijn page Pieter me van de zwaarte van mijn metalen bescherming. De letterlijke last valt van me af, maar mijn gemoed blijft bezwaard.
Hoewel de lucht warm is, voelt het goed om ze in te ademen. Het is anders dan de bedrukte stinkende lucht binnen de helm.
Ik drink een slok van het koele water dat Pieter me aanreikt. Het voelt alsof mijn lichaam zich vult met nieuwe kracht. Ik kijk rond me. Verderop staat mijn tegenstander naar me te kijken, zijn lans nog in de hand. “Wat is er gebeurd, hoe kan dit??? Mijn lans brak af, zonder dat ik echt aanviel of verdedigde.”
“Ik heb het antwoord op je vraag, Arnoud!” Willem van Pynnock, de sympathieke Vlaming tegen wie ik mijn eerste wedstrijd won, komt op me toe. HIj heeft de twee stukken van mijn lans vast. “Iemand heeft willen verhinderen dat jij verder zou komen in het toernooi, Arnoud!” Hij toont me het uiteinde van een van de stukken. Hier is duidelijk sabotage in het spel. Willem bevestigt mijn vermoeden. “Iemand heeft in de lans gezaagd!”
Hadewych komt wat dichter en knijpt haar ogen tot spleetjes terwijl ze de sporen op het hout bekijkt. “Waarom zou iemand dat willen...”
Ik hoef me dat niet af te vragen. Ik ken maar één iemand die hiertoe in staat is en er zijn hand niet voor omdraait om dit uit te voeren. “Diederik!”
“Waarom zou Diederik Viperdaes daar belang bij hebben?” Willem klinkt verbaasd over mijn snelle beschuldiging. Het is duidelijk dat hij Diederik nog niet kent.
“Omdat hij uit het toernooi is gegooid!” Ik zeg het vastberaden.
Hadewych verduidelijkt. “Door mij.”

“Wilt u ons excuseren?” De stem van papa klinkt kort, maar beleefd. Ik draai me om. Hij kijkt zorgelijk. Willem buigt en met een hoofdknikje naar Hadewych en mij vertrekt hij.
“Pap, wat is er...”
Papa onderbreekt Hadewych. “Hadewych en Arnoud... jullie hulp is nu nodig. Het gaat om Nicolaas.”
De naam van de oude man ontlokt een woordenvloed aan Hadewych die blij is eindelijk haar verhaal aan papa kwijt te kunnen. “Ja, Nicolaas! Daar wil ik het ook over hebben. Ik weet wat hem mankeert. Ik weet wie er achter de vergiftiging van Nicolaas zit...”
Papa zucht even. Voor hem is dit de zoveelste opstand van zijn dochter tegen het onvermijdelijke lot dat haar wacht als edelvrouw. “Nicolaas is een oude man met een zwakke gezondheid, hij is niet...”

“Laat haar uitspreken, papa!” Mijn woorden kinken fel. Hard genoeg om papa te onderbreken en voorzichtig genoeg zodat ik hem niet tegen me in het harnas jaag. “Laat haar vertellen wat ze heeft gezien.”
Papa kijkt naar Hadewych. Hij zwijgt en wacht. Voorzichtig begint ze aan haar verhaal, zoekend naar de juiste woorden. “Ik was bij Diederik op de kamer... Hij was er alleen. Ik wilde met hem... praten. Toen zag ik dat flesje staan. Een klein flesje dat van de plank bij Hieronimus is weggenomen, gestolen. Het stond daar op de vensterbank. Diederik heeft zijn eigen vader vergiftigd!”
Er valt een stilte. Dat papa niet onmiddellijk zegt dat we moeten stoppen met onze heksenjacht, is hoopgevend. Hij staart bedachtzaam voor zich uit, om dan Hadewych diep in haar ogen te kijken. “Heb je wel goed gekeken? Kan het niet iets anders zijn? Ik bedoel, waarom zou hij zijn vader willen vermoorden?”
Helaas blijft mijn zusje niet even kalm. Ze zucht en spuwt haar gal. “Kijk dan zelf op zijn kamer!”
“Diederik wil nu vertrekken, terug naar de burcht van Viperdaes. Hij is zijn spullen aan het inpakken, ik ben net bij hem geweest.” Papa’s woorden slaan in als een bom. Hadewych kijkt me radeloos aan. Ze voelt hoe haar hoop als los zand tussen haar vingers wegglipt. En dan brengt papa haar de genadeslag. “Nicolaas vraagt naar jou, Hadewych. Hij zegt dat er een vrouwenhand nodig is om hem te verzorgen.”
“Waarom ik?” Een laatste hulpkreet. Papa’s ogen verduisteren. We zien het allebei. Hadewych weet dat ze te ver aan het gaan is. “Sorry, ik bedoel het niet zo.”
“Hij heeft mij gesmeekt om je naar hem toe te brengen.”
“Ik wil met hem praten, maar ik beloof niets!”
“Hij verwacht je in de hut van Hieronimus!” De laatste zinnen worden toonloos uitgesproken. Papa duldt geen tegenspraak. Zoveel is duidelijk. Hij draait zich om en gaat weg.

Hadewychs gezicht drukt geen enkele emotie uit. Ik heb geen idee of haar verzet gebroken is of niet. Wel weet ik dat de kans groot is dat ik vandaag afscheid zal moeten nemen van diegene die me het liefst van al is. De moed zakt me in de schoenen. Wie zal er me nu oppeppen, wie zal mijn flauwe moppen recht doen met een grijns op haar gezicht, wie zal mijn gedachten treffend verwoorden op een manier die ik zelf niet ken, wie...?

“Kom, jij ziet er niet uit!” Dezelfde grijns die ik net voor ogen had, lacht me toe. Het is een opluchting. Het betekent dat ze de strijd nog niet opgeeft. Haar woorden dringen tot me door. Ik kijk naar mezelf en besef dat ik er zo verfomfaaid als een landloper uitzie. Ik wil beginnen lachen, maar plots legt ze haar hand op mijn borstkas. Recht op de plaats van mijn hart. Ik kan er niets aan doen, maar ik verstijf. De zachtheid van haar vingers dringt door mijn huid heen. Mijn hart begint sneller te kloppen. Dit moment mag blijven duren. Mocht dit overheersende gevoel het laatste zijn dat ik voel, dan zou ik gelukkig sterven.
En dan stopt het.

Hadewych trekt haar hand weg en gaat over tot de orde van de dag. “Ik ben zelf ook helemaal klaar met deze jurk, ik wil wat gemakkelijkers aantrekken!”
“Ja, maar, jij gaat toch niet met hem mee???” Hadewych loopt van me weg. Ik ren achter haar aan in de richting van de burcht.
“Als Diederik zijn eerste poging is mislukt, dan gaat hij het nog een keer proberen. Nicolaas is hier veilig!”
“Je wil hem hier houden? Als Diederik zegt dat hij weg wil, dan zal papa hem niet tegenhouden. Dat druist tegen alle regels van de gastvrijheid in.” Hadewych negeert me. Ze rent verder zonder te reageren. Ik steek haar voorbij en blokkeer de weg. “Jij wilde toch niet met vieze Diederik mee?”
Hijgend staat ze voor me. Een onbeduidende blik in haar ogen. Ofwel overweegt ze me uit de weg te duwen, ofwel zoekt ze de woorden die haar plan voor mij ontvouwen. Ze zet een stap dichter. Haar gezicht vlak voor dat van mij. Ik zet me schrap omdat ik vermoed dat ze me zo een por zal geven. Haar ogen tonen een passionele furie.
“Nee, zeker niet! Maar als we hem meegeven met Diederik, dan zijn wij verantwoordelijk voor diens dood!” Natuurlijk. Als er met Nicolaas iets gebeurt, zijn we schuldig aan verzuim. Niets doen is geen optie. Kunnen we papa met dit argument niet overtuigen?
Nog voor ik Hadewych die vraag kan stellen, schiet ze me voorbij en rent de trap op naar onze slaapcel. Ik vlieg achter haar aan.

Ik slaag er niet in om haar in te halen. Nog voor ik de laatste bocht van de trappenhal bereik, hoor ik de deur al dichtslaan. Als ik voor de deur sta, zucht ik even. Hoe sterk onze band ook is, toch heeft Hadewych iets ongrijpbaars. Ze heeft het liefdevolle hart van een oermoeder, maar tegelijk de vrije geest van een adelaar. En ze is natuurlijk een vrouw. Hoe meer ze het meisjes-zijn achter zich laat, hoe moeilijker het voor me wordt om te begrijpen wat er zich in haar hoofd afspeelt.

Rustig open ik de deur.
Ik heb nog geen stap binnengezet of Hadewych snauwt me toe. “Doe de deur dicht!”
Ik luister gedwee, maar wil haar wel op andere gedachten brengen. Ze mag dit niet alleen doen. We moeten de hulp van papa inroepen. Opnieuw. “Het is te gevaarlijk...” Ik draai me om en aarzel. Er is iets anders aan Hadewych. Het is de manier waarop ze daar staat. De blik in haar ogen. Alles wat ze uitstraalt. Seks! Het einde van mijn waarschuwing eindigt in gestamel. “...en, daarbij...zonnnder...”
Met haar ogen op de mijne gericht laat ze haar rok naar beneden vallen. Ze heeft enkel haar onderjurk nog aan. De dunne stof valt bevallig om haar vrouwelijke vormen. Haar borsten trekken mijn aandacht door de twee harde tepels die niet te ontkennen zijn.
Dit is het laatste wat ik had verwacht. Ik vergaap me aan de geilheid van de bijna naakte vrouw voor me. Tussen mijn benen stuwt de broeierigheid mijn pik de lucht in. Ik slik.
“Kleed je uit! Er is weinig tijd.”

Dit eigenste moment heb ik de voorbije dagen meermaals in mijn fantasie en mijn dromen beleefd. Hadewych die het voortouw neemt en me laat blijken dat ze evenzeer naar mij verlangt als ik naar haar. Nu het effectief gebeurt, weet ik niet hoe reageren. In diezelfde dromen stapte ik doelbewust op haar toe, ontdeed haar van haar laatste bedekking en ik veroverde haar lichaam en geest met een passie waar de ratio geen vat meer op had.
Nu is er slechts twijfel. Waarom doet ze dit? Waarom nu? Betekent dit dat ze ondanks haar woorden zich toch al neerlegt bij het feit dat ze hier vandaag zal wegrijden, een onzekere toekomst tegemoet? Geeft ze me haar lichaam als afscheidscadeau omdat ze mijn niet aflatende begeerte voor haar ontdekt heeft? Dit geschenk is veel te duur, want het betekent dat ik het daarna kwijt ben.

Achter me sluit Hadewych de grendel van de deur. Niemand weet dat we hier zijn. Niemand zal ons storen. Dit is ons moment. Maar ik wil het niet. Niet op deze manier.
Ze komt voor me staan, heel stil wiegend met haar heupen. Een minimale verleidingsdans met maximale gevolgen, want mijn gedachten verdampen in het ijle niets. Al mijn zintuigen worden één voor één geëlimineerd. Enkel mijn ogen nemen nog waar wat er voor mij gebeurt.
Hadewych laat haar handen traag en sierlijk over haar lichaam glijden. Zodra ze op haar heupen belanden, grijpen ze de zoom van haar onderhemd vast. De stof kruipt omhoog als ze haar handen tot vuisten balt. De romig witte huid van haar heupen ontbloot zich. Het is niet de eerste keer dat ik dit te zien krijg, maar de welbewuste openbaring, speciaal voor mij, geeft een haast sacrale betekenis aan dit moment. Mijn ogen strelen haar, elk spikkeltje van haar huid dat zich verder voor me onthult.

En plots is de sluier helemaal weg. In al haar naaktheid toont ze zich aan mij.
“Hadewych... Adi.” Ik wil haar zeggen hoe mooi ze is, dat ik haar al dagen niet meer uit mijn hoofd krijg, dat ik ernaar snak om haar het ultieme genot te schenken, dat ik haar zo graag wil neuken tot ze rillend en opgejaagd hijgend zegt dat ze de mijne is... Maar meer dan haar naam krijg ik niet uit mijn keel. Ze heeft me betoverd. Ik staar naar haar. Zij naar mij. Of beter. Naar de plaats waar mijn liefdeszwaard reeds in de aanslag wacht om toe te slaan.
Adi is de eerste die de betovering doorbreekt. Haar hand zakt af naar haar spleetje. Haar vingers kroelen door de rode haartjes die de kloof naar haar heiligdom verbergen. Ik volg elke beweging nauwgezet.
“Kleed je uit!”
Het is slechts een fluistering, maar ze heeft de uitwerking van een toverformule. Ik doe wat ze zegt en enkele tellen later ligt mijn broek op de vloer.
“Ga liggen!” Slechts twee woorden, maar ze houden een belofte in, de bevestiging van een wederzijds verlangen. Er is enkel zij en ik. Al de rest doet er niet toe.

Ik haast me naar mijn bed en ga liggen. Zij komt naast me liggen, op haar zij, met haar gezicht naar mijn opwaarts gerichte pik. Ik draai me bij en kijk naar het driehoekje tussen haar benen dat naar de bron van alle leven wijst. Dan openen haar benen zich. Adi’s kutje verschijnt. Het is het mooiste kutje dat ik ooit zag. Het zachtroze vlees van haar lipjes is prachtiger dan de bloementuin van Pater Hieronimus.
“Ik ben geil, Arnoud... Doe er wat aan!”
Al mijn zintuigen komen ineens tot ontploffing. Waar ik net nog in een visuele roes leefde, dringt de zoetige geur van haar natte lipjes recht voor me mijn neusgaten binnen. Mijn vingers snakken naar de zachte aanraking van de huid die me in deze toestand heeft gebracht. Ik wacht niet af. Op het moment dat ik haar zachte dijen voel, pakt zij mijn pik vast. Haar koele vingers slagen er niet in de hitte in mijn staande staaf te verdringen. Langzaam beweegt ze haar hand heen en weer. Ze is me aan het aftrekken. Hemels!
Ik breng mijn hand ondertussen in de richting van haar vochtige grotje. Haar opgezwollen lipjes lijken te wachten op mijn aanraking. Ik doop mijn vingers in het geil dat reeds rijkelijk aanwezig is en schuif ze tussen haar lipjes in, om ze dan te spreiden. Eén vinger drukt tegen haar clitje en twee zoeken hun weg in haar geile gaatje.
“Jaaahhh, doe maar...’ De onderliggende kreun steunt me in mijn voornemen om Adi een blik te tonen op de hemel op aarde. Even kijk ik naar haar ogen die op mijn pik gericht zijn. Als ze het aanvoelt, kijkt ze ook mij aan. Ik glimlach naar haar. Om haar te laten weten dat het heerlijk is wat ze met me doet.
Ik wacht haar reactie niet af en richt me weer op haar gretige grotje, dat soppende geluiden begint te maken bij mijn vingerwerk. Ze geeft er zachte kneepjes in als ze dieper in haar schuiven en mijn duim daarbij haar clitje aantikt.

Totaal onverwacht voel ik Adi’s tong tegen mijn eikel. Heel even trek ik mijn vingers terug en stop met bewegen. Het verrast me. Ze houdt mijn pik tussen haar vingers geklemd, en met warme, natte likjes lijkt ze elk stukje van mijn bolle penishoedje te willen proeven. Een diepe grom vol tevredenheid komt uit mijn keel gerold. Het is geen kreun, maar iets primitiever.
Nog voor ik me vol overtuiging weer op de verwenning van haar kutje kan richten, draait ze zich over me heen. Haar kutje bevindt zich nu vlak boven mijn gezicht. Ik draai me op mijn rug. Haar lipjes druipen van de lust.
Die lust is groot, want ze snauwt me toe. “Lik mijn kutje!” Dat het net Adi is die me hiertoe smeekt, doet me met des te meer overgave op haar heerlijkheid storten. Mijn handen klauwen in haar heupen en ik trek haar billen wat uit elkaar zodat haar kutje zich wat verder voor me opent. Ik trek haar dichter naar me toe. En dan laaf ik me aan haar sappen. Mijn tong doet zich tegoed aan de smaak van vrouwelijk genot. Mijn tong doorploegt haar akkertje. Heel even begint haar aarde te beven door deze uiterst intieme liefdesbetuiging, maar ik graaf me dieper in haar genot. Mijn tong wurmt zich in haar ondergrondse grotje.

Mijn Adi heeft me ondertussen op mijn pik gestort. Ze heeft mijn pik in haar mond genomen en zuigt die langzaam dieper naar binnen. Het hemelse gevoel van hete natheid rond mijn gevoelige lid brengt me in een zalige roes.
Een paar keer haalt ze mijn zinderende pik tevoorschijn en beschildert ze haar borsten ermee als ware het een penseel die een erotisch schilderij wil creëren.
Ondertussen heb ik het clitje van Adi bereikt. Heel voorzichtig zuig ik haar genotsknopje mijn mond in.
“Oooohhh... Jaaa!” Ik sabbel, lik en zuig. “Doe maar, jaaahhh...” Adi duwt zichzelf steviger tegen me aan in een poging om me nog harder te voelen. Mijn pik heeft ze losgelaten. Ze bevindt zich in het centrum van haar hele genot en geeft zich eraan over.
Door het trillen van haar benen hecht ik me nog meer aan haar vast. Nog meer geil bevrijdt zich uit haar sappige kutje. Ik slurp het op, maar het is te veel. Ik voel mijn gezicht mee nat worden. Maar het is heerlijk. De smaak overtreft de zoetste mede.

En dan is ze weg.
Zodra haar orgasme haar overspoeld heeft, laat ze zich niet op me neerzakken, zoals de meeste meiden doen. Ze springt recht en kijkt me met een blik vol bevredigde trots aan. Heb ik haar haar eerste orgasme geschonken?
“Ooooh, Hadewych, jouw kutje smaakt naar... honing. Zoete honing, Adi.” Ik wil haar laten weten hoe fijn dit was, hoe geil dit me allemaal maakt, hoe... haar ogen zakken af. Ze kijkt naar mijn nog steeds hoog opgerichte mast. Ik besefte het niet, maar zodra ze verdween, verving mijn eigen hand het plotse gemis. Ik ben mezelf aan het aftrekken.
“Nu jij!”

Met deze woorden beland ik in de magie van Hadewych die zichzelf als heks openbaart. Geen heks vol zwarte magie, maar een sexy heksje dat me betovert en niet meer dan een blik nodig heeft om me haar wens op te leggen.
Een enkele neerwaartse blik doet me op mijn bed neerzakken met mijn benen over de rand. De tovenares transformeert zichzelf tot een wolvin die langzaam op haar handen en knieën op me toesluipt. Even lijkt het of ze me likkebaardend besluipt. Ik ben het hapje dat ze snel wil verorberen voor ze verder op jacht gaat.
Ik wil haar prooi zijn, dus open ik mijn benen nog voor ze me bereikt heeft. Vanaf dan gaat alles snel. Ze grijpt mijn pik vast en duwt haar eigen zachtheid tegen me op. De wereld verdwijnt.
Niets doet er nog toe. Niets behalve Hadewych en ik. Adi en Ari. Haar mond en mijn genot. Haar ogen en die van mij.
Uiterst langzaam likt ze met haar tong van aan mijn ballen de hoogte in. Zodra ze mijn eikel bereikt, laat ze zich weer zakken, maar ditmaal met mij in haar mond.
Ze verwent me. Ze likt en slikt. Ze zuigt en spuugt. Speeksel, vermengt met mijn voorvocht vloeit langs haar mondhoeken naar haar kin. En de hele tijd kijkt ze mij aan. De hele tijd toont ze de geilheid die haar voortstuwt naar een ontlading van mijn zaad.
Zodra ze ook mijn ballen begint te masseren, wordt het me te veel. Ik geef alle controle op en voel hoe mijn ballen borrelen en mijn pik nog verder opzwelt als voorteken van de naderende explosie, die slechts enkele tellen later volgt.

Adi voelde het aan. Ze maakt zich van me los en houdt mijn pik op haar open mond gericht, met haar tong in de aanslag om geen druppel verloren te laten gaan.
Mijn zaad spuit onder zoveel druk tevoorschijn dat het niet enkel in haar mond maar ook op haar gezicht belandt. Even ben ik bang voor haar reactie, maar haar magische woorden “Oehhh, ja, lekker!” zeggen alles. Ze vindt het heerlijk.
Ik ook. “Ooooh, Adi... Dit was...” Weer verdwijnt mijn pik haar mond in terwijl haar hand een melkende beweging maakt om zeker geen druppel verloren te laten gaan. Haar tong likt een laatste maal over mijn eikel en dan verandert haar hele uitstraling.
De van geilheid fonkelende oogjes worden ernstig, ze laat mijn schoongelikte pik vallen en staat keurig recht. Enkel haar naaktheid en wat resten van mijn zaad op haar gelaat verraden dat hier net een orgie van verlangen heeft plaatsgevonden. Opnieuw is dit heel anders dan bij andere meiden die niets liever doen na lekker naknuffelen. Als ze mijn beteuterde gezicht opmerkt, krijg ik een korte verklaring. “We moeten opschieten, broertje. Kleed je aan!”

Met een doek in haar hand staat Hadewych recht. Ze veegt de laatste sporen van ons genot weg. Ik wil mee opstaan als ze plots vooroverbuigt aan de kist met kleren. Haar billen trekken nog strakker en op de plaats waar ze elkaar een kusje geven verschijnen haar kutlipjes. Ze zijn niet gesloten. Nog steeds zie ik druppels geil flonkeren. Net erboven wordt haar oase van genot bestraalt door een zonnetje. De spiertjes die haar kontgaatje dichthouden, lijken erop.
De erectie die stilaan aan het wegdeemsteren was, schiet weer volop recht. Ik begin me weer af te trekken.
“Ben je niet klaar?” Plots draait Hadewych zich om en kijkt me verbaast aan.
Zonder nadenken stromen de woorden uit mijn mond. “Ja, maar je zinnelijkheid is werkelijk overweldigend... Mijn hart slaat op hol...”
“Ook als je naar mijn kontje kijkt...?”
“In je kontje kijkt...” Terwijl ik het zeg, besef ik de draagwijdte van mijn woorden. Ik geef toe dat ik naar veel meer verlang dan wat we net hebben gedaan.
Hadewych is niet geschokt. Een veelbetekenende lach versiert haar gezicht en ze draait zich weer om. Weer buigt ze voorover. Ditmaal zet ze haar handen op de kist, zodat ze zo kan blijven staan. Ze zet haar benen wat uit elkaar. Weer verschijnt de fata morgana van haar hemelse paradijs voor mijn ogen. Mijn hand blijft op en neer gaan.
“Hmmm!” Ze kijkt me over haar schouder aan. “Trek je jezelf vaak af?”
Een antwoord geef ik niet, want op hetzelfde moment laat ze haar hand tussen haar lipjes glijden. Ze spert ze open met haar vingers en toont me de ingang van haar kutje. Heel even maar. Ik hunker ernaar om mijn pik in dat gaatje te duwen, om het te vullen met... Sneller beweegt mijn hand.

Dit gevoel overrompelt me. En ik wil meer. “Draai je om!” Waar het vandaan komt, weet ik niet, maar ik voel een zekere dominantie die onze relatie overstijgt. Ik bekijk Hadewych niet meer als mijn geliefde zusje, noch als de verleidelijke jonkvrouw die mijn hart al enkele dagen sneller laat slaan. Nu is ze het sletje dat me openlijk uitdaagt om mijn zaad voor de tweede keer voor haar te laten vloeien.
Mijn directe woorden oogsten onmiddellijk effect. Ze draait zich naar me toe en komt vlak voor me staan. Ze neemt haar borsten vast en knijpt erin. Haar tepels staan hard. Ze heft een been op en zet die op de stoel die naast mijn bed staat. Ze toont hierdoor opnieuw haar kutje. Ik kan er mijn ogen niet vanaf houden.
“Hnnnggg...” De druk in mijn onderbuik is weer aan het opbouwen. Voorvocht maakt mijn hand nat. “Trek je kutje open!” Ik spreek en Hadewych luistert. Weer spreidt ze haar lipjes om me haar kutje te tonen. Het donkere gaatje staat open. “Jaaa...”
Een tweede explosie van zaad. Minder fel dan de eerste keer, maar mijn geile vocht weet toch even omhoog te schieten om dan over mijn hand en mijn pik naar beneden te glijden.

Hadewychs handen laten haar kutje los. Ze begint zichzelf te strelen. Mijn ogen volgen de weg die ze over haar zachte huid aflegt. Haar ogen zijn gesloten.
Stil sta ik recht en ik pak de doek waar ze net haar gezicht mee schoon had gemaakt. Ik veeg mijn zaad af, waarna ik mijn handen verder afspoel in de kom met water die er altijd in de hoek van de kamer staat.
Als ik me omdraai, zit mijn zusje nog steeds in de roes van haar zelfverwenning. Ze straalt pure rust uit. Van opschieten is er in haar hoofd geen sprake meer. Toch had ze een punt. Wat er net tussen ons gebeurd is, was overheerlijk en ik voel me plots meer man en een stuk gelukkiger, maar de problemen op onze weg zijn allesbehalve opgelost. Ik zou niet willen dat deze doorbraak met Hadewych tegelijk ook mijn afscheid met haar zou zijn.

Op de kist met kleren ligt haar onderhemd. Ik pak het vast en ga naar haar toe. Terwijl haar ene hand haar borst zachtjes kneedt, glijdt de andere al tussen haar rode haartjes haar lustige lipjes tegemoet. Mijn penis krijgt een schokje die een heropleving doet vermoeden. Niet nu! Of toch? Er is slechts één oplossing voor deze impasse...
“Zeg, je moet je aankleden, zusje!” Ik gooi het overhemd over haar hoofd. De serene verleidingsgodin verandert eensklaps terug in het zusje dat altijd en overal wedijvert en vaak beter is dan ik. Ze schiet recht en komt op me afgespurt. Ze trekt het overhemd van haar hoofd. Haar ogen sprankelen weer van ondeugd.

Bombombom!
Allebei verstijven we. Het bonzen op de deur doet onze harten een tel overslaan.
“Meneer Arnoud, bent u hier? De prijsuitreiking is aanstaande. U moet uw opwachting maken!” De stem van Pieter doet ons beseffen dat we niet meer alleen zijn in ons kleine afgesloten wereldje.
Net als bij Adam en Eva na het eten van de appel in de tuin der geneugten, overvalt de schaamte ons. We zijn ons des te meer bewust van onze naaktheid. De schaamte is er niet voor elkaar, wel voor wat ze van ons zouden denken, mochten ze weten wat we net hebben gedaan. En dat terwijl het allemaal zo mooi was...

“Ik ben er zo, ga alvast naar het toernooiveld. Ik zie je daar!” Waar de woorden vandaan komen, weet ik niet. Ze komen uit mijn mond, maar ik ben me er niet van bewust dat ik ze zeg.
Als de wiedeweerga trekken we onze kleding aan. Even is er slechts aandacht voor onszelf. Terwijl ik nog sta te klooien met mijn broek, staat Hadewych al bij de deur. Triomfantelijk omdat ze de eerste is, knipoogt ze naar me. Verdomd, alweer sta ik vol bewondering voor haar. Ze heeft haar haren aan één kant achter haar oor geschoven. Met de kleinste dingen weet ze het woord sexy naar een hoger niveau te tillen. Aan de andere kant van haar gelaat hangt een lange rode lok over haar wang. Met daarin een witte klodder.
“WACHT!” Ik ga naar haar toe en veeg het laatste spoor van ons avontuur weg. “Daar zat nog wat eeehhh...”
“Levenselixer!” giechelt Hadewych. Terwijl ik meelach, opent ze de deur en vlucht weg. “Nu naar Nicolaas!”

En daar sta ik dan. De onverschrokken schildknaap die de kans om ridder te worden weer aan zijn neus ziet voorbijgaan. De jonkheer die er niet in slaagt om enige vat te krijgen op het politieke leven aan het hof en machteloos lijkt te staan tegenover zijn vader en zijn ergste vijand en zelfs nog niet het minste idee heeft welk plan zijn eigen zus heeft. De jongen die zelf geen initiatief durfde te tonen en door zijn grootse verleiding diende te worden verleid...

Met een zucht vertrek ik naar de arena voor de prijsuitreiking. Het interesseert me geen zier wie er gewonnen heeft. Heel even kan alles me gestolen worden.
“Jonkvrouw Hadewych, gelieve niet te rennen op de trappen!” Ik hoor de stem van kamerheer Petrus onderaan de trappenhal. Datzelfde zinnetje hoor ik hem al roepen sinds we kunnen lopen. Ik ben er zeker van dat hij ons al heel lang verwenst. Even krijg ik medelijden met hem. Petrus is immers een lieve en plichtsbewuste man, die het onvoorwaardelijke vertrouwen krijgt van papa. Ik heb hem nooit aan Petrus’ oordeel weten twijfelen, zelfs over zaken die niets te maken hebben met de huishouding.

Dat is het!
Een plan duikt in mijn hoofd op. Ik ren de trappen af.
“Jonkheer Arnoud, gelieve niet te ...”
“Petrus, jij bent de man die ik zocht. Wil je me helpen?”
Petrus trekt een wenkbrauw de hoogte in. Nooit eerder heb ik hem om hulp gevraagd. Hij ontvangt zijn orders immers altijd rechtstreeks van mama of papa. “Waarmee kan ik u van dienst zijn, jonkheer Arnoud?”

Even later wandelen we de kamer binnen waar Diederik volop bezig is om de leren kisten met zijn spullen vol te laden. Het verbaast me dat hij zijn eigen bedienden dit niet laat doen. Hoewel, hij heeft natuurlijk iets te verbergen.
“Diederik! Ik hoorde net dat u ons jammer genoeg al gaat verlaten. Vader zei dat u hier alleen aan het werk bent. Ik heb wat hulp meegebracht.”
Opgeschrikt laat Diederik het deksel op een van de koffers dichtvallen. Hij kijkt me schichtig aan. Nog voor hij kan reageren, praat ik lustig verder, terwijl ik ongegeneerd door de kamer wandel en alles goed in me opneem. Natuurlijk is er geen spoor van het gestolen flesje. De vlugheid waarmee hij de kist net sloot, doet me vermoeden dat het wel eens daarin zou kunnen zitten.
“Het is me toch wat met dat dienstpersoneel heden ten dage. Waar gaat het met deze wereld naartoe als we als edelman zelf onze koffers dienen te vullen.”
Ik zie de verwarring op zijn gezicht. Tot op heden genoot hij met volle teugen van de vrees die zijn angstwekkende aanwezigheid en zijn afgrijselijk boerse taal me inboezemde, maar nu toon ik me onverschrokken. Ik geef hem de kans niet om me te onderbreken.
“Weet u wat? Laat de rest maar over aan Petrus hier. Als er iemand is die te vertrouwen is, dan is hij het wel. De beste kamerheer van de Lage Landen. Vader steekt zijn hand in het vuur voor hem, en aan mijn vader gaat u toch niet twijfelen, he? Ondertussen zullen wij naar de prijsuitreiking gaan. Nu uw vader er zo erg aan toe is, is het toch vanzelfsprekend dat u zijn plaats op de tribune inneemt als vertegenwoordiger van uw heerlijkheid, niet?”
Ik heb mijn hand op zijn schouder gelegd en zacht duw ik hem in de richting van de deur. Petrus blijft alleen achter. Alles verloopt volgens plan.

Na de prijsuitreiking staan papa, mama en ik met Diederik te praten. Eigenlijk kan ik me van die hele prijsuitreiking niets herinneren. Mijn volle aandacht was bij Diederik. Ik was uitermate voorkomend tegen hem en wist zo te voorkomen dat hij zich op eender welke manier ongeoorloofd kon gedragen. Toch ben ik er niet in geslaagd om de achterdochtige blik in zijn ogen te doen verdwijnen. Hij houdt zich gedeisd.
In mijn ooghoek zie ik Petrus toekomen. Hij richt zich tot Diederik. “Uw bagage is volledig naar uw koets overgebracht, heer. Ik merkte dat uw vader ook al naar de koets wordt gebracht.”
Er lijkt een last van Diederiks schouders te vallen. Ik kijk vragend naar Petrus. Die schudt amper merkbaar met zijn hoofd. Verdomme! Hij heeft het flesje met het gif niet kunnen vinden.

“Zo, Hadewych, de schoonste jonkvrouw in de wijde omtrek.” Diederik laat de wellevendheid vallen die hij toonde sinds we terug aan de arena waren. Zijn grove stem schalt boven onze stemmen uit. Ik draai mijn hoofd in de richting van zijn blik. Hadewych is naast me komen staan. “Begeerd door menig man...”
Hadewych onderbreekt zijn valse serenade. “Ik heb met Nicolaas gesproken, hij heeft me gevraagd mee te reizen naar zijn burcht zodat ik hem kan verzorgen. Ik heb het toegezegd, onder voorwaarde dat ik word begeleid door een aantal krijgslieden.” Ze kijkt me uitdrukkelijk aan. Het is duidelijk wat ze van me wil.
Hoewel de grond onder me lijkt weg te zakken omdat Hadewych zo plots haar vertrek aankondigt, neem ik haar uitgestoken hand aan om haar te begeleiden. “Ik bied me aan en wil de groep wel samenstellen. Ik denk dat...”
“HAHAHAHAHA, ja, ja... Die oude man wil wel meer.” Weer buldert Diederik voor zich uit. “Maar dat lijkt me overdreven. Hij stelt zich een beetje aan en is aandachtsziek. Dat heb je op die leeftijd. Hahahaha, het is bijna aandoenlijk. Maar dat gaat natuurlijk niet gebeuren.”
Hadewych gaat in de tegenaanval. Niet door haar eigen furie tegen de zijne te gebruiken. Wel blijft ze bewonderenswaardig kalm. “Nou, mij lijkt gezien zijn broze gezondheid...”
“Ja, ja, ja... Ooooh, wat is hij broos... Je hebt je laten inpakken, Hadewych! Maar mijn besluit staat vast. We vertrekken vandaag, zonder jou! Ik zou zeggen, bereid je ondertussen alvast voor op het moment dat je je definitief in Viperdaes komt vestigen en mijn vrouw zult zijn. Daar verheug ik me op!” Hij kijkt verlekkerd naar Hadewych alsof ze een pasgebraden kippetje is. Ik zie hem zelfs over zijn lippen likken. Terwijl hij weggaat, streelt zijn hand over haar billen. Hij neigt wat naar voren en fluistert iets in haar oor. Ze reageert er niet op, maar toch zie ik haar ogen verstarren.
Mijn vuisten ballen zich. Ik zou hem het liefst van al... Hadewych ziet mijn opkomende woede en schudt zachtjes met haar hoofd. Enkel omdat zij het wil, houd ik me in.

Terwijl ik het vadsige lijf van Diederik in de richting van de burcht en zijn koets zie gaan, zie ik Yda aangesneld komen. Ze grijpt Hadewych bij de arm en houdt een leeg flesje in haar hand omhoog. Op het etiket staat in Hieronimus’ handschrift ‘Akelei’ geschreven.
“Dit heb ik in de keuken bij het afval gevonden!”
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...