Donkere Modus
Door: PD
Datum: 23-06-2024 | Cijfer: 8.7 | Gelezen: 6252
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 75 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Aftrekken, Bdsm, Dominantie, Neuken, Pijn, Pijpen, Spanking, Sperma, Tiener,
Dit is het vervolg op: Een Hoge Prijs - 1
Voor “e”. Je hebt me zo veel geleerd. Ik zal je nooit vergeten. Rust zacht.

NOOT: Dit verhaal is heel anders dan wat ik normaal schrijf. Veel van mijn vaste lezers vinden dit misschien maar niks, vanwege de extreme inhoud.
Ja, er komt (fijne, gewenste, en zeer liefhebbende) seks tussen een 14-jarig meisje en een volwassen man in voor. Maar niet veel. In plaats daarvan gaat dit verhaal over bdsm. Zelfs over extreme bdsm, in mijn ogen – al kan ik me voorstellen dat doorgewinterde bdsm fans daar anders over denken.
In deel 1ging het vooral over de sub, degene die pijn ondergaat. In dit deel verleg ik mijn aandacht naar de Dom, degene die de sub domineert, en die pijn, vernedering, en diverse andere middelen kan inzetten om zijn (of haar) dominantie over de sub te bewijzen.

NOOT: Voordat ik met het verhaal begin, moet ik eerst “e” bedanken. Net als deel 1 zou dit verhaal niet hebben bestaan zonder jou. Jij hebt, op basis van mijn eerste versie, en samen met “a”, dit verhaal veel beter gemaakt. Ik wil ook mijn dank uitspreken aan andere “a” en aan “d”, voor het proeflezen en feedback geven van een latere versie. Jullie zijn alle vier fantastisch, en ik ben blij dat ik jullie in mijn leven heb!

De vorige nacht

Ik word wakker. Doordat mijn bewustzijn zich een weg terug baant naar mijn brein, word ik me bewust van de gruwelijke pijn in mijn bovenbenen, waardoor ik direct weer moet denken aan gisteravond, en de zeventien harde zweepslagen die ik toen moest verduren.

En toch, ondanks die herinnering, ondanks de pijn, heb ik een tevreden grijns op mijn gezicht. Een grijns die volgens mij nooit meer zal verdwijnen, voor altijd in mijn gelaat gebeiteld.
En met goede reden! Ik doe mijn ogen dicht, en denk terug aan de afgelopen nacht. Niet de pijn, niet de straf, maar wat daarna kwam. Nadat jij zalf op mijn wonden smeerde, nadat Meester Jim … nee, het is nu weer gewoon Jim voor mij … dus nadat Jim me had gezegd mijn beloning te “claimen” … om jou te claimen.

Ik kon nauwelijks lopen. Elke beweging deed pijn. En ik was moe, zo ontzettend moe. Ik wilde alleen maar gaan liggen en slapen. Maar jij had andere plannen. Nadat je me had geholpen om op je bed te gaan liggen, kuste je mijn lippen, en fluisterde toen in mijn oor.
“Blijf wakker, ‘opa’ – dit wil je niet missen!”
Ik knikte, en sloot toen toch mijn ogen. Maar voordat ik in slaap kon vallen voelde ik een fantastisch gevoel. Mijn pik, in een afgesloten ruimte, prettig en warm, nat, aangenaam, een gevoel alsof hij, voor het eerst in mijn leven, was waar hij altijd had moeten zijn. Mijn ogen schoten weer open, ik keek omlaag, en daar was jij, met glinsterende ogen, een glimlach om je mond, die vol zat met mijn pik. En die begon direct te groeien, om alle beschikbare ruimte te vullen.

Je tilde je hoofd een stukje op, toen mijn pik te groot werd om nog in je mond te passen. Maar niet voor lang. Je gaf me een knipoog. En toen bewoog je je hoofd weer omlaag, waarbij je steeds meer van mijn lengte inslikte. Ik huiverde van plezier toen je lippen langs de lengte van mijn lul streelden, tot ik je keelgat raakte.
Maar je stopte niet. Ik voelde de druk van je keelgat, voelde dat hij meegaf, en toen gleed mijn pik in die nauwe ring. Jouw hoofd ging nog verder omlaag, zodat mijn eikel in je keel verdween, en je stopte niet totdat jouw lippen de zachte stoppeltjes van mijn schaamstreek raakten.

Ook al had ik net nog een lading geschoten, mijn lul was toch direct weer stijf. En hij groeide zelfs nog verder, toen jij je hoofd op en neer bewoog, zodat je me met je keeltje neukte, zonder zelfs maar te pauzeren om te ademen. Het gevoel was compleet overweldigend, zoiets had ik nog nooit gevoeld.
Ik raakte zo opgewonden dat ik mijn pijn vergat, eventjes. Maar ik vergat ook op jou te letten. Pas toen ik merkte dat je toch al dieprode gezicht steeds roder aanliep, drong het tot me door dat je bezig was te stikken op mijn pik. Een kort moment van paniek. Ik had het gevoel dat ik iets moest doen. Maar ik had nog niet eens de kracht om mijn handen op te tillen. Of … Was het echt gebrek aan kracht? Of genoot ik hier gewoon té veel van?
Maar toen, toen je al bijna paars zag, toen ik wist dat ik wel iets móest doen, kwam je opeens overeind. Je snakte luidkeels naar adem, gevolgd door heftig hijgen. Snot liep uit je neus, je ogen traanden, maar je grijns leek je gezicht in tweeën te splijten.

“Vond je dat fijn, P.D.?” vroeg je, toen je weer in staat was om normaal te ademen.
“Fijn? Dat was … ik bedoel … oh, verdomme, shit, ja!”
“Goed zo! Misschien doe ik dat vaker. Later. Maar nu wil ik je stijf hebben. Ik wil je in me, P.D. Ik wil die stijve lul van jou diep in mijn jonge kutje voelen. Ik wil je helemaal suf neuken, totdat je je kleine baby-makers diep in mijn baarmoeder spuit.”

Ik kreun als jij over me heen kruipt. Je zet je knieën aan weerszijden van mijn heupen, zodat je lijf nu boven mij uit torent. Een snelle blik, om te controleren dat je niet per ongeluk op mijn gevoelige benen zit.
“Heb ik je pijn gedaan?”
“Nee. Echt niet. Het was door wat je zei. Het vooruitzicht dat ik je nu ga neuken. Dat wilde ik zo graag. Dus toen ik je dat hoorde zeggen, …”

Je liet me niet uitpraten. Je legde je rechterwijsvinger op mijn lippen. Met je linkerhand greep je mijn staf, en hield hem overeind, precies gericht op jouw strakke ingang, en toen liet je jezelf zakken. Ik keek vol ontzag toe, terwijl jij je perfecte lijf liet zakken. Bij het eerste contact van de punt van mijn pik tegen jouw hete en natte lippen haalde ik scherp adem, terwijl jij tevreden knorde.

Je pauzeerde daar even. Knipoogde naar me, met een plagende glimlach op je lippen. Maar je liet me niet lang wachten. Slechts een korte seconde, en toen ging je alweer verder omlaag. Ik sloot mijn ogen, om te genieten van hoe jouw strakke kut mijn pik omklemde, en opende ze toen weer, omdat ik het wou zien. En dus keek ik, met ingehouden adem, hoe mijn hardheid jouw lippen spreidde, ze open duwde, tot ze meegaven, en de paarse eikel van mijn neukstaaf in jouw liefdesgrot verdween.

Er kwamen ongecontroleerde gromgeluiden uit mijn keel, terwijl jij jezelf steeds verder liet zakken, en centimeter na centimeter van je lengte in je toeliet. Mijn pik voelde beter dan ooit, opgesloten in jouw warme vochtigheid, zalig omhelsd door je strakke kut, terwijl jij doorging tot ik er helemaal in zat. Het was ongelooflijk geil om jouw ranke lijfje op het mijne te zien, jouw kruis tegen het mijne, in de wetenschap dat je me helemaal in je had. En het voelde heerlijk, beter nog dan zelfs mijn wildste fantasie.
Je bleef even stil zitten, en ik wist niet waar ik meer van genoot: het enorme genot in mijn pik, of de blik van intens geluk op jouw gezicht.

Je glimlachte weer, en de wereld werd een stukje mooier. En toen begon je te bewogen. Op, neer, en weer omhoog. Langzame bewegingen, plagend, genietend van het gevoel, gaf je mij de beste ervaring die ik maar kon wensen. Wat sneller, dan weer trager. Je duwde jezelf omlaag en draaide je heupen, zodat mijn lul bewoog in je krappe ruimte. Een paar keer snel op en neer, dan even een pauze, waarin je stil hield en zoete woordjes fluisterde over hoe goed dit voor jou voelde. Ik wilde antwoorden, maar kon geen woorden vinden. En dat was ook niet nodig. De uitdrukking op mijn gezicht sprak boekdelen.

Je boog voorover, sloot je handen in een strakke omhelzing rond mijn nek, terwijl je lippen de mijne ontmoetten en we kusten. Je lijf ging nog steeds op en neer, nu eens snel en urgent, maar meestal rustig, langzaam, genietend van elke seconde.
Ik vond toch nog ergens de kracht om mijn armen op te tillen, en sloot ze achter je rug. Ik aaide je zachte huid, plaagde je billen, streelde je haar. En ik kreunde in je mond toen ik je lijf voelde aanspannen en schokken door je orgasme. Geen groot, overdonderend orgasme, maar een fijne kalme.

Ik weet niet hoe lang je me op die manier bleef neuken. Ik weet niet hoe vaak je klaar kwam. Maar uiteindelijk, na een eeuwigheid van genot, ging je weer rechtop zitten, pakte mijn handen, en drukte ze tegen je borsten. Je ondersteunde jezelf een beetje met je andere hand, en begon me toen als een gek te berijden. Op en neer, op en weer neer. Bij elke beweging naar beneden liet je je gewoon vallen, om jezelf zo diep mogelijk op mijn lul te spiesen. Elke beweging omhoog was snel, gretig voor de volgende val.
Door jouw wilde rit deden mijn benen weer pijn. Meer pijn. Zo veel dat die pijn, dat ik een tijdje was vergeten, weer mijn aandacht vroeg. Maar tegelijk groeide het heerlijke gevoel van hoe jij mijn harde pik neukte, alsof je leven ervan afhing. En terwijl pijn en genot door elkaar liepen, in een ervaring die mijn brein niet kon verwerken, had jij weer een orgasme, Een heftige deze keer. Je schreeuwde en huiverde, en je vagina trok samen rond mijn pik, greep hem vast, trok hem naar binnen, en duwde mij over de rand. En zo schoot ik, terwijl pijn en genot in gelijke mate door mijn lijf joegen, mijn dikke kleverige zaad diep in je.

De volgende ochtend

En nu lig ik hier. Op mijn rug, in een fijn bed. Mijn benen doen nog pijn. Niet meer de ondraaglijk brandende pijn van gisteren, maar een aanhoudende pijn, die me ongetwijfeld de komende twee weken zal achtervolgen. Ook al zijn de lakens dun en zacht, ik heb ze toch afgegooid, omdat het toch nog pijn deed om ze tegen mijn huid te voelen.
Maar die pijn is niet belangrijk. Want hier, links van me, lig jij. Je slaapt. Je bent zo mooi in je slaap. Je naakte lijf, totaal ontspannen. Je ogen dicht, je borstkas die langzaam op en neer gaat, door je langzame, ontspannen ademhaling. Je mond, je heerlijke lippen, die opeens een kleine glimlach vormen. Heb je een fijne droom?

Ik zou uren kunnen blijven liggen, en alleen maar naar je kijken. Niet omdat je zo mooi bent, al ben je dat wel. Maar omdat je jij bent. Omdat je gelukkig lijkt, helemaal zonder zorgen. Omdat je hier bij mij bent. En omdat je van mij bent. Niet van mij als een bezitting, maar als een geliefde, die tijd met mij wil doorbrengen en met wie ik tijd wil doorbrengen. Ik weet nog niet wat we dit weekend gaan doen. Misschien samen zwemmen? Misschien kunnen we samen naar de bioscoop? Of misschien kruip je straks gewoon lekker tegen me aan op de bank, en kunnen we samen zwijgen?
En ja, er zal vast ook nog wel meer seks volgens. Maar niet nu. Nu, op dit moment, wil ik enkel genieten van je gezelschap, van je nabijheid, van jou.

Je wordt wakker. Ik hoor dat je adem sneller gaat, zie je ogen fladderen. En dan open je ze, draait je hoofd naar me toe, en je glimlacht. Die glimlach waar ik zo van hou, die glimlach waardoor ik direct mijn zere benen vergeet. Nou ja, voor even dan.

Je buigt naar me toe, kust mijn bebaarde wang, en dan vraag je vrolijk:
“Eerst seks of eerst ontbijt?”
“Zijn dat de enige opties?”
“Heb je er meer nodig?”
Ik wacht even, doe alsof ik nadenk, en antwoord dan:
“Nee, ik denk dat deze twee prima zijn.”
“Dus? Welke eerst?”

Door de gedachte aan eten ontstaat er een zacht brommend geluid in mijn maag. Je lacht en wipt het bed uit, met een energie die ik zelf na de afgelopen nacht zeker niet heb.
“Wacht hier maar, oude vent. Jij moet je energie bewaren. Voor … andere dingen. Dus blijf hier maar liggen, en wacht, dan maak ik het ontbijt.”
En dan werp je me een kushandje toe, draait je om, wiebelt nog even extra overdreven met je schattige kontje, en loopt dan de kamer uit.
Ik zucht alleen maar, vouw dan mijn handen in mijn nek, sluit mijn ogen, en ontspan me.
Het leven is heerlijk.

Ik wordt opgeschrikt door een raspend geluid. Het klinkt als Jim die zijn keel schraapt. En inderdaad, als ik mijn ogen open, zie ik hem jouw kamer inlopen.
Even overweeg ik het laken over me heen te trekken. Maar dan herinner ik me weer dat hij het gisteren toch al allemaal heeft gezien. En dus blijf ik gewoon liggen, terwijl Jim een stoel pakt en naast het bed gaat zitten.

“Ik neem aan dat Christine je een goede nacht heeft bezorgd?”
“Oh, zeker,” glimlach ik, “veel beter dan ik ooit had durven hopen.”
“Goed. Ik hoop echt dat het waard was wat je er gisteren voor hebt doorstaan.”
“Haar in het echt ontmoeten, haar en jou leren kennen, ons gesprek gisteren in het restaurant. Dat alleen al was de prijs die ik moest betalen waard. De rest is bonus. Een erg fijne bonus, en ik ben blij dat ze me die wilde geven.”

Hij glimlacht, maar wordt dan weer serieus.
“Goed zo. Maar dat is niet waarover ik wil praten.”
Ik kijk naar hem op.
“Je houdt duidelijk van Christine.”
Een vaststelling. Geen vraag. Maar toch wil ik antwoorden.
“Ja, Jim. Heel veel. Maar dat wist je al. Ik zou alles voor haar doen.”
“Echt waar?”
“Ik … ik denk dat ik dat gisteren wel bewezen heb?”
“Ja, dat heb je. Je bewees het heel duidelijk. Aan mij.”
Hij wachtte even, zijn blik op mij gericht.
“Maar hoe zit het met haar?”
“Jim?”

Hij blijft stil. Kijkt me aan, alsof hij verwacht dat ik hem begrijp. Maar dat doe ik niet. Hoe kan hij dit nog zeggen, na wat ik gisteren heb doorstaan, de pijn die ik heb doorstaan, zodat zij dat niet hoefde? Natuurlijk weet ze hoe veel ik van haar hou. Ik bedoel, dat wist ze al, maar na gisteren kan er echt geen twijfel meer zijn.
En toch kijkt Jim me aan. Afwachtend. Alsof er iets is dat enorm voor de hand ligt, maar dat ik toch over het hoofd zie. Maar wat is er nog meer, behalve mijn overduidelijke liefde voor Christine?

Na een lange, ongemakkelijke stilte, opent hij eindelijk weer zijn mond.
“Meneer Vile, hoe zou u liefde definiëren?”
“Oh, makkelijk. Als je echt van iemand houdt, dan is diens geluk belangrijker dan je eigen.”
“Ja, precies. En denk nu nog eens terug aan gisteren.”

Ik begin me nu echt op te winden.
“Maar dat is toch precies wat ik deed!”
Ik wijs naar de paarse littekens op mijn benen.
“Als dit nog niet genoeg bewijs is, wat moet ik dan verdomme nog meer doen om duidelijk te maken dat haar geluk en welzijn boven het mijne gaan, Jim?”
Hij grinnikt.
“Het bewijst je toewijding. Dat heb ik al toegegeven. Het is een zeer duidelijk bewijs, voor jou en voor mij. Maar wat zegt het haar?”
“Dat ik …”
Maar dan onderbreek ik mezelf. Want het begint me eindelijk te dagen.

“Dus wat je bedoelt is …”
Mijn stem sterft weg. Jim maakt mijn gedachte voor me af.
“Zij houdt van pijn. Geniet ervan. Heeft het nodig. En jij hebt het haar ontzegd. Omdat jij het niet kan verdragen om haar te zien lijden. Zelfs al wil ze dat zelf.”
“Dat … dat is waar.”
“Dus in feite heb je haar laten zien dat jouw gevoelens zwaarder wegen dan de jouwe.”

Lange tijd blijf ik stil liggen. Jim zit rustig op de stoel en wacht, totdat ik eindelijk mijn gedachten voldoende heb geordend om weer iets te kunnen zeggen.
“Dan heb ik het dus echt verkloot. En nu weet ik niet hoe ik dat goed kan maken.”
Tot mijn verbazing reageert Jim met een lachje.
“Wat?”
Zo erg is het niet. Ze is niet dom. Ze weet waarom jij vrijwillig haar zweepslagen hebt overgenomen. Ze weet dat je het uit liefde deed, omdat genieten van pijn jou vreemd is.”
“Hmm, oké. Dat klinkt logisch. Goed om dat te weten. Maar wat is dan het doel van dit gesprek?”
“Ik hoop jou te kunnen overhalen om iets te doen dat zij nooit zal verwachten, maar wat ze heerlijk zal vinden. En als je echt van haar houdt, dan zet je je eigen gevoelens aan de kant en doe je dit. Voor haar.”

Ik hoor gerammel van borden en bestek op een dienblad. Jim houdt op met praten en gebaart mij om ook stil te zijn. En dus zijn we beide stil als jij de kamer weer binnen komt, met een dienblad dat is volgeladen met brood, spek, eieren, jam, koffie, sinaasappelsap, fruit, en nog veel meer hapjes, dat er allemaal heerlijk uitziet, en nog beter ruikt.
“Hey P.D., ik heb ontbijt voor ons twee gemaakt. Wil je …”
Je stopt met praten als je Jim ziet. Je staat daar maar, kijkt naar hem, onzeker wat je moet doen nu hij hier is.
“Bedankt, schat. Heel attent van je, om ontbijt voor meneer Vile en mij te maken. Zet het maar hier op de tafel en ga dan terug naar de keuken. Meneer Vile en ik moeten dingen bespreken.
“Ja, Meester,” antwoordt je onderdanig. Dan zet je het dienblad neer, knikt in Jim’s richting, en trekt de deur achter je dicht als je de kamer verlaat.

Koffie verkeerd

Een half uur later hebben Jim en ik het heerlijke ontbijt op. Jim staat op, wenst me succes, en loopt de kamer uit.
“Christine? Lieverd?” hoor ik hem zeggen, “ons gesprek is klaar. Je mag weer naar je kamer en tijd met meneer Vile doorbrengen.”
Binnen enkele seconden ben je weer in de kamer. Je ogen vallen op het lege dienblad.
“Heb je lekker ontbeten, P.D.?”
“Ja, zeker. En Jim ook. Je kookt goed. Hopelijk had je niet verwacht dat hij iets voor je zou overlaten?”
Ik deed alsof ik de lichte teleurstelling in haar gezicht niet zag.
“Nee, P.D., ik had wel verwacht dat hij het allemaal zou opeten. Ik heb in de keuken een overgebleven broodje van gisteren gegeten.”
“Goed zo,” zeg ik alleen maar.

En dan kruip je in het bed, en ik ruik je geur en voel je zachte handen spelen met de korte haartjes op mijn borst. Bijna vergeet ik mijn voornemen, bijna zwicht ik.
“En wat wil je nu, P.D.? Wil je dat ik je eerst lekker pijp? Of wil je misschien anaal proberen? Het maakt niet uit wat je wil, mijn lichaam is van …”
Je stem sterft weg bij het zien van mijn gezicht. Als je ziet hoe streng ik kijk, met één wenkbrauw opgetrokken, stop je met praten. Dan, na een ongemakkelijke stilte, kijk je omlaag. Zonder me aan te kijken vraag je:
“Wat is er, P.D.? Wil je geen seks? We kunnen ook andere dingen doen?”

Ik wacht. Lang genoeg tot de stilte ongemakkelijk is, en dan nog wat langer. En als ik eindelijk iets zeg, dan dwing ik mezelf om zachtjes te praten, en langzaam.
“Seks? In deze kamer? Kijk eens om je heen.”
Ik gebaar naar het dienblad met de lege schalen, de borden die Jim en ik op de vloer hebben gezet, mijn lege koffiemok ernaast.
“Het is hier een bende. Hoe kan je nu verwachten dat ik me met seks kan bezig houden als de kamer niet netjes is?”
“Oh, uiteraard. Ik snap het,” fluister je.
Ik betwijfel of je het echt snapt. Je gezicht zegt me van niet. Maar evengoed kom je overeind van het bed, begint bestek, borden, glazen, en mokken bij elkaar te zoeken, zet alles op het dienblad, en dan ga je de kamer uit. Na een minuutje of zo kom je terug, met een doekje. Je veegt de tafel schoon, en de vieze plekken op de vloer, dan ga je weer weg. En dan kom je weer terug.

“Kijk eens? Helemaal schoon. Sorry dat ik niet …”
“Waar is mijn koffie?” val ik je ruw in de rede.
“Je … koffie?”
Ik zucht.
“Ja. Mijn koffie. Bruine vloeistof. Heet, met een prettige bittere smaak. Geeft energie. Je hebt er vast wel eens van gehoord?”
Je schouders zakken. Een beetje.
“Oh. Het spijt me. Sorry, meneer. Ik wist niet dat u dat … u vroeg niet om …”
Ik zucht opnieuw. Hard genoeg om je woordenstroom te onderbreken.
“Ik dacht dat jij slim was? Ik had niet verwacht dat ik ieder klein detail voor je zou moeten uittekenen.”
“Het spijt me, meneer. Ik ga direct uw koffie halen.”

Ik wacht. Tegenstrijdige gevoelens razen door mijn brein. Ik vind het niet fijn om zo met je om te gaan. Maar Jim had gelijk. Ware liefde betekent dat wat jij fijn vindt, belangrijker is dan wat ik fijn vindt. En vreemd genoeg merk ik, totaal onverwacht, dat het een soort kick geeft. De macht die ik over je heb. Dat je alles doet wat ik je zeg te doen, en zelfs de schuld op je neemt van dingen die helemaal jouw schuld niet zijn. Dat zou niet fijn moeten voelen. Het zou me niet het gevoel moeten geven dat ik beter ben. Maar ik kan niet ontkennen dat dat wel gebeurt. Dat in elk geval een klein deel van mij hiervan geniet.

Je komt terug, met een kop koffie, die je me aanreikt. Als ik geen hand uitsteek om hem aan te nemen, zet je een klein tafeltje dichter bij het bed, en zet de koffie daar op.
Ik kijk naar de koffie, in stilte. Ik hoor je slikken, maar je zegt niks.
“Ik zie geen suiker,” zeg ik, met een teleurgestelde stem.
“Suiker? Ik dacht … Gisteren vroeg je om zwarte koffie? Ik wist niet …”
“Dus het was een aanname?” vraag ik scherp, “en jij dacht dat een aanname wel goed zou zijn? Neem dat met je mee!” Ik wijs naar de koffie, met een blik van walging op mijn gezicht, “en kom terug met suiker. Ben ik duidelijk?”
“Ja, Heer!” verzeker je me snel, terwijl je de koffie pakt en je de kamer uit haast.

Ik wacht tot je er weer bent. Opnieuw met een kop koffie, het roerstaafje er nog in.
“Hier is uw koffie, Heer,” zeg je trots, “nu met suiker.”
“Goed,” zeg ik.

Ik pak de koffie. Dan roer ik wat met het rietje, ogenschijnlijk zonder erbij na te denken, terwijl ik praat.
“Ik vraag echt me af waar je net mee bezig was. Je weet dat mijn benen zeer doen. Erg zeer. En allemaal vanwege jou. Omdat ik jouw straf heb overgenomen. En toch lijkt het alsof je alleen maar aan seks kan denken. Je leek te denken dat ik dat dienblad zelf had kunnen opruimen. Dat ik zelf koffie had kunnen maken. Ik had toch echt meer dankbaarheid verwacht, na mijn opoffering van gisteravond.”
Met elk woord dat ik zeg krimp je een beetje. Je schouders hangen omlaag, je kijkt naar je voeten, en als ik stop met praten kan ik je gefluisterde “het spijt me, Heer” maar amper verstaan.
“En terecht,” bevestig ik.

De koffie is intussen voldoende afgekoeld.
“Oh, nou ja. Ik zal het je vergeven,” zeg ik met vriendelijke stem, “ik drink nog mijn koffie, en daarna kijken we wat we de rest van de dag kunnen doen.”
Je kijkt op, je gezicht weer blij. En dan, als ik weet dat je naar me kijkt, neem ik een slokje van de koffie. Ik herken de nare smaak van gezoete koffie in mijn mond, en spuug het direct weer uit, waarbij ik ervoor zorg dat de druppels jou raken.

“Gadverdamme” roep ik uit, “dit is walgelijk! Welke idioot wil er suiker in de koffie? Wat dacht je toen je me dit gaf? Probeer je mij te vergiftigen of zo?”
En in één snelle beweging gooi ik de kop naar jou. Hij raakt je vol op je borst. Je gilt als de hete koffie je huid raakt; de mok spat uiteen op de vloer, en laat een enorme plas koffie rond je voeten achter. De koffie die van je borsten afdruipt, en langs je buik en benen omlaag loopt, laat die plas nog groeien.

Maar ik let op je gezicht. Om te zien hoe je reageert.
Na de eerste schrik en pijn, zie ik even woede ontstaan. Dan verrassing, gevolgd door teleurstelling. Ik zie iets in je ogen glinsteren, en ik hoor dat je iets moet wegslikken.
“Ik … ik begrijp het niet. Ik dacht dat jij … u zei … u wilde suiker in uw koffie. U stuurde me terug om dat te halen. Ik deed wat u vroeg, P.D.!”
“Nee,” zeg ik, terwijl ik teleurgesteld mijn hoofd schud, “nee, lieverd. Je deed niet wat ik vroeg. Wat zei ik precies?”
“Ik weet wat u zei. U vroeg om …”
Ik steek mijn hand gebiedend op, en tot mijn opluchting heeft dit inderdaad het gewenste effect. Je bent direct stil.
Ik rek de volgende woorden zo lang mogelijk uit, spreek zo langzaam als ik kan.
“Denk goed na. Herinner je de exacte woorden. Maak niet nog meer fouten.”

Je blijft stil. De denkrimpel op je gezicht verraadt je concentratie. En dan geef je eindelijk antwoord. Langzaam, elk woord rekkend, terwijl je in mijn gezicht naar bevestiging zoekt.
“U zei dat u geen suiker zag. En toen zei u me om terug te komen met suiker.”
“En verder?” vraag ik, “wat had ik daarvoor gezegd?”
“Dat ik geen aannames moet maken.”
“Juist. Brave meid. Wel, zeg eens, heb ik je gezegd waar ik de suiker wilde?”
“Nee, Heer, dat heeft u niet.”
“Dus? Waarom deed jij het in mijn koffie?”
“Omdat … omdat ik …”
Je stem sterft langzaam weg terwijl je praat. Maar ik blijf stil, zodat jij de zin wel af móet maken.
“Ik maakte een aanname, Heer. Het spijt me, Heer.”

Je laat je op je knieën zakken, je benen lichtelijk gespreid, midden in de plas afkoelende koffie. Je handen liggen op je knieën, met de palmen omhoog. Je rug is recht, maar je richt je blik omlaag. Toch zie ik nog genoeg van je gezicht om te zien dat je begint te begrijpen waar ik mee bezig ben.
“Het spijt me, Heer. Ik deed het fout. Ik ben een dom wicht.”
“Ja, dat ben je inderdaad,” zeg ik.
Ik haat mezelf terwijl ik dit doe, maar toch doe ik het. Ik zie dat mijn woorden je raken, dat je deze kille bevestiging niet had verwacht.
“Maar daar zitten lost je fout niet op. Ga terug naar de keuken. Haal nieuwe koffie voor me. En suiker. En deze keer zonder fouten.”
Je staat haastig op.
“Ja, Heer. Dank u, Heer.”

Zodra je ver genoeg weg bent om het niet meer te horen, zucht ik diep. Dit was moeilijk. Het was me vooral zwaar gevallen om je gelijk te geven toen je jezelf dom noemde.
En toch … tot mijn afgrijzen merkte ik dat een deel van mijn brein toch ook geniet. Geniet van hoe ik je laat lijden, en spartelen. Geniet van hoe je aan mijn genade bent overgeleverd, dat ik je alles kan laten doen wat ik maar wil. Ik schrik van mezelf. Maar ik kan het niet ontkennen. Deze macht geeft me een kick.

Je komt terug met een dienblad, waarop een kop koffie staat, en daarnaast, keurig naast elkaar, twee suikerklontjes. Ik merk dat je niet eens de tijd hebt genomen om jezelf schoon te maken. Je snapt, terecht, dat mij bedienen voor gaat.
Ik knik in de richting van het tafeltje, en je zet het dienblad daar zorgvuldig op neer.
Ik glimlach goedkeurend.
“Goed gedaan. Brave meid.”
“Dank U, Heer!” antwoordt jij, met een blije glimlach.

Heer en meester

Je gaat naast me zitten. Legt je hand op mijn dij.
“Kunnen we alvast dingen doen, Heer? Terwijl u wacht tot de koffie is afgekoeld? Ik zou u kunnen pijpen, als u wil? Of misschien wilt u mijn borsten likken, Heer? Of …”
Ik onderbreek je. Alweer.
“Voordat we ook maar iets gaan doen, moet je echt stoppen me zo te noemen.”
“U hoe te noemen, Heer? Oh wacht, u bedoelt … Heer, wilt u niet dat ik u Heer noem?”
“Natuurlijk niet. Je weet toch dat ik niet jouw heer ben.”
“Het spijt me, Hee… P.D., ik zal u weer P.D. noemen.”
“Fout!”

Eén simpel woordje, maar het is genoeg om jou direct het zwijgen op te leggen, om jou weer dat bange konijntje te laten zijn. Je wil het zo graag goed doen, je doet zo je best om het mij naar de zin te maken, je weet alleen niet hoe. Je kan niet voorkomen dat je het fout doet.
“Fout?”
“Natuurlijk is het fout. Hoe haal je het in je hoofd om mijn voornaam te gebruiken?”
Ik klink nu geïrriteerd.
“Oh. Eeuuhhh … Meneer Vile, dan?”
Ik ben blij dat ik wat acteerervaring heb. Dit is geen makkelijke rol om te spelen. Maar ik moet dit doen. En dus draai ik de boosheid nog wat hoger. Mijn stem wordt luider, ik bal mijn vuisten.
“Nee, idioot! Natuurlijk niet!”
“Het spijt me, Heer!” antwoordt je direct, en dan sla je je handen voor je mond.

Ik zucht. Een diepe, erg teleurgestelde zucht.
“Moet ik dit dan werkelijk uitleggen? Goed dan. Je herinnert je vast nog wel wat Jim gisteren zei?”
“Meester heeft een boel dingen gezegd. Welke bedoelt u?”
“Aan het eind. Toen we weer in de woonkamer waren.”
“Hij zei dat ik u moest belonen. Dat we seks moesten hebben.”
“Maar dat waren niet zijn woorden.”
Opnieuw verschijnt de denkrimpel op je gezicht.
“Hij zei dat u mij moest claimen,” zeg je dan.
“Inderdaad,” bevestig ik, “en dat is wat ik nu doe. Ik claim je. Claim je als de mijne. Mijn bezit.”
Je knikt. Ik bevestig wat je intussen al vermoedde.

“Maar bezit kan maar één eigenaar hebben. Je bent nu van mij. En dus ben je niet meer van Jim.”
Je spert je ogen open van verbazing. Je slikt moeizaam.
“Dus misschien snap je nu hoe je me moet noemen?”
“Ja … meester,” fluister je, haast onhoorbaar.
“Harder, wicht! Ik kan je niet verstaan!” brul ik.
“Ja, Meester!” zeg jij.
“Juist. Brave meid. Ik ben nu jouw Meester.”
Ik wacht even, en dan ga ik verder, waarbij ik de woorden uitrek:
“Je enige Meester. Tot ik je aan Jim terug geef.”
Je slikt. Je slaat je blik neer, kijkt naar de punten van je tenen.
“Ja, Meester. Ik begrip het.”

Er volgt een ongemakkelijke stilte. Ik heb je waar ik je hebben wilde. Je hebt je aan me onderworpen. Precies wat Jim al voorspelde, als ik je maar genoeg push. Het plannetje dat ik heb bedacht heeft gewerkt.
Maar nu realiseer ik me mijn fout. Ik heb geen vervolg. Jij wacht op mijn opdracht. En ik heb geen flauw idee wat ik je kan laten doen.
Je kijkt naar me, en je verwacht duidelijk dat ik iets doe. Iets zeg. Maar wat?
Mijn twijfels zijn er weer. De twijfel die ik ook al tegen Jim heb geuit, maar die hij wegwuifde. Hij was er zo van overtuigd dat ik dit kan. Ik wil het ook. Ik wil hem niet teleurstellen … nee, jou. Ik wil jou niet teleurstellen.
Ik moet je een opdracht geven. Je iets laten doen. Je laten merken dat ik de controle heb.

Het duurt te lang. Veel te lang. Uiteindelijk ben jij het die de stilte doorbreekt.
“Dus, heeft U een opdracht, Meester?”
Je stem is nog onderdanig. Maar in je ogen … ik zie die glinstering weer. De glinstering die ik ook gisteren zag, toen je het tegen Jim opnam, Die glinstering waar ik zo van hou, maar die ik toch nu niet wil zien. Hij is nog niet sterk, maar hij is er wel.
Ik bekijk je. Je staat daar nog altijd. Je blik nog steeds omlaag. Je borst en je benen nog altijd vies van de koffie die ik eerder tegen je aan gooide. Je staat pal naast de plas koffie op de grond, op de plek waar je eerst stond. Vanuit daar zie ik een spoor van koffievlekken naar de deur en in de gang.
Ik glimlach. Ik weet wat te doen.

“Ja, Christine. Ik denk dat je deze kamer moet schoonmaken. En de gang, en ik neem aan ook de keuken. Je hebt er echt een bende van gemaakt.”
Je aarzelt. Waarom aarzel je? Ik denk terug aan de tips van Jim.
“Wees zeker van jezelf,” had hij gezegd, “laat geen onzekerheid zien. Ze heeft een sterke meester nodig, Ze wil geleid worden door iemand die weet wat goed is voor haar.”
Wees zeker van jezelf. Ik had te lang geaarzeld. En daarna … hoe ik het had gezegd. “Ik denk”. Waarom had ik die woorden gekozen?

Je kijkt op. Je kijkt niet meer naar je tenen. Je kijkt mij aan. En ik verdrink opnieuw in je ogen. Ze zijn zo mooi. De spiegels naar je ziel, naar jouw prachtige geest. Ik wil enkel in die ogen staren, en je vertellen hoe mooi je bent.
Ik heb te lang getwijfeld. Ik had moeten …
Te laat. Ik zie dat je lippen zich tot een glimlach krullen. Ik zie je ogen nog meer oplichten.

“Maar Meester,” zeg je braafjes, “dat is uw koffie. Misschien wilt u die nog?”
“Hè? Wat? Ik? Gemorste koffie? Waarom zou ik die willen?”
“Dat weet ik niet, meester.”
“Maar waarom denk je dan dat ik het wil?”
“Ik wil gewoon niet nog meer aannames maken, heer. Je zei me dat niet te doen.”
Ik zucht.
“Ja. Dat zei ik inderdaad. Maar dan zal ik je nu vertellen, ik wil die koffie niet meer. Hij ligt op de grond. Ik wil hem niet.”
“Bedankt voor de uitleg, heer. Heel verhelderend.”
“Pas op je woorden, Christine. Ik wil niet dat je zo tegen me praat!”
“¿Prefieres que hable en español, señor?”
“Nee, natuurlijk niet. Geen Spaans praten!”
“Le français serait-il meilleur, monsieur?”
“Stop daarmee! Gewoon Nederlands, graag!”
“Als je het zo vriendelijk vraagt …”
“En doe wat ik je zeg!”
“Jawel, heer. Ik spreek Nederlands, zoals je zei, heer.”

Ik kreun. Het valt me nu pas op dat je me geen meester meer noemt. Ik weet dat dat geen vergissing was. Je deed dat expres, als test. Ik had direct moeten reageren. Maar dat heb ik niet gedaan. Je testte me, en ik heb gefaald. Nu weet je dat ik niet de sterke meester ben die ik voor je wil zijn.
Stiekem bewonder ik je moed. Ik vind het geweldig dat je het tegen me op durft te nemen. Maar toch moet ik dit in de kiem smoren. Ik moet doen alsof ik boos ben.
“En spreek me aan met Meester!”
“Ja, meester.”
Je zegt het, maar je meent het niet. Ik hoor het in je stem. Ik zie het in je ogen. Het respect dat je een paar minuten geleden voor me had is weer weg. Je weet dat ik je niet de baas ben.

Schoonmaken

Ik haal diep adem. Dan wijs ik naar het koffiespoor dat over de vloer loopt, naar de deur, en dan de gang in.
“Dus, Christine. Vertel mij eens, wat is dat?”
“Het is koffie, meester.”
“Waarom is het daar?”
“U heeft het daar neergegooid, meester.”
“En dat spoor? Hoe is die koffie daar gekomen?”
“U heeft mij met koffie besmeurd, meester, en me daarna opgedragen om naar de keuken te gaan en weer terug te komen.”
“Probeer je soms te zeggen dat het mijn schuld is dat de vloer vies is?”
“Oh, nee, heer. Sorry, nee ‘meester’. Zoiets zou ik nooit durven zeggen.”
Maar ik kijk in je ogen, en ik weet, weet gewoon, dat je in gedachten toevoegt: “maar ik maakte het zeker wel duidelijk, en dat zou ik ook direct weer doen.”
En ik weet dat ik deze strijd verloren heb. Wat ik nu ook maar zeg, het maakt alleen maar verder duidelijk dat ik weet dat jij hebt gewonnen, en dat jij weet dat ik dat weet.

Maar een verloren strijd is niet een verloren oorlog. Ik moet een manier vinden om jou weer onderdanig te krijgen. En het enige dat ik op dit moment kan bedenken is om je in elk geval te laten doen wat ik je hebt gezegd dat je moet doen.
“Het doet er ook niet toe. Zolang je het maar schoonmaakt.”
“Maar waarom nu, meester? Ik kan dat later doen. Jij bent hier alleen maar vandaag en morgen. Wil je geen andere dingen doen?”
“Wat voor dingen?” vraag ik, en bijt dan op mijn tong omdat ik me besef dat dit het verkeerde antwoord was.
“Ohhh, ik kan je op zoveel manieren dienen. Mijn mond, mijn kut, mijn kont, ze zijn allemaal voor jou, om te gebruiken zoals je maar wil, meester.”
“En je handen dan? Zijn die ook voor mij, om te gebruiken zoals ik dat wil?”
“Oh, ja! Ja, meester. Bedankt, meester!”

Je stapt op me af, en steekt je handen al uit naar mijn slappe penis.
“STOP!” schreeuw ik.
Je bevriest waar je staat.
Ik denk terug aan wat Jim zei. Een situatie zoals deze … ik weet zeker dat hij je nu op zijn minst in je gezicht zou slaan. Ik probeer mezelf ertoe te brengen om dat ook te doen, maar ik kan het niet. Ik hoop maar dat je niet hebt gezien dat ik mijn hand ophef en dan weer laat zakken.
“Je zou je handen gebruiken zoals ik dat wil. En wat ik op dit moment wil, is dat jij die kleine handjes van jou gebruikt om. De. Verdomde. Vloer. SCHOON TE MAKEN!!!”
“J … jawel, Meester.”

Je laat je op handen en knieën vallen en begint de koffie met je blote handen uit te smeren. De bende wordt er alleen maar erger door. Ik wacht een minuut of twee, voordat ik spottend lach:
“Het wordt er zo echt niet schoner op, dom wichtje. Heb je er niet bij stil gestaan om schoonmaak spullen te gebruiken?”
“Meester? U gaf geen opdracht om iets te gebruiken?”
“Ik zei dat je de vloer moest schoonmaken. Je bent nu niet aan het schoonmaken. Je bent nu koffie over de vloer aan het smeren. Dus hup, haal wat je nodig hebt, en ga dan schoonmaken.”

Je staat op en loopt de kamer uit. Nog altijd bloot. Nog altijd vies, waardoor je zelfs nog meer koffievlekken maakt waar je loopt. Ik volg je, zonder de moeite te nemen om iets aan te doen. Als ik langs de deur naar de woonkamer loop, zie ik Jim. Hij zit in een makkelijke stoel een boek te lezen. Hij kijkt me aan en trekt een wenkbrauw op, een stille vraag. Ik knik om aan te geven dat alles goed gaat, en dat ik geen hulp nodig heb.
Ik weet dat dat niet helemaal waar is. Maar ik denk nog steeds dat ik mezelf ertoe kan brengen om te doen wat ik Jim beloofd heb. Mezelf beloofd heb. Ik wil geen hulp van hem. Nog niet, in elk geval.

Ik vind je in de keuken. Je hebt nu een vochtig doekje, waarmee je de vloer vóór je schoonmaakt, en naast je staat een emmer met zeepsop. Langzaam maar zeker kruip je over de vloer, centimeter voor centimeter, en je veegt zorgvuldig alle vlekken weg voordat je verder kruipt. Ik glimlach als ik zie hoe goed je je best doet om dit perfect te doen.

Ik blijf daar niet naar je kijken. Je bent nog altijd prachtig. Ik wil naar je blijven kijken. Verdorie, ik zou in en in gelukkig kunnen zijn door enkel maar de hele dag naar je heerlijke lijf te kijken. Maar hier blijven, toekijken hoe jij de vloer schrobt, dat zou een verkeerd signaal sturen. Ik heb het al eerder verprutst. Ik kan me niet nog meer fouten veroorloven. Je verdient het dat ik in elk geval zo goed mogelijk mijn best doe.

Het duurt lang voordat je eindelijk in je kamer bent. Ik wacht, in stilte, tot je alle vlekken hebt schoongemaakt en de grote plas koffie hebt opgeveegd. Je spoelt het doekje nog eens uit, pakt de scherven van de kapotte mok, en veegt nog een laatste keer over de nu smetteloze vloer. Dan gooi je het doekje in de emmer, heft je bovenlijf op, en gaat weer vóór me zitten, je knieën in een lichte spreidstand op de vloer, je handen op je knieën, je rug recht, je gezicht omlaag. Een positie die volgens de uitleg van Jim aangeeft dat je gehoorzaam en geduldig op je volgende opdracht wacht.

“Heb je alles schoon gemaakt, zoals ik heb bevolen?”
“Ja, Meester.”
“Niet …”
Ik wacht even, en kijk naar je gezicht. Je bent verrast en onzeker over wat ik ga zeggen, en waarom ik boos klink.
“… liegen!”
“Meester?”
Ik wijs achter je.
“Kijk!”

Je kijkt en ziet nu de nieuwe koffievlekken, achtergelaten door de koffie die nog aan je benen zit.
“Dat is niet schoon.”
“N … nee. Nee, Meester. Dat is het niet. Het spijt me.”
“Waarom is het niet schoon?”
“Omdat ik er overheen kroop nadat ik het had schoongemaakt, Meester?”
“En waarom werd de vloer daar vies door?”
“Omdat ik een vies meisje ben, Meester?”
“Ja. Inderdaad, een vies meisje. En je verwacht toch niet dat ik in het gezelschap van een vies meisje wil zijn, of wel soms?”
“Nee, Meester. Het spijt me dat ik vies ben, Meester.”
“Juist. Heel terecht.”

Ik wacht. In stilte. Kijk naar je. Een strenge blik. Je kijkt heel even terug en slaat dan je blik neer.
Er gaat een minuut voorbij. Dan nog een minuut. Ik trek mijn wenkbrauw op, in de wetenschap dat je dat ziet, ondanks je neergeslagen blik.
“Meester?”
“Ben je al schoon?”
“N … Nee, Meester. Dat ben ik niet. U heeft me geen opdracht gegeven om mezelf schoon te maken.”
“Dus dan heb je gelogen?”
“Nooit, Meester!”
“Verwacht je dat ik bij een vieze slavin wil zijn?”
“Nee, Meester.”
“Ben jij een vieze slavin?”
“Ja, Meester.”
“Dus wat verwacht je dan?”

Ik zie je moeizaam slikken. Ik vind het zo naar dat ik je dit aandoe. Ook al weet ik dat je van nature onderdanig bent, ook al weet ik dat jij gedomineerd en overheerst wil worden, dan nog voel ik me er slecht onder om dit te doen. En ik voel me zelfs nog slechter als ik merk dat, als ik echt eerlijk ben, ik toe moet geven dat een deel van me meer en meer geniet van de spelletjes die ik met je speel, ervan geniet om je te kwellen met onmogelijke en tegenstrijdige opdrachten.

“Ik verwacht dat u niet bij me wil zijn, Meester,” fluister je, haast onhoorbaar, “of misschien, als ik geluk heb, mag ik erop hopen dat u me zal opdragen me schoon te maken, zodat ik aan uw verwachtingen kan voldoen.”
“Eindelijk een goed idee. Ik wist wel dat je het in je hebt. Ja, schat. Ga je schoonmaken.”
“Ja, Meester. Dank u, Meester.”
En met die woorden draai je je om om de kamer uit te gaan.

“Wacht.”
Ik verhef mijn stem niet eens. En toch sta je direct stokstijf stil.
“Ja, Meester?”
“Heb ik gezegd dat je kan gaan?”
“Nee, Meester.”
“Dus? Waar wilde je naar toe?”
“Naar …,”

Je aarzelt. Het verheugt me te merken dat je de tijd neemt om je woorden te kiezen. Je hebt intussen duidelijk in de gaten dat ik elk verkeerd woord tegen je zal gebruiken.
“Ik ging mezelf schoon maken?”
“Oh? En waar denk je dat je naartoe moet gaan, voor dat schoonmaken?”
“Naar de douche, Meester?”
“De douche?” vraag ik, terwijl ik doe alsof ik verrast bent, “Ik kan me niet herinneren dat ik je douche privileges heb gegeven?”
“M … Meester?”
Ik wijs op de emmer met het intussen afgekoelde water en het vieze doekje.
“Als het goed genoeg is voor de vloer, dan is het toch zeker ook goed genoeg voor jou?” zeg ik minachtend.
“Oh, ja. Ja, natuurlijk, Meester. Ik zal het direct doen, Meester.”

Ik kijk toe hoe jij probeert jezelf zo goed mogelijk schoon te maken met het vieze sop. Normaal zou ik volop genieten van de sierlijke bewegingen van je heerlijke lijf. Maar nu kan ik dat niet. Ik word te veel afgeleid door de gedachte aan wat ik hierna van plan ben. Ik wil het niet. Maar ik weet dat Jim gelijk heeft. Als ik van je hou, dan moet ik dit doen. Dan moet ik mezelf dwingen om dit voor jou te doen.

Terwijl jij jezelf wast, zie ik Jim in de deuropening staan. Jij ziet hem ook. Hij kijkt hoe ik geduldig op het bed zit toe te kijken hoe jij probeert de ergste koffievlekken van je lijf te wassen, met water dat haast nog viezer is dan jij bent. Maar hij zegt er niks over.
“Hoe gaat het hier, P.D.?” vraagt hij.
“Alles is in orde, Jim. Er was even een incidentje met wat gemorste koffie, maar zoals je ziet heeft Christine het onder controle.”
“Goed. Heb je het naar je zin, lieverd?”
Jij kijkt naar mij, dan naar Jim, dan weer naar mij. De twijfel staat op je gezicht geschreven.
“Het is oké, je mag Jim antwoord geven,” stel ik je gerust, “Ga je gang, lieverd, vertel Jim of je het naar je zin hebt?”
Ik leg extra nadruk op zijn naam.
“Ja, Meester,” fluister je.
En dan, naar Jim toe:
“Ja, ik heb het naar mijn zin.”

Het blijft stil. Jim kijkt verrast en een beetje geshockeerd. Jij kijkt me haast smekend aan. Maar ik kijk streng.
“Ik heb het naar mijn zin … en dan?”
Ik kijk Jim strak aan. Ik zie dat hij het begrijpt.
“Ik heb het naar mijn zin, …” je stem is nu haast niet te verstaan, “Jim.”
Ik zie hoe Jim’s wenkbrauw verder omhoog schiet dan ik voor mogelijk had gehouden, terwijl hij zachtjes grinnikt. Maar dan buigt hij zich naar je toe en fluistert, hard genoeg dat ik het kan horen: “Hier hebben we het nog wel over als onze gast weer weg is.”
En dan keert hij zich met een glimlach naar mij.
“Ik merk dat je het prima doet, P.D. Ik ga weer naar de woonkamer. Ik hoor het wel als je me nodig hebt.”

“Ben ik nu schoon genoeg voor U, Meester?” vraag je, met een blik die smeekt om goedkeuring.
“Ja, ja, goed genoeg. Brave meid,” antwoord ik afwezig.
“Alstublieft, Meester, mag ik Uw toestemming om een nieuw sopje te maken om de vloer weer schoon te maken? Ik wil Uw vloer niet opnieuw besmeuren met de vlekken van dit vieze meisje.”
“Nu niet, Christine. De vloer kan wel wachten. Ik wil dat je nu naar Jim’s kelder gaat en het slaghout voor me ophaalt.

Kantelpunt

Terwijl ik op je wacht, pak ik het voorwerp dat ik eerder uit de keuken heb gehaald en onder het laken heb verstopt. Ik kijk ernaar en huiver. Zal ik het moeten gebruiken? Zal ik dat kunnen?
En als ik het gebruik, zal ik dan …
Ik huiver.
Zal ik mezelf kunnen beheersen?
Ik verstop het voorwerp snel weer onder het laken als ik je voetstappen hoor.

Je komt de kamer weer in. Opnieuw kan ik niet anders dan genieten van je enorme schoonheid. Ik wil je zo graag in mijn armen nemen, je zoenen, je strelen, je vertellen hoe mooi je bent, en dan teder de liefde met je bedrijven, als de gelijken die we naar mijn mening zijn.
Maar dat kan niet. Dat moet ik niet doen. Niet nu.

Je reikt me het slaghout aan, en ik pak hem van je over. Ik bekijk het aandachtig. Mijn gedachten duizelen. Gaat het me echt lukken om dit op jou te gebruiken? Om je te slaan, om je kont rood te laten kleuren, om je te laten kermen van de pijn, tot je me smeekt om te stoppen? Of juist om door te gaan?
Ik voel het gewicht van het slaghout in mijn handen. Voel hoe de greep in mijn hand ligt, voel de harde houten structuur van het andere uiteinde.

Je kijkt me aan, en het lijkt alsof je de twijfels in mijn hoofd kan lezen. Ik zie opnieuw die twinkeling in je ogen, terwijl je me van boven tot onder bekijkt.
“Wel, Meester? U heeft het slaghout. Bent U al achter wat U ermee kan doen?”
Ik ben nog op zoek naar het beste antwoord, maar jij lost je volgende schot al.
“Die kant,” wijs je, “is waar U hem vasthoudt, Meester.”
Ik open mijn mond, wil je zeggen dat ik dat weet, maar klap hem dan dicht omdat ik besef dat jij dat heus wel weet.
“En dan laat U die kant heel snel bewegen, en tegen een oppervlak komen. Hier, bijvoorbeeld.”
En met die woorden keer je mij je achterkant toe, en wiegt met je schattige kontje.
“Als U dat kan, uiteraard. Kunt U het, Meester P.D.?”

“Stil, wicht!” beveel ik.
Ik weet dat ik faal. Alweer. Ik probeer me het advies van Jim te herinneren. “Ze is onderdanig. Maar dat betekent niet dat ze zich aan iedereen geeft. Ze heeft een sterke dominant nodig om haar te sturen. Als je je kracht niet toont, dan kom je nergens. Je zal haar moeten laten zien dat jij de baas bent.”
Tsja. Dat is dus al mislukt. En ik weet dat ik mijn autoriteit niet terug kan krijgen door je te slaan. Ik moet … ik moet wel …
Ik zucht.

Ik zie dat jij je mond opent, klaar voor een opmerking over mijn zucht. Maar dan sluit je hem weer, omdat je je mijn laatste opdracht herinnert. Een klein deel van mijn brein is opeens enorm nieuwsgierig wat je had willen zeggen. Maar ik maan dat deel van mijn brein tot stilte. Ik moet bewijzen dat ik je de baas ben. Ik moet nu …
Mijn vrije hand reikt onder het laken, en vindt wat ik nodig heb.

Het slaghout valt met een klaterend geluid op de vloer als mijn linkerhand je bij de keel grijpt, en ik je tegen de muur duw. Mijn rechterhand flitst onder het laken vandaan, en ik hou het vleesmes vlak voor je ogen. Ik beweeg het een beetje, van links naar rechts en weer terug. Je ogen volgen elke beweging van het puntje van het mes, terwijl je gezicht verbleekt.
“Nu moet je heel goed luisteren, jongedame. Het lijkt erop dat jij je plaats niet meer weet. Ik denk dat je een geheugensteun nodig hebt.”
Met mijn linkerhand voel ik je keel uitzetten als je slikt, en dan geef je me een heel klein knikje, om aan te geven dat je me begrijpt.

Ik laat mijn rechterhand met het mes zakken, tot ik ter hoogte van je borsten ben. Met het mes losjes in mijn hand zet ik het puntje tegen je huid, tegen je borstbeen. Ik probeer mijn hand stil te houden, maar hij trilt toch nog een beetje.
“Je moet weten, ik ben niet zoals Jim,” zeg ik, terwijl ik probeer het te laten klinken als gewone conversatie, “ik heb niet zijn vele uren oefening, ik heb niet zoveel controle als hij. Dus ik hou gewoon mijn hand stil, en ik stel voor dat jij hetzelfde doet met je lijf. Het zou echt zonde zijn om jouw prachtige huidje te beschadigen, toch?”
Ik zie een rilling door je lijf gaan, maar dan hou je je weer stil.
“Ik stelde een vraag, wicht!” roep ik, terwijl ik het mes wat hoger til en het nu slechts millimeters voor je keel hou.
“Het spijt me Meester,” piep je, “U heeft gelijk, Meester. Dat zou zonde zijn, Meester.”
“Misschien doe ik het sowieso wel,” mompel ik zachtjes, terwijl ik het mes van je keel weer omlaag beweeg, naar je borstbeen, waarbij ik ervoor zorg dat het puntje je heel lichtjes raakt. Je huivert nogmaals.
“Als dat Meester’s wens is,” antwoord je gehoorzaam.

Ik voel de adrenaline door mijn aderen pompen, als ik me besef dat jij het inderdaad zou toelaten dat ik je snij, als ik dat wil. Al mijn wensen zijn jouw bevel. Totaal. Zonder grenzen. Ik heb me nog nooit zo machtig gevoeld, zo sterk.
Ik schrik ervan dat ik hiervan geniet. Was ik niet altijd de grote pleitbezorger van vrijwilligheid? Ik was toch altijd zo fel gekant tegen elke vorm van dwang? En toch merk ik dat ik nu geniet van de kick die het me geeft dat ik het meisje waar ik zo ontzettend van hou met een mes bedreig.

“Nee,” zeg ik traag, “nee, ik wens je niet te beschadigen. Maar misschien heb ik geen keuze, als je je niet gedraagt als de brave meid die je moet zijn.”
“Ik zal braaf zijn, Meester,” fluister je gehoorzaam.
Waarom voel ik opeens de aandrang om je te snijden, al is het maar een beetje? Waarom voelt het zo goed om je op deze manier te onderwerpen?
Ik verzet me tegen het verlangen, verzet me tegen mijn twijfels.

“Goed zo,” zeg ik.
Mijn linkerhand laat je keel los, maar je blijft stokstijf staan waar je staat, je terdege bewust van het mes dat nog altijd tegen je borst drukt. Ik weet dat ik het mes alleen maar losjes tussen mijn vingers hou, maar jij weet dat niet. Je durft het niet aan om je naar voren te bewegen. En je kan geen enkele andere kant op.
“Dit is wat jij nu gaat doen,” zeg ik, terwijl ik het mes nu stevig met twee handen vast pak en een stap naar achteren doe, met het mes nog steeds op jou gericht.
“Jij gaat met heel langzame bewegingen dat slaghout oprapen en aan mij aangeven. Daarna ga je op handen en knieën op het bed zitten. En daarna ga je me vragen, nee zelfs smeken, om je op je kont te meppen.”
Je knikt, en zet je in beweging, maar bevriest weer als ik het mes voor je lijf langs zwaai.
“Als ik het zeg,” voeg ik toe, met mijn meest dreigende stem.
“Ja, Meester.”
“Zijn mijn instructies duidelijk?”
“Ja, Meester.”
“Goed zo,” zeg ik, terwijl ik het mes wegleg. Ik weet dat ik hem niet meer nodig heb. “Begin dan maar.”

Rood vlees

Ik kijk toe hoe jij langzaam, zonder plotselinge bewegingen, je bukt om het slaghout te pakken, weer overeind komt, mij het slaghout geeft, en dan op handen en knieën op het bed gaat zitten. Zonder dat ik het hoef te zeggen ga jij uit jezelf zo zitten dat ik makkelijk bij je kont kan.
Ik steek mijn hand tussen je benen en voel ruw aan je kut.
“Verdorie, wat ben je nat, Christine!”
“Inderdaad, Meester. Ik hoop dat Meester het fijn vindt?”
“Zeker,” antwoord ik, terwijl ik mijn duim bij je naar binnen duw en dan een beetje draai.
“Oooohhh. Zo lekker, Meester.”
Direct haal ik mijn duim terug.
“Hou je in, wicht. Het gaat hier niet om jouw plezier.”
“Het spijt me, Meester!”

Ik weet dat ik het nu moet doen. Er komt geen beter moment. Ik werk al de hele tijd naar dit moment toe. Als ik het nu niet doe, dan gebeurt het niet meer. En dan zal Jim weten, en zal jij weten, en zal ik zelf weten, dat ik niet genoeg van je hou om mezelf te overwinnen.
Ik moet je …
Flats!!!

Ik heb het gedaan, ik heb het echt gedaan! Ik heb je met het slaghout op je kont geslagen.
Ik kijk naar je. Jij kijkt naar mij. Verrast? Teleurgesteld?
En dan … begin je te lachen?
Waarom moet je lachen nu ik je heb geslagen? Is het niet de bedoeling dat je het uitschreeuwt van de pijn?

“Waarom moet je lachen?”
“Oh, het spijt me, Meester. Maar dat … dat was echt geen harde klap, weet je. Ik vind het lief wat je probeert te doen, maar je moet me wel slaan alsof je het meent.”
“Ik … Ik heb …”
Ik slik mijn woorden in. Je hebt gelijk. Ik dacht dat ik je hard genoeg sloeg, maar ik heb niet mijn volle kracht gebruikt.
“Oké, ik had je harder kunnen slaan. Maar dat is nog geen reden om me uit te lachen.”
“U heeft gelijk, Meester. Het spijt me, Meester.”
“Wat denk je zelf dat een goede straf zou zijn, Christine?”
“Ik denk dat ik zwaar gestraft moet worden, Meester. Meer dan met een slaghout kan. Ik denk dat we Meester Jim moeten vragen om mij met de zweep te slaan, zoals hij bij U heeft gedaan.”

Ik blijf stokstijf stil staan. Ik zie dat je schrikt, en dan verschijnt er angst in je ogen.
Ik zucht. Diep. En dan spreek ik, extreem langzaam, zodat ik met elke lettergreep de spanning verder opbouw.
“Denk jij …”
Ik veeg met de achterkant van mijn hand over je wang.
“… nu echt …”
Ik grijp je bij je haren.
“… dat ik Jim nodig heb …”
Ik trek je hoofd met kracht omhoog.
“… om jou te straffen?”
“Nee Heer … Meester! Nee, dat denk ik niet.”
FLATS!!!
“AUW! Bedankt, Meester. Dat verdiende ik.”

Mijn hand trilt. Mijn gedachten gaan wild tekeer. Ik haat mezelf. Ik raakte de controle kwijt. Jouw suggestie dat alleen Jim in staat is je fatsoenlijk te straffen raakt me hard. Harder dan ik voor mogelijk had gehouden. Heel even was ik kwaad op je, echt kwaad.
Ik denk terug aan Jim’s woorden. “Ze zal je uitdagen. Ze zal je kwaad maken. Gebruik die woede. Maar let op. Laat die woede niet jou gebruiken.”
Ik heb gefaald. Alweer. Ik was de controle kwijt geraakt.
Ik haar een paar keer langzaam en diep adem, om tot rust te komen.

Jij verbreekt de stilte.
“U heeft gelijk, Meester. U heeft geen hulp nodig om mij te straffen. U bent toch wel uit het juiste hout gesneden.”
Mijn woede flakkert weer op. Zelfs in je excuus herinner je me er aan dat je aan me twijfelde.
Waarom word ik daar zo kwaad van? Ik twijfelde de hele tijd aan mezelf. Ik weet het nog steeds niet echt zeker. Het is me immers alleen nog maar gelukt om je echt goed te slaan toen ik zo kwaad was dat ik de controle kwijt was. Ik ben een slechte meester. Maar dat wil ik tegenover jou niet toegeven. Ik wil mijn zwakte niet laten zien.
En dus probeer ik een dreigende grijns te tonen.
“En ik ben nog niet klaar met jou.”

Ik herinner mezelf er aan dat jij dit wil. Dat je het nodig hebt. En dat ik dit moet doen, voor jou.
FLATS!
Ik sla zo hard ik als kan. Ik zie het vlees op je billen natrillen na de klap. Maar ik hoor geen kreetje. En ik weet dat ik, al heb ik het geprobeerd, ik er weer niet in ben geslaagd om mijn volledige kracht er in te leggen.
FLATS!
Weer een klap, en nu kerm je zachtjes.

Ik besef me dat ik nog één ding moet doen voordat ik door kan gaan. En dus hou ik mijn gezicht vlak bij het jouwe.
“Asperge,” sis ik.
“Je … je kent mijn stopwoord?”
“Jim heeft het me verteld. Ik zal het in acht nemen.”
En dan kom ik overeind en til het slaghout weer op.
FLATS!

Je keert je gezicht naar me toe. Ik zie teleurstelling. En dan een glinstering in je ogen, en er lijkt zich een nieuwe vastberadenheid van je meester te maken.
“Als dat alles is wat je kan,” zeg je spottend, “waarom dan de moeite doen om me een stopwoord te geven? Die zal ik zo echt niet nodig hebben.”
Ik hef het slaghout weer op, maar aarzel dan.
“Was die ene klap van zonet enkel een ongelukje?”
Ik voel dat mijn mond open gaat en dan weer sluit. Ik wil iets zeggen. Moet iets zeggen.
“Viel het slaghout soms uit je handen? Was het alleen maar zo hard door de hulp van de zwaartekracht?”
“Jij … jij …”
“Want ik zweer je, ik denk dat ik meer zou voelen als je hem gewoon omhoog gooit en op me laat vallen.”

Ik voel de woede in me opborrelen.
Gebruik die woede. Laat die woede niet jou gebruiken.
FLATS!!!
“Auw!”
Je lijf krimpt ineen. Ik zie een rode veeg op je bil, op de plek waar ik je heb geraakt.
“Dank U, Meester. Deze voelde ik wel, Meester.”
Mij woede groeit doordat je me blijft herinneren dat het me niet lukt om je genoeg pijn te doen.
FLATS!!!
“Dank … U … Meester.”

Ik voel opnieuw een gevoel van macht door mijn lijf stromen, nu ik merk dat het je moeite kost om dit te zeggen. Het is gelukt. Ik heb je eindelijk echt pijn gedaan. Heb je laten worstelen om in te ademen, worstelen om te spreken. Het is geweldig, hoe goed dit voelt.
Geweldig? Goed?
Wat ben ik? Wat ben ik geworden?
Ik wil niet zo zijn. Ik wil hier niet van genieten.
En toch …

Nog één klap, vertel ik mezelf. Nog één klap, om er zeker van te zijn dat ik het goed heb gedaan.
Flats!
Een zwakke. Ik weet het. Op het moment dat ik je raak, weet ik al dat ik niet genoeg kracht heb gezet. Mijn twijfel heeft me weer tegen gehouden.
Je giechelt.
“Wat is dat, Meester? Gaan we kietelen?”
FLATS!
“Sorry, Meester, maar dat gaat niet werken. Ik ben totaal niet kietelig.”
FLATS!

Er borrelt weer woede in me op, en ik probeer die te sturen, probeer die te gebruiken. Maar tegelijk zie ik dat je billen nu diep rood zijn, en weet ik dat je nu net zoveel pijn moet hebben als ik gisteren had. En terwijl ik toen haast in huilen was uitgebarsten, zit jij gewoon te lachen en me uit te dagen.
Ik wordt daar kwaad van, maar tegelijk voel ik de trots opwellen in mijn hart. Trots, dat jij zo’n held bent, trots dat jij dit alles kan verdragen, uit liefde voor mij.
En dan voel ik schaamte, omdat het me niet lukt om die laatste horde te nemen, waardoor ik me nog steeds inhou. De angst dat ik je te veel pijn doe. Dat ik je kwaad doe.

En dan vind jij de woorden die me eindelijk over de drempel duwen.
“Meester, als dat alles is wat U kan, dan begrijp ik nu waarom Uw vrouw U heeft verlaten.”
Opeens wordt het me rood voor de ogen. De wereld trekt samen, ik zie enkel nog jouw kont, en die wil ik pijn doen.
Gebruik je woede. Laat je woede niet jou gebruiken.
Ik focus mijn mentale kracht om in elk geval nog een beetje controle te bewaren, terwijl ik mijn hand optil en omlaag beweeg, en dan nog eens en nog eens en nog eens.
FLATS!!! FLATS!!! FLATS!!! FLATS!!! FLATS!!!

Ik hoor je jammeren van de pijn, telkens als het slaghout het dieprode vlees van je billen raakt. Ik zie je lijf na elke klap ongecontroleerd schokken. En ik voel hoe het bloed door mijn aderen stroomt, voel de adrenaline in mijn brein, voel het genot dan de macht te hebben, sterker te zijn, jouw je plaats te wijzen nadat je me hebt uitgedaagd.
FLATS!!! FLATS!! FLATS!
Een klein stemmetje in mijn achterhoofd zegt me dat ik nu moet stoppen. En op één of andere manier luister ik daarnaar, ondanks het genot dat ik nog steeds voel bij elke slag. Ik laat het slaghout vallen en mijn blik wordt weer helder. Ik zie diep paarse plekken op je kont, en zelfs een paar blaren.
En daaronder zie ik je kut, waar het geil letterlijk uit loopt.

Mijn bloed stroomt omlaag, naar mijn kruis. Mijn pik ontwaakt. Ik wil je. Ik wil je neuken, je gebruiken, misbruik van je maken. Het maakt me niets meer uit wat jij wil.
En dus grijp ik je heupen vast, en dan trek ik je ruw naar me toe. Ik zet mijn pik tegen je natte kut en duw hem dan helemaal naar binnen, in één snelle beweging. En ik stop niet tot ik er helemaal in zit, zonder me er druk over te maken of dat je baarmoederhals bezeert. Dan trek ik me terug, en ram hem opnieuw naar binnen. En nog eens.
“Gebruik me, Meester!” kreun jij.
“Ja, ik gebruik je. Gebruik je, als de kut die je bent. Laat me klaarkomen, sletje!”
Ik blijf in en uit je rammen, zonder dat ik me druk maak over … nee, verdomme, ik geniet zelfs van jouw kreten van pijn, elke keer als mijn lijf hard tegen je gewonde reet klapt.
Het kost maar enkele stoten, en dan spuit ik mijn ballen in je leeg.

Ik trek me terug. Mijn sperma loopt uit je kut. Mijn pik zit ónder mijn sperma en jouw kutgeil.
“Keer je om!” beveel ik, “en maak me schoon.”
“Ja, Meester,” kreun jij.
Je draait je om op het bed en likt me schoon. Eerst mijn ballen, dan de stoppeltjes rond de basis van mijn lul, en ten slotte mijn slappe pik. Tot mijn verbazing stroomt er weer bloed omlaag als je langs mijn hele lengte likt. Tegen de tijd dat je de buitenkant schoon hebt, is hij alweer bijna stijf. Je trekt mijn voorhuid terug en likt mijn eikel.
“Pijp me.”
“Ja, Meester.”

Je doet je mond open, maar voordat je zelfs maar kan beginnen me te pijpen, duw ik mijn pik zonder pardon naar binnen. Helemaal, tot ik je keelopening raak. Je kokhalst en sputtert, maar dat maakt me niet uit. Ik grijp je haren vast met mijn handen, zodat je je niet terug kan trekken, en ik merk dat mijn pik direct tot zijn maximale grootte groeit.
Ik trek me weer terug, maar dan stoot ik weer naar voren, hard, zover als ik kan. Ik voel hoe mijn pik in je keelgat binnendringt. Het voelt zo strak, zo ongelooflijk strak. En ik hou je hoofd vast, hou je daar, terwijl ik geniet van de strakke ring om mijn eikel, maar ook van het gevoel van ongelooflijke macht dat ik over je heb.

Eén van jouw handen grijpt mijn pols. Maar je probeert me niet tegen te houden. Je houdt me daar slechts vast, haast teder, terwijl mijn heupen je met kleine bewegingen in je keel neuken, zonder er uit te gaan.
Ik zie dat je gezicht rood aanloopt. Maar ik stop niet. Je gezicht wordt nog dieper rood. Ik stop nog steeds niet. Ik zie een smekende blik in je ogen, en ik voel me dronken van macht terwijl ik je keel blijf gebruiken voor mijn plezier.

En dan valt je hand krachteloos van mijn pols af, en ik trek me direct terug. Een gorgelend geluid, als jij naar ademt snakt. Het snot loopt uit je neus, je ogen zijn nat, maar nog voordat de kleur van je gezicht weer normaal is, ram ik hem weer naar binnen.
Deze keer blijf ik niet in je keel tot je opnieuw dreigt flauw te vallen. Ik blijf slechts een paar seconden in je keel, trek me dan terug, en weer naar binnen. En ik herhaal dat. Elke keer als ik hem er uit trek, kan je ademen. Mits je snel genoeg bent. Maar ik maak me er niet druk over of je dat ook echt doet. Ik ram hem er gewoon weer in, en jij zal moeten wachten tot je volgende kans.
Je kwijlt en gorgelt. Het snot loopt over je gezicht, dat nu de hele tijd rood blijft. Je keel, rauw door het misbruik waar ik je aan onderwerp, piept bij elke moeizame ademhaling.

“Dit is wat je bent, wicht,” zeg ik, terwijl ik mijn pik weer in je keel ram, “een paar gaten, voor mijn gebruik.”
Je gorgelt, en ik zie dat je met één hand naar je kut gaat, en dat je met jezelf speelt
“Een hoertje, enkel hier om te dienen.”
Ik voel een lichte beweging, als jij je hoofd op en neer beweegt. Niet veel, maar zoveel als je kan met mijn pik nog in je keel gespiest.
“Mijn …”
Ik grijp je haren, en trek je dicht naar me toe, terwijl ik hard naar voren stoot.
“… eigendom!”
En dan hou ik me stil terwijl ik opnieuw klaarkom, en mijn zaad direct je maag in spuit.

Ik trek me terug. Uitgeput. Jij speelt nog steeds met je kut.
“Toestemming … om klaar te komen, Meester?” vraag je schor.
“Toegestaan,” hijg ik.
En terwijl ik uitgeput naast je op het bed val, hoor ik hoe jij ontploft in een enorm orgasme.

Nazorg

Jij stort naast me neer, en ik omarm je en kus je.
“Dat was echt geweldig,” zucht ik.
“Voor mij ook,” hijg jij.
“Je hebt het zo goed gedaan. Je bent zo’n brave meid.”
“Bedankt, Meester.”
“En ik ben zo ontzettend trots op je. Zoals je mijn klappen incasseerde, dat was echt goed.”
“Ik ben ook trots op U, Meester. Het moet echt moeilijk voor U zijn geweest om me zo te slaan.”
“Oh, mag ik nu alsjeblieft weer gewoon P.D. zijn?”
Je kust me.
“Ja, P.D. Ja, dat mag.”

We liggen een tijdje in stilte naast elkaar. Enkel te knuffelen. Ik streel je haren. Jij speelt met de krulletjes op mijn borst.
“Deed je dit omdat Meester Jim je heeft overgehaald?”
Ik knik.
“Hij heeft me uitgelegd dat het egoïstisch was om jou je zweepslagen te ontnemen.”
Je glimlacht.
“Ik weet waarom je het deed. Het was niet egoïstisch.”
“Dat was het inderdaad niet. Maar ik heb ze je wel ontnomen. Jim heeft me uitgelegd dat ik, als ik echt van je hou, me over mijn gevoeligheid heen moest zetten en je helemaal in elkaar moest meppen.”
“En dat is precies wat je gedaan hebt.”
“Met jouw hulp. Het was me niet gelukt als …”
Je drukt een vinger tegen mijn lippen.
“Ssssttt. Dat doet er niet toe. Je hebt het gedaan. Dat is wat telt.”

We liggen een paar minuten in stilte. En dan kus je me.
“Ik kan nog altijd niet geloven dat het je echt gelukt is om dat te doen.”
“Ik ook niet,” geef ik toe.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...