Door: Jefferson
Datum: 09-01-2025 | Cijfer: 8.9 | Gelezen: 5672
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 35 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Stiefbroer, Stiefmoeder, Stiefzus,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 35 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Stiefbroer, Stiefmoeder, Stiefzus,
De Situatie In Het Gooi
Het huis lag verscholen tussen de hoge bomen, waar het herfstlicht door de bladerloze takken scheen en een zacht gouden gloed over de oprijlaan wierp. Binnen in de ruime keuken hing de geur van gestoofde groenten en versgebakken brood, een geur die warmte en huiselijkheid suggereerde. Maar ondanks de perfect gepoetste tegels en de zorgvuldig gedekte tafel voelde de ruimte leeg, alsof iets essentieels ontbrak.
Marleen stond aan het aanrecht, haar handen rustig bewegend terwijl ze een salade husselde. De stilte van de zondagmiddag werd slechts onderbroken door het zachte geritsel van bladeren tegen het raam en het tikken van de klok aan de muur. Haar gedachten dwaalden af, zoals ze de laatste tijd vaak deden. Toen ze zich omdraaide om een schaal te pakken, viel haar blik op een shirt dat nonchalant over een van de stoelen hing. Donkerblauw, simpel, met een lichte vouw alsof het haastig was neergelegd.
Ze bleef even staan, haar hand nog in de lucht. Het was zijn shirt. Een vage, bekende geur van deodorant en iets persoonlijks hing er nog omheen, zo subtiel dat ze het alleen rook omdat ze het herkende. Haar adem stokte onwillekeurig, en een vreemde warmte trok door haar heen. Ze wilde het oppakken, maar haar hand bleef hangen. Een beeld flitste door haar hoofd, ongevraagd, ongepast. Haar wangen werden rood, en met een kleine schok draaide ze zich weer om, haar aandacht dwingend terug naar het eten.
Haar vingers trilden licht terwijl ze de salade afmaakte. Het mes waarmee ze de tomaten sneed, gleed bijna uit haar hand. "Concentreer je, Marleen," mompelde ze zacht tegen zichzelf. Maar de schaamte bleef knagen, als een zachte, maar onverbiddelijke herinnering aan iets wat ze niet onder ogen durfde te zien.
Marleen was altijd een vrouw geweest die anderen bewonderden om haar rust en gratie. Zelfs nu, in de schemering van een herfstachtige zondag, ademde ze een soort kalme elegantie uit terwijl ze door de keuken bewoog. Maar die kalmte was bedrieglijk. Binnenin haar woelde een zee van gedachten en vragen, een onrust die ze zorgvuldig verborgen hield.
Ooit had ze zich een eenvoudig leven voorgesteld. Ze groeide op in een klein dorp, waar het leven overzichtelijk was en dromen niet verder reikten dan een stabiele relatie, een gezin, en een mooi huis. En hoewel ze al die dingen nu had – een prachtig huis in de bossen van het Gooi, twee gezonde dochters, en een huwelijk dat ooit veelbelovend leek – voelde ze zich de laatste jaren steeds verder verwijderd van zichzelf. Wim was een afwezige partner, fysiek én emotioneel. Zijn werk op de boorplatforms gaf hem nauwelijks ruimte om echt deel te nemen aan het leven dat ze samen hadden opgebouwd. In het begin had ze geprobeerd zich aan te passen, zichzelf bezig te houden met het huishouden, vrijwilligerswerk in de bibliotheek, en lange wandelingen door het bos. Maar de eenzaamheid kroop langzaam in haar, zoals vocht dat een muur binnendringt, bijna onmerkbaar totdat het niet meer te negeren is.
Ze streek een lok haar achter haar oor en keek door het raam naar buiten. De bomen wiegden in een lichte wind. Het huis was stil, afgezien van het zachte gebrom van een vaatwasser en het knisperen van het vuur in de open haard. Haar meisjes waren bezig op hun kamers, elk in hun eigen wereld. Ze hield zielsveel van Cindy en Christy, maar zelfs die liefde leek niet genoeg om de leegte te vullen. Hoe lang kon ze dit blijven volhouden? Dit dagelijkse toneelstuk van perfecte huiselijkheid, terwijl ze van binnen steeds meer naar iets verlangde wat ze niet kon benoemen?
Marleen zuchtte en wreef over haar slapen. Ze moest ophouden met zichzelf zo gek te maken. Het eten was bijna klaar, en ze wilde geen scène aan tafel. Dat was de laatste tijd te vaak gebeurd – ongemakkelijke stiltes, geforceerde pogingen tot gesprekken. Ze wilde gezelligheid, warmte. Al voelde het soms alsof dat onmogelijk was in dit huis.
Met een diepe ademhaling wendde ze zich naar de trap die naar boven leidde. "Het eten is klaar!" riep ze, haar stem net hard genoeg om door de gesloten deuren te dringen. De echo van haar woorden vulde de stilte, maar geen antwoord volgde meteen. Ze wist dat ze wel zouden komen. Net als altijd. Maar de routine voelde zwaarder dan normaal, alsof er iets in de lucht hing dat alles verstikte.
Op de bovenste verdieping, in een kamer waar het zachte licht van een bureaulamp de schemering buiten contrasteerde, zat Cindy achter haar laptop. Haar studieboeken lagen open voor haar, maar haar aandacht gleed telkens af. Ze tikte met haar pen op het tafelblad en staarde naar de woorden die ze al minutenlang probeerde te onthouden. Haar blik gleed even naar de muur, alsof ze verwachtte iets te horen. Haar adem stokte onbewust, maar er was niets. Alleen stilte.
"Ja, ik hoorde hem weer," fluisterde ze zacht in haar telefoon, haar stem nauwelijks boven het tikken van haar pen. Aan de andere kant klonken de stemmetjes van Emma en Kim, opgewonden en licht plagerig. "Cindy, je doet net alsof je het vreselijk vindt," giechelde Emma. Kim voegde er grinnikend aan toe: "Ja, kom op, hoe vaak hoor je dat nou? Je woont gewoon in een live show, meid!"
Cindy voelde een blos naar haar wangen trekken. Ze ging rechtop zitten en keek zenuwachtig om zich heen, alsof iemand haar kon horen. "Doe normaal," siste ze terug. "Het is niet grappig. Het is… het is raar. Hij woont hier ook, weet je. En hij denkt vast niet dat iemand het doorheeft." Ze slikte en fluisterde nog zachter, bijna onhoorbaar. "Ik denk dat ik hem nu zelfs hoor…"
Haar vriendinnen schoten in de lach, maar Cindy legde snel een vinger op haar lippen, alsof ze hen kon sussen. Haar maag draaide zich om. Ze wilde niet dat ze zo deden, maar iets in hun reacties maakte het ook moeilijk om te stoppen met praten. "Ik weet niet… het is gewoon ongemakkelijk, oké? Ik wil er niet meer over praten."
"Maar je kijkt wel, of niet?" plaagde Kim, haar stem met een plagerige toon doordrenkt. Cindy's gezicht werd rood, en ze draaide zich abrupt om naar de muur, alsof ze haar schuldgevoel weg kon draaien. "Nee! Natuurlijk niet," mompelde ze scherp, hoewel haar woorden een fractie te laat klonken. Ze had hen nooit verteld wat ze echt had gezien. Wat haar dreef om zo lang te blijven kijken. Wat haar tot nu toe uit haar concentratie hield.
Toen klonk haar moeders stem vanuit beneden: "Het eten is klaar!" Cindy zuchtte diep, haar schouders zakten. "Ik moet gaan," zei ze snel in de telefoon. "Dit gaat weer ongemakkelijk worden." Voor ze kon horen wat haar vriendinnen daarop te zeggen hadden, verbrak ze het gesprek en legde haar telefoon neer. Met tegenzin sloeg ze haar boek dicht, zette de stoel met een harde tik naar achteren, en liep richting de deur. De stilte in huis leek ineens drukkend. Haar ademhaling was te luid in haar oren. Cindy bleef even staan, haar hand op de deurklink. Ze dacht aan wat Kim had gezegd.
Ze had inderdaad gekeken.
Op zolder, in een knusse kamer met schuine wanden en kleine ramen, zat Christy op haar bed met een boek op haar schoot. De pagina's waren opengeslagen, maar ze had al een tijdje niet meer gelezen. Naast haar lag een schetsblok, half bedekt met potloden die ze achteloos had neergelegd. Ze draaide een lok van haar donker haar om haar vinger terwijl ze dromerig over de rand van haar boek naar het lege blad keek.
Haar hand gleed vanzelf naar het potlood en begon zachtjes te bewegen. Eerst een paar eenvoudige lijnen, wat abstracte vormen, maar al snel begonnen de lijnen een herkenbare contour te vormen. Schouders. Een gezicht. Lippen. Ze stopte even, haar hoofd schuin terwijl ze de lijnen bestudeerde. Haar hart sloeg onbewust sneller toen ze besefte wat ze tekende. Of beter gezegd, wie ze tekende. Een lichte warmte trok naar haar wangen, en ze beet zachtjes op haar lip.
"Nee, dit is stom," mompelde ze tegen zichzelf. Ze schoof het schetsblok opzij, alsof het haar beschuldigde. Maar zelfs toen ze het boek weer oppakte, dwaalden haar gedachten terug naar hem. Naar hoe aardig hij altijd was. Hoe hij haar liet lachen, zelfs als ze zich onzeker voelde. Ze glimlachte kort, haar ogen starend naar de ongelezen pagina’s. Maar waarom voelde het anders? Waarom maakte zijn aanwezigheid haar de laatste tijd zo... verward?
Het geluid van haar moeders stem doorbrak haar gedachten: "Het eten is klaar!" Haar glimlach vervaagde onmiddellijk. Ze zuchtte en sloot het boek. De warme trui die over de stoel hing, trok ze haastig over haar hoofd. Hoe gezellig ze zich ook voelde in haar kamer, naar beneden gaan voelde altijd als een breuk met die veiligheid. Ze keek naar zichzelf in de spiegel – haar gezicht, haar haar, de trui die iets te groot was en haar figuur verborg. Het was beter zo. Niemand hoefde te zien hoe... ongemakkelijk ze zich soms voelde.
Ze pakte het schetsblok nog snel op, keek even naar de tekening en sloot het toen resoluut. Met een diepe ademhaling opende ze de deur en liep naar de trap. Halverwege ontmoette ze Cindy in de gang. Even kruisten hun blikken elkaar, en Cindy gaf haar een korte glimlach. Christy glimlachte terug, maar iets in de lucht tussen hen voelde gespannen, alsof beiden iets verborgen hielden.
Toen Cindy verder liep, bleef Christy een moment staan. Ze keek naar de deur van zijn kamer, slechts een paar stappen verderop. Haar hand rustte kort op de leuning, en ze voelde hoe haar hart sneller klopte. Maar ze schudde snel haar hoofd en liep door. "Doe normaal," fluisterde ze tegen zichzelf.
In de halfdonkere kamer, verlicht door het zwakke blauwe schijnsel van een telefoon, lag Juriaan op zijn bed. De dekens waren opzij geschoven, en de lucht in de kamer voelde zwaar, bijna verstikkend van de warmte. Zijn ademhaling was diep en onregelmatig terwijl zijn hand langzaam over zijn erectie gleed. Hij kon niet stoppen, hoe vaak hij zichzelf ook voorhield dat het fout was.
Zijn penis, indrukwekkend groot en met een diepe tint van opwinding, leek bijna te pulseren in zijn greep. De huid glansde licht in het blauwe licht, strak gespannen en met de eikel die donkerrood uitstak boven de schacht. De aders liepen als dunne lijnen over de lengte, en de gedachte aan de verborgen pracht ervan – iets wat niemand wist, maar wat hij zelf nauwelijks kon negeren – bracht een kort gevoel van trots, vermengd met schaamte. Zijn hand bewoog langzaam, bedachtzaam, alsof hij zichzelf niet alleen wilde bevredigen, maar het moment wilde rekken.
Zijn telefoon trilde licht in zijn andere hand, maar hij besteedde er nauwelijks aandacht aan. Op het scherm stond een foto van Emily, het meisje waar hij al jaren stiekem verliefd op was. Haar lach, haar ogen – het beeld bracht hem altijd een gevoel van rust. Maar de laatste tijd was het anders. Zelfs terwijl hij naar haar keek, dwaalden zijn gedachten steeds vaker af naar de meiden in huis.
Cindy, met haar perfecte, porseleinachtige huid en elegante houding. Hoe ze altijd zo zelfverzekerd leek, en toch die ene keer dat hij haar blos had gezien... Of Christy, die zo verlegen was dat hij zich schuldig voelde als hij te lang naar haar keek, maar die de laatste tijd iets in hem losmaakte dat hij niet kon plaatsen. Hij voelde zich een monster, een voyeur in zijn eigen huis. Wat als iemand erachter kwam wat hij dacht? Wat hij deed? Maar hoe kon hij deze gedachten stoppen als zijn lichaam hem steeds weer verraadde?
Hij sloot zijn ogen en probeerde zich weer op Emily te concentreren, maar zelfs toen gleed er een beeld van een ander gezicht door zijn gedachten. Een lichte paniek begon zich op te bouwen, maar zijn hand bleef bewegen, traag en doelgericht, alsof het los stond van zijn wil.
Toen klonk de stem van zijn stiefmoeder vanuit beneden: "Het eten is klaar!" Het geluid schoot door hem heen als een koude douche. Zijn hand stopte abrupt, en hij keek geschrokken om zich heen. Met moeite stopte hij zichzelf weg, zijn erectie nauwelijks verdoezeld in de losse broek die hij haastig aantrok. Zijn gezicht brandde, en hij wist dat de rode kleur niet alleen door de warmte van de kamer kwam.
Met een onhandige beweging gooide hij de dekens over het bed, deed de telefoon in zijn zak en liep naar de deur. Zijn hart klopte nog steeds snel terwijl hij de trap afdaalde, zijn blik naar de vloer gericht. Hij probeerde de gedachte te verdringen dat misschien, heel misschien, iemand iets gehoord had.
De eetkamer was ruim, met een lange houten tafel die altijd iets te groot leek voor het huishouden. De muren waren versierd met zachte kleuren en familiefoto’s, maar het voelde ondanks de warme inrichting vaak kil. Marleen en Cindy zaten al aan tafel, pratend over iets kleins, terwijl Christy stil in haar stoel zat, met haar blik op haar telefoon gericht. Het klonk bijna normaal – het soort gesprek dat je zou verwachten op een rustige zondagavond.
Maar toen Juriaan binnenkwam, veranderde de sfeer meteen. Zijn voetstappen op de houten vloer leken luider dan normaal, alsof de stilte zich in een fractie van een seconde door de kamer had verspreid. Het gelach van Cindy stierf weg. Marleen richtte zich op haar bord, alsof ze zich ineens bewust werd van hoe ze erbij zat. En Christy keek op van haar telefoon, haar blik kort naar hem gericht voordat ze snel wegkeek.
Juriaan was eraan gewend. De laatste tijd leek het alsof zijn aanwezigheid iets met hen deed, iets wat hij niet helemaal begreep. Hij dacht dat het aan hem lag, dat hij op de een of andere manier ongemakkelijk was of een soort spanning bracht die hen uit balans bracht. Maar hij wist niet dat dezelfde spanning zich ook in hen afspeelde – elk van hen met hun eigen gedachten, hun eigen redenen om stil te worden.
Hij schoof zijn stoel naar achteren en ging zitten, zijn blik naar beneden gericht. Zijn hand streek ongemerkt over zijn broek, alsof hij de resten van zijn eerdere schaamte probeerde weg te vegen. Het eten werd uitgeserveerd, en een poging tot een gesprek werd ondernomen. Marleen vroeg Cindy iets over haar studie, en Cindy mompelde een kort antwoord terwijl ze haar blik op haar bord hield. Christy mompelde wat toen haar moeder haar vroeg of ze nog iets getekend had vandaag, maar zelfs dat voelde geforceerd.
Juriaan keek op, zijn blik vluchtig van de een naar de ander glijdend. Cindy zat rechtop, haar blonde bob perfect vallend langs haar gezicht, de schaduwen van het kaarslicht die haar porseleinen huid nog zachter maakten. Haar handen, sierlijk maar gespannen, hielden haar vork net iets te strak vast. Christy zat iets verderop, haar donkere ogen snel afgewend als hij haar kant op keek. De wijde trui die ze droeg leek haar te verbergen, maar zelfs zo kon hij niet anders dan haar schoonheid zien, een soort zachte charme die hem de laatste tijd steeds meer opviel.
En dan was er Marleen. Ze leek net iets te veel aandacht te besteden aan haar bord, alsof ze zichzelf dwingend bezighield. Haar gezicht had iets vermoeid, maar haar ogen glansden in het zachte licht, en de vage geur van haar parfum hing in de lucht. Zelfs zij, met haar halflange kastanjebruine haar en een natuurlijke elegantie, trok zijn aandacht. Het was een gedachte die hij onmiddellijk van zich probeerde af te schudden, maar die toch bleef hangen.
De stilte aan tafel werd zwaar. Ieder probeerde te praten, iets te zeggen dat de ongemakkelijke sfeer kon doorbreken, maar het bleef bij halve zinnen en geforceerde glimlachen. Juriaan nam kleine hapjes, zich er pijnlijk van bewust dat hij de enige was die nauwelijks sprak. Uiteindelijk liet hij zijn blik weer zakken naar zijn bord, zijn gedachten even afdwalend naar hoe vreemd dit alles was. Hij voelde de warmte van hun aanwezigheid, maar ook het gewicht van iets onuitgesproken.
Toen het eten voorbij was, stonden ze een voor een op, hun borden naar de keuken brengend. De spanning leek te blijven hangen, zelfs als ze niet meer in dezelfde kamer waren. Juriaan bleef even zitten, luisterend naar de zachte geluiden van voetstappen en stemmen in de keuken. Hij keek naar de lege stoelen om hem heen en vroeg zich af hoe iets zo alledaags als een avondmaaltijd zo ongemakkelijk had kunnen voelen.
In de keuken rommelde Marleen nog wat met de borden, haar handen automatisch werkend terwijl haar gedachten elders waren. Het geluid van stromend water uit de kraan vulde de ruimte, maar het bracht geen rust. Haar blik bleef op de stapel vaat gericht, maar ze zag het nauwelijks. Hoe lang kon dit nog zo doorgaan? De stiltes, de ongemakkelijke gesprekken, de spanning die als een onzichtbare draad door het huis trok. Maar vooral: hoe lang kon zij nog doorgaan?
Het was begonnen op een moment dat niet meer uit haar gedachten verdween, hoe hard ze ook probeerde. Ze had het die dag niet kunnen weten, niet kunnen vermoeden. Het was een simpele routine geweest: een stapel was die ze even snel wilde opruimen terwijl de badkamer bezet leek. Ze had aangenomen dat een van de meiden onder de douche stond. Het was altijd een komen en gaan daarboven. Ze had niet aangeklopt, ze deed dat zelden – waarom zou ze? De deur ging open, en de stoom die naar buiten walmde deed haar meteen denken aan Cindy, die altijd lang onder de douche stond.
Maar wat ze zag, was niet Cindy. Niet Christy. Het was Juriaan.
Hij stond met zijn rug naar haar toe, zijn handen even voor zijn gezicht alsof hij zichzelf kort wilde beschermen tegen de hete straal van het water. Zijn ademhaling was zwaar, zuchtend, alsof hij net uit een droom was gekomen. Het geluid van de douche vulde de ruimte, maar haar aandacht ging direct naar wat voor haar stond – en wat ze niet kon negeren. Zijn lichaam, nat en glanzend, gespierd op een manier die haar compleet verraste. Maar het was de aanblik van zijn erectie die haar volledig uit balans bracht.
Het was enorm. Een penis zoals ze die alleen in boeken of in een enkele impulsieve online zoektocht had gezien. Ingesopt, met druppels die langs de schacht gleden, de eikel donker en strak. Een sliert sperma hing nog als een draad aan de punt, alsof hij net had... Haar adem stokte. Haar ogen bleven een fractie van een seconde te lang hangen, haar voeten versteend terwijl haar gedachten alle kanten op schoten. Dit was fout. Dit was zo ontzettend fout.
Marleen had zich zonder een woord omgedraaid, haar lichaam verstijfd, en stond drie tellen later weer op de gang. De deur had ze zachtjes gesloten, zonder een geluid te maken. Maar wat ze gezien had, bleef in haar hoofd gegrift, alsof het in vuur geschreven stond. Haar hart bonsde in haar borstkas terwijl ze de wasmand stevig vastpakte en naar beneden liep, haar wangen rood van schaamte.
Sindsdien was alles anders. Ze hoefde maar haar ogen te sluiten, en ze zag hem weer. Naakt, gespierd, groot geschapen. Het beeld kwam altijd terug, in haar dromen, in de stilte van het huis. Zelfs nu, terwijl ze haar handen onder de kraan hield, voelde ze de tinteling die het haar bracht. En dat maakte het alleen maar erger.
Ze schudde haar hoofd, alsof ze zichzelf wakker wilde maken. "Dit moet stoppen," fluisterde ze, maar haar stem klonk zwak, zelfs in haar eigen oren. Ze wreef haar handen droog en keek naar de klok. Het was tijd om weer naar de normale wereld te gaan, maar wat normaal was, wist ze allang niet meer.
Cindy zat weer achter haar bureau, haar studieboek voor zich open, maar de woorden op de pagina’s leken haar te bespotten. Ze kon zich niet concentreren, hoe hard ze ook probeerde. Haar vingers tikten nerveus op de rand van de tafel terwijl haar gedachten steeds naar hetzelfde punt terugkeerden: Juriaan. Wat hij deed, wat ze zelf had gedaan. Ze sloeg haar boek dicht met een harde klap, alsof het haar kon helpen de herinnering te verdringen.
Ze wist het zeker. Hij was zich aan het aftrekken geweest voor het eten. De geluiden die ze had gehoord, waren onmiskenbaar, en het maakte haar misselijk. "Gadverdamme," mompelde ze, haar gezicht in haar handen begravend. Maar het was niet alleen walging die haar dwarszat. Het was de wetenschap dat ze het zelf had gezien, dat ze daar had gestaan, haar adem ingehouden, terwijl haar ogen onvrijwillig waren blijven hangen.
Emma en Kim. Het was allemaal hun schuld. "Je moet eens kijken," hadden ze gezegd, giechelend, alsof het een soort grap was. En zij had het stom genoeg serieus genomen. "Hij is toch je stiefbroer? Wat maakt het uit?" hadden ze geroepen. Maar nu zat ze hier, haar hoofd duizend keer voller dan voorheen. Wat als iemand het wist? Wat als iemand haar had zien staan, haar schouders opgetrokken, haar blik vastgekleefd aan dat ene beeld?
Cindy stond op en begon door de kamer te ijsberen. Ze had haar vriendinnen niet verteld wat ze écht had gezien. Hoe hij daar lag, half verborgen onder de dekens, zijn gezicht in een mengeling van concentratie en ontspanning. Hoe zijn hand ritmisch bewoog, langzaam en aandachtig, over iets wat... Ze schudde haar hoofd en voelde de blos die haar wangen verwarmde. "Hou op," fluisterde ze hardop tegen zichzelf.
Wat een penis. Het was belachelijk groot, veel groter dan ze had gedacht dat een man überhaupt kon hebben. Ze sloeg haar armen over elkaar en probeerde de gedachte van zich af te zetten, maar het beeld bleef zich opdringen. Het gleed telkens weer haar hoofd in, alsof haar nieuwsgierigheid haar niet wilde loslaten. Maar dat was het, toch? Nieuwsgierigheid. Niet meer dan dat.
"Je keek gewoon omdat je wilde weten of het waar was," fluisterde ze zacht, zichzelf overtuigend. "Emma en Kim maakten een groot punt van niks, en je wilde gewoon... controleren. Niets meer." Ze beet op haar lip en ging weer zitten, haar boek opnieuw openend. Maar zelfs terwijl haar ogen de woorden probeerden te volgen, was haar hoofd al ver weg. Ze probeerde zich wijs te maken dat ze het zich erger herinnerde dan het was. Dat ze gewoon te lang had gekeken omdat het onverwacht was. Dat het geen betekenis had.
Maar hoe harder ze het probeerde, hoe meer ze besefte dat het loze woorden waren. Ze had gekeken. En ergens diep vanbinnen wilde ze het opnieuw zien.
Christy zat weer op haar kamer, maar de rust die ze er normaal vond, leek ver te zoeken. Het schetsblok lag ongebruikt naast haar, en het boek dat ze eerder had geprobeerd te lezen, lag gesloten op haar nachtkastje. Ze staarde naar het plafond, haar gedachten een wirwar van emoties die ze niet kon ordenen. Verward. Dat was het enige woord dat de laatste tijd steeds weer bij haar opkwam. Verward over zichzelf, over hem, over hoe alles ineens zo anders leek.
Juriaan was altijd zo aardig voor haar geweest. Hij was een van de weinigen die haar oprecht aan het lachen kreeg, die haar het gevoel gaf dat ze niet ongemakkelijk hoefde te zijn. Maar de laatste tijd was er iets veranderd. Ze voelde het in haar borst als hij haar een compliment gaf, in haar buik als hij even naast haar zat. Het was geen gewone blijdschap meer; het was een warmte die haar verwarde en haar ongemakkelijk maakte. En toch wilde ze het niet kwijt.
Ze beet zachtjes op haar lip en sloeg haar armen om zichzelf heen. Hoe vaak had ze de afgelopen dagen niet gedacht aan hoe het zou zijn om hem aan te raken? Om haar hand te laten rusten op die brede schouders, of om gewoon... dichtbij hem te zijn? Ze huiverde bij de gedachte, niet alleen omdat het haar van streek maakte, maar omdat het haar iets gaf wat ze niet eerder had gevoeld. Maar dat kon niet. Het mocht niet. Hij was haar stiefbroer.
Christy schudde haar hoofd en stond op, onrustig heen en weer lopend door de kleine kamer. "Het is niks," fluisterde ze tegen zichzelf. "Het is gewoon... bewondering. Dat is alles." Maar zelfs terwijl ze die woorden uitsprak, wist ze dat het niet waar was. Ze keek steeds vaker naar hem, hoe hij liep, hoe hij lachte. Haar blik gleed onwillekeurig naar hem als hij de kamer binnenkwam, en het kostte haar steeds meer moeite om die weg te draaien.
Ze stopte voor de spiegel, haar eigen reflectie onderzoekend. Misschien was ze gewoon dankbaar dat hij haar niet behandelde zoals Cindy soms deed. Misschien waardeerde ze zijn aandacht omdat ze het niet gewend was. Maar als dat alles was, waarom voelde het dan alsof ze niet meer normaal kon doen in zijn aanwezigheid? Waarom leek haar lichaam haar steeds meer te verraden?
Niemand leek iets te merken. Maar dat was ook niet vreemd. Ze was altijd al stil geweest, op de achtergrond gebleven. Dat was hoe ze was. Zelfs als haar blik soms te lang bleef hangen, zelfs als haar hart sneller sloeg in zijn buurt, viel het niemand op. Iedereen in dit huis was te veel met zichzelf bezig.
Christy draaide zich van de spiegel weg en ging weer op haar bed zitten. Haar vingers gleden naar het schetsblok, maar ze trok haar hand terug. Het beeld dat in haar hoofd opkwam, was iets wat ze niet wilde tekenen, iets wat haar alleen maar meer in verwarring zou brengen. Ze sloot haar ogen en haalde diep adem. Het zou wel overgaan. Het moest overgaan.
Maar diep vanbinnen wist ze dat dat een leugen was.
Juriaan sloot de deur van zijn kamer achter zich en liet zich met een zucht op zijn bed vallen. Het avondeten was voorbij, en hij had het overleefd – net aan. Elke keer voelde het alsof de tafel een toneelstuk was waarin hij de hoofdrol speelde, een rol waarvoor hij nooit gevraagd had. Hij zag het in de korte blikken, de gespannen stiltes, en de pogingen tot gesprekken die telkens doodliepen. Maar het meest voelde hij het in zichzelf, in de manier waarop hij probeerde te doen alsof alles normaal was terwijl zijn gedachten dat allang niet meer waren.
En die gedachten waren het probleem. Hij sloot zijn ogen en dacht terug aan Cindy en Christy, hoe ze daar hadden gezeten. Cindy met haar perfect verzorgde uitstraling, haar strakke houding alsof ze alles onder controle had. Christy, met die schuchtere glimlach en die trui die veel meer verborg dan hij had willen toegeven. Zelfs Marleen, met haar elegante rust en haar ogen die hem soms langer leken te volgen dan hij zich comfortabel voelde.
Juriaan opende zijn ogen weer en schudde zijn hoofd. "Niet doen," mompelde hij tegen zichzelf. Maar zelfs terwijl hij het zei, voelde hij de bekende warmte opbouwen, die hij nauwelijks meer kon onderdrukken. Zijn hand gleed bijna automatisch naar de rand van zijn broek, maar hij hield zichzelf tegen. Schaamte vulde hem, als een koude stroom die door zijn lichaam trok. Wat was er mis met hem? Waarom kon hij zijn eigen gedachten niet onder controle houden?
Hij pakte zijn telefoon van het nachtkastje, de koele aanraking van het scherm een soort afleiding. Met een paar klikken stond hij op Emily’s profiel. Haar foto lachte hem toe – datzelfde lachje dat hem al jaren in zijn greep hield. Emily was zijn eerste en enige liefde. Althans, dat vertelde hij zichzelf keer op keer. Maar zelfs terwijl hij naar haar keek, voelde het alsof die gedachte steeds holler klonk. Was het liefde, of was het een excuus? Een manier om weg te kijken van alles wat hij niet wilde voelen? Alles wat hij niet mocht voelen?
Hij tikte haar nummer in en wachtte terwijl de telefoon overging. Een vertrouwde stem klonk aan de andere kant van de lijn. "Hey, Juriaan! Alles goed?" Haar toon was luchtig, alsof ze hem zag als een oude vriend – niets meer. Het gesprek verliep zoals altijd: zij vertelde over haar dag, lachte om iets wat hij zei, en leek niet door te hebben hoe diep zijn gevoelens voor haar gingen. Of misschien wist ze het wel, maar wilde ze het niet erkennen.
Terwijl hij naar haar luisterde, voelde hij zich schuldig. Niet alleen omdat ze zo onbereikbaar leek, maar omdat hij, zelfs tijdens hun gesprek, zichzelf betrapte op dwalende gedachten. Niet over haar, maar over andere meisjes. Over Cindy’s lach en Christy’s blik. Over dingen die hij nooit zou mogen denken. Zijn maag draaide zich om, en zijn stem klonk vlak toen hij afscheid nam.
Toen de verbinding werd verbroken, bleef Juriaan nog even liggen, starend naar het plafond. Hij voelde zich verward, beschaamd, en hopeloos. Emily was altijd zijn veilige haven geweest, het meisje waar hij alles voor zou doen. Maar nu leek zelfs dat niet genoeg om de andere beelden en gevoelens te verdringen. Misschien, dacht hij met een brok in zijn keel, was zijn liefde voor Emily nooit meer geweest dan een excuus. Een schild tegen alles wat hij niet onder ogen durfde te zien.
Dit was de situatie in het Gooi, in een prachtig huis omringd door bossen, waar alles naar buiten toe perfect leek. Maar achter de gesloten deuren woelde iets onuitgesprokens, iets wat niemand durfde te benoemen. Mooie mensen, met zoveel meer om te bieden, gevangen in een spel van onderdrukte verlangens en verboden gedachten. En toch waren het hun meest primitieve instincten die hen nu leidden, als een sluimerend vuur dat langzaam maar zeker brandstof kreeg.
Boven in het huis lagen Marleen, Cindy en Christy in hun bedden, elk in hun eigen wereld, maar met hun gedachten verrassend dichtbij elkaar. Marleen lag op haar rug, haar blik gericht op het plafond, terwijl haar vingers rusteloos over de rand van de deken gleden. Haar hoofd tolde met gedachten die ze niet wilde hebben, beelden die ze niet weg kon duwen. Het was geen liefde die haar dreef, geen moederlijke trots. Het was een leegte, een hunkering naar iets wat ze al jaren niet meer had gevoeld. Iets wat haar deed beseffen hoezeer ze tekortkwam, hoe graag ze weer wilde voelen dat ze leefde.
Cindy lag op haar zij, haar gezicht naar de muur gedraaid. Haar hart bonsde terwijl ze zichzelf probeerde te overtuigen dat haar gedachten niet écht waren. Maar diep vanbinnen wist ze het wel. Hoe fout het ook was, het gaf haar een spanning die ze nooit eerder had gevoeld. Het was alsof dat wat verboden was, alleen maar aantrekkelijker werd. En Juriaan… Hij was daar. Altijd daar. En het beeld van wat ze gezien had, liet haar niet los. Ze trok de deken hoger op, alsof ze zichzelf daarmee kon beschermen tegen haar eigen verlangens.
Christy lag op haar buik, haar hoofd rustend op haar arm. Haar ademhaling was rustig, maar haar gedachten waren dat allesbehalve. Ze voelde zich verward, verlangend, nieuwsgierig. Wat zou het zijn, om te ontdekken? Om de afstand tussen hen kleiner te maken en hem echt te leren kennen? Haar vingers klemden zich om de rand van haar kussen terwijl ze haar ogen sloot. Ze wilde weten, ze wilde voelen. Maar hoe kon ze dat ooit toegeven?
En dan was er Juriaan. Hij lag in zijn donkere kamer, nietsvermoedend van de gedachten die zich om hem heen verzamelden. Voor hem was het eenzaam, verwarrend. Hij begreep zijn eigen verlangens nauwelijks, laat staan die van de anderen. Terwijl hij zich probeerde over te geven aan slaap, dacht hij aan Emily en aan hoe onmogelijk alles leek. Hij had geen idee dat in dit huis vol stilte, vol onuitgesproken woorden, hijzelf de sleutel was tot alles. Dat hij degene was waar ze allemaal aan dachten.
Hoe lang kon dit doorgaan? Hoe lang zou het duren voordat iemand de stilte zou doorbreken, voordat iemand hem duidelijk zou maken dat hij niet langer alleen hoefde te zijn? Dat hij niet meer zelf aan zijn grote pik hoefde te trekken? Het was een kwestie van tijd. Want zelfs in de mooiste huizen, op de mooiste plekken, vinden verboden verlangens altijd een weg naar het oppervlak.
-
Marleen stond aan het aanrecht, haar handen rustig bewegend terwijl ze een salade husselde. De stilte van de zondagmiddag werd slechts onderbroken door het zachte geritsel van bladeren tegen het raam en het tikken van de klok aan de muur. Haar gedachten dwaalden af, zoals ze de laatste tijd vaak deden. Toen ze zich omdraaide om een schaal te pakken, viel haar blik op een shirt dat nonchalant over een van de stoelen hing. Donkerblauw, simpel, met een lichte vouw alsof het haastig was neergelegd.
Ze bleef even staan, haar hand nog in de lucht. Het was zijn shirt. Een vage, bekende geur van deodorant en iets persoonlijks hing er nog omheen, zo subtiel dat ze het alleen rook omdat ze het herkende. Haar adem stokte onwillekeurig, en een vreemde warmte trok door haar heen. Ze wilde het oppakken, maar haar hand bleef hangen. Een beeld flitste door haar hoofd, ongevraagd, ongepast. Haar wangen werden rood, en met een kleine schok draaide ze zich weer om, haar aandacht dwingend terug naar het eten.
Haar vingers trilden licht terwijl ze de salade afmaakte. Het mes waarmee ze de tomaten sneed, gleed bijna uit haar hand. "Concentreer je, Marleen," mompelde ze zacht tegen zichzelf. Maar de schaamte bleef knagen, als een zachte, maar onverbiddelijke herinnering aan iets wat ze niet onder ogen durfde te zien.
Marleen was altijd een vrouw geweest die anderen bewonderden om haar rust en gratie. Zelfs nu, in de schemering van een herfstachtige zondag, ademde ze een soort kalme elegantie uit terwijl ze door de keuken bewoog. Maar die kalmte was bedrieglijk. Binnenin haar woelde een zee van gedachten en vragen, een onrust die ze zorgvuldig verborgen hield.
Ooit had ze zich een eenvoudig leven voorgesteld. Ze groeide op in een klein dorp, waar het leven overzichtelijk was en dromen niet verder reikten dan een stabiele relatie, een gezin, en een mooi huis. En hoewel ze al die dingen nu had – een prachtig huis in de bossen van het Gooi, twee gezonde dochters, en een huwelijk dat ooit veelbelovend leek – voelde ze zich de laatste jaren steeds verder verwijderd van zichzelf. Wim was een afwezige partner, fysiek én emotioneel. Zijn werk op de boorplatforms gaf hem nauwelijks ruimte om echt deel te nemen aan het leven dat ze samen hadden opgebouwd. In het begin had ze geprobeerd zich aan te passen, zichzelf bezig te houden met het huishouden, vrijwilligerswerk in de bibliotheek, en lange wandelingen door het bos. Maar de eenzaamheid kroop langzaam in haar, zoals vocht dat een muur binnendringt, bijna onmerkbaar totdat het niet meer te negeren is.
Ze streek een lok haar achter haar oor en keek door het raam naar buiten. De bomen wiegden in een lichte wind. Het huis was stil, afgezien van het zachte gebrom van een vaatwasser en het knisperen van het vuur in de open haard. Haar meisjes waren bezig op hun kamers, elk in hun eigen wereld. Ze hield zielsveel van Cindy en Christy, maar zelfs die liefde leek niet genoeg om de leegte te vullen. Hoe lang kon ze dit blijven volhouden? Dit dagelijkse toneelstuk van perfecte huiselijkheid, terwijl ze van binnen steeds meer naar iets verlangde wat ze niet kon benoemen?
Marleen zuchtte en wreef over haar slapen. Ze moest ophouden met zichzelf zo gek te maken. Het eten was bijna klaar, en ze wilde geen scène aan tafel. Dat was de laatste tijd te vaak gebeurd – ongemakkelijke stiltes, geforceerde pogingen tot gesprekken. Ze wilde gezelligheid, warmte. Al voelde het soms alsof dat onmogelijk was in dit huis.
Met een diepe ademhaling wendde ze zich naar de trap die naar boven leidde. "Het eten is klaar!" riep ze, haar stem net hard genoeg om door de gesloten deuren te dringen. De echo van haar woorden vulde de stilte, maar geen antwoord volgde meteen. Ze wist dat ze wel zouden komen. Net als altijd. Maar de routine voelde zwaarder dan normaal, alsof er iets in de lucht hing dat alles verstikte.
Op de bovenste verdieping, in een kamer waar het zachte licht van een bureaulamp de schemering buiten contrasteerde, zat Cindy achter haar laptop. Haar studieboeken lagen open voor haar, maar haar aandacht gleed telkens af. Ze tikte met haar pen op het tafelblad en staarde naar de woorden die ze al minutenlang probeerde te onthouden. Haar blik gleed even naar de muur, alsof ze verwachtte iets te horen. Haar adem stokte onbewust, maar er was niets. Alleen stilte.
"Ja, ik hoorde hem weer," fluisterde ze zacht in haar telefoon, haar stem nauwelijks boven het tikken van haar pen. Aan de andere kant klonken de stemmetjes van Emma en Kim, opgewonden en licht plagerig. "Cindy, je doet net alsof je het vreselijk vindt," giechelde Emma. Kim voegde er grinnikend aan toe: "Ja, kom op, hoe vaak hoor je dat nou? Je woont gewoon in een live show, meid!"
Cindy voelde een blos naar haar wangen trekken. Ze ging rechtop zitten en keek zenuwachtig om zich heen, alsof iemand haar kon horen. "Doe normaal," siste ze terug. "Het is niet grappig. Het is… het is raar. Hij woont hier ook, weet je. En hij denkt vast niet dat iemand het doorheeft." Ze slikte en fluisterde nog zachter, bijna onhoorbaar. "Ik denk dat ik hem nu zelfs hoor…"
Haar vriendinnen schoten in de lach, maar Cindy legde snel een vinger op haar lippen, alsof ze hen kon sussen. Haar maag draaide zich om. Ze wilde niet dat ze zo deden, maar iets in hun reacties maakte het ook moeilijk om te stoppen met praten. "Ik weet niet… het is gewoon ongemakkelijk, oké? Ik wil er niet meer over praten."
"Maar je kijkt wel, of niet?" plaagde Kim, haar stem met een plagerige toon doordrenkt. Cindy's gezicht werd rood, en ze draaide zich abrupt om naar de muur, alsof ze haar schuldgevoel weg kon draaien. "Nee! Natuurlijk niet," mompelde ze scherp, hoewel haar woorden een fractie te laat klonken. Ze had hen nooit verteld wat ze echt had gezien. Wat haar dreef om zo lang te blijven kijken. Wat haar tot nu toe uit haar concentratie hield.
Toen klonk haar moeders stem vanuit beneden: "Het eten is klaar!" Cindy zuchtte diep, haar schouders zakten. "Ik moet gaan," zei ze snel in de telefoon. "Dit gaat weer ongemakkelijk worden." Voor ze kon horen wat haar vriendinnen daarop te zeggen hadden, verbrak ze het gesprek en legde haar telefoon neer. Met tegenzin sloeg ze haar boek dicht, zette de stoel met een harde tik naar achteren, en liep richting de deur. De stilte in huis leek ineens drukkend. Haar ademhaling was te luid in haar oren. Cindy bleef even staan, haar hand op de deurklink. Ze dacht aan wat Kim had gezegd.
Ze had inderdaad gekeken.
Op zolder, in een knusse kamer met schuine wanden en kleine ramen, zat Christy op haar bed met een boek op haar schoot. De pagina's waren opengeslagen, maar ze had al een tijdje niet meer gelezen. Naast haar lag een schetsblok, half bedekt met potloden die ze achteloos had neergelegd. Ze draaide een lok van haar donker haar om haar vinger terwijl ze dromerig over de rand van haar boek naar het lege blad keek.
Haar hand gleed vanzelf naar het potlood en begon zachtjes te bewegen. Eerst een paar eenvoudige lijnen, wat abstracte vormen, maar al snel begonnen de lijnen een herkenbare contour te vormen. Schouders. Een gezicht. Lippen. Ze stopte even, haar hoofd schuin terwijl ze de lijnen bestudeerde. Haar hart sloeg onbewust sneller toen ze besefte wat ze tekende. Of beter gezegd, wie ze tekende. Een lichte warmte trok naar haar wangen, en ze beet zachtjes op haar lip.
"Nee, dit is stom," mompelde ze tegen zichzelf. Ze schoof het schetsblok opzij, alsof het haar beschuldigde. Maar zelfs toen ze het boek weer oppakte, dwaalden haar gedachten terug naar hem. Naar hoe aardig hij altijd was. Hoe hij haar liet lachen, zelfs als ze zich onzeker voelde. Ze glimlachte kort, haar ogen starend naar de ongelezen pagina’s. Maar waarom voelde het anders? Waarom maakte zijn aanwezigheid haar de laatste tijd zo... verward?
Het geluid van haar moeders stem doorbrak haar gedachten: "Het eten is klaar!" Haar glimlach vervaagde onmiddellijk. Ze zuchtte en sloot het boek. De warme trui die over de stoel hing, trok ze haastig over haar hoofd. Hoe gezellig ze zich ook voelde in haar kamer, naar beneden gaan voelde altijd als een breuk met die veiligheid. Ze keek naar zichzelf in de spiegel – haar gezicht, haar haar, de trui die iets te groot was en haar figuur verborg. Het was beter zo. Niemand hoefde te zien hoe... ongemakkelijk ze zich soms voelde.
Ze pakte het schetsblok nog snel op, keek even naar de tekening en sloot het toen resoluut. Met een diepe ademhaling opende ze de deur en liep naar de trap. Halverwege ontmoette ze Cindy in de gang. Even kruisten hun blikken elkaar, en Cindy gaf haar een korte glimlach. Christy glimlachte terug, maar iets in de lucht tussen hen voelde gespannen, alsof beiden iets verborgen hielden.
Toen Cindy verder liep, bleef Christy een moment staan. Ze keek naar de deur van zijn kamer, slechts een paar stappen verderop. Haar hand rustte kort op de leuning, en ze voelde hoe haar hart sneller klopte. Maar ze schudde snel haar hoofd en liep door. "Doe normaal," fluisterde ze tegen zichzelf.
In de halfdonkere kamer, verlicht door het zwakke blauwe schijnsel van een telefoon, lag Juriaan op zijn bed. De dekens waren opzij geschoven, en de lucht in de kamer voelde zwaar, bijna verstikkend van de warmte. Zijn ademhaling was diep en onregelmatig terwijl zijn hand langzaam over zijn erectie gleed. Hij kon niet stoppen, hoe vaak hij zichzelf ook voorhield dat het fout was.
Zijn penis, indrukwekkend groot en met een diepe tint van opwinding, leek bijna te pulseren in zijn greep. De huid glansde licht in het blauwe licht, strak gespannen en met de eikel die donkerrood uitstak boven de schacht. De aders liepen als dunne lijnen over de lengte, en de gedachte aan de verborgen pracht ervan – iets wat niemand wist, maar wat hij zelf nauwelijks kon negeren – bracht een kort gevoel van trots, vermengd met schaamte. Zijn hand bewoog langzaam, bedachtzaam, alsof hij zichzelf niet alleen wilde bevredigen, maar het moment wilde rekken.
Zijn telefoon trilde licht in zijn andere hand, maar hij besteedde er nauwelijks aandacht aan. Op het scherm stond een foto van Emily, het meisje waar hij al jaren stiekem verliefd op was. Haar lach, haar ogen – het beeld bracht hem altijd een gevoel van rust. Maar de laatste tijd was het anders. Zelfs terwijl hij naar haar keek, dwaalden zijn gedachten steeds vaker af naar de meiden in huis.
Cindy, met haar perfecte, porseleinachtige huid en elegante houding. Hoe ze altijd zo zelfverzekerd leek, en toch die ene keer dat hij haar blos had gezien... Of Christy, die zo verlegen was dat hij zich schuldig voelde als hij te lang naar haar keek, maar die de laatste tijd iets in hem losmaakte dat hij niet kon plaatsen. Hij voelde zich een monster, een voyeur in zijn eigen huis. Wat als iemand erachter kwam wat hij dacht? Wat hij deed? Maar hoe kon hij deze gedachten stoppen als zijn lichaam hem steeds weer verraadde?
Hij sloot zijn ogen en probeerde zich weer op Emily te concentreren, maar zelfs toen gleed er een beeld van een ander gezicht door zijn gedachten. Een lichte paniek begon zich op te bouwen, maar zijn hand bleef bewegen, traag en doelgericht, alsof het los stond van zijn wil.
Toen klonk de stem van zijn stiefmoeder vanuit beneden: "Het eten is klaar!" Het geluid schoot door hem heen als een koude douche. Zijn hand stopte abrupt, en hij keek geschrokken om zich heen. Met moeite stopte hij zichzelf weg, zijn erectie nauwelijks verdoezeld in de losse broek die hij haastig aantrok. Zijn gezicht brandde, en hij wist dat de rode kleur niet alleen door de warmte van de kamer kwam.
Met een onhandige beweging gooide hij de dekens over het bed, deed de telefoon in zijn zak en liep naar de deur. Zijn hart klopte nog steeds snel terwijl hij de trap afdaalde, zijn blik naar de vloer gericht. Hij probeerde de gedachte te verdringen dat misschien, heel misschien, iemand iets gehoord had.
De eetkamer was ruim, met een lange houten tafel die altijd iets te groot leek voor het huishouden. De muren waren versierd met zachte kleuren en familiefoto’s, maar het voelde ondanks de warme inrichting vaak kil. Marleen en Cindy zaten al aan tafel, pratend over iets kleins, terwijl Christy stil in haar stoel zat, met haar blik op haar telefoon gericht. Het klonk bijna normaal – het soort gesprek dat je zou verwachten op een rustige zondagavond.
Maar toen Juriaan binnenkwam, veranderde de sfeer meteen. Zijn voetstappen op de houten vloer leken luider dan normaal, alsof de stilte zich in een fractie van een seconde door de kamer had verspreid. Het gelach van Cindy stierf weg. Marleen richtte zich op haar bord, alsof ze zich ineens bewust werd van hoe ze erbij zat. En Christy keek op van haar telefoon, haar blik kort naar hem gericht voordat ze snel wegkeek.
Juriaan was eraan gewend. De laatste tijd leek het alsof zijn aanwezigheid iets met hen deed, iets wat hij niet helemaal begreep. Hij dacht dat het aan hem lag, dat hij op de een of andere manier ongemakkelijk was of een soort spanning bracht die hen uit balans bracht. Maar hij wist niet dat dezelfde spanning zich ook in hen afspeelde – elk van hen met hun eigen gedachten, hun eigen redenen om stil te worden.
Hij schoof zijn stoel naar achteren en ging zitten, zijn blik naar beneden gericht. Zijn hand streek ongemerkt over zijn broek, alsof hij de resten van zijn eerdere schaamte probeerde weg te vegen. Het eten werd uitgeserveerd, en een poging tot een gesprek werd ondernomen. Marleen vroeg Cindy iets over haar studie, en Cindy mompelde een kort antwoord terwijl ze haar blik op haar bord hield. Christy mompelde wat toen haar moeder haar vroeg of ze nog iets getekend had vandaag, maar zelfs dat voelde geforceerd.
Juriaan keek op, zijn blik vluchtig van de een naar de ander glijdend. Cindy zat rechtop, haar blonde bob perfect vallend langs haar gezicht, de schaduwen van het kaarslicht die haar porseleinen huid nog zachter maakten. Haar handen, sierlijk maar gespannen, hielden haar vork net iets te strak vast. Christy zat iets verderop, haar donkere ogen snel afgewend als hij haar kant op keek. De wijde trui die ze droeg leek haar te verbergen, maar zelfs zo kon hij niet anders dan haar schoonheid zien, een soort zachte charme die hem de laatste tijd steeds meer opviel.
En dan was er Marleen. Ze leek net iets te veel aandacht te besteden aan haar bord, alsof ze zichzelf dwingend bezighield. Haar gezicht had iets vermoeid, maar haar ogen glansden in het zachte licht, en de vage geur van haar parfum hing in de lucht. Zelfs zij, met haar halflange kastanjebruine haar en een natuurlijke elegantie, trok zijn aandacht. Het was een gedachte die hij onmiddellijk van zich probeerde af te schudden, maar die toch bleef hangen.
De stilte aan tafel werd zwaar. Ieder probeerde te praten, iets te zeggen dat de ongemakkelijke sfeer kon doorbreken, maar het bleef bij halve zinnen en geforceerde glimlachen. Juriaan nam kleine hapjes, zich er pijnlijk van bewust dat hij de enige was die nauwelijks sprak. Uiteindelijk liet hij zijn blik weer zakken naar zijn bord, zijn gedachten even afdwalend naar hoe vreemd dit alles was. Hij voelde de warmte van hun aanwezigheid, maar ook het gewicht van iets onuitgesproken.
Toen het eten voorbij was, stonden ze een voor een op, hun borden naar de keuken brengend. De spanning leek te blijven hangen, zelfs als ze niet meer in dezelfde kamer waren. Juriaan bleef even zitten, luisterend naar de zachte geluiden van voetstappen en stemmen in de keuken. Hij keek naar de lege stoelen om hem heen en vroeg zich af hoe iets zo alledaags als een avondmaaltijd zo ongemakkelijk had kunnen voelen.
In de keuken rommelde Marleen nog wat met de borden, haar handen automatisch werkend terwijl haar gedachten elders waren. Het geluid van stromend water uit de kraan vulde de ruimte, maar het bracht geen rust. Haar blik bleef op de stapel vaat gericht, maar ze zag het nauwelijks. Hoe lang kon dit nog zo doorgaan? De stiltes, de ongemakkelijke gesprekken, de spanning die als een onzichtbare draad door het huis trok. Maar vooral: hoe lang kon zij nog doorgaan?
Het was begonnen op een moment dat niet meer uit haar gedachten verdween, hoe hard ze ook probeerde. Ze had het die dag niet kunnen weten, niet kunnen vermoeden. Het was een simpele routine geweest: een stapel was die ze even snel wilde opruimen terwijl de badkamer bezet leek. Ze had aangenomen dat een van de meiden onder de douche stond. Het was altijd een komen en gaan daarboven. Ze had niet aangeklopt, ze deed dat zelden – waarom zou ze? De deur ging open, en de stoom die naar buiten walmde deed haar meteen denken aan Cindy, die altijd lang onder de douche stond.
Maar wat ze zag, was niet Cindy. Niet Christy. Het was Juriaan.
Hij stond met zijn rug naar haar toe, zijn handen even voor zijn gezicht alsof hij zichzelf kort wilde beschermen tegen de hete straal van het water. Zijn ademhaling was zwaar, zuchtend, alsof hij net uit een droom was gekomen. Het geluid van de douche vulde de ruimte, maar haar aandacht ging direct naar wat voor haar stond – en wat ze niet kon negeren. Zijn lichaam, nat en glanzend, gespierd op een manier die haar compleet verraste. Maar het was de aanblik van zijn erectie die haar volledig uit balans bracht.
Het was enorm. Een penis zoals ze die alleen in boeken of in een enkele impulsieve online zoektocht had gezien. Ingesopt, met druppels die langs de schacht gleden, de eikel donker en strak. Een sliert sperma hing nog als een draad aan de punt, alsof hij net had... Haar adem stokte. Haar ogen bleven een fractie van een seconde te lang hangen, haar voeten versteend terwijl haar gedachten alle kanten op schoten. Dit was fout. Dit was zo ontzettend fout.
Marleen had zich zonder een woord omgedraaid, haar lichaam verstijfd, en stond drie tellen later weer op de gang. De deur had ze zachtjes gesloten, zonder een geluid te maken. Maar wat ze gezien had, bleef in haar hoofd gegrift, alsof het in vuur geschreven stond. Haar hart bonsde in haar borstkas terwijl ze de wasmand stevig vastpakte en naar beneden liep, haar wangen rood van schaamte.
Sindsdien was alles anders. Ze hoefde maar haar ogen te sluiten, en ze zag hem weer. Naakt, gespierd, groot geschapen. Het beeld kwam altijd terug, in haar dromen, in de stilte van het huis. Zelfs nu, terwijl ze haar handen onder de kraan hield, voelde ze de tinteling die het haar bracht. En dat maakte het alleen maar erger.
Ze schudde haar hoofd, alsof ze zichzelf wakker wilde maken. "Dit moet stoppen," fluisterde ze, maar haar stem klonk zwak, zelfs in haar eigen oren. Ze wreef haar handen droog en keek naar de klok. Het was tijd om weer naar de normale wereld te gaan, maar wat normaal was, wist ze allang niet meer.
Cindy zat weer achter haar bureau, haar studieboek voor zich open, maar de woorden op de pagina’s leken haar te bespotten. Ze kon zich niet concentreren, hoe hard ze ook probeerde. Haar vingers tikten nerveus op de rand van de tafel terwijl haar gedachten steeds naar hetzelfde punt terugkeerden: Juriaan. Wat hij deed, wat ze zelf had gedaan. Ze sloeg haar boek dicht met een harde klap, alsof het haar kon helpen de herinnering te verdringen.
Ze wist het zeker. Hij was zich aan het aftrekken geweest voor het eten. De geluiden die ze had gehoord, waren onmiskenbaar, en het maakte haar misselijk. "Gadverdamme," mompelde ze, haar gezicht in haar handen begravend. Maar het was niet alleen walging die haar dwarszat. Het was de wetenschap dat ze het zelf had gezien, dat ze daar had gestaan, haar adem ingehouden, terwijl haar ogen onvrijwillig waren blijven hangen.
Emma en Kim. Het was allemaal hun schuld. "Je moet eens kijken," hadden ze gezegd, giechelend, alsof het een soort grap was. En zij had het stom genoeg serieus genomen. "Hij is toch je stiefbroer? Wat maakt het uit?" hadden ze geroepen. Maar nu zat ze hier, haar hoofd duizend keer voller dan voorheen. Wat als iemand het wist? Wat als iemand haar had zien staan, haar schouders opgetrokken, haar blik vastgekleefd aan dat ene beeld?
Cindy stond op en begon door de kamer te ijsberen. Ze had haar vriendinnen niet verteld wat ze écht had gezien. Hoe hij daar lag, half verborgen onder de dekens, zijn gezicht in een mengeling van concentratie en ontspanning. Hoe zijn hand ritmisch bewoog, langzaam en aandachtig, over iets wat... Ze schudde haar hoofd en voelde de blos die haar wangen verwarmde. "Hou op," fluisterde ze hardop tegen zichzelf.
Wat een penis. Het was belachelijk groot, veel groter dan ze had gedacht dat een man überhaupt kon hebben. Ze sloeg haar armen over elkaar en probeerde de gedachte van zich af te zetten, maar het beeld bleef zich opdringen. Het gleed telkens weer haar hoofd in, alsof haar nieuwsgierigheid haar niet wilde loslaten. Maar dat was het, toch? Nieuwsgierigheid. Niet meer dan dat.
"Je keek gewoon omdat je wilde weten of het waar was," fluisterde ze zacht, zichzelf overtuigend. "Emma en Kim maakten een groot punt van niks, en je wilde gewoon... controleren. Niets meer." Ze beet op haar lip en ging weer zitten, haar boek opnieuw openend. Maar zelfs terwijl haar ogen de woorden probeerden te volgen, was haar hoofd al ver weg. Ze probeerde zich wijs te maken dat ze het zich erger herinnerde dan het was. Dat ze gewoon te lang had gekeken omdat het onverwacht was. Dat het geen betekenis had.
Maar hoe harder ze het probeerde, hoe meer ze besefte dat het loze woorden waren. Ze had gekeken. En ergens diep vanbinnen wilde ze het opnieuw zien.
Christy zat weer op haar kamer, maar de rust die ze er normaal vond, leek ver te zoeken. Het schetsblok lag ongebruikt naast haar, en het boek dat ze eerder had geprobeerd te lezen, lag gesloten op haar nachtkastje. Ze staarde naar het plafond, haar gedachten een wirwar van emoties die ze niet kon ordenen. Verward. Dat was het enige woord dat de laatste tijd steeds weer bij haar opkwam. Verward over zichzelf, over hem, over hoe alles ineens zo anders leek.
Juriaan was altijd zo aardig voor haar geweest. Hij was een van de weinigen die haar oprecht aan het lachen kreeg, die haar het gevoel gaf dat ze niet ongemakkelijk hoefde te zijn. Maar de laatste tijd was er iets veranderd. Ze voelde het in haar borst als hij haar een compliment gaf, in haar buik als hij even naast haar zat. Het was geen gewone blijdschap meer; het was een warmte die haar verwarde en haar ongemakkelijk maakte. En toch wilde ze het niet kwijt.
Ze beet zachtjes op haar lip en sloeg haar armen om zichzelf heen. Hoe vaak had ze de afgelopen dagen niet gedacht aan hoe het zou zijn om hem aan te raken? Om haar hand te laten rusten op die brede schouders, of om gewoon... dichtbij hem te zijn? Ze huiverde bij de gedachte, niet alleen omdat het haar van streek maakte, maar omdat het haar iets gaf wat ze niet eerder had gevoeld. Maar dat kon niet. Het mocht niet. Hij was haar stiefbroer.
Christy schudde haar hoofd en stond op, onrustig heen en weer lopend door de kleine kamer. "Het is niks," fluisterde ze tegen zichzelf. "Het is gewoon... bewondering. Dat is alles." Maar zelfs terwijl ze die woorden uitsprak, wist ze dat het niet waar was. Ze keek steeds vaker naar hem, hoe hij liep, hoe hij lachte. Haar blik gleed onwillekeurig naar hem als hij de kamer binnenkwam, en het kostte haar steeds meer moeite om die weg te draaien.
Ze stopte voor de spiegel, haar eigen reflectie onderzoekend. Misschien was ze gewoon dankbaar dat hij haar niet behandelde zoals Cindy soms deed. Misschien waardeerde ze zijn aandacht omdat ze het niet gewend was. Maar als dat alles was, waarom voelde het dan alsof ze niet meer normaal kon doen in zijn aanwezigheid? Waarom leek haar lichaam haar steeds meer te verraden?
Niemand leek iets te merken. Maar dat was ook niet vreemd. Ze was altijd al stil geweest, op de achtergrond gebleven. Dat was hoe ze was. Zelfs als haar blik soms te lang bleef hangen, zelfs als haar hart sneller sloeg in zijn buurt, viel het niemand op. Iedereen in dit huis was te veel met zichzelf bezig.
Christy draaide zich van de spiegel weg en ging weer op haar bed zitten. Haar vingers gleden naar het schetsblok, maar ze trok haar hand terug. Het beeld dat in haar hoofd opkwam, was iets wat ze niet wilde tekenen, iets wat haar alleen maar meer in verwarring zou brengen. Ze sloot haar ogen en haalde diep adem. Het zou wel overgaan. Het moest overgaan.
Maar diep vanbinnen wist ze dat dat een leugen was.
Juriaan sloot de deur van zijn kamer achter zich en liet zich met een zucht op zijn bed vallen. Het avondeten was voorbij, en hij had het overleefd – net aan. Elke keer voelde het alsof de tafel een toneelstuk was waarin hij de hoofdrol speelde, een rol waarvoor hij nooit gevraagd had. Hij zag het in de korte blikken, de gespannen stiltes, en de pogingen tot gesprekken die telkens doodliepen. Maar het meest voelde hij het in zichzelf, in de manier waarop hij probeerde te doen alsof alles normaal was terwijl zijn gedachten dat allang niet meer waren.
En die gedachten waren het probleem. Hij sloot zijn ogen en dacht terug aan Cindy en Christy, hoe ze daar hadden gezeten. Cindy met haar perfect verzorgde uitstraling, haar strakke houding alsof ze alles onder controle had. Christy, met die schuchtere glimlach en die trui die veel meer verborg dan hij had willen toegeven. Zelfs Marleen, met haar elegante rust en haar ogen die hem soms langer leken te volgen dan hij zich comfortabel voelde.
Juriaan opende zijn ogen weer en schudde zijn hoofd. "Niet doen," mompelde hij tegen zichzelf. Maar zelfs terwijl hij het zei, voelde hij de bekende warmte opbouwen, die hij nauwelijks meer kon onderdrukken. Zijn hand gleed bijna automatisch naar de rand van zijn broek, maar hij hield zichzelf tegen. Schaamte vulde hem, als een koude stroom die door zijn lichaam trok. Wat was er mis met hem? Waarom kon hij zijn eigen gedachten niet onder controle houden?
Hij pakte zijn telefoon van het nachtkastje, de koele aanraking van het scherm een soort afleiding. Met een paar klikken stond hij op Emily’s profiel. Haar foto lachte hem toe – datzelfde lachje dat hem al jaren in zijn greep hield. Emily was zijn eerste en enige liefde. Althans, dat vertelde hij zichzelf keer op keer. Maar zelfs terwijl hij naar haar keek, voelde het alsof die gedachte steeds holler klonk. Was het liefde, of was het een excuus? Een manier om weg te kijken van alles wat hij niet wilde voelen? Alles wat hij niet mocht voelen?
Hij tikte haar nummer in en wachtte terwijl de telefoon overging. Een vertrouwde stem klonk aan de andere kant van de lijn. "Hey, Juriaan! Alles goed?" Haar toon was luchtig, alsof ze hem zag als een oude vriend – niets meer. Het gesprek verliep zoals altijd: zij vertelde over haar dag, lachte om iets wat hij zei, en leek niet door te hebben hoe diep zijn gevoelens voor haar gingen. Of misschien wist ze het wel, maar wilde ze het niet erkennen.
Terwijl hij naar haar luisterde, voelde hij zich schuldig. Niet alleen omdat ze zo onbereikbaar leek, maar omdat hij, zelfs tijdens hun gesprek, zichzelf betrapte op dwalende gedachten. Niet over haar, maar over andere meisjes. Over Cindy’s lach en Christy’s blik. Over dingen die hij nooit zou mogen denken. Zijn maag draaide zich om, en zijn stem klonk vlak toen hij afscheid nam.
Toen de verbinding werd verbroken, bleef Juriaan nog even liggen, starend naar het plafond. Hij voelde zich verward, beschaamd, en hopeloos. Emily was altijd zijn veilige haven geweest, het meisje waar hij alles voor zou doen. Maar nu leek zelfs dat niet genoeg om de andere beelden en gevoelens te verdringen. Misschien, dacht hij met een brok in zijn keel, was zijn liefde voor Emily nooit meer geweest dan een excuus. Een schild tegen alles wat hij niet onder ogen durfde te zien.
Dit was de situatie in het Gooi, in een prachtig huis omringd door bossen, waar alles naar buiten toe perfect leek. Maar achter de gesloten deuren woelde iets onuitgesprokens, iets wat niemand durfde te benoemen. Mooie mensen, met zoveel meer om te bieden, gevangen in een spel van onderdrukte verlangens en verboden gedachten. En toch waren het hun meest primitieve instincten die hen nu leidden, als een sluimerend vuur dat langzaam maar zeker brandstof kreeg.
Boven in het huis lagen Marleen, Cindy en Christy in hun bedden, elk in hun eigen wereld, maar met hun gedachten verrassend dichtbij elkaar. Marleen lag op haar rug, haar blik gericht op het plafond, terwijl haar vingers rusteloos over de rand van de deken gleden. Haar hoofd tolde met gedachten die ze niet wilde hebben, beelden die ze niet weg kon duwen. Het was geen liefde die haar dreef, geen moederlijke trots. Het was een leegte, een hunkering naar iets wat ze al jaren niet meer had gevoeld. Iets wat haar deed beseffen hoezeer ze tekortkwam, hoe graag ze weer wilde voelen dat ze leefde.
Cindy lag op haar zij, haar gezicht naar de muur gedraaid. Haar hart bonsde terwijl ze zichzelf probeerde te overtuigen dat haar gedachten niet écht waren. Maar diep vanbinnen wist ze het wel. Hoe fout het ook was, het gaf haar een spanning die ze nooit eerder had gevoeld. Het was alsof dat wat verboden was, alleen maar aantrekkelijker werd. En Juriaan… Hij was daar. Altijd daar. En het beeld van wat ze gezien had, liet haar niet los. Ze trok de deken hoger op, alsof ze zichzelf daarmee kon beschermen tegen haar eigen verlangens.
Christy lag op haar buik, haar hoofd rustend op haar arm. Haar ademhaling was rustig, maar haar gedachten waren dat allesbehalve. Ze voelde zich verward, verlangend, nieuwsgierig. Wat zou het zijn, om te ontdekken? Om de afstand tussen hen kleiner te maken en hem echt te leren kennen? Haar vingers klemden zich om de rand van haar kussen terwijl ze haar ogen sloot. Ze wilde weten, ze wilde voelen. Maar hoe kon ze dat ooit toegeven?
En dan was er Juriaan. Hij lag in zijn donkere kamer, nietsvermoedend van de gedachten die zich om hem heen verzamelden. Voor hem was het eenzaam, verwarrend. Hij begreep zijn eigen verlangens nauwelijks, laat staan die van de anderen. Terwijl hij zich probeerde over te geven aan slaap, dacht hij aan Emily en aan hoe onmogelijk alles leek. Hij had geen idee dat in dit huis vol stilte, vol onuitgesproken woorden, hijzelf de sleutel was tot alles. Dat hij degene was waar ze allemaal aan dachten.
Hoe lang kon dit doorgaan? Hoe lang zou het duren voordat iemand de stilte zou doorbreken, voordat iemand hem duidelijk zou maken dat hij niet langer alleen hoefde te zijn? Dat hij niet meer zelf aan zijn grote pik hoefde te trekken? Het was een kwestie van tijd. Want zelfs in de mooiste huizen, op de mooiste plekken, vinden verboden verlangens altijd een weg naar het oppervlak.
-
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10