Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Jefferson
Datum: 12-01-2025 | Cijfer: 8.9 | Gelezen: 4073
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 35 minuten | Lezers Online: 1
Cindy
Cindy had altijd het gevoel dat ze alles onder controle had. Haar dagen waren gevuld, haar agenda strak georganiseerd tussen studie, werk en sociale afspraken. Het volwassen leven klopte op de deur, en ze genoot er optimaal van. Ze straalde een zelfverzekerdheid uit die haar leeftijdgenoten vaak misten. Alles kwam haar ogenschijnlijk vanzelf toe, maar ze was niet vies van hard werken. Ze haalde voldoening uit haar strakke routine, die haar een gevoel van richting gaf.

's Ochtends begon haar dag bijna ceremonieel. Met een grote mok dampende koffie in haar hand liep ze door het huis, haar hakken zachtjes klikkend op de houten vloer. Haar blonde, kaarsrechte bob glansde in het ochtendlicht, en haar huid had een subtiele gloed van frisheid – een resultaat van haar zorgvuldig uitgekozen huidverzorgingsproducten. Haar porseleinachtige teint gaf haar een uitstraling die zowel ongenaakbaar als aantrekkelijk was. Ze had een routine waar niemand aan mocht komen: koffie, een lichte workout, en dan de perfecte outfit. Alles moest kloppen.

Cindy was even oud als Juriaan, maar het voelde als een wereld van verschil. Terwijl hij zich vaak door het huis bewoog alsof hij zichzelf wilde verbergen, had zij een aanwezigheid die niet genegeerd kon worden. Ze liep met rechte rug, haar schouders ontspannen, haar blik scherp en zelfbewust. Hier liep een jonge vrouw die wist wat ze wilde – of ten minste, dat moest je geloven.

Of ze nu een seminar voorbereidde voor haar pedagogiekstudie, achter de kassa stond bij de Albert Heijn, of snel even boodschappen deed, ze had altijd een uitstraling die mensen aantrok. Haar houding was kalm en beheerst, met een vleugje speelsheid die haar toegankelijk maakte. Vriendjes had ze de laatste tijd niet, al waren er genoeg mogelijkheden. Flirten hield ze luchtig, en hoewel ze af en toe een stap verder ging, hield ze haar liefdesleven in balans. Haar reputatie was belangrijk voor haar – net zo belangrijk als de subtiliteit waarmee ze haar aantrekkingskracht gebruikte.

Haar kledingstijl weerspiegelde haar persoonlijkheid. Modern, stijlvol, altijd afgestemd op de gelegenheid. Een nette blazer voor college, een elegante jurk voor een avondje uit, en sportieve tennisrokjes tijdens haar trainingen. Ze hield ervan om haar slanke, atletische figuur subtiel te accentueren: een stevige boezem die ze net genoeg liet opvallen, strakke benen en ronde billen die duidelijk haar tennisachtergrond verrieden. Ze wist dat ze aandacht trok – en ze hield ervan. Het gaf haar een gevoel van controle, een bevestiging van de moeite die ze deed.

Maar zelfs met dit alles in haar leven, waren er momenten waarop haar gedachten afdwalen. Vaak, en tot haar eigen ergernis, naar Juriaan. Het begon lang voordat het ongemakkelijk werd, maar de vraag bleef hangen: Wat doet hij eigenlijk de hele dag? Ze had hem nooit iets echt belangrijks zien doen. Als hij niet thuis was, stelde ze zich voor dat hij gewoon ergens rondhing, misschien wat doelloos door de stad liep. Studeren? Ze kon zich niet voorstellen dat hij serieus met zijn mbo-opleiding bezig was. Een mbo-opleiding nog wel. "Wat een verspilling," had ze eens gezegd tegen Christy, terwijl ze met een vleugje ergernis haar hoofd schudde. Maar Christy, zoals altijd, bleef stil, haar gezicht een raadsel.

Cindy wist dat haar oordeel hard was, maar ze kon het niet helpen. Juriaan leek een gesloten boek, en zij had geen interesse om het te openen. Toch, diep van binnen, knaagde er iets. Waarom dacht ze eigenlijk zo vaak aan hem? Wat was het dat haar irriteerde – of fascineerde?

Cindy had een natuurlijke aanwezigheid in de Albert Heijn. Waar ze ooit begon als vakkenvuller en kassameisje, was ze nu een leidinggevende. Dat paste volledig bij wie ze was: ambitieus, georganiseerd en altijd de controle in handen. In haar strakblauwe polo, iets te nauwsluitend om puur functioneel te zijn, en haar slanke, donkere jeans met perfecte pasvorm, straalde ze een zelfverzekerdheid uit die bijna onbetaalbaar leek in een omgeving zoals deze. Klanten begroetten haar met respect, collega’s luisterden naar haar zonder protest, en zelfs in een supermarkt kon Cindy de show stelen.

Toen Juriaan onverwacht de winkel binnenliep, viel het contrast op. Hij was haar tegenpool, van zijn slordige houding tot zijn scheve pet en handen diep in zijn zakken. Zijn blik gleed kort door de winkel voordat hij haar vond. Cindy merkte hem meteen op, maar haar gezicht bleef professioneel en kalm. Ze deed alsof ze niets doorhad en draaide zich naar een schap om wat producten recht te zetten. Toch voelde ze zijn ogen op haar rug branden, een prikkelend gevoel dat ze niet zomaar kon negeren. Ze glimlachte kort, niet voor hem, maar voor het idee dat hij naar haar keek. "Zeker weer niks beters te doen," dacht ze, terwijl een vreemd soort voldoening zich in haar begon op te bouwen.

In deze omgeving, waar ze de touwtjes in handen had, voelde Cindy zich sterker dan ooit. Ze wist hoe ze indruk maakte, hoe haar houding en uitstraling haar een aura van onaantastbaarheid gaven. Maar dat veranderde toen Emma en Kim opdoken – onverwacht en luidruchtig, zoals altijd. De twee vriendinnen kwamen vaak onaangekondigd langs als ze niets beters te doen hadden. "Serieus?" dacht Cindy geërgerd, maar ze hield haar irritatie verborgen achter een perfecte glimlach.

Emma’s scherpe blik volgde Cindy’s lijn van zicht en landde direct op Juriaan, die nog steeds naar Cindy keek. "Nou, dat is interessant," zei ze met een speelse ondertoon. Kim voegde eraan toe, met een subtiel lachje: "Wat een toeval… of niet?" Cindy negeerde hun opmerkingen en bleef zich concentreren op haar werk, maar hun blikken en gegiechel waren onmiskenbaar. Ze wisten wat ze eerder met elkaar hadden besproken, en dit was voor hen alleen maar meer brandstof voor hun plagerijen.

Juriaan, zich bewust van de plotselinge aandacht, keek snel weg en liep naar een ander gangpad. Maar niet snel genoeg. Emma en Kim barstten in spottend gelach uit zodra hij uit het zicht was. "Dat was leuk," zei Kim. Cindy draaide haar ogen en deed alsof ze het gesprek wilde negeren, maar de opmerking bleef hangen. Emma en Kim gebruikten de situatie om het eerdere gerucht – dat Cindy zelf ooit met een luchtig lachje had verspreid – weer op te rakelen: "Weet je nog, Cin? Misschien moet je daar toch wat mee doen…" Cindy snoof en gaf geen reactie. "Die twee hebben echt niks beters te doen," dacht ze.

Later die avond, terwijl ze de winkel afsluit, blijven haar gedachten afdwalen. Het beeld van Juriaan, zijn onhandige aanwezigheid in de winkel, bleef hangen. Ze stelde zich de vraag die haar al langer achtervolgde: "Wat deed hij daar eigenlijk?" Misschien was het niets, misschien was het toeval, maar er was iets aan zijn blik dat haar ongemakkelijk maakte. Of intrigeerde. Ze wilde het niet erkennen, maar wanneer hij in de buurt was, voelde ze zich anders. Minder zeker, alsof haar perfect geordende wereld even niet meer zo perfect was.

Op een vrijdagavond stond Cindy voor de spiegel in haar kamer, haar make-up aan te brengen. Haar bewegingen waren routineus maar zorgvuldig; elke lijn van haar subtiele eyeliner was perfect afgemeten, elke glans op haar lippen precies gedoseerd. Haar korte jurk lag al klaar op het bed – een elegant zwart exemplaar dat precies genoeg liet zien om op te vallen, zonder iets te overdrijven. Ze wist wat ze deed, en dat straalde ze uit. De jurk sloot nauw aan om haar slanke taille en benadrukte haar stevige boezem en lange benen. Haar hakken stonden klaar, precies de juiste hoogte om haar figuur nog verder te perfectioneren.

Terwijl ze zich bukte om haar schoenen vanonder het bed te pakken, ving ze iets op. Een schaduw in de gang. Haar hand verstarde even, en haar ogen flitsten omhoog naar de spiegel. Juriaan. Hij stond in de deuropening, net iets te ver om helemaal zichtbaar te zijn, maar dichtbij genoeg om zeker te weten dat hij keek. Hij dacht vast dat ze het niet doorhad, maar ze wist wel beter. Hij keek. Zoals wel vaker. Altijd stiekem. Altijd alsof hij haar niet kon helpen te observeren.

Ze voelde een rilling langs haar rug lopen. Niet van ongemak – niet echt. Ze kon hem niet beschrijven, die mix van controle en triomf die door haar heen ging. Het stoorde haar niet dat hij keek. Misschien vond ze het zelfs leuk. De gedachte dat hij haar bewonderde, dat hij zijn ogen niet van haar af kon houden, gaf haar een vreemd soort voldoening. Hij zou het toch nooit toegeven. Niet aan haar, en zeker niet aan zichzelf.

Met een lichte glimlach op haar gezicht boog ze zich nog een keer extra diep voorover, zogenaamd om haar hielen goed te doen. Haar jurk spande iets meer om haar lichaam, en ze voelde zijn blik als een warme gloed op haar huid. Daarna strekte ze zich uit, streek haar handen langzaam langs de stof van de jurk om eventuele denkbeeldige kreukels glad te strijken. Haar bewegingen waren natuurlijk, maar tegelijkertijd bewust. Ze tuitte haar lippen lichtjes toen ze de glanzende lippenstift aanbracht, haar ogen kort naar de spiegel gericht alsof ze zichzelf beoordeelde – maar in werkelijkheid hield ze hem in de gaten.

Het was een spel. Een klein, onschuldig spel dat ze niet eens volledig erkende. Ze genoot ervan, maar zou het nooit toegeven. Niet aan zichzelf, en zeker niet aan hem. Cindy kon best een tease zijn, en ze wist het. Voor een gratis drankje in een club? Zeker. Voor wat extra aandacht van de verkeerde jongen? Misschien. Maar Juriaan… Hij was anders. Zijn blik voelde zwaarder, bijna dringend, alsof hij iets zag wat anderen niet zagen. En dat, gaf ze toe, intrigeerde haar.

Ze trok haar schoenen aan, haar bewegingen vloeiend en gecontroleerd, en wierp nog een laatste blik in de spiegel. Ze zag er goed uit, dat wist ze. Toen draaide ze zich om, klaar om de kamer te verlaten, en ving hem nog net op terwijl hij zich snel uit de gang terugtrok. Haar lippen krulden omhoog in een subtiele glimlach. "Kijk maar, Juriaan," dacht ze. "Maar je krijgt me nooit."

Toch bleef de gedachte aan hem haar achtervolgen, als een schaduw die ze niet helemaal kwijt kon. Eenmaal buiten, met de frisse lucht van de nacht om haar heen, was hij al bijna vergeten. Bijna. Maar ergens, diep in haar onderbewuste, wist ze dat het anders was. Er was iets dat bleef hangen. Iets dat ze niet kon plaatsen.

Cindy begon hem steeds beter te doorzien. De kleine dingen vielen haar op. Hoe vaak hij zich terugtrok in zijn kamer, de deur op een kier of helemaal gesloten, alsof hij zich afsloot van de rest van de wereld. Hoe hij soms rood werd als ze hem onverwacht aansprak, vooral wanneer ze iets achteloos zei dat voor haar niets betekende, maar hem overduidelijk in de war bracht. En toen ze eenmaal doorhad hoe vaak hij zich leek af te trekken, werd het een ironisch spel in haar gedachten. Ze turfde het in stilte, een bijna kinderachtig ritueel dat haar amuseerde. "Zo vaak… hij moet echt niks anders te doen hebben," dacht ze, terwijl ze zichzelf probeerde te overtuigen dat het gewoon een grap was. Maar diep van binnen riep het vragen op. Waar dacht hij aan? Wie?

Die gedachten bleven sluimeren, maar ze gebruikte ze vooral als brandstof om over hem te roddelen met Emma en Kim. Het was makkelijk om hem af te schilderen als een sociale kluns, een jongen zonder ambitie. Hoe meer ze hem analyseerde, hoe feller en gemener de roddels werden. Kim en Emma smulden ervan, maar vooral Emma leek een blik van begrip te hebben die Cindy irriteerde. Alsof Emma vermoedde dat er meer achter haar woorden zat dan ze toegaf. Cindy negeerde het, maar die blik bleef soms hangen in haar achterhoofd.

Op een avond, toen ze na een lange dag thuiskwam, was het alsof haar eigen nieuwsgierigheid een grens overschreed. De trap kraakte licht onder haar voeten terwijl ze naar boven liep, en daar was het: een kier in zijn deur. Ze keek, automatisch, zonder erbij na te denken. En wat ze zag, deed haar adem even stokken. Juriaan zat op het randje van zijn bed, zijn blik intens gericht op iets op zijn telefoon. In zijn hand hield hij wat ze al vaker had opgemerkt – wat haar niet meer zou moeten verbazen, maar dat toch deed. Hij was groot. Zelfs nu, terwijl hij zich langzaam streelde, leek zijn hand nauwelijks alles te omvatten. De bewegingen waren traag en geconcentreerd, alsof hij elk moment ervan wilde voelen.

Cindy verstijfde. "Dit kan niet," dacht ze, maar haar voeten weigerden zich te verplaatsen. Ze wilde haar blik afwenden, maar iets hield haar vast. Misschien was het de nieuwsgierigheid, het onverklaarbare gevoel van controle dat ze had door hem zo te zien zonder dat hij haar opmerkte. Of misschien was het gewoon… fascinerend. Ze was geen maagd meer, verre van een slet, maar ze had haar ervaringen gehad. Toch kwamen die jongens niet in de buurt van wat Juriaan had, van wat ze nu voor zich zag. Ze haalde diep adem, probeerde zichzelf tot de orde te roepen. "Dit is fout. Wat ben ik aan het doen?"

Op zijn telefoon zag ze een foto. Emily. Natuurlijk was het Emily. Die vriendin van hem, waar hij al jaren verliefd op was. Cindy voelde een steek van afkeer. "Wat ziet hij toch in haar?" Het frustreerde haar. Ze wilde het niet weten, maar ze kon het ook niet helpen. Wat had Emily wat zij niet had? Ze trok zich haastig terug van de deur en liep snel naar haar kamer, maar haar gedachten bleven onrustig. Ze wilde zichzelf overtuigen dat het haar niets kon schelen. "Waarom zou hij ooit over mij fantaseren?" dacht ze bitter. Maar de vraag, hoe ongepast ook, bleef hangen.

Met een diepe zucht liet Cindy zich op haar bed zakken, haar hart nog steeds bonkend in haar borst. "Nee," fluisterde ze tegen zichzelf. "Dat soort gedachtes kunnen echt niet." Maar het was te laat. De beelden waren al in haar hoofd gegrift, en hoe hard ze ook probeerde ze weg te duwen, ze wisten hun weg steeds terug te vinden.

Rachel en Kate waren net vertrokken. De geur van pepernoten en warme chocolademelk hing nog in de lucht, terwijl het huis langzaam stil werd. "Pakjesavond was gezellig," dacht Cindy, maar haar gedachten voelden allesbehalve vredig. Rachel’s opmerkingen over Juriaan zaten haar dwars. Niet alleen omdat Rachel over hem praatte, maar omdat het zo argeloos leek, alsof ze hem zomaar kon beoordelen zonder echt te weten wie hij was. Christy… Zij deed ook al vreemd. En zelfs haar moeder leek anders. "Ben ik dan de enige normale hier?" vroeg ze zich af, terwijl ze haar deur achter zich sloot.

Ze plofte op haar bed, de kussens zacht tegen haar rug, maar rust vond ze niet. Haar gedachten werkten tegen haar. Momenten die ze eerder had weggedrukt, kwamen terug met een nieuwe intensiteit. Rachels interesse in Juriaan, hoe onschuldig die ook leek, had een onverwachte jaloezie in haar losgemaakt. Emily… "Die verwaande Emily," mompelde ze. "Wat ziet hij toch in haar?"

Toen hoorde ze het. Eerst was het vaag, een ritmisch, bijna schokkend geluid. Haar ogen vernauwden zich, haar adem stokte. Vanuit de kamer naast haar kwam een geluid dat ze inmiddels kende – te goed kende. Juriaan. Ze wist het zeker. Hij was zichzelf weer aan het bevredigen. Haar wangen gloeiden, niet van schaamte, maar van iets wat ze niet wilde benoemen. "Weer bezig? Echt waar?" dacht ze gefrustreerd. Maar haar oren bleven gespitst, alsof ze zich geen geluid wilde laten ontgaan. Ze voelde de spanning in haar lichaam groeien, een mix van ergernis en nieuwsgierigheid. Hoe vaak deed hij dit wel niet?

Plots hoorde ze hem zuchten. Zijn stem was laag, nauwelijks hoorbaar, maar de woorden kwamen hard aan. "Wat een kutleven," fluisterde hij, en even later: "Ik ben gewoon een freak." De woorden hingen in de lucht, de stilte daarna voelde bijna ondraaglijk. Cindy verstijfde. Het was alsof ze iets had gehoord wat niet voor haar oren bedoeld was, iets wat ze nooit van hem had verwacht.

Voor het eerst voelde ze geen afkeer, maar medelijden. Juriaan was niet de jongen die ze dacht dat hij was. Hij was eenzaam, verward, misschien zelfs gebroken. De jongen die altijd zijn hoofd liet hangen, altijd onhandig en terughoudend was… Wat speelde er in zijn hoofd? Waarom voelde hij zich zo over zichzelf? Haar hart brak een beetje, maar er was ook iets anders. Een drang om het te begrijpen, om iets te doen.

Cindy zat op de rand van haar bed, haar blik strak op de muur gericht. Haar gedachten draaiden rondjes. "Waarom raakt dit me zo?" Ze probeerde zichzelf te overtuigen dat het haar niets kon schelen, maar dat lukte niet. De stilte in het huis versterkte haar onrust. Het was alsof alles haar richting Juriaan duwde. "Ik moet iets doen. Ik kan niet blijven afwachten."

Ze stond op, haar hand trillend terwijl ze naar de deur liep. Het hout voelde koud onder haar vingertoppen, een contrast met de hitte die in haar lichaam opborrelde. Haar hart bonkte, haar ademhaling ging sneller. Wat ging ze zeggen? Wat kon ze doen? Ze wist het niet, maar ze wist dat ze hem niet zo kon laten.

Haar knokkels raakten het hout, zachtjes, bijna aarzelend. Het geluid was nauwelijks hoorbaar, maar voor haar leek het oorverdovend. Ze slikte moeizaam, haar benen voelden alsof ze van rubber waren. Wat er daarna zou gebeuren, wist ze niet, maar ze wist dat dit het punt was waarop alles kon veranderen.

Cindy wachtte niet lang na het kloppen. De deur opende langzaam, en daar stond hij – zijn gezicht half verborgen achter een warrige lok haar, zijn blik een mengeling van schrik en onzekerheid. Voor een moment leek hij te bevriezen. Het was alsof hij haar aanwezigheid niet kon plaatsen, alsof hij zich afvroeg of dit een droom was.

“Cindy?” vroeg hij zacht, zijn stem hees. Hij stond daar, groot en ongemakkelijk, terwijl zijn hand nog steeds de deurkruk vasthield. Zijn ademhaling was zwaar, alsof hij net iets had gedaan wat hij niet wilde toegeven.

Cindy keek hem aan, en iets in zijn gezicht ontroerde haar. Onder die schuchtere blik zag ze een vlaag van hoop, alsof hij wachtte op iets wat nooit kwam. Ze liep langs hem naar binnen, haar stappen licht en aarzelend, en ging op de rand van zijn bed zitten. “Kun je de deur dichtdoen?” vroeg ze, haar stem zacht maar vastberaden. Hij volgde haar bevel zonder protest en bleef aan de andere kant van de kamer staan, zijn handen nu diep in zijn zakken verborgen.

De stilte hing zwaar in de lucht. Cindy keek naar hem, terwijl hij zijn blik naar de grond gericht hield. Hij leek zo verloren, zo jong, ondanks zijn lange gestalte en volwassen trekken. Ze kon niet geloven dat ze hier zat, op zijn kamer, met hem. Waarom doe ik dit? vroeg ze zichzelf af, maar de woorden die ze wilde spreken, waren al ontsnapt.

“Ik hoorde je,” zei ze uiteindelijk, haar stem kalm, maar met een ondertoon van iets wat ze zelf niet helemaal kon begrijpen. Juriaan verstijfde, zijn ogen groot van schrik. Haar woorden leken hem te raken als een bliksemflits. Zijn gedachten schoten direct naar eerder die avond, naar wat hij aan het doen was. Zijn hart bonkte in zijn borst. Had ze hem betrapt? Hoe kon ze dat weten?

Ze merkte zijn reactie en haastte zich om duidelijk te maken wat ze bedoelde. “Niet dat,” zei ze snel, terwijl ze haar handen op haar knieën legde. “Ik hoorde je praten. Je zei dat je een freak bent. Waarom denk je dat?” Haar ogen zochten de zijne, maar hij keek weg, alsof hij niet durfde te antwoorden.

Juriaan schudde zijn hoofd en zuchtte. “Dat maakt niet uit,” mompelde hij. Zijn stem was nauwelijks hoorbaar, maar er klonk een diep verdriet in door. Cindy bleef hem aankijken, haar blik nu zachter. Ze wilde hem iets zeggen, iets wat hem kon helpen, maar de juiste woorden kwamen niet.

“Jij vindt me toch een loser,” zei hij uiteindelijk, zijn stem breekbaar. Zijn ogen ontmoetten de hare, en voor het eerst zag ze de kwetsbaarheid die hij altijd probeerde te verbergen. “Waarom zou het je uitmaken wat ik denk?”

Cindy bleef stil, zijn woorden sneden diep. Hij had gelijk. Ze was vaak hard voor hem geweest, neerbuigend zelfs. Ze wist niet eens waarom. Misschien omdat het makkelijk was. Omdat hij zich nooit verdedigde. Ze zuchtte. “Dat is niet waar,” begon ze, maar ze voelde dat het hol klonk. Zelfs nu wist ze niet hoe ze hem moest benaderen. “Ik bedoel… je hebt gewoon… je doet niks. Het lijkt alsof je altijd alleen maar... nou ja...” Ze slikte de rest van haar woorden in, bang om hem nog meer pijn te doen.

Juriaan’s lippen trilden, alsof hij iets wilde zeggen, maar hij haalde diep adem en keek weg. “Ik weet het niet,” zei hij zacht. “De laatste jaren… het is gewoon moeilijk. Alles. Ik weet niet wat ik moet doen.” Zijn stem brak bijna, en Cindy voelde haar borst zwaar worden.

Ze wilde iets zeggen, maar bleef stil. Zijn eerlijkheid verraste haar. Hij was altijd zo gesloten geweest, maar nu leek hij iets van zichzelf te laten zien dat ze nooit eerder had gezien. Het maakte hem zielig, ja, maar ook… lief. Er was iets in zijn kwetsbaarheid dat haar raakte. Het was niet waar ze voor gekomen was, niet het gesprek dat ze verwachtte, maar het was op de een of andere manier goed. Alsof er iets was opengebroken, een deur die ze nooit eerder had gezien.

“Het is oké,” zei ze uiteindelijk, haar stem zachter dan ze wilde. “Weet je, je bent niet de enige. Iedereen worstelt wel eens.” Haar woorden klonken onhandig, maar ze zag hoe hij haar even aankeek, alsof hij dat voor het eerst echt geloofde. Ze wist niet wat ze verder moest zeggen, maar misschien was dit genoeg voor nu.

Het gesprek nam een intieme wending toen Cindy over zichzelf begon te praten. Haar stem was zacht, bijna breekbaar, en haar ogen dwaalden even weg, alsof ze haar woorden zorgvuldig woog. “Het is niet altijd makkelijk, weet je,” begon ze, haar toon ongewoner open dan ooit. “Iedereen denkt dat ik alles onder controle heb. Maar dat is niet zo.”

Juriaan keek haar aan, verbaasd door haar plotselinge kwetsbaarheid. Cindy had altijd die ongenaakbare uitstraling – sterk, zelfverzekerd, onbereikbaar. Maar nu zag hij een glimp van een andere kant. “Soms voel ik me... leeg,” vervolgde ze, terwijl ze over haar handen wreef. “Er was een moment, niet lang geleden, waarop iemand me liet voelen hoe het was om echt begeerd te worden. Niet zomaar een flirt. Het was echt, weet je?” Ze keek hem even aan, alsof ze zeker wilde weten dat hij luisterde. Haar woorden raakten Juriaan diep, een zachte pijn die hij niet helemaal kon plaatsen.

Toch bleef ze binnen de grenzen, zelfs toen ze een diepe zucht slaakte. Tegen alle verwachtingen in draaide ze zich naar hem toe en zei, bijna onhoorbaar: “Kunnen we gewoon… een knuffel doen? We moeten er toch het beste van maken.” Haar stem brak licht, en Juriaan voelde hoe zijn hart sneller begon te kloppen.

Hij aarzelde, maar uiteindelijk leunde Cindy voorzichtig naar hem toe, haar armen zachtjes om zijn schouders. Haar lichaam voelde warm tegen het zijne, en haar adem streek langs zijn oor toen ze fluisterde: “Het komt goed.” De geur van haar parfum, een mix van frisheid en iets bloemigs, vulde zijn zintuigen. Maar het was meer dan dat. Haar aanraking, haar aanwezigheid – het deed iets met hem.

Langzaam maar zeker voelde hij een groeiende warmte in zijn onderbuik. Zijn opwinding begon te groeien, ongecontroleerd en ongewild. Cindy voelde het als eerste, een subtiele maar onmiskenbare aandruk tegen haar dij. Haar adem stokte even, maar ze zei niets. Juriaan merkte het een paar tellen later zelf, en een golf van schaamte overspoelde hem. Hij draaide zich abrupt om, zijn gezicht rood van vernedering.

“Maakt dat je een freak?” vroeg Cindy, een klein lachje in haar stem, maar haar ogen bleven serieus. Ze bedoelde het niet slecht, maar haar vraag raakte hem.

“Of dat je het zo vaak doet?” voegde ze eraan toe, haar stem nu zachter. “Ik hoor je, weet je. Dat zei ik net al, hè?” Haar woorden hingen tussen hen in, en ze voelde haar hart harder kloppen. De stilte die volgde, was beladen.

“Ik stop er wel mee,” mompelde Juriaan, zijn blik naar de grond gericht. Zijn stem klonk bijna als een smeekbede. Alsof dat alles zou oplossen.

Cindy keek hem aan, haar blik gevuld met iets dat tussen medelijden en verwarring lag. “Geen idee dat een jongen zo vaak...” Ze liet haar zin wegebben, alsof ze zichzelf moest overtuigen om door te gaan. Ze lachte een beetje nerveus, meer om de spanning te breken dan iets anders. “Ik bedoel...”

“Misschien moet je gaan,” fluisterde Juriaan, zijn stem nauwelijks hoorbaar. Hij kon het niet meer aan. Het voelde alsof alles uit elkaar viel.

“Jur…” zei Cindy, haar toon zachter nu. Ze legde een hand op zijn arm en draaide hem weer naar haar toe. Haar blik zocht de zijne, en hij voelde de oprechtheid in haar woorden toen ze zei: “We zullen nooit een goeie relatie krijgen.” Haar eerlijkheid sneed door de spanning heen, en Juriaan knikte, langzaam.

“Maar we hoeven het elkaar ook niet moeilijker te maken dan nodig, toch?” voegde ze eraan toe, haar stem vastberaden. Juriaan keek haar aan, en voor het eerst voelde hij een vreemd soort kalmte door zich heen stromen. Ze gaf om hem, dat kon hij zien. Maar op welke manier?

Cindy nam opnieuw plaats op de rand van Juriaan’s bed, haar gezicht een mengeling van verwarring en vastberadenheid. “Ik heb het toch al gezien,” zei ze plots, haar stem iets steviger, alsof ze hem echt wilde bereiken. “Je hoeft niet te stoppen. Behoeftes heeft iedereen.” Ze probeerde volwassen te klinken, maar haar toon klonk eerder aarzelend en ongemakkelijk.

Juriaan’s hoofd schoot omhoog, zijn ogen wijd van schrik. “Heb je het gezien?!” Zijn stem was niet luid, maar de urgentie erin sneed door de stilte van de kamer. Cindy’s wangen kleurden dieprood, haar blik flikkerend tussen hem en de deur alsof ze wilde vluchten. “Paar keer maar…” probeerde ze snel, alsof dat het minder ernstig maakte. Het tegenovergestelde gebeurde.

“Wat? Waarom?!” vroeg Juriaan, en zijn toon kreeg een scherpere rand. Hij keek haar aan alsof ze een geheim had blootgelegd dat hij niet wilde delen. Cindy slikte en stotterde: “Ik… Ik weet het niet. Echt niet. Het was niet… Ik bedoel…” Ze kon haar woorden niet vinden en merkte hoe haar stem trilde.

Ze schrok van zijn houding, van de plotselinge intensiteit in zijn blik. “Ssst!” siste ze bijna paniekerig. “Mam ligt verderop in de hal. Je wilt haar toch niet wakker maken?” Haar woorden deden hem terugzakken in zijn stoel, alsof de lucht uit zijn longen werd gedrukt. Hij zuchtte diep, zijn blik naar beneden gericht.

“Ik kan het niet helpen,” fluisterde hij, zijn stem gebroken en vol schaamte. “Ik weet niet waarom. Misschien ben ik wel een freak.” Zijn schouders zakten, en hij liet zichzelf weer op de rand van het bed vallen.

Cindy bleef even staan, haar handen onhandig langs haar lichaam. Ze voelde haar adem versnellen, maar dwong zichzelf kalm te blijven. “Misschien…” begon ze voorzichtig, “misschien moet je iemand zoeken… iemand die je niet gebruikt?” Haar stem had een scherpe rand, een subtiele verwijzing naar Emily die niet onopgemerkt bleef.

Juriaan lachte bitter. “Iemand die om me geeft? Die zijn er niet.” Zijn ogen flikkerden met een trieste vastberadenheid, alsof hij zichzelf al had opgegeven.

Cindy voelde een steek van iets dat ze niet helemaal kon plaatsen – medelijden, misschien, of frustratie. “Ik weet dat ik soms rot doe,” zei ze met meer kracht dan ze bedoelde. “Maar ik geef echt wel om je. Wij allemaal.” Haar stem brak licht aan het einde, maar ze herstelde zichzelf snel.

Juriaan’s lippen krulden omhoog in een wrange glimlach. “Dus ga jij het dan doen?” vroeg hij plots spottend, zijn blik scherp. Het was een opmerking die uit zijn mond ontsnapte voordat hij erover nadacht.

Cindy’s adem stokte, en haar gezicht verstijfde. Ze voelde de stilte tussen hen groeien, gevuld met alles wat onuitgesproken bleef. “Wat?!” bracht ze uiteindelijk uit, haar stem iets te luid. “Nee, natuurlijk niet!” Haar protest klonk haast te snel, niet overtuigend genoeg.

Gelukkig voor haar leek Juriaan zich terug te trekken in zijn eigen ongemak, zijn blik naar beneden gericht. Hij voelde zich opnieuw diezelfde loser die hij altijd had gezien in de spiegel, te beschaamd om verder te gaan. Cindy stond op, haar hand even rustend op zijn schouder, alsof ze hem wilde troosten.

Cindy stond op, haar hand even rustend op zijn schouder. Het gebaar was troostend, maar voelde ook geladen met alles wat onuitgesproken bleef. Ze glimlachte zwakjes, maar haar ogen vermeden de zijne. “We hebben allemaal onze problemen,” zei ze zacht, alsof ze het meer tegen zichzelf had dan tegen hem. Haar stem trilde nauwelijks hoorbaar. “Misschien moeten we elkaar gewoon een beetje helpen.”

Ze draaide zich om en verliet zijn kamer snel, de deur zacht achter zich sluitend. Haar geur bleef hangen, een zachte, zoete herinnering aan haar aanwezigheid. Juriaan bleef alleen achter, zijn hart bonkte luid in zijn borst. Hij voelde zich verward, uitgeput door alles wat er net was gebeurd, maar ook met een vreemd gevoel van hoop dat hij niet helemaal kon plaatsen.

Toch was zijn lichaam onrustig, brandend van verlangen dat hij niet wist hoe hij moest bedwingen. Hij kroop in bed, zijn gedachten vol met beelden van Cindy – haar aanraking, haar geur, de woorden die ze had gezegd. Hij streelde zichzelf, maar stiller dan anders, zijn bewegingen haast voorzichtig, alsof hij haar aanwezigheid nog in zijn kamer voelde. Zijn verlangen vermengde zich met schaamte, maar het weerhield hem niet. Na eerder Marleen gehoord te hebben, nu Cindy... Hij snapt er niks van. Maar geil werd hij er wel van.

Aan de andere kant van de muur boog Cindy zich voorover op haar knieën, haar handen rustend op haar matras. Haar ademhaling was zwaar, haar gedachten een wirwar van emoties. Spoor ik niet? vroeg ze zichzelf in stilte. Ze voelde zijn warmte nog steeds tegen haar huid, bij haar linker dij, hoog, net onder haar taille. Het was daar waar hij haar per ongeluk had aangeraakt met zijn monster, en de gedachte daaraan bleef in haar hoofd rondspoken.

Ze schudde haar hoofd, maar het hielp niet. Waarom ben ik naar hem toegegaan? vroeg ze zichzelf opnieuw, alsof ze een duidelijk antwoord zocht dat niet wilde komen. Ze voelde de spanning in haar lijf, de onrust die ze niet kon benoemen. En ergens, diep van binnen, wist ze het antwoord al.

Het was niet alleen nieuwsgierigheid geweest. Niet alleen medelijden. Boven alles had ze het gevoel dat, als ze gewild had, ze hem van dichtbij had kunnen zien. Ze had hem kunnen aanraken. Misschien had ze hem zelfs ‘kunnen helpen’, zoals ze hem had gezegd. Die gedachte liet haar adem stokken, en een golf van spijt overspoelde haar. Maar spijt waarvan? Dat ze het niet had gedaan? Of dat ze het zelfs had overwogen?

Cindy sloot haar ogen, haar gezicht begraven in haar handen. Wat is er mis met mij? fluisterde ze tegen zichzelf, haar lichaam trillend van de spanning die ze niet meer kon loslaten. Het voelde alsof ze zichzelf had verraden. Maar meer dan dat voelde het alsof ze hem had verraden – en die gedachte kon ze niet verdragen.

-
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...