Door: Keith
Datum: 27-07-2019 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 14475
Lengte: Lang | Leestijd: 24 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 24 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 78
Maandagmorgen, in de buurt van Arras. Langzaam werd ik wakker door Joline die heen en weer liep. “Hé schoonheid, wat ben jij ijverig bezig…” Ze draaide zich om. “Ja, goed hé? En dat om half acht tijdens de vakantie. Ik was toch wakker, moest plassen en had daarna trek in koffie. Het is zonde om in je vakantie tot elf uur in je bed te liggen rotten… Croissantjes staan in de oven, nog vijf minuten voor het ontbijt!”
Even later zaten we op bed te ontbijten. “C’est trés Francois: sterke koffie en een croissantje.” Terwijl we zaten te ontbijten reed er een zitmaaier langs. Een man van mijn leeftijd er op. Wat opviel was een glimmende stalen prothese, net onder zijn linkerknie. “Mooi dat zo’n campingbaas een invalide aan een baan helpt. Dat zie je niet zo vaak.” Joline keek de zitmaaier na. “Zielig voor zo’n jonge vent… Enfin, hij hoeft niet te bedelen.”
Ze keek me onderzoekend aan. “Wat gaan we vandaag doen, Kees?” “Heb je er geen bezwaar tegen om met me mee te gaan naar het Arras Memorial? En daarna een wandeling door de omgeving of de stad?” Ze knikte. “Is goed.” Ze lachte zachtjes. “Met name het deel ‘stad’…”
Dat pakte anders uit. Drie uur later liepen we in stilte het Arras Memorial uit. Bijna 35.000 Engelse, Zuidafrikaanse en Nieuwzeelandse militairen lagen daar begraven. Gesneuveld tussen 9 April and 16 Mei 1917 tijdens de slag om Arras. We gingen een paar honderd meter verder langs de kant van de weg op een bankje zitten. “Je had gelijk, Kees. Eén dode is een ramp, duizenden doden zijn slechts een getal. Hoe konden de politici uit die tijd dit verantwoorden? En dit is slechts één plaats in Frankrijk...” Ze keek me aan. “Vind je het goed als we vandaag nog doorrijden? Ik wil hier weg!” Ik knikte. “Oké meid. Dit ook geen plaats om lekker vakantie te vieren. We lopen naar de camping, melden ons af en rijden door.” Eenmaal bij de receptie legde ik uit waarom we plotseling door wilde rijden. De man achter de balie knikte begrijpend. Het bleek vaker te gebeuren. Hij keek me aan. “Êtes-vous un ancien combattant?” Ik knikte. “Oui monsieur. Bosnie et Afghanistan” Hij schoof het geld op de balie weer terug. “Ensuite, vous n'avez pas à payer.” Ik protesteerde. “Mais monsieur...” Hij keek me aan. “Mon fils a également combattu en Bosnie. IFOR, 1996” Ik boog en bedankte hem. Toen we wegreden, stond hij bij de poort en zwaaide. Ik groette militair terug. Joline keek me aan. “Waarom wilde hij geen geld, Kees?” “Omdat ik veteraan ben. Zijn zoon heeft in 1996 bij IFOR in Bosnie gevochten..." Er ging me een licht op. "Het zou me niets verwonderen als zijn zoon die man op die zitmaaier was.” Iets verderop was een klein winkeltje. “Verdomme, ik ga het vragen!” Ik zette de camper op de parkeerplaats en liep het winkeltje binnen. Een oudere dame kwam tevoorschijn. “Bonjour Madame...” In mijn beste Frans vroeg ik of de eigenaar van de camping een gehandicapte zoon had. Ze bevestigde dat. “Jules...Hij is in Bosnië op een landmijn gestapt en raakte zijn onderbeen kwijt... Hij was officier; knappe knul in z’n uniform. Nu helpt hij z’n vader zo goed en zo kwaad als het kan op de camping.” Ik had moeite om het snelle Frans te volgen, maar begreep de strekking van het verhaal.
Ik bedankte haar, liep terug naar de camper en ging achter het stuur zitten. Ik startte nog niet, maar keek Joline aan. “Zo had ik er ook uit kunnen zien, schat... Dat knalde zojuist even naar binnen. Als militair hou je er rekening mee dat je dood kan gaan. Dat is al abstract voor het menselijk brein om te bevatten. En je hoopt dat de dood dan snel komt. Maar er rekening mee houden dat je voor de rest van je leven verminkt kan raken, dát gaat er bij de meesten niet in. Ook bij mij niet. Dat overkomt alleen anderen.”
Ze legde haar hand op mijn arm. “Ook al had je een houten poot gehad, Kees, was ik toch wel verliefd op je geworden...” Ze giechelde. “Past wél goed bij je imago als Piraat...” Ze schrok toen ik haar aankeek. “Sorry... ongepaste grap.” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Misschien goed om even te relativeren. Wat ik wél ga doen is, zodra we terug zijn in Nederland vriend Jules een kaart of een brief sturen. Van de ene veteraan aan de andere.” Joline knikte. “Goed plan. Het adres van de camping hebben we.”
We waren even stil. Toen pakte ze de kaart van Frankrijk. “Oké, Kees… waar gaan we nu heen?” Ik keek mee. “Wat dacht je van… Rouen? Dat is 200 kilometer. Drie uur rijden met een koffiestop. Het is nu bijna één uur… Dan zijn we daar rond vier uur. Vous étes accord, madame?” Ze knikte en ik vervolgde: “Als jij op je mobiel een leuke camping uitzoekt… Reserveren hoeven we niet.”
Joline keek me schuin aan. “Als JIJ nu eens op je mobiel een leuke camping uitzoekt… en op deze stoel gaat zitten. Dan kruip ik achter dat ronde ding wat jij voor je hebt en stuur deze bus netjes richting Rouen. Tegen de tijd dat we in de buurt zijn, heb jij wel een leuke camping uitgezocht. Hoop ik.”
Ze stapte uit, liep om en deed de deur aan de bestuurderskant open. “Hup, achter dat stuur vandaan. Jij gaat vandaag niet meer rijden, meneer. Je zit mij iets teveel in je bubbel.” Ze keek serieus. “Ja, dat méén ik, Kees. Jij gaat lekker een mooi stukje muziek uitzoeken en daarna een camping. Vervolgens zet je het adres in de navigator en gaat ontspannen. Deze mevrouw stuurt.” Ik keek haar aan. “Je bent een schat, dat je me zó aanvoelt, Joline. Mag een CD van Bach in?” Ze knikte. “Da’s wel eens goed voor jou. En nu: Allons enfants de la patrie; op naar Rouen!” Ik zocht en vond een mooie camping ten zuiden van Rouen. Tijdens een ‘sanitaire stop’ onderweg liet ik ‘m aan Joline zien, die meteen, met een ondeugende lach, haar fiat gaf. “Ik zie een zwembad, Kees… Ochtendsport!”
Ik gromde en toetste het adres in de navigatie. Na een halfuurtje reden we verder en na drie uur en een kwartier stonden we voor de poort van de camping. Dicht. Een briefje liet ons weten dat de camping-eigenaren zelf vakantie aan het vieren waren. “Oké Kees… Wat nu?” Ik gniffelde. “”We gaan over op plan B. Kun jij eens een boel lawaai maken?” Joline keek me onnozel aan. “Wát?” “Kun jij een boel lawaai maken? Nee? Dan doe ik het zelf wel.”
Ik trommelde á la Tarzan op mijn borst en gilde de kreet van Johnny Weismuller. Joline hield haar handen voor haar oren. “Leuk, je hebt me ervan overtuigd dat de mens door evolutie ontstaan is en van de apen afstamt. Maar wat moet ik, midden in Noord-Frankrijk met die kennis, Kees?” “We gaan wildkamperen, schat. Geen camping vannacht. In Frankrijk mag dat. Ik ga even een kaartstudie doen op de tomtom, en dan rijden we een stukje verder. Wacht.”
Tien minuten later had ik een potentieel plekje gevonden: bij een boerderij, een paar kilometer verderop. Een landweggetje wat ophield bij een beekje. Genoeg ruimte om te keren of om te passeren, niet aan een doorgaande route, gewoon ‘in the bloody middle of nowhere’. We reden erheen. Vlak voordat we er waren, passeerden we het boerderijtje. Er zaten een paar mensen voor het huis op een bankje.
“Even stoppen schat, ik ga even aan hen vragen of dat weggetje van hen is en of wij daar een nachtje mogen staan. Als jij nou ook even meekomt, kan jouw charismatische verschijning hen wellicht over de streep trekken…” Een schamper lachje was de reactie. “Moet ik met m’n tieten zwaaien, Kees?” Ik schoot in de lach. “Dan ben je met je B-cupje snel klaar schat… Ik ken iemand die daar véél beter in is…” Haar ogen fonkelden gevaarlijk. “Jij speelt met vuur, vriendje van me…” Maar ze kon er wel om lachen. We stapten uit en ik vroeg in m’n beste Frans naar de eigenaar van het stukje weg. Van het antwoord wat ik kreeg kon ik geen chocola maken; het was niet te verstaan. Gelukkig riep een van de heren plotseling: “Annette!” Een meisje van een jaar of 17 kwam naar buiten. Zij sprak goed Engels.
En met opluchting stelde ik haar dezelfde vragen: of het stuk land van hen was, of we daar een nacht met de camper mochten staan. In hetzelfde onherkenbare accent herhaalde ze de vragen, kreeg antwoord en vertaalde dat. “No problem at all. It’s our property. But you better park in the orchard behind the farm of my grandfather if you want to. And if you need any water or electricity, you can use ours. Come, follow me!” We liepen achter haar aan en ze wees ons een plekje zo’n 50 meter achter de boerderij, in een weitje onder wat fruitbomen. “You can park your camper over here.” “Thank you very much. That’s very kind of your grandfather.” Ze lachte. “We don’t see many tourists over here… Were are you from? I didn’t pay much attention to your licenseplate…” Joline stak haar hand uit. “I am Joline, this is Kees and we come from Holland.” “I’m Annette. My grandfather owns this farm. I’m on holiday here.” Joline lachte. “We are lucky you are over here. We didn’t understand your grandfather at all.”
Ze wees ons een kraan en kwam even later aansjouwen met een verlengsnoer die we aan het snoer van de camper konden koppelen. Tot mijn afgrijzen was het Franse verlengsnoer op twee plaatsen gebroken en gerepareerd met kroonsteentjes; zonder enige vorm van isolatie er omheen. “Let me isolate that… That’s rather dangerous.” Annette haalde haar schouders op. “If you want to… be our guest!” Gelukkig had Rob senior een behoorlijke gereedschapskist achterin de camper, inclusief een goeie striptang, gassoldeerboutje, soldeer en vulcaniserend tape en ik zat even later het verlengsnoer te repareren. Na een half uur zag het er weer elektrotechnisch verantwoord uit. “Officieel zou je dat verlengsnoer weg moeten flikkeren, maar dat zal ik maar niet doen. Dan liever vakkundig repareren, voordat iemand een dodelijke oplawaai krijgt”, antwoordde ik op de vragende blik van Joline.
Zij had ondertussen de stoeltjes buiten gezet, op het westen gericht. De zon begon hing tegen de horizon aan. “Kom Kees, nog even genieten van het Franse buitenleven. zo meteen is het donker, dan moeten we naar binnen.” “Nog even één belangrijke handeling uitvoeren, schat…” Ik keek haar aan. “De steuntjes naar beneden.” Joline keek streng. “En jij denkt dat jij nog een kans maakt op een erotisch avontuurtje vannacht, na die opmerking over mijn tieten, Kees Jonkman? Dan moet je wel héél diep door het stof gaan, meneertje.” Ze sloeg demonstratief haar armen over elkaar, voor haar borsten langs. Ik grinnikte. “Kijk nou. De Blonde Feeks van Gorinchem. In levende lijve. Met cup B tieten…”
Joline schoot in de lach, maar haalde uit en ik had een flinke oorvijg te pakken. “Zo. Da’s even om te laten zien dat ik niet met me laat sollen. Ik ben in de leer geweest bij m’n moeder, Kees.” Ik voelde aan m’n oor. “Ja, dat is te merken, potdomme…” Haar triomfantelijke glimlach werd breder. “En ik heb kunnen oefenen op een mannelijke klasgenoot die dacht dat hij zich wat vrijheden konden veroorloven. Het rotjong heeft een paar dagen met een knalrood oor rondgelopen, dus jij hebt nog mazzel.” Ik keek haar aan en ging op m’n knieën. “Er is hier helaas niet zoveel stof, maar als ik nu een stukje kruipend naar u toe kom, Freule… zijn we dan weer vriendjes?”
“Nou, vooruit dan maar… Als jij kookt, want ik heb gereden!” En met een glimlach ging ze demonstratief in een van de tuinstoelen zitten. “Kan ik ten minste mijn sociale contacten onderhouden. Even m’n broers appen dat je je eerste oorvijg te pakken hebt… Als men hier ten minste wifi heeft.” Ik ging naast haar zitten. “Eerst even genieten hoor… Heerlijk, die stilte hier.” Een paar vleesmuisjes vlogen over, op jacht naar wat late insecten. In de verte loeide een koe even, daarna was het weer stil. Joline schoot na een paar minuten in de lach. “Appje van Rob. Zuster Melissa wil wel naar jullie toekomen om een kusje te geven.’ Mocht ze willen!”
Ik dacht even na. “Ja, zuster Melissa is over een weekje weer alleen. Dan zit Rob weer op zee, voor drie maanden. Benieuwd hoe ze die maanden doorkomen…” Joline giechelde. “Dan geeft Rob haar toch voor vertrek een grootverpakking batterijen…” Ik keek opzij. “Wat ben jij slecht. Oh, wacht even… Je zit me nu hints te geven dat ik dat over twee weken ook moet doen. Vergeet dat gerust, meisje. Die ene week kun je wel op herinneringen teren. Batterijen zijn geen vervanging voor mij.” Joline keek guitig. “En hoe kom jij die week dan door, vriendje van me?” Ik haalde m’n schouders op. “Ergens deze weken maak ik een bijna-naakt foto- reportage van jou, die print ik uit op A4-formaat en neem ik mee. Als er bij terugkomst wat vlekjes op zitten, weet je dat het gewerkt heeft…” “Draai je hoofd eens om, Kees. Dan kan ik je andere oor bewerken! Viespeuk. Een beetje zitten masturberen op foto’s van mij. En wat als de douane in Maleisië die foto’s onderschept en uit je koffer haalt? In het gezelschap van de mensen van Damen? Nou?” “Dan hebben zij ook een leuk dagje, schat. Zowel de douane als de collega’s van Damen…”
Ik bukte, want ze haalde wéér uit. “En jij zegt dat ik slecht ben? Ga koken, dan doe je wat nuttigs. Ik heb trek. Húp!” Ik stond op en liep achter haar stoel langs. “Jawel mevrouw. Zeker mevrouw. Wilt u alvast een voorafje, mevrouw?” Ze knikte. “Doe maar.” Achter haar staand gleden mijn handen langs haar hoofd en bleven rusten op haar borsten. Zachtjes streelde ik ze en kuste Joline in haar hals. “Ik hou van je, schat. Je was vandaag heel lief voor me, en dat heb ik misschien niet goed laten merken. Dank je wel. Voor het feit dat je mijn vriendin bent en dat je het uithoudt met zo’n rare vent als ik.” Joline draaide haar hoofd en onze monden vonden elkaar. Zachtjes zoenden we even, toen stond ze op en trok mij naar zich toe. “Kees… Wat wij hebben… is uniek. Ik ben stapelgek op jou, en jij op mij. We kunnen vreselijk met elkaar lachen, maar ook, en dat is veel belangrijker, bij elkaar uithuilen. En ik weet dat dat jou veel moeite kost, omdat je diep in je hart nog steeds militair bent. En die zijn niet zo emotioneel ingesteld. Maar soms komt de ware Kees Jonkman boven en dan zie ik weer van wie ik houd.” Ze keek me recht aan en wéér verdronk ik in haar prachtige blauwe ogen. “Dank je wel, Joline Boogers…”
Even stonden we tegen elkaar aan. Soulmates. Toen hief ze haar hoofd naar me op en gaf me een zachte zoen. “Jij ook dank je wel, Kees…” Ze kuste me nog een keer. “Kom, zitten. We halen zo meteen wel iets simpels uit een kastje. Brood met salade of zo. Maar ik wil nu, samen met jou nog even van dit moment genieten. Eten komt straks wel.” Zwijgend zaten we naast elkaar, hand in hand, te genieten van de rust op dit stukje Frans platteland. Het was nu bijna donker; in het westen werden een paar hoge wolken nog van onderaf belicht door de zon, maar na een paar minuten was ook dat schouwspel voorbij en werd de lucht steeds donkerder blauw. Het was vrijwel stil; héél in de verte hoorde ik wat auto’s rijden, maar dat was het enige geluid. Joline stond langzaam op. “Kom Kees. We gaan wat eten bij elkaar scharrelen, ik trek wat warmers aan en dan gaan we lekker buiten eten. Het kan nog; de temperatuur is best aangenaam.”
We warmden een stokbrood op, ik maakte sla, kookte twee eieren en met een paar plakken ham hadden we zonder veel moeite een paar broodjes gezond. Koffie met een chocolaatje als nagerecht, en de magen waren op een aangename manier gevuld. “Wat doen we morgen, Joline? Rijden we door naar de kust, of blijven we hier nog een dagje?” “Ik stel voor dat we morgen in ieder geval hier vertrekken, dan niet al te ver rijden naar een stadje, daar boodschappen doen en op een bescheiden afstand een volgend plaatsje zoeken. Dan kunnen we morgen en overmorgen een stukje lopen, cultuur snuiven en van elkaar genieten zonder meteen in militaire zaken verstrikt te raken. Want als we aan de kust zijn, dan zal dat het hoofdthema wel worden. En dat mag, maar dat gaat niet onze hele vakantie bepalen”
Ik knikte. “Goed plan. Morgen afscheid nemen van deze gastvrije mensen… Speciaal voor dit soort gelegenheden neem ik altijd een paar kruikjes kruidenbitter mee. Als je aan deze mensen vraagt hoeveel je heb schuldig bent voor de overnachtig, is het antwoord meestal “Mais non monsieur!” En dan ‘une souvenir de Hollande’ wel een leuk aardigheidje.” Er kwam een lachje rond Joline’s mondhoeken. “Jaja… en de kater de volgende morgen is dan zeker ook een souveniertje uit Holland? Fijne vent ben jij…” Ik protesteerde. “Ik bepaal niet in welk tempo men z’n kruidenbittertje moet nuttigen, hoor. Bovedien komen we straks in de streek van de Calvados… Nou, da’s ook een koppig drankje! Ze zijn hier wel wat gewend.” “Hmmm….” was het antwoord.
“Nu eerst nog een stukje lezen, Kees. Even de gedachten verzetten. In mijn E-reader heb ik momenteel bijna honderd boeken geladen, dus ik kan wel een stukje vooruit.” Ik grinnikte. “Toch niet honderd bouquetreeks-romannetjes hé?” Ze schudde glimlachend het hoofd, terwijl ze met haar E-reader aan het prutsen was. “Nee, die schrijven we zelf wel… Een aantal romans van Konsalik, een paar interessante boeken over economie en een boek over Bach. Johann Sebastian. Na het lezen van jouw boek begon ik de man steeds interessanter te vinden.” "Da's mooi, dame. Dan begrijp je zijn muziek ook beter."
Ik opende Google Earth op mijn laptop en bekeek de omgeving. Niet te ver rijden, geen overdadig oorlogsverleden… Uiteindelijk kwam ik uit op Brionne. Een dorpje in het Seinedal, met als grootste bezienswaardigheid een Romaanse kerk. Een leuk centrum met authentieke huisjes,een paar supermarkten en een mooie omgeving. Bovendien een prima uitgangspunt voor de laatste etappe richting de Normandische kust. Ik liet het aan Joline zien. “Als we dáár morgen eens heenrijden, inkopen doen en een mooi plekje zoeken voor twee dagen…” Ze knikte. “Twee dagen rustig lopen, kletsen, van de omgeving genieten… En daarna naar de kust. Prima idee, Kees.” Ze knipoogde. “En wat we ’s avonds doen… dat zien we daar wel. ten slotte moeten we een beetje de rust en ruimte hebben…” Ik trok aan haar staart. “Je bent een schurk, Joline Boogers.”
Ze deed haar E-reader uit, stond op en trok me overeind. “Kom meneertje. We gaan ons even wassen, tandjes poetsen en daarna in bed. Lekker slapen. Leuke spelletjes doen we morgen, dat beloof ik je.” Ze giechelde even. “Want wie weet, ligt Annette nu in haar slaapkamerraam naar ons te kijken, in de hoop dat wij hier ‘leuke dingen’ gaan doen.” Ik keek richting de boerderij, die tussen de bomen door zichtbaar was. “Weinig kans, schat. Eén raampje is zichtbaar, en daar brandt een klein lampje. Wij zitten hier in het aardedonker; het enige licht kwam zojuist van jou E-reader en mijn laptop. Jammer voor Annette… En als ze wat wil leren, moet ze er maar naar vragen. Dan leer ik haar wel een paar dingetjes.” Joline keek me lang aan. “Jij bent een vunzig mannetje… Zo’n jong meisje. Foei!” Ik haalde mijn schouders. “Hoor wie het zegt… het meisje wat op haar veertiende zat te zoenen met de buurjongen.” Ze snoof. “En je bent nog een rotzak ook. Vooruit, naar binnen! Wassen, koud!” Het wassen in de camper kostte wat moeite wegens gebrek aan ruimte. Uiteindelijk poedelde Joline zich in de keuken en ging ik met de afwasbak met koud water naar buiten. “Kan Annette nog even genieten van mijn goddelijke torso…” Ik kreeg een grom als reactie.
Toen we even later in bed lagen, kroop Joline tegen me aan. “Kees…” Ze giechelde en ik draaide me naar haar om. “Wat heb jij op je lever, Jolientje?” “Ik wil deze vakantie…” Ze zweeg en ik deed een bedlampje aan. Ze bloosde. “Geen taboe’s, mevrouw. Vertel!” “Ik wil deze vakantie een keertje buiten vrijen. Ergens midden in een bos, lekker met jou vrijen. Onder de blote hemel. Allebei helemaal naakt, lekker genieten van elkaar. Zoals Adam en Eva, maar dan zonder slang. Beloof je dat we dat een keer gaan doen?” Ik keek haar aan. “Is goed… Lijkt me wel lekker. En als men ons getrapt, zeggen we dat we uit Amsterdam komen en dat dat daar heel normaal is.”
Ze giechelde. “Oh boswachter, sorry, mag dat niet? Wilt u me bekeuren? Mag ik de boete in natura voldoen? Ja, want mijn vriendje hier heeft zijn lusten al op Annette botgevierd…” Ik kneep in haar zij. “Mevrouw Boogers…” Ze grinnikte. “Kom hier lekkere vent. Het moet wel een héél aantrekkelijke boswachter zijn als ik dat zou doen. Voorlopig troost ik me wel met jou.” Ze zoende me langdurig. “Maar die blote vrijpartij in het bos gaan we doen, Kees…”
Even later lag ze naast me te slapen, rustig ademend. En ik genoot ervan…
Even later zaten we op bed te ontbijten. “C’est trés Francois: sterke koffie en een croissantje.” Terwijl we zaten te ontbijten reed er een zitmaaier langs. Een man van mijn leeftijd er op. Wat opviel was een glimmende stalen prothese, net onder zijn linkerknie. “Mooi dat zo’n campingbaas een invalide aan een baan helpt. Dat zie je niet zo vaak.” Joline keek de zitmaaier na. “Zielig voor zo’n jonge vent… Enfin, hij hoeft niet te bedelen.”
Ze keek me onderzoekend aan. “Wat gaan we vandaag doen, Kees?” “Heb je er geen bezwaar tegen om met me mee te gaan naar het Arras Memorial? En daarna een wandeling door de omgeving of de stad?” Ze knikte. “Is goed.” Ze lachte zachtjes. “Met name het deel ‘stad’…”
Dat pakte anders uit. Drie uur later liepen we in stilte het Arras Memorial uit. Bijna 35.000 Engelse, Zuidafrikaanse en Nieuwzeelandse militairen lagen daar begraven. Gesneuveld tussen 9 April and 16 Mei 1917 tijdens de slag om Arras. We gingen een paar honderd meter verder langs de kant van de weg op een bankje zitten. “Je had gelijk, Kees. Eén dode is een ramp, duizenden doden zijn slechts een getal. Hoe konden de politici uit die tijd dit verantwoorden? En dit is slechts één plaats in Frankrijk...” Ze keek me aan. “Vind je het goed als we vandaag nog doorrijden? Ik wil hier weg!” Ik knikte. “Oké meid. Dit ook geen plaats om lekker vakantie te vieren. We lopen naar de camping, melden ons af en rijden door.” Eenmaal bij de receptie legde ik uit waarom we plotseling door wilde rijden. De man achter de balie knikte begrijpend. Het bleek vaker te gebeuren. Hij keek me aan. “Êtes-vous un ancien combattant?” Ik knikte. “Oui monsieur. Bosnie et Afghanistan” Hij schoof het geld op de balie weer terug. “Ensuite, vous n'avez pas à payer.” Ik protesteerde. “Mais monsieur...” Hij keek me aan. “Mon fils a également combattu en Bosnie. IFOR, 1996” Ik boog en bedankte hem. Toen we wegreden, stond hij bij de poort en zwaaide. Ik groette militair terug. Joline keek me aan. “Waarom wilde hij geen geld, Kees?” “Omdat ik veteraan ben. Zijn zoon heeft in 1996 bij IFOR in Bosnie gevochten..." Er ging me een licht op. "Het zou me niets verwonderen als zijn zoon die man op die zitmaaier was.” Iets verderop was een klein winkeltje. “Verdomme, ik ga het vragen!” Ik zette de camper op de parkeerplaats en liep het winkeltje binnen. Een oudere dame kwam tevoorschijn. “Bonjour Madame...” In mijn beste Frans vroeg ik of de eigenaar van de camping een gehandicapte zoon had. Ze bevestigde dat. “Jules...Hij is in Bosnië op een landmijn gestapt en raakte zijn onderbeen kwijt... Hij was officier; knappe knul in z’n uniform. Nu helpt hij z’n vader zo goed en zo kwaad als het kan op de camping.” Ik had moeite om het snelle Frans te volgen, maar begreep de strekking van het verhaal.
Ik bedankte haar, liep terug naar de camper en ging achter het stuur zitten. Ik startte nog niet, maar keek Joline aan. “Zo had ik er ook uit kunnen zien, schat... Dat knalde zojuist even naar binnen. Als militair hou je er rekening mee dat je dood kan gaan. Dat is al abstract voor het menselijk brein om te bevatten. En je hoopt dat de dood dan snel komt. Maar er rekening mee houden dat je voor de rest van je leven verminkt kan raken, dát gaat er bij de meesten niet in. Ook bij mij niet. Dat overkomt alleen anderen.”
Ze legde haar hand op mijn arm. “Ook al had je een houten poot gehad, Kees, was ik toch wel verliefd op je geworden...” Ze giechelde. “Past wél goed bij je imago als Piraat...” Ze schrok toen ik haar aankeek. “Sorry... ongepaste grap.” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Misschien goed om even te relativeren. Wat ik wél ga doen is, zodra we terug zijn in Nederland vriend Jules een kaart of een brief sturen. Van de ene veteraan aan de andere.” Joline knikte. “Goed plan. Het adres van de camping hebben we.”
We waren even stil. Toen pakte ze de kaart van Frankrijk. “Oké, Kees… waar gaan we nu heen?” Ik keek mee. “Wat dacht je van… Rouen? Dat is 200 kilometer. Drie uur rijden met een koffiestop. Het is nu bijna één uur… Dan zijn we daar rond vier uur. Vous étes accord, madame?” Ze knikte en ik vervolgde: “Als jij op je mobiel een leuke camping uitzoekt… Reserveren hoeven we niet.”
Joline keek me schuin aan. “Als JIJ nu eens op je mobiel een leuke camping uitzoekt… en op deze stoel gaat zitten. Dan kruip ik achter dat ronde ding wat jij voor je hebt en stuur deze bus netjes richting Rouen. Tegen de tijd dat we in de buurt zijn, heb jij wel een leuke camping uitgezocht. Hoop ik.”
Ze stapte uit, liep om en deed de deur aan de bestuurderskant open. “Hup, achter dat stuur vandaan. Jij gaat vandaag niet meer rijden, meneer. Je zit mij iets teveel in je bubbel.” Ze keek serieus. “Ja, dat méén ik, Kees. Jij gaat lekker een mooi stukje muziek uitzoeken en daarna een camping. Vervolgens zet je het adres in de navigator en gaat ontspannen. Deze mevrouw stuurt.” Ik keek haar aan. “Je bent een schat, dat je me zó aanvoelt, Joline. Mag een CD van Bach in?” Ze knikte. “Da’s wel eens goed voor jou. En nu: Allons enfants de la patrie; op naar Rouen!” Ik zocht en vond een mooie camping ten zuiden van Rouen. Tijdens een ‘sanitaire stop’ onderweg liet ik ‘m aan Joline zien, die meteen, met een ondeugende lach, haar fiat gaf. “Ik zie een zwembad, Kees… Ochtendsport!”
Ik gromde en toetste het adres in de navigatie. Na een halfuurtje reden we verder en na drie uur en een kwartier stonden we voor de poort van de camping. Dicht. Een briefje liet ons weten dat de camping-eigenaren zelf vakantie aan het vieren waren. “Oké Kees… Wat nu?” Ik gniffelde. “”We gaan over op plan B. Kun jij eens een boel lawaai maken?” Joline keek me onnozel aan. “Wát?” “Kun jij een boel lawaai maken? Nee? Dan doe ik het zelf wel.”
Ik trommelde á la Tarzan op mijn borst en gilde de kreet van Johnny Weismuller. Joline hield haar handen voor haar oren. “Leuk, je hebt me ervan overtuigd dat de mens door evolutie ontstaan is en van de apen afstamt. Maar wat moet ik, midden in Noord-Frankrijk met die kennis, Kees?” “We gaan wildkamperen, schat. Geen camping vannacht. In Frankrijk mag dat. Ik ga even een kaartstudie doen op de tomtom, en dan rijden we een stukje verder. Wacht.”
Tien minuten later had ik een potentieel plekje gevonden: bij een boerderij, een paar kilometer verderop. Een landweggetje wat ophield bij een beekje. Genoeg ruimte om te keren of om te passeren, niet aan een doorgaande route, gewoon ‘in the bloody middle of nowhere’. We reden erheen. Vlak voordat we er waren, passeerden we het boerderijtje. Er zaten een paar mensen voor het huis op een bankje.
“Even stoppen schat, ik ga even aan hen vragen of dat weggetje van hen is en of wij daar een nachtje mogen staan. Als jij nou ook even meekomt, kan jouw charismatische verschijning hen wellicht over de streep trekken…” Een schamper lachje was de reactie. “Moet ik met m’n tieten zwaaien, Kees?” Ik schoot in de lach. “Dan ben je met je B-cupje snel klaar schat… Ik ken iemand die daar véél beter in is…” Haar ogen fonkelden gevaarlijk. “Jij speelt met vuur, vriendje van me…” Maar ze kon er wel om lachen. We stapten uit en ik vroeg in m’n beste Frans naar de eigenaar van het stukje weg. Van het antwoord wat ik kreeg kon ik geen chocola maken; het was niet te verstaan. Gelukkig riep een van de heren plotseling: “Annette!” Een meisje van een jaar of 17 kwam naar buiten. Zij sprak goed Engels.
En met opluchting stelde ik haar dezelfde vragen: of het stuk land van hen was, of we daar een nacht met de camper mochten staan. In hetzelfde onherkenbare accent herhaalde ze de vragen, kreeg antwoord en vertaalde dat. “No problem at all. It’s our property. But you better park in the orchard behind the farm of my grandfather if you want to. And if you need any water or electricity, you can use ours. Come, follow me!” We liepen achter haar aan en ze wees ons een plekje zo’n 50 meter achter de boerderij, in een weitje onder wat fruitbomen. “You can park your camper over here.” “Thank you very much. That’s very kind of your grandfather.” Ze lachte. “We don’t see many tourists over here… Were are you from? I didn’t pay much attention to your licenseplate…” Joline stak haar hand uit. “I am Joline, this is Kees and we come from Holland.” “I’m Annette. My grandfather owns this farm. I’m on holiday here.” Joline lachte. “We are lucky you are over here. We didn’t understand your grandfather at all.”
Ze wees ons een kraan en kwam even later aansjouwen met een verlengsnoer die we aan het snoer van de camper konden koppelen. Tot mijn afgrijzen was het Franse verlengsnoer op twee plaatsen gebroken en gerepareerd met kroonsteentjes; zonder enige vorm van isolatie er omheen. “Let me isolate that… That’s rather dangerous.” Annette haalde haar schouders op. “If you want to… be our guest!” Gelukkig had Rob senior een behoorlijke gereedschapskist achterin de camper, inclusief een goeie striptang, gassoldeerboutje, soldeer en vulcaniserend tape en ik zat even later het verlengsnoer te repareren. Na een half uur zag het er weer elektrotechnisch verantwoord uit. “Officieel zou je dat verlengsnoer weg moeten flikkeren, maar dat zal ik maar niet doen. Dan liever vakkundig repareren, voordat iemand een dodelijke oplawaai krijgt”, antwoordde ik op de vragende blik van Joline.
Zij had ondertussen de stoeltjes buiten gezet, op het westen gericht. De zon begon hing tegen de horizon aan. “Kom Kees, nog even genieten van het Franse buitenleven. zo meteen is het donker, dan moeten we naar binnen.” “Nog even één belangrijke handeling uitvoeren, schat…” Ik keek haar aan. “De steuntjes naar beneden.” Joline keek streng. “En jij denkt dat jij nog een kans maakt op een erotisch avontuurtje vannacht, na die opmerking over mijn tieten, Kees Jonkman? Dan moet je wel héél diep door het stof gaan, meneertje.” Ze sloeg demonstratief haar armen over elkaar, voor haar borsten langs. Ik grinnikte. “Kijk nou. De Blonde Feeks van Gorinchem. In levende lijve. Met cup B tieten…”
Joline schoot in de lach, maar haalde uit en ik had een flinke oorvijg te pakken. “Zo. Da’s even om te laten zien dat ik niet met me laat sollen. Ik ben in de leer geweest bij m’n moeder, Kees.” Ik voelde aan m’n oor. “Ja, dat is te merken, potdomme…” Haar triomfantelijke glimlach werd breder. “En ik heb kunnen oefenen op een mannelijke klasgenoot die dacht dat hij zich wat vrijheden konden veroorloven. Het rotjong heeft een paar dagen met een knalrood oor rondgelopen, dus jij hebt nog mazzel.” Ik keek haar aan en ging op m’n knieën. “Er is hier helaas niet zoveel stof, maar als ik nu een stukje kruipend naar u toe kom, Freule… zijn we dan weer vriendjes?”
“Nou, vooruit dan maar… Als jij kookt, want ik heb gereden!” En met een glimlach ging ze demonstratief in een van de tuinstoelen zitten. “Kan ik ten minste mijn sociale contacten onderhouden. Even m’n broers appen dat je je eerste oorvijg te pakken hebt… Als men hier ten minste wifi heeft.” Ik ging naast haar zitten. “Eerst even genieten hoor… Heerlijk, die stilte hier.” Een paar vleesmuisjes vlogen over, op jacht naar wat late insecten. In de verte loeide een koe even, daarna was het weer stil. Joline schoot na een paar minuten in de lach. “Appje van Rob. Zuster Melissa wil wel naar jullie toekomen om een kusje te geven.’ Mocht ze willen!”
Ik dacht even na. “Ja, zuster Melissa is over een weekje weer alleen. Dan zit Rob weer op zee, voor drie maanden. Benieuwd hoe ze die maanden doorkomen…” Joline giechelde. “Dan geeft Rob haar toch voor vertrek een grootverpakking batterijen…” Ik keek opzij. “Wat ben jij slecht. Oh, wacht even… Je zit me nu hints te geven dat ik dat over twee weken ook moet doen. Vergeet dat gerust, meisje. Die ene week kun je wel op herinneringen teren. Batterijen zijn geen vervanging voor mij.” Joline keek guitig. “En hoe kom jij die week dan door, vriendje van me?” Ik haalde m’n schouders op. “Ergens deze weken maak ik een bijna-naakt foto- reportage van jou, die print ik uit op A4-formaat en neem ik mee. Als er bij terugkomst wat vlekjes op zitten, weet je dat het gewerkt heeft…” “Draai je hoofd eens om, Kees. Dan kan ik je andere oor bewerken! Viespeuk. Een beetje zitten masturberen op foto’s van mij. En wat als de douane in Maleisië die foto’s onderschept en uit je koffer haalt? In het gezelschap van de mensen van Damen? Nou?” “Dan hebben zij ook een leuk dagje, schat. Zowel de douane als de collega’s van Damen…”
Ik bukte, want ze haalde wéér uit. “En jij zegt dat ik slecht ben? Ga koken, dan doe je wat nuttigs. Ik heb trek. Húp!” Ik stond op en liep achter haar stoel langs. “Jawel mevrouw. Zeker mevrouw. Wilt u alvast een voorafje, mevrouw?” Ze knikte. “Doe maar.” Achter haar staand gleden mijn handen langs haar hoofd en bleven rusten op haar borsten. Zachtjes streelde ik ze en kuste Joline in haar hals. “Ik hou van je, schat. Je was vandaag heel lief voor me, en dat heb ik misschien niet goed laten merken. Dank je wel. Voor het feit dat je mijn vriendin bent en dat je het uithoudt met zo’n rare vent als ik.” Joline draaide haar hoofd en onze monden vonden elkaar. Zachtjes zoenden we even, toen stond ze op en trok mij naar zich toe. “Kees… Wat wij hebben… is uniek. Ik ben stapelgek op jou, en jij op mij. We kunnen vreselijk met elkaar lachen, maar ook, en dat is veel belangrijker, bij elkaar uithuilen. En ik weet dat dat jou veel moeite kost, omdat je diep in je hart nog steeds militair bent. En die zijn niet zo emotioneel ingesteld. Maar soms komt de ware Kees Jonkman boven en dan zie ik weer van wie ik houd.” Ze keek me recht aan en wéér verdronk ik in haar prachtige blauwe ogen. “Dank je wel, Joline Boogers…”
Even stonden we tegen elkaar aan. Soulmates. Toen hief ze haar hoofd naar me op en gaf me een zachte zoen. “Jij ook dank je wel, Kees…” Ze kuste me nog een keer. “Kom, zitten. We halen zo meteen wel iets simpels uit een kastje. Brood met salade of zo. Maar ik wil nu, samen met jou nog even van dit moment genieten. Eten komt straks wel.” Zwijgend zaten we naast elkaar, hand in hand, te genieten van de rust op dit stukje Frans platteland. Het was nu bijna donker; in het westen werden een paar hoge wolken nog van onderaf belicht door de zon, maar na een paar minuten was ook dat schouwspel voorbij en werd de lucht steeds donkerder blauw. Het was vrijwel stil; héél in de verte hoorde ik wat auto’s rijden, maar dat was het enige geluid. Joline stond langzaam op. “Kom Kees. We gaan wat eten bij elkaar scharrelen, ik trek wat warmers aan en dan gaan we lekker buiten eten. Het kan nog; de temperatuur is best aangenaam.”
We warmden een stokbrood op, ik maakte sla, kookte twee eieren en met een paar plakken ham hadden we zonder veel moeite een paar broodjes gezond. Koffie met een chocolaatje als nagerecht, en de magen waren op een aangename manier gevuld. “Wat doen we morgen, Joline? Rijden we door naar de kust, of blijven we hier nog een dagje?” “Ik stel voor dat we morgen in ieder geval hier vertrekken, dan niet al te ver rijden naar een stadje, daar boodschappen doen en op een bescheiden afstand een volgend plaatsje zoeken. Dan kunnen we morgen en overmorgen een stukje lopen, cultuur snuiven en van elkaar genieten zonder meteen in militaire zaken verstrikt te raken. Want als we aan de kust zijn, dan zal dat het hoofdthema wel worden. En dat mag, maar dat gaat niet onze hele vakantie bepalen”
Ik knikte. “Goed plan. Morgen afscheid nemen van deze gastvrije mensen… Speciaal voor dit soort gelegenheden neem ik altijd een paar kruikjes kruidenbitter mee. Als je aan deze mensen vraagt hoeveel je heb schuldig bent voor de overnachtig, is het antwoord meestal “Mais non monsieur!” En dan ‘une souvenir de Hollande’ wel een leuk aardigheidje.” Er kwam een lachje rond Joline’s mondhoeken. “Jaja… en de kater de volgende morgen is dan zeker ook een souveniertje uit Holland? Fijne vent ben jij…” Ik protesteerde. “Ik bepaal niet in welk tempo men z’n kruidenbittertje moet nuttigen, hoor. Bovedien komen we straks in de streek van de Calvados… Nou, da’s ook een koppig drankje! Ze zijn hier wel wat gewend.” “Hmmm….” was het antwoord.
“Nu eerst nog een stukje lezen, Kees. Even de gedachten verzetten. In mijn E-reader heb ik momenteel bijna honderd boeken geladen, dus ik kan wel een stukje vooruit.” Ik grinnikte. “Toch niet honderd bouquetreeks-romannetjes hé?” Ze schudde glimlachend het hoofd, terwijl ze met haar E-reader aan het prutsen was. “Nee, die schrijven we zelf wel… Een aantal romans van Konsalik, een paar interessante boeken over economie en een boek over Bach. Johann Sebastian. Na het lezen van jouw boek begon ik de man steeds interessanter te vinden.” "Da's mooi, dame. Dan begrijp je zijn muziek ook beter."
Ik opende Google Earth op mijn laptop en bekeek de omgeving. Niet te ver rijden, geen overdadig oorlogsverleden… Uiteindelijk kwam ik uit op Brionne. Een dorpje in het Seinedal, met als grootste bezienswaardigheid een Romaanse kerk. Een leuk centrum met authentieke huisjes,een paar supermarkten en een mooie omgeving. Bovendien een prima uitgangspunt voor de laatste etappe richting de Normandische kust. Ik liet het aan Joline zien. “Als we dáár morgen eens heenrijden, inkopen doen en een mooi plekje zoeken voor twee dagen…” Ze knikte. “Twee dagen rustig lopen, kletsen, van de omgeving genieten… En daarna naar de kust. Prima idee, Kees.” Ze knipoogde. “En wat we ’s avonds doen… dat zien we daar wel. ten slotte moeten we een beetje de rust en ruimte hebben…” Ik trok aan haar staart. “Je bent een schurk, Joline Boogers.”
Ze deed haar E-reader uit, stond op en trok me overeind. “Kom meneertje. We gaan ons even wassen, tandjes poetsen en daarna in bed. Lekker slapen. Leuke spelletjes doen we morgen, dat beloof ik je.” Ze giechelde even. “Want wie weet, ligt Annette nu in haar slaapkamerraam naar ons te kijken, in de hoop dat wij hier ‘leuke dingen’ gaan doen.” Ik keek richting de boerderij, die tussen de bomen door zichtbaar was. “Weinig kans, schat. Eén raampje is zichtbaar, en daar brandt een klein lampje. Wij zitten hier in het aardedonker; het enige licht kwam zojuist van jou E-reader en mijn laptop. Jammer voor Annette… En als ze wat wil leren, moet ze er maar naar vragen. Dan leer ik haar wel een paar dingetjes.” Joline keek me lang aan. “Jij bent een vunzig mannetje… Zo’n jong meisje. Foei!” Ik haalde mijn schouders. “Hoor wie het zegt… het meisje wat op haar veertiende zat te zoenen met de buurjongen.” Ze snoof. “En je bent nog een rotzak ook. Vooruit, naar binnen! Wassen, koud!” Het wassen in de camper kostte wat moeite wegens gebrek aan ruimte. Uiteindelijk poedelde Joline zich in de keuken en ging ik met de afwasbak met koud water naar buiten. “Kan Annette nog even genieten van mijn goddelijke torso…” Ik kreeg een grom als reactie.
Toen we even later in bed lagen, kroop Joline tegen me aan. “Kees…” Ze giechelde en ik draaide me naar haar om. “Wat heb jij op je lever, Jolientje?” “Ik wil deze vakantie…” Ze zweeg en ik deed een bedlampje aan. Ze bloosde. “Geen taboe’s, mevrouw. Vertel!” “Ik wil deze vakantie een keertje buiten vrijen. Ergens midden in een bos, lekker met jou vrijen. Onder de blote hemel. Allebei helemaal naakt, lekker genieten van elkaar. Zoals Adam en Eva, maar dan zonder slang. Beloof je dat we dat een keer gaan doen?” Ik keek haar aan. “Is goed… Lijkt me wel lekker. En als men ons getrapt, zeggen we dat we uit Amsterdam komen en dat dat daar heel normaal is.”
Ze giechelde. “Oh boswachter, sorry, mag dat niet? Wilt u me bekeuren? Mag ik de boete in natura voldoen? Ja, want mijn vriendje hier heeft zijn lusten al op Annette botgevierd…” Ik kneep in haar zij. “Mevrouw Boogers…” Ze grinnikte. “Kom hier lekkere vent. Het moet wel een héél aantrekkelijke boswachter zijn als ik dat zou doen. Voorlopig troost ik me wel met jou.” Ze zoende me langdurig. “Maar die blote vrijpartij in het bos gaan we doen, Kees…”
Even later lag ze naast me te slapen, rustig ademend. En ik genoot ervan…
Lees verder: Mini - 80
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10