Door: Keith
Datum: 26-01-2020 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 13609
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 44 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 44 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 119
En toen was het zaterdag… 06:43 volgens de wekker. Naast me: een hoofd met blonde haren. Joline snurkte zachtjes. Me omdraaien en slapen: kansloos. En ik was een beetje stijf… Ik besloot om op te staan en een stuk te gaan fietsen. Had ik te lang niet meer gedaan!
Ik sloop het bed uit en pakte m’n trainingspak en fietsschoenen. In de kamer schreef ik een briefje. ‘Hoi schat! Ik ben een stukje fietsen. Telefoon heb ik bij me. Rond 08:00 terug. *** Kees.’ M’n kop onder de kraan om mijn ogen helder te maken en even later trok ik de voordeur achter me dicht. In de berging pakte in mijn helm, bril, handschoenen en de ATB. Even wat lucht in de banden erbij en ik was onderweg.
Het was nog steeds koud! Nét iets onder nul, schatte ik. Binnendoor fietste ik richting Oirschotse Heide. Daar kende ik een ATB-parcours en even later reed ik op smalle, hobbelige paadjes met scherpe bochten en plotselinge hellinkjes. Ik kon merken dat het een tijd geleden was dat ik gefietst had; de snelheid zat er niet echt in en een paar keer ging ik bijna onderuit. Verdorie… Ik werd kwaad op mezelf en zette aan. Dóórfietsen, Kees! Op een gegeven moment moest ik een tankbaan kruisen. Normaal niet zo’n probleem: even versnellen en proberen over het rulste zand heen te springen. Daar ging het mis: het tweede tankspoor was geen zand, maar een diepe plas. Ik dook er vol in en voelde de fiets onder me vandaan glijden. Even later raapte ik de fiets uit de plas en bekeek mezelf even. Ja. Honderd procent nat. Languit in de plomp gegaan. Niks gekneusd? Nee, alles deed het nog, maar ik zag er niet uit. Nou ja… Mijn telefoon zat in een waterdicht hoesje, die kon er tegen. Oh, wat zou Joline lachen als ik thuis kwam… Ik overwoog om haar een appje te sturen met de vraag of ze het bad vol wilde laten lopen, maar zag er van af. Voor het zelfde geld sliep ze nog…
Tien over acht kwam ik weer bij de flat aan, zette de fiets in de berging en liep naar boven. In mijn kliedernatte kleren de lift maar even mijden… Enfin, mijn stijfheid was nu wel verdwenen. Grinnikend sloot ik de deur achter me en kleedde me op de mat uit. Telefoon uit m’n zak, kleren maar even op het balkon. Zachtjes liep ik de slaapkamer in. Niet zachtjes genoeg: Joline draaide zich naar me om “Zo… jij bent vroeg…”
Toen keek ze goed en schoot overeind. “Kéés! Wat heb jij gedaan?” Ze sloeg haar handen voor haar mond. “Niks bijzonders. Mijn schatje lag vanochtend vroeg te snurken en toen besloot ik om een stukje te gaan fietsen op de ATB. Helaas ging ik onderuit… midden in een plas. En toen moest ik nog vijf kilometer terugfietsen. Zeiknat. Dus, als je het niet erg vind: ik ga even douchen.” Ze schudde haar hoofd. “Kijk, voordat je gaat douchen maar even in de spiegel. Als je nachtmerries van je eigen kop wil krijgen: dit is de gelegenheid!”
Ik liep de badkamer in en zette de kraan aan. En toen keek ik inderdaad even in de spiegel. Mijn gezicht zat tot mijn nek onder de blubber. Alleen rond mijn ogen wat het enigszins schoon, dankzij mijn fietsbril. Mijn haren waren bijna zwart in plaats van donkerblond en m’n ooit witte T-shirt was op sommige plekken ook bruin. “Goeie camouflage als ik ooit in een veld met koeienpoep moet gaan liggen… Alleen de stank ontbreekt”, riep ik naar Joline. “Oh, denk je dat? Die stank heb je wel degelijk meegenomen, viespeuk! Ik weet weer waarom ik niet op de fiets door een bos wil raggen…”
Ik lachte. Fietsen op een ATB was inderdaad niet aan Joline besteed. Ik dook onder de hete douche om het ergste vuil er af te spoelen. Het douchewater werd zwart toen ik mijn haren uitspoelde. Daarna met veel shampoo m’n haren wassen; nog steeds was het water goor, maar allengs werd het helderder. En na vijf minuten was ik weer schoon. De koude douche sloeg ik maar over; ik had het koud genoeg gehad op de fiets! Naakt liep ik de slaapkamer in. “Zo. Ik denk dat…” Geen Joline. Ik kleedde me aan en liep de kamer in.
De geur van verse koffie kwam me tegemoet, samen met de geur van brood. “Ik heb maar even koffie gemaakt en er liggen broodjes in de oven. Volgens mij heb jij daar wel behoefte aan, modderfiguur!” Ze lachte en liep naar me toe. “Kan ik je weer knuffelen zonder een hele zandbak over me heen te krijgen?” Ze wachtte het antwoord niet af maar trok me tegen zich aan. “Dwaas. Hoe wist ik nou waar je uithing? Stel dat je écht een ongeval had gehad…”
Ik wees op het briefje op tafel. “Ja, dat had ik net gelezen. Maar ik weet toch niet waar je heen gaat? Laat dan op z’n minst een routebeschrijving achter.” Ze knipoogde. “Dat weet ik ten minste waar de brandweer moet gaan dreggen om je levenloze lichaam te vinden…”
Hmmm… Ik omarmde haar en zei zonder spoor van spot: “Sorry. Stom van me. Je hebt gelijk.” Joline keek me afwachtend aan. “Geen grapje?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Geen grapje. Mijn excuses. Dat meen ik. Het was stom. Weet je: tot voor een paar maanden ging ik gewoon de deur uit, stapte op de fiets en wég was ik. Nu moet ik er nog steeds aan wennen om te zeggen of te schrijven waar ik heenga. Je hebt weer eens gelijk. Ik ben blij dat ik zo’n verstandige vriendin heb.” Ze glimlachte. “Dank je wel. En nu koffie en wat eten, sukkel. Je zult wel steenkoud geweest zijn.” “Het was inderdaad nogal frisjes toen ik op de Eindhovense dijk fietste. Tegenwind. Niet leuk bij temperaturen rond het vriespunt. Als je had willen vrijen toen ik net thuiskwam had je een probleem gehad.”
Joline trok een vies gezicht. “Vrijen? Met een onderkoelde moddervent? En jij met je kouwe, gore modderjatten bij mijn lieve poesje? Wat denk je zelf?” Ik grinnikte. “Jaja, je bent een net meisje…” Joline keek triomfantelijk. “Precies!” Ik nam een slok warme koffie. “Maar wel een lief meisje, dat je meteen koffie en warme broodjes maakt. Dank je wel.” Ik trok haar naar me toe en gaf haar een zoen.
We aten rustig. Joline deed nog een paar boterhammen in de toaster. “Die zul je zo wel nodig hebben, schat…” In haar ogen waren pretlichtjes te zien. Ik keek vragend. “Hoezo?” “Nou, jij zit zo meteen beneden in de koude garage een surprise in elkaar te knutselen voor iemand. En ik zit prinsheerlijk hetzelfde te doen in jouw heerlijk warme studeerkamer.” Shit… Dat zouden we vandaag inderdaad gaan doen. Nou ja… Met de heteluchtkachel in de garage aan was het daar ook wel uit te houden. “Volgens mij was jij dat compleet vergeten, liefje…” Ik knikte. “Verdorie. Twee keer binnen het kwartier. Je-hebt-gelijk-schat.”
Joline tikte op mijn neus. “Lekkere vent van me. Weet je wat het leuke is? In het begin van onze relatie dacht ik dat jij bijna onfeilbaar was. Je kon alles, je wist alles, je enige zwakke punt was de omgang met vrouwen. Nu, een paar maanden later zie ik toch wat barsten komen in de volmaakte Kees Jonkman.” “Wacht maar tot ik tachtig ben. Dan zie je nog veel meer barsten. Met name in m’n gezicht. Dat noemen ze rimpels.” Ik boog me naar haar toe. “En die heb jij dan ook, meisje. Héél veel rimpels. Maar dan hou ik nog steeds van je.” Ze keek me even nadenkend aan. “Daar sta je niet bij stil hé? Dat, naarmate je ouder wordt, je ook lichamelijk verandert…”
Ik gleed van mijn kruk, ging achter haar staan en trok haar tegen me aan. “Lief meisje van me: je wordt samen oud. Je deelt ervaringen. De passie die wij gisteren ervoeren wordt misschien wat minder, het gaat allemaal wat langzamer en zo, maar de liefde blijft. Vergelijk het met een vuur. Als je een vuur wil aansteken doe je dat met licht ontvlambaar materiaal. Dun hout, papier, aanmaakblokjes, en, als je er stom genoeg voor bent, benzine. Het vuur laait even hoog op, maar zakt snel weer in. Als je het goed opbouwt, voor voldoende lucht zorgt en regelmatig nieuwe brandstof toevoegt, zal het vuur op een gegeven moment, ook al laait het niet meer zo hoog op, blijven gloeien. Niet zo’n spectaculair gezicht, maar heter dan vlammen. En als je er nieuwe brandstof op gooit of even blaast, laait het al snel weer op. Dát, lieve schat, is het geheim van een goede en lange relatie.” Terwijl ik dit aan het vertellen was, streelde ik haar buik.
Joline draaide zich langzaam naar me om, haar ogen vochtig. “Wat kan jij dat mooi beeldend vertellen… Ik zag mijn ouders voor me. En verdorie, ook de jouwe. Dat beeld past exact bij hen. Alle vier. En ik hoop dat ook wij ooit dat stadium van ‘gloeien’ bereiken, als we oud zijn.” Ze kuste me zachtjes en giechelde tijdens het kussen. “Voel ik hier wat oplaaien, vriendje van me?” Ze gleed met haar hand over mijn kruis. Ik grinnikte. “Tja… diverse lichaamsdelen zijn weer opgewarmd en gereed voor actie.” Ze schudde het hoofd. “Niks ervan. Denk aan werktijden van de medewerkers van jouw zaadfabriekjes. Jij duikt zo meteen de garage in. Om tien uur mag je even boven komen voor een kop koffie, en daarna ga je weer aan het werk. En tot nader order is de studeerkamer ‘out of bounds’ voor jou!” Ik kuste haar. “Goed schat. Ik ben al bijna weg. Nog even de laatste boterham wegwerken…”
Na nog een knuffel liep ik omlaag. Goed… een surprise voor Rob. Het cadeau had ik al: een DIYklok. Een houten bouwpakket van een klok waarbij je alle delen zag bewegen. Wat voor surprise kon ik daarbij maken? Ik zat even te puzzelen. Eerst de kast met ‘komt-ooit-nog-eens-van-pas-rommel’ inventariseren. Ik pakte de doos met elektronica en vond zowaar mijn oude wekker. Zo’n ding met van die lamellen die om de minuut met een klikje omlaag vielen. En om het uur een irritante hardere ‘klik’. Als ik dáár nu eens iets mee kon doen… Ik stak de stekker in het stopcontact. Het ding deed het ook nog. Mooi. Een uur lang zat ik te prutsen en uiteindelijk deed hij wat ik wilde: de minuut-lamellen versprongen nu per seconde. En op de plaats van het normale zoemende alarm had ik de soldeerpunten naar de zoemer losgesoldeerd en met draden verlengd. Er sloot er nu een contactje, waar ik de feitelijke surprise aan kon koppelen… Ik deed een test en alles werkte zoals ik had uitgedacht. Breed grijnzend van voorpret ging ik om tien uur naar boven.
Ik opende de voordeur. “Mag ik binnenkomen?” Joline kwam uit de studeerkamer en deed de deur zorgvuldig achter zich dicht. “Ja. Maar niét in de studeerkamer.” “Ik ben ingenieur, schatje. Afgestudeerd. Ik hoef niet meer te studeren. Ben er klaar mee.” Joline keek me met een lachje aan. “Vind je het erg als ik jou nu even niet geloof? Kom binnen gek… Koffie. Zo te zien ga jij lekker. Je hebt dat ‘ik-ben-tevreden-over-mezelf-lachje' op je toet.”
Ik knikte. “Ik had iets uitgedacht en het concept is gelukt. Nu nog even uitwerken, maar dat is het minste.” “Mooi. Dan kunnen we lekker koffiedrinken.” We liepen elkaar in de keuken even lekker in de weg; Joline zocht koekjes en ik zette koffie. Een pets op mijn billen was het resultaat. “Lekker mevrouw… Wanneer pakt u uw zweepje?” “Doe eens normaal… Je weet dat ik daar niks mee heb.” Terwijl we koffie dronken vroeg ik: “En jij? Schiet jij al lekker op?” Joline knikte. “Surprise is al klaar. De kast in de 2e logeerkamer is verboden gebied. Ik ben nu aan het rijmen en dichten.” Ik sloeg een arm om haar heen en trok haar truitje omhoog. “Zonder je hemd op te lichten. Dus.” Ze keek afkeurend. “Dat is een trui, schat. M’n hemd, nou ja… T-shirt, zit er onder. En nee, dat ga jij nu niet inspecteren. Dat heb je gisteravond al gedaan. Er is niks veranderd daar onder. Hooguit zijn mijn tepels wat minder hard dan gisteravond.” “Oh, dát kan ik zo veranderen…” Mijn handen gleden onder haar T-shirt en tot mijn verbazing liet ze me begaan. Ik streelde zachtjes over haar BH. “Lekker… Doet me denken aan gisteravond… Goeie herinnering.”
Ze kuste me. “Had ik jou al bedankt voor gisteravond?” hoorde ik even later zachtjes in mijn oor. “Nee, nog niet.” “Dan zal ik dat nu even rechtzetten.” Ze giechelde. “Bedankt voor gisteravond, Kees… En nu als de bliksem mijn tepels met rust laten, want anders wordt de bank nat!” Ik keek haar aan. “Dan verhuizen we toch weer naar het bed? Zo simpel…” Joline schudde haar hoofd. “Niks ervan. Jij gaat weer de garage in, en ik ga verder met poëzie. En om half één staat de lunch klaar. Als jij eerder klaar bent mag je iets nuttigs beneden doen: mijn mooie Mini wassen, bijvoorbeeld.” Ik keek haar aan. “Je Mini wassen… die vrijwel onafgebroken in de garage heeft gestaan. Ik wil ‘m wel stofzuigen; dat is nuttiger, denk ik. Met dit weer moet je auto niet wassen. Alle kans dat je portieren dichtvriezen. Ik neem de stofzuiger wel mee naar beneden. Doe ik de Volvo ook even.” Ze knikte. “Doe maar. En na de lunch gaan we hier even aan de schoonmaak, dus dan moet de stofzuiger weer naar boven.”
Na een zoentje ging ik weer naar beneden. Inderdaad met de stofzuiger mee. Maar die liet ik nog even met rust. Wát zou ik op die wekker kunnen aansluiten? Ik dook weer in de doos met ouwe spullen en vond een speaker. Even later een printje voor een sirene, ooit eens gemaakt op de middelbare school. Mét versterker. Heee… Daar zou ik wel iets leuks van kunnen maken… Ik sloot de print aan op de speaker: de combinatie werkte nog prima! Het geluid van een Amerikaanse politie-sirene galmde door de garage. De voeding voor de print kon uit de wekker komen…
Even later was ik weer druk aan het solderen. Toen ik na een uur de wekker instelde begon de klok als een gek te lopen. Het alarm had ik twee uren later ingesteld en na 120 seconden begon de sirene te loeien. Snel trok ik de stekker uit het stopcontact en het geluid verstomde. Mooi. Nu nog een kastje er omheen timmeren, zodat alleen het snoer en de stekker zichtbaar waren… Een half uurtje later had ik een keurig multiplex kistje gemaakt. Aan de voorzijde een aantal gaatjes waardoor het geluid de ruimte in kon, aan de achterkant snoer en stekker. Ik stelde de wekker zó in dat hij na 120 seconden zou aflopen en lijmde het ding met bruislijm in het kistje. De speaker schroefde ik aan de voorkant. Met het deksel er nog los op deed ik de stekker in het stopcontact. En na 120 seconden knálde de politiesirene de ruimte in; doordat ik de speaker had ingebouwd, fungeerde het hele kastje nu als klankkast. Grinnikend stelde ik de wekker weer in. Dat zou voor wat opschudding zorgen in Huize Jonkman! Als laatste deed ik het bouwpakket in de kist en schroefde ik het deksel dicht. Sinterklaaspapier er omheen, snoer en stekker wél bereikbaar houden… Het geheel verdween in een grote plastic tas. Nu nog een soort rebus maken die Rob binnen 120 seconden moest oplossen en wat een onmogelijke opgave moest zijn. Maar dat kon boven wel.
Ik keek op mijn horloge. Tien voor half één. “Sorry Mini… De stofzuiger gaat weer naar boven. Morgen nieuwe kansen, nieuwe prijzen!” Maar nu de stofzuiger tóch beneden was… meteen even alle houtrommel opzuigen. Daarna het reservoir legen. En even later was mijn werkplaatsje weer schoon en ging ik, met plastic tas, naar boven. Die zette ik in de eerste logeerkamer. Eenmaal binnen rook ik de geur van soep. Joline was in de keuken bezig. “Hmmm… Dat ruikt goed, mevrouw de keukenprinses. Heeft u dat helemaal zelf uit het blik gehaald en opgewarmd?”
Langzaam draaide Joline zich om, mijn houten lepel dreigend in haar hand. “Als jij zo doorgaat vriendje, ga je spijt krijgen dat je ooit verkering met me kreeg. Ik heb, tussen de bedrijven door, gewoon zélf soep gemaakt. Groentensoep. Ja, de bouillion komt uit een blikje, maar de rest heb ik eigenhandig klaargemaakt: balletjes gedraaid, soepgroenten gesneden, vermicelli aan puin geknepen, kaas geraspt voor over de warme boterhammen… Je gaat nu héél snel je excuses maken, of ik nog twee balletjes draaien… Die van jou!” Ze kwam dreigend op me af.
“Oké, oké… Ik dacht dat je een blikje soep had opengetrokken… Sorry! Neem mij mijn sarcastische opmerkingen niet kwalijk!” “Hmm… Je kan het goedmaken door vanmiddag keihard aan het werk te gaan terwijl ik op de bank onderuit hang en ‘Say yes to the dress’ aan het kijken ben. Tenslotte moet een meisje zich goed voorbereiden op haar bruiloft…” Ik schoot in de lach. “Ik heb dat programma ook wel eens voorbij zien komen. Te dikke bruiden die denken dat ze nog in een jurkje maat 38 passen. Moeder, aanstaande schoonmoeder, zussen, nichten, achternichten, en allerlei andere vrouwelijke ellende erbij… En daarmee ga jij je voorbereiden? Succes, beauty.” Ze keek me aan. “Iemand kan zich ook voorbereiden door te kijken hoe iets niét moet, schat… En nou zitten! Ik heb die soep niet voor Jan-met-de-korte-achternaam gemaakt!”
De soep was heerlijk. Anders dan ik ‘m zelf gemaakt zou hebben, maar heerlijk. Joline had er weinig vlees in en heel veel groente. Ook minder zout; je proefde de groenten nu beter. “Lieve schat, dit recept moet je meenemen naar Amersfoort. Hier gaat mijn moeder heel blij van worden.”
Joline moest lachen. “Recept? Ik heb gewoon gekeken wat er in de koelkast en de vriezer zat, een basisbouilion gemaakt en de rest erin gegooid. Vijf minuten zachtjes laten doorkoken, zodat de groenten nog nét een ‘byte’ hebben maar de vermicelli zacht is en klaar. Hoe simpel kan het zijn… En de broodjes? Boterhammen, een beetje boter erop, geraspte kaas er ruim overheen strooien, in de oven en na 3 minuten eruit halen. Voilá monsieur, votre dejeuner. Bon appetit!” Ik lepelde mijn kom snel leeg. Ook de ‘kaasbroodjes’ verdwenen als sneeuw voor de zon. Het restje soep verdeelde Joline eerlijk over onze beide soepkommen en even later was ook dat schoon op. “Schat dit was, wat Heer Bommel zou noemen: ‘Een eenvoudige, doch voedzame maaltijd.’ En niet alleen dat, maar het was heerlijk. Dank je wel.”
Joline lachte lief. “Graag gedaan. Ik heb er rekening mee gehouden dat jij zat te kleumen in die koude garage, dus dat je wel iets warms zou lusten.” “Beneden viel het wel mee hoor… Er staat daar ook nog een kacheltje, dus als je een beetje lichamelijk bezig bent, is de temperatuur wel uit te houden.” Haar gezicht klaarde op. “Dus… als ik van middag daar nog wil klussen…” “Kun je kacheltje gewoon aanzetten.” “Dat is fijn, Kees. Ik zag er tegenop om in deze temperatuur daar te moeten werken. En ik moet écht wat dingen in elkaar zetten, dus als het mag verdwijn ik zo in de garage. Kan dat?” Ik knikte. “Ja hoor. Ik ben daar klaar en mijn surprise staat al in de eerste slaapkamer. Die zet ik straks wel in de kast. En dan kan ik me gaan storten op gedichten… Niet mijn ding, maar vooruit, het moet maar.” Joline gaf me een knuffel. “Nou, tot straks dan maar. Zorg jij dat er om drie uur wat warms te drinken is? Warme chocomel zou lekker zijn…” Ik knikte. “Is goed.” En ze verdween, de deur uit.
Ik keek op de klok: bijna half twee. Eerst maar een gedicht voor Tony maken… Even later zat ik met nietsziende ogen met de laptop op schoot. Tja, leuk, zo’n gedicht voor je aanstaande schoonmoeder, waar je ondertussen best van bent gaan houden, maar zoveel wist ik nou ook weer niet van haar. Ik besloot me te beperken tot feiten van de laatste paar maanden en daar een gedicht omheen te weven. Met wat spottende opmerkingen over een dochter en zoons die plotseling op vrijersvoeten gaan, de campersteuntjes, de tuin en de mest van Rob Senior, dansles, het verbrijzelen van glazen… Daar kon ik wel wat mee. Een uur later had ik een aardig gedicht in limerickvorm met acht coupletten. Rijmschema A-A-B-B-A, de eerste twee en de laatste regel lang, de 3e en 4e regel kort. Op het eerste couplet zat ik langst te broeden; die ging over het overhaaste vertrek van Joline. Moeilijk om dat in vijf zinnen luchtig samen te vatten, maar het lukte. Ik las het hele verhaal nog even door, verbeterde links en rechts nog wat dingetjes en printte het uit. Zo… Héhé, wat een bevalling…
Een blik op de klok leerde dat het bijna drie uur was. Tijd voor iets warms. Even daarna zaten Joline en ik samen op de bank. “Niet op je vingers geslagen met een hamer?” Ze keek me minachtend aan. “Als jij denkt dat ik alleen maar mijn handen op een toetsenbord en in de keuken kan gebruiken, heb je het fout, meneertje. Deze jongedame kan ook prima wat knutselen. Zonder meteen een nagel te breken of zo. Bovendien hou ik mijn nagels altijd kort. Wel zo prettig, ook voor jou.” Ze maakte een gebaar alsof ze me wilde krabben en imiteerde een blazende kat. “Oh, dit poesje wil even spelen? Kom maar bij het baasje, hoor…” Ik greep Joline’s handen met één hand vast en legde mijn andere hand tussen haar benen. Ze probeerde zich los te worstelen en dit ontaardde in een forse stoeipartij. Uiteindelijk lagen we naast elkaar op de bank uit te hijgen. “En met mijn poesje heb je gisteravond al genoeg gespeeld, lekkere vent…” Joline gaf me lachend een zoen. “Genoeg?” Ze lachte liefjes. “Voor één avond wel. Maar misschien…” Haar ogen glinsterden.
“Mevrouw Boogers, u verstaat nog steeds uitstekend de kunst om verwachtingen te wekken. Als ik in uw ogen kijk zie ik een zeker verlangen naar sex.” “Liefde, meneer Jonkman. Passie en sex komen voort uit liefde. Zeker de passie en de sex die wij met elkaar beleven. Wilt u die begrippen niet met elkaar verwarren? En nu gaat dit meisje uitgebreid douchen. Zo’n dagje knutselen gaat je niet de koude kleren zitten. En vanavond wil ik eens lekker uit eten gaan met mijn minnaar. Ik trakteer.” Ik keek verrast. “Oh? Vanwaar dit culinaire uitstapje?” Ze giechelde. “Ik heb geen zin om te koken vandaag.” Ik knikte. “Goed argument. Terwijl jij gaat douchen, ga ik dan de auto’s nog even stofzuigen, daar was ik nog niet aan toegekomen. En daarna ga ik douchen. Leg maar wat gepaste kleding voor me klaar.” Ze knuffelde me. “Is goed, schatje. Over een half uurtje ben ik wel klaar. Overigens: waar laten we de cadeautjes?” “Ik heb de mijne in een jute zak in de kast van de 2e logeerkamer gelegd.” Ze knikte. “Dan doe ik de mijne daar straks ook wel bij. Nemen we die zak mee naar Amersfoort?” Ik knikte. “Ja.Ik bel Ma wel om iets te regelen dat we de cadeautjes ongezien ergens kunnen dumpen.”
Tien minuten later was ik bezig de Mini en de Volvo te zuigen. Bij de Mini was te zien dat die wat minder gebruikt werd; Het interieur was behoorlijk stoffig. Joline had er een aantal korte ritjes in de omgeving van Veldhoven mee gemaakt; voor de rest waren we altijd samen met de Volvo op stap gegaan. In het dashboardkastje vond ik een rekening van de vervanging van de startmotor. “Garantie”. Onder aan de streep bleef er nul euro over. Ik glimlachte. Het was nu ruim vier maanden geleden dat Joline scheldend op haar auto op de parkeerplaats bij DT stond en ik haar thuis bracht. Wat kan er in vier maanden veel gebeuren… Het leek alsof we al jaren samenwoonden. Ik stak de rekening in mijn zak. Die moest bij de andere autopapieren; allebei bewaarden we rekeningen in een aparte map. Even later waren beide auto’s schoon en zeulde ik de stofzuiger weer naar boven. Nou ja, met de lift dan.
Ik ruimde het ding op en liep de slaapkamer in. Joline zat haar haren te föhnen voor de spiegel. “Schat, dit ziet er vreselijk sexy uit…” Ze zat in een slipje en BH. Ik omarmde haar even en ze legde de föhn even weg. Ze draaide haar hoofd naar me om en zei zachtjes: “Zo wil ik er ook uitzien. Voor jou.” Ze zoende me zachtjes. “Zometeen lekker eten en gezellig kletsen. En daarna…” Haar ogen schitterden. “Hmm… Dat wordt een snelle Big Mac. En dan weer als een speer naar huis, geloof ik.” Ze zuchtte. “Je bent een rotzak. Ik wil romantisch tafelen met mijn geliefde. En wat wil mijn geliefde? Een caloriebom om vervolgens als een konijn te neuken. Oh, wat romantisch… Ga douchen, vent! En waag het niet om iets anders aan te trekken dan dat ik voor je klaar leg!”
Ze lachte en gaf me nog een zoen en daarna een klap op mijn kont. “Húp! Ga dat zweet van je afspoelen. En waarschijnlijk nog wat modder. En daarna netjes aangekleed melden in de kamer.” Ik sprong in de houding en salueerde. “Aye aye, madam”, en verdween in de badkamer. Toen ik even later mijn haren uitspoelde kwam er zowaar nog een sliertje zwarte smurrie van mijn hoofd af. “Je had gelijk, schat!!” brulde ik. De badkamerdeur ging op een kiertje open. “Waarmee?” Joline’s gezicht vertoonde een triomfantelijk lachje. “Met die modder.” Haar lach werd breder. “Wist ik. Er zat nog een streep zwart achter je linkeroor, had ik al gezien.” Voordat ik een plens water naar haar kon gooien, was de deur al weer dicht.
Even later was ik droog, geschoren en hopelijk schoon. Ik liep de slaapkamer in. Op bed lag mijn nette blauwe pak, compleet met stropdas en veteranenspeld. Zo, mevrouw wilde op sjiek… Toen ik aangekleed de huiskamer in liep, klonk er een bekend,bewonderend fluitje. Joline zat op de bank, ook ‘dressed to thrill’: een donkerblauw jurkje met een brede, witte ceintuur om haar slanke middel, haar gouden ketting om haar hals. “En waar had deze betoverende dame vanavond willen eten?” Ik gaf haar een zoen. “Dat ga jij zo zien knappe kerel. Het zal, denk ik, wel een leuke verrassing zijn.” Ze glimlachte liefjes. “Ben je er klaar voor?” “Ik wel.” “Mooi. Ik rij. Met de Mini.” Ze giechelde. “Anders wordt de benzine zuur. Sinds dat wij elkaar kennen heb ik niet meer getankt. En bovendien heb je hem weer schoongemaakt."
Eenmaal in de auto reed ze vlot de garage uit. Op de parkeerplaats toetste ze een adres in en de route verscheen op het display. “Hé, da’s vlakbij de Universiteit! Daar liepen wij heel vaak met de loopgroep. Een rondje Karpendonkse plas. Of twee…” Ze keek me lachend aan. “Ik wilde je even meenemen back to memorylane, Kees…” Ik lachte. “Dat is je dan prima gelukt. Nú al. De sterke verhalen komen al weer naar boven borrelen…” “Die vertel je dan maar als we aan het wachten zijn op het eten. Nu moet dit meisje zich even concentreren op het besturen van dit gebakje. Weer even wennen na die lompe slee van jou.” Handig stuurde Joline de Mini door Veldhoven.
Bij onze bestemming aangekomen zei ik dan ook: “Schat, ook in de Mini rij je heerlijk.” We stapten uit en over het dak heen zei ze: “Dank je wel voor het compliment. Ik rij ook terug, dus jij kunt gerust een borrel drinken als je wilt.” Ik schudde mijn hoofd. “Dat doe jij meestal ook niet als ik rij. Die borrel drinken we thuis wel.” Eenmaal binnen werden we opgewacht. Joline had gereserveerd en de kellner leidde ons naar een tafeltje bij het raam.
Het eten was prima en we kletsten lekker luchtig. Over de rondjes die ik hier gelopen had met de loopgroep van de universiteit, over Sinterklaas, over Rob bij DT en over onze trouwplannen. Het was gezellig en regelmatig zat Joline met haar been tegen het mijne te wrijven. “Lekker hé, die lange tafelkleden?” fluisterde ze op een gegeven moment, ondeugend lachend. Onder tafel schopte ik één schoen uit en gleed met mijn voet langzaam tussen haar benen. Haar ogen werden groot. “Rótzak! Je zit precies…” Ik lachte zachtjes. “Wáár zit ik precies?” Ze pakte mijn voet en legde die gedecideerd opzij. “Jij gaat daar niet mee door, vriendje van me. Dan loop ik straks voor schut.” Ik keek teleurgesteld. “Oh. Jij mag wél en ik mag niet? ’t Is niet eerlijk verdeeld in de wereld.”
Joline boog zich voorover en fluisterde: “Luister liefje: Als jij een orgasme krijgt… ach, die paar cc worden wel door je boxer en je broek geabsorbeerd. Als ik een orgasme krijg, komt er gewoon een tsunami en kan jij hier gaan dweilen.” Ik keek haar ongelovig aan. “Ík? Hallo dame, die tsunami komt bij jou vandaan, niet bij mij…” “Ja, maar jij hebt ‘m veroorzaakt…” Ze lachte zachtjes. “En nu, meneer Jonkman, kappen met dit soort praat. Voor hetzelfde geld zit er iemand vlakbij met hele goeie oren, net als in dat restaurant in Duitsland, toen Ton zijn bekentenissen deed over zijn Nederlandse lerares. Laten we deze conversatie thuis maar voortzetten. Is veiliger.”
Na het dessert kregen we nog een kop koffie ‘van het huis’ en daarna rekende Joline, ondanks mijn protest, af. “Kees, ik verdien nu bijna net zoveel als jij. Niet miepen. Bovendien: ik woon bij jou in, de hele inrichting van jouw appartement heb jij betaald en je hebt nog een behoorlijke hypotheek om af te lossen. Deze dame is helemaal zonder schulden. En daar moeten we het eens over hebben.” Ze knipoogde. “Oók thuis. Kom, we gaan.”
Eenmaal weer thuis op de bank zei Joline: “Zo. En nu, na een avondje droog staan, lust ik wel een lekker wijntje.” Ik stond op en ging op een stoel vlak tegenover haar zitten. Ik trok een schoen uit en gleed met mijn voet tussen haar benen. Ze keek me aan. “Wat ben jij van plan, Kees Jonkman?” Ik keek onschuldig. “Je zei net ‘na een avondje droog staan’… Daar wilde ik verandering in aanbrengen. Tsunami en zo. Dat wil ik we eens zien.” Ze griste een onderzettertje van tafel en smeet die naar mijn hoofd. “Schiet op. Doe wat nuttigs en schenk een glas wijn in. Daar heb ik zin in.” Mopperend liep ik naar de keuken. “Wil je het mevrouw eens naar de zin maken is het wéér niet goed. Doe mij maar machines. Die kletsen ten minste niet terug.” Terwijl ik de opener op de wijnfles draaide, voelde ik twee handen om mijn buik. “Machines vrijen óók niet, Kees. En dragen geen spannende lingerie. Komen niet klaar en laten jou niet klaarkomen.” “Hmm… Dat zijn argumenten die ik niet kan weerleggen, mevrouw. Maar kunt u dat wetenschappelijk onderbouwen? Tenslotte praat u wel met een academicus.” Ze duwde haar hoofd tegen mijn rug. “Er is zoiets als ‘omgekeerde bewijslast’, meneer de academicus. Als ik jou nu bewijs dat ik wél vrij, én spannende lingerie draag, klaar kom en jou laat klaarkomen, beloof je dan je heil niet bij machines te zoeken?” Haar handen gleden van mijn buik naar beneden.
“Misschien kan ik die academische, objectieve mening van jou een beetje beïnvloeden…” Haar handen verdwenen in mijn broek. “Mevrouw, als u zo doorgaat komt die wijnfles nooit open en blijft u vanavond droog staan.” Ik hoorde een meisjesachtige giechel achter me. “Nee hoor, daar zorg ik wel voor. Zelfs zonder wijn.” Het was even stil. “Kees, zullen we die fles maar dicht laten?” Ik liet haar de kurk zien. “Te laat, schat. En als jij zo in mijn broek bezig bent, is een wijntje erbij nooit verkeerd. Dat maakt het alleen maar gezelliger. Kom, zitten.” Ik pakte haar op en zette haar op de bar. Zelf ging ik op een kruk vlak voor haar zitten. “Zo kan ik je heerlijke benen ten minste bewonderen.” Ze lachte. “Dan weet ik wat er straks gaat komen… En daar heb ik zin in!” Ik schonk twee glazen wijn in en gaf er eentje aan haar. “Proost, knappe blonde mevrouw.” Ze knipoogde. “Gezondheid, machinemeneer.”
Even genoten we van de wijn en elkaar, en toen zei Joline: “Kees… we moeten eens praten over financiën. Ik zei straks al dat jij hier het leeuwendeel aan financiële lasten hebt. Hypotheek, aflossing, gas, water, licht, afvalstoffenheffing, noem alle vaste lasten maar op. En ik draag daar niets aan bij, behalve dat ik af en toe de boodschappen betaal. Daar wil ik verandering in brengen, anders…”
Ze keek langs me heen, zat duidelijk ergens mee. “Anders wát, schoonheid?” zei ik zachtjes. Ze keek me aan en barstte uit: “Anders voel ik me een prostituee! Verkoop mijn lichaam in ruil voor onderdak, eten en veiligheid!” Ik schrok, stond op en trok haar in één keer van de bar af en beet haar toe:
“Joline Boogers, ben jij vergeten hoe je hier terecht bent gekomen? IK heb je gevraagd om hier te komen wonen, tijdens ons eerste weekend samen. Je hebt er tijdens dat weekend over nagedacht en uiteindelijk zei je aarzelend ‘ja’. En IK was zielsgelukkig. En dat ben ik nog steeds. Een prostituee lokt haar klanten, belooft veel maar uiteindelijk is het een simpel nummertje, hooguit een nacht sex en daarna gaat de klant gedesillusioneerd en met een kater naar huis terug, honderd euro of meer armer en als hij pech heeft een SOA rijker.
In tegenstelling daarmee hebben wij samen een aantal dingen meegemaakt. We hebben die klootzak bestreden, ingerekend en op laten bergen in een cel in Frankrijk. We hebben samen wat jeugd naar rechts gericht, zowel in Frankrijk als hier, we hebben Angelique en Henry bij elkaar gebracht, Marion opgevoed, Adema z’n plaats gewezen. Dank zij jou heb ik je ouders leren kennen en hebben mijn zussen nu een relatie met twee fijne kerels die ik mijn vrienden mag noemen. En niet te vergeten heb ik van een gratis campervakantie kunnen genieten. Als je zo’n ding twee weken moet huren, ben je 2.500 euro kwijt. Ik barst niet meer in tranen uit als ik een C-130 hoor of ‘Amazing Grace’ hoor spelen. Jouw verdienste.
En het belangrijkste is: ik hou van jou en jij houdt van mij. Ik wil je niet kwijt en daarom heb ik je gevraagd om met me te trouwen, verdomme. En ik heb het helemaal niet over kosten gehad. Ik heb een riant salaris, weet je nog? Die kosten had ik toch al. Hooguit ben ik wat meer kwijt aan water en gas, omdat er om een of andere reden meer gedoucht word in dit huis. En meer afvalstoffenheffing, omdat nu ook jouw tampons en maandverbanden afgevoerd moeten worden. Kortom: lúl niet, Joline Boogers. Zoals ik in ons eerste weekend al zei: ‘Het belangrijkste aan dit appartement ben jij. Al moesten we in Ter Aar wonen, dan zou jij dáár het belangrijkste en kostbaarste zijn. De rest? Stenen, beton, hout, spullen. Vervangbaar. Jij ben dat niet.’ Dat zei ik in ons eerste weekend samen en aan die mening is niets veranderd. En als het voor jouw gemoedsrust beter is dat je naar rato bijdraagt in de huishoudpot: prima, dan doen we dat. Jij bent de econoom van ons tweeën; vindt er maar een modus voor. Ben je helemaal gek geworden…”
Tijdens het eerste deel van mijn tirade had ze een stap achteruit gedaan, toen ik klaar was deed ze een stap naar me toe, sloeg haar armen om me heen en legde haar hoofd op mijn schouders. Ik voelde haar schokken en even later liep er nattigheid in mijn nek. Ik wachtte tot ze een beetje gekalmeerd was en tilde haar hoofd van mijn schouders. “Hé… Geschrokken?” Ze knikte. “Van je ogen… Je keek me even vreselijk kwaad aan… Die blik kende ik niet… althans: niet op mij gericht. Ik voelde me de laatste weken, soms best wel schuldig. Teerde op jouw zak…” “Nou, stop dan met ingang van nú met dat gevoel; wij leven hier op basis van gelijkwaardigheid. Als jij daar financieel in wil bijdragen: prima, be my guest. Dan is de hypotheek eerder afgelost, hoewel dat belastingtechnisch een uiterst stomme zet zou zijn…”
Joline veegde haar ogen droog en keek me aan. “Wij gaan nú wat financiele zaken regelen, meneer. Voordat we getrouwd zijn. Want ik wil dat gevoel kwijt. Húp, pak je financiële map, klapper of waar je je bonnetjes ook maar in bewaard en aan het werk.” "Wacht even... Ik heb vanmiddag nog een bonnetje gevonden... Een hele interessante!" Ik liep naar de slaapkamer en pakte de rekening van de nieuwe startmotor. "Hier, alsjeblieft. Ik vind dat we deze moeten inlijsten, want hier is het mee begonnen." Ze keek naar de rekening en lachte lief. "Ja, deze gaan we inlijsten. En pontificaal ergens aan de muur hangen. Maar nu... financiën."
Het volgende uur zaten we over cijfertjes gebogen. Joline attendeerde me en passant nog op een aantal potentiële aftrekposten van de belastingdienst. “Daar heb je volgend jaar nog wat plezier van, vriendje…” Ik keek haar aan. “Correctie. Daar hebben wij volgend jaar nog wat plezier van, vriendinnetje…” Ze glimlachte. “Je hebt gelijk, schat….”
Na een uur hadden we een gezamelijke rekening geopend, Joline droeg bij in de aflossing van de hypotheek en de kosten voor het huishouden en samen hielden we dan nog een behoorlijk bedrag per maand over om op de spaarrekening te zetten. “Hoewel dat met het huidige rentepercentage ook bijna niks oplevert. Maar ja, we moeten toch een reserve achter de hand houden…” Ik sloeg de mappen dicht en keek haar aan. “Zo mevrouw. Hoe is het nu met uw gevoel?” Joline kuste me. “Met dát gevoel is het nu prima. Een stukje zelfrespect terug. Maar nu steken andere gevoelens de kop op, meneer.” Ze wreef haar benen weer tegen de mijne aan.
“Kees, berg die mappen op, loop je rondje en kom dan bij me. In bed.” Ik stond op. “Je bent een ondeugd.” Grinnikend liep ik het huis door, om in de slaapkamer te eindigen. Joline lag al onder het dekbed. “Kom bij me, Kees.” Even later schoof ik naast haar. Ze had een dunne nachtpon aan. Verder niets. “Ik wil nu alleen maar even lekker knuffelen, schatje. Niet helemaal áll the way, maar lekker tegen elkaar aan liggen, wat zoenen en lekker in slaap vallen.” “Da’s iets anders dan ik me had voorgesteld, schoonheid…” Ze knikte en bloosde. “Ja, dat snap ik. Maar…” Ze keek omlaag. Ik tilde haar kin op, zodat ze me aan moest kijken. “Je hebt nog steeds last van jezelf…” Ze knikte weer. Zwijgend. Ik kuste haar voorhoofd. “Lekker liggen, schat. Ik geniet ook zó van je. Ik ben blij dat je naast me wil liggen en lekker in slaap kan vallen. En dat lekker in slaap vallen gaan we nú doen. Kom maar dicht tegen mijn slaapverwekkende rug aan liggen. Als we andersom gaan liggen, steken er bij mij weer dingen de kop op…”
Ze giebelde. “Tja, en dan wordt er niet geslapen…” “Precies.” Ik kuste haar zachtjes en draaide me om, mijn rug naar haar toe. “Welterusten, blonde feeks.” “Slaap lekker, ridder.” Ze legde een arm om me heen en dat was het laatste wat ik voelde…
Ik sloop het bed uit en pakte m’n trainingspak en fietsschoenen. In de kamer schreef ik een briefje. ‘Hoi schat! Ik ben een stukje fietsen. Telefoon heb ik bij me. Rond 08:00 terug. *** Kees.’ M’n kop onder de kraan om mijn ogen helder te maken en even later trok ik de voordeur achter me dicht. In de berging pakte in mijn helm, bril, handschoenen en de ATB. Even wat lucht in de banden erbij en ik was onderweg.
Het was nog steeds koud! Nét iets onder nul, schatte ik. Binnendoor fietste ik richting Oirschotse Heide. Daar kende ik een ATB-parcours en even later reed ik op smalle, hobbelige paadjes met scherpe bochten en plotselinge hellinkjes. Ik kon merken dat het een tijd geleden was dat ik gefietst had; de snelheid zat er niet echt in en een paar keer ging ik bijna onderuit. Verdorie… Ik werd kwaad op mezelf en zette aan. Dóórfietsen, Kees! Op een gegeven moment moest ik een tankbaan kruisen. Normaal niet zo’n probleem: even versnellen en proberen over het rulste zand heen te springen. Daar ging het mis: het tweede tankspoor was geen zand, maar een diepe plas. Ik dook er vol in en voelde de fiets onder me vandaan glijden. Even later raapte ik de fiets uit de plas en bekeek mezelf even. Ja. Honderd procent nat. Languit in de plomp gegaan. Niks gekneusd? Nee, alles deed het nog, maar ik zag er niet uit. Nou ja… Mijn telefoon zat in een waterdicht hoesje, die kon er tegen. Oh, wat zou Joline lachen als ik thuis kwam… Ik overwoog om haar een appje te sturen met de vraag of ze het bad vol wilde laten lopen, maar zag er van af. Voor het zelfde geld sliep ze nog…
Tien over acht kwam ik weer bij de flat aan, zette de fiets in de berging en liep naar boven. In mijn kliedernatte kleren de lift maar even mijden… Enfin, mijn stijfheid was nu wel verdwenen. Grinnikend sloot ik de deur achter me en kleedde me op de mat uit. Telefoon uit m’n zak, kleren maar even op het balkon. Zachtjes liep ik de slaapkamer in. Niet zachtjes genoeg: Joline draaide zich naar me om “Zo… jij bent vroeg…”
Toen keek ze goed en schoot overeind. “Kéés! Wat heb jij gedaan?” Ze sloeg haar handen voor haar mond. “Niks bijzonders. Mijn schatje lag vanochtend vroeg te snurken en toen besloot ik om een stukje te gaan fietsen op de ATB. Helaas ging ik onderuit… midden in een plas. En toen moest ik nog vijf kilometer terugfietsen. Zeiknat. Dus, als je het niet erg vind: ik ga even douchen.” Ze schudde haar hoofd. “Kijk, voordat je gaat douchen maar even in de spiegel. Als je nachtmerries van je eigen kop wil krijgen: dit is de gelegenheid!”
Ik liep de badkamer in en zette de kraan aan. En toen keek ik inderdaad even in de spiegel. Mijn gezicht zat tot mijn nek onder de blubber. Alleen rond mijn ogen wat het enigszins schoon, dankzij mijn fietsbril. Mijn haren waren bijna zwart in plaats van donkerblond en m’n ooit witte T-shirt was op sommige plekken ook bruin. “Goeie camouflage als ik ooit in een veld met koeienpoep moet gaan liggen… Alleen de stank ontbreekt”, riep ik naar Joline. “Oh, denk je dat? Die stank heb je wel degelijk meegenomen, viespeuk! Ik weet weer waarom ik niet op de fiets door een bos wil raggen…”
Ik lachte. Fietsen op een ATB was inderdaad niet aan Joline besteed. Ik dook onder de hete douche om het ergste vuil er af te spoelen. Het douchewater werd zwart toen ik mijn haren uitspoelde. Daarna met veel shampoo m’n haren wassen; nog steeds was het water goor, maar allengs werd het helderder. En na vijf minuten was ik weer schoon. De koude douche sloeg ik maar over; ik had het koud genoeg gehad op de fiets! Naakt liep ik de slaapkamer in. “Zo. Ik denk dat…” Geen Joline. Ik kleedde me aan en liep de kamer in.
De geur van verse koffie kwam me tegemoet, samen met de geur van brood. “Ik heb maar even koffie gemaakt en er liggen broodjes in de oven. Volgens mij heb jij daar wel behoefte aan, modderfiguur!” Ze lachte en liep naar me toe. “Kan ik je weer knuffelen zonder een hele zandbak over me heen te krijgen?” Ze wachtte het antwoord niet af maar trok me tegen zich aan. “Dwaas. Hoe wist ik nou waar je uithing? Stel dat je écht een ongeval had gehad…”
Ik wees op het briefje op tafel. “Ja, dat had ik net gelezen. Maar ik weet toch niet waar je heen gaat? Laat dan op z’n minst een routebeschrijving achter.” Ze knipoogde. “Dat weet ik ten minste waar de brandweer moet gaan dreggen om je levenloze lichaam te vinden…”
Hmmm… Ik omarmde haar en zei zonder spoor van spot: “Sorry. Stom van me. Je hebt gelijk.” Joline keek me afwachtend aan. “Geen grapje?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Geen grapje. Mijn excuses. Dat meen ik. Het was stom. Weet je: tot voor een paar maanden ging ik gewoon de deur uit, stapte op de fiets en wég was ik. Nu moet ik er nog steeds aan wennen om te zeggen of te schrijven waar ik heenga. Je hebt weer eens gelijk. Ik ben blij dat ik zo’n verstandige vriendin heb.” Ze glimlachte. “Dank je wel. En nu koffie en wat eten, sukkel. Je zult wel steenkoud geweest zijn.” “Het was inderdaad nogal frisjes toen ik op de Eindhovense dijk fietste. Tegenwind. Niet leuk bij temperaturen rond het vriespunt. Als je had willen vrijen toen ik net thuiskwam had je een probleem gehad.”
Joline trok een vies gezicht. “Vrijen? Met een onderkoelde moddervent? En jij met je kouwe, gore modderjatten bij mijn lieve poesje? Wat denk je zelf?” Ik grinnikte. “Jaja, je bent een net meisje…” Joline keek triomfantelijk. “Precies!” Ik nam een slok warme koffie. “Maar wel een lief meisje, dat je meteen koffie en warme broodjes maakt. Dank je wel.” Ik trok haar naar me toe en gaf haar een zoen.
We aten rustig. Joline deed nog een paar boterhammen in de toaster. “Die zul je zo wel nodig hebben, schat…” In haar ogen waren pretlichtjes te zien. Ik keek vragend. “Hoezo?” “Nou, jij zit zo meteen beneden in de koude garage een surprise in elkaar te knutselen voor iemand. En ik zit prinsheerlijk hetzelfde te doen in jouw heerlijk warme studeerkamer.” Shit… Dat zouden we vandaag inderdaad gaan doen. Nou ja… Met de heteluchtkachel in de garage aan was het daar ook wel uit te houden. “Volgens mij was jij dat compleet vergeten, liefje…” Ik knikte. “Verdorie. Twee keer binnen het kwartier. Je-hebt-gelijk-schat.”
Joline tikte op mijn neus. “Lekkere vent van me. Weet je wat het leuke is? In het begin van onze relatie dacht ik dat jij bijna onfeilbaar was. Je kon alles, je wist alles, je enige zwakke punt was de omgang met vrouwen. Nu, een paar maanden later zie ik toch wat barsten komen in de volmaakte Kees Jonkman.” “Wacht maar tot ik tachtig ben. Dan zie je nog veel meer barsten. Met name in m’n gezicht. Dat noemen ze rimpels.” Ik boog me naar haar toe. “En die heb jij dan ook, meisje. Héél veel rimpels. Maar dan hou ik nog steeds van je.” Ze keek me even nadenkend aan. “Daar sta je niet bij stil hé? Dat, naarmate je ouder wordt, je ook lichamelijk verandert…”
Ik gleed van mijn kruk, ging achter haar staan en trok haar tegen me aan. “Lief meisje van me: je wordt samen oud. Je deelt ervaringen. De passie die wij gisteren ervoeren wordt misschien wat minder, het gaat allemaal wat langzamer en zo, maar de liefde blijft. Vergelijk het met een vuur. Als je een vuur wil aansteken doe je dat met licht ontvlambaar materiaal. Dun hout, papier, aanmaakblokjes, en, als je er stom genoeg voor bent, benzine. Het vuur laait even hoog op, maar zakt snel weer in. Als je het goed opbouwt, voor voldoende lucht zorgt en regelmatig nieuwe brandstof toevoegt, zal het vuur op een gegeven moment, ook al laait het niet meer zo hoog op, blijven gloeien. Niet zo’n spectaculair gezicht, maar heter dan vlammen. En als je er nieuwe brandstof op gooit of even blaast, laait het al snel weer op. Dát, lieve schat, is het geheim van een goede en lange relatie.” Terwijl ik dit aan het vertellen was, streelde ik haar buik.
Joline draaide zich langzaam naar me om, haar ogen vochtig. “Wat kan jij dat mooi beeldend vertellen… Ik zag mijn ouders voor me. En verdorie, ook de jouwe. Dat beeld past exact bij hen. Alle vier. En ik hoop dat ook wij ooit dat stadium van ‘gloeien’ bereiken, als we oud zijn.” Ze kuste me zachtjes en giechelde tijdens het kussen. “Voel ik hier wat oplaaien, vriendje van me?” Ze gleed met haar hand over mijn kruis. Ik grinnikte. “Tja… diverse lichaamsdelen zijn weer opgewarmd en gereed voor actie.” Ze schudde het hoofd. “Niks ervan. Denk aan werktijden van de medewerkers van jouw zaadfabriekjes. Jij duikt zo meteen de garage in. Om tien uur mag je even boven komen voor een kop koffie, en daarna ga je weer aan het werk. En tot nader order is de studeerkamer ‘out of bounds’ voor jou!” Ik kuste haar. “Goed schat. Ik ben al bijna weg. Nog even de laatste boterham wegwerken…”
Na nog een knuffel liep ik omlaag. Goed… een surprise voor Rob. Het cadeau had ik al: een DIYklok. Een houten bouwpakket van een klok waarbij je alle delen zag bewegen. Wat voor surprise kon ik daarbij maken? Ik zat even te puzzelen. Eerst de kast met ‘komt-ooit-nog-eens-van-pas-rommel’ inventariseren. Ik pakte de doos met elektronica en vond zowaar mijn oude wekker. Zo’n ding met van die lamellen die om de minuut met een klikje omlaag vielen. En om het uur een irritante hardere ‘klik’. Als ik dáár nu eens iets mee kon doen… Ik stak de stekker in het stopcontact. Het ding deed het ook nog. Mooi. Een uur lang zat ik te prutsen en uiteindelijk deed hij wat ik wilde: de minuut-lamellen versprongen nu per seconde. En op de plaats van het normale zoemende alarm had ik de soldeerpunten naar de zoemer losgesoldeerd en met draden verlengd. Er sloot er nu een contactje, waar ik de feitelijke surprise aan kon koppelen… Ik deed een test en alles werkte zoals ik had uitgedacht. Breed grijnzend van voorpret ging ik om tien uur naar boven.
Ik opende de voordeur. “Mag ik binnenkomen?” Joline kwam uit de studeerkamer en deed de deur zorgvuldig achter zich dicht. “Ja. Maar niét in de studeerkamer.” “Ik ben ingenieur, schatje. Afgestudeerd. Ik hoef niet meer te studeren. Ben er klaar mee.” Joline keek me met een lachje aan. “Vind je het erg als ik jou nu even niet geloof? Kom binnen gek… Koffie. Zo te zien ga jij lekker. Je hebt dat ‘ik-ben-tevreden-over-mezelf-lachje' op je toet.”
Ik knikte. “Ik had iets uitgedacht en het concept is gelukt. Nu nog even uitwerken, maar dat is het minste.” “Mooi. Dan kunnen we lekker koffiedrinken.” We liepen elkaar in de keuken even lekker in de weg; Joline zocht koekjes en ik zette koffie. Een pets op mijn billen was het resultaat. “Lekker mevrouw… Wanneer pakt u uw zweepje?” “Doe eens normaal… Je weet dat ik daar niks mee heb.” Terwijl we koffie dronken vroeg ik: “En jij? Schiet jij al lekker op?” Joline knikte. “Surprise is al klaar. De kast in de 2e logeerkamer is verboden gebied. Ik ben nu aan het rijmen en dichten.” Ik sloeg een arm om haar heen en trok haar truitje omhoog. “Zonder je hemd op te lichten. Dus.” Ze keek afkeurend. “Dat is een trui, schat. M’n hemd, nou ja… T-shirt, zit er onder. En nee, dat ga jij nu niet inspecteren. Dat heb je gisteravond al gedaan. Er is niks veranderd daar onder. Hooguit zijn mijn tepels wat minder hard dan gisteravond.” “Oh, dát kan ik zo veranderen…” Mijn handen gleden onder haar T-shirt en tot mijn verbazing liet ze me begaan. Ik streelde zachtjes over haar BH. “Lekker… Doet me denken aan gisteravond… Goeie herinnering.”
Ze kuste me. “Had ik jou al bedankt voor gisteravond?” hoorde ik even later zachtjes in mijn oor. “Nee, nog niet.” “Dan zal ik dat nu even rechtzetten.” Ze giechelde. “Bedankt voor gisteravond, Kees… En nu als de bliksem mijn tepels met rust laten, want anders wordt de bank nat!” Ik keek haar aan. “Dan verhuizen we toch weer naar het bed? Zo simpel…” Joline schudde haar hoofd. “Niks ervan. Jij gaat weer de garage in, en ik ga verder met poëzie. En om half één staat de lunch klaar. Als jij eerder klaar bent mag je iets nuttigs beneden doen: mijn mooie Mini wassen, bijvoorbeeld.” Ik keek haar aan. “Je Mini wassen… die vrijwel onafgebroken in de garage heeft gestaan. Ik wil ‘m wel stofzuigen; dat is nuttiger, denk ik. Met dit weer moet je auto niet wassen. Alle kans dat je portieren dichtvriezen. Ik neem de stofzuiger wel mee naar beneden. Doe ik de Volvo ook even.” Ze knikte. “Doe maar. En na de lunch gaan we hier even aan de schoonmaak, dus dan moet de stofzuiger weer naar boven.”
Na een zoentje ging ik weer naar beneden. Inderdaad met de stofzuiger mee. Maar die liet ik nog even met rust. Wát zou ik op die wekker kunnen aansluiten? Ik dook weer in de doos met ouwe spullen en vond een speaker. Even later een printje voor een sirene, ooit eens gemaakt op de middelbare school. Mét versterker. Heee… Daar zou ik wel iets leuks van kunnen maken… Ik sloot de print aan op de speaker: de combinatie werkte nog prima! Het geluid van een Amerikaanse politie-sirene galmde door de garage. De voeding voor de print kon uit de wekker komen…
Even later was ik weer druk aan het solderen. Toen ik na een uur de wekker instelde begon de klok als een gek te lopen. Het alarm had ik twee uren later ingesteld en na 120 seconden begon de sirene te loeien. Snel trok ik de stekker uit het stopcontact en het geluid verstomde. Mooi. Nu nog een kastje er omheen timmeren, zodat alleen het snoer en de stekker zichtbaar waren… Een half uurtje later had ik een keurig multiplex kistje gemaakt. Aan de voorzijde een aantal gaatjes waardoor het geluid de ruimte in kon, aan de achterkant snoer en stekker. Ik stelde de wekker zó in dat hij na 120 seconden zou aflopen en lijmde het ding met bruislijm in het kistje. De speaker schroefde ik aan de voorkant. Met het deksel er nog los op deed ik de stekker in het stopcontact. En na 120 seconden knálde de politiesirene de ruimte in; doordat ik de speaker had ingebouwd, fungeerde het hele kastje nu als klankkast. Grinnikend stelde ik de wekker weer in. Dat zou voor wat opschudding zorgen in Huize Jonkman! Als laatste deed ik het bouwpakket in de kist en schroefde ik het deksel dicht. Sinterklaaspapier er omheen, snoer en stekker wél bereikbaar houden… Het geheel verdween in een grote plastic tas. Nu nog een soort rebus maken die Rob binnen 120 seconden moest oplossen en wat een onmogelijke opgave moest zijn. Maar dat kon boven wel.
Ik keek op mijn horloge. Tien voor half één. “Sorry Mini… De stofzuiger gaat weer naar boven. Morgen nieuwe kansen, nieuwe prijzen!” Maar nu de stofzuiger tóch beneden was… meteen even alle houtrommel opzuigen. Daarna het reservoir legen. En even later was mijn werkplaatsje weer schoon en ging ik, met plastic tas, naar boven. Die zette ik in de eerste logeerkamer. Eenmaal binnen rook ik de geur van soep. Joline was in de keuken bezig. “Hmmm… Dat ruikt goed, mevrouw de keukenprinses. Heeft u dat helemaal zelf uit het blik gehaald en opgewarmd?”
Langzaam draaide Joline zich om, mijn houten lepel dreigend in haar hand. “Als jij zo doorgaat vriendje, ga je spijt krijgen dat je ooit verkering met me kreeg. Ik heb, tussen de bedrijven door, gewoon zélf soep gemaakt. Groentensoep. Ja, de bouillion komt uit een blikje, maar de rest heb ik eigenhandig klaargemaakt: balletjes gedraaid, soepgroenten gesneden, vermicelli aan puin geknepen, kaas geraspt voor over de warme boterhammen… Je gaat nu héél snel je excuses maken, of ik nog twee balletjes draaien… Die van jou!” Ze kwam dreigend op me af.
“Oké, oké… Ik dacht dat je een blikje soep had opengetrokken… Sorry! Neem mij mijn sarcastische opmerkingen niet kwalijk!” “Hmm… Je kan het goedmaken door vanmiddag keihard aan het werk te gaan terwijl ik op de bank onderuit hang en ‘Say yes to the dress’ aan het kijken ben. Tenslotte moet een meisje zich goed voorbereiden op haar bruiloft…” Ik schoot in de lach. “Ik heb dat programma ook wel eens voorbij zien komen. Te dikke bruiden die denken dat ze nog in een jurkje maat 38 passen. Moeder, aanstaande schoonmoeder, zussen, nichten, achternichten, en allerlei andere vrouwelijke ellende erbij… En daarmee ga jij je voorbereiden? Succes, beauty.” Ze keek me aan. “Iemand kan zich ook voorbereiden door te kijken hoe iets niét moet, schat… En nou zitten! Ik heb die soep niet voor Jan-met-de-korte-achternaam gemaakt!”
De soep was heerlijk. Anders dan ik ‘m zelf gemaakt zou hebben, maar heerlijk. Joline had er weinig vlees in en heel veel groente. Ook minder zout; je proefde de groenten nu beter. “Lieve schat, dit recept moet je meenemen naar Amersfoort. Hier gaat mijn moeder heel blij van worden.”
Joline moest lachen. “Recept? Ik heb gewoon gekeken wat er in de koelkast en de vriezer zat, een basisbouilion gemaakt en de rest erin gegooid. Vijf minuten zachtjes laten doorkoken, zodat de groenten nog nét een ‘byte’ hebben maar de vermicelli zacht is en klaar. Hoe simpel kan het zijn… En de broodjes? Boterhammen, een beetje boter erop, geraspte kaas er ruim overheen strooien, in de oven en na 3 minuten eruit halen. Voilá monsieur, votre dejeuner. Bon appetit!” Ik lepelde mijn kom snel leeg. Ook de ‘kaasbroodjes’ verdwenen als sneeuw voor de zon. Het restje soep verdeelde Joline eerlijk over onze beide soepkommen en even later was ook dat schoon op. “Schat dit was, wat Heer Bommel zou noemen: ‘Een eenvoudige, doch voedzame maaltijd.’ En niet alleen dat, maar het was heerlijk. Dank je wel.”
Joline lachte lief. “Graag gedaan. Ik heb er rekening mee gehouden dat jij zat te kleumen in die koude garage, dus dat je wel iets warms zou lusten.” “Beneden viel het wel mee hoor… Er staat daar ook nog een kacheltje, dus als je een beetje lichamelijk bezig bent, is de temperatuur wel uit te houden.” Haar gezicht klaarde op. “Dus… als ik van middag daar nog wil klussen…” “Kun je kacheltje gewoon aanzetten.” “Dat is fijn, Kees. Ik zag er tegenop om in deze temperatuur daar te moeten werken. En ik moet écht wat dingen in elkaar zetten, dus als het mag verdwijn ik zo in de garage. Kan dat?” Ik knikte. “Ja hoor. Ik ben daar klaar en mijn surprise staat al in de eerste slaapkamer. Die zet ik straks wel in de kast. En dan kan ik me gaan storten op gedichten… Niet mijn ding, maar vooruit, het moet maar.” Joline gaf me een knuffel. “Nou, tot straks dan maar. Zorg jij dat er om drie uur wat warms te drinken is? Warme chocomel zou lekker zijn…” Ik knikte. “Is goed.” En ze verdween, de deur uit.
Ik keek op de klok: bijna half twee. Eerst maar een gedicht voor Tony maken… Even later zat ik met nietsziende ogen met de laptop op schoot. Tja, leuk, zo’n gedicht voor je aanstaande schoonmoeder, waar je ondertussen best van bent gaan houden, maar zoveel wist ik nou ook weer niet van haar. Ik besloot me te beperken tot feiten van de laatste paar maanden en daar een gedicht omheen te weven. Met wat spottende opmerkingen over een dochter en zoons die plotseling op vrijersvoeten gaan, de campersteuntjes, de tuin en de mest van Rob Senior, dansles, het verbrijzelen van glazen… Daar kon ik wel wat mee. Een uur later had ik een aardig gedicht in limerickvorm met acht coupletten. Rijmschema A-A-B-B-A, de eerste twee en de laatste regel lang, de 3e en 4e regel kort. Op het eerste couplet zat ik langst te broeden; die ging over het overhaaste vertrek van Joline. Moeilijk om dat in vijf zinnen luchtig samen te vatten, maar het lukte. Ik las het hele verhaal nog even door, verbeterde links en rechts nog wat dingetjes en printte het uit. Zo… Héhé, wat een bevalling…
Een blik op de klok leerde dat het bijna drie uur was. Tijd voor iets warms. Even daarna zaten Joline en ik samen op de bank. “Niet op je vingers geslagen met een hamer?” Ze keek me minachtend aan. “Als jij denkt dat ik alleen maar mijn handen op een toetsenbord en in de keuken kan gebruiken, heb je het fout, meneertje. Deze jongedame kan ook prima wat knutselen. Zonder meteen een nagel te breken of zo. Bovendien hou ik mijn nagels altijd kort. Wel zo prettig, ook voor jou.” Ze maakte een gebaar alsof ze me wilde krabben en imiteerde een blazende kat. “Oh, dit poesje wil even spelen? Kom maar bij het baasje, hoor…” Ik greep Joline’s handen met één hand vast en legde mijn andere hand tussen haar benen. Ze probeerde zich los te worstelen en dit ontaardde in een forse stoeipartij. Uiteindelijk lagen we naast elkaar op de bank uit te hijgen. “En met mijn poesje heb je gisteravond al genoeg gespeeld, lekkere vent…” Joline gaf me lachend een zoen. “Genoeg?” Ze lachte liefjes. “Voor één avond wel. Maar misschien…” Haar ogen glinsterden.
“Mevrouw Boogers, u verstaat nog steeds uitstekend de kunst om verwachtingen te wekken. Als ik in uw ogen kijk zie ik een zeker verlangen naar sex.” “Liefde, meneer Jonkman. Passie en sex komen voort uit liefde. Zeker de passie en de sex die wij met elkaar beleven. Wilt u die begrippen niet met elkaar verwarren? En nu gaat dit meisje uitgebreid douchen. Zo’n dagje knutselen gaat je niet de koude kleren zitten. En vanavond wil ik eens lekker uit eten gaan met mijn minnaar. Ik trakteer.” Ik keek verrast. “Oh? Vanwaar dit culinaire uitstapje?” Ze giechelde. “Ik heb geen zin om te koken vandaag.” Ik knikte. “Goed argument. Terwijl jij gaat douchen, ga ik dan de auto’s nog even stofzuigen, daar was ik nog niet aan toegekomen. En daarna ga ik douchen. Leg maar wat gepaste kleding voor me klaar.” Ze knuffelde me. “Is goed, schatje. Over een half uurtje ben ik wel klaar. Overigens: waar laten we de cadeautjes?” “Ik heb de mijne in een jute zak in de kast van de 2e logeerkamer gelegd.” Ze knikte. “Dan doe ik de mijne daar straks ook wel bij. Nemen we die zak mee naar Amersfoort?” Ik knikte. “Ja.Ik bel Ma wel om iets te regelen dat we de cadeautjes ongezien ergens kunnen dumpen.”
Tien minuten later was ik bezig de Mini en de Volvo te zuigen. Bij de Mini was te zien dat die wat minder gebruikt werd; Het interieur was behoorlijk stoffig. Joline had er een aantal korte ritjes in de omgeving van Veldhoven mee gemaakt; voor de rest waren we altijd samen met de Volvo op stap gegaan. In het dashboardkastje vond ik een rekening van de vervanging van de startmotor. “Garantie”. Onder aan de streep bleef er nul euro over. Ik glimlachte. Het was nu ruim vier maanden geleden dat Joline scheldend op haar auto op de parkeerplaats bij DT stond en ik haar thuis bracht. Wat kan er in vier maanden veel gebeuren… Het leek alsof we al jaren samenwoonden. Ik stak de rekening in mijn zak. Die moest bij de andere autopapieren; allebei bewaarden we rekeningen in een aparte map. Even later waren beide auto’s schoon en zeulde ik de stofzuiger weer naar boven. Nou ja, met de lift dan.
Ik ruimde het ding op en liep de slaapkamer in. Joline zat haar haren te föhnen voor de spiegel. “Schat, dit ziet er vreselijk sexy uit…” Ze zat in een slipje en BH. Ik omarmde haar even en ze legde de föhn even weg. Ze draaide haar hoofd naar me om en zei zachtjes: “Zo wil ik er ook uitzien. Voor jou.” Ze zoende me zachtjes. “Zometeen lekker eten en gezellig kletsen. En daarna…” Haar ogen schitterden. “Hmm… Dat wordt een snelle Big Mac. En dan weer als een speer naar huis, geloof ik.” Ze zuchtte. “Je bent een rotzak. Ik wil romantisch tafelen met mijn geliefde. En wat wil mijn geliefde? Een caloriebom om vervolgens als een konijn te neuken. Oh, wat romantisch… Ga douchen, vent! En waag het niet om iets anders aan te trekken dan dat ik voor je klaar leg!”
Ze lachte en gaf me nog een zoen en daarna een klap op mijn kont. “Húp! Ga dat zweet van je afspoelen. En waarschijnlijk nog wat modder. En daarna netjes aangekleed melden in de kamer.” Ik sprong in de houding en salueerde. “Aye aye, madam”, en verdween in de badkamer. Toen ik even later mijn haren uitspoelde kwam er zowaar nog een sliertje zwarte smurrie van mijn hoofd af. “Je had gelijk, schat!!” brulde ik. De badkamerdeur ging op een kiertje open. “Waarmee?” Joline’s gezicht vertoonde een triomfantelijk lachje. “Met die modder.” Haar lach werd breder. “Wist ik. Er zat nog een streep zwart achter je linkeroor, had ik al gezien.” Voordat ik een plens water naar haar kon gooien, was de deur al weer dicht.
Even later was ik droog, geschoren en hopelijk schoon. Ik liep de slaapkamer in. Op bed lag mijn nette blauwe pak, compleet met stropdas en veteranenspeld. Zo, mevrouw wilde op sjiek… Toen ik aangekleed de huiskamer in liep, klonk er een bekend,bewonderend fluitje. Joline zat op de bank, ook ‘dressed to thrill’: een donkerblauw jurkje met een brede, witte ceintuur om haar slanke middel, haar gouden ketting om haar hals. “En waar had deze betoverende dame vanavond willen eten?” Ik gaf haar een zoen. “Dat ga jij zo zien knappe kerel. Het zal, denk ik, wel een leuke verrassing zijn.” Ze glimlachte liefjes. “Ben je er klaar voor?” “Ik wel.” “Mooi. Ik rij. Met de Mini.” Ze giechelde. “Anders wordt de benzine zuur. Sinds dat wij elkaar kennen heb ik niet meer getankt. En bovendien heb je hem weer schoongemaakt."
Eenmaal in de auto reed ze vlot de garage uit. Op de parkeerplaats toetste ze een adres in en de route verscheen op het display. “Hé, da’s vlakbij de Universiteit! Daar liepen wij heel vaak met de loopgroep. Een rondje Karpendonkse plas. Of twee…” Ze keek me lachend aan. “Ik wilde je even meenemen back to memorylane, Kees…” Ik lachte. “Dat is je dan prima gelukt. Nú al. De sterke verhalen komen al weer naar boven borrelen…” “Die vertel je dan maar als we aan het wachten zijn op het eten. Nu moet dit meisje zich even concentreren op het besturen van dit gebakje. Weer even wennen na die lompe slee van jou.” Handig stuurde Joline de Mini door Veldhoven.
Bij onze bestemming aangekomen zei ik dan ook: “Schat, ook in de Mini rij je heerlijk.” We stapten uit en over het dak heen zei ze: “Dank je wel voor het compliment. Ik rij ook terug, dus jij kunt gerust een borrel drinken als je wilt.” Ik schudde mijn hoofd. “Dat doe jij meestal ook niet als ik rij. Die borrel drinken we thuis wel.” Eenmaal binnen werden we opgewacht. Joline had gereserveerd en de kellner leidde ons naar een tafeltje bij het raam.
Het eten was prima en we kletsten lekker luchtig. Over de rondjes die ik hier gelopen had met de loopgroep van de universiteit, over Sinterklaas, over Rob bij DT en over onze trouwplannen. Het was gezellig en regelmatig zat Joline met haar been tegen het mijne te wrijven. “Lekker hé, die lange tafelkleden?” fluisterde ze op een gegeven moment, ondeugend lachend. Onder tafel schopte ik één schoen uit en gleed met mijn voet langzaam tussen haar benen. Haar ogen werden groot. “Rótzak! Je zit precies…” Ik lachte zachtjes. “Wáár zit ik precies?” Ze pakte mijn voet en legde die gedecideerd opzij. “Jij gaat daar niet mee door, vriendje van me. Dan loop ik straks voor schut.” Ik keek teleurgesteld. “Oh. Jij mag wél en ik mag niet? ’t Is niet eerlijk verdeeld in de wereld.”
Joline boog zich voorover en fluisterde: “Luister liefje: Als jij een orgasme krijgt… ach, die paar cc worden wel door je boxer en je broek geabsorbeerd. Als ik een orgasme krijg, komt er gewoon een tsunami en kan jij hier gaan dweilen.” Ik keek haar ongelovig aan. “Ík? Hallo dame, die tsunami komt bij jou vandaan, niet bij mij…” “Ja, maar jij hebt ‘m veroorzaakt…” Ze lachte zachtjes. “En nu, meneer Jonkman, kappen met dit soort praat. Voor hetzelfde geld zit er iemand vlakbij met hele goeie oren, net als in dat restaurant in Duitsland, toen Ton zijn bekentenissen deed over zijn Nederlandse lerares. Laten we deze conversatie thuis maar voortzetten. Is veiliger.”
Na het dessert kregen we nog een kop koffie ‘van het huis’ en daarna rekende Joline, ondanks mijn protest, af. “Kees, ik verdien nu bijna net zoveel als jij. Niet miepen. Bovendien: ik woon bij jou in, de hele inrichting van jouw appartement heb jij betaald en je hebt nog een behoorlijke hypotheek om af te lossen. Deze dame is helemaal zonder schulden. En daar moeten we het eens over hebben.” Ze knipoogde. “Oók thuis. Kom, we gaan.”
Eenmaal weer thuis op de bank zei Joline: “Zo. En nu, na een avondje droog staan, lust ik wel een lekker wijntje.” Ik stond op en ging op een stoel vlak tegenover haar zitten. Ik trok een schoen uit en gleed met mijn voet tussen haar benen. Ze keek me aan. “Wat ben jij van plan, Kees Jonkman?” Ik keek onschuldig. “Je zei net ‘na een avondje droog staan’… Daar wilde ik verandering in aanbrengen. Tsunami en zo. Dat wil ik we eens zien.” Ze griste een onderzettertje van tafel en smeet die naar mijn hoofd. “Schiet op. Doe wat nuttigs en schenk een glas wijn in. Daar heb ik zin in.” Mopperend liep ik naar de keuken. “Wil je het mevrouw eens naar de zin maken is het wéér niet goed. Doe mij maar machines. Die kletsen ten minste niet terug.” Terwijl ik de opener op de wijnfles draaide, voelde ik twee handen om mijn buik. “Machines vrijen óók niet, Kees. En dragen geen spannende lingerie. Komen niet klaar en laten jou niet klaarkomen.” “Hmm… Dat zijn argumenten die ik niet kan weerleggen, mevrouw. Maar kunt u dat wetenschappelijk onderbouwen? Tenslotte praat u wel met een academicus.” Ze duwde haar hoofd tegen mijn rug. “Er is zoiets als ‘omgekeerde bewijslast’, meneer de academicus. Als ik jou nu bewijs dat ik wél vrij, én spannende lingerie draag, klaar kom en jou laat klaarkomen, beloof je dan je heil niet bij machines te zoeken?” Haar handen gleden van mijn buik naar beneden.
“Misschien kan ik die academische, objectieve mening van jou een beetje beïnvloeden…” Haar handen verdwenen in mijn broek. “Mevrouw, als u zo doorgaat komt die wijnfles nooit open en blijft u vanavond droog staan.” Ik hoorde een meisjesachtige giechel achter me. “Nee hoor, daar zorg ik wel voor. Zelfs zonder wijn.” Het was even stil. “Kees, zullen we die fles maar dicht laten?” Ik liet haar de kurk zien. “Te laat, schat. En als jij zo in mijn broek bezig bent, is een wijntje erbij nooit verkeerd. Dat maakt het alleen maar gezelliger. Kom, zitten.” Ik pakte haar op en zette haar op de bar. Zelf ging ik op een kruk vlak voor haar zitten. “Zo kan ik je heerlijke benen ten minste bewonderen.” Ze lachte. “Dan weet ik wat er straks gaat komen… En daar heb ik zin in!” Ik schonk twee glazen wijn in en gaf er eentje aan haar. “Proost, knappe blonde mevrouw.” Ze knipoogde. “Gezondheid, machinemeneer.”
Even genoten we van de wijn en elkaar, en toen zei Joline: “Kees… we moeten eens praten over financiën. Ik zei straks al dat jij hier het leeuwendeel aan financiële lasten hebt. Hypotheek, aflossing, gas, water, licht, afvalstoffenheffing, noem alle vaste lasten maar op. En ik draag daar niets aan bij, behalve dat ik af en toe de boodschappen betaal. Daar wil ik verandering in brengen, anders…”
Ze keek langs me heen, zat duidelijk ergens mee. “Anders wát, schoonheid?” zei ik zachtjes. Ze keek me aan en barstte uit: “Anders voel ik me een prostituee! Verkoop mijn lichaam in ruil voor onderdak, eten en veiligheid!” Ik schrok, stond op en trok haar in één keer van de bar af en beet haar toe:
“Joline Boogers, ben jij vergeten hoe je hier terecht bent gekomen? IK heb je gevraagd om hier te komen wonen, tijdens ons eerste weekend samen. Je hebt er tijdens dat weekend over nagedacht en uiteindelijk zei je aarzelend ‘ja’. En IK was zielsgelukkig. En dat ben ik nog steeds. Een prostituee lokt haar klanten, belooft veel maar uiteindelijk is het een simpel nummertje, hooguit een nacht sex en daarna gaat de klant gedesillusioneerd en met een kater naar huis terug, honderd euro of meer armer en als hij pech heeft een SOA rijker.
In tegenstelling daarmee hebben wij samen een aantal dingen meegemaakt. We hebben die klootzak bestreden, ingerekend en op laten bergen in een cel in Frankrijk. We hebben samen wat jeugd naar rechts gericht, zowel in Frankrijk als hier, we hebben Angelique en Henry bij elkaar gebracht, Marion opgevoed, Adema z’n plaats gewezen. Dank zij jou heb ik je ouders leren kennen en hebben mijn zussen nu een relatie met twee fijne kerels die ik mijn vrienden mag noemen. En niet te vergeten heb ik van een gratis campervakantie kunnen genieten. Als je zo’n ding twee weken moet huren, ben je 2.500 euro kwijt. Ik barst niet meer in tranen uit als ik een C-130 hoor of ‘Amazing Grace’ hoor spelen. Jouw verdienste.
En het belangrijkste is: ik hou van jou en jij houdt van mij. Ik wil je niet kwijt en daarom heb ik je gevraagd om met me te trouwen, verdomme. En ik heb het helemaal niet over kosten gehad. Ik heb een riant salaris, weet je nog? Die kosten had ik toch al. Hooguit ben ik wat meer kwijt aan water en gas, omdat er om een of andere reden meer gedoucht word in dit huis. En meer afvalstoffenheffing, omdat nu ook jouw tampons en maandverbanden afgevoerd moeten worden. Kortom: lúl niet, Joline Boogers. Zoals ik in ons eerste weekend al zei: ‘Het belangrijkste aan dit appartement ben jij. Al moesten we in Ter Aar wonen, dan zou jij dáár het belangrijkste en kostbaarste zijn. De rest? Stenen, beton, hout, spullen. Vervangbaar. Jij ben dat niet.’ Dat zei ik in ons eerste weekend samen en aan die mening is niets veranderd. En als het voor jouw gemoedsrust beter is dat je naar rato bijdraagt in de huishoudpot: prima, dan doen we dat. Jij bent de econoom van ons tweeën; vindt er maar een modus voor. Ben je helemaal gek geworden…”
Tijdens het eerste deel van mijn tirade had ze een stap achteruit gedaan, toen ik klaar was deed ze een stap naar me toe, sloeg haar armen om me heen en legde haar hoofd op mijn schouders. Ik voelde haar schokken en even later liep er nattigheid in mijn nek. Ik wachtte tot ze een beetje gekalmeerd was en tilde haar hoofd van mijn schouders. “Hé… Geschrokken?” Ze knikte. “Van je ogen… Je keek me even vreselijk kwaad aan… Die blik kende ik niet… althans: niet op mij gericht. Ik voelde me de laatste weken, soms best wel schuldig. Teerde op jouw zak…” “Nou, stop dan met ingang van nú met dat gevoel; wij leven hier op basis van gelijkwaardigheid. Als jij daar financieel in wil bijdragen: prima, be my guest. Dan is de hypotheek eerder afgelost, hoewel dat belastingtechnisch een uiterst stomme zet zou zijn…”
Joline veegde haar ogen droog en keek me aan. “Wij gaan nú wat financiele zaken regelen, meneer. Voordat we getrouwd zijn. Want ik wil dat gevoel kwijt. Húp, pak je financiële map, klapper of waar je je bonnetjes ook maar in bewaard en aan het werk.” "Wacht even... Ik heb vanmiddag nog een bonnetje gevonden... Een hele interessante!" Ik liep naar de slaapkamer en pakte de rekening van de nieuwe startmotor. "Hier, alsjeblieft. Ik vind dat we deze moeten inlijsten, want hier is het mee begonnen." Ze keek naar de rekening en lachte lief. "Ja, deze gaan we inlijsten. En pontificaal ergens aan de muur hangen. Maar nu... financiën."
Het volgende uur zaten we over cijfertjes gebogen. Joline attendeerde me en passant nog op een aantal potentiële aftrekposten van de belastingdienst. “Daar heb je volgend jaar nog wat plezier van, vriendje…” Ik keek haar aan. “Correctie. Daar hebben wij volgend jaar nog wat plezier van, vriendinnetje…” Ze glimlachte. “Je hebt gelijk, schat….”
Na een uur hadden we een gezamelijke rekening geopend, Joline droeg bij in de aflossing van de hypotheek en de kosten voor het huishouden en samen hielden we dan nog een behoorlijk bedrag per maand over om op de spaarrekening te zetten. “Hoewel dat met het huidige rentepercentage ook bijna niks oplevert. Maar ja, we moeten toch een reserve achter de hand houden…” Ik sloeg de mappen dicht en keek haar aan. “Zo mevrouw. Hoe is het nu met uw gevoel?” Joline kuste me. “Met dát gevoel is het nu prima. Een stukje zelfrespect terug. Maar nu steken andere gevoelens de kop op, meneer.” Ze wreef haar benen weer tegen de mijne aan.
“Kees, berg die mappen op, loop je rondje en kom dan bij me. In bed.” Ik stond op. “Je bent een ondeugd.” Grinnikend liep ik het huis door, om in de slaapkamer te eindigen. Joline lag al onder het dekbed. “Kom bij me, Kees.” Even later schoof ik naast haar. Ze had een dunne nachtpon aan. Verder niets. “Ik wil nu alleen maar even lekker knuffelen, schatje. Niet helemaal áll the way, maar lekker tegen elkaar aan liggen, wat zoenen en lekker in slaap vallen.” “Da’s iets anders dan ik me had voorgesteld, schoonheid…” Ze knikte en bloosde. “Ja, dat snap ik. Maar…” Ze keek omlaag. Ik tilde haar kin op, zodat ze me aan moest kijken. “Je hebt nog steeds last van jezelf…” Ze knikte weer. Zwijgend. Ik kuste haar voorhoofd. “Lekker liggen, schat. Ik geniet ook zó van je. Ik ben blij dat je naast me wil liggen en lekker in slaap kan vallen. En dat lekker in slaap vallen gaan we nú doen. Kom maar dicht tegen mijn slaapverwekkende rug aan liggen. Als we andersom gaan liggen, steken er bij mij weer dingen de kop op…”
Ze giebelde. “Tja, en dan wordt er niet geslapen…” “Precies.” Ik kuste haar zachtjes en draaide me om, mijn rug naar haar toe. “Welterusten, blonde feeks.” “Slaap lekker, ridder.” Ze legde een arm om me heen en dat was het laatste wat ik voelde…
Lees verder: Mini - 121
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10