Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Leen
Datum: 07-04-2025 | Cijfer: 8.8 | Gelezen: 916
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 35 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Exhibitionisme, Gluren, Slet, Voyeurisme,
Het Terrasje
Met een laatste, veelbetekenende, bijna samenzweerderige blik over mijn schouder naar de verkoper – die nog steeds wat verdwaasd achter zijn toonbank staat – verlaat ik de winkel. Het nieuwe jurkje, een trofee van mijn geslaagde spel, zit keurig verpakt in een stijlvol tasje dat zachtjes tegen mijn heup zwaait. Het voelt bijna alsof ik zweef. Golven van adrenaline en voldoening stromen volop door mijn lichaam. Een zelfvoldane, onuitwisbare glimlach speelt om mijn lippen. De energie van het moment, de spanning, de confrontaties, de overwinning – het tintelt nog steeds na in elke vezel van mijn lijf.

De brede glazen deuren van het winkelcentrum schuiven geruisloos open en ik stap naar buiten. Meteen sta ik midden in het bruisende stadscentrum. De dynamiek is anders dan binnen, de gehaaste energie van het winkelen maakt plaats voor een meer ontspannen bedrijvigheid. Hier geen tl-verlichting en airconditioning, maar de warme gloed van de avondzon die de historische gevels streelt. Het geluid is ook anders: geen gedempte gesprekken en rollende winkelkarretjes, maar het vrolijke geroezemoes van mensen die op terrassen zitten, het getingel van fietsbellen en het verre geluid van muziek. De zon, die al een eind is gezakt, werpt lange, goudkleurige schaduwen over de kasseien en hult alles in een warm licht. Het voelt goed om hier te zijn, in deze levendige, maar tegelijkertijd gemoedelijke sfeer.

Maar ook hier voel ik me… zichtbaar. Intens zichtbaar. Ik voel me bewonderd, begeerd – althans, dat is de interpretatie die ik geef aan de blikken die ik opvang, aan de energie die ik voel. En dat gevoel, die subjectieve ervaring van aantrekkelijkheid en macht, voedt iets diep in me, iets hongerigs en moedigs dat de afgelopen weken, misschien maanden, alleen maar sterker en veeleisender is geworden.

Terwijl ik me meng in de stroom van mensen op het trottoir, voel ik me bijna naakt, ondanks mijn kleren. De dunne, zachte stof van mijn witte tanktop strijkt bij elke beweging langs mijn huid, een constant, subtiel contact. Ik draag er niks onder, geen beha die de beweging beperkt of een extra laagje vormt. Bij elke stap die ik zet, deinen mijn borsten zachtjes mee op het ritme van mijn lopen. Het is een lichte, bijna onmerkbare wiegeling die voor mij echter een intens prikkelend bewustzijn creëert. Het zet me alleen maar meer op scherp, maakt me alerter op mijn eigen lichaam en de omgeving. Mijn zwarte, leren broekje zit nog steeds even strak om mijn heupen en billen. De gladde, koele stof sluit naadloos aan op de ronding van mijn billen, op de plek waar mijn benen beginnen. En elk zuchtje wind dat onder mijn losse topje kruipt en langs mijn blote buik strijkt, elk schurend, intiem contact van het strakke leer direct tegen mijn huid tussen mijn benen, herinnert me er met een schokje van opwinding aan: ik draag er niets onder. Mijn slipje ligt nog in het pashokje. Deze wetenschap, deze absolute vrijheid en kwetsbaarheid, stuurt een golf van pure, rauwe opwinding door mijn onderbuik. Het voelt warm daar, een zacht pulseren, en ik voel de onmiskenbare, verraderlijke vochtigheid die ontstaat als reactie op de spanning, de adrenaline en de gedachte aan ontdekking.

Zou iemand het merken? Zou iemand het kunnen zien? Een voorbijganger die net iets te lang kijkt, een nieuwsgierige blik die afdwaalt van mijn gezicht naar beneden? Ik voel de ogen op me, dat is zeker. Sommige zijn vluchtig, bijna per ongeluk, anderen zijn directer, schaamtelozer. Een man in een strak pak, druk bezig met telefoneren, draait zich half om als hij me passeert en vergeet zijn gesprek even. Een jongen met een rugzak, misschien een student, laat zijn blik van mijn benen naar mijn gezicht glijden en kijkt dan snel weg met een blos op zijn wangen. Het idee alleen al dat al deze mensen misschien iets vermoeden, dat ze zich afvragen wat er onder die kleding schuilgaat of juist niet, laat een nieuwe, intense tinteling over mijn huid lopen en maakt mijn zintuigen nog scherper.

Ik beweeg me doelbewust tussen de mensenmassa door, mijn heupen net iets losser zwaaiend dan strikt noodzakelijk, mijn pas net iets langzamer dan de haastige stroom om me heen. Ik neem de ruimte in. Ik weet dat ik opval in mijn uitdagende outfit, met mijn zelfverzekerde houding. En ik geniet ervan. Met volle teugen. Dit gevoel van controle, van spelen met de blikken, van balanceren op het randje – het is precies de sensatie waar ik naar hunkerde.

"Zo zo, mevrouw is aan de late kant," plaagt Kristof, wanneer ik naast hem neerplof op de comfortabele terrasstoel. Ik haal mijn schouders op en zet het kleine, chique winkeltasje achteloos naast mijn stoel op de grond. "Maar," vervolgt hij, zijn blik glijdt met onverholen bewondering van mijn gezicht, langs mijn topje, naar mijn leren broekje en weer terug, "duidelijk het wachten meer dan waard. Je ziet er absoluut heerlijk uit, Leen." Hij neemt een slokje van zijn drankje, zijn ogen blijven op mij rusten.

Ik voel de warmte naar mijn wangen stijgen, een combinatie van de warme avondzon op mijn huid, zijn compliment en natuurlijk de nog steeds nazinderende adrenaline van mijn recente escapades. "Dank je," glimlach ik, misschien iets te breed. "Ik… ik ben nog even gaan winkelen."

Kristof grinnikt veelbetekenend. "En wat heb je gekocht? Ik hoop dat het de moeite is?"

Mijn glimlach wordt ondeugender. ”Een cadeautje,” zeg ik luchtig, alsof het niets bijzonders is. “Voor mezelf." Ik pak het tasje op en zet het midden op tafel, tussen ons in. Met de punt van mijn vinger schuif ik het verder zijn kant op, over het gladde tafelblad. Een stille uitnodiging om verder te vragen. Kristof kijkt van het tasje naar mij. Hij heft een wenkbrauw op, zijn interesse duidelijk gewekt. Zijn vingertoppen trommelen nu een ongeduldig ritme op het tafelblad, vlak naast het tasje. "Een cadeautje, zeg je? Kom op, Leen, niet zo geheimzinnig. Vertel op," dringt hij aan, zijn stem een tikje lager, uitdagender dan eerst.

Ik geniet van dit moment, van zijn opgebouwde nieuwsgierigheid. “Gewoon een jurkje."

"Een jurkje," herhaalt hij langzaam, zijn blik peilt de mijne. Dan verschijnt er een plotselinge, gespeelde bezorgdheid op zijn gezicht. "Niet te duur? Hoop ik?" vraagt hij, zijn stem vol overdreven verontwaardiging.

Ik wuif zijn zorgen nonchalant weg met een handgebaar. "Ach, viel wel mee," zeg ik luchtig, alsof het niets was. Dan, met een onschuldige glimlach en perfecte timing, voeg ik eraan toe: "Ik heb trouwens met jouw creditkaart betaald."

Kristof stopt abrupt met het trommelen van zijn vingers. Hij kijkt me aan, zijn mond valt een beetje open. Dan ontsnapt er een geïrriteerde grom uit zijn keel. "Natuurlijk heb je dat," mompelt hij, maar de pretlichtjes in zijn ogen verraden dat hij het spel meespeelt. Ik schiet in de lach, mijn schouders schokken van plezier. "Tja, liefste," zeg ik, terwijl ik hem een stralende glimlach schenk. "Als je een mooie vrouw aan je zijde wilt die er altijd tiptop uitziet, dan kost dat nu eenmaal geld." Ik geef hem een knipoog.

Hij schudt zijn hoofd, maar de glimlach om zijn lippen wordt breder. De discussie over geld is duidelijk bijzaak; zijn nieuwsgierigheid naar het jurkje zelf brandt nog steeds in zijn ogen. Hij laat zijn ogen even over mijn huidige outfit glijden – het leer, de losse top – alsof hij zich al probeert voor te stellen hoe een nieuw jurkje daar een plaats in zou kunnen nemen, en komt dan terug bij mijn ogen, een vlammetje van verwachting erin. "Een jurkje," herhaalt hij langzaam. "Laat me raden... een heel sexy jurkje?" De nadruk op 'heel' en 'sexy' is niet te missen, en er speelt een veelbetekenend glimlachje om zijn lippen. Ik buig me voorover, pak zonder te vragen zijn glas gin-tonic van tafel, negeer zijn geamuseerde protest. Ik breng het koele glas naar mijn lippen en neem een klein, uitdagend slokje, terwijl ik hem recht aankijk over de kristallen rand. De bitterzoete smaak van de gin en de prikkeling van de tonic dansen op mijn tong. "Misschien," antwoord ik geheimzinnig, mijn stem een halve fluistering, terwijl ik het glas met een overdreven voorzichtige beweging terugzet, precies binnen zijn bereik. Ik lik subtiel mijn lippen af. "Laten we zeggen," voeg ik er na een korte, geladen pauze aan toe, "dat de verkoper in de winkel er in ieder geval zijn ogen niet van af kon houden."

"O?" Kristofs wenkbrauw schiet weer de lucht in. Bingo. "De verkoper?" Zijn glimlach verdwijnt, maakt plaats voor een geconcentreerde frons. "Wat bedoel je precies?" Hij leunt nu ook iets naar voren, zijn volle aandacht op mij gericht, zijn eerdere ontspanning verdwenen. De lichte frons tussen zijn wenkbrauwen verraadt zijn geprikkelde nieuwsgierigheid, maar ik zie ook een eerste, minuscule vonk van bezorgdheid, of misschien zelfs bezitterigheid. Precies de reactie die ik wilde.

Ik spiegel zijn beweging en leun ook verder naar voren, waardoor de afstand tussen ons minimaal wordt. Onze knieën raken elkaar nu bijna onder het kleine tafeltje. Mijn stem wordt nog zachter, intiemer, alsof ik een sappig geheim deel dat niemand anders mag horen. "Nou," begin ik langzaam, mijn ogen dwalen even af naar het onschuldig ogende tasje op tafel en schieten dan weer terug naar zijn gespannen gezicht. "Het is... nogal een opvallend jurkje. Laten we zeggen: zeer flatterend. En misschien een tikkeltje... onthullend op alle juiste, en misschien ook wel een paar verkeerde, plaatsen." Ik maak een vaag, suggestief gebaar met mijn hand langs mijn eigen lichaam, van mijn schouder naar beneden. "En die verkoper" vervolg ik, alsof ik het me net weer herinner, mijn stem nu bijna een onschuldig klinkende fluistering. "O, die was zó behulpzaam. Echt een schatje. En enorm... oplettend." Ik zie hoe Kristofs kaak zich onmerkbaar aanspant. Goed zo. Het werkt.

"Misschien wel té behulpzaam. Hij bleef maar rondhangen toen ik het aanpaste," ga ik verder, terwijl ik een toon van lichte ergernis veins, vermengd met valse naïviteit. "Gaf ongevraagd 'stijladvies'. Vooral toen ik even twijfelde of het wel de juiste maat was – het zat nogal… strak, weet je wel – en het nog eens uittrok en weer aantrok om zeker te zijn…" Ik pauzeer even, kijk hem aan met grote, onschuldige ogen. "Ik deed echt mijn best om discreet te zijn in dat pashokje, hoor," voeg ik er snel aan toe, met een hulpeloos wegwerpgebaar. "Maar het was zo'n belachelijk klein hokje, je kon er amper draaien! En dat gordijn..." Ik zucht dramatisch. "Nou ja, dat sloot dus niet helemaal perfect aan de zijkant, er bleef zo'n irritante kier."

Ik neem weer een slokje van de gin-tonic en kijk Kristof aan over de rand van het glas, mijn ogen nu groot en gespeeld bezorgd. "Ik vrees," zeg ik dan, mijn stem een samenzweerderige halve fluistering, alsof ik het nauwelijks durf toe te geven, "dat hij, toen ik me even snel omdraaide om bij de rits te kunnen, misschien per ongeluk… door die kier… een glimp van mijn borsten heeft opgevangen..." Ik laat de laatste woorden suggestief hangen, mijn blik een meesterwerk van uitdagende onschuld. Kristofs ogen worden donkerder, de speelsheid is nu volledig verdwenen. "Per ongeluk?" herhaalt hij, zijn stem is laag, scherp, en er trekt een klein spiertje bij zijn kaak. "Dus die 'behulpzame', 'oplettende' verkoper stond gewoon ongegeneerd te gluren door een kier terwijl jij je naakt stond om te kleden?"

Ik haal mijn schouders zo lichtjes op dat het nauwelijks zichtbaar is, een toonbeeld van gespeelde nonchalance. Ik kijk hem van onder mijn wimpers aan. "Ach, Kristof," zucht ik theatraal, alsof ik het allemaal maar overdreven vind. "Wie zal het zeggen? Het ging allemaal zo snel, en het was zo onhandig krap en donker daar. Misschien kon hij er echt niets aan doen. Misschien was het zijn schuld niet eens." Ik pauzeer, mijn ogen nu weer direct en uitdagend in de zijne. Een kleine glimlach speelt weer om mijn lippen. "Trouwens," vervolg ik, alsof ik het onderwerp wil relativeren, "ik weet niet eens zeker of hij mijn borsten wel kon zien door die stomme kier." Ik pauzeer even, tik met mijn vinger tegen mijn kin alsof ik diep nadenk. Dan licht mijn gezicht op met een plotselinge, ondeugende 'realisatie'. "Oh wacht," zeg ik dan, mijn stem nu vol valse openbaring. "Nu ik erover nadenk... ik denk het eigenlijk wel. Ja, zeker weten."

Kristof kijkt me onderzoekend aan, zijn frons verdiept zich. "Hoe weet je dat zo zeker?" vraagt hij, zijn stem nog steeds gespannen. "Nou," zeg ik, terwijl ik een beetje verder naar voren leun en mijn stem verlaag tot een samenzweerderige fluistering, "aan zijn reactie te zien toen ik hem betrapte... Je kon niet missen dat hij iets gezien had. Hij schrok zich wild en werd knalrood. Hij geneerde er zich duidelijk heel erg voor." Ik grinnik zachtjes bij de herinnering. "Eerlijk gezegd? Ik vond het best wel grappig, die paniek in zijn ogen." Ik leun weer achterover, maak een wegwerpgebaar. "Ach, het was toch maar onschuldig, niet? Een ongelukje met een gordijn." Ik kijk hem uitdagend aan. "Bovendien, borsten zie je tegenwoordig toch overal? Op tv, in reclames... Dus wat maakt die paar seconden gluren door een kiertje nu eigenlijk uit?"

Ik zie aan Kristofs gezicht dat mijn luchtige, bijna nonchalante houding over het voorval hem niet helemaal geruststelt, misschien zelfs meer intrigeert of irriteert. De spanning tussen ons blijft voelbaar hangen. Zijn blik blijft peinzend, misschien een tikje geïrriteerd door mijn nonchalance, maar de onderliggende intrige is nog steeds duidelijk zichtbaar. Voordat hij er verder op in kan gaan, besluit ik dat het tijd is om het onderwerp te veranderen, om de spanning even te doorbreken of misschien gewoon omdat ik echt dorst heb na alle opwinding.

"Maar goed," zeg ik, terwijl ik mijn rug recht en demonstratief om me heen kijk, op zoek naar bediening. "Heb je trouwens al iets besteld om te eten? Ik begin best honger te krijgen." Ik vang de blik van een ober die net een tafeltje verderop afruimt. Ik wuif even met een elegante handbeweging in zijn richting. "Meneer!" roep ik, net luid genoeg om gehoord te worden. De kelner knikt vriendelijk en komt onze kant op. Terwijl hij dichterbij komt, wend ik me alvast tot hem. "Voor mij graag een glaasje droge witte wijn, alsjeblieft. En een caesarsalade."

"Komt eraan, mevrouw," zegt de kelner, noteert het en kijkt dan vragend naar Kristof. Kristof bestelt ook een salade en nog een gin-tonic. De kelner verdwijnt weer. Ik leun tevreden achterover, blij dat ik de aandacht even heb verlegd. Maar mijn voldoening is van korte duur. Zodra de kelner uit gehoorsafstand is, leunt Kristof weer naar voren, zijn ogen gefixeerd op het winkeltasje dat nog steeds als een onuitgesproken belofte op tafel staat. Zijn eerdere geprikkeldheid over de verkoper lijkt alweer vergeten, vervangen door zijn oorspronkelijke nieuwsgierigheid. "En dat jurkje," begint hij, zijn stem weer laag en dwingend, alsof er geen onderbreking is geweest. Hij negeert mijn poging tot afleiding volledig. "Hoe ziet dat er nu precies uit? Je maakt me nieuwsgierig, Leen." Hij tikt weer met zijn vinger tegen het tasje. "Misschien," voegt hij eraan toe, een uitdagende glinstering in zijn ogen, "moet je het toch maar even aantrekken?"

Mijn mond valt open. "Wat?" Ik kijk hem vol ongeloof aan. Dan laat ik mijn blik schichtig om me heen dwalen over het terras. Het is nog steeds druk. Mensen zitten te eten, te praten, te lachen aan de tafeltjes om ons heen. Obers lopen af en aan met dienbladen. "Hier?" vraag ik, mijn stem klinkt nu plotseling onzeker, bijna fluisterend. "Nu? Midden op het terras?" Ik maak een klein, hulpeloos gebaar naar de mensen om ons heen.

Kristofs glimlach wordt breder, uitdagender. Hij leunt achterover in zijn stoel, neemt me op met een blik die zowel geamuseerd als verwachtingsvol is. "Van mij mag je," zegt hij luchtig. Dan voegt hij er met een knipoog aan toe, zijn stem weer lager: "En eerlijk gezegd, gezien je avonturen van vanmiddag en hoe je er nu bij zit... volgens mij zou je het nog doen ook, gewoon om te zien wat er gebeurt." Zijn woorden zijn een directe uitdaging, een speelse provocatie die inspeelt op precies die kant van mij die hij zo goed kent – de kant die hunkert naar spanning, naar het opzoeken van grenzen. Ik voel de hitte weer naar mijn wangen stijgen, deels van schaamte bij de gedachte om me hier om te kleden, deels van opwinding door zijn brutale suggestie en zijn vertrouwen in mijn durf.

Hij ziet mijn tweestrijd, de lichte paniek in mijn ogen vermengd met de onmiskenbare vonk van interesse. Hij leunt weer iets naar voren. "Maar," zegt hij, zijn stem nu milder, bijna redelijk, hoewel de twinkeling in zijn ogen niet verdwijnt, "als je dat toch iets te publiekelijk vindt… je mag het van mij ook gewoon even in het toilet gaan aantrekken, hoor." Hij knikt richting de ingang van het restaurant achter ons. "Dan kom je het daarna hier showen."

Mijn gedachten slaan onmiddellijk op hol, niet meer bezig met het afwegen van logische risico's, maar volledig overgegeven aan de pure, onversneden fantasie van die optie. Ik stel het me levendig voor: hoe ik hier, aan dit tafeltje, onder de gouden gloed van de ondergaande zon en de priemende blikken van tientallen vreemden, mijn kleren zou uittrekken. Ik zie mezelf voor me, hoe ik nonchalant het leren broekje losmaak. De stof die langzaam over mijn heupen glijdt, de koele avondlucht die plotseling mijn blote huid raakt, daar, tussen mijn benen. Geen slipje. Helemaal niets. De directe, onverbloemde blootstelling. Ik stel me voor hoe ik de strakke stof verder naar beneden duw, het hier onder tafel uittrek. En dan het topje. Het over mijn hoofd trekken, mijn armen even gevangen, mijn borsten volledig bloot voor iedereen die durft te kijken. Misschien zou ik zelfs even opstaan, zogenaamd om het nieuwe jurkje goed aan te trekken, en daar een tijdje staan, naakt en uitdagend te midden van de gedekte tafels en de dinerende gasten.

Mijn wangen gloeien bij de gedachte. Ik zie de reacties voor me: de plotselinge stilte die over het terras zou vallen, de ingehouden adem, de geschokte kreten. Ogen die groot worden van ongeloof, vorken die halverwege de mond blijven hangen. Het gefluister dat zou aanzwellen, de mobieltjes die misschien tevoorschijn zouden komen. Sommigen zouden wegkijken, vol afschuw of gêne, maar zovelen zouden staren, gefascineerd, misschien zelfs opgewonden door dit onverwachte, ongepaste schouwspel. En Kristof… hoe zou hij reageren? Geschokt? Boos? Of zou die donkere, bezitterige vlam in zijn ogen oplaaien bij het zien van mijn totale overgave aan de sensatie, mijn naaktheid gedeeld met de wereld?

De pure brutaliteit ervan, de absolute overschrijding van elke sociale norm, stuurt een golf van intense, bijna pijnlijke opwinding door mijn onderbuik. Het idee om daar zo te zitten of staan, volledig kwetsbaar en tegelijkertijd zo ongelooflijk machtig door de reacties die ik zou uitlokken… het is een fantasie die me bijna doet duizelen. Een lichte glans komt in mijn ogen terwijl ik me verlies in deze gedachte, mijn lippen lichtjes getuit, mijn ademhaling versneld. De realiteit van het drukke terras – de pratende mensen, de rinkelende glazen, de obers die af en aan lopen – dringt maar vaag tot me door. Maar dan haalt Kristofs stem me terug. Zijn blik is scherp, hij ziet de dromerige, opgewonden blik in mijn ogen. Hij weet precies waar mijn gedachten naartoe gingen. "Jee, Leen," zegt hij, zijn stem een mengeling van ongeloof en misschien lichte paniek. "Ik maakte maar een grapje, hè. Over dat hier doen. Wist ik veel dat je er serieus over zou nadenken!"

Zijn woorden halen me abrupt uit mijn fantasie. Ik voel dat ik rood word, betrapt. "Nee, natuurlijk niet!" antwoord ik snel, misschien iets te snel, terwijl ik een nonchalante handbeweging maak. Ik forceer een luchtige lach. "Alsof ik dat hier zou doen, tussen al deze mensen." Maar als ik heel eerlijk moet zijn, denk ik in stilte, de mogelijkheid, de pure, verboden kick ervan… die heb ik wel degelijk tot in detail overwogen. En de nasmaak van die fantasie is minstens zo opwindend als de realiteit.

Kristofs ogen lichten op, en de eerdere geamuseerde nieuwsgierigheid maakt plaats voor een intense, bijna hongerige verwachting die me een aangename rilling bezorgt. Zijn blik lijkt me al uit te kleden. "Ik ben héél benieuwd," zegt hij, zijn stem klinkt een tikje hees, wat de eenvoudige woorden een extra, zwoele lading geeft.

Hé, wat?" vraag ik, alsof ik geen idee heb waar hij het over heeft.

Kristof grinnikt, doorziet mijn spelletje onmiddellijk. "Hoe het jurkje eruitziet, Leen," verduidelijkt hij, zijn stem nu vol plagende nadruk. "Dat 'cadeautje voor jezelf'."

"Oh ja, dat!" zeg ik met een plotselinge, stralende glimlach, alsof het me nu pas te binnen schiet. Ik pak het glanzende winkeltasje met een vastberaden beweging van tafel. "Juist ja. Nou, dan zal ik maar even naar het toilet gaan om te wisselen.” Langzaam en met een zekere, misschien net iets te dramatische flair kom ik overeind van mijn stoel. Mijn bewegingen zijn zogenaamd nonchalant, maar ik ben me pijnlijk bewust van zijn ogen die me volgen, elke subtiele beweging van mijn heupen in het leer, elke stap die ik zet weg van de tafel, richting de toiletten binnen in de bistro.

Terwijl ik me een weg baan door het nu iets rustigere terras, voel ik de koele avondbries langs mijn blote huid glijden – mijn armen, mijn schouders, de huid van mijn buik onder de losse tanktop. Geen beha. Geen slipje. Mijn strakke, zwarte leren broekje klemt zich om mijn heupen en billen, een constante, sensuele omhelzing. Elke beweging die ik maak, elke stap die ik zet, laat de gladde stof subtiel tegen de meest gevoelige delen van mijn huid schuren. Het is een voortdurende, prikkelende herinnering aan mijn eigen stoutmoedigheid, aan het feit dat er niets is tussen mij en het leer. Zou iemand het merken? Zouden ze het zien als ik me net iets te diep buk, als de wind mijn topje op een onbewaakt moment opzij blaast? De gedachte alleen al, de mogelijkheid van ontdekking, stuurt een siddering van pure, onversneden opwinding door mijn lijf, een warmte die zich concentreert laag in mijn buik en zich van daaruit verspreidt. Ik voel de fysieke reactie van mijn lichaam op deze non-stop spanning en het spel – het pulseren, de toenemende vochtigheid tussen mijn benen. Het verlangen groeit met elke stap.

Eenmaal binnen de relatieve koelte en privacy van de toiletten – gelukkig nog steeds leeg – kies ik het verste hokje en laat de deur met een zachte klik in het slot vallen. Mijn hart bonkt nu sneller, vol anticipatie op het volgende deel van het spel. Ik open het tasje en haal het rode jurkje eruit. De stof voelt koel en verleidelijk glad aan in mijn vingers, zacht en bedrieglijk licht. Dit wordt interessant, denk ik met een innerlijke, brede grijns. Heel interessant. Maar eerst mijn kleren uittrekken…

Snel, gedreven door een ondeugende, bijna onweerstaanbare impuls, maak ik de knoop en rits van mijn leren broekje los. Ik stroop het haastig naar beneden en laat het op de grond vallen. Dan trek ik mijn witte tanktop met een vloeiende beweging over mijn hoofd, mijn armen even gevangen in de zachte stof, en laat het boven op het leer vallen. En daar sta ik. Volledig naakt in de kleine, betegelde, anonieme ruimte van het toilet hokje. Het is al de tweede keer in maar een paar uur tijd dat ik me in deze staat van totale blootstelling bevind, en de kick is er niet minder om. De koele, stilstaande lucht van het hokje streelt mijn blote huid overal, een bijna schokkend, intens spannend contrast met de zinderende warmte die diep in me borrelt, de fysieke manifestatie van de opwinding die zich onmiskenbaar concentreert laag in mijn buik, tussen mijn benen, een zwaar, pulserend verlangen. Mijn hart bonkt luid en onregelmatig in mijn borstkas, een wilde beat die de stilte vult. Mijn huid gloeit, mijn tepels zijn hard en donker van verlangen en spanning, mijn ogen glanzen koortsachtig. Mijn vingers vinden bijna automatisch mijn telefoon, die ik uit mijn broekzak had gehaald en op het toilet had gelegd, voordat ik hem uittrok. Een speelse, uitdagende, misschien zelfs een beetje wanhopige glimlach krult om mijn lippen. Dit moet hij zien. Ik open de camera-app.

Ik kies een uitdagende pose, lichtjes voorovergebogen, mijn rug iets gekromd, mijn blik over mijn schouder verleidelijk in de lens. Ik neem snel een foto. De belichting in het kleine toilet is verrassend zacht, bijna intiem, flatterend, precies goed om de gloed op mijn huid en de schaduwen van mijn vormen te vangen. Terwijl ik naar de foto kijk op het scherm, naar mijn eigen naakte, uitdagende, verlangende lichaam, overvalt me een plotselinge, overweldigende golf van pure begeerte, zo intens dat het pijn doet. Ik wil klaarkomen, schreeuwt een stem in mijn hoofd, een rauwe, dwingende, onverwachte behoefte die me bijna doet duizelen. Nu. Onmiddellijk.

Met vingers die nu lichtjes trillen van die intense gedachte, typ ik snel een berichtje onder de foto die ik net heb genomen: Zin om me zo te zien, of zal ik dat jurkje maar aantrekken? Ik stuur alles naar Kristof. Mijn hart maakt een wilde sprong door de pure, adrenaline-gedreven stoutmoedigheid van mijn actie. De reactie laat, zoals verwacht, niet lang op zich wachten. Binnen een paar seconden trilt mijn telefoon in mijn hand. Ik open het bericht, mijn ogen vliegen over de woorden. Een triomfantelijke glimlach speelt om mijn lippen. "Verdomme, Leen. Jij speelt echt met vuur." Ik lach zachtjes, een hese klank in de stilte van het hokje. Zijn reactie, de kracht ervan, de bevestiging dat ik hem precies heb waar ik hem wil hebben, stuurt een nieuwe golf van intense voldoening en opwinding door me heen. Mijn vingers tintelen. Dan trilt de telefoon opnieuw. Nog een bericht van Kristof. Kort, krachtig, en het doet mijn adem stokken. "Ik kom naar daar. Wacht even."

Mijn hart maakt een sprongetje, dit keer van een heel ander soort anticipatie, pure extase. Hij komt. Hierheen. Nu. Ik bijt hard op mijn onderlip. Mijn huid gloeit, mijn ademhaling is nu sneller, onregelmatiger. De wetenschap dat Kristof zo meteen hier zal zijn, in deze gang, misschien zelfs voor deze deur, dat hij me zo zou kunnen zien… Het idee alleen al bezorgt me een overweldigende golf van opwinding die me bijna doet wankelen. Mijn vingers glijden langzaam over mijn blote buik, voelen mijn eigen trillende huid. Hoe zal hij reageren als hij me zo ziet? Tijd om erover na te denken, heb ik niet, want ik hoor ze: gedempte voetstappen in de gang die naar de toiletten leidt. Ze klinken zwaar, doelgericht. Mannelijk? Waarschijnlijk wel. Mijn hartslag schiet omhoog, hamert als een razende in mijn oren, overstemt bijna het geluid van de stappen. Is dat hem al? Zo snel? flitst het door me heen. Of… is het gewoon een andere gast? Iemand die naar het toilet moet? De gedachte jaagt een ijskoude rilling van pure paniek door mijn hete, opgewonden lichaam. Ik sta hier, volledig naakt, in een afgesloten hokje, moet ik de deur nu open doen? Als het een vreemde is… het is een enorm risico. Maar de gedachte dat het Kristof zou kunnen zijn, wachtend op mij, even ongeduldig en verlangend als ik… die gedachte is een bijna ondraaglijke, onweerstaanbare magneet. Verdomme, waarom zegt hij niks? Waarom laat hij niet weten dat hij het is?

Durf ik het risico te nemen? Durf ik deze deur nu op een kier te zetten? Mijn hand, die licht trilt, zweeft naar het kleine metalen slotje op de deur van het hokje. Mijn vingers zijn klam. De opwinding en de angst vechten om voorrang, een bijna verlammende tweestrijd. Maar de drang, de behoefte om te weten, de verslaving aan deze spanning wint het. Met een hart dat nu voelt alsof het uit mijn borstkas wil barsten, draai ik het slotje uiterst langzaam, bijna geluidloos open. Dan, met een ingehouden adem, duw ik de deur met de toppen van mijn vingers een minimale kier open – niet meer dan een centimeter of twee. Net genoeg om met één oog door de spleet te kunnen turen, de gang in. Ik houd mijn adem in en kijk voorzichtig, mijn hele lichaam gespannen als een veer, klaar om de deur dicht te slaan bij het geringste teken van gevaar, of om…

Mijn oog tuurt door de smalle spleet, mijn hart bonkt als een bezetene tegen mijn ribben. De gang buiten het toilet is gedempt verlicht, de tegels glanzen zachtjes. En dan zie ik hem. Onmiskenbaar. Kristof. Hij staat daar, een paar meter verderop, zijn telefoon nonchalant in zijn hand, maar zijn ogen scannen de korte gang, zoekend, gespannen. Een golf van pure, onversneden opluchting overspoelt me, zo hevig dat ik bijna naar adem moet happen. Het is hem. Niet een vreemde. Het gevaar is geweken, maar de spanning is er niet minder om – integendeel, nu krijgt het een andere, veel intiemere en persoonlijkere lading. De angst slaat om in een brutale, speelse opwinding. Het spel gaat verder.

Met een nieuwe, zelfverzekerde energie duw ik de deur van het toilet hokje nu verder open, niet wijd, maar genoeg om meer dan alleen een kier te tonen. Genoeg om mezelf zichtbaar te maken voor hem. Ik leun met mijn naakte schouder tegen de deurpost, mijn gezicht half zichtbaar, mijn ogen dansend van ondeugende uitnodiging. "Pssst," fluister ik, laag en vol speelse verleiding. "Hier."

Kristof draait zijn hoofd onmiddellijk in mijn richting, zijn blik schiet naar de halfgeopende deur. Zijn ogen vernauwen zich heel even, alsof hij zijn ogen niet kan geloven, alsof hij checkt of hij het zich niet verbeeldt. Dan zie ik de nieuwsgierigheid exploderen in zijn blik, de spanning die in een fractie van een seconde bezitneemt van zijn gezicht, zijn lippen lichtjes geopend. Hij ziet mij – of in ieder geval een deel van mij, mijn gezicht, mijn blote schouder, misschien een glimp van meer – en de wetenschap van mijn naaktheid achter deze deur is nu een onmiskenbaar feit tussen ons.

Langzaam, alsof hij de situatie taxeert, duw ik de deur van het toilet nog iets verder open, net genoeg om hem een duidelijker beeld te geven, een verleidelijker glimp op te laten vangen van wat er binnen wacht. Ik hou zijn blik vast met een uitdagende, speelse glimlach. Mijn stem is zacht, bijna ondeugend, vol belofte als ik nogmaals fluister: "Pssst, hier…" Het is een duidelijke uitdaging, een lokroep om een verboden, opwindende grens over te steken. Zijn kaak spant zich zichtbaar aan. Zijn ogen maken een bliksemsnelle scan van de ruimte om zich heen – de gang is nog steeds leeg, geen andere voetstappen te horen. Even lijkt hij te twijfelen, een flits van rationeel besef van waar we zijn, maar de donkere gloed van verlangen in zijn ogen wint het al snel. Hij zet een besliste stap in mijn richting, dan nog een. Hij staat nu vlak voor de deuropening, dicht genoeg om de warmte te voelen die van hem afstraalt, dicht genoeg om zijn snellere ademhaling te horen. Hij raakt me niet aan, maar zijn nabijheid is een elektrische lading op zich.

Onze blikken kruisen elkaar, gevangen in de kleine ruimte tussen de deur en de post. Ik zie het exact op het moment dat hij de controle een beetje verliest, de zorgvuldig opgebouwde façade van de echtgenoot op het terras afbrokkelt en plaatsmaakt voor de man die reageerde op mijn foto, de man die nu voor zijn naakte vrouw staat in een openbaar toilet. "Wat ben je in godsnaam van plan, Leen?" fluistert hij terug, zijn stem is hees, net iets lager en rauwer dan normaal, een mengeling van ongeloof en nauwelijks verholen begeerte.

Ik glimlach geheimzinnig, genietend van de macht die ik op dit moment over hem heb. Ik draai me net genoeg zijwaarts zodat hij de volle ronding van mijn naakte heup en bil even ziet voordat ik weer iets achter de bescherming van de deur verdwijn, hem plagend met glimpen. "Kom binnen," fluister ik, mijn stem zwoel en uitdagend, "en ontdek het zelf."

(Morgen het vervolg)
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...