Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Leen
Datum: 09-06-2021 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 1830
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 13 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Frankrijk, Romantiek,
De Pegasus Brug
10 januari 2015 - Jumièges, Normandië

"Willen jullie koffie?" Met veel moeite probeert de bejaarde Simone uit haar stoel op te staan, maar Marie is haar voor. Ze legt liefdevol haar hand op de arm van de vrouw. "Blijf maar zitten, omaatje. Wolf en ik zorgen er wel voor."

"Kindje, vergeet de calvados niet."

"Wolf, die kast daar is de bar. Zorg jij voor de glaasjes drank? Ik zal intussen in de keuken koffie maken." En weg is Marie.

De ontmoeting met Marie haar oma deze ochtend verliep een stuk gemoedelijker dan ik me had voorgesteld. Het incident aan de telefoon de dag voordien had Simone gegeneerd weggewuifd. "Ik was bang dat het amulet in verkeerde handen zou vallen. Marie haar vorige vriendjes waren nogal... euh... problematisch. Maar als ik jou zo zie, weet ik dat ze geen betere keuze had kunnen maken."

Case closed. Voor oma in ieder geval, zelf besloot ik nog even alert te blijven. "Ze wil je dood, Wolf." had Marie een paar uur eerder nog gejammerd.

Ik sta op van tafel en loop naar de drankkast. Mijn oog valt op een oude foto: een jong meisje en man die samen poseren op een brug bestaande uit een frame van grijze stalen balken. Als door de bliksem getroffen blijf ik staan. Alles rond mij tolt en de foto voor me lijkt tot leven te zijn gekomen. Er klinkt geschreeuw wanneer een groep soldaten de brug komen opstormen. Er volgt geweervuur en de man die net nog vrolijk met zijn meisje poseerde, valt dood neer op de grond. Het meisje knielt huilend neer. "Frits, nee!" schreeuwt ze.

"Wolf, scheelt er iets?" de stem van oma doorbreekt mijn visioen.

"Nee sorry, ik was even naar die foto hier aan het kijken."

"Bénouville, daar ben ik opgegroeid. Niet echt een interessant dorpje, vrees ik."

"Maar de brug wel." Ik herinner me een scéne uit 'The longest day' en hoe de brug tijdens D-day, de landing van de geallieerden in Normandië, een cruciale rol heeft gespeeld.

Oma zucht. "Die stomme oorlog."

"Een leven voor een leven." mompel ik. Simone schrikt. Ze wordt lijkbleek en kijkt me aan alsof ik een spook ben.

---

14 mei 1943 - Bénouville, Normandië

In "Le Cafe Des Arts", het kleine café op de westelijke oever naast de brug is het die middag een drukte van jewelste. Bijna alle bezoekers hebben zich verzameld rond een klein podium achterin het café. Ditmaal staat daarop geen man man in vrouwenkleding, maar een gezette Duitse soldaat die grappen maakt over zijn leven als soldaat.

Kastelein René kijkt het tafereel met lede ogen aan. "Klotemoffen," scheldt hij zo'n beetje elke dag. Nog niet zo lang geleden zat het café vol Fransen: betweters, dronkenlappen, maar ook een paar notabelen uit het dorp. Dan werd er gedronken en gepraat. Maar dat was aan het begin van de oorlog. Nu is alles anders. Nu hebben de Duitsers er hun stamcafé van gemaakt en blijven de dorpelingen weg.

Naast hem staat zijn dochter Simone. Haar dagen bestaan uit het helpen van haar pa in het café. Het zijn lange saaie avonden. Ze is jong en knap, een meisje dat het liefst met haar vriendinnen zou willen gaan stappen, maar dat mag allemaal niet. Buiten is het donker en stil. Er is geen leven.

Voor zover de Duitsers weten, zijn René en zijn dochter eenvoudige Normandische burgers, onbeduidende mensen. Mensen die de dankbare Duitse soldaten op de brug dagelijks wijn, koffie en etenswaren verkopen. In feite is René niet zo onbeduidend als hij zich voordoet. Hij is afkomstig uit de Elzas en spreekt vloeiend Duits, iets wat hij met succes verborgen blijft houden voor de bezetters. Hij haat de Duitsers voor wat ze Frankrijk hebben aangedaan, verfoeit het leven dat hij onder de bezetting moet leiden en vreest voor de toekomst van zijn dochter. Redenen genoeg om te doen wat hij kan om de Duitsers tegen te werken. In zijn geval is dat het leveren van informatie over de omstandigheden op en om de brug. Elke dag luistert hij aandachtig naar het geklets van de soldaten die het café bezoeken. Die info speelt hij door aan madame Georgette, de directrice van de plaatselijke school, die het op haar beurt weer doorgeeft aan het verzet in Caen...

Hoewel de Duitsers de brug beschouwen als een van de belangrijkste strategische punten in heel Normandië, is er slechts één garnizoen die instaat voor het bewaken er van. Meestal zijn het twee soldaten die op de brug zelf wacht lopen, terwijl de rest in hun bunkers liggen te pitten, als ze niet in het café aan het drinken zijn. De commandant van het garnizoen bij de brug is majoor Hans Schmidt. Hij brengt zijn tijd door in Caen, bij zijn franse vriendin, waar hij zich te goed doet aan het voortreffelijke eten en drinken van Normandië. Het dagelijkse commando laat hij over aan korporaal Fritz Hoffman.

De middag in het café loopt naadloos over in de avond. Een groepje Duitse soldaten komt de kroeg binnen. Ze zien er keurig uit in hun smetteloze uniform en glimmende laarzen. Ze zijn redelijk luidruchtig. "Ober, bring mich Wein." roept een jonge soldaat. Ze gaan aan een tafeltje zitten.

René snelt met een karaf van zijn goedkope aangelengde huiswijn naar het groepje soldaten.

"Nein!" brult een van hem. "We willen door je dochter bediend worden."

Op het voorhoofd van René verschijnen rimpeltjes.

"Maar... Ze is nog maar een kind."

Simone legt haar hand op de arm van haar pa. "Het is ok," fluistert ze. Ze neemt het dienblad van hem over en loopt naar de soldaten toe.

Wanneer ze zich voorover bukt om de wijn op tafel te zetten, laat een van de soldaten een hand onder tafel glijden. Zijn hand zoekt zijn weg onder haar rok en knijpt hard in haar bil. Simone slaat een verschrikt gilletje. De soldaat glimlacht en geeft haar een vette knipoog. Wanneer ze zich wil terugtrekken, grijpt hij haar heupen vast en trekt hij haar op zijn schoot, bovenop de bobbel in zijn broek. Het volgende moment heeft hij zijn hand in haar slipje en nog voor ze kan protesteren glijdt zijn middelvinger bij haar naar binnen. Haar ogen vliegen open en kijken verschrikt in de zijne die op zijn zachts gezegd broeierig staan. "Laat me los!" Snikt Simone ongecontroleerd. Haar handen verplaatsen zich naar zijn bovenarmen en ze duwt zich van hem af, althans dat probeert ze. Maar de enige reactie is gelach. Een andere soldaat achter haar, grijpt haar bij de schouders en probeert haar vestje los te trekken. "Laat ons eens kijken wat er onder zit," lacht hij.

"Wat heeft dit te betekenen!" buldert een woedende stem. Korporaal Fritz Hoffman is net het café binnen gekomen en staart met open mond naar het tafereel dat zich voor zijn ogen ontvouwt. "Laat dat meisje onmiddellijk los, of ik laat jullie arresteren!", dreigt hij. Ogenblikkelijk laten de soldaten Simone los die verschrikt terug naar de bar snelt en snikkend in de armen van haar vader valt. De haat in René zijn ogen geven hem het woeste voorkomen van een aangeschoten dier.

Even later is de rust weer teruggekeerd in het café. Korporaal Fritz loopt naar de vleugel en drukt een paar toetsen in. Aan zijn onhandige lompe manier is te zien dat hij nog nooit een noot heeft gespeeld. Simone loopt met een glas wijn naar hem toe en zet het op de piano. "Dank u wel." Ze kijkt hem aan en veegt een lok haar uit haar gezicht. "Omdat je me daarnet geholpen hebt." Ze zegt het met een koket glimlachje. Fritz Hoffman lijkt gevoelig te zijn voor haar charmes. "Zal ik iets spelen? Want jij schijnt niet echt een natuurtalent te zijn." Fritz glimlacht en galant schuift hij opzij zodat er een plaats vrij komt achter de piano. Simone gaat zitten en begint te spelen. Een groepje duitsers gaat rond haar zitten en zingen luid mee, zoals alleen dronken mensen dat kunnen.

"Bei der Kaserne

Vor dem grossen Tor

Steht 'ne Laterne

Und steht sie noch davor

Da wollen wir uns wiedersehen

Bei der Laterne wollen wir stehen

Wie einst Lili Marlen

Wie einst Lili Marlen"

Wanneer rond middernacht de soldaten het café verlaten, duwt Fritz een handvol Duitse marken in Simone haar handen. "Om te bewijzen dat we geen onmensen zijn." Als dank geeft Simone hem een zoen op de wang.

"Ik..." begint hij overdonderend. Het duurt wat langer dan normaal eer hij zijn concentratie weer terug heeft. "Ik zal er voor zorgen dat mijn soldaten je geen problemen meer veroorzaken."

Ze kijkt op in zijn helderblauwe ogen, die haar vriendelijk toelachen. "Dat waardeer ik enorm." 'God, wat ziet hij er knap uit,' denkt ze. Het gezicht van Simone krijgt een rode kleur. Verlegen buigt ze haar hoofd een beetje.

"Tot ziens dan maar." Kommandant Fritz blijft even twijfelend staan, maar stapt dan vastberaden de deur uit, de frisse nacht tegemoet.

"Simone, je flirtte met die man!"

Ondanks alles begint ze te lachen. "Ik was bang dat ik het was verleerd, maar blijkbaar kan ik het nog altijd."

"Vergeet nooit wie ze zijn, kindje."

"Ach pa, die man kan ons een boel narigheid besparen. Ik heb geen zin om elke dag betast te worden door dronken soldaten."

René zucht en begint zijn café op te ruimen. "Wat een oorlog!" mompelt hij. "Toen de vorige was afgelopen, dacht ik dat ik er nooit meer een zou meemaken. Dat er nooit meer een oorlog zou komen. Hoe is het mogelijk dat mensen die in de loopgraven hebben gestaan, dat weer opnieuw laten gebeuren?"

Het is een lange avond geweest en Simone begint moe te worden. Ze wordt slaperig en wrijft in haar ogen om wakker te blijven.

"Ik ga maar eens mijn bedje in, papa. Tot morgen en pieker niet te veel over wat is."

"Jij hebt makkelijk praten."

"Mopperkont."

Weken gaan voorbij waarbij Simone steeds meer het gezelschap opzoekt van korporaal Fritz, iets wat een aantal dorpsgenoten ook niet ontgaan is.

"Er zijn mensen die zeggen dat Simone een beetje te vriendelijk is tegen de Duitse soldaten die naar het café komen...".

"Ze zeggen, ze zeggen," onderbreekt René Gerard boos. "Die roddelaars kunnen mijn rug op. Wat wil je dat mijn dochter doet? Moet ze die soldaten negeren en gemeen doen? Ik kan niet beletten dat Duitse soldaten ons café bezoeken. Ik kan ze niet weigeren, dan ga ik failliet. Zo simpel is het."

"Sorry, ik wou alleen maar dat je ervan op de hoogte was." Gerard legt een hand op René zijn arm. "Hoe jullie je gedragen is jullie persoonlijke keuze... Het is niet aan ons om te controleren wat mensen zeggen of denken."

"Mon dieu, Gerard, denk je echt dat ik daar zeg in heb dat die bezetters mijn café als stamkroeg gebruiken? We moeten allemaal onze kost verdienen en als je niet tegen ze kunt vechten, kan je ze evengoed gebruiken. Het is toch waar."

Maar diep in zijn binnenste, maakte René zich zelf ook steeds meer zorgen. De dag voordien had hij Simone de keuken zien binnenkomen met een pakje vlees.

"Simone, waar heb je dat vandaan?"

Simone staarde voor zich uit. "Fritz heeft me dat gegeven."

"En waarom zou die dat aan jou geven, liefje?" drong René aan.

"Wel eh... Hij zei dat ik een goed meisje ben."

René fronste zijn voorhoofd en keek achterdochtig naar zijn dochter. "En waarom zei hij dat?"

Simone trok haar schouders op.

Op een middag loopt René door het dorp en krijgt hij zijn dochter in de gaten. Ze is in het gezelschap van Duitse soldaten. Er wordt geglimlacht en geschaterd. De intimiteit druipt er duidelijk van af. Een van hen, korporaal Fritz, legt vluchtig zijn hand op Simone's arm. Het ontgaat René niet dat ze elkaar verliefd aankijken. Hij ziet hoe Fritz een amulet rond haar nek hangt. Het is een fraai en kostbaar exemplaar en is duidelijk niet nieuw. René moet denken aan de sieraden die hij zelf noodgedwongen had verkocht. Dit hangertje was ongetwijfeld ook afkomstig van iemand die ten einde raad was geweest. Of misschien van een van de weggevoerde families, die volgens geruchten alles hadden moeten achterlaten.

René beseft dat hij zijn dochter zal moeten stoppen, al weet hij op dat moment nog niet hoe.
Trefwoord(en): Frankrijk, Romantiek, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...