Door: Leen
Datum: 17-07-2021 | Cijfer: 9.1 | Gelezen: 1803
Lengte: Lang | Leestijd: 19 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Creampie, Eerste Keer, Neuken, Zwanger,
Lengte: Lang | Leestijd: 19 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Creampie, Eerste Keer, Neuken, Zwanger,
Vervolg op: Het Satorvierkant - 14: De Pegasus Brug
Kiezen Is Verliezen
10 maart 1944 - Bénouville, Normandië
"Vandaag was een hartverscheurende dag. Mijn wereld is aan het verbrokkelen. De nakende bevrijding laat me achter met een dubbel gevoel. Vroeger zou ik dolblij geweest zijn, maar nu bekruipt me meer en meer het gevoel dat er iets afschuwelijks te gebeuren staat, iets waaraan niemand zal kunnen ontsnappen. De oorlog zal de komende maanden veel slachtoffers eisen, ook onder gewone burgers die niks hebben misdaan. Is er dan echt geen manier om die waanzin te stoppen? Tellen onze levens dan niet mee?"
(dagboek Simone)
Die dag gonst het van de geruchten over een nakend offensief. Duitse soldaten lopen nerveus af en aan en tegen de avond verschijnt er een aanplakbericht op de deur van het café:
"Het Duitse opperbevel heeft het arrest bevolen van de aanvallers van ons land. Eender wie het verzet op een of andere manier helpt, zal worden gearresteerd en geëxecuteerd.
Hauptmann Fritz Hoffman."
De opwinding over de nakende bevrijding slaat om in angst.
"Wie de uitkomst van de oorlog kan voorspellen, is een leugenaar!" Met zijn hand slaat Fritz zo hard op de tafel dat de kopjes rammelen en de klanten aan een ander tafeltje geschrokken naar hem en Simone, die naast hem zit, kijken.
Hij is kwaad op de oorlog, niet op mij, denkt Simone. Ze herkent de donkere blik in zijn ogen. Het is de blik waarmee hij zijn soldaten bevelen geeft, waarmee hij mensen intimideert. Kil en afstandelijk. Zo koud dat zijn nabijheid verstikkend werkt. Simone weet dat ze op zo'n moment voorzichtig moet zijn, dat ze hem dan beter met rust kan laten, maar toch kan ze het niet laten. "Fritz, dat aanplakbiljet ..." begint ze.
"Dat zijn jouw zaken niet." Hij grijnst. Het is een gemeen lachje dat Simone op een verkeerde manier kippenvel bezorgt. Ze doet haar uiterste best om een zelfverzekerde houding aan te nemen, door haar hoofd naar achteren te kantelen en hem aan te blijven kijken. Ze tilt één van haar wenkbrauwen geërgerd omhoog en snauwt. "Wat? Dat zijn mijn zaken niet? Nu moet jij eens goed naar mij luisteren, ventje! Ik trotseer elke dag de opmerkingen van de mensen. Over hoe fout onze relatie is. Over het feit dat ik samenheul met de vijand. Het zijn meer dan mijn zaken, het is mijn recht." Simone kijkt hem recht in de ogen.
Gedurende enkele momenten staren ze elkaar zwijgend aan.
"Je bent heel wat volwassener geworden, deze laatste maanden." zegt Fritz wat vriendelijker. Er is verbazing in zijn stem te horen. Hij legt zijn hand op Simone haar arm. "Sorry van daarnet, liefje. Ik wou je niet laten schrikken." Hij pakt zachtjes haar kin beet en kantelt haar hoofd een beetje naar achter, zodat hun ogen elkaar ontmoeten. "Misschien is die invasie nog zo slecht niet." fluistert hij.
"Wat... wat bedoel je?"
"Het is moeilijk uit te leggen." zucht Fritz. "Misschien gaat er eindelijk een einde komen aan deze uitzichtloze situatie. Liefje, we moeten volhouden. De oorlog gaat snel voorbij zijn. Ik kijk er naar uit om samen met jou op een terrasje een wijntje te drinken." Het zijn dappere woorden, maar aan zijn ogen is te zien dat hij twijfelt of hij die dag ooit gaat meemaken. Tegelijkertijd is hij niet bang voor wat er met hem gaat gebeuren.
"Maar daarnet zei je nog dat niemand de uitkomst kan voorspellen."
Fritz kijkt Simone diep in de ogen en beweegt zijn hoofd naar voren, niet meer in staat te weerstaan aan de drang om haar te kussen. "Fritz, niet doen. Niet hier..." Simone duwt Fritz zachtjes van zich af, maar het is al te laat. René, haar vader, heeft het tweetal bezig gezien en schudt zuchtend zijn hoofd.
Wanneer Fritz die avond het café verlaat, neemt René zijn dochter even apart. Daarbij pakt hij haar bovenarm zo stevig vast, dat ze over haar hele lichaam verstijft. "Luister Simone, die Fritz, die deugt niet. Hij is niet zomaar een Duitser, maar... Wel, je hebt het aanplakbiljet gezien. Ik wil niet dat je nog langer met hem optrekt."
"Maar pa... Hij is mijn vriend. Bovendien heeft hij die oorlog ook niet gewild. Hij is ook maar een mens. Hij heeft er zelf ook niet voor gekozen hier gestationeerd te worden. Om zijn familie zo lang achter te moeten laten en in een voor hem vreemd land te gaan wonen."
"Blijf uit zijn buurt Simone, dit is foute boel."
Simone weet niet wat ze moet zeggen en staart haar pa met grote ogen aan, terwijl er geen enkel geluid uit haar mond komt. Even lijkt het alsof ze voor heel even gestopt is met ademhalen. Dan schudt ze haar hoofd: "Dit kan je echt niet van mij verlangen, pa. ik ben verliefd op hem...".
"Wil je nu zeggen dat je verliefd bent op hém?" vraagt hij, waarbij hij de nodige walging stopt in het woord hem. "Je bent toch niet serieus zo dom om voor zo iemand te vallen?"
Simone draait haar hoofd en kijkt haar pa verbijsterd aan. Zijn opmerking doet pijn.
"Ik kan dit echt niet langer meer aanzien, meisje. Je kiest maar, hier en nu. Ofwel blijf je hier bij mij ofwel kies je voor hem en dan wil ik je niet meer zien. Ik wil niet toekijken hoe jij je leven laat verpesten door iemand die jou helemaal niet waard is."
Simone haar mond valt open en ze weet niet of ze moet huilen, schreeuwen of boos weg moet lopen. Haar pa dwingt haar een keuze te maken die ze niet wil maken. Ze wil geen ruzie met haar pa, maar wil ook Fritz niet verliezen. Ze wil niet kiezen. Ze kan niet kiezen. Wanneer ze langzaam naar de deur loopt om het café te verlaten, draait ze zich nog één keer om naar haar vader. Ze ziet de teleurgestelde blik in zijn ogen. "Het spijt me," zegt ze tegen hem. "Het spijt me echt." Er trekt een knoop in haar maag. Stiekem hoopt ze dat haar pa uiteindelijk wel weer zal bijdraaien.
"Ik heb je niet gevraagd om mij te kiezen!" reageert Fritz wanneer Simone hem vertelt over haar meningsverschil met haar pa.
"Nee, dat weet ik," antwoordt ze met een schorre stem. "Verdomme, wat had ik dan moeten doen?"
"Dat weet ik niet, Simone."
Simone schudt haar hoofd, maar zegt verder niks meer. Zijn reactie is teleurstellend en ze voelt zich enorm dom, omdat ze haar pa heeft laten vallen. Tranen vloeien over haar gezicht. Het wordt haar teveel. Ze heeft het gevoel dat Fritz uit twee verschillende personen bestaat. Op sommige momenten is hij kil en afstandelijk alsof hij haar niet wil toelaten, andere momenten lijkt hij warm en lief. Het is verwarrend.
"Je kan niet verwachten dat ik de hele tijd je handje vasthoud, Simone. Ik heb werk te doen. En hier kan je niet blijven, dit huis is enkel voor soldaten bedoeld."
"Meen je dit nu serieus?" snauwt Simone verontwaardigd. Ze weet niet meer wat te doen of te denken. Nu ze haar pa kwijt is, heeft ze niemand meer om op terug te vallen.
Fritz doet enkele stappen in haar richting en overschaduwt haar met zijn grote lichaam. Zijn ogen zijn staalhard - bijna eng - zijn kaken op elkaar geklemd en zijn neusvleugels trillen bij elke ademhaling. Simone slikt en doet haar uiterste best om niet terug te deinzen, ondanks zijn intimiderende houding. Het begint haar langzaam duidelijk te worden waarom hij zo doet. Hij wil niet dat ze voor hem kiest. Het is verwarrend, want het ene moment geniet hij van haar aanwezigheid, maar tegelijkertijd houdt hij haar steeds op afstand. "Waarom wil je me niet? Heb je een vrouw in Duitsland?"
"Heb je je wel eens afgevraagd hoe het komt dat je in deze situatie beland bent?"
"Wat bedoel je?" vraagt Simone voorzichtig. De brok in haar keel probeert ze zo goed als mogelijk door te slikken.
"Je smeekt om liefde die niet bestaat."
Simone haar ogen worden waterig. Ze is niet van plan haar zomaar te laten afwimpelen. "Weet je wat pas zwak is? Bang zijn dat iemand te dichtbij komt en daarom die persoon wegduwen. Doe maar alsof je stoer bent, maar eigenlijk ben je een lafaard."
"Nou nou..." reageert Fritz spottend. "Is dat zo?"
Simone klemt haar kaken op elkaar. "Blijkbaar wel."
"Wat?" vervolgt ze als Fritz niet reageert. "Wil je me pijn doen? Ga je gang."
"Ga. Naar. Huis. Daar hoor je." Hij spuugt de woorden één voor één uit met zijn kaken tegen elkaar geklemd zonder ze te verroeren. De duisternis in zijn ogen kolkt, als een woeste zee.
Simone schudt haar hoofd. "Ik ga nergens naartoe."
Ze krimpt ineen als hij een glas van de tafel grist en het tegen de muur kapot gooit. "Ga weg!"
"Waarom doe je zo?" Simone klinkt wanhopig.
"Liefje, ik...".
"Noem me niet zo!"
Fritz zwijgt.
"Waarom?" herhaalt Simone haar vraag.
"Dat kan ik je niet kan uitleggen."
"O-k-é", Simone weet niet goed wat zeggen.
"Wat wij hebben is fijn, maar je kan niet meer van me verwachten. Er is niet meer. Begrijp je?"
Simone knikt maar heeft eigenlijk geen idee waar hij het over heeft. Zijn uitspraken verwarren haar.
“Ik meen het,” zegt hij schor. “Laat me met rust.”
Simone komt dichterbij en drukt zich tegen hem aan. “Dat kan ik niet,” antwoordt ze.
Fritz balt zijn vuisten. “Waarom niet?”
Simone ademt diep in en kijkt Fritz van dichtbij aan. “Ik ben verliefd op jou,” zegt ze zachtjes.
Wezenloos schudt Fritz zijn hoofd.
En dan kust ze hem. Ze drukt haar lippen heel zachtjes tegen de zijne. Het is zo’n aarzelend gebaar dat het bijna geen kus kan worden genoemd, maar Fritz zijn lichaam reageert als buskruit op een klein vlammetje. Zijn hoofd twijfelt misschien, maar zijn lichaam niet. Hij begint terug te zoenen. Zijn bewegingen worden met de seconde dominanter, gretiger en eisender. Simone zucht. Dit voelt zo goed. Met een zucht verbreekt hij de kus, zijn voorhoofd rust tegen dat van haar en ze hijgen allebei, alsof ze net een marathon hebben gelopen. Zijn ogen kijken haar verlangend aan, maar wanneer Simone aanstalten maakt om de kus te hervatten, trekt hij zijn hoofd terug.
“Dit hadden we niet moeten doen.” Fritz zijn ijskoude buitenkant is weer terug op zijn plek en er is niets over van het hete, intieme moment van net. Hij strijkt verwoed door zijn haren. Het lijkt alsof hij spijt heeft en dat doet Simone pijn. “Het spijt me, Simone. Ga naar huis.” En met die woorden draait hij zich om en verlaat zonder omkijken de kamer. Binnenin Simone brandt er een hitte die ze onmogelijk kan negeren. Ditmaal niet van opwinding, maar van woede. Even blijft ze perplex staan. Dan stormt ze de gang in. “Fritz!” brult ze. “Waar ben je, jij lafaard!”
Simone loopt de trap van het huis op en probeert elke deur. Ze heeft geen idee waar Fritz zich bevindt, maar als het nodig is doorzoekt ze elke kamer. “Fritz!”
En dan vliegt een van de volgende deuren open. “Waar ben je mee bezig?” brult hij. De manier waarop hij zijn vuisten balt en zijn spieren aanspant, doet iets met Simone wat ze nog niet eerder ervaren heeft. “Ik wil meer, veel meer,” antwoordt ze.
“Ik heb je al gezegd dat er niet meer is.”
Simone schudt haar hoofd en blijft hem met grote ogen aankijken, terwijl ze langzaam haar jurkje naar beneden trekt.
“Je gaat hier spijt van krijgen.”
Simone laat haar kleedje op de grond vallen en stapt eruit. Ze staat nu halfnaakt voor hem.
“Ik waarschuw je!” Fritz trekt ruw aan de haren van Simone. Haar hoofd kantelt naar achteren en ze kijkt hem bang aan. In zijn ogen is enkel duisternis te zien. “Zeker dat je meer wilt?”
Simone hapt naar adem als hij haar slipje ruw naar beneden trekt en twee vingers bij haar naar binnen steekt. Het is duidelijk dat hij niet de bedoeling heeft haar op te winden. Het lijkt eerder alsof hij haar probeert af te schrikken door haar extra ruw te behandelen. Opeens begrijpt ze het helemaal. Hij wil haar laten zien en voelen dat hij niet kan geven waar ze naar verlangt. Het maakt haar bang, want ze weet niet hoe ver hij wil gaan.
“Ga je me pijn doen?” fluistert ze zacht. Ze kan niet voorkomen dat haar ogen waterig worden. Er valt een lange stilte, waarin enkel hun ademhalingen hoorbaar is. Fritz verroert zich niet meer, alleen de blik in zijn ogen verandert, alsof haar woorden hem wakker hebben geschud en hem hebben laten ontdooien.
“Ik geloof niet dat je slecht bent, Fritz.” Simone reikt met haar hand omhoog en streelt voorzichtig over zijn kaaklijn, waarop hij zijn ogen sluit en diep inademt alsof haar aanrakingen hem pijn doen. “Ik geloof niet dat je me pijn zult doen. Ik vertrouw je.”
“Niet doen.”
“Kus me.” Fluistert ze. “Alsjeblieft.”
Fritz blijft stokstijf staan, zijn vingers nog altijd in haar. Het lijkt alsof hij niet weet wat doen.
“Alsjeblieft,” herhaalt ze.
Hij ademt langzaam uit en trekt dan zijn vingers langzaam terug.
“Kus me.” Herhaalt Simone. Ditmaal een stuk dwingender. Zodra zijn lippen eindelijk die van haar raken, duwt ze zich naar voor om de kus te verdiepen en om te vermijden dat hij zich alsnog terugtrekt. Meteen daarna duwt hij haar de kamer in en gooit haar op bed. Hij trekt haastig zijn broek en short naar beneden, gooit zijn hemd op de grond en kruipt dan boven op haar in bed. Even aarzelt hij wanneer de kop van zijn erectie tegen haar schaamlippen aan duwt. Simone spreidt haar benen zo ver als mogelijk. Ze wil hem en kan niet wachten om hem in zich te voelen. Haar lichaam staat in brand en hij is de enige die haar hitte kan blussen.
Zijn spieren van dichtbij zijn indrukwekkend. Ze heeft hem nog niet eerder naakt gezien. Zijn huid is gebronsd en zit vol littekens door het harde soldatenleven. Zonder na te denken plaatst ze haar vlakke hand tegen zijn strakke buikspieren. Zodra haar vingertoppen in aanraking komen met zijn huid, hoort ze dat hij scherp inademt en voelt ze zijn spieren aanspannen. Het doet haar mondhoeken omhoogtrekken. Dit voelt als een droom. Eentje waaruit ze nog lang niet wil ontwaken.
De penetratie voelt onwennig en ongemakkelijk. Gelukkig neemt hij de tijd en wacht even tot haar lichaam aan hem gewend is.
“Gaat het?” vraagt hij.
Simone verbijt de pijn – het is haar eerste keer - en knikt gretig. “Neuk me,” zegt ze zachtjes met een hese stem. Ze klemt haar benen om zijn middel en drukt haar heupen omhoog. “Alsjeblieft.”
Hij kust haar lippen voordat hij zijn heupen langzaam naar voren beweegt. Simone kreunt en klampt zich steviger aan hem vast, opgewonden en vol verwachting. En dan begint hij pas echt te bewegen.
Gretig beantwoordt Simone zijn stoten, bezeten door de drang met hem mee te bewegen, met hem mee te werken. Haar hele wereld bestaat alleen nog uit gevoel. Hij stoot diep in haar en trekt zich terug om vervolgens nogmaals diep te stoten. Haar hart smeekt hem om haar alles te geven. Ze grijpt zijn billen, stevig en gespierd onder haar handen en beweegt met hem mee. Hongerig naar meer en net zo vurig als hij. In zijn ogen ziet ze haar eigen passie weerspiegeld.
Ze voelt in de verte een orgasme sluimeren, maar probeert er alles aan te doen het te onderdrukken. Nog niet. Ze wil zo lang mogelijk van het moment, van hem, genieten.
“Fritz, ik…”
“Kom maar…”
Het lukt haar niet meer het nog langer tegen te houden, want de sensatie is te sterk. Er komen smekende, jammerende en kreunende geluiden uit haar mond. Vuurwerk ontploft in haar lijf. Wanneer ze weer bijkomt en haar ogen opent, kijkt ze recht in de heldere ogen van Fritz. Hij drukt een kus op haar voorhoofd, richt zich op en rolt zich van haar lichaam. “Wat doe je?” klinkt het verschrikt. “Je mag best verdergaan hoor.”
Fritz lacht hardop. Zijn hele uitstraling verandert erdoor en hij lijkt wel een ander mens, iemand die nog duizendmaal mooier is. “Dan moet je me even tijd geven, ik kan niet meteen nog een keer.”
“Nog een keer? Bedoel je… dat je…” ze krijgt het woord niet uit haar mond en voelt haar wangen gloeien.
“Ben je nu opeens verlegen?” Met zijn rechterhand strijkt hij een pluk van haar haren naar achteren. “Wil je weten of ik klaar ben gekomen?” Hij kijkt haar plagend aan.
Simone giechelt en slaat haar ogen neer.
“Dat hoef ik jou niet te vragen, want dat was overduidelijk.”
“Oh nee…”
“Maak je geen zorgen, voor mij was het net zo fijn als voor jou.”
Glimlachend en voldaan nestelt Simone zich in de armen van Fritz. Even blijven ze samen op bed liggen. Dan herinnert Simone zich de conversatie van eerder op de avond. ‘Ga weg!’ had Fritz haar geroepen. Ze heft haar hoofd op en kijkt vertwijfeld in zijn ogen.
“Scheelt er iets, liefje?”
“Moet ik weggaan?” vraagt Simone uiteindelijk met een bang hart.
Het blijft even stil, dan klinkt het verlossende woord “Nee.”
Simone haar hart maakt een sprongetje.
Wanneer ze ’s ochtends wakker wordt, is Fritz al vertrokken. Ze krabbelt overeind en wil uit bed stappen als ze plots iets plakkerigs aan de binnenkant van haar dijen voelt. Wanneer ze haar blik omlaag laat gaan, ziet ze een klodder sperma uit haar vagina druipen. Haar ogen worden groot en ze heeft het gevoel alsof ze stikt, omdat ze nu pas beseft dat ze vannacht geen condoom hebben gebruikt. Hoe konden ze in godsnaam zo dom en onvoorzichtig zijn?
"Vandaag was een hartverscheurende dag. Mijn wereld is aan het verbrokkelen. De nakende bevrijding laat me achter met een dubbel gevoel. Vroeger zou ik dolblij geweest zijn, maar nu bekruipt me meer en meer het gevoel dat er iets afschuwelijks te gebeuren staat, iets waaraan niemand zal kunnen ontsnappen. De oorlog zal de komende maanden veel slachtoffers eisen, ook onder gewone burgers die niks hebben misdaan. Is er dan echt geen manier om die waanzin te stoppen? Tellen onze levens dan niet mee?"
(dagboek Simone)
Die dag gonst het van de geruchten over een nakend offensief. Duitse soldaten lopen nerveus af en aan en tegen de avond verschijnt er een aanplakbericht op de deur van het café:
"Het Duitse opperbevel heeft het arrest bevolen van de aanvallers van ons land. Eender wie het verzet op een of andere manier helpt, zal worden gearresteerd en geëxecuteerd.
Hauptmann Fritz Hoffman."
De opwinding over de nakende bevrijding slaat om in angst.
"Wie de uitkomst van de oorlog kan voorspellen, is een leugenaar!" Met zijn hand slaat Fritz zo hard op de tafel dat de kopjes rammelen en de klanten aan een ander tafeltje geschrokken naar hem en Simone, die naast hem zit, kijken.
Hij is kwaad op de oorlog, niet op mij, denkt Simone. Ze herkent de donkere blik in zijn ogen. Het is de blik waarmee hij zijn soldaten bevelen geeft, waarmee hij mensen intimideert. Kil en afstandelijk. Zo koud dat zijn nabijheid verstikkend werkt. Simone weet dat ze op zo'n moment voorzichtig moet zijn, dat ze hem dan beter met rust kan laten, maar toch kan ze het niet laten. "Fritz, dat aanplakbiljet ..." begint ze.
"Dat zijn jouw zaken niet." Hij grijnst. Het is een gemeen lachje dat Simone op een verkeerde manier kippenvel bezorgt. Ze doet haar uiterste best om een zelfverzekerde houding aan te nemen, door haar hoofd naar achteren te kantelen en hem aan te blijven kijken. Ze tilt één van haar wenkbrauwen geërgerd omhoog en snauwt. "Wat? Dat zijn mijn zaken niet? Nu moet jij eens goed naar mij luisteren, ventje! Ik trotseer elke dag de opmerkingen van de mensen. Over hoe fout onze relatie is. Over het feit dat ik samenheul met de vijand. Het zijn meer dan mijn zaken, het is mijn recht." Simone kijkt hem recht in de ogen.
Gedurende enkele momenten staren ze elkaar zwijgend aan.
"Je bent heel wat volwassener geworden, deze laatste maanden." zegt Fritz wat vriendelijker. Er is verbazing in zijn stem te horen. Hij legt zijn hand op Simone haar arm. "Sorry van daarnet, liefje. Ik wou je niet laten schrikken." Hij pakt zachtjes haar kin beet en kantelt haar hoofd een beetje naar achter, zodat hun ogen elkaar ontmoeten. "Misschien is die invasie nog zo slecht niet." fluistert hij.
"Wat... wat bedoel je?"
"Het is moeilijk uit te leggen." zucht Fritz. "Misschien gaat er eindelijk een einde komen aan deze uitzichtloze situatie. Liefje, we moeten volhouden. De oorlog gaat snel voorbij zijn. Ik kijk er naar uit om samen met jou op een terrasje een wijntje te drinken." Het zijn dappere woorden, maar aan zijn ogen is te zien dat hij twijfelt of hij die dag ooit gaat meemaken. Tegelijkertijd is hij niet bang voor wat er met hem gaat gebeuren.
"Maar daarnet zei je nog dat niemand de uitkomst kan voorspellen."
Fritz kijkt Simone diep in de ogen en beweegt zijn hoofd naar voren, niet meer in staat te weerstaan aan de drang om haar te kussen. "Fritz, niet doen. Niet hier..." Simone duwt Fritz zachtjes van zich af, maar het is al te laat. René, haar vader, heeft het tweetal bezig gezien en schudt zuchtend zijn hoofd.
Wanneer Fritz die avond het café verlaat, neemt René zijn dochter even apart. Daarbij pakt hij haar bovenarm zo stevig vast, dat ze over haar hele lichaam verstijft. "Luister Simone, die Fritz, die deugt niet. Hij is niet zomaar een Duitser, maar... Wel, je hebt het aanplakbiljet gezien. Ik wil niet dat je nog langer met hem optrekt."
"Maar pa... Hij is mijn vriend. Bovendien heeft hij die oorlog ook niet gewild. Hij is ook maar een mens. Hij heeft er zelf ook niet voor gekozen hier gestationeerd te worden. Om zijn familie zo lang achter te moeten laten en in een voor hem vreemd land te gaan wonen."
"Blijf uit zijn buurt Simone, dit is foute boel."
Simone weet niet wat ze moet zeggen en staart haar pa met grote ogen aan, terwijl er geen enkel geluid uit haar mond komt. Even lijkt het alsof ze voor heel even gestopt is met ademhalen. Dan schudt ze haar hoofd: "Dit kan je echt niet van mij verlangen, pa. ik ben verliefd op hem...".
"Wil je nu zeggen dat je verliefd bent op hém?" vraagt hij, waarbij hij de nodige walging stopt in het woord hem. "Je bent toch niet serieus zo dom om voor zo iemand te vallen?"
Simone draait haar hoofd en kijkt haar pa verbijsterd aan. Zijn opmerking doet pijn.
"Ik kan dit echt niet langer meer aanzien, meisje. Je kiest maar, hier en nu. Ofwel blijf je hier bij mij ofwel kies je voor hem en dan wil ik je niet meer zien. Ik wil niet toekijken hoe jij je leven laat verpesten door iemand die jou helemaal niet waard is."
Simone haar mond valt open en ze weet niet of ze moet huilen, schreeuwen of boos weg moet lopen. Haar pa dwingt haar een keuze te maken die ze niet wil maken. Ze wil geen ruzie met haar pa, maar wil ook Fritz niet verliezen. Ze wil niet kiezen. Ze kan niet kiezen. Wanneer ze langzaam naar de deur loopt om het café te verlaten, draait ze zich nog één keer om naar haar vader. Ze ziet de teleurgestelde blik in zijn ogen. "Het spijt me," zegt ze tegen hem. "Het spijt me echt." Er trekt een knoop in haar maag. Stiekem hoopt ze dat haar pa uiteindelijk wel weer zal bijdraaien.
"Ik heb je niet gevraagd om mij te kiezen!" reageert Fritz wanneer Simone hem vertelt over haar meningsverschil met haar pa.
"Nee, dat weet ik," antwoordt ze met een schorre stem. "Verdomme, wat had ik dan moeten doen?"
"Dat weet ik niet, Simone."
Simone schudt haar hoofd, maar zegt verder niks meer. Zijn reactie is teleurstellend en ze voelt zich enorm dom, omdat ze haar pa heeft laten vallen. Tranen vloeien over haar gezicht. Het wordt haar teveel. Ze heeft het gevoel dat Fritz uit twee verschillende personen bestaat. Op sommige momenten is hij kil en afstandelijk alsof hij haar niet wil toelaten, andere momenten lijkt hij warm en lief. Het is verwarrend.
"Je kan niet verwachten dat ik de hele tijd je handje vasthoud, Simone. Ik heb werk te doen. En hier kan je niet blijven, dit huis is enkel voor soldaten bedoeld."
"Meen je dit nu serieus?" snauwt Simone verontwaardigd. Ze weet niet meer wat te doen of te denken. Nu ze haar pa kwijt is, heeft ze niemand meer om op terug te vallen.
Fritz doet enkele stappen in haar richting en overschaduwt haar met zijn grote lichaam. Zijn ogen zijn staalhard - bijna eng - zijn kaken op elkaar geklemd en zijn neusvleugels trillen bij elke ademhaling. Simone slikt en doet haar uiterste best om niet terug te deinzen, ondanks zijn intimiderende houding. Het begint haar langzaam duidelijk te worden waarom hij zo doet. Hij wil niet dat ze voor hem kiest. Het is verwarrend, want het ene moment geniet hij van haar aanwezigheid, maar tegelijkertijd houdt hij haar steeds op afstand. "Waarom wil je me niet? Heb je een vrouw in Duitsland?"
"Heb je je wel eens afgevraagd hoe het komt dat je in deze situatie beland bent?"
"Wat bedoel je?" vraagt Simone voorzichtig. De brok in haar keel probeert ze zo goed als mogelijk door te slikken.
"Je smeekt om liefde die niet bestaat."
Simone haar ogen worden waterig. Ze is niet van plan haar zomaar te laten afwimpelen. "Weet je wat pas zwak is? Bang zijn dat iemand te dichtbij komt en daarom die persoon wegduwen. Doe maar alsof je stoer bent, maar eigenlijk ben je een lafaard."
"Nou nou..." reageert Fritz spottend. "Is dat zo?"
Simone klemt haar kaken op elkaar. "Blijkbaar wel."
"Wat?" vervolgt ze als Fritz niet reageert. "Wil je me pijn doen? Ga je gang."
"Ga. Naar. Huis. Daar hoor je." Hij spuugt de woorden één voor één uit met zijn kaken tegen elkaar geklemd zonder ze te verroeren. De duisternis in zijn ogen kolkt, als een woeste zee.
Simone schudt haar hoofd. "Ik ga nergens naartoe."
Ze krimpt ineen als hij een glas van de tafel grist en het tegen de muur kapot gooit. "Ga weg!"
"Waarom doe je zo?" Simone klinkt wanhopig.
"Liefje, ik...".
"Noem me niet zo!"
Fritz zwijgt.
"Waarom?" herhaalt Simone haar vraag.
"Dat kan ik je niet kan uitleggen."
"O-k-é", Simone weet niet goed wat zeggen.
"Wat wij hebben is fijn, maar je kan niet meer van me verwachten. Er is niet meer. Begrijp je?"
Simone knikt maar heeft eigenlijk geen idee waar hij het over heeft. Zijn uitspraken verwarren haar.
“Ik meen het,” zegt hij schor. “Laat me met rust.”
Simone komt dichterbij en drukt zich tegen hem aan. “Dat kan ik niet,” antwoordt ze.
Fritz balt zijn vuisten. “Waarom niet?”
Simone ademt diep in en kijkt Fritz van dichtbij aan. “Ik ben verliefd op jou,” zegt ze zachtjes.
Wezenloos schudt Fritz zijn hoofd.
En dan kust ze hem. Ze drukt haar lippen heel zachtjes tegen de zijne. Het is zo’n aarzelend gebaar dat het bijna geen kus kan worden genoemd, maar Fritz zijn lichaam reageert als buskruit op een klein vlammetje. Zijn hoofd twijfelt misschien, maar zijn lichaam niet. Hij begint terug te zoenen. Zijn bewegingen worden met de seconde dominanter, gretiger en eisender. Simone zucht. Dit voelt zo goed. Met een zucht verbreekt hij de kus, zijn voorhoofd rust tegen dat van haar en ze hijgen allebei, alsof ze net een marathon hebben gelopen. Zijn ogen kijken haar verlangend aan, maar wanneer Simone aanstalten maakt om de kus te hervatten, trekt hij zijn hoofd terug.
“Dit hadden we niet moeten doen.” Fritz zijn ijskoude buitenkant is weer terug op zijn plek en er is niets over van het hete, intieme moment van net. Hij strijkt verwoed door zijn haren. Het lijkt alsof hij spijt heeft en dat doet Simone pijn. “Het spijt me, Simone. Ga naar huis.” En met die woorden draait hij zich om en verlaat zonder omkijken de kamer. Binnenin Simone brandt er een hitte die ze onmogelijk kan negeren. Ditmaal niet van opwinding, maar van woede. Even blijft ze perplex staan. Dan stormt ze de gang in. “Fritz!” brult ze. “Waar ben je, jij lafaard!”
Simone loopt de trap van het huis op en probeert elke deur. Ze heeft geen idee waar Fritz zich bevindt, maar als het nodig is doorzoekt ze elke kamer. “Fritz!”
En dan vliegt een van de volgende deuren open. “Waar ben je mee bezig?” brult hij. De manier waarop hij zijn vuisten balt en zijn spieren aanspant, doet iets met Simone wat ze nog niet eerder ervaren heeft. “Ik wil meer, veel meer,” antwoordt ze.
“Ik heb je al gezegd dat er niet meer is.”
Simone schudt haar hoofd en blijft hem met grote ogen aankijken, terwijl ze langzaam haar jurkje naar beneden trekt.
“Je gaat hier spijt van krijgen.”
Simone laat haar kleedje op de grond vallen en stapt eruit. Ze staat nu halfnaakt voor hem.
“Ik waarschuw je!” Fritz trekt ruw aan de haren van Simone. Haar hoofd kantelt naar achteren en ze kijkt hem bang aan. In zijn ogen is enkel duisternis te zien. “Zeker dat je meer wilt?”
Simone hapt naar adem als hij haar slipje ruw naar beneden trekt en twee vingers bij haar naar binnen steekt. Het is duidelijk dat hij niet de bedoeling heeft haar op te winden. Het lijkt eerder alsof hij haar probeert af te schrikken door haar extra ruw te behandelen. Opeens begrijpt ze het helemaal. Hij wil haar laten zien en voelen dat hij niet kan geven waar ze naar verlangt. Het maakt haar bang, want ze weet niet hoe ver hij wil gaan.
“Ga je me pijn doen?” fluistert ze zacht. Ze kan niet voorkomen dat haar ogen waterig worden. Er valt een lange stilte, waarin enkel hun ademhalingen hoorbaar is. Fritz verroert zich niet meer, alleen de blik in zijn ogen verandert, alsof haar woorden hem wakker hebben geschud en hem hebben laten ontdooien.
“Ik geloof niet dat je slecht bent, Fritz.” Simone reikt met haar hand omhoog en streelt voorzichtig over zijn kaaklijn, waarop hij zijn ogen sluit en diep inademt alsof haar aanrakingen hem pijn doen. “Ik geloof niet dat je me pijn zult doen. Ik vertrouw je.”
“Niet doen.”
“Kus me.” Fluistert ze. “Alsjeblieft.”
Fritz blijft stokstijf staan, zijn vingers nog altijd in haar. Het lijkt alsof hij niet weet wat doen.
“Alsjeblieft,” herhaalt ze.
Hij ademt langzaam uit en trekt dan zijn vingers langzaam terug.
“Kus me.” Herhaalt Simone. Ditmaal een stuk dwingender. Zodra zijn lippen eindelijk die van haar raken, duwt ze zich naar voor om de kus te verdiepen en om te vermijden dat hij zich alsnog terugtrekt. Meteen daarna duwt hij haar de kamer in en gooit haar op bed. Hij trekt haastig zijn broek en short naar beneden, gooit zijn hemd op de grond en kruipt dan boven op haar in bed. Even aarzelt hij wanneer de kop van zijn erectie tegen haar schaamlippen aan duwt. Simone spreidt haar benen zo ver als mogelijk. Ze wil hem en kan niet wachten om hem in zich te voelen. Haar lichaam staat in brand en hij is de enige die haar hitte kan blussen.
Zijn spieren van dichtbij zijn indrukwekkend. Ze heeft hem nog niet eerder naakt gezien. Zijn huid is gebronsd en zit vol littekens door het harde soldatenleven. Zonder na te denken plaatst ze haar vlakke hand tegen zijn strakke buikspieren. Zodra haar vingertoppen in aanraking komen met zijn huid, hoort ze dat hij scherp inademt en voelt ze zijn spieren aanspannen. Het doet haar mondhoeken omhoogtrekken. Dit voelt als een droom. Eentje waaruit ze nog lang niet wil ontwaken.
De penetratie voelt onwennig en ongemakkelijk. Gelukkig neemt hij de tijd en wacht even tot haar lichaam aan hem gewend is.
“Gaat het?” vraagt hij.
Simone verbijt de pijn – het is haar eerste keer - en knikt gretig. “Neuk me,” zegt ze zachtjes met een hese stem. Ze klemt haar benen om zijn middel en drukt haar heupen omhoog. “Alsjeblieft.”
Hij kust haar lippen voordat hij zijn heupen langzaam naar voren beweegt. Simone kreunt en klampt zich steviger aan hem vast, opgewonden en vol verwachting. En dan begint hij pas echt te bewegen.
Gretig beantwoordt Simone zijn stoten, bezeten door de drang met hem mee te bewegen, met hem mee te werken. Haar hele wereld bestaat alleen nog uit gevoel. Hij stoot diep in haar en trekt zich terug om vervolgens nogmaals diep te stoten. Haar hart smeekt hem om haar alles te geven. Ze grijpt zijn billen, stevig en gespierd onder haar handen en beweegt met hem mee. Hongerig naar meer en net zo vurig als hij. In zijn ogen ziet ze haar eigen passie weerspiegeld.
Ze voelt in de verte een orgasme sluimeren, maar probeert er alles aan te doen het te onderdrukken. Nog niet. Ze wil zo lang mogelijk van het moment, van hem, genieten.
“Fritz, ik…”
“Kom maar…”
Het lukt haar niet meer het nog langer tegen te houden, want de sensatie is te sterk. Er komen smekende, jammerende en kreunende geluiden uit haar mond. Vuurwerk ontploft in haar lijf. Wanneer ze weer bijkomt en haar ogen opent, kijkt ze recht in de heldere ogen van Fritz. Hij drukt een kus op haar voorhoofd, richt zich op en rolt zich van haar lichaam. “Wat doe je?” klinkt het verschrikt. “Je mag best verdergaan hoor.”
Fritz lacht hardop. Zijn hele uitstraling verandert erdoor en hij lijkt wel een ander mens, iemand die nog duizendmaal mooier is. “Dan moet je me even tijd geven, ik kan niet meteen nog een keer.”
“Nog een keer? Bedoel je… dat je…” ze krijgt het woord niet uit haar mond en voelt haar wangen gloeien.
“Ben je nu opeens verlegen?” Met zijn rechterhand strijkt hij een pluk van haar haren naar achteren. “Wil je weten of ik klaar ben gekomen?” Hij kijkt haar plagend aan.
Simone giechelt en slaat haar ogen neer.
“Dat hoef ik jou niet te vragen, want dat was overduidelijk.”
“Oh nee…”
“Maak je geen zorgen, voor mij was het net zo fijn als voor jou.”
Glimlachend en voldaan nestelt Simone zich in de armen van Fritz. Even blijven ze samen op bed liggen. Dan herinnert Simone zich de conversatie van eerder op de avond. ‘Ga weg!’ had Fritz haar geroepen. Ze heft haar hoofd op en kijkt vertwijfeld in zijn ogen.
“Scheelt er iets, liefje?”
“Moet ik weggaan?” vraagt Simone uiteindelijk met een bang hart.
Het blijft even stil, dan klinkt het verlossende woord “Nee.”
Simone haar hart maakt een sprongetje.
Wanneer ze ’s ochtends wakker wordt, is Fritz al vertrokken. Ze krabbelt overeind en wil uit bed stappen als ze plots iets plakkerigs aan de binnenkant van haar dijen voelt. Wanneer ze haar blik omlaag laat gaan, ziet ze een klodder sperma uit haar vagina druipen. Haar ogen worden groot en ze heeft het gevoel alsof ze stikt, omdat ze nu pas beseft dat ze vannacht geen condoom hebben gebruikt. Hoe konden ze in godsnaam zo dom en onvoorzichtig zijn?
Lees verder: Het Satorvierkant - 16: Robert Le Diable
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10